Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium North Gate III - Koning Albert II-laan 16- 1000 Brussel ondernemingsnummer: 0314.595.348 http://economie.fgov.be - http://statbel.fgov.be
Enquête naar het gebruik van ICT en e-commerce bij ondernemingen 2015 Geachte mevrouw, geachte heer, De Algemene Directie Statistiek organiseert jaarlijks een enquête naar het gebruik van Informatie- en Communicatietechnologieën (ICT) in ondernemingen. De concurrentiekracht en de productiviteit van de ondernemingen hangen namelijk hoe langer hoe meer af van de efficiëntie, de relevantie en het gebruik van ICT. Het is dus noodzakelijk om zicht te krijgen op de informaticaomgeving van de ondernemingen, op het gebruik dat ze maken van internet en automatische informatie-uitwisseling, op hun houding tegenover elektronische handel, enzovoort. Uw onderneming werd geselecteerd om deel te nemen aan de ICT-enquête van 2015. Op datum van (xx / xx / xxxx) mochten mijn diensten nog geen gegevens van uw onderneming ontvangen. Daarom ontvangt u van ons de bijgevoegde vragenlijst. Het invullen van de vragenlijst duurt gemiddeld een kwartier. Voor de meeste vragen hoeft u alleen “ja” of “nee” aan te kruisen. Soms wordt er een percentage gevraagd: als u dat niet exact kunt geven, volstaat een zo precies mogelijke schatting. Als uw onderneming een informatica-afdeling heeft, zal die het grootste deel van de vragen kunnen beantwoorden. U kunt ons de ingevulde vragenlijst terugsturen tot (xx / xx / xxxx). Dat kunt u doen via de bijgevoegde portvrije enveloppe. U kan de vragenlijst ook nog steeds invullen via internet. Hiervoor gaat u naar het volgende internetadres: https://edatenq.economie.fgov.be/edatenq U logt aan met de volgende parameters: (Opgelet : identificatie en paswoord zijn hoofdlettergevoelig) Identificatie: <E_USER_EMP>
Paswoord: <E_PASSWORD_EMP>
Mocht u verdere vragen hebben bij het invullen van deze enquête, dan kunt u gratis telefoneren op het nummer: 0800 96 206. Indien u de enquête inmiddels via de websurvey beantwoord heeft, dan hoeft u aan deze brief uiteraard geen gevolg te geven. Ik dank u bij voorbaat voor uw medewerking. Hoogachtend,
Nico Waeyaert Directeur - generaal Rechtsgrond: Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europese Parlement en de Raad van 21 april 2004. Verordening (EG) nr. 1006/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009.
Heeft u vragen bij het invullen van dit formulier, dan kan u contact opnemen met de dienst enquêtes ondernemingen:
[email protected] • tel. 0800 96 206 Meer informatie over de enquête vindt u op: http://statbel.fgov.be/ict Glossarium : http://statbel.fgov.be/ict Een nederlandstalige versie van dit formulier vindt u op http://statbel.fgov.be/ict Version française du formulaire téléchargeable à l’adresse suivante: http://statbel.fgov.be/ict
1
De vragen in deze vragenlijst gaan over de huidige situatie. Als een vraag over een andere periode gaat (bv. over het jaar 2014), dan wordt dat aangegeven in de vraag zelf. De vragen kunnen het best beantwoord worden door een ICT-verantwoordelijke.
Identificatiegegevens
Contactpersoon binnen de onderneming (voor deze enquête)
Naam
Functie
E-mail adres
Telefoon
Module A : Gebruik van computers A1.
Gebruikt uw onderneming computers (inclusief PC’s, laptops, tablets, smartphones, notebooks, …)? Ja
A2.
Nee → ga naar J
Hoeveel procent van het totaal aantal werkzame personen in uw onderneming gebruikt een computer voor het werk? Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
%
Module B : ICT-specialisten en -vaardigheden B1.
