Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
13 december 2001
nr 6
*
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
dertiende jaargang
3 Rega-Instituut krijgt Descar tes-prijs
De Bologna files: TU Delft
Aidsonderzoek met hoopvol perspectief
Katern pagina’s 6-9
6 Delft en V laanderen
De weg naar de top 7 Vlaamse studenten in Delft
Bouw eens een vliegtuig 8 Delftse universiteitsbladen
Kroonprins Filip, Carla Del Ponte, Sir John Browne en Domenico Lenarduzzi
Geen flut
Eredoctoraten met koninklijk tintje
9 Onderwijsvernieuwing
Filosofie voor beginners
Ludo Meyvis
Naar goede gewoonte reikt de K.U.Leuven op haar Patroonsfeest - dit jaar op 4 februari - een aantal eredoctoraten uit aan personen die op wetenschappelijk en/of maatschappelijk vlak een zeer vooraanstaande plaats innemen.
10 Functiewaardering
Personeelsbeleid op nieuwe wegen
Z.K.H. Prins Filip
Met het eredoctoraat voor prins Filip zet de K.U.Leuven haar traditie voort van goede betrekkingen met ons vorstenhuis. Koning Albert I en koningin Elisabeth ontvingen een eredoctoraat in 1927, en koning Leopold III in 1935. In 1960 werd koning Boudewijn doctor honoris causa, en het volgende jaar koning (toen uiteraard nog prins) Albert II. Prins Filip werd geboren in 1960. Hij studeerde aan de Koninklijke Militaire School, Oxford en Stanford, waar hij Master of Arts in de politieke wetenschappen werd. De K.U.Leuven wil met dit eredoctoraat de inzet van de prins erkennen voor de Europese en internationale positionering van ons land op economisch, politiek, sociaal en cultureel vlak. De prins besteedt bijzondere aandacht aan de wereld van onderwijs en onderzoek, onder meer door regelmatige contacten met studenten en researchers van de verschillende universiteiten en hogescholen, en door de ondersteuning van uitwisselingsprogramma’s. Prins Filip beklemtoont in zijn toespraken zeer vaak de rol van het gezin in de hedendaagse samenleving, en hij komt herhaalde-
11 Nieuw verkeersplan Heverlee
Autoluw Arenberg 12 Betere Boeken
Het lichaam (m/v) 13 Onderzoek lijk op voor nationale en internationale solidariteit. Daarmee vertolkt hij waarden die ook aan onze universiteit zeer hoog aangeschreven staan. vervolg op pagina 3
Cryptografie en de Lumumbacommissie 14 Nieuw cult uurgebouw
Van STUC naar STUK met An-Marie Lambrechts 15 Cultuur 16 Spin-off
Leven na de universiteit
Custom8: biomechanica op mensenmaat
Sopraan Machteld Willems
17 KULAK-nieuws
“In België blijft de kloof tussen het conservatorium en de operawereld heel groot.” Machteld Willems trok, na haar studie Germaanse Filologie in Leuven en een klassieke zangopleiding aan het Conservatorium in Gent, naar Glasgow om die kloof te dichten. Nu verdeelt ze haar tijd tussen lesgeven en concerten. Een academisch geschoolde sopraan over Helmut Lotti en dikke operazangeressen. foto: Rob Stevens
Interview op pagina 5
18 Ad Valvas 20 Geboortebeperking in Leuven in de 19de eeuw
13 december 2001
NIEUWS
Campuskrant
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.L euven
Damien-Dutton Award voor
Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen
professor Michel Lechat
Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg, t(016)32 41 8 4
[email protected] Adreswijzigingen
Inge Verbruggen, t(016)32 40 15/10
[email protected] Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven t(016)32 41 8 4 f(016)32 40 1 4
[email protected] Aan dit nummer werkten mee
Leen Bockaert, Gert Gielen, Anne-Mie Jaspers, Geert Op de Beeck, Kl aartje Proesmans, L ieve Quaegebeur, Kris Vanhee, Kristien Vermoesen Stuurgroep Campuskrant
Ronny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens, Bernard Boonen, Jan De Vuyst, Jan Elen, Erik Gobin, Els Heylen, Bernard Himpens, Isabel Penne, Paul Thurman, Myriam Van Acker, Jos Vaesen, Jan Verhaeghe Ontwerp lay-out
Total Design Belgium Foto’s
Rob Stevens, Michaël De Lausnay, Patrick Holderbeke, Sam Rentmeester, Johan Van Cutsem
De Damien- Dutton Award wordt sinds 1953 jaarlijks uitgereikt aan een persoon of een instelling die een opmerkelijke bijdrage heeft geleverd tot de leprabestrijding. De Amerikaanse Damien-Dutton Society for Leprosy verwijst naar de lepra-pioniers, waarbij ‘onze’ pater Damiaan terecht als eerste vermeld wordt. Joseph Dutton werkte vanaf 1886 samen met pater Damiaan op Molokaï. Beiden hebben aldus de aan zet gegeven tot een permanente aandacht voor de leprabestrijding. De Award 2001 werd toegekend aan prof. em. Michel Lechat (°1927). Na een s tage bij dr. Frans Hemerijckx, d ie de Damien Dutton Award 1968 in ontvangst mocht nemen, werd hij directeur van de leprozerie van Iyonda-Mbandaka in Congo, van 1953 tot 1959. Na deze eerste ervaringen volgde onderzoekswerk aan de Johns Hopkins School of Public Health, Baltimore, USA, waar hij in 1965 zijn doctoraat behaalde. Als epidemioloog vervulde professor Lechat nadien allerlei opdrachten voor de Wereldgezondheidsorganisatie en de Wereldbank. In 1966 werd hij professor aan de faculteit geneeskunde van de UCL, waar hij in 1983 aangesteld werd tot directeur van de Ecole de Santé Publique. Dit instituut ontwikkelde onder zijn impuls een eerste epidemiologisch model rond lepra op basis van de gegevens die door dr.
Hemerijckx in Polambakkam, India, werden verzameld in nauwe samenwerking met dr. Claire Vellut, dr. Honoris Causa van onze universiteit in 1989. Naast zijn wetenschappelijk werk is professor Lechat ook betrokken in tal van medisch-maatschappelijke organisaties. De prijs zal worden uitgereikt tijdens het Patroonsfeest op 4 februari.
Cartoons
Joris Snaet Reclameregie
Véronique Limbourg, t(016)32 41 8 4 Oplage
16.500 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt
Op 6 december werd in de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie een Sinterklaasfeest georganiseerd waarbij vooral de gehandicaptensport in de kijker stond. Turners, judoka’s, voetballers en vele andere sportlui brachten een sportief en ritmisch wervelend geheel, dat ook op andere dagen als een bijblijvende performance gesmaakt zou worden.
Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 24 jan uari. Suggesties voor artikels en interviews zijn welkom op het redactieadres.
Verschijningsdata Campuskrant 2001-2002 AB = met alumnibijlage Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
7 2 4 januari (AB) 16 januari 8 14 februari 6 februari 9 7 maart (AB) 27 februari
10 28 maart 20 maart 11 18 april (AB) 10 april 12 8 mei (woensdag!) 30 april (dinsdag!) 13 30 mei 22 mei Bijdragen dienen ons de dag van de deadline te bereiken, vóór 12u sti pt. Suggesties voor artikels of interviews zijn welkom op het redactieadres.
Op 4 december ondertekenden de K.U.Leuven (rector Oosterlinck en algemeen beheerder Vic Goedseels) en de v.z.w. Vrije CLB-Koepel (voorzitter mevr. A. Hermans) een samenwerkingsakkoord. Deze samenwerking is gericht op die onderzoeks- en werkdomeinen die de centra voor leerlingenbegeleiding aanbelangen. De K.U.Leuven zorgt voor verantwoord wetenschappelijk onderzoek en voor vormingsactiviteiten voor personeel van de vrije CLB’s. Die zorgen op hun beurt voor praktijkgegevens en onderzoeksmateriaal. Deze ondertekening geeft een nieuwe impuls aan vroegere vormingsactiviteiten voor PMS-personeel en aan onderzoeksinitiatieven rond de begeleiding van leerlingen, bijvoorbeeld met betrekking tot schoolloopbaanbegeleiding en de overgang naar het hoger onderwijs.
Elektronische agenda
Onder agenda.kuleuven.bevindt u de nieuwe elektronische Agenda K.U.L euven. In deze database worden voortaan alle evenementen aan de K.U.Leuven verzameld die buiten het gewone academisch onderwijs vallen. Het betreft zowel congressen, symposia en studiedagen, doctoraatsseminaries en -verdedigingen, als cult uur-, sport- en studentenevenementen. Personeel, studenten én alumni kunnen activiteiten invoeren, met behulp van hun paswoord en user-ID. Evenementen kunnen via datum, periode, organisator en rubriek opgezocht worden. De Dienst Communicatie selecteert evenementen uit deze agenda voor de wekelijkse e-Nieuwsbrief en Dagklapper, voor artikels in Campuskrant en voor de opmaak van de Congresbrochure die twee maal per jaar uitgegeven wordt.
Op deze pagina is ruimte voor uw lezersbrief of opiniestuk, ook in te zenden via www.kuleuven.ac.be/ck/opinie.htm
2 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
Campuskrant vindt u ook op internet: www.kuleuven.ac.be/ck/
NIEUWS
NIEUWSFLITS
vervolg van pagina 1
Eredoctoraten 2002 Carla Del Ponte
Mevrouw Carla Del Ponte werd geboren in 1947. Zij studeerde rechten in Groot-Brittannië, Bern en Genève. In 1972 behaalde zij haar Master of Laws-diploma. Drie jaar later begon zij een rechtspraktijk in haar geboortestad Lugano. Van 1994 tot 2000 was zij de zeer opgemerkte federaal Openbaar Aanklager van Zwitserland. Herhaaldelijk kwam zij in het nieuws met een aantal geruchtmakende rechtszaken tegen de georganiseerde misdaad. Zij ontzag noch de Russische maffia, de Cosa Nostra of de Columbiaanse drugskartels. Dat werd haar niet in dank afgenomen: in 1998 werd zij bijna gedood tijdens een bomaanslag in Sicilië. In 1999 begon zij aan een internationale carrière, toen de Veiligheidsraad haar nominatie goedkeurde als Openbaar Aank lager van het Internationaal Tribunaal voor Voormalig Joegoslavië in Den Haag, en van het Tribunaal voor Rwanda. Zij voerde ook een onderzoek naar mogelijke schendingen van het internationaal humanitair recht door de Navo tijdens de Kosovo-campagne van 1999. Haar optreden in de zaak-Milosevic haalt geregeld de wereldpers. Ook in haar vroegere werk schrok mevrouw Del Ponte er trouwens niet voor terug de hoogste gezagsdragers ter verantwoording te roepen. Door haar werk draagt mevrouw Del Ponte op reële wijze bij tot de invulling van het internationale strafrecht.
Sir John Browne
Time van begin december bevatte een overzicht van de 25 meest invloedrijke internationale ondernemers van dit ogenblik. Op de vierde plaats stond Sir John Browne, of sinds zijn knighthood officieel: The Lord Browne of Madingley. Hij werd geboren in 1948, studeerde natuurkunde in Cambridge en economie in Stanford. Hij maakte carrière bij BP, waar hij al in 1966 in dienst trad. Tot 1984 leidde hij een hele reeks exploratie- en productieprojecten, om dan over te stappen naar het centrale management. Momenteel is hij Group Chief Executive van BP plc, het op één na grootste petroleumbedrijf ter wereld. Sir John was van nabij betrokken bij de fusie tussen BP en de Standard Oil Company, en bij die tussen BP en Amoco. Sir John Browne heeft van BP niet alleen een succesverhaal gemaakt, hij heeft er ook in aanzienlijke mate toe bijgedragen dat de olie-industrie haar ecologische verantwoordelijkheid ter harte neemt. In een aantal toespraken gaf Sir John te kennen dat een petroleumonderneming meer moet doen dan alleen het genereren van winst voor haar aandeelhouders. Mede onder zijn impuls voegde BP de daad bij het woord, en investeerde het fors in research rond alternatieve energiebronnen.
Domenico Lenarduzzi
Domenico Lenarduzzi werd geboren in 1936. Hij studeerde politieke wetenschappen en handelsingenieur aan de (Franstalige) Leuvense universiteit. In 1960 trad hij in dienst van de Europese administratie. Geleidelijk aan werkte hij zich op tot een van de meest toonaangevende Commissie-ambtenaren op het vlak van onderwijsbeleid. Lang voor het ingang vond in het academisch taalgebruik werkte Domenico Lenarduzzi aan de conceptvorming rond en de wegbereiding van de Europese Onderwijsruimte. Hij ijverde ook voor een realistische verhouding tussen de onderwijs- en de bedrijfswereld, opnieuw lang voor dit gemeengoed was. Mobiliteit, har monisatie en convergentie van onderwijssystemen, die zo essentieel zijn in het Bologna-gedachtengoed, stonden reeds vroeg hoog op zijn agenda. Dat blijkt onder meer uit zijn centrale rol in het Erasmus-programma en later in het overkoepelende Socrates-programma, waaronder sinds 1996 een indruk wekkende reeks Europese onderwijs- en vormingsinitiatieven ressorteren. Generaties studenten hebben daardoor een deel van hun studies buiten hun eigen vertrouwde universiteit kunnen volgen. Met dit eredoctoraat wil de K.U.Leuven Domenico Lenarduzzi huldigen voor zijn pionierswerk in de uitbouw van het huidige en toekomstige onderwijslandschap.
Student voor de voordelen
“Steeds meer pas afgestudeerden verlengen hun studentenleven met een jaartje door zich in te schrijven als ‘vrije student’. Het merendeel hoopt de beperkte extra vorming (minstens één cursus) te verzilveren door een betere positie op de arbeidsmarkt, maar er zijn er ook die het louter om de voordelen doen. Zo rijden ‘vrije studenten’ bijvoorbeeld net als hun ‘volwaardige’ collega’s gratis met de stadsbus of eten ze tegen een gunstig tar ief in de studentenrestaurants van Alma. Professor Dirk Van Gerven die als studentencoördinator optreedt aan de K atholieke Universiteit van Leuven, geeft toe dat er steeds meer vrije studenten inschrijven. ‘Uiteraard kunnen wij bij hun inschrijving niet zien wie het meent en wie alleen maar in de voordelen als student geïnteresseerd is’, aldus Van Gerven. Maar ‘om nu echt te spreken van een probleem, gaat te ver. Je kunt de vrije student immers geen verliespost noemen.’” De Standaard, 21.11.2001
Student-arts wil geen huisdokter meer worden
“Slechts een derde van de studenten die geneeskunde studeren, wil huisarts worden. Dat blijkt uit recente cijfers. De eenzaamheid en de risico’s van een praktijk boezemen velen angst in. Daarenboven halen meerdere ziekenhuisdirecties studenten die hun laatste jaar huisarts volgen over om oogarts of internist te worden. In het zevende jaar kiest de student geneeskunde of hij huisarts wil worden (2 jaar bijkomende opleiding) of specialist (tussen 4 en 6 jaar extra). Dit jaar volgen slechts 72 van de 330 studenten die daarvoor in aanmerking komen de richting huisarts. Jan Heyrman, professor Huisartsengeneeskunde van de K.U.Leuven, verwacht dat dat cijfer nog tot 100 zal oplopen, wanneer sommige studenten niet geselecteerd blijken voor een specialistenopleiding. In Leuven koos tot voor kort de helft van de studenten voor een huisartsenopleiding.” Het Nieuwsblad, 17.11.2001
Financiering Vlaamse universiteiten losgekoppeld van studentenaantal
“De Vlaamse universiteiten zijn de komende jaren voor hun basisfinanciering niet langer afhankelijk van hun studentenaantal. Het Vlaams Parlement keurde woensdag een ontwerpdecreet goed dat de financiering van de universiteiten herziet. Het gaat om een overgangsregeling, in afwachting van een nieuw financieringsmodel dat vanaf 2005 geleidelijk van kracht zou worden en rekening houdt met de werkelijke kostprijs van de opleidingen, de kwaliteit en het aantal studenten. Centraal in de technisch-complexe overgangsregeling, die overigens sinds 1 januari van kracht is, staat de verhoging van de werkingstoelage en de loskoppeling ervan van het aantal studenten.” De Financieel-Economische Tijd, 23.11.2001
Imec plant miljardeninvestering
“Het onderzoekscentrum voor micro-elektronica Imec in Heverlee plant een forse uitbreiding. Imec hoopt tegen 2004-2005 een nieuwe steriele ruimte in gebruik te nemen voor de ontwikkeling van nieuwe generatiechips. Het gaat om een investering van minstens 50 tot 100 miljoen euro (2 tot 4 miljard frank) voor het gebouw alleen. Met de toestellen erbij stijgt het investeringsbedrag tot 200 miljoen euro (ruim 8 miljard frank), zo heeft het management bevestigd.” De Standaard, 6.12.2001
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
3
NIEUWS
Rega-wetenschappers krijgen belangrijkste Europese onderzoeksprijs
Descartes-prijs voor aids-onderzoek met hoopvol perspectief Ludo Meyvis
In het Rega-Instituut doen ze moe ilijke dingen. Gelukkig kunnen sommige beoefenaren van topwetenschap van dit huis het ook héél he lder uitleggen, waardoor zelfs uw oen van een dienaar min of meer snapt waarover het gaat. Het gaat over de René Descartes-prijs, die eind november werd toegekend aan het onderzoekswerk dat het RegaInstituut uitvoert samen met teams uit Madrid (Dr. Maria-José Camarasa), Praag (Dr. Antonin Holy), Cardiff (prof. Chris McGuigan), Stockholm (prof. Anna Karlsson) en Rome (prof. Carlo-Federico Perno). “Dat moet je héél duidelijk benadrukken”, krijg ik mee van professor Erik De Clercq en zijn collega Jan Balzarini. “De prijs kon alleen toegekend worden aan onderzoeksprojecten die én baanbrekend én Europees waren.” Warm gevoel
