Erik Terlouw
Le musée imaginaire Het verhaal van een andere gedachte 'Zijn vak is het tot stand brengen van verbeelde orde Zijn plaats: in het midden." Aldo van Eyck, 1 9 5 6
Halverwege het jaar 1 9 5 9 besluit h e t bestuur van Architectura et Amicitia t e streven naar 'een nieuwe aanpak' van het architectuurbla d d a t z i j uitgeeft: het t i j d s c h r i f t F o r u m . Tot dan t o e had d i t blad v o o r n a m e l i j k v r i e n d e l i j k e n wat gezapig v o o r t g e b o r d u u r d b i n n e n de f o r m e l e p a t r o n e n die het N i e u w e B o u w e n e e n s , in een al w a t g r i j z i g e n v e r v a a g d a a n d o e n d m a a r zeker n o g niet v o l t o o i d verleden had uitgestippeld. D i t besluit zou uiteindelijk leiden tot een ongemeen fel infuus in h e t openbare architectuurdebat waarin v o o r a l d e i n v l o e d e n i n b r e n g van Van Eyck zou d o o r k l i n k e n : ' H e t v e r h a a l v a n een andere gedachte'.
Vooraf H e t b e s t u u r van Architectura et Amicitia had een aansluiting voor ogen bij de ideeën en ontwikkelingen binnen de m o d e r n e k u n s t . Ideeën die in Nederland tegen het einde van de jaren vijftig duidelijk m o m e n t u m kregen, en zich uitkristalliseerden in de richting van een ' a n d e r e ', r u i m e r gedefinieerde stedebou w (of een ' a n d e r e ' architectuur). In h e t j u n i - n u m m e r van F o r u m , een overg a n g s n u m m e r dat nodig was o m d a t een nieuwe redactie niet direct kon worden gevonden, 1 krijgen een aantal k u n s t e n a a r s en architecten r u i m t e om hun denkbeelden k o r t weer te geven. De bijdragen van C o n s t a n t en Guy Debord vorme n het h a r t van het n u m m e r . Hierin werd voor de eerste maal in Nederland het p r o g r a m m a van de Internationaal Situationiste n weergeven: H e t Unitair U r b a n i s m e. C o n s t a n t definieer t deze term later als een hypothetische conceptie van de artificiele woonomgeving als nieuw m e d i u m voor een collectieve creativiteit. 2 De Situationistische Internationale was in 1 9 5 7 opgericht als resultaat van een akkoord dat op h e t Eerste Wereldcongres der Vrije K u n s t e n a a r s (Alba, Italië, 1956) gesloten werd tussen de Internationale Beweging voor een Imaginistisch Bauhaus en de Lettristische Internationale. De eerste beweging bestond voornamelijk uit de persoon en inbreng van Asger Jorn die de hoop koesterde COBRA hierin een v o o r t z e t t i ng te k u n n e n bieden. Als v o o r n a a m s t e doelstelling wilde ze komen tot de oprichting van een nieuw B a u h a u s waarin de integratie van architectuu r en andere
6
O A S E 2 6)27
k u n s t e n zou w o r d e n n a g e s t r e e f d d o o r h e t s c h e p p e n van ' s i t u a t i e s ' . Een I m a g i n i s t i s c h B a u h a u s ; d e
Asger Jorn, S i t u a t i o n H i s t o r i q u e , 1958
actieve en a u t o n o m e k r a c h t van de v e r b e e l d i n g zou hierin v o o r o p m o e t e n s t a a n . J o r n h a d zich h i e r t o e g e r i c h t t o t Max Bill die in U l m een n i e u w B a u h a u s h a d g e o p e n d w a a r i n hij de o p v a t t i n g e n van G r o p i u s g r o t e n d e e l s wilde h e r i n v o e r e n . T o t m e e r d an een felle p o l e m i e k h a d dit evenwel n i e t geleid. In de analyses van de I n t e r n a t i o n a a l L e t t r i s t e n n a m de o n t w a a r d i n g van h e t dagelijks leven en de d a a r b i j b e h o r e n d e l e e f o m g e v i n g een g r o t e p l a a t s in. Z i j k e e r d e n zich al vroeg tegen de kaalslag van stedelijke milieus en t e g e n h e t u i t e e n r a f e l e n van h e t s t e d e l i j k leven d a t de C l A M - d o c -
1. Voor de v o o r g e s c h i e d e n i s en de werkwijze van de
trine k e n m e r k t . H e t raakvlak t u s s e n beide g r o e p e r i n g e n lag m e t n a m e in h e t b e g r i p ' s i t u a t i e ' d a t een g e m e e n s c h a p p e l i j k p r o g r a m m a m o g e l i j k m a a k t e ; h e t al e e r d e r g e n o e m d e U n i t a i r U r b a n i s m e .
n i e u w e Forum-redactie 3
In A m s t e r d a m , w a a r h e t o n d e r z o e k s b u r o v o o r h e t U n i t a i r U r b a n i s m e a a n v a n k e l i j k werd gevestigd, s t e l d e n G u y D e b o r d en C o n s t a n t in n o v e m b e r 1 9 5 8 een e e r s t e u n i t a i r u r b a n i s t i s c h m a n i f e s t op: De v e r k l a r i n g v an A m s t e r d a m . In h e t j u n i - n u m m e r van F o r u m zijn d e ' D e f i n i t i o n s ' va n D e b o r d en een e v e n e e n s k o r t e p u n t i g e o m s c h r i j v i n g van h e t U n i t a i r U r b a n i s m e d o o r C o n s t a n t o p g e n o m e n . O v e r w e g i n g e n die ten g r o n d s l a g lagen a a n dit U n i t a i r U r b a n i s m e w a r e n e e r d e r, als verspreide o v e r w e g i n g e n , in N e d e r l a n d v e r s c h e n e n in een n u m m e r van h e t M u s e u m j o u r n a a l . D i t n u m m e r was geheel gevul d m e t v e r t a a l d e e x e r p t e n uit Asger J o r n ' s Pour la Forme m e t een k o r t e
' F o r u m ' , Architectuur 1940-1980,
zie: Hans van Dijk, en Planning,
Nederland
U m b e r t o Barbieri (ed.), R o t t e r d a m , O
10, 1 9 8 3 , pp. 1 4 6 - 1 6 6 . 2. René J o h a n n e s S a n d e r s , Beweging tegen de Schijn, de Situationisten,
een avant-garde,
proefschrift
U n i v e r s i t e it van A m s t e r d a m , t y p o s c h r i f t , 1987, p . 2 2 9 , n.aa. 3. Zie voor h e t I n t e r n a t i o n a a l S i t u a t i o n i s t e n en hun v o o r g e s c h i e d e n i s S a n d e r s , a.w., p p . 5 3 - 9 0 .
O A S E 261 2 7
7
inleiding d o o r Debord. H e t werd uitgegeven in O t t e r l o o in o k t o b er 1958; een klein jaar voordat hier tot de o n t b i n d i n g van de CIAM besloten zou worden in de b e f a a m d e Otterloo-Team 10 meeting. 4 Een aantal denkbeelden uit deze intrigerende tekst zullen we hieronder k o r t nagaan om inzicht te krijgen in de ideëen die radicale k u n s t e n a a r s in de tweede h e l f t van de jaren vijftig naar voren brachten, ideeën die direct betrekking hebben op de gebouwde omgeving.
Voor de Vorm Volgens de inleiding van Debord m o e t 'Pour la Forme' worden gezien als een s a m e n v a t t i ng van de t h e o r e t i s c h e conclusies van de Internationale Beweging voor een Imaginistisch Bauhaus (19531957). Jorn vertrekt vanuit een kritiek op het functionalisme. De kritiek is er niet op gericht de verworvenheden van het functionalisme geheel weg te vagen; 'bruikbaarheid steeds het uitgangspunt
voor alle vorm-kritiek',
en functie blijven nog
aldus Jorn. In navolging van de Cobra-traditie
belicht Jorn vooral de veronachtzaming door de functionalisten van de eigen plaats van de vorm, van de esthetiek, die door hem voor alles begrepen werd als een vorm-geving van h e t leven, als de 'autonome
functie van het doen en laten der mensen'.
De drang t o t analyseren, t o t onderscheiden en
ontrafelen die h e t f u n c t i o n a l i s me k e n m e r k t , leidt in zijn absolute, vormloze vorm t o t steriliteit, t o t een 'onmachtig
seperatisme'.
'Deze meedogenloze
splitshobby'
waren de kernachtige woorden die
Van Eyck eerder in 1 9 5 8 had gebruikt in zijn artikel ' D e bal kaatst t e r u g ' . 5 In dit artikel koppelt Van Eyck deze praktijk, m e t verwijzing naar de relativiteitstheorie, aan de eenparigheid van een mechanistisch-causale denkwijze. H e t is vanuit een verzet tegen deze 'eenparigheid' dat het begrip 'situatie' in de tekst van Jorn naar voren k o m t . De situatie s t a a t in zijn meest algemene zin als gebied, als veld tegenover de lijnvormige denk- en organisatiewijzen, en m e t n a m e tegenover h u n ultieme, c o n c r e te vorm : de a u t o m a t i s a t i e. De a u t o m a t i s a t i e is anti-situationistisch, o m d a t zij 'niet een daad is op een bepaald gebied, die een tegendaad gebied, en deze zou ook daarbuiten acties werden
uitlokt. Het is de neutralisatie
gelegen terreinen gaan neutraliseren,
van een
als er niet tegelijk
tegen-
ondernomen.'
Voor Jorn en de andere situationisten is het begrip 'situatie' direkt verbonden aan een andere elementaire notie, namelijk die van het spel. 'Het uiteindelijke gemeenschappelijke
doel van alle kunst en techniek
waarden te creëeren en de belangen der mensheid
is,
te dienen.' 'Maar', zo vervolgt
J o r n , 'geen enkele kunst en geen enkele techniek is tot op heden op deze manier begonnen, omdat onmogelijk
is: iedere onderneming
begint als spel zonder nut in een gesloten cirkel van belangen.'
is een herhaling van de centrale these van J o h a n Huizinga in zijn boek Homo Ludens: komt op in spelvorm, cultuur wordt aanvankelijk
gespeeld.'6
dat Dit
'cultuur
Dit werk was in 1951 voor het eerst
verschenen in een f r a n s e vertaling. H e t oefende d a a r n a snel een grote invloed uit, m e t n a m e op de denkbeelden van de Internationaal Lettristen. 7 Zij ontleenden hieraan de term 'luciditeit' en ook via een k o r t e o m w e g - de term 'situatie'. Eén van de door Huizinga nauwkeurig beschreven h o o f d k e n m e r k e n van het spel is zijn begrensd zijn. H e t vooronderstel t een zekere afbakenin g van tijd en r u i m t e : 'Elk spel beweegt zich binnen zijn speelruimte, opzettelijk
of als vanzelfsprekend,
van te voren is afgebakend.'8
die hetzij stoffelijk of
denkbeeldig,
Deze 'situaties' m o e t e n worden
gecreëerd, aldus de situationisten, o m de ludieke functie, h e t spel te bevrijden. De situatie m o e t worden gezien als een 'veld' dat in meer of minder e m a t e is afgebaken d en dat een zekere s t r u c t u u r bezit die r u i m t e biedt aan of liever nog aanzet t o t luciditeit. De radicale k u n s t e n a a rs uit de jaren vijftig stellen vanuit dit p u n t het belang van de architectuur: 'het scheppen van betekent
het opbouwen
van een milieu en het vastleggen van een levenswijze',
architectuur
aldus Jorn in Pour la
Forme. Dit scheppen van s t r u c t u r e n is in zichzelf ook weer het resultaat van een spel. In ' H e t spel in de a r c h i t e c t u u r ' , een h o o f d s t u k uit Pour la Forme, keert J o r n zich als een logisch uitvloeisel van deze denkwijze tegen het evolutionisme van de functionalistische a r c h i t e c t u u r v e r t o g e n, tegen het denkbeeld van een stijl die zich organisch evolueert; een stijl die in tijd en r u i m t e een analoge afspiegeling zou v o r m en van een b o o m die o n t s t a a t en zich ontwikkelt . De gebouwde s t r u c t u u r is k u n s t - m a t i g ; ze is een a r t e f a c t . De vorm k o m t niet voort uit de f u n c t i e, h e t is veeleer a n d e r s o m : 'Een nieuwe bestemming
die een ommekeer
door de verschijning van onnutte
brengt in ons leven, is onvoorzien
vormen of vormen van een denkbeeldig
en wordt
veroorzaakt
en decoratief nut'. Jorn
m a a k t in dit verband een onderscheid t u s s e n de f u n c t i e of v o r m - b e s t e m m i n g en de s t r u c t u r e le b e s t e m m i n g van h e t artefact. Hij k o m t o n d e r andere met het voorbeeld van het rad, dat zowel in Mexico als bij ons oorspronkelijk uitsluitend g e b r u i k t werd voor magische en gewijde doeleinden: 'Lange tijdperken
kunnen voorbijgaan tussen het scheppen van een nieuwe vorm en zijn
praktisch
gebruik.' Tenslotte, en hier keert Jorn zich tegen de achterhaalde finaliteit van de eenparige denkwijzen, m o e t e n we ons van het beeld o n t d o e n dat we ooit k u n n e n k o m e n t o t 'definitieve, van de verschillende
ideale
vormen
objecten die de mens raken.' Dat finale p u n t aan de horizon, gelegen in het
oneindige, bestaat slechts bij de gratie van de inbeelding van een rechte lijn door de tijd, bij de gratie van een euclidisch universum van de verbeelding waarin de vormveranderingen als vooraf-
schaduwingen van een enkel, vast, ideëel p u n t k u n n e n worden gezien. De dwangmatig e beperktheid van deze verbeeldingswijze zou door Van Eyck in O t t e r lo beeldend worden getypeerd m e t de woorden: 'let's call it a Euclidian groove'. Deze oneindige finaliteit laat zich niet rijmen m e t de vrijheid, dat wil zeggen m e t de tijdelijke geslotenheid en belangeloosheid van het spel. H e t huidige probleem van de k u n s t bestaat eruit de versleten, m a a r nog i m m e r aanwezige valkuil van de ideeële vorm te ontwijke n en tegelijkertijd te o n t s n a p p e n aan een simpele liquidatie. Hiertoe is het nodig, aldus J o r n in ' H e t voorbijstreven van de hedendaagse k u n s t ' , dat in de k u n s t , in h e t spelend-scheppen van de nieuwe a r t e f a c t e n , het besef van relativiteit Mondriaan
w o r d t o p g e n o m e n ; d a t wat 'aan
dezelfde plaats geeft in de kunst, als Einstein heeft gehad in de wetenschap.'
H e t gaat o m
een incorporatie van de aan de r u i m t e gelijkwaardige dimensie van de tijd, van de verandering. 'Men moet komen tot een dynamische zien, dat iedere menselijke
opvatting
van de vorm, men moet de waarheid onder het oog
vorm zich in staat van voortdurende
vervorming
bevindt.'
De relativiteit, de even-waardigheid van tijd en r u i m t e , is tevens een relativiteit van de in tijd en r u i m t e verspreide menselijke waarden en waarheden: 'De cultuur is de schending georganiseerd
door
de mens tegen de objectieve natuur, [...] Dat wat de evolutie van de cultuur mogelijk maakt, is, dat de mens in staat is, een bedenksel te veranderen
in realiteit, of een leugen in waarheid.' Jorn stelt dit
zonder dat hij het belang van deze waarden en het vervormen en creëeren van deze waarden in het ludieke, in de situatie, o n t k e n t. Hierin kan hij, m a a r ook Van Eyck zoals veelvuldig is gebeurd, zonder meer humanistisch genoemd worden. Hierbij m o e t echter wel worden worden
4. Museumjournaal,
serie 4, n o . 4 , O t t e r l o , o c t o b e r
dat het hier gaat o m een gerelativeerd, of nauwkeuriger gezegd, een gesublimeerd h u m a n i s m e .
