Erfelijkheid & kanker Titia Brouwer Maatschappelijk werker Afdeling Genetica 11 april 2016
Erfelijkheidsonderzoek
wegwijzer voor de praktijk
Historie van de genetica
Mendel 1822-1884
DNA, Watson & Crick, 1953
1956 de mens is opgebouwd uit 46 chromosomen 1970 chromosoom onderzoek prenatale diagnostiek 1985 Lynch beschreef HNPCC. 1993 gen mutatie voor de ziekte van Huntington
Wanneer kán er sprake zijn van erfelijke aanleg • Het verhaal in de familie • De stamboom
• Chromosomen & genen • Ieder mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen. • Al deze eigenschappen liggen in chromosomen. • In chromosomen liggen genen.
tbr/MLD/11-4-16
tbr/MLD/11-4-16
Chromosomen en genen Volledige bouwplan
23 paar chromosomen
Overervingspatronen
tbr/MLD/11-4-16
Dominante overerving
Wanneer kan kanker erfelijk zijn? • Het familie verhaal, de stamboom
• De leeftijd
De meest voorkomende vormen
• Lynch syndroom • Erfelijke maagkanker, E-cadherin-gen • FAP
Onderverdeling in hoofdgroepen
tbr/MLD/11-4-16
Lynch syndroom • colorectaal carcinoom 25 - 70% • endometriumcarcinoom 25 – 70% • specifieke andere tumoren 1 – 15% FAP: • colorectaal carcinoom bijna 100%
tbr/MLD/11-4-16
Lynch syndroom • Voorkomen: ± 5% van de mensen met darmkanker erfelijk bepaald • Verschillende vormen van kanker, dikke darmkanker en baarmoederkanker • 3 familieleden met dikke darm- en/of baarmoederkanker - in 2 generaties - één onder de 50 jaar • Meer dan één keer of op meerdere plaatsen darmkanker bij één persoon • Darmkanker in het eerste deel van de dikke darm
Risico's LYNCH syndroom Vier genen betrokken bij Lynch syndroom; MLH1-, PMS2-, MSH2-, MSH6-gen Mutatiedragers kans om darmkanker te ontwikkelen tussen 25-70 % Vrouwen met de mutatie hebben 25-70% op baarmoeder kanker Lynch syndroom patiënten 15-20 % opnieuw darmkanker te krijgen Ander vormen van kanker bij Lynchsyndroom baarmoederkanker,eierstok-,nierbekken-,blaas-en/of urinewegkanker.
Periodiek onderzoek Lynchsyndroom • Mutatiedragers vanaf 25 jaar 1x per 2jaar colonscopie • Vrouwen vanaf 35 jaar jaarlijks - inwendig onderzoeker door gynaecoloog - biopsie weefsel van de baarmoeder - echo baarmoeder, eileiders en eierstokken - bloedonderzoek CA 125 • Vrouwen vanaf 40 jaar overwegen preventie baarmoeder, eierstokken en eileiders te verwijderen
Compliance factoren die compliance bevorderen: • mutatiestatus • oudere leeftijd • gevoel van controle • Herinneringsbrieven factoren die compliance verminderen • ervaren obstakels als pijn en gêne • als belastend ervaren voorbereiding
tbr/MLD/11-4-16
Diffuus Maagkanker; CDH1 mutatie I Voorkomen • ±1-3% van de patiënten met maagkanker.
Kenmerken erfelijk maagkanker
• Bij twee familieleden maagkanker waarvan 1 op jonge leeftijd < 50 • Maagkanker bij meerdere familieleden. • Combinatie maagkanker (diffuus) en borstkanker (lobulair) in één familie • Combinatie van maagkanker en darmkanker in één familie • Bij 30% waar deze vorm van maagkanker in de familie vaker voorkomt wordt een gen mutatie aangetoond. • onder de 35 jaar diffuus maagcarcinoom wordt gediagnosticeerd
Diffuus Maagkanker; CDH1 mutatie II Risico’s
• Mutatiedrager van een CDH1mutatie in heeft een risico van 70-80% op maagkanker • Meestal vóór het 40e jaar ontdekt • De effectiviteit screening gastroscopie met blinde biopten wordt sterk betwijfeld. • Voor vrouwen is er verhoogd risico op borstkanker van 40-60%.