Het is pas de tweede keer dat de René Descartes-prijs uitgereikt werd. Het gaat om de belangrijkste onderzoeksprijs van de Europese Unie en er is een bedrag van één miljoen euro aan verbonden, die door de jury verdeeld kan worden over meerdere kandidaten. “Het begon vorig jaar, met een call voor projecten. Collega Balzarini heeft ons werk over nieuwe behandelingen tegen het HIV ingediend, en we waren aangenaam verrast toen we doorgedrongen bleken te zijn tot de shortlist, met zes andere projecten van de oorspronkelijke 50 of zo. Elke wetenschapsdiscipline komt in aanmerking, niet alleen uit medische hoek, maar bijvoorbeeld ook wiskunde, scheikunde en socio-economische wetenschappen. Uiteraard kunnen projecten van zo verschillende origine alleen gewaardeerd en onderling vergeleken worden door een jury met een zéér brede expertise. De vroegere hoofdredacteur van Nature, bijvoorbeeld, Sir John Maddox, zetelde in de jury, naast vertegenwoordigers van wetenschappelijke academies, de bedrijfswereld, enzovoort.” “Op 25 november moesten de zeven overgebleven kandidaten hun project verdedigen tijdens een presentatie en dan in een vraaggesprek, een soort examen eigenlijk. De dag nadien werd na de middag de uitslag bekendgemaakt, onmiddellijk gevolgd door de uitreiking. Dat is wel wat ongebruikelijk voor een wetenschappelijke prijs - gewoonlijk verloopt er heel wat tijd tussen de bekendmaking en de uitreiking. De jury heeft beslist om zeven tiende van het bedrag aan ons toe te kennen, en drie tiende aan een s cheikundig project, geleid door het Londense King’s College.” “Het geeft natuurlijk een bijzonder warm g evoel wanneer je dat soort erkenning krijgt, niet alleen voor jezelf, maar voor het hele team. Want wat wij doen, is groepswerk. De René Descartes-prijs is natuurlijk nog heel jong, maar de Europese Commissie hecht er zeer veel belang aan. Dat zie je ook aan het bedrag dat ervoor
vrijgemaakt wordt - en dat integraal besteed moet worden aan onderzoek. We verdelen het onder de deelnemende onderzoeksgroepen, en er wordt heel precies genoteerd waaraan dat geld zal worden uitgegeven. We worden er dus persoonlijk niet rijker van.” Lange voorgeschiedenis
“Ons onderzoek is gericht op de studie van de vermenigvuldigings(infectie)cyclus van het HIV, met de bedoeling nieuwe aangrijpingspunten te vinden voor antivirale therapie, en uiteindelijk om krachtige geneesmiddelen te ontwikkelen die aids afremmen of zelfs neutraliseren. Echt genezen kan je aids niet. Het virus hoort namelijk tot een nogal speciale soort, dat zich verstrengelt met het menselijk DNA. Vanaf dat ogenblik behoort het virus tot het genetische materiaal van de besmette cellen. Het RegaInstituut heeft vanaf het ontstaan van de aids-problematiek een vooraanstaande rol gespeeld in het onderzoek naar geneesmiddelen tegen deze dodelijke infectieziekte. In het foto’s: Rob Stevens allereerste artikel over een mogelijke behandeling van HIV in Science werd al verwezen naar een studie van collega De C lercq, waarin aangetoond werd dat een product dat bestudeerd werd in het Rega-Instituut, Suramine, inhiberend werkt ten aan-
ingrijpt, het ziekteproces wel degelijk een hele tijd kunt tegenhouden. Of dat zo zal blijven, weten we natuurlijk niet. Daarvoor is het onderzoek nog te recent. Maar met zo’n cocktail kunnen we al een goede kans op minstens vijf jaar extra leven geven.” “We richten ons onderzoek tegenwoordig vooral op bepaalde targets in de infectiecyclus, met name op het moment waarop het virus via het eigen enzym reverse transcriptase de overgang maakt van RNA naar DNA,
Jan Balzarini
Erik Declercq
waarna het onlosmakelijk deel uitmaakt van de patiënt. Als je die overgang kunt voorkomen, blijft de patiënt weliswaar nog altijd drager van het virus, maar verhinder je dat nieuwe cellen geïnfecteerd en vernietigd worden. Dat is ook het onderzoek dat met de René ‘Echt genézen van aids kan je niet. Maar als je bij de patiënt de Descartes-prijs bekroond werd. Het heeft overgang van RNA naar DNA kunt voorkomen, verhinder je dat geleid tot concrete medicatie, die nu in het nieuwe cellen geïnfecteerd en vernietigd worden. Het is dát ondergewone klinische circuit kan worden aanzoek dat met de René Descartes-prijs bekroond werd.’ gewend. Ongeveer een maand geleden immers heeft de Amerikaanse Food and zien van retrovirussen, waartoe ook HIV behoort. Dat Drug Administration, die beslist over het al dan niet toekwam dus neer op een proof of principle: HIV, en dus laten van nieuwe medicaties tot de markt, zijn goedk euook aids, moeten wel degelijk te bestrijden zijn. Het pro- ring gegeven aan Viread, dat we op basis van ons onderduct zelf was veel te toxisch voor die behandeling, maar zoek in samenwerking met onze Tsjechische medewerhet beginsel was er.” ker ontwikkeld hebben. We hopen nu dat ook Europa “Dat was voor ons laboratorium natuurlijk een aanheel binnenkort ons product zal accepteren.” moediging van belang, en heel wat onderzoek werd “Een belangrijke eigenschap van dat nieuwe geneessindsdien op HIV gericht. Een belangrijke stap hebben middel is dat het slechts in heel lage mate resistentie uitwe gezet met de ontdekking van de antivirale a ctiviteit lokt, en dat het zelfs vele virusstammen die resistent zijn van D4T, dat gesynthetiseerd werd door professor Piet tegen andere geneesmiddelen, blijkt aan te kunnen. Dat Herdewijn, eveneens verbonden aan het Rega-Instituut. is een belangrijke doorbraak - die we op chemische gronDit product is momenteel één van de meest populaire den overigens wel zagen aankomen. We kunnen op dit medicaties voor HIV.” ogenblik natuurlijk niet zeggen hoe die resistentie in de “Echt genézen van aids kan je dus niet: het virus toekomst zal evolueren, maar er zijn goede redenen om blijft altijd in je lichaam. Maar je kunt er wel voor zorgen optimistisch te zijn.” dat je een vrij n ormaal leven kunt leiden. De huidige cocktails zorgen ervoor dat je, als je een beetje op tijd Minzaam “Dergelijke doorbraken mogen ons echter niet misleiden. Aids is een complexe ziekte, en onze kennis van het HIV is zeker nog niet voldoende om al aan vakantie te denken. We mogen niet vergeten dat de geschiedenis van de ziekte nog maar pas 20 jaar oud is ... In 1981 doken voor het eerst verontrustende ziektebeelden op, aanvankelijk vooral bij een aantal Amerikaanse homoseksuelen, die wezen op een irreversibele vernietiging van het immuniteitssysteem. Aanvankelijk dacht men aan een protozoön, een eencellig beestje, maar dat bleek mis. Twee jaar later ontdekten Franse en Amerikaanse onderzoekers dat er sprake was van een heel nieuw en agressief Op maandag 19 november gaf kardinaal Danneels een uitee nzetvirus. Lange tijd zijn er echter figuren geweest die het ting over de K van de K.U.Leuven, of in een ruim er verband: ‘De causale verband tussen virus en ziekte ontkenden, en die idee van een katholieke universiteit’. Ook al is het in de moderne beweerden dat aberrant seksueel gedrag aan de basis lag context niet eenvoudig om katholiciteit en universiteit met elkaar van aids. Maar deze opwerpingen zijn nu wel definitief te verbinden, toch stelde de kardinaal dat zowel de geschiedenis als van de baan geveegd.” de huidige realiteit aantonen dat er tussen beide geen tegenstelling We proberen nog even te polsen of zo’n René Deshoeft te bestaan. “De diepe waarde van een katholieke universiteit cartes-prijs nu ook geen Nobelprijs-belletje doet rinkeis de ontmoeting tussen geloof en alle terreinen van het menselijk len, maar meer dan een min zaam glimlachje krijgen we weten”. Aan zo’n universiteit is alle ruimte voor pluralisme, dat er niet. En zet dàt maar eens om in een vloeiende volzin. niet op gericht is de verschillen weg te cijferen, maar ze juist in hun volle omvang te waarderen. www.kuleuven.ac.be/rega
foto: Rob Stevens
4 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
LEVEN NA DE UNIVERSITEIT
Sopraan Machteld Willems
“Onder de douche zing ik allang niet meer” Kristien Vermoesen
Zingen was lang ‘maar’ een hobby voor Machteld Willems. Het duurde tot na haar studie Germaanse voor ze professioneel de muziekrichting uitging. Na drie jaar klassieke zangopleiding aan het Conservatorium in Gent, begon het echte leven. Dag conservatorium. Wat nu?
aan een operahuis die voor een heel seizoen geëngageerd ren nog zei een leerling van me die voor het eerst zangles worden, maar in België bestaat dat niet. Dat is jammer. kwam volgen: ‘Dat is toch eigenlijk niet meer zo tof, zinHet vak wordt niet meer ingeoefend, je kan weinig progen, als je alles altijd moet analyseren.’ Maar ik vind het fessionele ervaring opdoen: juist leuk, dat analyseren, die stem leren kennen. Je verhet is een vicieuze cirkel. liest natuurlijk wel iets van de spontane beleving van het Ook met agentschappen is zingen. Je krijgt er een andere relatie mee, alsof je ermee dat zo. In Engeland heb je getrouwd bent. Je moet ook zingen als je er minder zin in kleine agencies waar je als hebt. Maar onder de douche zing ik allang niet meer.” beginnend zanger terecht“Ergens had ik gelezen kan. In België zijn er een Dik dat er een concours was in viertal grote agentschappen, Moet ze voortdurend opletten voor haar stem? “Goh, dat Glasgow, aan de Royal die vooral met gevestigde is meer bijgeloof, hoor. Als ik morgen een concert heb, Scottish Academy of waarden werken.” zal ik vandaag natuurlijk niet in een rokerige ruimte g aan Music and Drama. De Wordt er niet gewerkt zitten, of in een c afé waar ik luid moet spreken. Maar je winnaar zou een heel jaar aan die doorstroming voor hebt zoveel dingen die zogezegd niet mogen: voor een in Engeland mogen stujonge zangers, zoals De optreden eten bijvoorbeeld. Ik kan me niet voorstellen deren, volledig bekostigd Munt bijvoorbeeld doet met dat ik niet zou eten voor een concert. Ik heb nooit willen door de Academy. Ik heb zijn opera-studio? “Er is toegeven aan dat soort bijgeloof, ik wil geen slaaf worden daaraan deelgenomen ... wel een evolutie, maar van mijn stem. Ik zing graag, maar als mens ben ik meer en gewonnen! Het was vooral voor mensen die nu dan een ‘zangeres’. Ik vertik het om mijn hele leven in één van die momenten afstuderen. Er blijft een hele functie daarvan in te r ichten. Daarom wil ik ook mijn waarop je denkt: alles generatie zangers van rond interesse voor literatuur levendig houden en ik wil graag komt goed. Het ging om de 30 zoals ik, die het zelf les Nederlands en Engels blijven geven in bedrijven zoals een echte opera-opleimoeten zien te rooien. ik nu doe, om voeling te houden met andere aspecten ding, veel beter uitgeZoiets als mijn opleiding in van het leven. bouwd dan in België. Bij Engeland helpt je wel op En wat is er aan van die andere clichés, als zouden ons blijft de k loof tussen weg, maar je moet het nog dikke zangeressen beter zingen? “De buitenwereld zit het conservatorium en de altijd zelf waarmaken. De nog altijd met die vooroordelen: operazangeressen zijn operawereld heel groot. kloof tussen studie en prodik en onaantrekkelijk, opera is veel lawaai,... Maar onze In Engeland kregen we fessionele wereld blijft generatie is geëvolueerd en dat merk je toch. Anderzijds een hele theateropleiding, groot.” dat is dan de kriti ek die ik heb op de operawereld - wordt met danslessen, acteerlesHoeveel tijd neemt de dat elitaire erg in stand gehouden door de muzikanten sen, ... Zwaar, maar heel voorbereiding voor een zelf. En dan zijn ze verwonderd dat iemand als Helmut tof. De school had een concert in beslag? “Dat Lotti zoveel succes heeft, juist omdat die het genre wat foto: Rob Stevens eigen theater met een ‘Ik kan best begrijpen dat mensen liever naar een popconcert hangt van de partij af. Ideaal opentrekt. Niet dat ik akkoord ga met wat hij doet, maar aparte kostuumafdeling. gaan. We leven in een beeldcultuur en die behoefte wordt gezien moet je een aantal ik bewonder hem wel om wat hij bereikt heeft: hij heeft We hebben er zelf drie volledig genegeerd door de klassieke muziekwereld.’ uur per dag oefenen, of je nu meer mensen aangesproken dan om het even welke grote producties gemaakt.” veel of weinig engagementen hebt. Het is vergelijkbaar andere muzikant in ons land. Ik vind dat de klassieke “Toen ik in ‘96 t erugkwam naar België, heb ik meemet topsporten: je moet in vorm blijven. Er zijn wel muziekwereld veel te weinig zoekt naar oplossingen om gedaan aan de Koningin Elisabethwedstrijd. Samen met dagen dat ik het oversla, hoor. Maar in principe oefen ik zichzelf te promoten. Ik kan best begrijpen dat mensen een paar andere Belgen geraakte ik tot in de halve finale, elke dag een tweetal uur. Heel lang oefenen, zoals pianis- liever naar een popconcert gaan: je hebt daar een lichtgeen slechte prestatie dus. Ik kreeg nogal wat positieve ten die vijf, zes uur per dag spelen, kan kritieken en daardoor ook enkele aanbiedingen. Maar niet, omdat je stem dat niet verdraagt.” ‘De buitenwereld denkt nog altijd in clichés: operazangeressen zijn daarna begint het natuurlijk pas écht. Dan ben je niet Zingt ze nog wel eens bij de afwas? dik en onaantrekkelijk en opera is veel lawaai.’ langer de superstar van een instituut, maar de concurrent “Als ik oefen, is dat wel geconcentreerd. van een heleboel mensen.” Dat is al lang niet meer als zingen onder de douche. Je spel, veel show... En dat is belangrijk voor mensen: we kan het vergelijken met Germaanse. Vroeger las ik heel leven nu eenmaal in een beeldcultuur. Die behoefte Stress graag en heel veel. Maar ik heb eigenlijk nooit zo weinig wordt volledig genegeerd in de klassieke muziekwereld. Kan ze nu leven van de muziek? “Niet echt. Ik heb dat gelezen als toen ik G ermaanse studeerde. Al die boeken Melodieën van Bach worden tegenwoordig op rap gezet, even geprobeerd, maar ik ben snel het onderwijs ingeuitpluizen, bestuderen ... Een paar jaar nadat ik afgestuen mensen blijken dat dan echt wel te appreciëren. Maar gaan. Voor de financiële zekerheid - muzikanten hebben deerd was, ben ik weer beginnen lezen voor het plezier. ‘onbekend is onbemind’ is bij klassieke muziek maar al te nog altijd geen sociaal statuut in ons land. Maar ik deed Dan besef je wel dat je door die achtergrond van je studie waar.” het ook voor mezelf, als compensatie. Als je constant op andere dingen opmerkt. Met zingen is dat net zo. Gistezoek moet gaan naar concerten of andere opdrachten, dan is de stress zo groot dat je er nog weinig plezier aan beleeft. Je hebt meer vrijheid als je er iets bijdoet. En dat heb je wel nodig als je je passie niet wil verliezen in de stress en de intriges van de muziekwereld. Iederéén wil graag solist zijn, er is dus enorm veel ellebogenwerk. Een eerste vereiste is een bepaald niveau halen, maar daarna heb je wat geluk nodig: je moet de juiste mensen op het juiste moment ontmoeten. Ik zou eigenlijk meer audities moeten doen, maar daar kruipt veel tijd in en het is behoorlijk stresserend. En de leukste dingen krijg je nog altijd via mond-aan-mond-reclame, of omdat je al met iemand gewerkt hebt. Dat verloopt in periodes, en dan is het wel handig als je kan t erugvallen op een ‘gewone’ Op 30 november ondertekenden het bestuur van job.” Deloitte & Touche en rector Oosterlinck het contract Is het dan geen droom meer om alleen met muziek voor de verlenging van de leerstoel die D & L finan bezig te zijn? “Ja hoor, dat wil iedereen wel, denk ik. ciert in het Centrum voor Ziekenhuis- en VerpleMaar ik ben al blij dat ik af en toe mooie dingen kan gingswetenschap. Tijdens de eerste vijf jaar van doen. Ik probeer vooral van elk concert te genieten. In deze leerstoel werden al meer dan 50 buit enlandse België zijn de klassieke muzikanten die van muziek kunacademische gastsprekers aangetrokken voor voornen leven trouwens op één hand te tellen. En meestal drachten die ook openstaan voor een ruimer hebben die ook veel connecties. Zo gaat dat nu eenmaal. publiek. De financiering van deze leerstoel werd In het buitenland heb je nog gezelschappen verbonden verlengd voor een periode van drie jaar.
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
5
DOSSIER TU DELFT In het vorige nummer van Campuskrant hebben wij u allerlei lekkers verteld over de TU Delft. Daar doen we nog een schepje bovenop, met een gesprek met een paar Vlaamse studenten, een bezoekje bij onze collega’s-van-detijdschriften, en een paar wijze woorden over onderwijs en onderzoek. En met een portie onzin van doctorandi want wetenschap, hoewel belangrijk, hoeft niet altijd serieus te zijn. D elft, deel II. Mocht u deel I gemist hebben, dan kan u steeds terecht op onze website: www.kuleuven.ac.be/ck.
“Kwaliteit wordt veel belangrijker dan afstand”
De weg naar de top Ludo Meyvis Professor Marcel Van de Voorde was de eerste technisch ingenieur in Vlaanderen die aan de K.U.Leuven het diploma van burgerlijk scheikundig ingenieur behaalde, de eerste Vlaming die buitengewoon hoogleraar werd aan de TU Delf t, en de eerste Leuvense ingenieur aan het CERN te Genève, van 1965 tot 1996. Momenteel is hij behalve hoogleraar in Delft ook verbonden aan het gerenommeerde Max Planck Instit ut in Stuttgart. ‘Tussendoor’ had hij jarenlang de leiding van wetenschappelijke programma’s van de Europese Commissie, en was hij lid van wetenschappelijke directieraden in Europa, onder meer van NATO-RDT, CNRS-Parijs, CNR-Rome. Wij vroegen hem om Delft en Leuven even te vergelijken.
De Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek
Het verschil
“Eigenlijk vraag je me iets onmogelijks. Leuven is een grote, bekende, algemene universiteit. Delft is ‘alleen maar’een ingenieurshogeschool, zij het dan met wereldfaam, een uitvergroting van jullie Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Dat geeft een heel ander perspectief.” “In Vlaanderen heb je het oud zeer van het gebrek aan universitaire kritische massa. De middelen voor het hoger onderwijs zijn minimaal, én veel te sterk versnipperd. Dat ligt niet aan de K.U.Leuven, maar aan het communautaire en politieke getouwtrek van de overheid maar de universiteiten zijn er wel het slachtoffer van.” “Vlaanderen mist ook het wonderbare netwerk van contacten tussen de universiteit en de grote industrie. Nederland heeft een reeks grote bedrijven en zelfs vijf internationale concerns - Shell, Akzo, Hoogovens, Philips en Unilever - die helemaal met de TU Delft verweven zijn, soms zelfs wat té veel. Die bedrijven zorgen voor topfuncties in de tewerkstelling, het zijn bronnen van financiële middelen, wetenschappelijke prijzen, studiebeurzen, stages, noem maar op. Delftse studenten hebben op dat vlak onmiskenbare voordelen. Verder zorgen die bedrijven ook voor hoogleraren en specialisten: nogal wat onderzoeksdirecteurs uit de industrie zijn ook buitengewoon hoogleraar; en hoogleraren worden vaak onderzoeksdirecteur in bedrijven. Dat alles creëert een heel sterk draagvlak.” “Ook buiten de universiteit wordt er in Vlaanderen te kleinschalig gewerkt. Vlakbij de TU Delft heb je TNO, een instelling voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek, met een paar duizend wetenschappers, ingenieurs en technici. Op het terrein is het vaak moeilijk een onderscheid te maken tussen de TNO-Organisatie en de TU Delft. Bovendien geven TNO-directeuren college in Delft, en zijn hoogleraren lid van TNO-bestuursraden. En TNO staat niet alleen. Alle nationale wetenschappelijke instituten hebben nauwe banden met Delft: het NLR, of Nationale Lucht- en Ruimtevaart Laboratoria, is gedeeltelijk gevestigd binnen de gebouwen van de Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, het Netherlands Instit ute for Metals Research, kortweg NIMR, is gevestigd in de laboratoria voor Materiaalkunde enzovoort. Dàt soort samenwerking is vruchtbaar. Met IMEC hebben Vlaanderen en Leuven een prachtig voorbeeld van hoe het moet - maar zo zijn er veel te w einig.” “Delft bouwt ook sterk aan datgene waar het goed in
menten. Dat is heel wat hoor ...” “Het is niet aan mij om voorstellen te formuleren voor de K.U.L euven, maar als je aandringt ... Ik denk dat Leuven zijn faculteiten Wetenschappen en Toegepaste Wetenschappen, zelfs de gehele groep Exacte Wetenschappen, meer als een geïntegreerd geheel zou moeten benaderen. Snoeien wat zwakker is, en versterken wat al is. Je moet je sterke punten koesteren. Ik heb het gevoel goed is, dat is essentieel. Want als Bologna eenmaal dat Delft dat meer doet dan L euven. Faculteiten, departe- geïmplementeerd is, zullen we evolueren naar een unimenten, instituten én hoogleraren worden hier al lang versitair landschap dat gedomineerd wordt door eerstelang én internationaal geëvalueerd. Hoogleraren die rangsuniversiteiten en op onderzoeksvlak door Centers ‘gebuisd’ worden, wat niet ondenkbaar is, ondervinden of Excellence.” daar reële gevolgen van. Er wordt geen geheim van “Wie daar deel van wil uitmaken, staat voor harde gemaakt, hun onderzoeksmiddelen worden gereduceerd, belissingen. Vergeet niet: er zijn tiéntallen universiteiten ze trekken geen studenten meer aan, en ondanks hun die de top ambiëren. Maar het is dàt, of de middenmoot. vaste benoeming kunnen ze eigenlijk geen kant meer op. Je mag niet de illusie hebben dat je doorstoot naar de top Zo’n hoogleraar kan dan praktisch niet anders dan de eer via een aantal individuele contacten of wat bilaterale aan zich houden, en vertrekken. Dat is streng, maar het overeenkomsten. Je moet nagaan wat je wil bereiken houdt de kwaliteit wel hoog. Daar wat heus niet werkt Delft natuurlijk ook aan via ‘Faculteiten, departementen, instituten én hoogleraren zo eenvoudig is. het aantrekken van buitenlandse worden hier al lang lang én internationaal geëvalueerd. Je moet overhoogleraren. Doceren in het Hoogleraren die ‘gebuisd’ worden, wat niet ondenkbaar wegen welke Engels ligt in Nederland natuurlijk is, ondervinden daar reële gevolgen van.’ opleidingen of wat minder gevoelig dan in Vlaanonderzoeksdoderen, en dat helpt bij de profilering van Delft in Euromeinen je wel of allicht niét meer zal aanhouden. Je moet pa.” beslissen met welke onderzoeksdomeinen je jezelf wil profileren. Je moet misschien ook durven overwegen Snoeien waar nodig welke studenten je wil aantrekken ... Het resultaat daar“Internationalisering is een essentieel onderdeel van de van moet zijn dat je een kwaliteitslabel verwerft dat strategie van de TU Delft. Met de Europese ingenieursinternationaal automatisch gewaardeerd wordt, dat je scholen uit Zürich, Cambridge, met Amerikaanse topafgestudeerden automatisch een streepje voor geeft. Uit pers als MIT enzovoort bestaan nauwe banden. De euro- mijn ervaring bij de Max-Planck-Instituten in Duitsland, peanisering die nu op ons af komt, vergt ingrijpende concludeer ik dat kwaliteit veel belangrijker is dan institutionele inspanningen. Het volstaat niet dat je zegt afstand. In de toekomst zullen Europese studenten kiedat je bij de top-zoveel wil horen, je moet daar ook conzen voor het beste onderwijs, onafhankelijk waar dat sequent naartoe werken. En dat vergt zware inspanningegeven wordt.” gen. Je mag rekenen dat, wanneer je als uni versiteit aan de top wil meespelen, ongeveer driekwart van je faculteiten óók tot de Europese of wereldtop moeten horen, en binnen elke faculteit óók driekwart van je departe-
ICT in Delft: onderwijs en de homo zapiens
“Wie nu begint te studeren, heeft al 18.000 uur tv gekeken, en 6.000 uur computer” Ludo Meyvis
6 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
Wim Veen is hoogleraar in de Faculteit TBM - Techniek, Bestuur en Management - en programmadirecteur van het Delfts ICTO-programma. ICTO, zo weet iedereen in deze tijd van afk., s taat voor Informatie- en Communicatietechnologie in het O nderwijs. Hij is een man met een eigen kijk op onderwijszaken, zo bleek. “De TU Delft wil een voo raanstaande positie innemen op onderwijsvlak, onder meer via de invoering van een tweejarenplan rond ICT in het onderwijs. Dat plan combineert onderwijsondersteuning, maar houdt ook rekening met de primaire processen, het onderwijs zelf dus. Een centraal element is de invoering van Blackboard, een gestandaardiseerde elektronische leeromgeving die over de hele universiteit gebruikt zal worden. Daarop worden een aantal pakketten geënt, bijvoorbeeld rond het online analyseren van toetsen, tentamenaanmelding enzovoort.” vervolg op pagina 7
DOSSIER TU DELFT
Studenten Lucht- en Ruimtevaarttechniek
Vlamingen in Delft: bouw eens een vliegtuig Ludo Meyvis Floor Heylen uit Oostende, derdejaars Basisprogramma, en Roy Campe uit Sint-Laureins, vierde jaar Productietechnologie, zijn twee van de ongeveer 170 B elgische studenten die in Delft in genieur in de lucht- en ruimtevaarttechniek willen worden. “In Vlaanderen bestaat die studierichting niet, dan moet je dus wel naar hier komen. En het valt pràchtig mee hoor. De studie op zich is even moeilijk als wat we in België gewend zijn, zij het met een heel andere indeling. De sfeer onder de Belgen is prima, en de integratie met de Nederlanders verloopt soepel. Uiteraard let je wat op je taal, en bestel je een patat met in plaats van ne kleine met mayonaise, maar dat leer je snel.”
zijn veel actiever. Zowat iedereen is er lid van, niet omdat het zou moeten, maar gewoon omdat het zo essentieel is. Zo’n vereniging wordt gerund door een handvol ouderejaars, die hun studie een jaar onderbreken, en die daar ook voor betaald worden door de universiteit. De studievereniging van Lucht- en Ruimtevaart heet Vliegtuigbouwkundige Studievereniging ‘Leonardo da Vinci’ (VSV). De bestuursleden zitten een aantal commissies voor, die bevolkt worden door studenten. Er zijn commissies voor het eerstejaarsweekend, voor Internet, voor de bar, enzovoort. Een heel leuk onderdeel is de Stichting Studenten Vliegtuigontwikkeling, -Bouw en -Beheer, de SSVOBB. Dat is een groep studenten die hun eigen vliegtuigen maken - echte toestellen, luchtwaardig, met alle nodige attesten van de overheid. Het eerste project, een replica van een tweedekker stuntvliegtuig uit de jaren ‘30, treedt geregeld op bij airshows. Het tweede project ...”
Kaak kaak, nen twiedaaker!
“Het kotleven is wel wat anders dan in België. Een belangrijk verschil is dat je minder vaak naar huis gaat. Hooguit om de drie weken, om de maand. Verder worden kamers meestal per maand verhuurd, omdat je hier op verschillende momenten in het academiejaar kunt afstuderen. Je hebt dus meestal een contract van onbepaalde duur, met een maand opzegtermijn.” “Een eigenaardigheid is het instemsysteem. Als er ergens een kamer vrijkomt, verneem je dat via papiertjes die de bewoners her en der in de stad verspreiden, met daarop onder meer de instemdatum. Je kunt vooraf de kamer even gaan bezoeken, maar je moet je wel aanmelden op die instemdatum. Dan word je door de bewoners ‘ondervraagd’, over je hobby’s, je studie enzovoort. En dan gaan de bewoners overleggen of je wel in hun huis past. Meestal weet je dat diezelfde avond nog. De bedoeling van die hele instemming is ervoor te zorgen dat alleen ‘passende’ bewoners een kamer krijgen. Natuurlijk zijn er ook huizen waar je gewoon intrekt zoals in Vlaanderen.” “Een héél opvallende bijzonderheid zijn de studieverenigingen. Die mag je niet verwarren met de studentenverenigingen: dat zijn de gezelligheidsclubs, het klassieke studentenleven, met de ontgroening, behoorlijk wat drank enzovoort. Die bestaan over de hele universiteit heen. De twee grootste, Virgiel en het Delfts St udentencorps of DSC, hebben tussen de 1.000 en 2.000 leden, van eerste- tot achtste- of zelfs tiendejaars - uitstelgedrag wordt door het Nederlandse studiesysteem nog niet echt efficiënt tegengewerkt.” “Studieverenigingen aan de andere kant schuwen de gezelligheid ook niet, maar het accent ligt toch heel anders. Ze zijn w at te vergelijken met de Vlaamse faculteitskringen, maar de Nederlandse studieverenigingen
vervolg van pagina 6
Nieuwe rol van de student
“We financieren projecten waarin een faculteit voor een deel van het cur riculum ICT inzet om onderwijs te geven. Dat is wel belangrijk: het moet gaan om een faculteit, niet om een individuele hoogleraar. Bovendien moet het gaan om niéuwe projecten, die echt wel wat meer inhouden dan eventjes een website voor een bepaald vak op te z etten. En er wordt een ingrijpend financieel engagement van de faculteit gevraagd, tot 50 procent van de projectkosten.” “De bedoeling is om tot een heel nieuwe soort van onderwijs te komen, met nieuwe rollen voor de student, de docent, externe personen enzovoort, met nieuwe werkvormen, nieuwe manieren van contact, noem maar op. De student wordt expliciet mee verantwoordelijk voor de uitbouw van zijn leerproject. Hij zal ook zichzelf moeten evalueren enzovoort. Een mooi voorbeeld
Vliegtuig in de kelder
Dat tweede project hebben we bezocht, in de kelders van het faculteitsgebouw, waar de SSVOBB huist. Volledig met de hand wordt hier een futuristisch tweezittertje gemaakt. De vleugelmallen - want uiteraard wordt het een toestel uit kunststof die in mallen gegoten wordt worden met de hand geschuurd, wat niet niks is: zo’n vleugel is al gauw tien meter lang. Het is natuurlijk een meerjarenproject, want er wordt alleen ‘na de uren’ aan gewerkt. Indruk wekkend, zonder twijfel. “Leonardo da Vinci geeft ook een eigen tijdschrift uit, Leonardo Times ...” Ook gezien: een schitterende vierkleurenpublicatie, uiterst professioneel gemaakt. Dames en Heren van Balans, ‘t Germaantje, noem maar op: eat your heart out! “En een lustrumboek ...” Oók gezien: een prachtig boekwerk van 350 pagina’s, met ingewerkte spiegel, de koningin en het Wilhelmus, overdonderend geïllustreerd, boeiende artikels, studentikoze verslagen, voorstelling van de verschillende ‘leerstoelen’ of vakgebieden. In het ‘kantoor’ van de studievereniging verbroederen de pizza’s van gisteren met dossiers over een excursie naar Brazilië of Indonesië Leonardo ziet de dingen groot. Ereleden? Gewoon, prins Bernhard. En hier en daar een stafchef van de luchtmacht, minder komt er niet in.
“De studie zelf is behoorlijk zwaar. Maar de begeleiding is heel goed, zowel door de studievereniging als door de docenten. De overstap van de humaniora naar het eerste jaar wordt extra begeleid. Tijdens je studie heb je hier alle faciliteiten, en je wordt geacht daar ook gebruik van te maken. Op je eentje alles zitten blokken is er eigenlijk niet bij. Groepswerk wordt sterk aangemoedigd. Je krijgt een opdracht, een stuk of wat computers, en je begint er aan. Vaak beschik je niet over de bagage om dé oplossing te vinden, maar je leert wel heel creatief de best haalbare oplossing benaderen.” Floor en Roy spreken enthousiast over hun studie in Delft, en niet zomaar omdat ze ‘die journalist’ een lekker stukkie willen doen schrijven. Ze menen wat ze zeggen. Maar waarom zijn ze eigenlijk zo gebeten door de luchtvaart? Roy: “Ik was bij de luchtkadetten van België, en dus sowieso geboeid door de luchtvaart. Een artikel in Eos en een bezoekje aan de contactdagen hier in Delft hebben me overtuigd.” En Floor: “Ik was van jongsaf al heel geïnteresseerd in alles wat met luchtvaart te maken had, maar ja, ik moest vanaf een gegeven moment een bril dragen, en toen kon ik mijn droom om str aaljagerpiloot te worden wel vaarwel zeggen. Maar mijn keuze voor deze opleiding is zeker geen dan-maar-Delft. De manier waarop je hier met luchtvaart geconfronteerd wordt, met alle aspecten, is bijzonder meeslepend.” Dat laatste kan ik nu begrijpen.
Roy Campe en Floor Heylen: ‘Zowat elke student is lid van een studievereniging. Die wordt gerund door een handvol ouderejaars, die hun studie een jaar onderbreken, en die daar ook voor betaald worden door de universiteit.’
loopt momenteel bij Bouwkunde. Leren Onderwijs is business geworden, graag of de docenten, in kleine groepjes, dan ontwerpen wordt daar op een heel nieuniet. MIT en Princeton plannen een wordt het iets anders. Maar in het algewe manier aangepakt. Vroeger waren de dépendance in Europa, en ze gooien daar meen de voorkeur geven aan contactondocenten en de verschillende fasen in het 800 miljoen dollar tegenaan. Tegen zoiets derwijs is eenvoudig achterhaald. Ik ontwerp sterk van elkaar gescheiden, moet je niet willen concurreren met een beweer ook niet dat ICT een toverstokje waardoor één en ander vaak minder goed computertje of twee, en een website van is. Maar ik beweer wel dat je met ICT als verliep.” drie pagina’s. Je moet er van uitgaan dat instrument binnen een resoluut nieuwe “Van de student wordt verwacht dat je over een paar jaar te maken krijgt met onderwijsvisie, betere resultaten boekt. hij kennis toevoegt aan het kennismastudenten die even goed een diploma ICT is trouwens méér dan alleen maar nagementsysteem. De stueen instrument. Het is denten worden ingedeeld ‘Ik word soms niet goed van dat romantisch gezwets over de verongeen ‘elektronische versie in groepen, en iedereen derstelde waarde van contactonderwijs. Na twee weken is de van een boek’ of zo. Het heeft een eigen taak. Eenretentiewaarde van een hoorcollege teruggevallen op 5 procent’ gaat om een herdefiniëtje is scout, een andere zal ring van de deelnemers modereren, nog een andere is editor, van Princeton kunnen halen als één van aan het leerproces, héél ingrijpend dus. enzovoort. Iedereen produceert dus een Delft - ik heb het even niet over de finanJe moet er ook rekening mee houden dat individuele bijdrage, die in zijn portfolio ciële drempels. Dàt is de r ealiteit.” de student van nu een heel ander iemand komt. Op die manier leert hij niet alleen “Ik word soms niet goed als ik d at is dan pakweg een student van 20 jaar omgaan met de nieuwe media, maar hij romantisch gezwets hoor over de verongeleden. Een student die nu begint, heeft wordt ook veel effectiever voorbereid op derstelde waarde van contactonderwijs. al 18.000 uur tv gekeken, en 6.000 uur zijn latere beroepsomgeving, die heel Ik zal je wat zeggen: na twee weken is de computer. Je mag hem dus stilaan gaan sterk gericht is op samenwerking. Ook retentiewaarde van een hoorcollege, dus beschouwen als een homo zapiens. Je dàt is een deel van het leerproces.” wat je er van overhoudt, teruggevallen moet daar niet over zeuren, je moet die op 5 procent ... Ik voel er niets voor om gewijzigde situatie gewoon gebruiken. Geen romantiek dat te idealiseren. Pas op: als contactonDaar moet je als onderwijsplanner reke“De TU ziet haar ICT-implementatie derwijs iets unieks is, bijvoorbeeld wanning mee houden. Het zijn boeiende tijbehoorlijk grootschalig. Dat moét ook. neer je beschikt over heel gespecialiseerden voor ons, hoor ...”
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
7
DOSSIER TU DELFT
Verwant, maar anders: de universiteitsbladen
“Geen flut-bedrijfsblaadje” Ludo Meyvis Uiteraard moeten we ook op bezoek bij de collega’s van de universiteitsbladen. Delft heeft er t wee: ‘Delft Integraal’, en ‘Delta’, dat zo’n beetje een kruising is tussen Campuskrant en Veto (met exc uses aan alledrie de betrokkenen). Kees Versluis is de hoofdredacteur van Delta. Hij huist met de staf van het blad in het hoofdgebouw van de universiteit. “Maar toch zijn we er redactioneel heel onafhankelijk van”, voegt hij er aan toe. “We hebben een statuut waarin die onafhankelijkheid gegarandeerd wordt. Nog niet zo lang geleden werd daar wel een paragraafje aan toegevoegd, waarin staat dat we ‘het belang van de universiteit als geheel niet mogen schaden’. Dat zou je kunnen beschouwen als een stok achter de deur, maar in de praktijk valt het met de verhouding met de universitaire gezagsdragers heel goed mee. Ik had wekelijks een briefing met de vorige grote baas, de voorzitter van het College van Bestuur. Ik hoop dat ik met zijn opvolger even goede contacten kan opbouwen.”