1958. Soortgelijke overwegingen waren eerder
Sublimeren wil binnen de n a t u u r k u n d e zeggen: 'van de vaste onmiddellijk in de gasvormige toe-
v e r s c h e n e n in h e t t i j d s c h r i f t van de I n t e r n a t i o -
stand overgaan, eventueel gevolgd door een tegengestelde beweging'. D a t het in dit geval o m een in zekere zin imaginaire grootheid gaat doet niet ter zake o m d a t hiermee een relativiteitstheorie beoogd werd van het imaginaire, van de verbeelding en de concrete vorme n die dit v o o r t b r a c h t . Mondriaan is, aldus J o r n , 'gekomen nodig is voor een verdere artistieke
tot de voorbereiding ontwikkeling,
geeft, nl. die, welke het kostbare behoudt en tegelijkertijd nieuwe betekent.'
van dat nieuwe programma,
dat niet alleen
maar dat aan de kunst een nieuwe sociale ontkent,
noodzaak
O f , o m Mondriaan zelf nog even aan het woord te laten zoals Van Eyck dat deed
einde, het tijdperk der relaties is
vorm nadert
nr. 1 t / m 2 9 , P a r i j s
1954 - 1957, integrale heruitgave Parijs, 1985 en in h e t blad Internationale
situationiste,
dat
v a n a f j u n i 1 9 5 8 in P a r i j s v e r s c h e e n , i n t e g r a l e h e r d r u k A m s t e r d a m , van G e n n e p , 1 9 7 0 . 5. A l d o van Eyck, 'de bal k a a t s t t e r u g ' . Forum
1958
nr. 4, pp. 1 0 4 - 1 1 1 ,
hetgeen de schepping van het
in het begin van zijn artikel 'de bal kaatst t e r u g ': 'Het tijdperk van de bijzondere
n a a l L e t t r i s t e n , Potlach,
zijn
begonnen.'
6. J o h a n H u i z i n g a , Homo Ludens, proeve eener ling van het spel-element
der cultuur,
bepa-
vierde d r u k ,
H a a r l e m , T j e e n k W i l l i n k , 1 9 5 2 p. 4 7 ( E e r s t e druk 1938).
Deze h u m a n i s t i s c h e relativiteit h a n g t direct s a m e n m e t de verbeelding, of beter gezegd: ze valt
7. S a n d e r s , a . w . , p. 2 2 5 . H u i z i n g a ' s b o e k w o r d t
er mee s a m e n . Ze is een evenwaardig universum van het denkbeeldige. De radicale k u n s t e n a a r s,
b e s p r o k e n d o o r D e b o r d in Potlach, nr. 2 0 , p. 4.
en ook Van Eyck, erkenden de patafysica van Alfred Jarry als de eerste relativiteitstheorie van het
C o n s t a n t las h e t b o e k v e r m o e d e l i j k in 1 9 5 7 / 5 8 .
9
beeld en de concrete verbeelding door de mens van de wereld. De patafysica is 'de fysica binnen de metafysica, zij is de wereld van de denkbeeldige gelijk zijn zodat noodzakelijkerwijs
oplossingen,
de wetenschap
waarvoor alle dingen
alles in de wereld patafysisch is'. 1 0 De erkennin g van het
O o k J e a n B a u d r i l l a r d kan in dit v e r b a n d g e z i e n w o r d e n als een d r a g e r van d e z e t r a d i t i e . In zijn o p s t e l ' D e p a s s i e v a n d e r e g e l' ( o p g e n o m e n in H e t k o m p l o t v a n d e w e r e l d , o v e r t h e o r i e en illu-
relativistisch tijd-ruimt e universum impliceert naast de relativiteit van verandering ook de erken-
sie, M a u r i c e N i o (ed.), A m s t e r d a m 1 0 0 1 , 1 9 8 6 ;
ning van een essentiele gelijktijdigheid van zienswijzen die ten opzichte van elkaar imaginair zijn.
o r g . een h o o f d s t u k u i t La s é d u c t i o n . P a r i j s , Gal-
W a t in tijd en r u i m t e c o n s t a n t blijft, is de verbeelding in zijn gesublimeerde gedaante zonder
lilee, 1 9 7 9 , pp. 1 7 9 - 2 0 9 ) f o r m u l e e r t hi j even-
gedaante, die in de odyssee van situaties concrete m a a r relatieve vorme n a a n n e e m t . 'De verbeelding is en blijft het enig vermogen, in staat gelijktijdig
de hoedanigheid
van een
wereldbeeldverande-
ring te registreren, enz. enz', aldus Van Eyck in h e t hierboven g e n o e m d e artikel.
het vermogen
Welnu, het is eerder het vermogen om beelden, door de waarneming
geleverd, te vervormen, het is
samengaan van beelden, dan is er geen
t e r e n a d r u k o p de f a t a l i t e i t e r v a n .
9. A s g e r J o r n , 'La p a t a p h y s i q u e , u n e réligion en
is beelden te v o r m e n .
vooral het vermogen om ons te bevrijden van de eerste beelden, om de beelden te veranderen. geen verandering van beeld is, geen onverwacht
en d e v o o r w a a r d e n v a n h e t s p e l legt hij een gro-
8. H u i z i n g a , a.w., p. 10 .
Asger Jorn haalt Gasto n Bachelard aan o m h e t verschijnsel verbeelding nauwkeuriger te omschrijven: 'Men beweert altijd dat de verbeeldingskracht
e e n s , h o e w e l m i n d e r p r e c i e s , de e i g e n s c h a p p e n
Indien er
verbeelding,
geen verbeeldende werking. De grondslag van de verbeelding is niet het beeld, maar het denkbeel-
f o r m a t i o n ' . Internationale
situationiste,
nr. 6
( a u g u s t u s 1 9 6 1 ) . Van Eyck, T o e s p r a a k bij de uitr e i k i n g van de S i k k e n s p r i j s 1 9 6 2 a a n C o n s t a n t , Niet om het even, wel evenwaardig,
van en over
Aldo
van Eyck. A l d o v a n Eyck (ed.), A m s t e r d a m , van G e n n e p , 1 9 8 2 , p p . 34, 35: ' A l f r e d J a r r y , n o t l o n g
dige'. Als wetenschapsepistemoloog schreef Bachelard in de j a r e n dertig vooral over de verande-
a g o , p r e p o s e d t h e real a l t e r n a t i v e : n o t t h e p a t h o -
ring van de wetenschappelijke zienswijzen die Einstein teweeg had gebracht. 1 1 Later richtte hij
logical b u t s o m e t h i n g u t t e r l y a n t i - c a t e g o r i c a l :
zich op wat hij een 'kleine' fenomenologie noemde, een fenomenologie van de verbeelding, van de
t h e p a t a p h y s i c a l . B u t t h e n , you see, J a r r y w a s
concreet vormgegeven dagdroom. Zijn denkbeelden kregen, vooral via Christiaan D o t r e m o n t , een
s u p e r b l y n o n - d e t e r m i n i s t i c - in t h i s a l o n e he was
grote invloed binnen de Cobra-beweging.
12
De Internationaal Situationisten, voor Jorn en velen
met hem de laatste loot aan het ' C o b r a - w o u d ' , wilden in de beoogde 'situaties' de evenwaardige dimensie van de tijd opnemen o m het imaginaire te ontsluiten. Een ontsluitin g die t o t s t a n d kan komen door de herinnering, het geheugen, de imaginair geleefde tijd open te vouwen en s a m e n te trekken in een afgeperkte, geleefde r u i m t e . De situatie zou m o e t e n o n t s n a p p e n aan een euclidische, vastgelegde indelingswijze. Al honderd jaar blijkt dat de klassieke esthetiek, een wijze van structureren die gericht is op een in zichzelf r u s t e n d e orde, niet meer voldoet. De situatie, aldus Jorn, zou een 'ruimte-tijd
dimensie'
m o e t e n zijn 'die buiten het klassieke coördinatensysteem
[...] 'Het punt is dus dat de dimensie van de tijd ingevoerd moet worden in de ruimtelijke tie'.1
3
staat'
organisa-
Een andere dimensie, een andere gedachte, een andere architectuur. Of misschien beter
gezegd: een a r c h i t e c t u u r van het andere. Een thuis van de verbeelding en voor de verbeelding óf een verbeeld thuis: dat zou nog m o e t en blijken.
by i n s t i n c t c a t e g o r i c a l ! H e w a s in f a c t o n e of t h e first and only c o m p l e t e relativists.' 10. A l f r e d J a r r y , Gestes et opinions Faustroll,
Pataphysicien,
suivi de spéculation,
du
roman
docteur
néo-scientifique,
Paris, 1911.
11. G a s t o n B a c h e l a r d , Le nouvel esprit
scientifique,
Paris, 1937. 12. Z i e v o o r de invloed van G a s t o n B a c h e l a rd o p de Cobra-beweging: Willemijn Stokvis,
COBRA,
A m s t e r d a m 1 9 8 0 , p. 8 8 e.v. 13. A s g e r J o r n . ' O r i g i n a l i t é e t g r a n d e u r , s u r le s y s t è m e d ' I s o u ' , Internationale (juni 1960), p 30.
situationiste,
nr. 4
CI AM ' H e t verhaal van een andere g e d a c h t e ' brach t veel van deze ideëen expliciet in de architectuurdiscussie. In drie p u n t e n zouden deze ideeën k u n n e n worden samengevat, p u n t e n die duidelijk spreken uit de inleiding t o t h e t Unitair U r b a n i s m e door C o n s t a n t in het F o r u m n u m m e r van juni 1959: • Er m o e t een einde komen aan de d i c t a t u u r van de eenparigheid van de functionalistische praktijken. In plaats d a a r v an moet er worden gewerkt aan een c o n s t r u c t i e van situaties, door middel van het scheppe n van gevormde structuren;
d o o r 'een integrale compositie
van het milieu',
aldus
Debord in ditzelfde n u m m e r . H e t begrip stedebouw dient hiertoe te worden uitgebreid t o t een 'universele kunst van een geheel nieuw
type'.
• Deze gevormde s t r u c t u r e n m o e t e n de relativiteit,
de evenwaardige dimensie van de tijd, de ver-
andering en de verbeelding in zich o p n e m e n . Zij mogen nooit een 'gestolde expressie' van een 'eeuwige waarheid' of een 'absolute
inhouden
schoonheid'.
• Dit alles m o e t leiden t o t een cultureel weefsel, t o t de 'integratie van kunst en leven, waarop een cultuur berust', t o t een 'ononderbroken
spel met het leven'.
Een aansluiting bij de officiële architectuurdiscussie lag voor de hand. Al in 1 9 5 2 werd in Sigit u n a het ' H a b i t a t ' - p r o g r a m m a opgesteld als één van de t h e m a ' s voor het k o m e n de CIAM-9 congres. Dit p r o g r a m m a t o o n t een duidelijke v e r w a n t s c h a p m e t de samengevatte , algemene vorm van de ideëen die ten grondslag lagen aan het Unitair Urbanisme. H e t luidt in iets verkorte vorm als volgt: 'Habitat'
is: • 'een georganiseerde • 'niet "statisch" • 'niet "passief'
structuur'
maar in voortdurende
mobiliteit
van mens en
maar [...] tussen zichzelf en zijn occupanten
maatschappij'.
bestaat er een
voortdurend
spel van acties en reacties.' Maar de o m v a n g, de zwaarte , de b u r e a u c r a t ie en de last van de geschiedenis die CIAM m e t zich meedroeg s t o n d e n een creatieve uitwerking van dit p r o g r a m m a in de weg. H e t CIAM-9 congres in Aix-en-Provence (1954) en het C I A M - 1 0 congres in Dubrovnic (1956) boekten vrijwel geen vooruitgang op dit p u n t . H e t raakte vrijwel ondergesneeuwd onder de c o n g r e s c u l t u u r van de CIAM en de meer traditionele, eenparige t h e m a t i e k e n . In Dubrovnic o n t b o n d C I A M feitelijk, m e t Team-10, de voorbereidingsgroep van dit congres, als rest. Zij wilde als informel e groep in O t t e r lo een nieuwe s t a r t m a k e n die in vruchtbaarheid en openheid de beginjaren van de CIAM zou moete n doen herleven. Een voorpublicatie van h e t eerste nieuwe F o r u m - n u m m e r , dat vrijwel geheel werd samengesteld door Van Eyck, diende tevens o m richting te geven aan de discussies binnen de Team-10 O t t e r l o o m e e t i n g. H e t m o e s t wel haast iemand als Van Eyck zijn - m e t zijn betrokkenheid bij de moderne k u n s t en zijn c o n t a c t e n m e t radicale k u n s t e n a a r s - die deze 'andere g e d a c h t e n' zou invoeren in de wereld van de architectuur . C o n s t a n t kende Van Eyck sinds 1947, vlak nadat hij Jorn had ontm o e t en nog voor er sprake was van een Cobra-beweging. Hij bracht Corneille, Appel, J o r n , D o t r e m o n t - o m een paar van de belangrijkste n a m e n te noemen- alle in contact m e t Van Eyck, wat er onder meer toe leidde dat Van Eyck de eerste Cobra-tentoonstelling kon inrichten, in 1 9 4 9 in h e t Stedelijk M u s e u m in A m s t e r d a m . Samen hebben zij in de j a r e n vijftig 'eindeloze' gesprekken gevoerd, en h e t is vooral ook de s t i m u l a n s van Van Eyck geweest die C o n s t a n t ' s interesse in de richting van de architectuu r h e e f t bewogen. 1 4 H u n beider ideeën zullen in deze gesprekken en in dit krachtenveld van beïnvloedingen zijn o n t s t a a n en bijgeslepen. Halverwege h e t jaar 1 9 5 9 leek alles in Nederland op scherp te staan voor een doorbraak . Van Eyck's Weeshuis was in aanbouw , de Team 10 o n t m o e t i n g in O t t e r l o o waarop het lot van de CIAM zou worden bezegeld stond op stapel. C o n s t a n t had s a m e n m e t Debord zijn verklaring van A m s t e r d a m opgesteld, Jorn had een volledig n u m m e r van h e t M u s e u m j o u r n a a l ter beschikking gekregen en het b e s t u u r van Architectur a & Amicitia wilde F o r u m openstellen voor juist dit s o o r t nieuwe ideëen. H e t verhaal kon beginnen.
Cobratentoonstelling, C o r n e i l l e en Van Eyck, v o o r a a n Mickey en
Het begin van het verhaal
P i e r r e A l e c h i n s k y en de s i g a r e t van
' H e t verhaal van een andere g e d a c h t e ' o p e n t niet m e t een zin van Van Eyck zelf, maar m e t een
Dotremont, Amsterdam, 1949
citaat van de grote meester, Le Corbusier. Deze vat de problemen en de uitdagingen die het ' H a b i t a t ' - p r o g r a m m a oproept bondig s a m e n in een vraag die hij had gericht aan het negende CIAM-congres: ' Wanneer we de vraag van de moderne hedendaagse
Habitat stellen, dan stellen we het probleem van de
levenskunst.
