WO 21.10.2015 UIT DE REEKS CLUB BAROK
Ensemble Nevermind DO 26.11.15
AKA Moon ft. Fabien Fiorini
DO 04.02.16
Ensemble Masques
WO 13.04.16
Hélène Schmitt, Raffaella Milanesi &
Ensemble Luceram
Fauré Quartett op 14.01.09 in de Handelsbeurs © Evy Ottermans
Liesbeth De Voogdt, programmator klassiek - uit haar nieuwsbrief ‘extra nieuws klassiek’: ‘De composities voor viool, altviool, cello en piano behoren voor mij tot de mooiste kamermuziek die er bestaat. Als een van de weinige exclusieve pianokwartetten is het Fauré Quartett dan ook de gedroomde uitvoerder. Elke concert trekken ze je mee tot in de kern van de partituur en kunnen ze diep ontroeren - net alsof je deze muziek voor de eerste keer hoort. Voor de 4de keer te gast in de Handelsbeurs spelen ze mijn lievelingsmuziek van Mozart, Fauré en Brahms. Was het maar vlug 14 oktober.’
Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs www.joostarijs.be
Programma 20:15 Start concert 21:00 Pauze 22:15 Einde
Georg-Philipp Telemann (1681-1767)
Nouveau Quatuors en six suites nr. 6 in e Prélude Gay Vite Gracieusement Distrait Modéré
Nouveau Quatuors en six suites nr. 4 in b Prélude Coulant Gay Vite Triste Menuet Modérément
(pauze)
Johann-Sebastian Bach (1685-1750)
Triosonate in G, BWV 1039 Adagio Allegro ma non presto Adagio e piano Presto
Triosonate in d, BWV 527 Andante Adagio e dolce Vivace
Drie of vier? De roulette van de roem. / Steven Van Renterghem
Met een triosonate beloofde een barokcomponist twee melodische lijnen en een baslijn, samen drie stemmen. Ook al zat er vier man op het podium omdat de baslijn harmonisch ingevuld werd door een cello én een klavecimbel. Dus toen Telemann Quatuors componeerde, garandeerde hij het publiek een stem meer! Zowaar drie onafhankelijke lijnen met een bas eronder. Bach hield het echter steeds bij de triosonate. In de 18de eeuw scoorde Telemann een puntje meer dan Bach. Tot het tij keerde. Aan u het moderne verdict. Drie of vier?
Topkandidaat nummer 1 In 1722 stelde Georg Phillip Telemann zich kandidaat voor de post van Thomaskantor in Leipzig. Hij had nochtans het jaar ervoor een combinatie van prestigieuze posten in Hamburg aangenomen. Het ging hem daar echter niet onmiddellijk voor de wind: zijn voorstellingen in de opera en met zijn orkest Collegium Musicum waren voor de kerkautoriteiten te “liederlijk” en de stadsdrukker werkte Telemanns publicatieplannen tegen. Waarschijnlijk hadden die moeilijkheden hem aangezet om in Leipzig te solliciteren. Telemann was daarbij de topfavoriet onder de zes kandidaten. Zijn reputatie als componist oversteeg immers die van alle anderen. Handel en Bach waren geabonneerd op zijn uitgaves en bestudeerden grondig zijn composities. In traktaten werden voorbeelden uit zijn werk geciteerd als te volgen modellen. De belangrijke sleutel van zijn succes lag in de rol die hij had in het creëren van een Duitse stijl. Daarin werden invloeden uit Frankrijk (Lully), Italië (Corelli), Duitsland (Buxtehude) en zelfs levendige Poolse volksmuziek vermengd. Tegelijk nam hij over de jaren heen ook elementen van de opkomende ‘galante stijl’ over, met symmetrische melodieën en een transparante structuur. Hij behield daarbij wel de rijke barokke harmonie en contrapunt. In 1751 liet hij zich zelf wat laatdunkend uit over veel muziek van zijn tijdgenoten als “te simplistisch”.