maat illustreert dat. Er wordt meer belang gehecht aan die een unieke sociale rol. Ongeveer 40 procent van de PR, waardoor we op onze hoede moeten zijn voor onze studenten is er lid van, en vaak is dat de basis van l evensonafhankelijkheid. Als we dan een stuk brengen over de lange banden. Die kunnen dan weer invloed hebben op je slechte behuizing van buitenlandse studenten, wordt latere job, want het gaat vaak om een heus netwerk. Misons dat niet in dank afgenomen, ook al brengen we schien zal de invoering van de BaMa-structuur dat wat slechts verslag uit van een f eitelijk bestaande toestand. tegenwerken, want je krijgt nu na drie jaar uitstroom De MUB heeft ook de democratisering duidelijk terugge- naar andere universiteiten. Dat zou de rekrutering van schroefd. De medezeggenschap van studenten in bestuursleden toch wel kunnen inperken. Een tweede bestuurszaken is verminderd. Anderzijds hebben de stu- uniek Delfts fenomeen: de architectuur van de bibliodenten tegenwoordig wél meer invloed in gebieden die theek ... En het derde: het feit dat er zoveel mannen rondhen rechtstreeks aanbelangen.” lopen. Delftse studenten staan nogal bekend als botteri“Nederken, wat misschien wel een landse uni‘Openheid is altijd te verkiezen boven geheimdoenerij en hoerabeetje waar is. Dat komt versiteiten berichten. Geen hond die daar nog in gelooft. Openheid komt waarschijnlijk. doordat er zijn, denk ik, de universiteit altijd ten goede.’ zo weinig vrouwelijke stutoch al wat denten zijn. Dat geeft een zakelijker ingesteld dan Vlaamse. Dat zie je bijvoorbeeld eigen sfeer, ietsje ruiger misschien dan elders, maar daarook aan het gemak waarmee hier iemand van buiten de om nog niet slechter. Sommige ‘zachtere’ ingenieursrichuniversiteit aan de top gezet wordt. Maar je moet oplettingen, zoals bijvoorbeeld architectuur of industrieel ontten: een universiteit is geen bedrijf, ook al sijp elen er werpen, corrigeren dat beeld een beetje. Die lui zijn bedrijfsideeën binnen.” anders gekleed, ze zijn creatiever ingesteld en zo, maar “Wat de unieke eigenschappen van Delft zijn? Ik zou toch, Delft als geheel blijft een mannenwereld.” toch denken aan de studentenverenigingen. Hier en in Leiden, veel meer dan in andere universiteiten, vervullen www.delta.tudelft.nl
Contacten en contracten via wetenschapsjournalistiek
Delft Integraal: ongenadig kwaliteitsblad Ludo Meyvis
Geen flut
“We werken met vijf voltijdse mandaten, of FTE’s, verdeeld over 8 of 9 p ersonen. Daarnaast beschikken we over een groep freelancers - meestal studenten zonder al te veel journalistieke ervaring. Dat betekent flink wat redactiewerk voor ons, maar anderzijds zijn zij de echte ogen van Delta in de studentenwereld. Onmisbaar, dus.” “We brengen echt wel niéuws, en dat wordt ook gewaardeerd door de commerciële pers, die Delta heel vaak als bron citeert. Delta omvat een mix van studentennieuws, berichtgeving over institutionele ontwikkelingen en wetenschap. Wat dat laatste betreft, vissen we natuurlijk in het vijvertje van Delft Integraal, dat het alleenrecht op sommige publicaties opeist, niet altijd tot ons genoegen. Anderzijds kunnen wij korter op de bal spelen, en daar geven sommige wetenschappers blijkbaar toch wel de voorkeur aan. Het nadeel is dan weer d at sommige onderzoekers zo hun eigen idee hebben over hoe hun onderzoek verwoord moet worden, en dan moeten we hen beleefd duidelijk maken dat een goeie onderzoeker nog geen goeie journalist is.” “De afgelopen jaren zijn een beetje woelig geweest. Op een bepaald ogenblik heeft het College van Bestuur zelfs overwogen om van Delta zo’n flut-bedrijfsblaadje te maken, maar die onzin hebben we gelukkig kunnen voorkomen. We hadden misschien wat te openlijk bericht over een conflict binnen het College van bestuur, maar ja, dat hoort óók bij onze journalistieke opdracht. Openheid over dat soort zaken is altijd te verkiezen boven geheimdoenerij en hoera-berichten. Geen hond die daar nog in gelooft. Openheid komt de universiteit altijd ten goede.” Mannenwereld
“Delft verandert”, zegt Versluis. “De overheid legt een nieuwe werkwijze op, die duidelijke gevolgen heeft. Vooral de MUB, of Modernisering Universitair Bestuur, een wet uit 1997, heeft ertoe geleid dat universiteiten meer een ondernemingsklimaat gekregen hebben. Dat merk je niet alleen op het formele vlak, maar ook het kli-
Een parallel voor ‘Delft Integraal’ kunnen we zo gauw niet bedenken. Het is een e igengereid wetenschapsblad van hoog niveau, dat gerund wordt door hoofdredacteur Philip Broos en eindredac teur Ben Herbergs, twee merkwaardige heren die je zo op het eerste gezicht niet zou verwachten in deze omgeving. “Wij brengen alleen wetenschappelijk nieuws,” benadrukt Philip Broos. “Als iets al in Nature gestaan heeft, doe ik er niks meer mee. We brengen alléén primeurs. Daarom willen anderen onze spullen zo graag overnemen. We letten er ook goed op dat we geen lucht publiceren. Het moet gaan om wetenschappelijke verwezenlijkingen, niet om vage plannen.” Hallo, met Rio
“De impact van Delft Integraal is behoorlijk groot, mag ik wel zeggen. Dat realiseer je alleen door heel streng toe te zien op wat je opneemt. Ik s chat dat maximaal een vijfde van onze gesprekken effectief een artikel oplevert. Maar die lat moet echt wel zo hoog blijven.” “Met onze Engelse versie, Delft Outlook, bereiken we de internationale pers en internationale academici en bedrijven. Dan is het natuurlijk wel verrassend als een gespreksparner ons een paar weken later belt met het bericht dat hij een bestelling uit India ontvangen heeft voor zijn ontdekking, want een Amerikaanse krant had iets van ons overgenomen, en dat was dan weer in ee n blad in India verzeild geraakt. Of een docent van Delft die plots twee weken naar Rio uitgenodigd wordt ... Onze bladen leiden tot contacten én contracten, zou je dus kunnen zeggen.” Ben Herbergs is een door de wol geverfde journalist, een veertiger met de uitstraling van: ‘ Mij maak je niks wijs’. Dat blijkt nog te kloppen ook. “Delft Integraal eist absolute prioriteitsrechten,” verklaart hij, mij in ni et geringe mate tot watertanden aansporend. “Als iemand zijn verhaal in ons blad kwijt wil, moet hij akkoord gaan
8 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
met een embargo. Misschien klinkt het wat hard, maar alleen zo kunnen wij garanties bieden voor de inhoud van ons blad. En het slaat heel goed aan.” Boerenlulletjes
“Onze manier van werken betekent dat we heel vaak de boer op gaan, gewoon aankloppen in een lab, op zoek naar nieuws. We zitten heus niet te wachten tot iemand met zijn verhaal komt aandragen. We gaan pràten, gewoon op zijn boerenlulletjes”, verduidelijkt Ben Herbergs. “Je moet het vooral zover zien te krijgen dat zo’n wetenschapper alles heel duidelijk uitlegt, zonder meteen met dooddoeners op de proppen te komen. Als ik niet begrijp waar zo iemand het over heeft, dan snappen de lezers het ook niet. Dat werkt. En de universitaire overheid ziet ons blijkbaar ook wel zitten. We werken met een budget van 1 tot 1,5 miljoen gulden, en dat is aardig wat. Maar ja, we brengen dan ook ongenadige kwaliteit.” Delft Integraal is een blad met karakter, iets minder onconventioneel dan zijn redacteurs misschien, maar absoluut een tijdschrift met een eigen gezicht. Het oogt mooi, schuwt complexe onderwerpen niet, brengt lange artikels, overvloedig geïllustreerd, in een prachtige layout. Het verschijnt zesmaal per jaar op ongeveer 34.000 exemplaren. En een knipoog kan ook, getuige de rubriek Delfstof, waarin een bloemlezing gebracht wordt van de intellectuele spielereien die onder het mom van ‘ bijgevoegde stellingen’ veel Delftse dissertaties opfleuren (zie kaderstukje op pagina 9 -red.). www.delftintegraal.tudelft.nl
ONDERWI JSVERNI EUWING
Stellingen uit Delft Begeleide zelfstudie in de wijsbegeerte Skiën is een watersport In ‘Het p aard van Damocles’ (Rotterdam, Beta Imaginations, 2000) verzamelde Ben Herbergs een reeks ‘laatste stellingen’ uit Delftse dissertaties. Van een vroegere bundel, ‘De beste stellingen zijn van hout’ (1995), werden meer dan 30.000 exemplaren verkocht. Wij lezen bloem, en u begrijpt m eteen het waarom van dit succes. - Wie structureel overwerkt, doet zich slimmer voor dan hij is (Jeroen Kluck). - Hoe vager de functieomschrijving, hoe hoger het salaris (Alan Hanjalic). - Als Mozes lid van een commissie was geweest, zouden de joden nog in Egypte zitten (Christiaan Jacob Quaak). - Het woord ‘atoom’ moet worden vervangen door ‘toom’ (V.M.E. S chenkeveld). - Niet alle kinderen van de melkboer zijn buitenechtelijk (A.A. B ellekom). - Opportunisme is de voorbode van corruptie (P.D.J. Hoppesteyn). - Het afbeelden van engelen met vleugels suggereert dat er een atmosfeer is in de hemel (A.H.W. Bos). - Het kerstpakket zegt meer over een organisatie dan het jaarverslag (E. Vegter). - Het veelgehoorde argument ‘Ik heb geen tijd’ heeft pas enige overtuigingskracht nadat de spreker ervan is overleden. En zelfs dan is het discutabel (T.J.C. van Terwisga). - Een verdieping is een verhoging (G.P.C. van Oosterhout).
Filosofie voor beginners Anne-Mie Jaspers Het project ‘begeleide zelfstudie in de wijsbegeerte’, gerealiseerd door Jos Decorte, Toon Braeckman, Bart Raymaekers en Benjamin Steegen, betreft de cursus Fundamentele Wijsbegeerte voor eerste kandidatuursstudenten van verschillende richtingen in Humane wetenschappen, en is tot onze grote verbazing vooral een ... boek. Het vak Fundamentele wijsbegeerte richt zich tot een zeer grote en gedifferentieerde doelgroep: niet enkel filosofen in spe, maar vooral ook een heleboel studenten die een andere richting gekozen hebben en voor wie wijsbegeerte één van de zogenaamde ‘verplichte vakken’ is. De samenstellers van het nieuwe handboek wilden dan ook komen tot een werk dat voor de docenten van de verschillende faculteiten Humane wetenschappen bruikbaar zou zijn en w aaruit zij, naargelang hun domein en hun voorkeur, items zouden kunnen selecteren. De onderwerpen in het cursu sboek werden daarom geselecteerd op basis van hun relevantie voor de ‘grondvragen’ van de menswetenschappen. Uiteindelijk kwam men tot vier thema’s: ‘Wie of wat is de mens?’- wijsgerige antropologie, ‘Wat kan ik kennen?’- kenleer, ‘Wat mag ik hopen?’- metafysica, en ‘Wat moet ik doen?’ - ethiek. Door deze selectie vallen andere onderwerpen natuurlijk wel onvermijdelijk uit de boot. En ook de vr aag ‘Wat is filosofie?’ lijkt op de achtergrond te blijven: pas helemaal op het einde van het boek, in de nabeschouwing, wordt hier dieper op ingegaan, maar op die manier - na een h eleboel voorafgaand ‘gefilosofeer’- wordt dan ook echt duidelijk in welk opzicht de filosofie relevant kan zijn voor een universitaire opleiding. Ook elektronisch!
Voor elk van de vier thema’s werd geopteerd voor een historische opdeling - alle filosofie draagt immers de stempel van haar tijd, waardoor geen enkel filosofisch probleem ooit als ‘definitief afgehandeld’ kan worden beschouwd. Concreet valt elk thema uiteen in drie periodes: Oudheid en Middeleeuwen, Moderne Tijd, en Hedendaagse Tijd. H et cursu sboek bevat zo twaalf onderdelen waarin telkens één thema in één periode aan bod komt, en waaruit docenten in functie van de doelgroep en eigen accenten lesonderdelen kunnen selecteren. Daarnaast loopt er doorheen de vier thema’s telkens
een rode draad: in Oudheid en Middeleeuwen wordt verwezen naar een ‘fundament’ dat ‘buiten en boven de mens’ ligt; in de Moderne Tijd vindt de mens dat fundament in zichzelf als ‘subject’; en in de Hedendaagse Tijd verbrokkelen zowel het fundament als het subject zelf, waardoor de traditionele problemen en antwoorden opnieuw geformuleerd moeten worden.
Voor verdere zelfstudie bevat het boek na elke paragraaf een korte samenvatting en enkele vragen, die de student kunnen aanzetten tot grondiger en actiever verwerken van de leerstof. Het boek omvat ook een lexicon van filosofische begrippen, een personenregister, een zaakregister en een tijdstafel. Samen met het handboek kan gebruik worden gemaakt van een elektronische leeromgeving, op het eigen Toledo van de K.U.Leuven - Toetsen en Leren Doeltreffend Ondersteunen, of het elektronisch toets- en leerplatform van de universiteit. De online ondersteuning stelt aanvullende teksten beschikbaar, en studenten kunnen er via onder andere vragenreeksen over de filosofische basiskennis en een vraagbaak hun laatste twijfels kwijt. Maar alle websites ten spijt, willen wij toch graag even concluderen dat Fundamentele wijsbegeerte een interessant en intelligent samengesteld boek is, dat jammer genoeg tijdens onze studentenperiode nog niet bestond. De online ondersteuning is enkel toegankelijk voor studenten die officieel zijn ingeschreven voor het vak. Inloggen op Toledo kan vanaf elke pc met een internetaansluiting en een browser. toledo.kuleuven.ac.be
advertentie
- Het zou goed zijn voor het milieu als de uitlaat van de auto of brommer aan de voorkant zou worden geplaatst (M.A. Van). - 1.176.470.558.235.294 is het kleinste positieve, gehele getal waarvoor geldt dat wanneer het eerste cijfer naar achteren wordt verplaatst, het nieuw gevormde getal exact anderhalf maal zo groot is als het oorspronkelijke (R. van Beers). - Gemeten naar het aantal onopgeloste vraagstukken, raakt de wetenschap steeds verder achterop (A.H. Lobbrecht). - Onderzoek bewijst dat humor significant leuker is (M.A.Gutiér rez de la Merced).
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
9
PERSONEEL
Wie verdient beter? Het project Functiewaardering: personeelsbeleid op nieuwe wegen Ludo Meyvis Wie een aantal maanden geleden de onderhandelingen in het onderwijs gevolgd heeft, herinnert zich wellicht nog de naam HAY, het adviesbureau dat toen verantwoordelijk was voor een uitvoerige loonstudie. Sinds enkele weken zijn er nu ook consultants van Hay aan het werk in onze universiteit. Gaan we binnenkort dan ook allemaal meer verdienen? We vroegen het aan professor Bert Overlaet, Algemeen Directeur Personeel.
CK: En? Bert Overlaet: “Het personeelsbeleid van onze universiteit is even complex als de organisatie zelf. Naarmate de universiteit evolueert, moeten ook de instrumenten van het personeelsbeleid worden aangepast. Met het Hay-project willen we een aantal basisinstrumenten uitbouwen, die absoluut nodig zijn voor een vernieuwd personeelsbeleid. Het project zal ons mogelijkheden bieden om in de komende jaren op een aantal nieuwe uitdagingen een antwoord te geven.” CK: Hay wordt toch geassocieerd met verloning? “Hay is een internationaal bedrijf van Amerikaanse oorsprong dat marktleider is inzake de weging van kad erfuncties. Zij hebben daarbij niet enkel ervaring in commerciële bedrijven, maar ook in overheids- en non-profit organisaties. De bedoeling van dit project is om een onderzoek te doen naar de functiebeschrijving en functiewaardering van het ATP-personeel van niveau A, dus vanaf graad 7. De resultaten zullen gebruikt worden voor het uitbouwen van ons verlonings- en promotiebeleid. Het project omvat ook een luik over competenties dat nuttig zal zijn voor selectie en ontwikkeling.” CK: Waarom enkel ATP van niveau A? “Dat is een snel groeiende groep aan
onze universiteit, en bovendien de groep met de meest uiteenlopende functies. Vooral bij deze groep ontbreekt een extern referentiekader om onze verloning op af te s temmen. Bij die groep is het ook belangrijk om competenties proactief te beheren. Maar ik kan de an deren geruststellen. Tijdens het project zullen ook functies van graad 6 meegenomen worden, om het in de toekomst mogelijk te maken de oefening uit te breiden naar alle andere niveaus van het ATP. Op langere termijn lijkt het mij zelfs zinvol om dezelfde methodiek te gebruiken voor het AP. Maar dan spreek ik over een termijn van enkele jaren. Vergeet niet dat dit project jarenlang voorbereid is door een werkgroep FUWA - kort voor FUnctieWAardering - binnen de schoot van het Comité Personeelszaken of KPZ .” Weight watchers
CK: Wat staat er concreet te gebeuren? “Het project omvat drie fasen. In de eerste fase zal een representatief staal van functies beschreven worden met behulp van de Hay-methodiek. Die legt de nadruk op verantwoordelijkheden resultaten - en nodige competenties. We mikken op ongeveer een honderdtal personeelsleden, die we zullen uitnodigen voor een workshop. Op het einde van de eerste fase beschikken we over 100 concrete functiebeschrijvingen die een representatieve weergave vormen van
het ATP op niveau A. Die functies worden dan herleid tot een aantal functiefamilies, groepen van functies met vergelijkbare resultaatgebieden en vergelijkbare competenties.” CK: Horen we daar ‘uitnodigen’? “Inderdaad, het hele project wordt niet door Hay uitgevoerd boven onze hoofden heen. Zowel het opstellen van de functiebeschrijvingen als de herleiding tot functiefamilies gebeurt samen met de betrokkenen, niet met alle 510, maar toch met een belangrijke selectie. Het heeft geen zin een dergelijk project uit te voeren zonder dat dit gedragen wordt door de hele organisatie. Daarom is er ook een stuurgroep aangesteld door het Gebu, die onder leiding van de Algemeen Beheerder het project in goede banen moet leiden. Op regelmatige tijdstippen willen wij informatie verstrekken over de resultaten van het project. De kans is dus groot d at u in de komende maanden op een directe manier met het project in aanraking komt.”
ter al lang om, ook aan onze universiteit. Het kan geen k waad om dat ook tot uitdrukking te brengen in ons personeelsbeleid.” CK: Je bedoelt: meer be talen? “Dat brengt me bij de derde fase: de loonstudie. Hay zal een gedetailleerde vergelijking maken tussen de loonvoorwaarden aan de K.U.Leuven en die in de buitenwereld. Dit onderdeel van het project kan je vergelijken met wat er voor het onderwijs is gebeurd. Voor elk niveau van elke functiefamilie zullen we kunnen vaststellen hoe goed wij eigenlijk verlonen. Mensen denken misschien: ‘Aha! Nu gaat blijken dat de universiteit maar pover betaalt!’ Persoonlijk verwacht ik dat niet. Ik denk dat de conclusie minstens even genuanceerd zal zijn als voor het onderwijs: onze verloning is zeker niet bij de hoogste, maar in het algemeen is ze ook niet zo slecht als vele mensen denken. Door onze ervaring in de selectiesfeer kennen we onze relatieve positie vrij goed .” Hamvraag
CK: Maar we waren nog maar aan de eerste fase ... “In een tweede fase zullen voor elke functiefamilie de typische functies ‘gewogen’ worden, dat wil zeggen bepaald hoe ‘zwaar’ de functie is. De functiezwaarte is een uitdrukking van de verantwoordelijkheid, de moeilijkheidsgraad of de complexiteit van de functie, de autonomie, enzovoort. Dat wordt uitgedrukt in een puntenschaal, die door Hay is ontwikkeld, en die het ons mogelijk maakt om onze functies zowel intern als extern te vergelijken. Uit een voorstudie bleek dat het feitelijke gewicht van een functie erg kan verschillen, ook al gaat het om functies met dezelfde naam. De ene informaticus is bijvoorbeeld de andere niet. De Hay-methodiek vormt een objectieve basis om functies met elkaar te vergelijken.”
foto: Rob Stevens
Algemeen directeur Personeel Bert Overlaet: ‘Mensen denken misschien: “Aha! Nu gaat blijken dat de universiteit maar pover betaalt!” Persoonlijk verwacht ik dat niet.’
10 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
CK: Het klinkt bijna alsof we een gewoon bedrijf zijn . “Ik begrijp dat een oefening zoals deze hier en daar mensen ongerust kan maken. We zijn misschien niet gewoon om te denken in termen van verantwoordelijkheden en resultaten. Maar niet wat je doét is belangrijk, wel wat je bereikt. In de praktijk draait het daar ech-
CK: Zeg het nu eens duidelijk: gaan we nu allemaal meer verdienen? “Als dat de verwachting is, moet ik het enthousiasme toch wel even temperen. Met dit project werken we in de eerste plaats een beleidsinstrument uit. Het belang daarvan kan niet onderschat worden. Over de implementatie van dit instrument, dat wil zeggen de concrete gevolgen voor iedere individuele medewerker, zullen wij ons moeten buigen naarmate de resultaten van het project opgeleverd worden, samen met het universiteitsbestuur. Zelfs wanneer op individueel niveau belangrijke discrepanties vastgesteld zouden worden, zullen er prioriteiten moeten worden gesteld. Ik geloof niet in een ‘big bang’-scenario, waarin alles in één klap wordt aangepast. De universiteit heeft daar trouwens gewoon de middelen niet voor.” “Daarnaast gaat het ook om meer dan verloning. Dit project zal ons bijvoorbeeld input geven voor een nieuwe loopbaanstructuur, die we in overleg met de personeelsvertegenwoordiging zullen opstellen. Rome en Parijs zijn ook niet op één dag gebouwd. Wat we nu nodig hebben is een enthousiaste maar rustige geest, en de vastberadenheid om geleidelijk verder te gaan op de ingeslagen weg.”