Die kunst, bestaat
die?'15
Deze opening tekent de strategie die Van Eyck h a n t e e r t in dit eerste door h e m samengestelde F o r u m n u m m e r om zijn ideeën onder het brede voetlicht van het o p e n b a r e p o d i um te brengen. Z o ver als mogelijk t r a c h t hij aan te sluiten bij de na-oorlogse CIAM-traditie door zorgvuldig geselecteerde uitsprake n van haar leden en haar v o o r n a a m s t e apologeet, Siegfried Gideon, in een suggestieve volgorde te plaatsen en op tactische p u n t e n te voorzien van accenten in de lay-out en typo-
grafie en van eigen c o m m e n t a r e n en conclusies. O m de richting voor ogen te krijgen waarin Van Eyck de ontwerponderzoeken en de discussies over architectuur probeert te s t u r e n , zullen we dus vooral ook moeten letten op de volgorde en o p b o u w van deze m o n t a g e van tekst, beeld en typografie. Een uitspraak die Bakema had gedaan op h e t CIAM-congres in Dubrovnic, eveneens a f g e d r u k t op de eerste bladzijde, kan in deze context worden begrepen als een mogelijk a n t w o o r d op de vraag van Le Corbusier: 'Tussen het leven dat door de kunst en wetenschap ringswetten
bepaald wordt en het leven dat door rege-
wordt geregeld, staat een muur. Deze scheiding veroorzaakt
ideëen en van menselijke
Men moet de verbeeldingskracht de samenleving,
groot verlies van
activiteit.
weer in ere
als een niet te verwaarlozen
element
in de organisatie
van
herstellen.'
Het c o m m e n t a a r van Van Eyck laat niet lang op zich wachten: 'De scheiding waarvan
Bakema
spreekt, is er'. Maar na deze erkenning kiest hij ervoor de reële ordeningswijzen van de m a a t s c h a p pij - de vormen van h e t juridische en de s t r u c t u u r van de maatschappelijke praktijken - te negeren, 1 6 o m zich geheel en al te beperken t o t h e t eigenlijke domein van de kunstenaar, het imaginaire. De openingspagina van het verhaal eindigt m e t de woorden die hij zelf in Dubrovnic had uitgesproken en die de positie die hij wenst in te nemen duidelijk samenvat: 'Aan de rand van de aandacht staat steeds de kunstenaar,
wezenlijk
bondgenoot
van het
kind. [...] Zijn vak is het tot stand brengen van verbeelde orde, zijn plaats in het
midden.'
De eerste pagina is vormgegeven als een afgeronde prelude waarin het belangrijkste t h e m a alvast wordt aangestipt. Ze o p e n t een r u i m t e t u s s e n de openingsvraag naar de m o d e r n e levenswijzen en het c o n t r a p u n t van de vorm als verbeelde orde. In deze r u i m t e kan h e t verhaal zich o n t v o u w e n . Het eigenlijke verhaal begint bij het begin: 'C/AM werd gesticht toen de creatieve periode
vrijwel
voorbij was...' W a t volgt is een k o r t e geschiedenis van de CIAM, die u i t m o n d t in een kritiek op de beperktheid van de oude functionalistische, agressief splitsende, analytische en mechanische aanpak. Tussen De Stijl en het Bauhaus had de CIAM de verkeerde keuze g e m a a k t . Zoals blijkt uit de afgedrukte citaten had Van Eyck deze kritiek al in 1 9 4 8 - in de beginjaren van C o b r a - naar voren gebracht op het eerste na-oorlogse CIAM-congre s in Bridgewater. Zijn kritiek ging vergezeld van een pleidooi voor 'de verbeelding en de beelding'.
H e t zal, opnieuw, o m de vorm moete n gaan, o m
het a u t o n o m e belang van de vormgeving van een gestructureerd e ruimtelijkheid. O m een vorm, een s t r u c t u u r , die verschillen s a m e n b i n d t t o t een situatie, t o t een ' C o r e ' . Juist daardoor zou, in dezelfde greep, een r u i m t e geschapen worden voor de ontplooiing van het spel van deze verschillen. De verhouding tussen deze vormgegeven s t r u c t u u r en de s t r u c t u u r van het maatschappelijke de ruimt e die de eerste bladzijde van het verhaal had opengelaten - krijgt een concrete vorm op het m o m e n t dat de eerste a r c h i t e c t u u r t e k e n i ng als een groot en oud reliëf uit het verhaal oprijst. Ze verschijnt niet via een rechtlijnige, logische m e t h o d e , m a a r op een archaeologische wijze; als de verbeelde orde die opdoem t in h e t h o o f d van de opgraver wanneer hij w o r d t geconfronteerd met de s t r u c t u u r van de gebouwde a r t e f a c t e n van een verder vrijwel onbekende samenleving. H e t betreft een gedeeltelijke plattegrond van de antieke stad Priene, resultaat van een opgraving, die over een hele pagina groot is a f g e d r u k t . De plaat is, samen m e t een uitgebreide historisch bespiegelende beschrijving, overgenomen uit Siegfried Giedion's Historical Background zeker een relatie tussen de sociale structuur
van een stad en de physieke structuur
van haar CORE', aldus deze beschrijving. Maar 'men dient gewaarschuwd 17
letterlijk waar is'.
of the Core. 'Er is
- of stedelijke vorm -
te zijn dat dit niet altijd
De n a t u u r w e t e n s c h a p p e n hebben als eerste de wet van oorzaak en gevolg
vanwege het ontbreken
interessant
van een directe relatie tussen oorzaak en gevolg - hier zowel als in vele andere
steden kreeg de Agora pas haar definitieve
status toen de Grieken hun vrijheid verloren hadden.'
g r o t e C o b r a - t e n t o o n s t e l l i n g , Luik, 1 9 5 1 , w e r d d o o r v a n Eyck i n g e r i c h t . 15. ' P o s e r la q u e s t i o n de l ' H a b i t a t m o d e r n e c ' e s t p o s e r la p r o b l è m e de I ' a r t de vivre a u h o u r d ' h u i . C e t a r t e x i s t e - t - i l ? ' . Forum.
1 9 5 7 , nr. 7, p. 1 9 9 .
16. D i t is t e v e n s h e t g r o o t s t e verschil m e t de I n t e r n a t i o n a a l S i t u a t i o n i s t e n , die u i t w a r e n o p een r a d i c a l e m a a t s c h a p p i j h e r v o r m i n g en h e t v e r d w i j n e n van de k u n s t als een los van h e t d a g e l i j k s leven s t a a n d e p r a k t i j k . D e k u n s t e n z o u d e n z o u d e n m o e t e n o p g a a n in h e t ' U n i t a i r U r b a n i s m e ' ,
afgeschaft. Nu zijn we gedwongen om ook op andere gebieden t o t hetzelfd e inzicht te k o m e n . Het is juist om deze reden dat het voorbeeld van Priene is gekozen: 'Priene [...] is heel
14. Niet om het even, p p . 3 8 - 5 3 , p . 6 2 ; o o k de t w e e d e
De
merkwaardige logica van deze zin, die er impliciet van uit gaat dat een duidelijk vormgegeven, algemeen s a m e n b i n d e n de s t r u c t u u r eigenlijk het gevolg b e h o o r t te zijn van 'vrijheid' en de grote hoeveelheid empirisch materiaal dat op het tegendeel wijst eenvoudig g e b r u i k t om de ondeugdelijkheid van de regel van oorzaak en gevolg te staven, moet ook van Eyck o n t g a a n zijn.. Van Eyck laat Giedion nog m e t een tweede voorbeeld komen ; een kleine geschiedenis uit een iets recenter
in de c o n s t r u k t i e van s i t u a t i e s . Er zijn n a t u u r l i j k o o k a n d e r e v e r s c h i l l e n . O o k de ' d é r i v e ' , h e t b e w u s t o p r o e p e n van een d e s o r i e n t a t i e , zal Van Eyck n i e t e r g a a n g e s p r o k e n h e b b e n . N a d a t C o n s t a n t zich a a n s l o o t bij d e I n t e r n a t i o n a a l S i t u a t i o n i s t e n , en zich v o o r a l bezig ging h o u d e n m e t zijn Nieuw
Babyion
p r o j e c t , groeiden Van Eyck en
C o n s t a n t u i t e l k a a r . Z i e ' C o n s t a n t , zou hij o n t e v r e d e n zijn m e t zijn a r c h i t e c t u u r ' . Niet om het even,
p. 4 0 .
17. ' T h e r e is c e r t a i n l y a r e l a t i o n s h i p b e t w e e n t h e
verleden die is opgehangen aan de b o u w k u n d i ge s t r u c t u u r van de Capitolina in Rome. In 1 5 3 4
s o c i a l s t r u c t u u r of a c i t y a n d the physical s t r u c -
had Michelangelo het 'vrije' Florence verlaten om de laatste dertig j a a r van zijn leven in 'vrijwil-
t u u r - o r t h e u r b a n f o r m - of its C O R E , b u t o n e
lige ballingschap' door te brengen in het Rome van de C o n t r a - R e f o r m a t i e . Hier gaf hij vorm aan
m u s t i s s u e a w a r n i n g t h a t t h i s is n o t always lit-
zijn visioen, ingegeven door zijn jeugdige ervaringen, van een beter stedelijk leven. H e t einde van
t e r a r y t r u e . ' j . . . ] ' P r i e n e [...] is very i n t e r e s t i n g
dit kleine verhaal lijkt als een voorteken te wijzen op het lot van ' h et verhaal van een andere gedachte': 'Michelangelo's een gedenkteken
Capitolina
- een volmaakte
expressie van het Core [...] was,
voor de tragische dromen van zijn schepper.'
tegelijkertijd
f o r t h e lack of d i r e c t r e l a t i o n b e t w e e n e f f e c t and c a u s e - h e r e as in m a n y o t h e r cities t h e f i n a l s t a t u s of t h e A g o r a o n l y c a m e when t h e G r e e k s had lost t h e i r l i b e r t y . ' Forum
O A S E 261 2 7
1 9 5 9 , nr. 7, p . 2 0 8 .
11
O n d a n k s de tragiek die bijna inherent aanwezig lijkt in de aangedragen voorbeelden, verleiden deze ingeklede beelden Giedion t o t de volgende uitspraak, groot en vet a f g e d r u k t door Van Eyck: 'Eens te meer realiseren we ons dat een groot artiest in staat is de artistieke voor een fase van de toekomstige
ontwikkeling,
vorm te scheppen
lang voordat deze fase begonnen is tastbare
vorm aan te nemen' In deze 'archaeologische' benadering ligt een rechtvaardiging besloten van het negeren van de reëele maatschappelijk e ordeningswijzen die overeenkomt m e t de ' s t r u c t u r e l e b e s t e m m i n g ' van het a r t e f a c t zoals Jorn die had aangeduid. Ook Bakema, een ander lid van de nieuwe F o r u m redactie, deed graag een beroep op de van de beperktheid van het m o m e n t a n e losgesneden blik van de archaeoloog o m het probleem van de m o d e r n e stad op een andere manier onder ogen te k u n n e n zien: 'Maar wat zouden de archaeologen
vinden wanneer onze steden morgen onder as begraven
zullen worden Izoals eens Pompeï door de Vesuvius) en opgegraven zouden worden in het jaar 2.000 ? Zouden de ruïnes van onze huisvesting van kunnen
overtuigen
van het grote aantal de archaeologen
er
dat dit het tijdperk was van meer vrijheid voor iedereen ?'18
De a r c h i t e c t / s t e d e b o u w e r zou als de archaeoloog dit a r t e f a c t m o e t e n 'vinden'; niet als een uit de grond opgediept f u n d a m e n t , m a a r d o o r h e t te scheppen uit zijn verbeelding; door, om Van Eyck's woorden te gebruiken, gestalte te geven aan een contra-vorm nog voor er een reëele vorm aanwezig is. N a a s t de n a d r u k op een gebouwde ' s t r u c t u u r ' , het a r t e f a c t dat gevonden zou m o e t en worden, brengt Van Eyck op een paar verspreide plaatsen 1 9 ook een aantal andere begrippen naar voren die we eerder zijn tegengekome n in de ideeënwereld van Jorn . W e zetten ze hier even op een rijtje,
Pompeï,
s a m e n m e t de korte beschrijving die Van Eyck er van geeft. Achter elkaar gezet laten zij zich
menselijke vorm zichtbaar geworden door h e t v u l l e n van een c o n t r a - v o r m
lezen als een klein manifest: • Betrekkelijkheid: 'De ontwikkeling
van wetenschap
maakte duidelijk
en cultuur zien, niet werkelijk zijn. Elke dag ontdekken bestaat is:
dat dingen, die wij in natuur
wij verder, dat het enige dat
werkelijk
betrekkelijkheid.'
• De Tijd als beeldende factor: 'We moeten het probleem tegemoet zien van de gelijktijdigheid duur. CIAM is de affirmatie
van een nieuwe opvatting
van tijd in de architectuur'
en de
(Van Eyck op de
C I A M - b i j e e n k o m s t in Sigituna) • Verbeelding: 'Maar het aanvoelen van deze elementen
vraagt om een grotere ontvankelijkheid,
ƒ.../
Voila de functie van het oog achter het oog: de verbeelding.' Zoals we eerder hebben aangeduid hangen deze begrippen m e t elkaar s a m e n in de notie van de relativiteit. In de marge naast de eigenlijke tekst voegt Van Eyck hier alvast een meer architectonisch bepaalde term aan toe: de drempel. Zoals we later zullen zien geeft deze t e r m tamelijk n a u w k e u r i g de plek of het gebied aan waarin deze relativiteit zich kan o n t v o u w e n , een tussenrijk 18. ' B u t w h a t w o u l d t h e a r c h e o l o g i s t f i n d if o u r
dat is losgesneden van de dwang van de m o m e n t a n e , reëele praktijken. Hier, op deze drempel,
cities t o - m o r r o w s h o u l d be b u r r i e d u n d e r a s h e s
de relativiteit zichtbaar worden, het is de plek van 'de grootste werkelijkheid',
(like o n c e P o m p e ï w a s by t h e Vesuvius) a n d
beelding. 2 0
s h o u l d be e x c a v a t e d in t h e y e a r 2 0 0 0 ? C o u l d t h e r u ï n s of o u r h o u s i n g f o r t t h e g r e a t n u m b e r c o n vince t h e a r c h e o l o g i s t t h a t t h i s age w a s t h e age of m o r e f r e e d o m f o r e v e r y b o d y ? ' Forum 2 , 1 9 6 2 ,
kan
het oord van de ver-
Het p r o g r a m m a is duidelijk. Deze begrippen, in het bijzonder ook het begrip 'drempel' zullen in de k o m e n d e n u m m e r s verder worden uitgewerkt. Tegelijkertijd zal er door een o n t w e r p e n d onderzoek gepoogd m o e t en worden te k o m e n t o t een wijze van scheppen van gebouwde s t r u c t u -
nr. 2, p. 7 4 , n . a . v . h e t v e r s c h i j n e n v a n h e t b o e k
ren die deze relativiteit in zich h e e f t o p g e n o m e n . In zijn m e e s t simpele, maar tegelijk meest
Cl AM 1959 at
o m v a t t e n d e v o rm k o m t dit neer op h e t vinden van vormoplossingen die de problemen van massa
Otterlo.