Heeft uw onderneming experts in informatie- en communicatietechnologie in dienst (ICT-specialisten)? ICT-specialisten zijn mensen met een hoofdactiviteit in het ICT-domein. Bijvoorbeeld: ontwikkelen, installeren, ondersteunen, onderhouden en beheren van informatiesystemen of informaticatoepassingen. Ja Nee
B2.
Bood uw onderneming in 2014 opleidingen aan om de ICT-vaardigheden van het personeel (verder) te ontwikkelen?
Ja a) Opleidingen voor ICT-specialisten.................................................................................................................... Duid ‘Nee’ aan als uw onderneming in 2014 geen ICT-specialisten in dienst had Ja b) Opleidingen voor ander personeel....................................................................................................................
B3.
Nam uw onderneming in 2014 ICT-specialisten in dienst of heeft uw onderneming dat geprobeerd? Ja
B4.
Had uw onderneming in 2014 vacatures voor ICT-specialisten die moeilijk ingevuld geraakten? Ja
2
Nee
Nee
Nee → Ga naar B5
Nee
B5.
Gelieve aan te duiden wie in 2014 de voornaamste aanbieder van de volgende ICT-diensten was voor uw onderneming: Voornamelijk uw eigen personeel (1)
Gelieve één vakje per lijn aan te kruisen.
Voornamelijk een externe dienstverlener
Niet van toepassing
a) Onderhoud van de ICT-infrastructuur (servers, computers, printers, netwerken) b) Technisch ondersteunende functie voor kantoorsoftware (tekstverwerkers, spreadsheet-software, enz.) c) Ontwikkeling van bedrijfsbeheerssystemen en -software (ERP, CRM, personeelsbeheerssysteem (HR), databanken, enz.) d) Technisch ondersteunende functie voor bedrijfsbeheerssystemen en -software (ERP, CRM, HR, databanken, enz.) e) Ontwikkeling van e-solutions (websites, e-commerce-oplossingen, enz.) f) Technisch ondersteunende functie voor e-solutions (websites, e-commerce-oplossingen, enz.) g) Gegevensbeveiliging en -bescherming (beveiligingstests, beveiligingssoftware, enz.) (1) inclusief het personeel van de moederonderneming of dochterondernemingen
Module C : Toegang tot en gebruik van internet C1.
Heeft uw onderneming toegang tot internet?
C2.
Ja
Nee
→ Ga naar E1
Hoeveel procent van het totaal aantal werkzame personen in uw onderneming gebruikt een computer met internettoegang voor het werk (inclusief internettoegang via PC’s, laptops, tablets, smartphones, …)? Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting. %
Gebruik van een vaste breedbandverbinding voor zakelijk gebruik C3.
Gebruikt uw onderneming een internetverbinding van het type DSL of een andere vaste breedbandverbinding?
(bv. ADSL, SDSL, VDSL; optische-vezeltechnologie (FTTH), kabeltechnologie, Wi-Fi, WiMax, ...)
C4.
Ja
Nee → Ga naar C5
Wat is de contractueel afgesproken maximale downloadsnelheid van de snelste internetverbinding in uw onderneming? (1 byte = 8 bit). Duid slechts één antwoord aan.
a) Minder dan 2 Mbit/s...................................................................................................................................................... b) Minstens 2 maar minder dan 10 Mbit/s....................................................................................................... c) Minstens 10 maar minder dan 30 Mbit/s..................................................................................................... d) Minstens 30 maar minder dan 100 Mbit/s.................................................................................................. e) Minstens 100 Mbit/s......................................................................................................................................................
Gebruik van een mobiele internetverbinding voor zakelijk gebruik = het gebruik van draagbare toestellen met internetverbinding via mobiele telefonienetwerken. De onderneming voorziet de draagbare toestellen voor zakelijk gebruik en betaalt deels of volledig het abonnement en de gebruikskosten. Opgelet: als de internetverbinding uitsluitend via een draadloos netwerk zoals Wi-Fi kan worden gemaakt en niet via mobiele telefonienetwerken, antwoord dan ‘nee’.