DE WERKPLEK
Anne-Mie De Leyn, hoofdverpleegkundige Multidisciplinair Borstcentrum
In België wordt bij één op tien vrouwen in de loop van haar leven borstkanker vastgesteld. De Vlaamse overheid startte een poos geleden met een programma voor borstkankerscreening, dat de drempel voor regelmatig mammografisch onderzoek moet verlagen. Een vroegtijdige diagnose en behandeling vergroten namelijk de kans op genezing en borstsparende ingrepen. Het Multidisciplinair Borstcentrum in het UZ Gasthuisberg is één van de vijf erkende screeningscentra in Vlaanderen. Wanneer bij een screening een afwijking wordt vastgesteld en de kwaadaardigheid niet met zekerheid kan worden uitgesloten, kan de patiënte voor verdere diagnose, opvang en behandeling terecht bij een gespecialiseerd team. Dat bestaat uit chirurgen, gynaecologen, radiologen, een anatoom-patholoog, medische oncologen, verpleegkundigen en paramedici. Dit team werkt sinds jaren samen rond een overeengekomen protocol inzake patiëntenzorg, dat regelmatig wordt bijgestuurd in functie van nieuwe ontwikkelingen in borstkankeronderzoek en -therapieën. Anne-Mie De Leyn is al 24 jaar hoofdverpleegkundige van Oncologische Heelkunde, de afdeling waarvan het Borstcentrum deel uitmaakt.
Uit een recente stress-enquête onder het UZ-personeel bleek dat op deze afdeling zowel de stress als de jobtevredenheid zeer groot is. D at hoeft geen contradictie te zijn. “Op deze afdeling krijg je te maken met én kanker én chirurgie én mutilatie, wat het bijzonder zwaar maakt voor patiënt en personeel. Maar we hebben in de loop der jaren een protocol ontwikkeld waar iedereen achter staat en zich goed bij voelt. Voor het zorgpad van eerste raadpleging tot en met operatieve behandeling zijn er normen die door het hele team mee worden bewaakt we willen continuïteit in de patiëntenzorg realiseren. We laten ondertussen ook wetenschappelijk onderzoeken of we goed bezig zijn. Dat alle leden van het team zich betrokken voelen bij de organisatie-ontwikkeling, en dat er respect is voor elkaars standpunten, zorgt voor een goed werkklimaat in onze kleine kern.” “Oncologie was destijds niet mijn eerste keuze, en zo jong al hoofdverpleegkundige zijn ook niet. Maar ik heb het mij nog niet beklaagd. Het gaat hier om zeer uiteenlopende kankerpathologieën, en in de jaren waarin de afdeling zich op oncologische chirurgie ging profileren, heb ik hier nieuwe en experi-
mentele operatieve therapieën zien ontwikkelen. In mijn beginperiode als hoofdverpleegkundige was ik vooral verpleegkundige en bleef er nauwelijks tijd voor de praktische organisatie en de ontwikkeling van procedures voor een optimale patiëntenzorg. Dat was lange tijd een bron van frustratie: het gevoel geen progressie te maken, eerder de processie van Echternach te lopen. Nu heb ik voldoende routine in de medische én organisatorische taken om mijn tijd evenwichtig te kunnen verdelen over die twee zaken.” “Van de 500 patiënten per jaar zie ik er toch een 200-tal zelf, maar ik hou nu ook tijd over voor verbetering en verdere ontwikkeling van de organisatie, en om nieuwe mensen op te leiden zodat zij daar snel in kunnen meedraaien. Het ene kan niet zonder het andere. Je kan geen patiëntenzorg organiseren en verbeteren, nieuwe verpleegkundigen coachen, of zelfs maar goede werkverdelingen opstellen voor je collega’s, zonder te weten wat die zorg fysiek en mentaal voor hen betekent. Dat is bovendien sterk afhankelijk van pathologie en toestand van de patiënt, en daar moet ik voeling mee houden.” (kv)
Heverleese campussen worden verkeersarmer Vanaf 2 januari geldt in domeinen Arenberg III en Kasteelpark Arenberg een nieuw verkeersplan, dat vooral fietsers vrije baan wil geven en de auto naar de insteekparkings dwingt. Danny Van Herck, hoofd van de C entrale Logistieke Diensten: “Het wild parkeren en de toevloed van auto’s zorgden voor gevaarlijke toestanden: geregeld ongevallen met fietsers, de doorgang voor hulpdiensten versperd. De academische overheid vroeg ons om een verkeersplan dat de veiligheid van alle weggebruikers zou verhogen. En natuurlijk kadert de nieuwe verkeerssituatie ook in het algemene mobiliteitsplan van de universiteit, dat verkeersstromen en parkeergedrag moet helpen sturen. Hoewel daarover regelmatig overleg is met de Stad Leuven, bleken hier geen wijzigingen nodig in de aansluiting met het verkeer op de openbare weg.” Selectief
Campus Arenberg III aan de Celestijnenlaan, met onder meer de departementen Wiskunde, Scheikunde en Fysica, wordt autoluw. De verkeerslus rond het domein geeft toegang tot de verschillende parkings, de hoofdweg in het domein mag wat autoverkeer betreft enkel gebruikt worden door hulpdiensten en leveranciers. Het domein Kasteelpark Arenberg zal op termijn alleen nog gedeeltelijk toegankelijk zijn voor auto’s via de inrit aan het Kan-
tineplein. Ook hier leidt de verkeerslus naar de hoofdparking, en vandaar kan het enkel eenrichting naar de Celestijnenlaan. De andere wegen zijn door middel van verzinkbare palen selectief toegankelijk gemaakt , met name voor personeel dat over de nodige magneetkaart beschikt. Mich Vanderwegen van het studiebureau Buiteninfrastructuur van de Technische Diensten: “De keuze voor verzinkbare palen in plaats van slagbomen, aan de in- en uitritten van de zone met toelating, moet vooral het fietsverkeer vergemakkelijken en het de zachte weggebruikers aangenamer maken. Er mag weliswaar op bepaalde plaatsen nog langs de weg geparkeerd worden, maar het verkeersplan en de buitenaanleg zijn er ook op gericht het parkkarakter van het domein te bewaren. De verdere ontwikkelingen op Campus Arenberg III zullen telkens geënt worden op de nieuwe verkeerssituatie, zodat de verkeersarme zone systematisch verbeterd wordt.”
aties vermeden kunnen worden. En tegelijk moet het gebruik van de fiets voor verplaatsingen tussen Leuven en Heverlee gestimuleerd. In de fietsenstalling op de parking van de Centrale Diensten, aan de de Croylaan in Heverlee, staan overigens ook dienstfietsen ter beschikking van het personeel. Wat het mobiliteitsplan en de nieuwe verkeerssituatie in Heverlee in het bijzonder beogen, is in de eerste plaats een mentaliteitswijziging inzake autogebruik: het is niet vanzelfsprekend dat de auto je overal tot vóór de deur brengt. Dat hoeft nog niet te betekenen dat wie met de auto komt, verloren moet lopen. Stefaan Standaert, verantwoordelijk voor de signalisatie: “Bezoekers die met de auto komen, worden naar de centrale parking(s) geleid, waar ze overzichtsborden zullen vinden die hen wegwijs maken in de verschillende huisnummers. Die staan groot en dus duidelijk zichtbaar op de buitenkant van de gebouwen. De signalisatie in de gebouwen, dan weer, moet de gebruikers tot op de plaats van bestemming brengen.” (kv)
Signalisatie
De selectieve toegankelijkheid van de campus Kasteelpark Arenberg maakt het mogelijk een maximaal aantal wagens toe te laten - de faculteiten moeten zelf uitmaken aan wie ze die plaatsen toekennen. De bedoeling hier is niet alleen de campus autoluwer te maken, maar ook en vooral het parkeergedrag te sturen zodat onveilige situ-
Info: (t)2 20 00 Centrale Dispatch, www.kuleuven.ac.be/campusdiensten Dienstfietsen kan je reserveren via t(016)32 11 11 (C entrale Diensten) of t(016)32 41 05 (Algemeen Beheer)
De verkeerslus rond Campus Arenberg III geeft toegang tot de parkings, de hoofdweg
Het domein Kasteelpark Arenberg zal op termijn alleen nog gedeeltelijk toegankelijk zijn
mag enkel nog gebruikt worden door fietsers, hulpdiensten en leveranciers.
voor auto’s via de inrit aan het Kantineplein.
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
11
BETERE BOEKEN
Het lichaam (m/v)
Van naar binnen gekeerde man tot geoute vrouw Anne-Mie Jaspers
Als - wegens ook voor ons onduidelijke omstandigheden - tot ‘genderjournaliste’ gebombardeerde mens kregen wij deze keer de opdracht docente Kaat Wils, verbonden aan het Departement Geschiedenis van de Faculteit Letteren, te interviewen in verband met het recent onder haar redactie verschenen boek ‘Het li chaam (m/v)’, waarin de kijk op het mannelijke en vrouwelijke lichaam doorheen de tijden wordt geschetst - en wat bleek? Dat het een verdomd interessant boek is; en volgens onze bescheiden mening dan ook een prima cadeautip voor uw partner o nder de kerstboom het boek dan wee r, niet uw partner. Het lichaam (m/v) is het derde deel van de zogenaamde Alfred Cauchiereeks; een reeks opgestart door het Departement Geschiedenis in samenwerking met Universitaire Pers. Opmerkelijk hieraan is dat de verschillende delen tijdvakoverschrijdend zijn; met andere woorden: zowel docenten van middeleeuwse als moderne en hedendaagse geschiedenis werkten, elk vanuit hun eigen studiedomein, hieraan mee. Het gegrinnik voorbij
De genderthematiek is tegenwoordig erg ‘in’; en onder leken wordt over deze materie aardig wat afgegrinnikt . Laat ons dus misschien beginnen met even een duidelijke definitie van de term te geven. ‘Gender’ staat voor het geheel van sociale en culturele kenmerken van een sekse; uw en mijn genderidentiteit is dan het geheel van eigenschappen, gedragingen en voorkeuren waaruit onze sekse blijkt; en genderstudies richten zich op het bestuderen van sociale en culturele ontwikkelingen in de maatschappelijke positie van de seksen - en u voelt het nu al aankomen: bedoeling van dit boek is aan te tonen dat a. (aandacht voor) de genderthematiek van alle tijden is omdat dat het b. in principe over elke Fysiognomische
mens gaat. Kaat Wils: “Het boek is hoofdzakelijk een chronologisch historisch overzicht van de ontwikkelingen binnen de genderthematiek; met echter als onderliggende filosofie de stelling die de Amerikaanse historicus Thomas Laqueur in 1990 in zijn werk Making sex: Body and gender from the Greeks to Freud verdedigde, namelijk dat de biologische verankering van het onderscheid tussen man en vrouw pas dateert van de tijd van de Verlichting, op het einde van de achttiende eeuw.” Baarmoeder
Dit betekent dus dat onze moderne fixatie op het lichamelijke verschil tussen beide seksen helemaal niet zo oud is, aangezien het zuiver biologische onderscheid tussen beide achttien eeuwen lang niet belangrijk is geweest - in de Griekse traditie bijvoorbeeld was manof vrouw-zijn in de eerste plaats een kwestie van onder andere sociale status en rol. Vanaf de achttiende eeuw, stelt Laqueur, werd het ‘waarneembare’ lichamelijke verschil de basis voor het onderscheid tussen man en vrouw. Waar de vrouw tot dan toe slechts als een ‘naar binnen gekeerde’ en daarom ook inferieure versie van de man werd voorgesteld, kreeg men vanaf de Verlichting - bij wijze van spreken - oog voor de eigen biologische karakt eristieken van het vrouwelijk lichaam en werd het een absoluut onvergelijkbare entiteit. In dit boek onderzoeken dertien auteurs, elf daarvan verbonden aan het Departement Geschiedenis, de historische dynamiek tussen sekse en gender, met andere woorden: welke eigenschappen werden welke sekse in welke tijd toebedacht - én in hoeverre klopte die ‘opdeling’ in real life? Deze vraag wordt overigens vanuit verschillende cultur ele en maatschappelijke standpunten bekeken: door gewoon nog maar even de inhoudstafel van het boek te overlopen, merk je hoe iedere auteur - al dan niet thuis zijnde in de genderthematiek - het onderwerp vanuit zijn of haar domein benadert: van man of vrouw zijn in de antieke fysiognomiek en retoriek over profane cultuur, middeleeuwse denkers, de angst voor de vrouw die tot uiting kwam in de heksenvervolging tussen ca 1450 en 1800, en zelfs het literaire trio Tijl Uilenspiegel - Nele - Lamme, tot en met de hedendaagse echoscopie, in het laatste hoofdstuk ‘Een venster op de baarmoeder.’
derscheid dan weer ondersteunt. Toegegeven, als je het zo leest, is het bepaald iets anders dan A Christmas Carol (waarover geen kwaad woord overigens!), maar het kan ons inziens minstens even boeiende inzichten opleveren. ‘Het lichaam (m/v)’, onder redactie van Kaat Wils, Universitaire Pers Leuven, 2001
types uit ‘De humana phy-
Rode draad
siognomonia’
Tegelijkertijd vormt ook het contrast tussen een premodern en een modern lichaam de rode draad in dit boek het eerste een lichaam dat in de eerste plaats een soort ‘uithangbord’ was van uiteenlopende culturele betekenissen en verwijzingen binnen het grotere geheel, waarbij ‘gender’ geen synoniem was van ‘lijfelijke’ eigenschappen; het tweede - aansluitend bij onze hedendaagse cult uur - een lichaam dat zogezegd ‘op zichzelf’ staat maar door het geseksualiseerde karakter het genderon-
(1586) van Giovanni Battista della Porta: het bij uitstek mannelijke adelaarstype (boven) en het vrouwelijke,
Dokter Th. H. Van de Velde aan het werk met één van zijn patiënten, ter illustratie van de door hem voorgeschreven bekkengymnastiek. Van de Velde ‘s boek ‘De volmaakte vrouw’ uit 1933, waarin hij seksualiteit loskoppelde van voortplanting, werd een echte bestseller en betekende voor vele koppels een ware bevrijding.
want kwaadaardige uilentype (onder). Beide voorstellingen gaan terug op de antieke fysiognomiek.
De Buitenlandse Francqui-leerstoel, die jaarlijks bekleed wordt door een internationaal geleerde met grote uitstraling, werd dit jaar toegekend aan professor Joseph Appelbaum van de Tel Aviv University uit Israel. Op 8 november gaf hij de inaugurale lezing. Hij verricht vooral onderzoek rond fotovoltaïsche problemen, wat ook het o nderwerp is van de lezingenreeks die hij verzorgt in het kader van de Francqui-leerstoel. Het fotovoltaïsch effect, de omzetting van licht in elektrische ene rgie, met name via z onnecellen, heeft zeer belangrijke mogelijkheden op het vlak van milieuvriendelijke energiewinning. Meer informatie over de lezingencyclus:
[email protected], t(016)32 13 53. foto: Rob Stevens
12 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
ONDERZOEK
Echelon, Disney en de moord op Lumumba: zoek de code
Dszquphsbbg Cbsu Qsfoffm Ludo Meyvis
Waar u aan denkt bij het woord ‘cryptografie’ weten wij niet, maar in onze kinderlijke geest had het iets te maken met James Bond en allerlei spionnentuig. Dat bleek slechts gedeeltelijk te kloppen. Hoofddocent Bart Preneel is één van de ongeveer twintig s pecialisten aan onze universiteit die zich met dit relatief nieuwe en boeiende domein bezighouden.