('het geweld van het grote aantal') en snelheid (het hoge t e m p o van verandering) k u n n e n vangen
19. r e s p . p. 2 1 2 , 2 1 5 , 2 2 9 . 2 0 . 'La p l u s g r a n d e r e a l i t é du seuil' zijn de e n i g e w o o r d e n die v a n Eyck hie r a a n wijdt in h e t e e r s t e n u m m e r , g e p l a a t s t l a n g s de zijlijn van de eigenlijke t e k s t . H e t s t a a t n a a s t een d e f i n i t i e v a n k u n s t uit M a r t i n B u b e r ' s Urdistanz hung:
und
Bezie-
' K u n s t ist [...] W e r k u n d Z e u g n i s z w i s c h e n
der s u b s t a n t i a h u m a n a u n d d e r s u b s t a n t i a v e r u m , das Gestalt gewordene Zwischen.' Het b e g r i p ' d r e m p e l ' k o m t in d e z e r u i m e zin o o k v o o r in G a s t o n B a c h e l a r d ' s La poetique F espace.
de
P a r i j s , PUF, 1 9 5 7 , p 2 0 0 : ' P o u r q u o i n e
pas s e n t i r q u e d a n s la p o r t e est i n c a r n é u n e p e t i t
in een architectonisch beeld dat deze f e n o m e n e n als een ruimtelijke situatie bevattelijk m a a k t voor de verbeelding. Dat wil zeggen: zonder te vervallen in een eenvoudige eenparige aaneenrijging van beelden, een '2001-Spac e Odyssey'. Ongeveer zoals van Bodegraven het al had gezegd op de C I A M - b i j e e n k o m s t in Sigtuna: 'Wij staan voor de noodzaak ontwikkelen, de samenhang
een structuur
of vormen te creëeren die zich in de tijd
kunnen
die, zowel na de aanzet als in hun verdere groei, één geheel blijven vormen en der delen handhaven.
Het ontbreken
daarvan moet tot zelfvernietiging
leiden.'
S t r u c t u r e n , vormen, beelden: In de eerste aflevering van 'het verhaal van een andere gedachte' zijn niet alleen t e k s t f r a g m e n t e n o p g e n o m e n m a a r ook een aantal beelden die mogelijke elementen van zo'n s t r u c t u u r of mogelijke a a n z e t t e n e r t oe in zich dragen. Architectonisch e plannen, maar
dieu de seuil. F a u t - il aller j u s q u ' a u n l o i n t a i n
bijvoorbeeld ook een schilderij van de Zwitser Lohse dat is afgebeeld vanwege zijn bijdrage aan
p a s s é , un p a s s é q u i n ' e s t p a s le n ö t r e , p o u r s a c r a -
een 'Aesthetic
liser le seuil. P o r p h y r e a bien dit: ' U n seuil e s t
zullen we o n s voornamelijk beperken t o t de woorden van het 'verhaal' en het daarin vervatte
une chose sacrée'.
architectonische denken. De o p b o u w en s t r u c t u u r van de beelden k o m e n elders aan bod in dit
Van Eyck zelf zegt h e t b e g r i p te h e b b e n g e l e e n d van d e S m i t h s o n ' s : C I A M ' 5 9 in Otterlo,
group for
t h e r e s e a r c h of social a n d visual i n t e r r e l a t i o n s h i p s , O s c a r N e w m a n (ed.), S t u t t g a r t , Karl
een esthetiek die 'het geweld van het grote aantal' kan bedwingen. Hier
n u m m e r van OASE. O m het slot van het eerste nieuwe F o r u m n u m m e r te k u n n e n beschrijven noeme n we slechts het laatste plan dat hierin is o p g e n o m e n . H e t m o e t indertijd nogal als een verrassing zijn g e k o m e n : een studieplan van een beginnend s t u d e n t aan de Academie voor Bouwk u n s t in A m s t e r d a m , Piet Blom. Over vier volledige pagina's is h e t a f g e d r u k t , direct na het groot-
K r a m e r . 1 9 6 1 , p. 2 7 .
12
of Number',
OASE 2 6)27
Architectengroep de Opbouw (Jaap Bakema),
Richard Paul Lohse, Composition 1946
s t e d e b o u w k u n d i g pla n R o t t e r d a m A l e x a n d e r p o l d e r , 1956
Piet Blom,
Bakuba-weefsel,
s t e d e b o u w k u n d i g e opgave
Kongo
Academie voor Bouwkunst Amsterd a m , m a q u e t t e van de principeschakeling
O A S E 261 2 7
13
Aldo van Eyck, O t t e r l o C i r c l e s , 2e versie 1 9 6 7
2 1 . H e t p a t r o o n van dit weefsel v e r t o o n t een ver-
s c h a l i g e p l a n va n B a k e m a voor d e A l e x a n d e r P o l d e r , d a t zakelijk, m a a r als e e r s t e t a m e l i j k lovend
b l u f f e n d e o v e r e e n k o m s t m e t de s i t u a t i e l o z e studieverkaveling van Rietveld voor h e t d o r p Nagele. Zie J a n de Heer, ' H e t c e n t r u m l o z e labyr i n t , G e r r i t Rietveld en de s t e d e b o u w ' , OASE 2 3 ,
w o r d t b e s p r o k e n d o o r Van Eyck. A a n h e t e i n d e van h e t o p e n i n g s n u m m e r lijkt Van Eyck te sugger e r e n d a t er m o e t w o r d e n g e w e r k t a a n een c o m b i n a t i e of een s y n t h e s e va n d e v o r m - i d e ë e n verw e r k t in d e p l a n n e n van B a k e m a en B l o m . In een s t i l z w i j g e n de m o n t a g e van beelden h a d hij eerd e r in h e t n u m m e r iets s o o r t g e l i j k s g e d a a n . O n d e r h e t schilderij van L o h s e - d a t duidelijke over-
1988, p. 20. 22. De nieuwe F o r u m r e d a c t i e , b e s t a a n d e uit D . C .
e e n k o m s t e n v e r t o o n t m e t het plan van B a k e m a - p l a a t s t e hij een even g r o t e f o t o van een B a k u b a weefsel ( A f r i k a ) d a t in zijn s t e r k e v e r w e v e n h e i d o v e r e e n k o m t m e t h e t o n t w e r p van B l o m . 2 1 Een
A p o n , J.B. B a k e m a , G. Boon, Aldo van Eyck, J o o p H a r d y , H e r m a n Herzberger en J u r r i a a n
klein c o m m e n t a a r van Van Eyck, n i e t m e e r d a n een slogan, v o r m t de eigenlijke a f s l u i t i n g . Een zin
Schrofer, h e e f t de n u m m e r s 7 - ' 5 8 t o t en m e t 3' 6 3 s a m e n g e s t e l d . In 1 9 6 7 werden zij nog één keer uitgenodig d een n u m m e r geheel te vullen
die in d e w o o r d k e u s en de a r c h i t e c t o n i s c h e beelden die h e t o p r o e p t h e t begin en h e t e i n d e bijeeng a a r t , tijd en r u i m t e , Le C o r b u s i e r , B l o m , B a k e m a en A f r i k a a a n e e n s m e e d t t o t een d r e m p e l t u s sen hier en s t r a k s die v o o r a l s n o g trilt als d e l u c h t bove n de w o e s t i j n : 'Vers une casbah
m e t m a t e r i a a l d a t zij nog h a d d e n liggen of
organiséé..'
o n d e r t u s s e n geschreven hadden, Forum, juli, 1 9 6 7 . Dit n u m m e r eindigt m e t de titelpagina van h e t eerste n u m m e r : ' H e t verhaal van een a n d e r e gedachte'.
Otterlo Circles L a t e n we n a dit w a t wazige en in de v e r t e w e n k e n d e beeld t e r u g k e r e n t o t een m e e r c o n c r e t e archi-
2 3 . 'The t h r e e little images united in t h e f i r s t circle hide no real c o n f l i c t , no r are their p r o p e r t i e s
t e c t u u r . T e r u g k e r e n o o k n a a r O t t e r l o en, n o g even, n a a r h e t m i d d e n , n a a r h e t n o g n i e t a a n g e r o e r d e h a r t van h e t e e r s t e F o r u m n u m m e r d a t v an Eyck s a m e n s t e l d e . In O t t e r l o p r e s e n t e e r d e Van
i n c o m p a t i b l e . They c o m p l e m e n t each o t h e r, belong t o g e t h e r , and r e f l e c t d i f f e r e n t , equally
Eyck een f i g u u r w a a r i n zijn a r c h i t e c t o n i s c h d e n k e n is s a m e n g e v a t : ' T h e O t t e r l o Circles'. In
valid a s p e c t s of o u r h u m a n make u p . '
F o r u m w e r d deze f i g u u r in een i e t s gewijzigde v o r m p a s in de l a a t s t e a f l e v e r i n g van h e t 'verh a a l ' 2 2 a f g e d r u k t . Z e b e s t a a t uit d r i e p l a a t j e s van b o u w w e r k e n , o m g e v e n d o o r een cirkel, m e t
24. 'der s c h ö p f e r i s c h e D a r s t e l l u n g s t r i e b im Mens c h e n , welcher die D e n k k r a f t des s i n n e n d e n Vers t a n d s zur Bildung ideeller Verhaltnisse u n d G e s t a l t e n a n r e g t , g e p a a r t m i t der Fahigkeit das in der Idee gebildete a u c h d u r c h e n t s p r e c h e n d e
d a a r n a a s t een t w e e d e cirkel w a a r i n m e n s e l i j k e f i g u r e n s t a a n a f g e b e e l d . Deze t w e e d e s c h i l d e r t als een i c o o n h e t g e s u b l i m e e r d e h u m a n i s m e , de relativiteit. D e e e r s t e cirkel d o e t h e t z e l f d e , m a a r d a n v o o r h e t s p e c i f i e k e 'veld' v an de a r c h i t e c t u u r :
Mittel sinnlich w a h r n e h m b a r a u s z u w i r k e n ' , Karl
'De drie plaatjes
B o e t t i c h e r , Die Tektonik
noch zijn hun eigenschappen
der Hellenen,
Berlin,
1 8 7 4 , p . l Z i j n eerdere o p s t e l ' Z u r P h i l o s o p h ic der t e k t o n i s c h e F o r m ' , d a t in 1838 v e r s c h e n en m o e t zijn in de Wiener allgemeine Bauzeitung,
heb
ik niet k u n n e n vinden. 25. Zie m e t n a m e de e x p e r i m e n t e n van Rietveld m e t het k e r n h u i s , waarin g e p o o g d werd h e t t r a d i t i o nele h e r e n h u i s te d e c o n s t r u e r e n ; J a n de Heer (a.w.), p. 16
spiegelen
die verenigd zijn in de eerste cirkel verbergen geen werkelijke
verschillende,
onverenigbaar.
gelijkwaardige
Zij vullen
aspecten
tegenspraak,
elkaar aan, horen bij elkaar, en weer-
van onze menselijke
opmaak.'2*
In deze m e e s t a l g e m e n e zin zijn d e drie p l a a t j e s t a m e l i j k w i l l e k e u r ig g e k o z e n : 'Deze drie gen in de eerste cirkel sluiten andere, even belangrijke,
niet uit. Ze houden
geen beperking
afbeeldin-
in.' M a a r zij
v o r m e n als c o n c r e t e beelden die in relatie t o t e l k a a r een d r i e t a l t h e m a t i e k e n weergeven - t h e m a ' s die d u i d e l i j k a a n g e g e v e n s t a a n in de l a t e r e versie - een a f b a k e n i n g v an d e m o m e n t a n e a r c h i t e c t o nische situatie. H e t e e r s t e d o o r Van Eyck b e s c h r e v e n p l a a t j e , een a f b e e l d i n g v an h e t P a r t h e n o n , s t a a t v o o r 'een
26. ' t h e e x t e n s i o n of collective b e h a v i o u r i n t o built form'.
orde die in zichzelf
rust'. In zijn p l a a t s en f u n c t i e is h e t p l a a t j e te vergelijken m e t de e e r s t e a r c h i-
t e c t u u r t e k e n i n g in h e t 'verhaal v an een a n d e r e g e d a c h t e ' , de g e d e e l t e l i j k e p l a t t e g r o n d van de
27. In een vertaling: ' W a t valt h e t o n s z w a a r Een s c h u i l p l a a t s te vinden Z e l f s in o n s h a r t
a n t i e k e s t a d P r i e n e . R u i m g e ï n t e r p r e t e e r d s t a a t h e t v o o r h e t t h e m a v an d e c r e a t i e van een g e o r d e n d e s t r u c t u u r . Meer direct op h e t a r c h i t e c t o n i s c h o n t w e r p t o e g e s p i t s t z o u d e n we k u n n e n zeg-
Elke plek is ons o n t n o m e n
gen d a t h e t hier g a a t o m de tektoniek,
En alle w a r m t e . '
wezig zijn. D e t e r m t e k t o n i e k , die we n o g een a a n t a l k e r e n zullen g e b r u i k e n , o n t l e n e n we a a n h e t
2 8 . Zie voor dergelijke c o m p o s i t i e w i j z e n h e t artikel van E n d r y van Velzen, 'de parallelle s t a d ' , dat elders in deze OASE g e p l a a t s t is.
b o e k Die Tektonik
der Hellenen
OASE
de mens tot uitbeelden,
26127
van de n e o - c l a s s i c i s t Karl B o e t t i c h e r . B o e t t i c h e r , een leerling van
S c h i n k e l , o m s c h r i j f t h e t h e l l e e n s e b e g r i p techne i e t w a t p s y c h o l o g i s c h als 'de scheppende die de kracht van het denken
ding van ideeële verhoudingen
14
o m de f o r m e l e o r d e n i n g s p r i n c i p e s die in h e t o n t w e r p a a n -
en gestalten,
gepaart
van het geestelijk met de bekwaamheid
verstand
aanzet
drift
van
tot een beel-
het in de idee geheelde
ook
met passende middelen zintuiglijk
waarneembaar
uit te werken.'24
wezige techne, ze bestaat uit de 'Bildungsgezetze'
Tectoniek is de in het werk aan-
aanwezig in het a r t e f a c t , zoals Boetticher het
later met een enkel woord objectiever beschrijft. H e t begrip h e e f t betrekking op de idee als vorm, als 'Gestalt', op de in het beeld aanwezige s t r u c t u u r , op de constructie
van h e t beeld in de meest
algemene zin van het woord. Het tweede plaatje 'representeer pluraliteit
en relativiteit'
of te wel h e t begrip relativiteit
zoals we
dat hierboven hebben beschreven. Het is een afbeelding van een z o g e n a a m d e ' c o n t r a c o n s t r u c t i e ' van Theo van D o e s b u rg en Cornelis van Eesteren van het 'Maison particulière' (1923); een abstract, in de r u i m t e vlottend, bijna gewichtloos architectonisch a r t e f a c t waarin volgens van Doesburg gepoogd is de vierde dimensie in de r u i m t e te incorporeren. Van Eyck grijpt hier t e r u g naar De Stijl, of meer in h e t algemeen naar de 'poetische' zijde van h e t nieuwe bouwen ('een cubistisch schilderwerk
uit 1911 of Duikers
sanatorium
zou net zo goed passend zijn', aldus Van Eyck)
om aan zijn notie van relativiteit een wankele traditie, een beeld en een zeker gewicht mee te geven. Uitgebreider had hij dat gedaan in h e t al eerder aangehaalde artikel 'De bal kaatst t e r u g ' ; 'Voor wie het idee van een nieuw wereldbeeld
nog helder voor ogen staat - wie de vaagheid
van de eenzame weg erheen de visie niet heeft vervaagd - is De Stijl nooit ver weg, grijpbaar en ongrijpbaar (maar altijd
kwetsbaar)...'
