Enkele liturgische suggesties voor een Lichtmisviering Deze bundel bevat teksten voor:
- het openingswoord - de kinderzegen - de voorbede - de zegening van kaarsen - een bezinning
OPENINGSWOORD Tekst 1: Welkom allemaal, we vieren vandaag het feest van ‘de opdracht van de Heer in de tempel’. Dit feest wordt ook wel ‘lichtmis’ genoemd. Op deze bijzondere dag gedenken we hoe Jozef en Maria met hun kindje naar de tempel gingen. Ze wilden hun zoon Jezus toevertrouwen aan God. Ze wilden God om kracht en zegen vragen. Daar in de tempel kwam reeds aan het licht wie Jezus worden zou. De oudere mensen in de tempel hadden oog voor hem. De kleine Jezus toonde hen dat er toekomst is. De ouderen in de tempel bewonderden het kindje Jezus en ze zagen dat hij LICHT en vrede zou brengen in de wereld. Ook vandaag willen wij onze kinderen bij God brengen. Wij hopen dat ook zij mogen kennismaken met Jezus, het Licht voor deze wereld. Wij hopen en geloven dat ook deze kinderen een lichtpuntje mogen zijn voor velen. Laten we hier samen zijn: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest (kruisteken).
Tekst 2: De hedendaagse profeet Kahlil Gibran zegt: “uw kinderen zijn uw kinderen niet. Ze komen door u, maar zijn niet van u.” Zo verwoordt hij wat wij zo vaak zeggen. Bij een geboorte wordt er gezegd dat men een kindje heeft ‘gekregen’. Ouders ervaren hun kind als een ‘geschenk’ – een Godsgeschenk – . Vandaag willen wij ons richten tot God, de Vader van het leven, de Bron van ons bestaan. We willen God danken voor de kinderen en we willen Hem vragen om hen te zegenen en te bewaren. Laten we samen bidden: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest (kruisteken).
1
Tekst 3: Welkom, beste mensen, groot en klein, op 2 februari vieren wij in onze Kerk het feest van ‘Lichtmis’. Het is een eeuwenoude traditie om op Lichtmis pannenkoeken te eten. Pannenkoeken roepen een sfeer op van warmte en gezelligheid. Sommige mensen beweren zelfs dat de ronde vorm verwijst naar de ZON. We merken al dat de dagen weer wat langer worden, dat de zon al wat vroeger opstaat en al wat later gaat slapen. De lente is al in aantocht. De ZON verwijst voor christenen ook naar Jezus. Jezus wordt ook wel ‘de zon der gerechtigheid’ genoemd. Hij bracht licht en vrede in de wereld. Als wij het feest van Lichtmis vieren, dan zeggen we dat wij Jezus’ voorbeeld willen volgen. En we vragen zijn kracht en zegen om ook ‘een zonnetje’ te zijn, om net zoals Hij licht te brengen in het leven van velen. Laten we hier samen zijn: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest (kruisteken).
Tekst 4: Welkom, beste vrienden van Jezus, in ons midden staat de brandende paaskaars. Ook in een doopviering staat de paaskaars centraal. De paaskaars is het symbool voor Jezus. Jezus schenkt ons licht en leven. Bij elk doopsel steken we de doopkaars aan door licht te nemen van de paaskaars. Zo drukken we uit dat het Jezus is, die zijn licht doorgeeft aan ons. Jezus wil ook licht brengen in ons bestaan. Hij wil ons zegenen met licht en warmte. Laten wij in deze viering bidden dat het vuur van het geloof in ons mag blijven branden, dat wij, naar het voorbeeld van Jezus, licht en warmte mogen uitstralen.
KINDERZEGEN Tekst 1: God van alle leven, Gij die kinderen laat geboren worden, Gij die jongeren en tieners laat groeien in kracht en wijsheid, Gij die Vader en Moeder zijt van alle mensen, samen met U strekken wij de handen uit over onze kinderen. Wij willen goed voor hen zorgen, wij willen hen maken tot mensen die voor anderen een licht zijn, die voor alle medemensen zo lief zijn als God.