maar ze houdt uiteraard ook gevaren in. Al wat handig is, zal ooit toepassing vinden, ook al is misbruik mogelijk. Op het vlak van omgang met en toegang tot informatie hebben de cryptografen een belangrijke taak, omdat zij precies moeten zorgen voor het evenwicht tussen handige inschakeling van informatie in de nieuwe technologie en het vrijwaren van privacy. Elektronische informatica-overdracht kan in principe “Cryptografie is een jonge discipline. In Leuven werd er ‘afgeluisterd’ worden, waardoor misbruik mogelijk voor de eerste keer iets aan gedaan in het midden van de wordt. Nu mag je dat ook niet overdrijven. Het is niet jaren ‘70, door professor René Govaerts, die begin volomdat een telefoon afgeluisterd kan worden, dat je de gend jaar emeritus wordt. Als techniek bestaat cryptotelefoon ook maar meteen moet afschaffen. Wel moet grafie natuurlijk al heel wat langer, maar het was altijd je zorgen voor een redelijke mate van privacy, en voor het domein gebleven van de overheid, niet van de acade- een instelbaar niveau van anonimiteit, en natuurlijk mische wereld. In de jaren ‘70 waren er in de Verenigde voor een goede wettelijke omkadering van in formaStaten enkele doorbraken in de theorie rond cryptogratieverzameling. Ik heb er geen moeite mee dat Delhaifie, waardoor het geheel wél interessant bleek voor de ze bijhoudt welke aankopen iemand doet, als hij daar universiteit. Toen professor Govaerts er in Leuven mee een voordeeltje uit kan halen. Maar het wordt al verbegon, was dat dus een heel visionaire stap.” velender als die informatie verkocht zou worden aan een marketing-bureau, en nóg erger als die informatie Cryptograaf Bart Preneel: “Je moet niet denken dat wij dageHash gekoppeld wordt aan zijn medische gegevens of zijn lijks te maken hebben met allerlei spionagetoestanden maar op “De beginperiode heb ik zelf niet meegemaakt. Ik ben in bank. En wié moet er over die informatie kunnen congressen lopen altijd wel een paar figuren met lange jassen 1987 afgestudeerd als Burgerlijk Elektrotechisch Werkbeschikken? De overheid? Bedrijven? Mijn concurrond die dan polsen wat we precies doen.” tuigkundig Ingenieur. Ik wilde een doctoraat maken in rent? Mijn werkgever? Dat zijn moeilijke vragen, die de sector van de medische signaalverwerking, maar daar bij ons echter nog niet voldoende tot een maatschappesluit. Dat zie ik in dit gebouw niet direct mogelijk ...” was op dat ogenblik geen vacature. Die was er wel bij lijk debat geleid hebben.” “Heel onverwacht werd ik onlangs wel betrokken bij professor Joos Vandewalle, die toen samen met professor “In de Verenigde Staten ligt dat heel anders, en we een stukje overheidscryptografie uit het verleden. ProfesRené Govaerts de secsor Manu Gerard van ons Departement Politieke Wetentie rond cryptografie ‘Op dit ogenblik vechten we tegen het lobbywerk van de grote filmmaatschappijen schappen en professor Luc De Vos van ons Departement leidde. Mijn doctoraat voor de Digital Millennium Copyright Act. Met die wet creëer je de dwaze toestand Geschiedenis en van de Koninklijke Militaire School ging over hash-funcdat een cryptograaf heel edelmoedig een algoritme kraakt om aan te tonen dat het vroegen mijn medewerking om een paar telexen te ontties, die gebruikt woronveilig is, om vervolgens de nor in te vliegen omdàt hij dat gedaan heeft.’ cijferen die in 1960 verstuurd werden tussen ons toenden in de compressie malig Ministerie van Afrikaanse Zaken en hun vertegenvan data tot heel korte strings. Met hash-functies zorg je zorgen er maar beter voor dat we ook bij ons duidelijk woordigers in Congo. De parlementaire Lumumba-comvoor een garantie d at er niet aan die data geknoeid wordt. positie kiezen voor of tegen bepaalde ontwikkelingen. In missie, die de eventuele betrokkenheid van de Belgische Je verzekert er dus de integriteit van je data mee. Op d at de VS bestaat bijvoorbeeld de gewoonte onder nogal wat overheid bij de moord op Lumumba moest onderzoeken, ogenblik was dat allemaal heel hot. Twee maanden nadat cryptografen om hun werk éérst voor te leggen aan de wilde weten wat daar precies instond. Het probleem was ik aan mijn doctoraat begonnen was, was ik al aan het NSA, de National Security Agency. Dat is een juridisch dat de telexen geëncrypteerd waren, weliswaar niet met werken aan een project voor S.W.I.F.T., voor de beveiliniet altijd even heldere overheidsinstantie, die onder een heel praktisch systeem, maar wel eentje dat me toch ging van financiële transacties dus.” meer gezorgd heeft voor Echelon, het wereldwijde captawel een paar slapeloze nachten bezorgd heeft. Gelukkig “Binnen Cosic, de afdeling van ESAT waar cryptotienetwerk voor dataverkeer - waardoor het in principe heb ik de hand kunn en leggen op een machine die bij de grafie bestudeerd werd, was op dat ogenblik de eerste mogelijk is om élk telefoongesprek, élke e-mail, élke fax codering gebruikt werd. Daarmee was de klus e chter nog generatie specialisten inmiddels uitgezwermd naar de op te vangen. Zijn wij bereid om onze publicaties eerst niet geklaard, maar ik kon vanaf toen wel snel opschieindustrie. De bestaffing was toen dus heel k lein, maar ze aan zo’n instantie voor te leggen?” ten. Uiteindelijk bleken de meeste telegrammen te gaan is gaandeweg weer vrij sterk gegroeid. Momenteel wer“Op dit ogenblik vechten we tegen de Disneys, de over financiële transacties. In een telegram werd aangeken we met zowat twintig mensen binnen Cosic en hon- grote filmmaatschappijen die stevig gelobbyd hebben spoord tot reprendre d’urgence le plan Brazza vis-à-vis derd binnen de afdeling Sista-Cosic-Docarch - en jà, we voor de Digital Millennium Copyright Act. Die AmeriJoseph. Dat plan was waarschijnlijk het moordschema, en overwegen sterk een nieuwe naam te gebruiken voor de kaanse wet Joseph was afdeling.” verbiedt ‘In een telegram werd aangespoord tot “reprendre d’urgence le plan Brazza Lumumba. “Na mijn doctoraat ben ik een jaar naar Berkeley onderzoek vis-à-vis Joseph”. Dat plan was waarschijnlijk het moordschema, en Joseph Daarmee wist gegaan. Cr yptografie was in de VS toen nog geen popunaar bepaalde was Lumumba. Daarmee wist de Lumumba-commissie dat er vanuit België een de commissie laire academische discipline, waardoor ik me tijdens dat beveiligings“ruggensteuntje” kwam voor de beslissing die al vroeger genomen was.’ nog niet veel jaar meer met netwerkarchitectuur heb beziggehouden. methoden. meer, behalve Toen ik terug in Leuven kwam, in 199 4, heb ik een aantal Dan krijg je n atuurlijk de dwaze toestand dat een crypto- dan dat er vanuit België een ‘ruggensteuntje’ kwam voor nieuwe dingen kunnen opstarten. Momenteel houd ik graaf een bepaald algoritme kraakt om heel edelmoedig de beslissing die al vroeger genomen was.” me nog altijd bezig met algoritmes rond data-integriteit, aan te tonen dat het onveilig is, en dat hij vervolgens de “Ik vind het wel boeiend om dit soort jobjes te doen, maar ook met meer toepassingsgericht werk, bijvoornor invliegt omdàt hij dat gedaan heeft.” omdat je daarmee illustreert dat cryptografie zowel een beeld rond de beveiliging van elektronische verkiezinacademische discipline is als een heel praktijkgerichte gen, of time stamping, waardoor je elektronische docuLumumba bezigheid, maar al bij al is het bestuderen van mechanimenten van een betrouwbare datum kunt voorzien. Dat “Ons werk speelt zich soms af in een beetje eigenaardige sche toestellen van de Tweede Wereldoorlog toch meer is belangrijk voor de elektronische notaris, die stilaan sfeer - maar dat mag je niet doen denken dat we dagelijks iets voor cryptografen met pensioen.” vorm krijgt.” te maken hebben met allerlei spionage-toestanden. Op internationale congressen lopen altijd wel een paar figuwww.esat.kuleuven.ac.be/~preneel/ Onderzoek verboden ren met lange jassen rond, die dan polsen wie we zijn en “Een cryptograaf is iemand met een sterk wiskundige wat we precies doen, maar dat mag je toch niet overdrijadvertentie aanpak, die gebeten kan zijn door een probleem, die daar ven. Wat ik wél erg vind, is dat er bij ons geen forum dag en nacht mee bezig is. Je vindt nogal wat ‘schakersbestaat om over de implicaties van ons werk te debattetypes’ bij mijn collega’s, maar duidelijk ook mensen die ren.” veel meer op toepassingen gericht zijn. We zijn dus “Ik hou me niet bezig met militaire cr yptografie, zeker niet de hele dag met louter theoretische construcondanks het feit dat België daar ook veel nood aan heeft. ties bezig. Algoritmes ontwikkelen is één ding, maar de Er zijn maar een paar cryptografische specialisten die vertaling in werkende toepassingen is minstens even voor de overheid of voor het leger werken. En zelfs al zou belangrijk. Dan komt het er bijvoorbeeld op aan die algo- ik militair werk willen doen, dan zou ik h et niet eens ritmes te implementeren op chips en sensoren.” kunnen. Volgens Nato-richtlijnen moet de werkruimte “Ons werk is heel toekomstgericht. We ontwikkelen van cryptografen, de ramen enzovoort beschermd zijn de technologie van morgen. Die zal veel mogelijk maken, met speciaal materiaal dat elektronische spionage uit-
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
13
CULTUUR
STUK opent deuren in nieuw cultuurgebouw
Zeg niet STUC maar STUK Gert Gielen
STUK bestaat in 2002 vijfentwintig jaar, maar dat is niet de enige reden om te feesten. Het kunstencentrum vindt vanaf januari onderdak in een grondig gerenoveerd gebouw - het voormalige Arenberginstituut - in de Naamsestraat. Eindeloze zoektochten naar de juiste locatie voor een theater-, dans- of filmvoorstelling en oncomfortabele avonden in op zijn best ‘uitgeleefde’ gebouwen behoren voortaan tot het verleden. Het nieuwe gebouw wordt op 10 en 11 januari ingehuldigd, wat ons nog even de tijd geeft om melancholisch terug te blikken. Aan de deskundige hand van An-Marie Lambrechts, medeverantwoordelijk voor de artistieke en algemene leiding van STUK, wandelen we doorheen de geschiedenis van het centrum en nemen we een kijkje achter de schermen. Lambrechts: “Er was voor het eerst sprake van een cultureel-artistiek aanbod voor studenten in 1977. Enkele mensen binnen Kultuurraad vroegen op dat moment ondersteuning aan de universiteit en kregen die ook, in de vorm van lokalen. Die allereerste werking was meteen al vrij divers, met film, muziek, theater ... In het begin van de jaren ‘80 zie je dan een t weespalt ontstaan tussen enerzijds een basisbeweging van studenten die een algemeen aanbod willen realiseren, en anderzijds mensen die zich meer specialiseren en een alsmaar betere programmatie willen. Rond die tijd komt ook het dansfestival KLAPSTUK erbij, dat een aparte vzw wordt. Geleidelijk aan begint STUK niet alleen zijn werking te professionaliseren, maar gaat het ook eigen gelden losmaken bij de overheid.”
“Die subsidiekwestie moet je veel breder zien dan alleen STUK z elf. Op dat moment heb je die hele Vlaamse golf met onder meer Anne Teresa de Keersmaeker, Jan Fabre en Jan Decorte, waarbij vooral het Kaaitheater in Brussel een belangrijke rol speelt. Tegelijkertijd ontstaan er overal dergelijke centra - onder andere de Limelight in Kortrijk, de Vooruit in Gent en de Monty in Antwerpen - met een duidelijk andere aanpak dan grote cultuurhuizen als KVS, KNS en het Ballet van Vlaanderen, die op dat moment nog een aanzienlijk deel van de subsidies naar zich toe trekken. Geleidelijk aan gaat de overheid beseffen dat er zich binnen dat alternatieve circuit een ontzettend interessante artistieke scene aan het ontwikkelen is. Toch zal het nog tot het begin van de jaren ‘90 duren voordat al die kunstencentra op een min of meer serieuze basis gehonoreerd worden. Het gemeenschappelijke aan al die initiatieven - wat ze ook onderscheidt van culturele centra - is dat er vertrokken wordt van een artistiek project. Men wil een bepaalde artiest of stroming aan bod laten komen en zoekt een manier om dat te doen, terwijl in het andere geval van een bepaalde organisatorische structuur wordt vertrokken en de artistieke projecten van daaruit worden ingevuld.” Miljoenen
CK: Hoe zit het met de subsidiëring van STUK zelf? En zo’n nieuw gebouw, hoe betaal je dat als bescheiden kunstencentrum? Lambrechts: “STUK wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. We krijgen sinds juli 2001 45 miljoen per seizoen, en dat tot 2005. We hebben een aanzienlijke verhoging gekregen, omdat men het blijkbaar apprecieerde dat wij aan publieksverruiming doen en dat we een nieuw gebouw zullen betrekken waar de zichtbaarheid en toegankelijkheid groter zullen zijn. Op het einde van die vier seizoenen wordt dan geëvalueerd of we de verwachtingen ook hebben ingelost. Daarnaast leggen ook de provincie en de stad elk jaarlijks een aantal miljoenen op tafel om aparte programma’s te realiseren. Het beste voorbeeld daarvan is Dubbelspel, waarbij we een grote en kleine voorstelling van één regis seur of gezelschap com-
foto: Rob Stevens
bineren in de schouwburg en in STUK. Dat project, dat nu al vijf jaar bijzonder goed draait, hadden we zonder die steun niet kunnen verwezenlijken. Met de K.U.Leuven ten slotte hadden we vroeger een overeenkomst waarbij we slechts een deel van de infrastructuurkosten betaalden. Nu zijn we opnieuw aan het onderhandelen, met de bedoeling dat de universiteit ons opnieuw tegemoet komt in de exploitatiekosten van het nieuwe gebouw.” “Om het gebouw te kunnen financieren, hebben we alle partners bij elkaar gebracht, waarbij de universiteit zorgde voor het gebouw plus 60 miljoen, de Vlaamse Gemeenschap voor 120 miljoen en de stad en de provincie elk voor 50 miljoen. Een aantal privé-sponsors vervolledigden het bedrag van 300 miljoen f rank dat oorspronkelijk als kostprijs was vooropgesteld. Intussen hebben we al 50 miljoen moeten bijvragen, omdat de bouwkosten ondanks verscheidene besparingsronden toch hoger uitvallen. Die financiële constructie weerspiegelt ook de manier waarop wij denken dat we functioneren. We doen iets voor de gemeenschap, en dat zowel op lokaal en regionaal vlak als voor de Vlaamse gemeenschap. Met een kunstencentrum als STUK wil je toch een uitstraling die groter is dan de regio. Zeker met initiatieven als KLAPSTUK, die in feite ook een internationale weerklank hebben.” vervolg op pagina 15
IN BEELD
Op 29 november was L euven voor de derde maal het toneel voor cultuurdag De Volle Tent. Meer dan 1.000 geïnteresseerden genoten van het - voor het ov ergrote deel gratis - aanbod van film-, theater- en dansvoorstellingen, rondleidingen, een introductie Esperanto, een UUR KULtUUR met Tom Helsen en een optreden van El Hadji N’Diayé Rose. Wie zelf wat wou doen, kon zijn gading vinden in het uitgebreide aanbod workshops, dat onder meer sessies oriëntaalse dans, flamenco en pottenbakken omvatte. De Volle tent wordt georganiseerd door K.U.Leuven cultuurcoördinatie, Stuk, Kura, C.C.Leuven, Jeugddienst Leuven en CJP. foto’s: Rob Stevens
14 C A M P U S K R A N T 1 3 . 1 2 . 2 0 0 1
Kalender K.U.Leuven 2002 Illustratie links: een college aan de Leuvense Artesfaculteit, zoals de Schotse student George Lichton het in 1467 weergaf in zijn notities over de Physica van Aristoteles. Vanop zijn leerstoel commentarieert de professor de tekst op de lezenaar voor hem. De studenten zitten aan zijn voeten op de grond en dragen de voorgeschreven lange toga. Rechts: drie portretten van een Leuvens student anno 1467, in toga of stadskledij. Aberdeen, University Library, Ms. 109
U kan de kalender bestellen via www.kuleuven.ac.be/admin/rd/niv3pbis/bestelkalender.htm
CULTUUR
Breek je week met een gratis UUR KULtUUR Laatste UUR KULtUUR in jazzy sfeer
Op 29 maart 2001 betekende de dood van pianist John Lewis het definitieve einde van het legendarische Modern Jazz Quartet, het langstbestaande jazzcombo uit de geschiedenis. Maar op 19 december zullen hun composities en arrangementen weer ‘live’ te horen zijn tijdens het laatste UUR KULtUUR van 2001. Al tijdens hun studietijd aan het Lemmensinstituut vatten vibrafo-
Cultuur kort
nist Andres Liefsoens en pianist Arne Van Coillie het plan op de klassieke Modern Jazz Quartet-arrangementen nieuw leven in te blazen. Na jaren van zorgvuldig transcriptiewerk is het zover. The MJQ Project - met verder Daniël Zanello op bas en Luc Vanden Bosch aan de drums - biedt dezelfde pluspunten als het oorspronkelijke ensemble: sterke composities, uitgewerkte arrangementen, strak ensemblespel, afgewisseld met swingende sologedeelten. Een must, zowel voor de jazzliefhebber als voor het ‘klassieke’ publiek dat van een uitdaging houdt. Woensdag 19 december, 13.10u, Expozaal Universiteitsbibliotheek, Mgr. Ladeuzeplein 21 Winterreces tot februari
Wegens het semesterexamenreces gaat het UUR KULtUUR er even tussenuit tot woensdag 13 februari. Dan staat er een middagconcert van AmoRRoma op het programma, een folkkwartet met Leuvense roots, waarvan de muziek dan weer geworteld is in de traditionele Europese muziek. Meer hierover in een volgend nummer van Campuskrant.
STUK in het nieuw vervolg van pagina 14 Vibes
CK: U had het over de keuze tussen een bredere werking voor studenten en een duidelijkere profilering als zelfstandig kunstencentrum. Werkt die spanning nog steeds door? Lambrechts: “Ja, maar dan in positieve zin. We hebben duidelijk een eerste doelpubliek, maar in die 25 jaar fluctueerde dat wel. Er zijn heel duidelijk periodes geweest waarin vooral voor studenten werd gewerkt, en in andere periodes had je een tendens tot verbreding. In de tweede helft van de jaren ‘90 is er hard g ewerkt om de mensen uit de stad en de regio naar hier te halen. Op een bepaald moment is het interessanter om een goede sociale mix in je z aal te hebben. Anderzijds is het feit dat 60 à 70% van je publiek studenten zijn ook een ongelooflijke bonus. Je hebt dan mensen die goesting hebben om iets te zien én die kritisch zijn: dat geeft goede vibes in de zaal.” “We proberen voortdurend een goede balans te vinden. Aan de ene kant werk je met die studenten, maar aan de andere kant moet je ook ruimte laten voor initiatieven die los van het STUK leven. Bij projecten als Ithaka zullen wij nooit tussenbeide komen op artistiek vlak, al werken we in praktisch opzicht wel samen. Dat is een spanningsveld dat soms wel tot botsingen heeft geleid, maar dat we zeker willen bewaren en dat je nooit op dezelfde manier terugvindt in andere kunstencentra. Uiteindelijk blijven wij gewoon onze opdracht doen. Wij zullen nooit enkel vanwege onze band met de universiteit iets wel of niet doen. De keuzes die we maken vertrekken altijd vanuit de artisti eke projecten zelf, al zijn we natuurlijk wel verantwoording verschuldigd aan de Raad van Beheer, waarin ook mensen van de K.U.Leuven zitten.” “In het nieuwe gebouw zullen ook nog lessen plaatsvinden, zodat er voortdurend studenten aanwezig zullen zijn. Dat vinden we erg belangrijk. Die studenten zullen het gebouw al kennen, en dat heeft een drempelverlagend effect. Ook Culturele Studies en Kultuurraad zullen er huizen. Het gebouw is bovendien geconcipieerd als een soort passage tussen de Schapenstraat en de Naamsestraat, zodat ook op die manier mensen het gebouw leren kennen zonder dat ze eerst expliciet de stap naar een cult uurhuis moeten zetten.”
Praktisch Naast het goedgevulde aanbod dat we van STUK gewend zijn, zijn er voor volgend jaar een aantal initiatieven gepland die duidelijk moeten maken dat STUK een nieuwe start heeft genomen. Na de openingsdagen op donderdag 10 en vrijdag 11 januari, met uitsluitend gratis evenementen - op vertoon van een STUKkaart en met reservatie vooraf - begint het kunstencentrum met een heel intensieve programmering tot mei, onder meer omdat het KLAPSTUKfestival daarin zit. Dat had normaal in oktober 2001 moeten plaatsvinden, maar is opgeschoven wegens de bouw en wordt bovendien gespreid over het jaar. Het is dan ook een bijzondere editie van het dansfestival, waarbij Alain Platel een aantal markante voorstellingen uit de voorbije jaren koos die opnieuw op de scène worden gebracht. Het gaat om stukken van Wim Vandekeybus, Anne Teresa de Keersmaeker, Meg Stuart, Jérôme Bel en Christoph Marthaler. De verspreide programmering maakt het mogelijk om die voorstellingen telkens te combineren met recenter werk van dezelfde kunstenaars. Naast het programmaboekje van KLAPSTUK, dat door de aard van deze editie zelf een soort historisch overzicht is, worden er naar aanleiding van dit s charnierpunt in de STUK-geschiedenis nog twee boekjes uitgegeven. Het eerste biedt een analyse van de pijnpunten in het 25-jarig bestaan, opgezet rond een aantal thema’s. Het tweede boekje bundelt een collectie foto’s van Jan Kempenaers, die de hele verbouwing heeft gedocumenteerd, plus een aantal teksten van onder meer de architect, Willem Jan Neutelings. Samen moeten de drie uitgaven, in de woorden van An-Marie Lambrechts, ‘een beeld geven van wat achter ons ligt en waar we naartoe gaan’. Voor de filmfans vermelden we nog dat voortaan de organisatoren van Leuven Kort verantwoordelijk zijn voor de filmprogrammering van STUK en dat er letterlijk elke dag twee films zullen worden vertoond. STUK, Naamsestraat 96, 3000 Leuven, Info en reservatie: t (016) 32 03 20,
[email protected], www.stuk.be Opening STUKgebouw en STUK seizoen: 10 en 11 januari, vanaf 19u, diverse optredens in alle zalen van het nieuwe STUK en openingsfeest. OpenSTUKdeur, Open Deurdag in het nieuwe STUKgebouw, 12 januari, 14u .