C5.
Gebruikt uw onderneming een mobiele breedbandinternetverbinding via draagbare toestellen met internetverbinding via mobiele telefonienetwerken (3G, H+ of 4G) (laptops, smartphones, tablets, enz.)? Ja Nee → Ga naar C7
3
C6.
Hoeveel procent van het totaal aantal werkzame personen in uw onderneming gebruikt voor het werk een draagbaar toestel van de onderneming met een internetverbinding via het mobiele telefonienetwerk? (bv. laptop, smartphone, tablet, PDA, …) Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting. %
Gebruik van een website C7.
Beschikt uw onderneming over een eigen of gezamenlijke* website (binnen uw groep of netwerk)?
* Zie toelichting
Ja
C8.
Nee → Ga naar C9
Had uw website een van de volgende voorzieningen?
Ja a) Beschrijving van goederen of diensten, prijslijsten............................................................................................................................................. b) Bestellingen, reserveringen of boekingen via internet (bv. een winkelmandje).......................................................................... c) Mogelijkheid voor bezoekers om via internet goederen of diensten te personaliseren of te ontwerpen............... d) Opvolging of status van de geplaatste bestellingen............................................................................................................................................ e) Gepersonaliseerde inhoud op de website voor regelmatige/terugkerende bezoekers......................................................... f) Links of verwijzingen naar de profielen van de onderneming op sociale media..........................................................................
Nee
Gebruik van sociale media Het gebruik van sociale media door de onderneming verwijst naar het gebruik van communicatietoepassingen of -platformen die op internettechnologie zijn gebaseerd, om online-inhoud met klanten, leveranciers, partners of binnen de onderneming uit te wisselen.
C9.
Beschikt uw onderneming over een gebruikersprofiel, -rekening of -licentie op een van de volgende sociale media (niet alleen om betaalde advertenties te verspreiden)?
Ja Nee a) Sociale netwerken (bv. Facebook, LinkedIn, Xing, Viadeo, Yammer, enz.)........................................................................................ b) Ondernemingsblog of microblogs (bv. Twitter, Present.ly, enz.)................................................................................................................ c) Websites voor het delen van multimediacontent (bv. YouTube, Flickr, Picasa, SlideShare, enz.).................................. d) Wiki-tools voor het delen van kennis.............................................................................................................................................................................. e) De onderneming gebruikte geen enkele van bovenstaande sociale media of gebruikte ze alleen voor het plaatsen van betaalde advertenties................................................................................................................................................................................→ Ga naar D1
C10. Gebruikt uw onderneming deze sociale media om: Ja a) Het imago van de onderneming te ontwikkelen of producten te commercialiseren (advertenties, lanceren van nieuwe producten, enz.)?......................................................................................................................................................................... b) Advies, beoordelingen of vragen van klanten te verzamelen en te beantwoorden?................................................................. c) Klanten inspraak te geven in de ontwikkeling of verbetering van goederen of diensten?.................................................. d) Met de partners van de onderneming (leveranciers, enz.) of andere instellingen (overheidsinstanties, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), enz.) samen te werken?................................................................................................. e) Personeel aan te werven?........................................................................................................................................................................................................ f) Advies, meningen of kennis binnen de onderneming uit te wisselen?...............................................................................................
4
Nee
Module D : Gebruik van Cloudcomputingdiensten Cloud computing (of Cloud) betekent hier informaticadiensten op internet voor toegang tot software, rekencapaciteit, opslagruimte, enzovoort. De diensten moeten alle volgende eigenschappen bevatten: - ze worden geleverd door informaticaservers van providers; - ze zijn makkelijk uit te breiden of te beperken (bijvoorbeeld aantal gebruikers of wijziging van opslagruimte); - eens ze geïnstalleerd zijn, kunnen ze worden gebruikt “op vraag” van de gebruiker, zonder menselijke interactie met de provider; - ze zijn betalend, ofwel door de gebruiker, ofwel volgens de gebruikte capaciteit, of ze zijn voorafbetaald; Cloud computing kan verbindingen omvatten via een virtueel privénetwerk (VPN, Virtual Private Network).