2
Zegen daarom alle kinderen, alle tieners en jongeren, alle ouders en grootouders, zegen hen met liefde, zegen hen met wijsheid en kracht, zegen hen met geduld en geloof in het goede. Dat vragen wij U vandaag, op het feest van het Licht en het jonge Leven: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Tekst 2: God, onze Vader, Jozef en Maria hebben hun kind Jezus na de geboorte naar de tempel gebracht om uw zegen te vragen en het aan U toe te vertrouwen. Vandaag volgen wij hun voorbeeld. Wij komen tot U en vragen: zegen en behoed onze kinderen. Schenk hen gezondheid, blijdschap en levenskracht. Blijf ook ons nabij en help ons om het beste van onszelf te geven. Zegen ons en onze kinderen zodat wij allen kunnen leven naar het voorbeeld van Jezus: Hij die licht en vrede bracht in het hart van velen. Amen.
Tekst 3: Ouders: Goede God, Gij die wordt genoemd: Vader van het leven, God van liefde en licht. Op deze feestdag van het Licht willen wij U vragen om zegen. Zegen onze kinderen, groot en klein. Bewaar hen voor het kwaad. Laat hen goede wegen gaan, zegen hen en maak hen tot kinderen van het licht. Amen. Priester: God, op dit feest van het Licht en het Leven, vragen wij U: bescherm deze kinderen, vang hen op en zegen hen. Zegen ook alle vaders en moeders,
3
alle opa's en oma’s en allen die hen omringen met hun dagelijkse zorg. Zegen hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Tekst 4: Priester, diaken of gebedsleider: We doen het allemaal wel eens: we schrijven een woord op onze hand en telkens als we het zien herinneren we ons weer wat we niet wilden vergeten. God wil jullie een sterk teken van zijn liefde geven. Hij heeft jullie naam in de palm van zijn hand geschreven. Zo zal Hij altijd aan jullie denken, jullie liefde en aandacht schenken. God zegt jullie vandaag: “met die namen in mijn hand, toon Ik dat Ik jullie op handen draag.” Laten we samen bidden om zegen over deze kinderen. Samen: God van het nieuwe leven, wij danken U omdat onze namen staan geschreven in de palm van uw hand. Uw handen dragen ons, zegenen ons. Moge uw hand ook deze kinderen aanraken, Moge uw hand hen beschermen. Moge U hen zeggen: ‘Ik zegene en beware u’. God van het nieuwe leven, leg uw beschermende, liefdevolle hand op deze kinderen. Raak hen aan, draag hen, draag hen op handen. Priester, diaken of gebedsleider: Heer, onze God, wij leggen de namen van deze kinderen in uw zegenende handen. Schrijf ze daarin op, en vergeet ze niet. Houd deze kinderen vast,
4
bescherm en behoed hen op hun weg door het leven. Ga met hen mee, wijs hen de weg. Heer, onze God, wij leggen de namen van deze kinderen in uw handen. Leid en steun hen. Draag hen in liefde. Zegen en bewaar hen, vandaag en alle dagen van hun leven. Samen:
Amen. Vervolgens geeft de priester, diaken of gebedsleider de kinderen één voor één een kruisje op het voorhoofd, terwijl hij telkens zegt: “God zegene en beware jou.”
Tekst 5: God, zegen deze kinderen met het verlangen om U te zoeken. Zegen deze kinderen met het verlangen om bij U te zijn. God, zegen deze kinderen met woorden om over U te spreken. Zegen deze kinderen met oren om uw Woord te horen. God, zegen deze kinderen met uw vaderlijke liefde, met uw moederlijke zorg. Laat hen opgroeien tot mensen die net zoals uw Zoon Jezus een lichtpuntje zijn in het leven van velen. Amen.
Tekst 6: De Heer zal voor jou zijn, om jou de rechte weg te wijzen. De Heer zal naast jou zijn, om jou in zijn armen te sluiten, om jou te beschermen tegen gevaren. De Heer zal achter jou zijn, om jou te behoeden voor het kwaad. De Heer zal onder jou zijn, om jou op te vangen wanneer je valt. De Heer zal in jou zijn, om jou te troosten wanneer je verdriet hebt. De Heer zal rondom jou zijn, om jou te verdedigen wanneer anderen je aanvallen. De Heer zal boven jou zijn, om je te zegenen: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
5
Vervolgens geeft de priester, diaken of gebedsleider de kinderen één voor één een kruisje op het voorhoofd, terwijl hij telkens zegt: ‘God zegene en beware jou’.