Cultuurcoördinatie verhuist
Begin januari wordt het nieuwe cult uurgebouw geopend, zoals u op de pagina hiernaast kan lezen. Dit gebouw zal ook onderdak bieden aan de Dienst Cultuurcoördinatie van de universiteit. Klaartje Proesmans, Leen Bockaert en Greet Verbeek coördineren van daaruit onder meer het wekelijkse UUR KULtUUR, het Openingsconcert en het Patroonsfeestconcert. Cultuurcoördinatie is eveneens verantwoordelijk voor de zeven universitaire ensembles, die in het nieuwe gebouw een repetitieruimte krijgen. Ook voor informatie over de beiaardbespelingen, de subsidies van de cult uurcommissie, de K.U.L euven Cultuurprijs, en de kaartenverkoop van verschillende concerten kunt u bij hen aankloppen. Siska Waelkens is de aanspreekpersoon voor de tentoonstellingsvereniging en ondersteunt de coördinatie van de wetenschapsweek. Vanaf januari kunt u voor alle culturele vragen en zaalreservaties voor culturele activiteiten terecht op het nieuwe adres: Cultuurcoördinatie, Naamsestraat 96 (eerste verdieping), 3000 Leuven, t(016)320 340, f(016)320 344, cult
[email protected]. Kerstconcert Leuvens Universitair Koor
Op donderdag 20 december vindt het jaarlijkse kerstconcert van het Leuvens Universitair Koor onder leiding van Dieter Staelens plaats. Het concert, met als titel Hemelsch Vader, is opgebouwd rond Vlaamse en Nederlandse componisten van de romantiek tot nu. Speciaal voor dit concert gaf het koor aan twee jonge componisten, Erika Budai en Michaël Vancraeynest, de opdracht een creatie te schrijven. Verder wordt werk uitgevoerd van Alphonsus Diepenbrock, Willem Kersters, Albert de Clercq, Anton Verheij, Daan Manneke,Ton de Leeuw, Paul Schollaert, e.a. Donderdag 20 december, 20.30u, Sint-Jan-deDoperkerk, Groot Begijnhof. Tickets aan 200f r. (studenten) / 300fr. (volwassenen) zijn verkrijgbaar bij de koorleden, op de nieuwe website LUK.studentenweb.org, via het LUK-bestuur, t/f(016)23 47 11, via
[email protected] of via Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, t(016)32 41 40. Europese volksliederen door Capella Academica
De Capella Academica, het personeelskoor van de universiteit, brengt op vrijdag 18 januari Just Folk, een programma rond Europese volksliederen met onder meer werk van Antonin Dvorak, Vic Nees en Paul Steegmans. Jan Peeters dirigeert en Paul Steegmans begeleidt de koorzang op de piano. Vrijdag 18 januari, 20u, Sint-Jan-de-Doperkerk, Groot Begijnhof. Tickets zijn verkrijgbaar bij Cult uurcoördinatie, t(016)32 41 40 (tot 21 december), t(016)320 340 (vanaf 7 januari), of via
[email protected].
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
15
SPIN-OFFS
Custom8: biomechanica op mensenmaat Ludo Meyvis Karel Van Brussel en Bart Haex zijn beiden Burgerlijk Ingenieur Werktuigkunde. Hun doctoraten zijn ongeveer klaar, maar ze woekeren met hun tijd om simultaan een pas opgerichte spin-off in goede banen te leiden. Wij stellen voor: Custom8. “Op zijn Engels uit te spreken, natuurlijk: custom made. De naam suggereert de hoofdbedoeling van onze spin-off: inspelen op de behoefte aan gepersonaliseerde producten, aangepast aan het menselijk lichaam. Onze roots liggen in het Departement Werktuigkunde, meer precies haar Afdeling Biomechanica. Daar is de laatste jaren een evolutie aan de gang om, naast het fundamenteel biomechanisch onderzoek, ook aandacht te besteden aan de ontwikkeling van computerondersteunde technieken bij chirurgische ingrepen en bij revalidatie. Custom8 pikt in op die evolutie.” Maatwerk
“Maatwerk heeft in de loop der geschiedenis een omgekeerde evolutie doorgemaakt: dingen die in het verleden op maat gemaakt werden, zoals bijvoorbeeld schoenen en kleren, werden door de industrialisering goedkope massaproducten. Geïndividualiseerde producten voor de gewone man of vrouw waren in die optiek ondenkbaar geworden. De hedendaagse technologie echter maakt flexibele, computergestuurde productie mogelijk, waardoor je weer op individuele noden en smaken kan inspelen, en maatwerk op grote schaal kan produceren. Hoe je dit het beste aanpakt, of wat er allemaal nodig is om tot biomechanisch verantwoord maatwerk te komen, zijn vragen waarop Custom8 een antwoord biedt.” “We spitsen ons toe op de medische sector, de ergonomie en de revalidatie, en leveren hoofdzakelijk diensten, die soms resulteren in softwareproducten, aan
bedrijven die in die drie sectoren actief zijn. In maatwerk bestaan natuurlijk gradaties of niveaus. Op het hoogste trapje heb je het geïndividualiseerde maatwerk, dat zich vooral in de medische wereld situeert. We spreken dan bijvoorbeeld over het ontwikkelen van gepersonaliseerd chirurgisch gereedschap voor het plaatsen van schroeven in de wervelkolom. Wij leveren de expertise om technische kwaliteit en medische efficiëntie te koppelen aan economische rendabiliteit. Een trapje lager heb je maatwerk in de zin van producten die individueel aanpasbaar of instelbaar zijn, bureaustoelen of slaapsystemen bijvoorbeeld. Wij leggen dan aan de hand van onze biomechanische expertise de ontwerpparameters vast, en stellen richtlijnen op voor het correct instellen van dergelijke producten. Op het laagste trapje heb je producten die als gamma aan geboden worden, schoenen bijvoorbeeld, waaruit de gebruiker op verantwoorde wijze een keuze moet maken. Wij leveren dan de expertise om zo’n gamm a-keuze mogelijk te maken, rekening houdend met de juiste biomechanische parameters.” “Op lange termijn willen we ons vooral in de medische sector profileren. Het probleem is echter dat medische ontwikkelingen een lange weg moeten afleggen via experimenten en validatiestudies vooraleer ze commercieel interessant worden. Dat compenseren we door ook low-end toepassingen aan te bieden, die op korte termijn geld in het laatje brengen.” Complementair
“Je doctoraat afwerken en tegelijkertijd met een bedrijf beginnen is een bijzonder lastige klus, maar we vonden dat de tijd er rijp voor was, zeker met het oog op wat we na ons doctoraat willen doen. De idee om met een spin-off te beginnen is niet zo recent; zowat vier jaar geleden borrelde het op, en geleidelijk aan heeft
Op 15 november vierde de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen drie emeriti. De professoren Roger Vanden Borre, Marcel Van Acoleyen en Maurice Verhelst (van links naar rechts op de foto) verlaten de universiteit. Tijdens zijn gelegenheidstoespraak belichtte rector Oosterlinck de grote verdiensten van deze drie hoogleraren voor de faculteit ETE W. Hij stond ook stil bij de f rappante verschillen tussen ‘toen’ en ‘nu’, onder meer in bestaffing, studentenaantallen en contacten met het buitenland.
16 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
Karel Van Brussel (l.) en Bart Haex: “Je doctoraat afwerken en tegelijkertijd met een bedrijf beginnen is een bijzonder lastige klus.”
het meer vorm gekregen, ook al omdat de afdeling meer in de r ichting van maatwerk en onderzoek naar maatwerkgericht ontwerpen evolueerde. Uiteindelijk zijn we naar K.U.L euven R&D gestapt, waar we professioneel begeleid werden, onder meer bij het opstellen van een business plan. We hebben de bedrijfs- en kapitaalstructuur bij het opstarten bewust eenvoudig gehouden: het startkapitaal werd geleverd door ons, de oprichters, en de afdeling Biomechanica. Deze structuur moet het ons mogelijk maken gestaag te groeien in de door ons vooropgestelde richting, vooraleer ons te binden aan relatief anonieme aandeelhouders.”
“Voorlopig blijven we zeker ‘in huis’, dicht bij de afdeling en het onderzoekswerk dus. We opteren er allebei voor om op termijn fulltime voor Custom8 te werken, maar voor ons soort activiteiten zal nauw contact met de onderzoekswereld onsmisbaar blijven. Wat ons allebei sterk aantrekt, is de overgang van onderzoekswerk naar praktische toepassingen: het doctoraat van Karel gaat over het geleid aanbrengen van schroeven in de wervelkolom, en dat van Bart over het ontwerp van geïndividualiseerde slaapsystemen. Custom8 is het ideale platform om deze en andere thema’s te brengen tot commerciële toepassingen. “ www.custom8.com/
CAMPUS KORTRIJK
KULAK verbroedert met Furman University uit Greenville
“Ik heb hier heerlijk ontbeten” Kris Vanhee
Elisabeth Garrett (l.) en gastvrouw Martine d’Herbigny
Een twintigtal studenten uit Greenville, South Carolina, USA verbleef de afgelopen weken in Kortrijk. Greenville is een zusterstad van Kortrijk en sinds 1993 zijn er geregeld uitwisselingsprojecten tussen de KULAK en Furman University. Elizabeth Garrett (20) uit Atlanta, Georgia was voor de eerste maal in Europa. De 23 studenten, vergezeld van twee professoren, maakten eerst een rondreis door Europa vooraleer ze naar Kortrijk afzakt en. Ze hadden eigenlijk op 11 september het vliegtuig moeten nemen... Elizabeth: “Natuurlijk was september eleventh een domper op de trip waar we zo lang naar hadden uitgekeken. Op 20 september vertrokken we dan toch r ichting Londen. Toen we daar aankwamen, was ik verrast door de talloze sympathiebetuigin-
gen van de Engelsen. Die mensen toonden een grote bezorgdheid, vroegen ons telkens weer hoe we ons voelden. Ik heb gezien dat de hele wereld met ons meeleefde. Ik heb me zelf niet onveilig gevoeld, zelfs niet op het vliegtuig, maar er zijn wel studenten die bewust niet meegekomen zijn. Ik heb het me in ieder geval niet beklaagd dat ik wél gekomen ben.” Gedurende vijf weken verkenden de studenten cultureel en economisch Londen en bestudeerden ze de Europese Unie. Vervolgens konden ze tien dagen lang hun eigen programma samenstellen. Elisabeth: “Ik schafte me een railpas aan en trok met een vriendin onder meer naar Rome. We ontmoetten overal vriendelijke mensen, it was great.” Luxe
Via Parijs ging de r eis vervolgens naar Kortrijk, waar Elisabeth logeerde bij de familie Cambien. Voor gastvrouw Martine d’ Herbigny was het niet de eerste keer dat ze een
De studenten van Furman University kregen een officiële ontvangst op het Kortrijkse stadhuis.
Galerie KULAK
Schilderijen ad valvas Kris Vanhee
In blok B van de KULAK hangt sinds kort beeldende kunst aan de muur. De Campus Kortrijk wil op die manier een podium geven aan jonge, beloftevolle kunstenaars én een leemte vullen in het cult uuraanbod aan de KULAK. Volgens professor Paul Busselen, voorzitter van de Cult uurraad, kwamen de beeldende kunsten te weinig aan bod aan de KULAK: “We hechten veel belang aan de culturele bagage die de studenten meekrijgen tussen de lessen door, binnen de eigen muren. Er wordt toneel gespeeld en gemusiceerd, maar de beeldende kunsten werden een beetje over het hoofd gezien. We konden natuurlijk eigen initiatieven opstarten maar we verkozen om niet in concurrentie te treden met het commerciële circuit. Vandaar dat we contact hebben genomen met een aantal Kortrijkse kunstgaleries.” Resultaat van die contacten zijn concrete plannen voor een reeks tentoonstellingen met werk van jonge beeldende kunstenaars, in blok B, waar passerende studenten, personeelsleden en bezoekers ermee geconfronteerd worden. Busselen: “We richten ons in principe op de
student uit Greenville onderdak bood. Met een aan tal vroegere gaststudenten heeft ze nog steeds contact. De kennismaking met België noemt Elisabeth verrijkend. Wat viel haar hier het meeste op? “Belgen spenderen meer tijd thuis. Al houden wij er ook wel van om gezelschap op te zoeken, ons familiegevoel is ook heel sterk. Ik ben van the South, weet je. Voor ons zijn de yankees van het noorden koele kikkers.(lacht). Ik vond het jammer dat ik niet thuis was met Thanksgiving. Dat is een belangrijk feest waarbij iedereen het ouderlijk nest opzoekt. Maar ik
schilderkunst, fotografie en beeldende kunsten maar er is ook al een aanvraag gekomen voor keramiek. Een tentoonstelling loopt telkens gedurende ongeveer een maand. Bedoeling is om het hele academiejaar door exposities te organiseren, met uitzondering van de vakantie- en blokperiodes.” Sinds eind november zijn de schilderijen van Christophe Denys in blok B te bewonderen, in samenwerking met Athena Art Gallery. Volgens Busselen zijn de reacties positief: “Ik hoor studenten zeggen dat zoiets al veel eerder had moeten gebeuren. De galeriehouder is enthousiast en de kunstenaar evenzeer.”
Galerie Art Concern. Of komt er een KULAK-student aan bod? Busselen: “Onze studenten hebben ook hun eigen expo-ruimte: in de Cultuurzolder boven het Kulakhuis krijgen ze de kans om één keer per jaar hun werk tentoon te stellen. Of er onder hen zijn die in aanmerking komen voor ons initiatief valt te bekijken. In ieder geval streven wij kwaliteit na.”
had wel het geluk dat mijn moeder even naar Londen kon overvliegen. Ik vrees verder dat jullie toch wel iets gezonder eten. Voor ons geldt: food is food and we take what we can get. Maar dat betekent niet dat ik niet geniet van een lekkere maaltijd. In mijn gastgezin heb ik helemààl niet te klagen gehad. Ik heb hier ook heerlijk ontbeten, iets wat ik thuis zelden of nooit doe. Daarvoor zijn we veel te druk bezig met werk, sport en dies meer.” “Ik sta er ook versteld van hoeveel talen jullie spreken. Zelf spreek ik bijvoorbeeld geen Frans, mijn tweede taal op school was Latijn. En wat me ook een ongelofelijke luxe lijkt: een jaartje overzitten is bij jullie nauwelijks een probleem, financieel dan. Wij betalen 25.000 dollar per jaar voor onze universitaire studies. Slagen is dan wel een must...”
Hoet
Die kunstenaar is Christophe Denys (27), in 1997 laureaat van de wedstrijd Kunst te Kortrijk. Hij werd vervolgens geselecteerd voor Stimulans 1997, de Gaverprijs Waregem 1998 en 2000 en hij kreeg een vermelding bij Stimulans 2001. Sinds 1998 volgden een aantal tentoonstellingen in Kortrijk en Gent, onder meer in Young Artists selected by Jan Hoet (2000). De naam van de volgende kunstenaar is vooralsnog niet bekend. Wellicht komt die op voorstel van
Momenteel is in Blok B van de KULAK werk te bewonderen van kunstschilder Christophe Denys .
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
17
A D VA L VA S
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Vacante mandaten van assisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2001-2002, 12de lijst
De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat de onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren voor één of mee rdere functies, dient u C3-formulieren in te vullen; die kan u aanvragen op de Dienst Academisch Personeel, t(016)32 40 88, op he t administratief secretariaat van de faculteit of via onze website. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten vóór 27 december 2001 teruggestuurd worden naar de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmerking te komen, dienen de kandidaten zich tijdens hun universitaire studies bij voorkeur onderscheiden te hebben. Als u solliciteert voor de functie van doctor-assistent, dient u een gedetailleerd cur riculum met geactualiseerde publicatielijst en een omschrijving van het voorgestelde onderzoeksproject bij te voegen. Inzake haar benoemingen voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid. Faculteit Rechtsgeleerdheid Kenmerk: 00200212 - 50003575 Functie: 100% doctor-assistent, Centrum voor Juridische Logica, vanaf 1 februari 2002 voor 1 jaar Diploma: doctor in de rechten Opdracht: rechtsvergelijkend onderzoek naar het seksueel strafrecht in de Belgische, Britse, Nederlandse en Franse strafwetgeving. Kenmerk: 00200212 - 50021828 Project: SES-projectmiddelen (facultaire saldi) Functie: 50% wetenschappelijk medewerker, Monitoraat, vanaf heden tot 31 december 2002 Diploma: licentiaat criminologie, licentiaat humane wetenschappen, met kennis statistiek Opdracht: ontwikkeling en begeleiding van oefeningen bij het vak ‘Statistiek’ in 1ste kandidatuur criminologische wetenschappen.
Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen Kenmerk: 00200212 - 50003384 Functie: 100% praktijkassistent, Monitoraat, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur bij voorkeur in de richting accountancy en fiscaliteit Opdracht: monitoraat boekhouden; assistentie verle nen bij het vak ‘Algemeen boekhouden’ in 1ste kandidatuur economische wetenschappen, toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur; hulpverlening bij practica boekhouden. Kenmerk: 00200212 - 50009683 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur Beleidsinformatica, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie bij onderwijs en onderzoek in de richting Financiewezen; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Kenmerk: 00200212 - 50021902 Project: FWO nr. G.0238.02 Functie: 100% bursaal, Afdeling Fundamentele en Comparatieve Pedagogiek en Methodologie, vanaf heden voor 2 jaar, eventueel hernieuwbaar Diploma: licentiaat pedagogische wetenschappen Opdracht: onderzoek en administratieve taken in de context van het onderzoeksproject: “Een ‘ander’ kader voor ‘groen opvoeden’. Analyse van mogelijkheden en beperkingen van de rechtvaardiging van milieu-educatie binnen de publieke moraal in de liberale staat”.
Faculteit Wetenschappen Kenmerk: 00200212 - 50021738 Project: Facultaire saldi (Geneeskunde) Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Monitoraat, vanaf heden tot 30 september 2002, eventueel hernieuwbaar
Diploma: doctor scheikunde/biochemie Opdracht: monitoraat voor het vak ‘Celbiologie I’, 1ste kandidatuur arts (uitbreiding van taken indien de functie hernieuwd wordt).
Faculteit Toegepaste Wetenschappen Kenmerk: 00200212 - 50005657 Functie: 30% praktijkassistent, R. Lemaire Centre for Conservation, vanaf heden tot 31 december 2002 Diploma: burgerlijk ingenieur architect Master of Conservation Opdracht: didactische assistentie in de context van ‘Integrated Project Work, Visits and Study Trip’; beheer van de projectdossiers, documentatiemateri aal, meetinstrumenten; bijstand en begeleiding in de context van de Master’s Theses.
Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen Kenmerk: 00200212 - 50021797 Functie: 100% assistent, Afdeling Landbouw- en Milieueconomie, vanaf 1 februari 2002 voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: bio-ingenieur of landbouwkundig ingenieur Opdracht: onderwijs-, onderzoeks- en maatschappe lijke dienstverleningsopdrachten aan de Afdeling; assistentie bij colleges; hulp bij begeleiding van eindwerken; meewerken aan onderzoek van de Policy Research Group, inclusief het bijdragen aan het tot stand komen van publicaties. Kenmerk: 00200212 - 50021798 Functie: 100% assistent, Afd. Landbouw- en Milieueconomie, vanaf 1 februari 2002 voor 2 jaar, her nieuwbaar Diploma: bio-ingenieur of landbouwkundig ingenieur Opdracht: zie vorig mandaat.
Faculteit Geneeskunde Kenmerk: 00200212 - 50021903 Project: FWO nr. G.0092.02 Functie: 100% (1 functie) of deeltijds (2 functies) wetenschappelijk medewerker, Interfacultair Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht, vanaf heden voor 2 jaar, eventueel hernieuwbaar Diploma: universitair diploma humane of biomedische wetenschappen; deskundigheid in ethische en/of empirische methodiek; deskundigheid of interesse in palliatieve zorg Opdracht: uitvoering van het project ‘Sedatie voor refractaire symptomen in de palliatieve zorg. Een medisch-ethisch onderzoek’.
Leuvense Universiteit - Caritas Samenwerkingsverband Kenmerk: 00200212 - 50013202 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker (barema 23, projectleider), LUCAS, vanaf heden voor onbepaalde duur Diploma: doctor humane wetenschappen, bij voorkeur sociale wetenschappen Opdracht: prospectie naar nieuwe onderzoeksmoge lijkheden en informatie verzamelen over onderzoeksprogramma’s; onderzoeksvoorstellen redigeren; leiding geven aan wetenschappelijk medewerker; teamwerking ondersteunen en stimuleren; verslaggeving en presentatie van onderzoek in vergaderingen en stuurgroepen; (internationale) publicaties.
18 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
Onderzoekskalender Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan contact opnemen met Karine Aert van de Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 Leuven, t(016)32 40 53, f(016)32 41 98 ,
[email protected].