D1.
Koopt uw onderneming cloudcomputingdiensten aan? (uitgezonderd gratis diensten) Ja
D2.
→ Ga naar E1
Koopt uw onderneming een van de volgende cloudcomputingdiensten aan (uitgezonderd gratis diensten)?
D3.
Nee
a) E-mail als cloudcomputingdienst...................................................................................................................................................................................... b) Kantoorsoftware (tekstverwerker, spreadsheet,…) als cloudcomputingdienst............................................................................ c) Hosting van de databank(en) van het bedrijf als cloudcomputingdienst............................................................................................ d) Opslaan van bestanden als cloudcomputingdienst............................................................................................................................................. e) Softwaretoepassingen voor financieel beheer of boekhouding als cloudcomputingdienst............................................... f) Beheer van klantengegevens (customer relationship management — CRM) als cloudcomputingdienst............. g) Computervermogen (resource server) waarop de eigen software van het bedrijf draait als cloudcomputingdienst........................................................................................................................................................................................................
Ja
Nee
Koopt uw onderneming cloudcomputingdiensten (behalve gratis clouddiensten) geleverd door:
a) Informaticaservers die worden gedeeld met andere ondernemingen?............................................................................................. b) Informaticaservers die uitsluitend voor uw onderneming bedoeld zijn?...........................................................................................
Ja
Nee
Module E : Automatische gegevensuitwisseling binnen uw onderneming E1.
Gebruikt uw onderneming een ERP-softwarepakket? Een ERP (Enterprise Resource Planning) -softwarepakket wordt gebruikt voor het delen van informatie tussen de verschillende afdelingen van uw onderneming (bv. boekhouding, planning, productie, marketing, …) Ja Nee
E2.
Gebruikt uw onderneming een CRM-softwaretoepassing om: ((CRM - Customer Relationschip Managment)
Ja a) Klantengegevens te verzamelen, te bewaren en ter beschikking te stellen van verschillende afdelingen binnen uw onderneming?........................................................................................................................................................................................................ b) Klantengegevens te analyseren voor marketingdoeleinden (vb. prijsstelling, promotieacties, keuze van distributiekanalen, ...)? ..............................................................................................................................................................................................................
5
Nee
Module F : Elektronische uitwisseling van informatie over het beheer van de toeleveringsketen
(SCM - Supply Chain Managment)
= het elektronisch uitwisselen van allerlei informatie met leveranciers en/of klanten over de beschikbaarheid, de productie, de ontwikkeling, de levering en de verdeling van producten of diensten. De informatie kan uitgewisseld worden via websites of via andere systemen van elektronische gevensuitwisseling (type EDI). Uitgezonderd handgetypte e-mails.
F1.
Wisselt uw onderneming elektronisch informatie uit met haar leveranciers of klanten over het beheer van de toeleveringsketen (SCM)? (informatie over voorraden, productieplannen, organisatie of voortgang van geleverde diensten, vraagprognoses of voortgang van leveringen) Ja Nee
F2.
→ Ga naar G1
Hoe wisselt uw onderneming elektronisch informatie uit over het beheer van de toeleveringsketen (SCM)?
a) Via websites (bedrijfswebsite, website van zakenpartners) of webportalen................................................................................... b) Via elektronische uitwisseling van informatie geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, XML, Edifact, …)...........................................................................................................................................................................................................