Op het nivo van het architectonisch o n t w e r p verwijst de afbeelding naar de v o r m e x p e r i m e n t en van de leden van De Stijl die er op gericht waren de 'burgerlijke', statische, in zich zelf besloten, hiërarchische, en strikt polaire ordeningswijzen open te breken. 2 5 De derde afbeelding heeft van Van Eyck de titel 'Vernacular of the H e a r t ' meegekregen. Dit is niet eenvoudig in h e t nederlands te vertalen; het b e t e k e n t zoveel als de 'klare' en 'inheemse' taal van het h a r t . Van Eyck o m s c h r i j f t het als 'het doortrekken vorm'.26
van collectief gedrag in een
Gezien in h e t licht van het p r o g r a m m a van ' h e t verhaal' s t a a t h e t voor de
gebouwde plaatsbekle-
ding, voor de toeëigening van het a r t e f a c t en de verweving van gebouwde vorm en leefwijze die hieruit voortvloeit. H e t beeld dat Van Eyck hiervoor geeft, is een plaatje van een 'primitieve' nederzetting (in de tweede versie een plattegrond van een Pueblo-dorp). Dit beeld geeft in zekere zin het doel aan van ' h e t verhaal van een andere gedachte', dat wil zeggen niet in zijn concrete vormen, maar in de bijna restloze vanzelfsprekendheid waarmee hier de a r c h i t e c t u u r en het dagelijks leven m e t elkaar verweven zijn. Duidelijk blijkt dit wanneer we nog één keer kijken naar h e t o p e n i n g s n u m m e r van ' h e t verhaal'. H e t verschil tussen dit beeld en de huidige ' m o d e r n e ' gesteldheid heeft aan dit n u m m e r een m o t t o gegeven; 5 regels die over de eerste pagina's zijn verspreid:
'Qu'il nous est difficile De trouver un abri Meme dans notre coeur Toute la place est prise Et toute la chaleur.' De regels zijn geschreven door Jules Supervieille, de dichter van het wonen. Uit zijn bundel 'Gravitations' h e e f t ook G a s t o n Bachelard veel g e p u t bij het schrijven van La poetique de l'espace. Midden in het n u m m e r keren deze regels, nu achter elkaar gezet, nog een keer t e r u g . Ze staan hier groot a f g e d r u k t over een halve pagina. O p de bladzijde ernaast staat een f o t o m e t dezelfde h o o g t e van een afrikaans e primitieve nederzetting . De bewoners ervan gaan op in de rituele spelvormen waarvan het patroon lijkt te corresponderen m e t het patroon van de g e b o u w d e vormen. Van Eyck in het lange bijschrift bij deze f o t o : 'Staande tegenover de laatste resten van een archaïsche wereld, ontdekte Aix het wonder van een vollediger mensensoort: gemeenschap.
C/AM nochtans
het bescheiden genie van een
Voila, [...] Het gave, juiste patroon. De regels van Supervieille
deze Koning-Paupers.
in
integrale
slaan niet op
Voila ! "Het ogenblik van Core ".
Uit dit beeld k u n n e n niet direct algemene begrippen en vormen worden gedestilleerd die van toepassing zijn op het architectonisch o n t w e r p o m d a t deze 'taal van het h a r t ' spreekt uit de vorme n van het gedrag en een daarmee s a m e n h a n g e n d e concreet vormgegeven verbeelding. De vorm van dit beeld is geheel verweven m e t de vorm van de levenswijzen. H o o g u i t kan deze verweving zelf gelden als een algemene categorie van het ' t o e b e h o r e n ' ; ongeveer zoals een spin ' t h u i s ' is in zijn draad-voor-draad geweven web. Van Eyck's ervaringen m e t primitieve c u l t u r e n en de direct uit deze levenswijzen v o o r t k o m e n d e b o u w v o r m e n zullen hebben bijgedragen aan de geboorte van de 'kasbah-gedachte', dat wil zeggen een niet simpel additieve compositiewijze die een voorafbeelding zou m o e t e n zijn van het ' C o r e ' . 2 8
De drie p u n t e n van h e t Unitair U r b a n i s m e of van het H a b i t a t - p r o g r a m m a dat v o o r t k w a m uit de C I A M - b i j e e n k o m s t in Sigtuna - s t r u c t u u r , relativiteit en cultureel weefsel - hebben hier, in de drie plaatjes van de ' O t t e r l o Circles', ieder een architectonisch beeld meegekregen. Deze drie beelden geven als relatieve uitersten een welbepaalde hedendaagse vorm aan het architectonisch veld; een r u i m t e voor de verbeelding waarin zij haar spel m e t de c o n c r e t e vormen kan spelen. 'Nader het midden - het verschuivende
midden - en bouw', aldus Van Eyck.
Le musée imaginaire Algemener gesteld ligt h e t probleem van de verweving van m e n s en en dingen - het eigenlijke doel van 'verhaal van een andere g e d a c h t e ' - in het vormgeven van het ' t u s s e n ' ; 'de gestalte van het "tussen"
de mensen en het "tussen"
de dingen'. In h e t volgende n u m m e r van Forum wordt dit pro-
bleem aangepak t op h e t kleinste niveau, de overgang tussen binnen en buiten, de drempel.
Niet
Van Eyck zelf h e e f t dit n u m m e r samengesteld, m a a r Joop Hardy. Herzberger vertelt hierover in een interview dat Van Eyck op dit o n d e r w e r p heel lang heeft zitten broeden en er uitvoerige verhalen over hield. Maar zoals dat wel vaker zou gebeuren liet hij de uiteindelijke uitwerking aan iemand anders over. W e gaan er hier van uit dat wat in dit n u m m e r naar voren wordt gebracht in grote lijnen o v e r e e n s t e m t m e t Van Eyck's denkwereld. 2 9 H e t begrip drempel krijgt veel van de eigenschappen mee die h e t begrip situatie bezat voor de situationisten. Ze is geen 'streep zonder dikte', m a a r een gebied. In het algemeen is ze een onderbreking in een c o n t i n u e beweging die 'twee en meer' werelden gelijktijdig voelbaar aanwezig m a a k t . In de m o d e r n e stad is deze gelijktijdigheid En continuitei t is 'het opheffen van verscheidenheid, seren - een doorgaan - een stromen'.i0
die een veld schept, geofferd aan de continuiteit. het verloren gaan der eigenwaarde,
een
neutrali-
Het begrip 'drempel ' staat zo als een vormgegeven gebied
tegenover de lijnvormige, programmatisch e ordeningswijzen die het kenmer k zijn van de m o d e r n e stedebouw ; tegenover de kale, kille buitenwereld die Van Eyck eerder, als een kritische verwijzing
Forum
naar Le Corbusier en de eenparigheid van de CIAM-doctrine de n a a m 'l'espace corridor' had mee-
1 9 5 9 , nr. 8 , p. 2 2 5 ; ' d r e m p e l '
gegeven. W a n n e e r Hardy een aantal onderdelen van de stad n o e m t waarop de a r c h i t e c t u u r zich m o e t richten, dan n o e m t hij slechts plekken die min of meer zijn vrijgesteld van de reële, vastgelegde maatschappelijke ordeningswijzen:'Architectuur schept beschutting plaatsen, pleinen en terrassen, winkelstraten
en boulevards.'
en beslotenheid,
parken en speel-
Geen fabrieken, geen k a n t o r e n , geen
a m u s e m e n t s t e r r e i n e n , geen autowegen. H e t begrip drempel geeft zo tamelijk nauwkeurig de plek van h e t imaginaire aan; ze ligt tussen het a r t e f a c t en de reëele ordeningswijzen zoals die zijn vastgelegd in het juridische, in p r o g r a m m a ' s en andere vooraf bepaalde bindende praktijken. H e t is tevens een o n t m o e t i n g s p l e k van twee of meerdere zienswijzen die ten opzichte van elkaar imaginair zijn, het overgangsgebied tusse n twee of meer 'werelden'. In de meest ruime, geheel imaginaire zin, biedt het in principe r u i m t e aan het geheel van de menselijke verbeelding, aan het gehele veld van de menselijke relativiteit. Aan dit 'veld' geeft Hardy de n a a m 'le musée imaginaire'. De pagina's van het blad F o r u m zijn in overeenstemming hiermee door de nieuwe redactie opgevat als een ' d r e m p e l ' die plaats biedt aan dit ' m u s é e imaginaire'. Beelden uit alle tijden en alle culturen van 'de m e n s ' en zijn a r t e f a c t e n zijn erin bijeengegaard m e t d a a r t u s s e n korte tekstf r a g m e n t e n die niet zozeer een preciese begripsvorming beogen, maar meer uit zijn op een evocatie van deze ' t u s s e n r u i m t e ' , de r u i m t e van de gesublimeerde h u m a n i t e i t . In deze r u i m t e lijkt kenm e r k e nd genoeg vrijwel geen plaats te zijn voor h e t werk en het a m u s e m e n t ; h e t is de r u i m t e van de verbeelding. Hardy m e r k t hierover op: 'Omdat
wij geen traditie hebben in de traditionele
zin, komen deze feiten en zaken uit de
hele wereld en uit alle tijden. Dat noemen wij met een woord van Malraux 'Le musée naire'. Ontzaglijk
van dimensie in tijd en ruimte en tegelijkertijd
steeds in het nu tegenwoordig
volmaakt
en ons bekend, ons met zijn associaties
simultaan,
imagiwant
omringend.'51
Uit h e t gesublimeerde h u m a n i s m e volgt een gesublimeerde traditie. ' H e t verhaal van een andere g e d a c h t e ' s t e k zich op voorbij een concreet vormgegeven mensbeeld en daarmee ook voorbij een concrete, bindende traditie. Het d o e t dit evenwel zonder daarbij te willen vervallen in het indifferente, h e t vormloze, de eenvoudig lineaire of parallel-lineaire opeenvolging van verschillen, die elk verschil van zijn mogelijk belang o n t b l o o t . H e t keert zich tegen deze c o n t i n u e opeenvolging die de tijd, de beelden, eenparig laat verstrijken, zonder herinnering en zonder vooruitzicht. Vandaar de t e r m e n ' t u s s e n ' , 'plek', 'gebied' en ook h e t woord ' m e n s ' . Vandaar ook de ' O t t e r l o Circles', die een beeld geven van een gesublimeerde architectonische traditie. Maar ' h e t verhaal' wil deze r u i m t e voor de verbeelding ook concree t veroveren op de stad, of 2 9 . N i e t o m h e t even, (a.w.), p. 1 0 3 . 30. F o r u m . 1 9 5 9 , nr. 8 , ' D r e m p e l en o n t m o e t i n g , de g e s t a l t e van h e t t u s s e n ' , p . 2 6 5 . 3 1 . Forum,
1 9 6 0 , nr. 3, ' D e u r en r a a m ' , p. 1 0 3 .
16
OASE 26 2 7
beter gezegd op de 'l'espace corridor'. Allereerst d o o r vanuit de woning, die zelf een relatief stabiele eenheid is in in onze 'mobiele k u i t u u r ' , het 'binnen ' uit te breiden naar buiten. Omgekeerd zou zo het buiten m e t dit binnen verweven m o e t e n worden t o t een t u s s e n r u i m t e waarin geluierd, gegeten, gespeeld enz. kan worden. Zoals Van Eyck het wat dichterlijk formuleerde : 'Maak van
A l d o van Eyck, s p e e l p l a a t s S a f f i e r s t r a a t , 1950, 1:1000
A l d o van Eyck, s p e e l p l a a t s H e i m a n s p l e i n , 1949: 1:1000; situatie 1:5000
I do v a n E y c k , speelplaats Zeedijk,
OASE
26127
Aldo van Eyck, B u r g e r w e e s h u i s , plattegrond dakstructuur, 1:1200
Aldo van Eyck, B u r g e r w e e s h u i s , plattegrond begane grond, 1:1200
Aldo van Eyck, Burgerweeshuis, v e r s c h i j n i n g s v o r m e n van de bouworde, 1:100
18
OASE 2 6)27
iedere deur een groet en van ieder raam een gelaat'. 'Doe dit alvast', aldus Van Eyck. Deze ' d r e m p e l s '
3 2 . Forum,
zijn niet meer dan een eerste aanzet om te k o m e n t o t h e t doel van de kasbah-gedachte, de uitbrei-
3 3 . A l d o van Eyck, ' H e t kind en de s t a d ' . G o e d W o n e n , 1 9 5 7 , nr. 10, p p . 2 8 - 3 3 .
ding van dit tussenrijk over de gehele stad: 'Daar nu het 'andere verhaal' zich voor alles beroept op een groter ontvankelijkheid wijze waarop de veelkleurigheid pel manifesteert,
van het menselijk
bestaan zich kaeleidoscopisch
neigt het als vanzelf naar een uitbreiding
kamer-huis-deur-erf-straat-stad
1960, nr.2
omvattend
van deze fenomenale
voor de op de drem-
plek tot een
gebied.'
34. Forum,
1 9 6 0 , n r . 3 , p. 1 0 3 .
35. J a n de H e e r en Kees V o l l e m a n s , ' P o s t s c r i p t u m of V o o r b i j h e t l a a t s t e w o o r d over de l a a t s t e s t a d ( o o k a n d e r e f o r m a t i e s k u n n e n d a t ) . Een klein k a d o o t j e v o o r h e t v e r l e d e n J a a r v a n h e t Kind en
Aldus een redactioneel uit I 9 6 0 . 3 2 De stad zou idealiter één samengeweven mengeling van 'situa-
h e t e e r v e r l e d e n J a a r v a n d e V r o u w ' , Raster
ties' moeten vormen in de situationistische zin van het woord.
1 9 8 0 , p p . 1 2 9 - 1 3 9 . In d i t a r t i k e l w o r d t o n d e r
Wat Van Eyck voor ogen had, verbeeldde hij eerder in het beeld van een stad na een fikse sneeuwbui. 3 3 De sneeuw heeft de stad bedekt onder een deken. Bevrijdt van sporen van reëele
12,
meer de 'axiomatische' ontwerpwijze besproken die v a n Eyck hier h a n t e e r t . Er w o r d t u i t g e g a a n van een c o n s t a n t e , 'de m e n s ' , die hie r a a n een
ordeningen en grenzen tovert ze de stad om t o t een gebied voor spel, t o t een wit veld voor de ver-
volledige s u b l i m e r i n g k o n o n t k o m e n d o o r een
beelding. Er is een imaginaire stad o n t s t a a n die in bezit kan worden g e n o m e n d o o r 'he t kind in de
a a n t a l e l e m e n t a i r e g e d r a g s - en b e w e g i n g s p a t r o -
mens'; een stad 'waarin de betekeniswereld
n e n te d e f i n i ë r e n : l o p e n , s p r i n g e n , k l i m m e n , dui-
sten niet verloren is gegaan'.34
van ziel en droom - het 'terrain vague' - van de surreali-
In A m s t e r d a m h e e f t Van Eyck iets van dit beeld k u n n e n vormgeven.
Vanaf 1947 o n t w i e rp hij hier 6 5 0 speelplaatsen, 6 5 0 ' s n e e u w v l o k k e n ' verspreid over de stad. Maar er was geen sprake van een reële overwinning op de 'l'espace corridor' . Deze sneeuw kon slechts neerdalen op de 'doelloze plekken' in de stad, op de drempels, de verspreide schaduwplekken terzijde van de reële maatschappelijke ordeningen.