Van Telemanns muziek kreeg het publiek alleszins niet genoeg. Het had er ook grote toegang toe, want Telemann was tevens een pionier in het strijden voor intellectuele rechten als componist. Niet alleen organiseerde hij zelf concerten, hij liet ook veel van zijn muziek zelf drukken. Bovendien onderhandelde hij in vele grote steden bikkelhard voor exclusieve publicatierechten van zijn muziek en uitgaven zonder toestemming probeerde hij uit de handel te krijgen. Zijn tactiek werkte: zijn partituren verkochten als zoete broodjes. Bestellingen voor zijn bundels kwamen uit Frankrijk, Italië, de Nederlanden, Scandinavië, Zwitserland, Engeland en Spanje. Met een dergelijke reputatie was het dan ook niet verwonderlijk dat de stadsraad van Leipzig Telemann verkoos en hem een contract aanbood. Maar die wees dat af, want hij wou dat aanbod vooral gebruiken om zijn loonheren in Hamburg onder druk te zetten en een fikse loonsverhoging te bekomen. Ook de tweede op de ranglijst, Christoph Graupner, weigerde de post, voornamelijk omdat hij geen ontslag had kunnen afdwingen bij zijn broodheer, de landgraaf van Hesse-Darmstadt. Dit maakte dan de baan vrij voor die meer bescheiden kandidaat, Johann Sebastian Bach.
Uitgenodigd door de vier, pour la réunion des goûts Net zoals Bach voor de rest van zijn leven in Leipzig bleef werken, zou Telemann tot aan zijn dood in Hamburg in dienst blijven. Hij zou zijn inkomen steeds aanvullen met extra jobs (zijn gokverslaafde vrouw kostte hem fortuinen), zoals kapelmeester in Bayreuth of nieuwscorrespondent voor het hof van Eisennach. Zijn bedrijvigheid bracht hem uiteindelijk ook naar Parijs. Al in 1730 werd hij uitgenodigd door vier prominente Franse muzikanten: de fluitist Michel Blavet, de violist
Jean-Pierre Guignon, de gambist Jean-Baptiste Forqueray en cellist/klavecinist Prince Edouard. De faam van Telemann was zo groot dat zij hem dolgraag voor een prestigebezoek wilden ontvangen. Door allerlei beslommeringen moest deze de reis steeds uitstellen, maar toch had hij in 1730 al een bundel van zes ‘kwartetten’ neergepend voor zijn gastheren, gepubliceerd in Hamburg onder de Italiaanse naam Quadri. In de aanloop van zijn uiteindelijke bezoek in 1737-38 had hij ook een tweede set uitgewerkt, Nouveaux Quatuors. Alle twaalf kwartetten werden toen uitgevoerd, met Telemann aan het klavecimbel en ze waren een ongekend succes. Telemann was zo diplomatisch geweest om zowel een versie met gamba als een met cello te voorzien, zodat Forqueray en Edouard konden afwisselen in het spelen van de obligate partij en het ondersteunen van de baslijn. De Quatuors voorzagen immers drie onafhankelijke melodische stemmen: twee bovenstemmen, zoals gebruikelijk (viool en fluit), én een derde lage stem, die zich volledig vrij bewoog van de continuopartij. Geschreven voor topmuzikanten, zijn deze partijen niet alleen technisch uitdagend, ze nemen ook op gelijkwaardige manier deel aan het muzikale verloop. Dit weerspiegelde het belang van de kunst van de conversatie in de Parijse saloncultuur. De werken waren ook een eerbetoon aan de “réunion des goûts”, de vermenging van de Franse, Duitse en Italiaanse stijl, die toen zeer geliefd was. De Nouveaux Quators, allemaal in de vorm van de (dans)suite, zijn op die manier een knipoog naar Les goûts réunis van François Couperin. Dit alles speelde een rol in het succesverhaal dat na de uitvoeringen van deze werken ontstond. Telemann schreef zelf in 1740: “De uitvoerders wonnen de aandacht van de oren aan het hof en in de stad en ze verschaften mij in geen tijd een bijna universele roem en een steeds hoger aanzien.”