Tekst 7: Heer, onze God, zegen deze kinderen, laat hen opgroeien in gezondheid, wijsheid en deugd. Trek uw beschermende hand nooit terug. Zegen ook de ouders hier aanwezig. Laat hen groeien in liefde. Dat al deze ouders en kinderen een zegen mogen zijn voor elkaar. Amen. De namen van de kinderen die in het voorbije jaar gedoopt werden, worden genoemd. Om de zes namen wordt een wens uitgesproken: NN… We wensen voor jou: dat je mag ervaren dat God en vele mensen jou graag zien, dat ook jij anderen mag liefhebben. NN… We wensen voor jou: dat je het zingen van de dingen mag horen, het roepen van de mensen in nood, de stem van God. NN… We wensen voor jou: dat je kan lachen en spreken, zingen en bidden. NN… We wensen voor jou: dat je handen kunnen spelen en werken, dat ze leren geven en delen. NN… We wensen voor jou: dat je kan gaan en staan, lopen en dansen, dat je de Heer Jezus volgt op de weg die leidt naar het volle geluk. NN… Gezegend ben je in heel je wezen, wees gezond naar ziel en lichaam en maak van je leven iets moois voor God en de mensen.
Tekst 8: Heer, Gij die ons licht en vrede brengt, Gij die ons leven zin en richting geeft, wij vragen U …: zegen deze kinderen.
6
Zegen hun ogen zodat zij mensen graag zien. Zegen hun oren zodat zij luisteren naar de verhalen van anderen. Zegen hun mond zodat zij woorden spreken van bemoediging en troost. Zegen hun handen zodat zij delen en bouwen aan een betere wereld. Zegen hun voeten om naar anderen toe te gaan, om niet op te geven, maar door te gaan. Zegen hun hart zodat zij geven, vergeven, warmen en verrijken. Schenk hen uw Geest die streeft naar vrede en gerechtigheid.
VOORBEDE(N) Tekst 1:
Voorbede met 7 regenboogkaarsen Wij steken een rode kaars aan voor alle kinderen, overal ter wereld: dat er altijd iemand mag zijn die liefdevol voor hen zorgt. Laten wij bidden. Wij steken een oranje kaars aan voor alle zieke kinderen en hun ouders: dat zij licht, kracht en hoop mogen vinden. Laten wij bidden. Wij steken een gele kaars aan voor alle ouders, grootouders, leerkrachten en andere opvoeders: dat zij elke dag het beste van zichzelf mogen geven. Laten wij bidden. Wij steken een groene kaars aan voor alle kinderen die het moeilijk hebben door de scheiding van hun ouders of grootouders: dat er altijd mensen mogen zijn die hen troosten en met hen op weg gaan. Laten wij bidden. Wij steken een lichtblauwe kaars aan voor alle kinderen die het moeilijk hebben op school, door pesterijtjes of omdat het leren niet vlot gaat: dat er altijd iemand is die voor hen opkomt en hen met geduld en zorg omringt. Laten wij bidden. Wij steken een donkerblauwe kaars aan voor alle kinderen die tijdens het voorbije jaar gedoopt werden: dat zij doorheen veel helpende handen iets van Gods liefde mogen ervaren. Laten wij bidden. Wij steken een paarse kaars aan voor onszelf: dat wij bij God telkens weer licht en liefde mogen vinden. Laten wij bidden.
7
Tekst 2: Wij noemen de namen van de kindjes die in het voorbije jaar werden gedoopt en in deze gemeenschap werden opgenomen: N., N., N., …: dat zij opgroeien als goede mensen en anderen gelukkig maken. Wij bidden voor N., N., N., …: Heer schrijf hun namen in de palm van je hand. Ook de namen van N., N., N., … spreken wij met liefde en schroom uit, want elke mens is een uniek wezen, onvervangbaar. Dat zij onze wereld een stukje mooier maken en goedheid brengen, zo bidden wij. Wij bidden ook voor de kinderen die opgroeien in moeilijke omstandigheden omwille van onzekerheid, angst, geweld en oorlog. Dat hun honger gestild wordt, dat zij kleren en onderdak vinden en dat er mensen zijn die zich over hen ontfermen, hen liefde en warmte geven. Heer wees hen nabij. Wij bidden voor de broers of zussen van de kinderen die het voorbije jaar gedoopt werden, voor de opgroeiende kinderen: dat zij elkaar dag in dag uit mogen vinden, dat hun samenleven gekleurd mag zijn door hartelijkheid. Priester: Eeuwige God, U komt naar ons toe in een mens vol liefde en trouw. Wij ontvangen zijn licht en geven het door. Laat ons in zijn licht leven met elkaar, vandaag en alle dagen, tot in eeuwigheid. Amen.