35
kelen, d r i n k e n , h e t b e w e r k e n van g r o n d . D e z e p a t r o n e n werden op verschillende wijzen vormg e g e v e n in e l e m e n t e n die t e s a m e n een g r o o t a a n tal c o m b i n a t i e s m o g e l i j k m a a k t e n , en die g e s t r u c t u r e e r d w e r d e n d o o r een t e k t o n i e k v a n e l e m e n t a i r e v o r m e n - c i r k e l s , v i e r k a n t e n en drieh o e k e n - en e e n v o u d i g e g e t a l l e n r e e k s e n . D i t levert p e r s i t u a t i e een s p e c i f i e k e v e r b e e l d i n g o p
Weeshuis
van deze c o n s t a n t e . H e t s p e e l p l a a t s e n p r o j e k t is zo te zien als een p r i m i t i e v e , e l e m e n t a i r e a r c h i -
Op dit punt van ' h e t verhaal' gekomen g e k o m e n , in 1961, was h e t m o m e n t daar om h e t Burger-
t e c t o n i s c h e w e e r g a v e v a n h e t beeld van h e t g e s u -
weeshuis, dat een j a a r geleden was opgeleverd, uitgebreid te introduceren . In het o n t w e r p voor dit
b l i m e e r d h u m a n i s m e . J a n de H e e r s t e l t d a t d e z e
bouwwerk, gelegen langs de snelweg tussen A m s t e r d a m en Schiphol, had Van Eyck geprobeerd
s p e e l p l a a t s e n in h e t g e h e i m een o m g e k e e r d e
om zijn idee van de verweven stad in het klein een concreet beeld te geven, een beeld waarin de
s i m u l e r i n g v a n h e t reële b e o g e n , e e n s i m u l e r i n g
drempel zich heeft uitgebreid over het geheel: 'Het plan probeert een gebouwd kader te geven - het
die d o o r m i d d e l v a n h e t i m a g i n a i r e de r e s t v a n de
toneel op te zetten - voor het tweelingfenomeen
van het individuele 36
het zover te krijgen dat het zowel "huis" als "stad" zou worden.'
en het collectieve [...] het idee was H e t plan, Van Eyck's eerste echt
grote opdracht, is opgezet als een gebouwd s t a t e m e n t van zijn architectonisch denken; een plek waar het 'musée imaginaire' een thuis zou k u n n e n vinden. 'Nou als hij ontwerpen sance, of in de woestijn',
s t a d als r e a l i t e i t m o e t d o e n v e r s c h i j n e n . M a a r d e s p e e l p l a a t s e n , o f i n h e t a l g e m e e n de ' d r e m p e l s ' staan niet tegenover het realiteitsprincipe (dat van Eyck i m m e r s zelf al had o p g e g e v e n in de r e l a t i v i t e i t s g e d a c h t e ) , m a a r tegeover , of b e t e r
besprak, haalde hij er de hele geschiedenis bij. Ineens zat je in de renaisaldus Joop van Stigt die opzichter van het werk is geweest. 3 7 Architraven,
koepels, renaissance cortilles, t o t e m p a l e n , k a m p v u r e n , de t r a n s p a r a n t i e en de niet hiërarchische
g e z e g d t e r z i j d e v a n d e reële, m a a t s c h a p p e l i j k e o r d e n i n g s w i j z e n , die h e t heel goed z o n d e r een v a s t s t a a n d beeld, een ' r e a l i t e i t ' k u n n e n s t e l l e n , m a a r d e s a l n i e t t e m i n overduidelijk aanwezig zijn.
ruimteopvatting van de modernen, m a a r ook de axialiteit van het classicisme - ze zijn alle op de een of andere verbeelde wijze in dit gebouw t e r u g te vinden. H e t plan n e e m t zo een plek in ergens in het midden van het architectonische 'veld' dat werd omlijnd d o o r de eerste van de ' O t t e r l o Circles'. Het drietal begrippen dat we uit de plaatjes in deze cirkel hebben afgeleid kan dienen als leidraad om het o n t w e r p voor het Weeshui s k o r t te bespreken. De heldere, simpele tektoniek
36. 'The plan a t t e m p t s to provide a built f r a m e w o r k - t o s e t t h e s t a g e - f o r t h e d u a l p h e n o m e n o n of t h e i n d i v i d u a l a n d t h e c o l l e c t i v e [...] t h e idea w a s t o p e r s u a d e it t o b e c o m e b o t h ' h o u s e ' a n d ' c i t y ' . Forum,
van het g e b o u w is het eenvoudigst leesbaar vanuit de plattegrond
van de d a k s t r u c t u u r . Ze bestaat in eerste instantie uit de in zichzelf bepaalde figuren van het vierkant en de cirkel. Kijkend naar deze d a k s t r u c t u u r zien we acht grote vierkanten, die corresponderen m e t de acht paviljoens voor de verschillende leeftijdsgroepen die het Weeshuis kent, en 336 (6x7x8) kleinere vierkanten die in h u n m a a t en plaatsing v o o r t k o m e n uit een simpele onderverdeling in negenen van h e t grote vierkant. De in dit geheel v o o r k o m e n d e getallenreeksen (6x7x8, 8x9 enz.) zijn in hun vorm niet essentieel, ze 'zeggen' niets, m a a r geven een eenvoudig te wijzigen in zich zelf betrokke n einde aan deze compositie. De r u i m t e boven deze vierkanten wordt
1 9 6 1 nr. 6 / 7 . ' T h e Medicin of R e c i p r o -
c i t y T e n t a t i v e l y I l l u s t r a t e d ' , p. 2 3 7 . 37. ' J o o p van S t i g t , z w i j n e n en p a r a d i j s v o g e l s . Niet om het even, p. 9 0 . 38. ' t o t r a n s f o r m an e n d l e s s f l a t roof i n t o a l a n d s c a p e t o receive t h e e l e m e n t s ' . Forum, p. 2 3 8 39. 'You c a n ' t o p e n u p u n l e s s you e n c l o s e ' , C 1 A M ' 5 9 in O t t e r l o , (a.w.), p. 2 7 .
begrensd door koepels. Grote koepels m e t daarin een cirkelvormige rij cirkelvormige daklichten boven de grote vierkanten, en d a a r n a a s t kleinere koepels m e t s o m s een eveneens cirkelvormig, centraal geplaatst daklicht. Deze formele ordening van het dak zet zich in principe door naar beneden in de ' b o u w o r d e ' van het Weeshuis , dat wil neggen in de gekoppelde reeks hoofdgestelle n die bestaan uit twee ronde kolommen en balk die w o r d t geperforeer d d o o r een lange horizontale opening, de ' a r c h i t r a a f ' . De tektoniek k o m t hier bijna letterlijk uit de hemel neergedaald. De bedoeling was, aldus Van Eyck, 'om de eindeloze vlakte van het platte dak om te vormen tot een landschap dat de elementen
kan opnemen.'38
Deze eenvoudige, classicistische h o o f d c o n s t r u c t i e van
het beeld heeft, zoals gebruikelijk, tegelijk de reële constructi e van het gebouw in zich opgenomen. De beschrijving van de tektoniek van het W e e s h u i s is hiermee zeker niet uitgeput. W e kunnen bijvoorbeeld ook wijzen op de verhouding van de rechthoekige opening in de architraaf, die gelijk is aan de h o o f d v e r h o u d i ng in plattegrond van de personeelsvleugel. Of op de constructi e van de gevels van de paviljoens voor de grotere kinderen, die in de hoofdindeling, de indeling van de puien, van raam en bovenlicht en van de b e t o n n e n gevelelementen is gereguleerd door de f i g u u r van het vierkant en de gulden snede. Van Eyck heeft de verhouding tussen de tektoniek en de relativiteit
1 9 6 1 , nr.
6/7.
- de verhouding tussen de
0 A S E 2 61 2 7
1 9
plaatjes van het P a r t h e n o n en van D o e s b u r g ' s 'maison particulier' - in O t t e r l o kernachtig omschreven als: 'Je kunt pas iets openen als het eerst omsloten
is.'i9 Elke ' c o n t r a - c o n s t r u c t i e' veron-
derstelt een constructie; de Stijl was niet mogelijk zonder het 'burgerlijke' materiaal dat zij t r a c h t t e open te breken. Op het nivo van het o n t w e r p gaat het bij de relativering om het ' o p e n e n ' van de tektoniek. In het geval van het Weeshuis m a a k t deze ' o p e n i n g ' de willekeur manifest die in de tektoniek gelegen is, maar dit is niet essentieel. Uiteindelijk is de relativering erop gericht o m aan de tektoniek, die door h e t o n t b r e k e n van een reële bindende traditie per definitie een grote willekeurigheid in zich draagt, een zekere verankering te geven in de grond. H e t gaat erom de ' G e s t a l t ' o m te toveren tot een reëel beeld. In h e t Weeshuis w o r dt de ' b o u w o r d e ' niet, zoals in het classicisme, rigoreus doorgezet en uitgestald, m a a r w o r d t ze per plek op zijn mogelijkheden bekeken en waar mogelijk op een gemotiveerde manier omgevormd . De 'hoofdgestellen' kunnen vrij s t a a n , ingevuld worden door puien of glazen b o u w s t e n e n. De k o l o m m e n k u n n en vervangen worden door gemetselde muren , al dan niet voorzien van ramen en deuren waarvan de plaatsing en grootte niet zozeer a f h a n g t van deze formele s t r u c t u u r , m a a r van de specifieke plek in de plattegrond. De axialiteit die inherent is aan de f i g u u r van het vierkant wordt niet ontkend, maar wel d o o r s n e d e n d o o r een tweede as, die een verweven, bajonetvormige aansluiting van de verschillende afdelingen mogelijk maakt. Al deze ingrepen tezamen, die de tektoniek relativeren en tegelijk verbinden m e t de b o d e m , maken dat de ' b o u w o r d e ' nog slechts m e t moeite valt af te lezen uit de plattegrond . De gevels van de slaapverdiepingen van de afdelingen voor de grotere kinderen laten een identieke, maar gespiegelde verschuiving van assen zien. Deze ingreep is zonder twijfel gedaan vanwege de ambivalentie die ze oproept, vanwege het 'simultaan sen in een enkel beeld'40
laten bestaan van meerdere
betekenis-
De ambivalentie is een vorm van gelijktijdigheid die een imaginair span-
ningsveld, een ' t u s s e n r u i m t e ' schept. Ze w o r d t normaal verkregen door een formeel ordeningssysteem te versnijden m e t een andere orde. Maar o m d a t deze verschuiving van de as hier, in de paviljoen-gevels van het Weeshuis, nergens ' b i j h o o r t ' en o m d a t ze ook nauwlijks is gemotiveerd vanuit de plattegrond verschijnt ze hier slechts als een grafische t r u c . 4 1 De uitbreiding van het begrip drempel over het geheel - de ' k a s b a h g e d a c h t e ' die van het Weeshuis een stad in het klein had moete n maken - is hier gezocht in een 'configuratieve' compositiewijze. Dit wil zeggen dat de elementen w a a r u i t het samenstel bestaat niet eenvoudig lineair achter elkaar worden gezet m a a r worden verwoven tot een patroon. In het Weeshuis k o m t deze configuratie t o t s t a n d d o o r aan de verschillende afdelingen een L-vorm te geven en deze over een diagonaal te schakelen. De verbindings-ruimten tussen deze afdelingen zijn daardoor bajonet-vormig, wat b e t e k e nt dat deze r u i m t e n of delen daarvan op zich niet eenduidig zijn toe te wijzen aan één van de elementen. Er is steeds een 'schering' en een 'inslag'. De overgang tussen h e t binnen en het eigenlijke buiten van het g e b o uw is steeds diep in een dergelijke bajone t geplaatst, en zo als ' d r e m p e l ' meegeweven. W e zouden deze b a j o n e t - v o rm als een formele ordeningswijze tot de tektoniek van het gebouw k u n n e n rekenen. Maar de vorm h e e f t hier een i n h o u d , als beeld van verweving is h e t een voorafbeelding van een levenswijze, een gedrag, en b e h o o r t het tot de vernacular of the heart. Van Eyck h e e f t hier niet alleen het toneel geschapen m a a r ook uitgebreid voorstellingen bedacht die in deze kleine stad zouden k u n n e n plaatsvinden. Bovendien heeft hij alvast een aantal requisieten en decorstukken hiervoor aangedragen. Georges Candilis over de rondleiding die Van Eyck in 1 9 5 9 gaf d o o r het gebouw: 'Hij sprak niet zoals de meeste architecten. werkte detail, deze deugdelijk dingen en aangename
verwerkte
Hij zei niet, zie je dit daar, of dat, dit mooi afge-
materialen,
sfeer. Het was voornamelijk
waarop hij mijn aandacht
of die ruimte met haar mooie
de geheime taal van de
verhou-
architectuur
vestigde. Hij toonde me een verborgen hoekje in een groot
lokaal,
terwijl hij me zei: 'zie je dit hier ? Dat is heel belangrijk. Daar kunnen de kleine jongens zich verstoppen
om een sigaret te roken'. Even verderop liet hij me enkele spiegels zien, die hij in
de vloer verwerkt
had om de jongetjes onder de rokjes van de meisjes te laten
kijken.'
De plek van de relativiteit, de verbeelding, w o r d t in het Weeshuis gedeeltelijk bekleed m e t een concreet imaginaire. H e t is alsof hier een s o o r t ruimtevrees aan het werk is. De angst dat het theate r leeg zal blijven, dat de mensen die deze r u i m t e betreden gewoon zullen doorlopen zonder een spoor achter te laten. Vandaar die ' t o t e m - l a m p e n ' , of het aan een k a m p v u u r refererende kokkerelkeukentje die als a a n t r e k k i n g s p u n t e n , als archetypische v o r m en van de nucleus de mensen niet de dingen - bijeen zouden m o e t en garen. Vandaar ook de b e t o n n e n , cirkelvormige speelplekken die hetzelfde lijken te willen bereiken in een welhaast fysieke, c o n c r e te o m a r m i n g . In 1 9 6 1 organisserde het b e s t u ur van Architectura & Amicitia een discussieavond waarop van 4 0 . j u r r i a a n S c h r o f e r , o v e r de l a y - o u t v a n
Forum.
1 9 6 0 - 4 , p. 1 3 6 . 4 1 . Z i e v o o r deze zuidgevel h e t a r t i k e l v a n J o o s t
Tijen in een lezing een duidelijk kritiek gaf op het o n t w e r p voor het W e e s h u i s. De lezing werd n a d e r h a n d a f g e d r u k t in Forum. In deze kritiek richt hij zich m e t n a m e op dit laatste p u n t , op de
M e u w i s s e n , ' Aldo in W o n d e r l a n d ' d a t e l d e r s in
vernacular of the heart. W e nemen deze kritiek hier in zijn geheel over, o m d a t het moeilijk beter
dit n u m m e r van OASE is g e p l a a t s t .
gezegd had k u n n e n worden:
2 0
OASE 2 6)27
Aldo van Eyck, Burgerweeshuis, kokkerelkeukentje in de afdeling voor meisjes van 1014 jaar, 1:100
Aldo van Eyck, Burgerweeshuis, betonnen speelplek, i s o m e t r i e , 1 : 2 0 0 0
Aldo van Eyck, B u r g e r w e e s h u i s , z i t h o ek m e t p o p p e n k a s t in de a f d e l i n g voor j o n g e n s van 1 0 - 1 4 j a a r ; 'de meisjes nodigen de j o n g e n s uit v o o r een zelf g e k o o k t h a p j e en de j o n g e n s nodigen o p h u n b e u r t de meisjes uit voor de v o o r s t e l l i n g '
OASE 2612 7
21
'Ik ben Van Eyck dankbaar voor dit gebouw, omdat hij er zoveel in heeft geprobeerd en zo hartstochtelijk spontaniteit
heeft gezocht. Maar m.i, bewijst dit gebouw toch, dat het onmogelijk van te voren te bedenken.