Triosonates op zijn Italiaans, voor orgel… Bachs kamermuziek kon in die periode niet tippen aan de populariteit van Telemanns muziek. Zijn triosonates trokken amper aandacht. Van de vier werken in dat genre uit de BWV-cataloog blijkt bovendien alleen de laatste (BWV1039) door Bach zelf geschreven. Die sonate ontstond toen hij in dienst was als organist en kapelmeester aan het hof van Weimar. Hij kon er beroep doen op zeer goede musici en pende er bijgevolg veel instrumentale muziek neer. Bovendien was hij gefascineerd door de muziek van Vivaldi, Corelli en Torelli en bestudeerde hij de harmonische schema’s en dynamische ritmes van hun sonates en concerti. Via transcripties van die werken voor klavier absorbeerde hij die stilistische kenmerken en dat vond ook zijn weerslag in de Sonate in G voor 2 fluiten en continuo BWV1039. Ze heeft de typische vorm van een Italiaanse sonata da chiesa, met de afwisseling traag-snel-traag-snel en met veel imitaties tussen de twee stemmen. Bach moet van het werk gehouden hebben, want hij herwerkte ze later voor gamba en klavecimbel (BWV1027). Bachs belangrijkste bijdrage op het vlak van de triosonate bevindt zich echter in zijn repertoire voor het orgel. Na zijn aanstelling in Leipzig in 1723 had hij het druk met het organiseren van de kerkdiensten en het schrijven van de benodigde cantates. Pas na een paar jaar kon hij zich toeleggen op het orgelrepertoire met als resultaat een grote hoeveelheid aan preludes en fuga’s en aan koraalvoorspelen. In die periode werkte hij aan een reeks orgelsonates om de flexibiliteit van zoonlief Wilhelm Friedemann zijn handen en voeten te kweken. De sonates BWV525-530 zijn geschreven voor “2 klavieren en pedaal” en zijn strikt driestemmig uitgewerkt. Ze konden zowel op orgel uitgevoerd worden, als op een klavecimbel met een extra pedaalmodule, zoals er ten huize Bach enkel stonden.
Gezien hun opbouw is het niet onwaarschijnlijk dat ze ook als kamermuziek werden gespeeld met twee melodie-instrumenten en continuo. Ook deze composities zijn doordrongen van de Italiaanse stijl: opgebouwd volgens het Vivaldi-concerto (snel-traag-snel) suggereren ze geregeld het contrast tussen een solist en het orkest. Tegelijk zijn het pareltjes van transparant contrapunt, waarbij de lijnen eindeloos in elkaar verweven worden. Zo worden drie stemmen één op het orgel.
Het kwik van de roem daalt onder nul. “Het kan verkeren,” zei Bredero en Telemann zal het geweten hebben. Begin 19de eeuw viel hij redelijk snel in ongenade en werd hij afgeschilderd als een veelschrijver bij wie kwantiteit primeerde op de kwaliteit. Tegen 1911 vermeldde de Encyclopædia Britannica Telemann amper en werd er hoogstens verwezen naar “the vastly inferior work of lesser composers such as Telemann.” Het werd soms al te gek, toen Bach-biografen als Philipp Spitta and Albert Schweitzer Telemanns cantates afbraken en dan enkele van Bach prezen waarvan later onderzoek aantoonde dat ze van Telemann waren… Bachs ster steeg gestaag na zijn dood, al werd zijn muziek in de 19de eeuw meer geprezen of gebruikt als studiemateriaal dan uitgevoerd op de concertpodia. De contrapuntische en harmonische alomvattendheid van zijn werk bezorgden hem echter geleidelijk aan een mythische status bij latere componisten en uiteindelijk ook bij het publiek. Terwijl hij in zijn tijd duidelijk moest onderdoen voor Telemann, heeft Bach intussen al een eeuw of twee een streepje voor. Grillig is de roulette van de roem! Steven Van Renterghem studeerde klassieke talen en musicologie aan de Universiteit Gent.