Neurobiologen op Kerstmarkt Tijdens de Leuvense Kerstmarkt (nog tot 16 december) zal dit jaar extra aandacht gevraagd worden voor het wetenschappelijk onderzoek naar het mechanisme en de oorzaken van Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS). Deze neurodegeneratieve aandoening wordt gekenmerkt door het afsterven van zenuwcellen die instaan voor de motoriek. Daardoor ontwikkelt de patiënt verlammingen die steeds erger en uitgebreider worden. Door aantasting van de slik- en ademhalingsspieren loopt de ziekte na enkele jaren dodelijk af. Het mechanisme van ALS is onbekend en de ziekte is tot nu toe niet te genezen. Sinds enkele jaren wordt in het labo Neurobiologie onder leiding van professor Wim Robberecht onderzoek verricht naar het ontstaansmechanisme en het verloop van de ziekte. Via de Kerstmarkt wordt dit onderzoek onder de aandacht van een breed publiek gebracht. Ook zullen er kaarsen verkocht worden om de hoop op een doorbraak in het ALS-onderzoek te symboliseren. Om dit alles tot een goed einde te brengen, werd de hulp ingeroepen van Rob Vanoudenhoven... Uw bezoek aan de Kerstmarkt wordt er des te interessanter op. Meer inlichtingen krijgt u via t(016)34 42 80.
A D VA LVA S
Doctoraten Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek ‘Doctoraten’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/promotie.htm. 22 nov.: Patricia Menten, Geneeskunde, Role of Macrophage Inflammatory Protein-1Alfa and Monocyte Chemotactic Protein-3 in Infection, Inflammation and Tumor Biology, prom. prof. J. Van Damme. 22 nov.: Els Veraverbeke, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Changes in Epicuticular Wax Structure and Composition in Relation to Moisture Loss of Apple during Postharvest Storage, prom. prof. B. Nicolaï. 23 nov.: Stephen Lake, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Kant and the Problem of Political Judgment: Towards a Normative Theory of Politics, prom. prof. B. R aymaekers.
Veldhoven en prof. G. Mannaerts.
Traffic, prom. prof. G. De Roeck en prof. G. Degrande
30 nov.: Kristof Brijs, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Proteolytic Enzymes in Rye: Isolation, Characterisation and Specificities, prom. prof. J. Delcour.
7 dec.: Peter Van den Broeck, Toegepaste Wetenschappen, A prediction Model for Ground-Borne Vibrations Due to Railway Traffic, prom. prof. G. De Roeck en prof. G. Degrande.
30 nov.: David Cassiman, Geneeskunde, The Neural / Neuroendocrine Compartment of the Liver: Differentiation Potential of the Hepatic Stellate Cells, prom. prof. C. Denef en prof. T. Roskams.
10 dec.: Bruno Dombrecht, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, The Complex Regulation and Role of the Rhizobium Etli Rpon Regulon in the Symbiotic Interaction with the Common Bean Plant (Phaseolus Vulgaris L.), prom. prof. J. Vanderleyden en prof. J. Michiels.
30 nov.: Christophe Van den Bergh, Toegepaste Wetenschappen, Reducing Thermal Errors of Coordinate Measuring Machines Located on the Shop-Floor, prom. prof. J.P. Kruth. 3 dec.: Heide Vander Bauwhede, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Earnings Management in a Non-Anglo-Saxon Environment. The Impact of Audit Quality, Public Ownership and Stakeholders, prom. prof. M. Willekens. 4 dec.: Johan Baeten, Toegepaste Wetenschappen, Integration of Vision and Force for Robotic Servoing, prom. prof. J. De Schutter en prof. L. Van Gool.
11 dec.: Domenico Lahaye, Toegepaste Wetenschappen, Algebraic Multigrid for Two-Dimensional Time-Harmonic Magnetic Field Computations, prom. prof. S. Vandewalle en prof. K. Hameyer. 11 dec.: Jan Van Bavel, Faculteit Sociale Wetenschappen, Demografische reproductie en sociale evolutie: geboortebeperking in Leuven 1846-1910, prom. prof. K. M atthijs. 14 dec.: Jeroen Ingelbrecht, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Arabinoxylans in Durum Wheat (Triticum Durum Desf.): Characterisation, Behaviour during Spaghetti Processing and Influence on Spaghetti Processing and Quality, prom. prof. J. Delcour.
27 nov.: Samad Sanaee Jahromi, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Assessment of the Water Delivery Performance at Various Scales in Time and Space of Small to Lar ge Irrigation Schemes, prom. prof. J. Feyen.
5 dec.: Luis Eugegio Espinosa Gonzales, Godgeleerdheid, In principio erat appropriatio. An Evaluation of the Nican Mopohua as Model of Inculturated Evangelization, prom. prof. V. Neckebrouck.
28 nov.: Tine Wylin, Geneeskunde, Peroxisome Biogenesis: Characterization of the Import Process of Peroxisomal Integral Membrane Proteins, prom. prof. P. Van
5 dec: Geert Lombaert, Toegepaste Wetenschappen, Development and Experimental Validation of a Numerical Model for the Free Field Vibrations Induced by Road
Publicaties
Benoemd of onderscheiden
Wie een mededeling wil laten opnemen in de r ubriek ‘Publicaties’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/publicatie.htm. Humane Wetenschappen I. Aertsen, S. Christiaensen, L. Hougardy en D. Martin, Vademecum Politiële Slachtofferbejegening, ISBN 90-382-0275-X, Gent, Academia Press, 2001, 418 p., 665 fr. De laatste jaren is de aandacht voor het slachtoffer van criminalit eit bij justitie en politie beduidend toegenomen. Dit basis- en n aslagwerk behandelt de gevolgen van slachtofferschap, de mogelijkheden tot schadevergoeding en herstel, de uitdieping van de slachtofferbejegening door de politie, de diensten en instellingen voor hulpverlening, de opvang van slachtoffers binnen justitie, de rechtshulp en de persberichtgeving van slachtofferschap. Een uitgebreid trefwoordenregister en een lijst met nuttige adressen en de relevante wetgeving komen de gebruiksvr iendelijkheid ten goede. H. Arts, Alle grote avonturen gebeuren vanbinnen. Julien Green en de mystiek, ISBN 90-5826-132-8, L euven, Davidsfonds, 2001, 102 p. “De grootste ontdekkingsreiziger op aarde doet niet zulke avontuurlijke reizen als hij die afdaalt in de diepte van zijn hart en nee rkijkt op de onpeilbare afgrond waar het gelaat van God oplicht tussen de sterren.” De spirituele groei van Julien Green is een moeizame zoektocht naar zichzelf en naar God. H erwig Arts ontdekt in Green de mysticus, de boodschapper op de drempel. Alle grote avonturen gebeuren vanbinnen is een meeslepend essay over mystiek, een onvervangbare reiswenk voor de mens op zoek naar diepgang. J. Elst, Modern Turks stapsgewijs, ISBN 90-334-4808-4, Leuven, Acco, 315 p., 1 .497 fr. Dit boek wil iedereen, zowel in klasverband als individueel, de kans geven om zich op een vlotte wijze autonoom in het Turks te leren uitdrukken. Grammatica en spraakkunst worden uitgelegd. Het boek bevat ook een aantal dossiers: kennismaking met de familie, het weer, het verkeer, de gezondheid, de godsdienst, boodschappen doen, reizen en toerisme, ... Bij deze thematische woordenlijsten horen een aantal oefeningen, conversaties en open vragen die tot een gesprek uitnodigen. Dit boek stelt iedereen in staat de eindtermen vlot te halen. Ook voor autodidacten is het uiterst geschikt.
Wie een mededeling wil laten opnemen in de r ubriek ‘Benoemd of onderscheiden’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/benoemd.htm. Professor Frans De Schryver, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen, kreeg de Max Planck Forschungspreis 2001 für Chemie voor zijn fundamentele methodische bijdrage in de synthetische macromoleculaire chemie, in het bijzonder aan de single-molecule en femtospectroscopie van biomoleculen. Bovendien werd professor De Schryver door de Klasse van de Natuurwetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten verkozen tot bestuurder van de Klasse voor het jaar 2002. Professor Johan Fevery, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, ontving de Lucie Bolte Preis 2001 van de Duitse Vereniging voor de Studie van de Lever (GASL). Hij kreeg de p rijs voor zijn levenslang werk over de Pathofysiologie van leverziekten en van het bilirubinemetabolisme. Deze prijs wordt sinds 1982 alternerend aan een Duitse en aan een niet-Duitse onderzoeker toegekend. Professor Joseph Lauweryns, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, werd tijdens de vergadering van 24 november 2001 door de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België tot haar eerste voorzitter verkozen.
17 dec.: Isabelle François, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Transgenic Expression in Arabidopsis Thaliana of Polyprotein Encoding Genes Leading to Production of Antimicrobial Proteins, prom. prof. W. Broeckaert.
Professor Ghislain Opdenakker, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, en professor Jo Van Damme, hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, ontvingen van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van Belgie op 17 november 2001 de Prijs Sidmar voor de periode 1998-2001. Ze kregen de prijs voor hun werk getiteld Chemokines and Proteinases in autoimmune diseases and cancer. Professor Daniël van Steenberghe, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, Afdeling Parodontologie, werd op 2 november 2001 Honorary Fellow van de Royal College of Surgeons (Dublin). Doctor Kristien Van Vaerenbergh, verbonden aan het Departement Microbiologie en Immunologie, Rega Instituut, afdeling Klinische en Epidemiologische Virologie, werd door de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België bekroond met de 3-jaarlijkse prijs Franz Van Goidsenhoven voor haar bijdrage Study of the impact of HIV genotypic drug resistance testing on therapy efficacy. Doctor Frank Verboven, verbonden aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, ontving de Tweejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Vereniging voor Economie. Hij kreeg deze prijs (100.000 fr.) ter bekroning van de paper Price Discrimination and tax incidence: evidence from gasoline and diesel cars.
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Robert Vanes, emeritus buitengewoon hoogleraar aan de F aculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, geboren te Blanden op 28 mei 1922 en overleden te Leuven op 15 november 2001.
13.12.2001 C A M P U S K R A N T
19
DE DENKTANK
Gevleide loting In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Cam puskrant, Oude Markt 13, L euven.
kleur uitgezonden, voor meer dan een miljard kijkers! Wij wetenschappers - en zeker de statistici onder ons - zouden dan zeggen: neem een pot met 32 balletjes, zoek een onschuldige kinderhand of een degelijk functionerende lottomachine en trek. Niet zo echter de Wereldvoetbalbond FIFA, die een aantal kleine randvoorwaarden had bedacht om alles volkomen eerlijk te laten verlopen. Voor zover we het allemaal begrepen vatten we hier even kort de principes samen:
Ook onder het Campuskrant-lezerspubliek bevinden zich blijkbaar heel wat voetbalfans, zo bleek uit onze brievenbus de afgelopen week: “ Wat vindt De Denktank van de loting die onze Rode Duivels voor het komende Wereldkampioenschap voetbal te beurt viel?”, wil bijvoorbeeld oud-Sportkotstudent Eugene Vanderstichele graag weten. We weten wel: deze vraag betreft een triviaal spelletje als voetbal, maar als wetenschappers hebben wij de plicht ons licht over àlle mogelijke levensvragen te laten schijnen, zelfs deze. En dus bui gt De Denktank zich hierbij over deze populaire kwestie, ook al omdat de Campuskrant-redactie geheel toevallig op de Oude Markt gevestigd is. Voortgaande op gebeurtenissen tijdens vorige WK’s weten wij dus uit e rvaring dat de soms dramatische gevolgen van zulke lotingen vaak pal voor onze kantoordeuren te ondervinden zijn. Ergo: de gehele Denktank zat hier ten kantore aan de buis gekluisterd toen onlangs ergens in het Verre Oosten de loting voor het WK van volgend jaar in Korea en Japan plaatsvond. Achteraf waren de meningen unaniem: een ronduit fascinerend spektakel, want een groep volwassen mensen slaagde erin meer dan twee uur te doen over de helse opdracht bij lottrekking 32 landen in acht groepen van vier te verdelen. Wereldwijd rechtstreeks in
1) Er waren acht reekshoofden die niet tegen elkaar mochten spelen 2) Er mochten maximum twee Europese landen in elke groep zitten 3) Rusland mocht niet tegen China spelen 4) China wi lde niet in Japan voetballen 5) Argentinië wilde per se Engeland aftroeven 6) De interessante wedstrijden dienen zich af te spelen in een stadion vlakbij een goed restaurant, waar de bondsbobo’s vooraf lekker kunnen tafelen. 7) Die schooiers van A frikaanse landen en Costa Rica mogen al blij zijn dat ze van de FI FA mogen meedoen. Zij voetballen dus in de groep en in de stadions die wij wel zullen bepalen. Daarbij kwam ook nog de aloude regel dat Duitsland, Japan en Italië sinds h et einde van WO II nooit meer in
één en dezelfde groep mogen zitten, waar inderdaad misschien wel wat voor te zeggen valt. Het uiteindelijke geheel - twààlf bokalen met evenveel en tot bewijs van het tegendeel verder volstrekt onschuldige handen - viel volgens de FIFA dan ook onder de zeer toepasselijke noemer van de Geleide Loting. Wij willen er iets kostbaars onder verwedden dat Louis Tobback of Rik Daems maar al te graag eens een gelijkaardige Geleide Gemeenteraadsverkiezing hier in het Leuvense zouden meemaken. Zelf kennen we trouwens heel wat studenten die ook graag eens Lichtjes In De Positieve Zin Geleide Examens hadden afgelegd. Maar terug naar het WK voetbal, want om al de randvoorwaarden van deze Geleide Loting goed tot elke kijker waar ook ter wereld te laten doordringen, had men ook een show bedacht waarbij na elk Geleid Getrokken Balletje een Oosters folkloristisch-muzikaal gezelschap iedereen mocht vermaken. Kortom: twee uur na het begin van de uitz ending wisten wij al wel tegen wie België volgend jaar zeker nièt mocht voetballen. Wie nu wel in onze groep zat, konden wij helaas nog niet achterhalen, en die arme VRT-commentator Stef Wynants ergens ter hoogte van Seoel nog veel minder. Gelukkig hebben wij het de volgende dag in de krant vernomen: onze tegenstanders volgende zomer heten Japan, Rusland en Tunesië. Volgens onze Denktanksportspecialisten is uit deze loting maar één conclusie te trekken: mits de FI FA ook het principe van de Geleide Arbitrage of het Geleide Uitslagenbord invoert, behoort België zeker en vast tot de outsiders voor de wereldtitel. Onze buren-cafébazen op de Oude Markt mogen de extra vaten wat ons betreft nu dus al beginnen bestellen. Namens De Denktank, Prof. R. Van de Weyer (hoofd Werkgroep Statistische Sportethiek) en G. Op de Beeck (secretaris-k lerk)
ONDERZOEK
Geboortebeperking in een provinciestad, jaren 1850 - 1900
Van uitstel kwam afstel Karla Venken Op 11 december promoveerde Jan Van Bavel, Faculteit Sociale Wetenschappen, op een doctoraat over ‘De mografische reproductie en sociale evolutie: geboortebeperking in Leuven 1846-1910’. Campuskrant legt graag z’n oor te luis teren als het over human interest gaat, zelfs al leefden de mensen in kwestie lang geleden. Van Bavel vat voor ons samen dat zijn studie twee gerelateerde vragen behandelt: welke vormen nam geboortebeperking aan tijdens de Europese vruchtbaarheidstransitie - dat is de overgang van gematigd hoge naar lage vruchtbaarheid en hoe hebben die zich maatschappelijk verspreid? “Tot het midden van de 18de eeuw hielden in Europa de geboorteen sterftecijfers elkaar in evenwicht, bij een hoge vruchtbaarheid. Er waren wel scherpe fluctuaties in de sterftecijfers, periodes van crisisterfte, maar de hoge vruchtbaarheid compenseerde dat. Vanaf 1850 daalde de crisissterfte opvallend, en daardoor ook het sterftecijfer, maar de vruchtbaarheid bleef hoog. In heel Europa nam de bevolking toe -
behalve in Frankrijk. D aar evolueerden de geboortecijfers mee met het dalende sterftecijfer. Pas vanaf de jaren 1870 begon in de rest van Europa de vruchtbaarheid te dalen. Om, na de babyboom van de jaren 1950 en 1960, h et lage niveau van de sterfte te bereiken. Hoe heeft die transitie van gematigd hoge naar lagere vruchtbaarheid zich voltrokken? In onderzoek daarnaar was tot dusver vooral het zogenaamde afstel of stopping behaviour bestudeerd.” Die Fransen toch
Geboortebeperking of vruchtbaarheidscontrole in het huwelijk gebeurt grofweg op twee manieren: enerzijds door het vroegtijdig stoppen met verdere voortplanting, afstel genoemd, en anderzijds door verlenging van de duur t ussen opeenvolgende geboorten, uitstel of spacing of birth behaviour genoemd. “Controle door uitstel is methodologisch lastiger om te onderzoeken, het vraagt zeer gedetailleerde gegevens. Het is moeilijk om op basis van bevolkingsgegevens te achterhalen of de verlenging van de intervallen tussen twee opeenvolgende geboortes op gecontroleerde en dus ook gewens-
20 C A M P U S K R A N T 1 3. 1 2 . 2 0 0 1
te wijze gebeurde. Voor mijn studie heb ik gegevens verzameld over de reproductieve levensloop van drie generaties echtparen in Leuven, in de tweede helft van de 19de eeuw.” De periode 1846-1910, om precies te zijn. Leuven bleek als Belgische provinciestad model te kunnen staan voor de transitie van hoge naar lage vruchtbaarheid in Europa. Uit statistische gegevens die louter handelden over beroep, samenstelling van het gezin, sterfte en geboorte, huwelijk en migratie enzovoort, kon Van Bavel enkele bijzondere conclusies trekken. Bijvoorbeeld dat echtparen ook vóór de transitie hun vr uchtbaarheid al controleerden door uitstelgedrag. Deze vaststelling ontkracht de veronderstelling dat de transitie een overgang was van natuurlijke naar gecontroleerde vruchtbaarheid. Uit het onderzoek van Van Bavel blijkt dat net de introductie van afstel, of vroegtijdig stoppen met voortplanting, rond 1850 bepalend is geweest voor de daling van de vr uchtbaarheid. Hoe dit nieuw reproductief gedrag of geboortebeperking zich in de samenleving verspreidde en veralgemeende, werd ook nog niet eerder historisch-demografisch onderzocht in een Europese context. Uit de wetenschappelijke literatuur distilleerde Van Bavel een aantal hypothesen in verband met de maatschappelijke verspreiding van innovaties, en toetste die aan de L euvense gegevens. Hij kwam tot een verband tussen sociale rang en woonbuurt enerzijds, en afstel anderzijds. “De aanwezigheid van Franstaligen in de Brabantse stad bevorderde duidelijk de verspreiding van het nieuwe reproductieve gedrag - afstel als vorm van geboortenbeperking. In alle sociale klassen is er die invloed van Franstaligen op niet-
Franstaligen. Eerst onder de burgerij, dan bij de middenklasse en als laatste onder de arbeidersbevolking. Waarom de Franstaligen? Waarom was het naburige Frankrijk demografisch een uitzondering in Europa? De transitie naar een lagere vruchtbaarheid gebeurde daar al kort na de Franse Revolutie. Dat was niet alleen een politieke revolutie, maar ook een culturele, die onder meer nieuwe opvattingen en normen inzake kinderen en gezinsgrootte ingang deed vinden.” “Dit is een statistisch onderzoek van droge demografische gegevens. Ik kan daaruit niet afleiden om welke concrete vormen van geboortenbeperking het ging, onthouding of coïtus interruptus bijvoorbeeld. Dat soort kwalitatief onderzoek zou mijn studie zeker kunnen aanvullen, om een volledig beeld te krijgen van die vruchtbaarheidstransitie.”