Van Eyck metselt hier meubels en giet
jews in beton. Dat daardoor voor het echte leven zijn architectuur stimulans
wordt, heeft Van Eyck ondervonden.
weeshuis een bijzonder belangwekkend
soms meer hinderpaal
dan
Ik zou als kind niet graag elke dag langs het
bankje komen waarop ik eigenlijk mijn wedervaren ten mijn knieën precies zo ver optrekken
is om
kinderspellet-
in de stad moest vertellen of bij het pra-
als Van Eyck dat wil. Maar desondanks gebouw, juist omdat het zo duidelijk
grenzen van het bouwen liggen, ook voor de grootste
vind ik het
toont waar de
bouw-hartstocht.'
De eigenlijke plaatsbekleding ligt in de m o d e r n e conditie, o m d a t 'wij geen traditie hebben in de traditionele zin van het woord', buiten h e t domein van de architectuur. Ze b e h o o r t toe aan hen die in de a r c h i t e c t u u r zullen vertoeven. H o o g u it kan een zekere zorgvuldigheid in o n t w e r p en uitvoering ertoe bijdragen dat de levensgewoonten, de verbeelding en het architectonisch a r t e f a c t zich m e t elkaar zullen vervlechten, eenvoudig o m d a t het n o r m a a l gesproken makkelijker is zich te hechten aan iets wat zorgvuldig is g e m a a k t dan aan een onverschillig wegwerpproduct dat bedoeld is voor een snelle circulatie.
Het lege theater Van Eyck lijkt dit nadien zelf ook te hebben ingezien. H e t eerstvolgende F o r u m n u m m e r dat hij voor het overgrote deel samenstelde draag t de titel 'the fake cliënt and the great word " n o " ' . In de inleiding t o t dit n u m m e r bezingt Van Eyck m e t enige weemoed het verlies van de directe binding tussen de architect - of in het algemeen de vaklieden die zich bezighouden m e t het b o u w en en hen die in de bouwsels zullen vertoeven. De architect zit nu opgescheept m e t 'de opdrachtgever'
die de opgave 'onwezenlijk
anonieme
partieel' aan hem opdraagt . Beelden van betere tijden en
plaatsen, van 'gave, juiste p a t r o n e n ' vullen een groot deel van het n u m m e r in de vorm van een uitgebreide d o c u m e n t a t i e van een aantal Pueblo-dorpen waarin niet alleen de architectuur m a a r vooral ook de traditionele levenswijzen worden belicht die in deze 'vernacular of the h e a r t ' worden bevestigd en deze steeds opnieuw mogelijk m a k e n . De 'vernacular of the h e a r t ' is zo zeker niet vergeten - ze blijft het verlangen voeden -, m a a r ergens aan de zijlijn van ' h e t verhaal' t e r e c h t g e k o m e n . N a deze inleiding pakt Van Eyck groot uit in een lang, uitzonderlijk grondig artikel dat zich vrijwel uitsluitend richt op de eigenlijke architectonische o n d e r w e r p e n die werden aangeduid in de ' O t t e r l o Circles': structuur
en relativiteit.
In
dit artikel worden de theoretische mogelijkheden nagegaan o m voor h e t gehele stedelijke weefsel een s t r u c t u u r , of een wijze van s t r u c t u r e r e n te vinden die de eerder g e n o e m d e problemen van massa en snelheid de baas kan en zo aan de relativiteit in zijn meest algemene en o m v a t t e n d e vorm een plaats geeft. H e t is een t h e o r e t i s ch m a n i f e s t, een uitwerking van de stelling die Van Bodegraven naar voren had gebracht in Sigtuna: 'Steps towards a configurativ e discipline'. De omvang van het probleem dat Van Eyck zichzelf hier stelt, is inderdaad 'duizelingwekkend'. Perm a n e n t e of schoksgewijze verandering van het geheel, gelijktijdige en ongelijktijdige, relatief snelle en langzame veranderingen van de delen, orde en chaos; dit alles zou m o e t e n k u n n e n worden o p g e n o m e n in een s t r u c t u u r zonder dat deze als geheel en in zijn onderdelen zijn herkenbaarheid zou verliezen. In zijn absolute zin is h e t probleem van eenzelfde moeilijkheid - en feitelijke onmogelijkheid - als de vraag o m zich werkelijk een voorstelling te m a k e n van de vier dimensies, dat wil zeggen het geheel van h e t t i j d / r u i m t e veld te vangen in een beeld, een driedimensionaliteit. W e zullen o n s hier niet bezighouden m e t de mogelijkheden die Van Eyck a a n d r a a g t. Zij worden elders in deze OASE behandeld. Over de stedelijke architectonisch s t r u c t u r e n die Van Eyck voor ogen zweven m e r k t hij op dat ze 'niet werkelijk
betekenis kunnen
zekere hoogte samen zullen gaan vallen met de illusoire configuratie tieve.'42
krijgen wanneer ze niet tot op van het individuele
en het
collec-
In al zijn ruimtelijke schaalniveau's en veranderingsstadia zullen deze architectonische
a r t e f a c t e n uiteindelijk moete n worden ingevuld door een stedelijk leven dat m e t deze 'contra-vorm e n ' c o r r e s p o n d e e r t . Ook dit stelt, op een groter schaalniveau, het probleem van de plaatsbekleding. Als een illluminatie die aan m o e t t o n e n dat een dergelijke inbezitneming en verweving niet t o t de onmogelijkheden b e h o o rt laat de de redactie van F o r u m het beeld van de paleisruïne van Split gloren. Deze expliciet vormgegeven architectonische constructie , een romeins paleis, werd -
Theater van Lucca
nadat ze was verlaten door de keizers - d o o r nieuwe bewoners 'aangetroffen matie, in bezit genomen
en getransformeerd,'43
als een natuurlijke
for-
O p de achtergrond m o e t een zekere angst hebben
geleefd dat d o o r het o n t b r e k e n van een c o n c r e t e traditie het nieuw te b o u w e n theate r van de stad niet werkelijk zal worden bespeeld. H e r m a n Herzberger m e r k t in hetzelfde F o r u m n u m m e r op dat de m o d e r n e bewoners 'nauwlijks maken'.
'Als de maatschappij
kans zien hun eigen woonkamer
geen vorm heeft, kunnen
tot hun specifieke omgeving
wij dan haar contra-vorm
bouwen,'44
te
was een
vraag die Van Eyck zichzelf en zijn gehoor vele malen voorhield. De uitspraak kan niet alleen worden gelezen als een oproep, m a a r ook als een bijna vertwijfelde uitroep. In 'the fake cliënt' k o m t het beeld van het t h e a t er een aantal keren n a a r voren. Allereerst in de vorm van de min of meer cirkelvormige of halfcirkelvormige Pueblodorpen die over het algemeen trapsgewijs vanuit het midden oplopen. G e d u r e n d e de traditionele ceremonies werd het 'core', het open h a r t van het dorp als speelveld g e b r u i k t. De daaromheen gegroepeerde platte daken deden dienst als tribunes. Geheel tegen het einde van het n u m m e r zijn een tweetal romeinse amphitheaters o p g e n o m e n . Samen brengen zij het probleem van de plaatsbekleding stilzwijgend maar juist daardoo r p r e g n a n t naar voren: de theater s van Aries en Lucca. De eerste werd in de loop van de tijd door de stedelingen in bezit g e n o m e n en o m g e v o r m d t o t een complete stad. De tweede ligt als een indrukwekkend maar kaal en verlaten architectonisc h a r t e f a c t , als een merkteken voor een voorgoed verleden realiteit in de stad. Een paar a u t o ' s die geparkeerd staan langs de rand vormen de enige tekens van leven.
De ark van noach In 1 9 6 2 / 6 3 probeerden leerlingen van de A m s t e r d a m s e Academie van B o u w k u n s t onder begeleiding van twee F o r u m r e d a c t e u r e n , - H e r m a n Herzberger en Apon - de theoretische aanbevelingen die Van Eyck gedaan had in zijn 'Steps t o w a r ds a configurative discipline' in beelden o m te zetten. Van Eyck zelf was net, in 1961, als docent vetrokken van deze Academie. Het doel van deze projecten was voornamelijk om te komen t o t een configuratie die als een geweven contra-vorm het 'geweld van het grote aantal' zou k u n n en bedwingen. De plannen k e n m e r k en zich door bajonet- en turbinevormige aaneenschakelingen van abstracte elementen en - m e t n a m e in de tekeningen van Tupker - door een poging specifiek vorm te geven aan de verschillende schaalniveau's, waarbij elk nivo een s o o r t gedeeltelijke weerspiegeling vormt van de andere. De opgave was in eerste instantie volledig abstract , er 'werd voorlopig afgezien van een situatie of elke andere maatschappelijke
of geografische voorwaarde.'45
De tekeningen van Tupker bezitten
door deze abstractie enige overredingskracht. Maar er hoeven slechts een paar elementen uit de werkelijkheid op de tekening te zijn aangeduid- een vage aanduiding van A m s t e r d a m en Amstelveen, een spoorlijn, een paar autosnelwegen - en de schrik slaat gierend toe. In één keer w o r d t duidelijk dat de 'l'espace corridor' als een reële ordeningsvorm van de m a a t s c h a p p i j een groot deel van het gebruik van de ruimte zal blijven bepalen. De ruimt e zal niet werkelijk in bezit worden genomen en vooral min of meer eenparig worden doorkruist. De in de tekeningen gesuggereerde
Theater van Arles
geordende kasbah-wouden zullen inderdaad iets van een nieuw gebouwd P o m p e i krijgen; een artefact uit een andere wereld, d o o r voorbijgangers doorlopen. A n t h o n y Vidler heeft voor opnieuw opgebouwde archaeologische artefacten (zoals bijvoorbeeld Carcassonne ) eens de t e r m 'het toeristisch sublieme'
gebruikt; zij verlenen aan de nostalgie een a b s o l u u t , onbereikbaar p u n t
door de concreet g e m a a k t e kloof tussen beeld en verbeelding. 4 6 Van Eyck gaf zelf het p u n t aan toen hij verhaalde van zijn bezoek, in de winter van 1959, aan een aantal D o g o n - d o r p e n , gelegen ten zuiden van de Sahara en ook ten zuiden van T i m b u k t u , 'the fable city": 'je kunt niet reageren op een gebouwde vorm wanneer je niet kunt reageren op zijn gebruikers en bouwers. Als dit niet langer mogelijk is, dan weet je dat je bezig bent met
archaeologie.'47
4 2 . ' c a n n o t a c q u i r e real s i g n i f i c a n c e u n t i l t h e y c o i n -
Piet Blom, indertijd eveneens leerling aan de A m s t e r d a m s e Academie voor B o u w k u n s t lijkt, mede door zijn jeugd die hij in de J o r d a a n had doorgebracht , vooral dit probleem sterk te hebben aangevoeld. Toen hij aan de Academie zijn eerste s t e d e b o u w k u n d i ge o p d r a c ht kreeg - een complex van 6 0 0 woningen -, begon hij m e t het maken van een inventaris van nagenoeg alles wat er in een in grootte vergelijkbaar stuk Jordaan gebeurde; 'alles, naast het wonen ook de winkels, de cafés, de bedrijven, inclusief oude kerken en hoerenkasten, AS
op.'
de ophaalbruggen,
de draaiorgels en noem
maar
Dit alles had vervolgens in een plastische vorm moete n worden gegoten. Zijn helaas ver-
dwenen afstudeerproject 'De Ark van N o a c h ' was bedoeld o m een dergelijke inscheping van de
f i g u r a t i o n of t h e i n d i v i d u a l a n d t h e c o l l e c t i v e , 'Steps towards a configurative discipline'.
Forum,
1 9 6 2 , nr. 3, p . 8 4 . 4 3 . H e r m a n H e r z b e r g e r , ' F l e x i b i l i t e it en P o l y v a l e nt i e ' , in h e t z e l f d e F o r u m - n u m m e r , p . 1 1 5 . 4 4 . 'If s o c i e t y h a s n o f o r m , can we build its c o u n t e r f o r m ' , ' L a c k i n g t h e s p i r i t of e c o l o g y ' . M e a n i n g in A r c h i t e c t u r e , C h a r l e s J e n c k s en G . Baird (eds.), p. 2 1 2 .
Jordaan mogelijk te maken. Van Eyck n a m in 1 9 62 zowel de tekeningen van Tupker
cide t o s o m e e x t e n t at l e a s t w i t h t h e illusive c o n -
49
als Blom's Ark van Noach mee naar
de Team 10 bijeenkomst in R o y a u m o n t , als de eerste concrete, zichtbare s t a p p e n naar een configuratieve discipline. De kritiek op het laatste plan, die in essentie overeenkwam m e t van Tijen's kritiek op het W e e s h u i s - o n t w e r p , was verpletterend. Hoewel Van Eyck over de minutieuz e vormgeving van het dagelijks leven in Blom's plan had opgemerkt dat h e t 'slechts een droom is', werd het plan mede door de rigide geometrie waaraan h e t geheel o n d e r w o r p e n was 'fascistisch' genoemd. De Ark van Noach riep meteen het probleem van de m a c h t die nodig zou zijn om deze inscheping te bewerkstelligen. Eenmaal voorgesteld als realiteit riep h e t het beeld op van een kamp waarin iedereen verplicht de Jordaa n zou m o e t e n ensceneren. Iets hiervan m o e t Van Eyck ook zelf hebben ingezien. Aan het einde van zijn bespreking van het plan - nog voor de kritiek goed was losgebarsten - brachten de tekeningen h e m t o t een uitroep die het probleem van de
4 5 . A p o n over d e z e p r o j e c t e n in h e t a l l e r l a a t s t e Forum-nummer
v a n deze r e d a c t i e, juli 1 9 6 7 , p.
5. 4 6 . A n t h o n y Vidler, ' T h e A r c h i t e c t u r e of t h e U n c a n n y : T h e U n h o m e l y H o u s e s of t h e R o m a n tic S u b l i m e ' , Assemblage
3, 1 9 8 7 , p . 2 0 .
4 7 . ' o n e c a n n o t r e s p o n d t o built f o r m if o n e is u n a ble t o r e s p o n d t o its u s e r s and b u i l d e r s . W h e n t h i s is n o l o n g e r p o s s i b l e , we k n o w t h a t we are d e a l i n g w i t h a r c h a e o l o g y . ' 'A Miracle of M o d e r a t i o n ' , Meaning
in Architecture,
(a.w.), p. 1 7 3 .
4 8 . ' P i e t B l o m , f a s c i s m e in een s n e e u w v l o k ' . Niet om het even. p . 8 6 .