Ja
Nee
Module G : ICT-beveiliging ‘ICT-beveiliging’ verwijst naar: maatregelen, controles en procedures die van toepassing zijn op ICT-systemen om de integriteit, de echtheid, de beschikbaarheid en de vertrouwelijkheid van gegevens en systemen te waarborgen.
G1.
Beschikt uw onderneming over een formeel vastgelegd ICT-veiligheidsbeleid?
G2.
Ja
→ Ga naar H1
Houdt het ICT-veiligheidsbeleid rekening met de volgende risico’s?
a) Vernietiging of beschadiging van gegevens als gevolg van een onverwachte aanval of incident.................................. b) Openbaarmaking van vertrouwelijke gegevens als gevolg van een inbreuk, phishing, pharming of per ongeluk.................................................................................................................................................................................................................................... c) Onbeschikbaarheid van de ICT-diensten als gevolg van een aanval van buitenaf (bv. een “denial of service”-aanval)...................................................................................................................................................................................
G3.
Nee
Ja
Nee
Wanneer werd het ICT-veiligheidsbeleid van uw onderneming vastgelegd of voor het laatst herzien (risico-evaluatie, evaluatie van ICT-veiligheidsincidenten, enz.)? Gelieve één vakje aan te kruisen.
a) Gedurende de laatste 12 maanden................................................................................................................................................................................... b) Tussen 12 en 24 maanden geleden.................................................................................................................................................................................. c) Meer dan 24 maanden geleden............................................................................................................................................................................................
Module H : Elektronische facturatie Facturen kunnen uitgewisseld worden in papieren vorm of onder elektronische vorm. Er bestaan twee verschillende soorten elektronische facturen: - E-facturen, elektronische facturen in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, XML, UDL). Ze kunnen rechtstreeks worden uitgewisseld tussen leveranciers en klanten, via dienstverleners of via elektronisch bankieren; - Facturen in elektronisch formaat die niet geschikt zijn voor automatische verwerking (mail, mail met bijlage in PDF-, JPEG-, TIFF-, of ander formaat)
H1.
Heeft uw onderneming in 2014 facturen aan andere ondernemingen of aan overheden verzonden? Ja
6
Nee → Ga naar H3
H2.
Hoeveel procent van alle facturen die uw onderneming in 2014 verzonden heeft aan andere ondernemingen of overheden, werd verzonden als: Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
a) E-facturen in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, UBL, XML, …)?......................
b) Facturen in elektronisch formaat niet geschikt voor automatische verwerking.
%
(bv. mail, mail met bijlage in PDF-, JPEG-, TIFF-, of ander formaat)?......................................................................................................
%
c) Alleen in papieren vorm?................................................................................................................................................................................................................
%
TOTAL 1 0 0 %
H3.
Hoeveel procent van alle facturen die uw onderneming in 2014 ontving, werd ontvangen als: Als u het exacte percentage niet kent, volstaat een schatting.
a) E-facturen in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDI, UBL, XML, …)?......................
b) Facturen in papieren vorm of facturen in elektronisch formaat niet geschikt voor automatische verwerking.
%
(bv. mail, mail met bijlage in PDF-, JPEG-, TIFF-, of ander formaat)?...................................................................................................
%
TOTAL 1 0 0 %
Module I : E-commerce E-commerce is de verkoop of aankoop van goederen of diensten via een computernetwerk, via methodes die specifiek ontworpen werden voor het ontvangen of plaatsen van bestellingen. De betaling en uiteindelijke levering van de goederen of diensten hoeven niet online te gebeuren. Uitgezonderd bestellingen via handgetypte e-mails.
E-commerce: verkoop
Gelieve in de volgende vragen een onderscheid te maken tussen webverkoop en EDI-verkoop.
Webverkoop
= verkoop via een onlinewinkel (webshop) of via webformulieren op een website of een extranet of via apps.
I1.
Ontving uw onderneming in 2014 bestellingen voor goederen of diensten via een website of via apps? (uitgezonderd hangetypte e-mails) Ja
I2.