Tekst 3: Voor alle kindjes die in het voorbije jaar gedoopt werden of hun eerste communie vierden: dat zij mogen opgroeien tot fijne en gelukkige mensen. Laten wij bidden. Voor ouders, grootouders en iedereen aan wie de zorg voor kinderen is toevertrouwd: dat zij hen geduldig en liefdevol begeleiden op hun weg doorheen het leven. Laten wij bidden. Voor hen die ongewild kinderloos zijn en voor hen die van hun kindje afscheid hebben moeten nemen: dat zij omringd en gedragen worden door lieve mensen, dat zij de kracht krijgen om met vertrouwen
8
de toekomst tegemoet te zien. Laten wij bidden. Voor ons allen, hier aanwezig: dat wij in woord en daad mogen tonen dat God ons licht en leven geeft.
Tekst 4: Laten wij bidden voor alle kinderen, hier aanwezig: om ondersteuning en begeleiding, om wijsheid en inzicht, om moed en doorzettingsvermogen. Laten wij bidden voor alle ouders, grootouders en voor allen die zorg dragen voor anderen: om liefde en toewijding, om zachtheid en geduld, om inspiratie en daadkracht. Laten wij bidden voor alle gedoopten: om geloof en volharding, om trouw en overgave, om getuigeniskracht en enthousiasme. Laten wij bidden voor onze wereld: om vrede en solidariteit, om hoop en toekomst, om eenheid in verscheidenheid.
Tekst 5: Bidden wij dat er mensen mogen zijn die kinderen leren om gelovig te leven en te geloven in het leven. Dat er mensen mogen zijn die kinderen helpen om te groeien in geloof, om groot te zijn in het kleine. Dat er mensen mogen zijn die kinderen omringen met zorg en liefde. Dat wij dié mensen mogen zijn. Bidden wij dat er mensen mogen zijn die in woord en daad getuigen van geloof, hoop en liefde. Dat er mensen mogen zijn die kerk-vormen
9
en regelmatig samenkomen. Dat er mensen mogen zijn die leven voor elkaar. Dat wij dié mensen mogen zijn. ZEGENING VAN KAARSEN Op sommige plaatsen bestaat de gewoonte om met lichtmis een kaars mee te geven aan de gezinnen die in de viering aanwezig zijn. Deze kaarsen kunnen in de viering gezegend worden. Tekst 1: Voor elk kindje (dat gedoopt werd) steken we een kaarsje aan. Als alle kaarsjes branden worden deze gezegend. Priester: God, altijd aanwezige, U bent de bron en het begin van alle licht. Als U spreekt, dan wijkt het duister voor de dag, dan wordt het leven helder. Zegen deze kaarsen, (+) opdat er licht mag zijn in ons leven en ons samenleven. Samen: Licht in onze ogen: opdat we elkaar mogen zien. Licht in ons hart: opdat wij ruimte scheppen voor velen. Licht in onze gedachten: opdat wij juist kunnen zien en oordelen. Licht in onze huizen: opdat er vriendschap en gastvrijheid mag zijn. Licht in ons samenleven: opdat we te zien zijn, niet verborgen voor elkaar. Licht op deze plaats: opdat Gods licht mag schijnen in deze wereld, vandaag, morgen en alle dagen, tot in eeuwigheid. Amen.
Tekst 2: Lector: Jezus bracht licht in het bestaan van velen. Christenen noemen Hem ‘het Licht der wereld’. Kaarsen zijn lichtdragers. Van oudsher steken christenen kaarsen aan die verwijzen naar Christus. Kaarsen zijn lichtdragers. Mensen hebben nood aan licht, kunnen niet leven zonder licht.