OASE
26127
23
plaatsbekleding, van de vernacular of the heart schril en zonder concessies aan het licht brengt: 'Daarom: geen illusoire leefruimte urbanisten
(tweemaal)
- vervloekt jullie urbanisten
- en mezelf incluis. Want de illusoire leefruimte
- vervloekt
bestaat niet. Ruimte moet
jullie worden
veroverd. '50
Almere haven
Het interieur van de tijd In Blom's plan w o r d t een abstracte vorm van 'weven' die een voorafbeelding zou m o e t en zijn voor een imaginaire vorm van samen-leven, ingevuld m e t een concreet beeld dat is ontleend aan een concrete historische traditie 'in de traditionele zin van het woord' . Ook wanneer, of beter gezegd, juist wanneer we de maatschappelijke ordeningswijzen links laten liggen en ons beperken t o t het beeld, t o t het vraagstuk van de stijl, zal elke daarin aanwezige traditie m o e t worden gerelativeerd o m te o n t k o m e n aan de obsceniteit van het naakte, t r a n s p a r a n t e teken; ' h e t toeristisch sublieme'. Almere-haven en andere pogingen o m de hollandse binnenstad als beeld opnieuw op te bouwen laten dit in h u n zwijgzaamheid pijnlijk duidelijk zien. Hoewel reëel gebouwd verschijnen ze als f a t a m o r g a n a , als luchtspiegelingen van steden die zich in een andere t i j d / r u i m t e bevinden. Het lichtschijnsel, het beeld, t r i o m f e e r t hier geheel en al over de materie. Dit geldt niet alleen voor dit s o o r t uitgesproken nostalgische projecten m a a r voor alle o n t w e r p e n die zich expliciet m e t een architectonische traditie willen verknopen . Precieser en meer in h e t algemeen geformuleerd k o m t h e t erop aan de tektoniek, de f o r m e l e c o n s t r u c t i e van het beeld, te relativeren. H e t kan nooit gaan om de inhoud van de tektoniek zelf; de traditie kan aan h a a r h o o g u i t een zekere vanzelfsprekendheid verlenen. De tektoniek, elke tektoniek, is een dode taal; een stelsel van regels die niets meer 'zeggen'. Deze 'taal' m o e t in het preciese gebruik worden gemotiveerd d o o r de specifieke bouwopgave. Alleen in de gemotiveerde afwijking van de abstractie kan ze een 'betekenis' krijgen, dat wil zeggen een a a n g r i j p i n g s p u n t vormen voor het betoog d o o r de dubbele binding aan opgave én regel. H e t doet er hierbij op zich niet zoveel toe of het een tektoniek b e t r e f t die aan een min of meer collectief geheugen refereert (Aldo Rossi) of één die aan de w e t e n s c h a p van de architectuur algem e n e elementaire ordeningsregels wil o n t f u t s e l e n (Peter Eisenmann). Elke niet gerelativeerde tektoniek wordt , eenmaal gebouwd, irreëel; een imaginaire ' G e s t a l t ' waar kennelijk geen enkel reëel beeld meer aan wil b e a n t w o o r d e n . Elke tektoniek doet in zijn essentie, in zijn naakte gedaante, nog het meest denken aan een grafsteen die stilzwijgend verwijst naar de rijkdom van vorme n die het vroeger v o o r t b r a c h t; een stenen tafel zonder tekst en zonder gevolg. 'Wanneer sluimeren
je latente betekenis vastlegt door middel van vorm in plaats van deze betekenis in de vorm, dan maak je de kunst tot een leugen, het is een aanranding
van haar rustplaats
en van haar continuïteit,'51
te laten
van de betekenis -
aldus Van Eyck in 1967. De relativering h o u d t ,
zoals we hebben k u n n e n zien in het W e e s h u i s , tot op zekere h o o g t e een moedwillige
verduistering
in van de tektoniek zonder daarbij de tektoniek zelf - h e t beginsel van een formele ordening die dient als een 'landschap o m de elementen op te n e m e n ' , los te laten. Dit b e t e k e n t ook dat de architectonische traditie in een gesublimeerde vorm, als veld, als ' m u s é é imaginaire' w o r d t aangeh o u d e n . De traditie m o e t letterlijk verinnerlijkt worden o m haar te openen voor de verbeelding. Ze m o e t zich t e r u g t r e k k e n in h e t imaginaire o m aan het beeld een realiteit te geven. 'A!s wij, vandaag de dag, niet langer in staat zijn het hele universum instituties
zullen het moeten verinnerlijken:
24
OASE 2 6 ) 2 7
en haar betekenis
[...], we zullen er - of dit nu een winst of een verlies inhoudthet moeten vervormen
af te lezen van onze civiele
toch thuis in moeten zijn; we
naar ons eigen beeld - ieder voor zich, deze
keer,' a l d u s Van Eyck in een v o o r w o o r d in F o r u m bij een v o o r p u b l i c a t i e van J o s e p h R y k w e r t ' s Idea of a town.''2
49. T u p k e r ' s n a a m w o r d t nergens vermeld in het ver-
In d e a r c h i t e c t u u r lijkt alleen een dergelijke v e r d u i s t e r i n g ' r u i m t e ' te k u n n e n bie-
den aan de p a t a f y s i s c h e relativiteit w a a r i n wij leven; een r u i m t e v o or de v e r b e e l d i n g. 'Voila wondere van de relativiteit. ding; de onttroning
Voila de ware mythe
van het eenzelvige:
van ons tijdperk.
van de in zich besloten
De ontmaskering
van het
van Eyck k o m t geheel overeen m e t deze tekenin-
het absolute
massa'...'
had a f g e s t a a n , zou Van Eyck zijn pijlen vooral r i c h t e n o p h e t o n t b r e k e n van dez e relativiteit ; een m a n d o n t z i e n d e k r u i s t o c h t tegen de ' R a t s , P o s t s a n d o t h e r P e s t s ' . 5 3 In v e r s p r e i d e a r t i k e l e n en in
Simpleman'
ooit surreëel te
van de a r b e i d e r s w o n i n g e n van G i a n c a r l o d e C a r l o , t e g e n
E i s e n m a n n , tegen h e t 'proto-fascisme'
worden'; 'Superman-
van Rossi en b o v e n a l t e g e n d e 'pornografie',
de
s c h a a m t e l o z e en d o o r n i e t s g e h i n d e r d e u i t s t a l l i n g va n a n t i q u i t e i t e n en c u r i o s a van de p o s t - m o d e r nisten. 'Geschiedenis
is geen pakhuis
van herinneringen',
Ungers. 'Herinnering
mag nooit te dicht bij een deterministisch
schreef Van Eyck a a n O s w a l d M a t t h i a s tijdsbegrip
w e e r s p i e g e l e n d e s c h a a l n i v o ' s , de 2 h o o f d v o r m e n
worden gebracht.'
b i n e - s c h e m a aanwezige ' v o r m ' en ' c o n t r a v o r m ' en o o k het a a n t a l g e b r u i k t e kleuren). 50. ' T h e r e f o r e , no illusory living space (twice) -
kritiek die t e g e n h e t einde van de j a r e n zeventig h e t k a r a k t e r zou k r i j g e n van een n i e ts en nie-
tegen h e t 'sociaal-realisme'
gen (de ' s e r v e d ' en de ' s e r v i n g spaces'; de elkaar w a a r u i t het geheel is o p g e b o u w d - de in het tur-
O n g e v e e r vanaf 1 9 6 8 , n a d a t de F o r u m r e d a c t i e die ' h e t v e r h a a l ' h a d s a m e n g e s t e l d h a a r p l a a t s
lezingen k e e r d e hij zich tegen al die o n t w e r p e n die 'zo irreëel zijn zonder
slag van R o y a u m o n t . M a a r de beschrijving van
In een
d a m n you, u r b a n i s t s - d a m n you u r b a n i s t s , d a m n myself. Because t h e illusory living space does not exist anyway. Space m u s t be c o n q u e r e d . ' Royaumont
tapes, p . 2 5 4 (zie E n d r y van Velzen,
de 'parallelle s t a d ' , n. 36). 51. ' D e f i n i n g d o r m a n t m e a n i n g t h r o u g h f o r m r a t h e r t h a n allowing it to s l u m b e r in for m is giving t h e lie to a r t , m o l e s t i n g t h e meanin g - its repose and c o n t i n u i t y ' , 'A Miracle of M o d e r a t i o n ' (a.w.), p.
s i m p e l e e e n p a r i g h e i d zou ze e e n v o u d i g u i t d o v e n .
174. Z o g e i n t e r p r e t e e r d s t a a n van Eyck's d e n k b e e l d e n
De r u i m t e w a a r i n ' h e t v e r h a a l van een a n d e r e g e d a c h t e ' zich b e w e e g t is de r u i m t e van h e t imagi-
over de relativering in de a r c h i t e c t u u r d i c h t bij
naire. Z e ligt o p de d r e m p e l . M e t deze l a a t s t e t e r m gaf Van Eyck n i e t alleen de bijna o n e i n d i g e
G i o r g i o G r a s s i ' s o p v a t t i n g over 'de a r c h i t e c t u u r
a f m e t i n g e n van deze r u i m t e a a n m a a r , o n g e w i l d , wees hij t e v e n s o p de b e p e r k t h e i d e r v a n . Z e ligt
als vak'; zie ' L ' A r c h i t e c t u r e c o m m e m é t i e r ' en
t u s s e n h e t a r t e f a c t en d e reëele, m a a t s c h a p p e l i j k e o r d e n i n g s w i j z e n . D i t d o e t h e t o n t w e r p v o o r
' A r c h i t e c t u r e e t f o r m a l i s m e ' in A r c h i t e c t u r e
een ' c o n t r a - v o r m ' t e g e n zich zelf keren w a n n e e r h e t s c h a a l n i v e a u van h e t o n t w e r p deze o r d e -
c o m m e m é t i e r e t a u t r e s é c r i t s, Brussel , Pierre
n i n g s w i j z e n b e s l a a t . D a t g e b e u r t al snel, zoals h e t voorbeeld v an h e t W e e s h u i s leert. H a l v e r w e g e de b o u w g i n g de d i r e c t e u r van h e t W e e s h u i s m e t p e n s i o e n . D i r e k t n a d a t h e t opgeleverd w a s , werd h e t g e b o u w h e t s l a c h t o f f e r va n 'allerlei elkaar snel opvolgende
sociaal-psychologische
M a r d a g a , 1 9 7 0 , resp. pp. 1 3 9 - 1 8 7 en 2 0 8 - 2 1 9 . 52. 'If we, to-day, are u n a b l e to read t h e e n t i r e universe and its m e a n i n g off o u r civic i n s t i t u t i o n s
trends',
[...] - loss or gain - we still need to be at h o m e in
zoals Van Eyck h e t k e r n a c h t i g f o r m u l e e r d e . 5 4 D e z e ' t r e n d s ' m a a k t e n va n de verweven s t r u c t u u r
it; to interiorize it; r e f a s h i o n it in o u r o wn image
die u i t g i n g van een o p b o u w in l e e f t i j d s g r o e p e n al snel een loos a r t e f a c t . D e o r g a n i s a t i e van h e t
- each f o r himself this t i m e ' . Forum, 1 9 6 3 , nr. 4,
m a a t s c h a p p e l i j k e is veelal n i e t l a n g e r t e c t o n i s c h van a a r d , in de zin van een r u i m t e l i j k stelsel van g r e n z e n die een zeker e d u u r v e r t e g e n w o o r d i g e n en die een w e r k e l i j k e p l a a t s b e k l e d i n g m o g e l i j k m a k e n . E e r d e r krijgt ze de v o r m van een g r o o t a a n t a l s e q u e n t i e s , p r o g r a m m a ' s , die zich relatief los v an e l k a a r in e e n p a r i g e lijnen o n t r o l l e n e n c o n t i n u e a a n g e p a s t k u n n e n w o r d e n a a n d e w e t t e n van v r a a g en a a n b o d ; de v o r m van de ' l ' e s p a c e c o r r i d o r ' . 5 5
nog h e t m e e s t o v e r t u i g e n . (De kerk te L o o s d u i n e n d o e t d a t zeker o o k , m a a r deze rest va n een traditie zullen we hier p a s s e r e n ) . In deze h u i z e n is h e t n o g s t e e d s m o g e l i j k , o m n o g één keer o p de r e l a t i v i t e i t s t h e o r i e van Einstein t e r u g te k o m e n , een ' z w a a r t e k r a c h t v e l d ' van h e t w o n e n te scheppen die h e t i m a g i n a i r e en via de v e r b e e l d i ng de d i n g e n naar zich t o e b u i g t . Een plek w a a r tijd en r u i m t e zich k r o m m e n t o t een veld. Z o a l s B a c h e l a r d schreef in zijn Poetique
het verleden, de
ruimte,'
van de stabiliteit
zelfs wanneer
wil'aanhouden'.
de
l'espace:
men thuis te zijn in de tijd, maar men kent slechts een opeenvolging
ties in de ruimtes
van het zijn, een zijn dat niet wil verstrijken,
het op zoek gaat naar de tijd die voorbijging,
In zijn duizend
honingraten
tast de ruimte
verdichte
maar dat in
de vlucht van de tijd
tijd op. Daartoe
dient
56
en snelheid
moet men de snelheid
Year Book, nr. 12,
1 9 6 8 , pp. 1 5 1 - 1 6 0 ; Aldo van Eyck, 'R.P.P. (Rats, P o s t s and O t h e r P e s t s , t h e R1BA M m u a i DisDesign News
Supplement.
1 9 8 1 , nr. 7, N e d e r l a n d s e vertaling in Forum 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , nr. 3, pp. 2 5 - 2 9 . 54. Niet om het even, p. 9 6 55. Voor pogingen b i n n e n de a r c h i t e c t u u r o m aan te sluiten bij een dergelijke organisati e in s e q u e n ties zie: Erik T e r l o u w , ' G e m o n t e e r d e r u i m t e ' , OASE 18. 1 9 8 7 , pp. 36-49.
van fixa-
56. ' O n cróit p a r f o i s se c o n n a i t r e d a n s le t e m p s , alors q u ' o n ne c o n n a i t q u ' u n e suite de f i x a t i o n s d a n s les espaces de la stabilit é de l'être qui ne veut pas s'écouler, qui, d a n s le passé m ê m e q u a n d il s'en va a la r e c h e r c h e du t e m p s p e r d u , veut ' s u s p e n d r e ' le vol du t e m p s . D a n s les milles
De w o o n h u i z e n van Van Eyck zijn p l e k k en v o o r B a c h e l a r d ' s g e l e e f d e d a g d r o m e n . 'Situatie
G i a n c a r l o de C a r l o , Architects
c o u r s e ' , Architectural
H e t is v e r m o e d e l i j k h i e r o m d a t va n d e l a t e r e o n t w e r p e n de w o o n h u i z e n van Van Eyck veelal
'Soms meent
'The Idea of a C i t y ' , redactioneel. 53. Aldo van Eyck, ' U n i v e r s i t y college in U r b i n o by
zijn twee tegengestelde schenden.
[...] In situatie
ging, door er zich tegen te verzetten,'57
aspecten.
Om het situationistisch
alvéoles, l'espace t i e n t du t e m p s c o m p r i m é .
aspect te
brengen wil zeggen dat men deelneemt
behouden,
aan een
bewe-
a l d u s A s g e r J o r n in zijn b e t o o g v o o r de v o r m d a t we a a n h e t
begin van dit a r t i k e l b e s c h r e v e n h e b b e n . . D e relativiteit k an pas z i c h t b a a r w o r d e n w a n n e e r d e
L'espace s e r t a c a . ' G a s t o n Bachelard, La
poetique
de l'espace, (a.w.), p . 2 7 . 57. Asger J o r n , 'Uit " P o u r la F o r m e " ' ,
Museumjour-
naal, serie 4, nr. 4, o c t o b e r 1958, p. 8 0 .
e e n p a r i g h e i d g e b r o k e n w o r d t d o o r een p r o v i s o r i s c h a f g e b a k e n d hier.
Aldo van Eyck, Nagele, concept, 1948
O A S E 261 2 7
25