Nee → Ga naar I6
Op welk percentage van de totale omzet van uw onderneming schat u de verkopen die in 2014 het gevolg waren van een bestelling via een website of via apps?
%
I3.
Op welk percentage van de totale omzet van uw onderneming schat u per type klant de verkopen die in 2014 het gevolg waren van een bestelling via een website of via apps? (schattingen in percentage van de monetaire waarde, excl. BTW)
a) Business to Customer- B2C (verkoop aan particulieren)....................................................................................................................................
b) Business to Business - B2B (verkoop aan andere ondernemingen) en Business to Government - B2G
(verkoop aan overheden).................................................................................................................................................................................................................
I4.
% % 1 0 0 %
Ontving uw onderneming in 2014 bestellingen via een website of via apps door klanten die in de volgende regio’s gevestigd zijn? Ja Nee a) België........................................................................................................................................................................................................................................................ b) Andere EU-landen.......................................................................................................................................................................................................................... c) Rest van de wereld.........................................................................................................................................................................................................................
7
I5.
Welke betalingswijzen aanvaardt uw onderneming voor haar webverkopen of verkopen via apps?
a) Online betalingssystemen, betaling geïntegreerd in bestelproces (bv. bankkaart, kredietkaart, Ja PayPal, Moneybookers, ...) ...................................................................................................................................................................................................... b) Offline betalingssystemen (bv. alle betalingsmogelijkheden bij levering, overschrijving, cheque, …)......................
Nee
EDI-verkoop
= verkoop via EDI-berichten (Electronic Data Interchange) in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDIFACT,UBL, XML,...) Uitgezonderd handgetypte afzonderlijke berichten.
I6.
Ontving uw onderneming in 2014 bestellingen voor goederen of diensten via EDI-berichten?
I7.
Nee
→ Ga naar I9
Op welk percentage van de totale omzet van de onderneming schat u de verkopen die in 2014 het gevolg waren van een bestelling via EDI-berichten?
I8.
Ja
%
Op welk percentage van de totale omzet van de onderneming schat u de verkopen die in 2014 het gevolg waren van een bestelling via EDI-berichten? Ja Nee
a) België........................................................................................................................................................................................................................................................ b) Andere EU-landen.......................................................................................................................................................................................................................... c) Rest van de wereld.........................................................................................................................................................................................................................
E-commerce: aankoop
= aankopen - via een onlinewinkel (webwinkel) of via webformulieren op een website of een extranet van een andere onderneming of via Apps, - of via EDI-berichten (EDI: Electronic Data Interchange): berichten in een standaardformaat geschikt voor automatische verwerking (bv. EDIFACT, UBL, XML enzovoort) Uitgezonderd handgetypte afzonderlijke berichten. Aankopen van goederen of diensten bevatten de waarde van alle goederen en diensten die tijdens de waarnemingsperiode voor herverkoop of consumptie in het productieproces werden aangekocht, behalve investeringsgoederen waarvan de consumptie wordt beschouwd als consumptie van vaste activa.
I9.
Plaatste uw onderneming in 2014 bestellingen voor goederen of diensten via een website of via apps of EDI-berichten? (uitgezonderd handgetypte e-mails) Ja Nee
→ Ga naar J
I10. Was de waarde van de bestellingen die uw onderneming in 2014 elektronisch plaatste hoger of gelijk aan 1% van de waarde van de totale aankopen? (in geldwaarde, exclusief BTW)
Ja
Nee
Module J : Schatting van de benodigde tijd om de enquête te beantwoorden
We zouden graag de werklast inschatten voor het invullen van dit enquêteformulier. Kan u een schatting geven van de tijd
die u nodig had om de vragen in dit formulier te beantwoorden?
minuten
De Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium dankt u voor uw welwillende medewerking.
Enquête Naar het gebruik van ICT en e-commerce bij de ondernemingen 2015 8
© Foto : Fotolia.com