Biografie
De vier jonge musici van Nevermind hebben elkaar leren kennen op het conservatorium van Parijs. Hun gemeenschappelijke passie voor oude muziek, jazz en volksmuziek bracht hen samen. Repertoire voor fluit, viool, viola da gamba en klavecimbel uit de zeventiende en achttiende eeuw neemt een centrale plaats in bij het ensemble. Nevermind werd in 2014 derde tijdens het Internationaal Van Wassenaer Concours. De klavecinist Jean Rondeau is ongetwijfeld de muzikant uit dit ensemble waar al het meeste inkt over is gevloeid. Op zijn 21ste won hij het Musica Antiqua-concours van 2012 in Brugge, en sindsdien verovert hij de Europese podia. Naast Nevermind is Rondeau lid van het barokensemble L’Olimpiade en van het orkest Les Ambassadeurs. Samen
Ensemble Nevermind Anna Besson | traverso Louis Creac’h | viool Robin Pharo | viola da gamba Jean Rondeau | klavecimbel
met de contratenor Fabrice Di Falco treedt hij vaak op met een programma barokmuziek of jazz, vaak de twee samen. Verder speelt hij ook in jazzensembles Note Forget en The Project. Na zijn eerste ervaringen met klavecimbel, studeerde Rondeau verder aan het Conservatoire Supérieur de Paris bij Corinne Kloska en Philippe Tambourini. Zijn jazzopleiding volgde bij Sylvain Halévy en Benjamin Moussay. Hij zette zijn studies door aan het Conservatoire National Supérieur de Musique, bij Olivier Baumont, Blandine Rannou en Kenneth Weiss, alsook aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen met Carole Cerasi en James Johnstone. Hij volgde ook meestercursussen bij Christophe Rousset in Sienna en Firenze.
Z A 2 4 .1 0.15
Matan Porat (piano) Onstuimigheid troef Schumann, Ives Z A 3 1.1 0.15
Toumani & Sidiki Diabaté Zeven eeuwen mystieke traditie op de kora wereld D O 0 5.1 1.15
Binnenkort in de Handelsbeurs Geroemde kamermuzikanten brengen het edelmoedige van Beethoven, het lyrisch vrijpostige van Schubert en de ongetemperde emotie van Brahms.
Zwerm & Fred Frith Vijf gitaren, van Bach tot dance hedendaags klassiek ZO 2 2.1 1.15
@Handelsbeurs #handelsbeurs Schrijf je in op de nieuwsbrief via www.handelsbeurs.be
D O 2 6.1 1.15
Tickets & abonnementen www.handelsbeurs.be 09 265 91 65
AKA Moon ft. Fabien Fiorini Een van Belgiës strakste jazzcombo’s met sonates van Scarlatti jazz Z A 2 8.1 1.15
Pavel Haas Quartet (strijkkwartet) & Slávka Pechočová (piano) Gruwel en schoonheid met Slavisch topkwartet Martinů, Dvořák W O 0 9.1 2.15
Keiko Shichijo (pianoforte) & Francesco Corti (klavecimbel): ‘Vis à Vis’ Kleurenpracht met gehamerde en getokkelde snaren Scarlatti, Bach, Mozart
Handelsbeurs Concertzaal is een initiatief van Noordstarfonds vzw.
vormgeving Pascal Van Hoorebeke / v.u. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent
Blijf je graag op de hoogte?
Foyer Matinee: Istanbul Solistleri Aperitiefconcert met vooraanstaande vernieuwers Ottomaans klassiek i.h.k.v. Istanbul Ekspres