10
Kaarsen zijn lichtdragers. Ook al geeft het kaarsvlammetje maar weinig licht en is het kwetsbaar voor invloeden van buitenaf zoals wind en tocht: misschien juist daarom is een brandende kaars rijk aan symboliek. Zij is teken van licht in het donker, een eenvoudig getuigenis van hoop dat ondanks alles het licht zal overwinnen. Kaarsen zijn lichtdragers en christenen worden door Jezus zelf aangespoord om ‘het licht in de wereld te zijn’ (Mt 5, 14). Samen: Heer, wij danken U om het licht dat Gij ons geeft doorheen medemensen, doorheen de vlam van deze kaarsen. Mogen zij licht geven in donkere dagen. Mogen zij vuur worden dat zuivert en helder maakt. Mogen zij branden als een gebed doorheen de dag. Mogen zij waken bij U in naam van wie ze laten branden. Moge hun vlam het hart verwarmen van wie ze heeft ontstoken. Wil hen zegenen opdat zij ten volle mogen zijn wat van hen wordt verwacht: licht, vuur, warmte en waakzaamheid. Zo moge het zijn. Amen. De priester, diaken of gebedsleider bidt: God van leven en licht, zegen deze kaarsen en allen die errond samenkomen. Maak hen sterk, ondanks hun kwetsbaarheid, standvastig, ondanks tegenstand. Mogen deze kaarsen uw nabijheid tonen in verdriet en in vreugde, in goede en in kwade dagen. Moge onze wereld U zegenen in elke kaarsvlam, in elk licht dat schijnt in het hart van mensen. Dat vragen wij U in naam van Jezus, het Licht van deze wereld. Amen. De priester, diaken of gebedsleider zegent de kaarsen met gezegend water.
Tekst 3: Priester, diaken of gebedsleider: Alle gezinnen ontvangen straks een kaars. Deze kaars zal ons telkens weer herinneren aan het Licht van Christus. De vlam van deze kaars zal ons steeds opnieuw oproepen om een licht te zijn voor anderen. Laten we de kaars zelf even aan het woord:
11
Lector: Ontsteek mij, laat mij branden, het is mijn opdracht, mijn roeping. Ontsteek mij, laat mij branden wanneer jij noch de woorden noch de tijd meer vindt om uit te spreken wat jou beroert, ontroert en raakt tot in je ziel. Ontsteek mij, laat mij branden. Jouw dankbaarheid, jouw vreugde, jouw geluk wil ik uiten met de dans van mijn vlam. Ontsteek mij, laat mij branden als groot verdriet je overkomt en alles duister wordt. Geloof me, ik zal er zijn, ik zal mij geven als jouw tocht- en bondgenoot tot aan het einde van de weg. Mijn licht mag jou tot zegen zijn. OF Kaarsen zijn lichtdragers. Zij kunnen veel betekenen … Zij worden nooit vergeefs ontstoken want elke vlam is een verhaal en spreekt een taal die niet in woorden is te vatten. Al wat een mens beroert, beweegt, wordt zo in stilte uitgesproken. Verdriet en vreugde, angst en leed, al wat vervreemdt, al wat verwart, al wat verblijdt en danken doet, stijgt als een vuurgloed naar omhoog. Tot boven bij de hemelboog reikhalst de mens die weet en zegt: Gij, God, zijt groter dan ons hart. De priester, diaken of gebedsleider bidt: God, Gij hebt het licht geschapen
12
en de mens de opdracht gegeven te wandelen in het Licht van uw Woord. Zegen ons die zoeken naar licht in de duisternis. Zegen ons als wij deze kaars ontsteken die licht geeft aan onze gedachten, onze vragen en gebeden. Zegen deze kaarsen dat zij teken mogen zijn van ons verlangen om bij U te zijn, om naar uw Woord te leven. Zegen deze kaarsen dat zij teken mogen zijn van ons geloof in U, van onze hoop op U, nu en al de dagen van ons leven. De priester, diaken of gebedsleider zegent de kaarsen met gezegend water.
Tekst 4: Als het donker wordt, ontsteken wij het licht. Als donkere wolken ons leven bedreigen, branden wij een kaars in het vertrouwen dat doorheen alle duisternis Gods licht ons tegemoet komt. Vandaag willen we deze kaarsen zegenen. Vervolgens mogen jullie elk een kaarsje mee naar huis nemen. God, Gij zijt de bron en het begin van alle licht. Als Gij spreekt, dan wijkt het duister voor de dag, dan wordt het leven helder. Wij vragen U: zegen deze kaarsen en verhoor het gebed van deze gemeenschap. Mogen zij licht en warmte brengen in de gezinnen, waar zij een plaatsje krijgen. Mogen zij ons eraan herinneren dat u steeds bij ons zijt, in vreugde en verdriet, in goede en kwade dagen. Mogen deze kaarsen ons steeds opnieuw tonen dat Gij, God, ons licht en warmte geeft. De priester, diaken of gebedsleider zegent de kaarsen met gezegend water.