Diffuus Maagkanker; CDH1 mutatie III Preventie
• De effectiviteit screening gastroscopie met blinde biopten wordt sterk betwijfeld. • Preventieve maagresectie vanaf 25 jaar • Screening van de borsten vanaf 35-jarige leeftijd • Jaarlijks borstonderzoek • Jaarlijks MRI en/of mammografie • Preventieve mastectomie • onder de 35 jaar diffuus maagcarcinoom wordt gediagnosticeerd
FAP & AFAP
Familiaire Adenomateuze polyposis & Atypische FAP Voorkomen
• Tenminste 10 tot 100 poliepen in de dikke darm • Ontstaan van poliepen op tiener leeftijd, tussen 10-30 jaar • Vroegtijdig optreden van darmkanker • Mutatie in het APC-gen • Penetrantie 100 % • Ontstaan van dikke darmkanker gemiddeld tussen 35-45 jaar
FAP & AFAP Familiaire Adenomateuze polyposis & Atypische FAP Beleid
Presymptomatische DNA-diagnostiek vanaf 10-12 jaar Patiënten, mutatiedragers, en eerstegraads familieleden – Sigmoïdoscopie 1x /2 jaar vanaf 1—12 jaar – Gastroduodenoscopie 1 x / 1-5 jaar vanaf 25-30 jaar
DNA-onderzoek Eerste keuze onderzoek bij een aangedaan familie; mutatie in gen aangetoond – zekerheid – consequenties voor patiënt en familie – advies periodiek onderzoek geen mutatie aangetoond – geen zekerheid (erfelijkheid niet uitgesloten) – genetische kansberekening – advies periodiek onderzoek • Verwanten onderzoek wanneer er geen aangedaan familie- leden beschikbaar zijn voor DNA-onderzoek
De betekenis van weten II consequenties van DNA-onderzoek en het maken van keuzes Patiënten: • hervinden van hun evenwicht in hun ziekteproces • leren omgaan met een andere risicobeleving • impact van het DNA-onderzoek binnen de familie, m.n. als dit niet goed voorafgaand aan het DNA-onderzoek is besproken en doordacht
De betekenis van weten I De consequenties van DNA-onderzoek en het maken van keuzes Risicodragers: • eigen proces van besluitvorming vóór en na het DNAonderzoek • in het reine komen met de uitslag van het DNAonderzoek • leren omgaan met onzekerheid
Predictief genetisch testen in de praktijk • in principe in een genetische centrum verbonden aan een UMC binnen een multidisciplinaire aanpak (vb. klinisch genetici, maatschappelijk werker en/of psychologen) • Predictieve test is veel meer dan bloedafname en DNA-analyse: counseling en begeleiding voor en na de test zijn essentieel ! • In geval van een vaste relatie, is het wenselijk de partner te betrekken bij de counselingsessies
tbr/MLD/11-4-16
Wat beoogt de multidisciplinaire aanpak voor predictief testen? Personen helpen ZELF een goed geïnformeerde, vrije (niet onder druk van derden) en weloverwogen
beslissing te nemen over al dan niet een predictieve test (hoe efficiënter de mogelijke preventieve maatregelen, hoe meer de test kan worden aanbevolen) Hen helpen bij de verwerking van de uitslag en, als dit toepasselijk is, hen begeleiden na de test om ZELF de voor hen meest geschikte preventieve maatregelen te nemen
tbr/MLD/11-4-16
Motieven voor een predictieve test ? • Omdat men niet meer kan leven met die voortdurende onzekerheid • Om beslissingen te nemen over (volgende) zwangerschap(pen) • Om de kinderen te informeren over het erfelijk risico • Andere (relaties, financiële beslissingen, werk…)
tbr/MLD/11-4-16
Voorspellend testen minderjarigen Algemeen principe als ouders een predicatieve test vragen voor een kind of adolescent: Uit respect voor de autonomie van de minderjarigen wordt predictieve testen uitgesteld tot zij meerderjarig zijn en zelf een beslissing kunnen nemen tenzij De ziekte ook bij minderjarigen tot uiting komt en aan predictief testen direct medisch voordeel verbonden is
Minderjarigen en erfelijke aandoening in de familie • Praten over erfelijke aandoeningen binnen het gezin en de familie • Praten met kinderen in de spreekkamer
tbr/MLD/11-4-16
Perspectief van de ouders
Willen het beste voor hun kinderen Een veilige onbezorgde jeugd Eerlijkheid, niet jokken
tbr/MLD/11-4-16
Hoe vertel ik het mijn kind(eren)? Er is geen juiste manier Kookboek en zoek de passende recepten •
Elk kind is uniek
•
Elk gezin is anders
•
Iedere ontwikkelingsfase vraagt specifieke aandacht
tbr/MLD/11-4-16
Houding van de ouders Verantwoordelijkheid en gedragsvoorbeelden • Openheid en eerlijkheid • Voorbeeldfunctie, goed voorbeeld doet goed volgen
• Informatie op maat
tbr/MLD/11-4-16
Risicofactoren m.b.t. de uitslag: • feitelijke uitslag tegengesteld aan de verwachte uitslag (met name bij gendragers) • het als eerste verkrijgen van een uitslag in een familie • een andere uitslag krijgen dan broers en zussen • non-informatief, wel erfelijk CRC ogv stamboom
maatschappelijke gevolgen Verzekeringen • hypotheek • arbeidsongeschiktheid Werk • sollicitaties • ziekteverzuim Actuele informatie via internet • www.erfocentrum.nl • websites van patiëntenverenigingen tbr/MLD/11-4-16
Barrières in familiecommunicatie • familie niet ongerust willen maken • weinig onderling contact in familie • angst dat familie het niet zal begrijpen
tbr/MLD/11-4-16
tbr/MLD/11-4-16