BEZINNINGSTEKSTEN
Tekst 1: Een gebaar van U Uit: Hans Bouma, Een leven lang bidden. Gebeden over leven, liefde en dood, Tielt, Lannoo, 2007, p. 168.
13
Tekst 2: Lichtmis: de opdracht van de Heer in de tempel “Waarom ging jij met je zoon naar de tempel?”, vroeg ik aan Maria. Ze lachte en zei: Al wat je krijgt, krijg je om te geven. Zo is het ook met het leven. De Zoon die wij hebben gekregen heb ik in de tempel aan God en mensen gegeven. Ik heb mijn Zoon bij God gebracht want diep in mijn hart wist ik: dit kind heeft een opdracht. Daar in de tempel zei ik Hem: “Ik moet je jouw eigen weg laten gaan, maar weet, mijn Zoon, ik zal naast je staan.” Dat is wat ook jij als ouder kan doen: breng je kind bij God, de Heer, vraag dat het kind dat jij hebt gekregen zijn leven lang het beste van zichzelf mag geven. “Wie was er nog meer in de tempel?”, vroeg ik aan Maria. Ze lachte en zei: Er waren twee oude mensen. Simeon en Hannah noemden zij. Als een kind in de geloofsgemeenschap welkom wordt geheten, moeten ook ouderen zich aangesproken weten. In het gelaat van een kind lacht de toekomst ons toe. En meer dan wie dan ook kunnen ouderen tonen dat de Heer je nimmer zal vergeten: levenslang blijf je kind van God.
Tekst 3: “Ik vind dat verhaal van Jezus in de tempel maar eng”, zei hij. “Ze vertellen dat Hij later, als Hij groot is, pijn zal lijden”. “Dat is waar”, antwoordde ik, “maar ze vertellen er ook nog bij dat Hij nooit alleen zal zijn: God blijft Hem steeds nabij. Zo zegt God tegen jou vandaag:
14
wat jou ook overkomt: Ik wil dat je weet dat Ik bij je ben en jou nooit vergeet.”
Tekst 4: Hij was net zeven. “Ik weet waarom ze duifjes mee moesten brengen”, zei hij. “Duiven vliegen wel eens weg, maar ze komen altijd terug. Het zijn de duiven die ons tonen dat wij altijd weer bij God terug mogen komen.”
Tekst 5: Al die kaarsjes in de kerk, al die lichtjes overal: ze zeggen dat het leven soms donker is, maar dat Gods licht dan schijnen zal.
Tekst 6: In je moeders schoot geweven tot een wonder van bestaan, kwam je bij ons in het leven, dankbaar zeggen wij jouw naam. Opnieuw mogen wij beleven wat wij zien maar niet verstaan, welk een groot geheimenis jong geboren leven is. Aan een lange reis begonnen die een levensloop beslaat, zal je door een wereld trekken waarin heel veel kwaad bestaat. Al vanaf je eerste schrede bidden wij dat met je gaat, Die ons geest en adem geeft en ook jou geschapen heeft. Hoeveel liefde wij ook geven en hoe weerbaar jij ook wordt, kwetsbaar zal je altijd blijven, mensenmacht schiet toch tekort. Door de doop ben je opgenomen, kind van mensen, kind van God, in de kring hier om je heen, leven kun je niet alleen.
15
Tekst 7: Leer je kinderen niet alleen dat zij ‘gezegend’ zijn: gezegend met liefde, met aandacht en zorg. Leer je kinderen niet alleen dat zij ‘gezegend’ zijn: gezegend met de steun, de nabijheid van God. Leer je kinderen niet alleen dat zij ‘gezegend’ zijn. Leer hen vooral dat ook zij voor anderen een zegen kunnen zijn. Ook zij mogen overal mensen zegenen en zo tonen dat licht en liefde overwinnen zal.
16