Enkele ingevulde onderwerpen. foto van de instelling

Enkele ingevulde onderwerpen

foto van de instelling

Locatie: Expeditie d.d.: Door de deelnemers:

Nummer:

Inleiding Dit verslag van de veiligheidsexpeditie vergroot het bewustzijn op het gebied van integrale veiligheid in combinatie met verminderd zelfredzaamheid en geeft direct ook concrete verbeterpunten aan. Door samen te kijken naar de veiligheid in de zorginstelling hebben cliënt, instelling en brandweer een eenduidig beeld van wat er kan verbeteren en wat juist goed is geregeld. De drie partijen hebben elkaars gezichtspunten leren kennen. Ze leren van de ervaringen van elkaar en ze zijn zich bewust geworden van de noodzaak tot verandering en samenwerking. De kennis die de drie partijen delen heeft betrekking op diverse onderwerpen zoals: • kennis over regelgeving • bewustwording van het belang van brandveiligheidsvoorschriften • noodzakelijke regels binnen de dagelijkse werkzaamheden • kennis en vaardigheden bij de uitvoering van maatregelen in de eigen organisatie • oplossen van dilemma’s bij het organiseren van oefeningen • arbo-aspecten. Binnen de organisatie moet op verschillende niveaus kennis en ervaring worden gedeeld. Dat kan alleen als dat langdurig en intensief plaatsvindt. Ook moet dit door de leiding worden gestimuleerd. De strategie zal zich in eerste instantie richten op de directie en bestuur van de zorginstellingen, calamiteitenmanagers en brandweermensen. Er kan alleen iets tot stand komen binnen instellingen als directie- en bestuursleden van zorginstellingen aandacht hebben voor verbetering van brandveiligheid.

H:\Desktop\Expeditieverslag leeg.doc

2

Om de veiligheid binnen instellingen te vergroten is het noodzakelijk om de volgende doelgroepen aan te spreken: 1. directie en bestuur zorginstellingen: Zij zullen zich bewust moeten worden van de noodzaak om aandacht te besteden aan brandveiligheid in de instelling. 2. medewerkers zorginstellingen: Medewerkers lopen dagelijks tegen dilemma’s aan. Zij zullen zich bewust moeten worden van de risico’s en hun verantwoordelijkheden, daar waar het gaat over (brand-)veiligheid van cliënten. 3. calamiteitenmanager zorginstellingen: De managers zullen ondersteund moeten worden bij de invulling van hun rol als calamiteiten manager. 4. de brandweer: De rol van de brandweer zal veranderen. De brandweer zal op het vlak van zelfredzame leren van cliënten. Voorts zal de brandweer de ontwikkeling faciliteren van instrumenten die inzicht bieden in de brandveiligheid van cliënten in zorginstellingen. 5. cliëntenraad/cliëntengroep: Cliënten van zorginstellingen krijgen steeds meer invloed. Zij worden vertegenwoordigd door cliëntenraden. Het belang van deze cliënten zal in de strategie een belangrijke rol spelen. Een belangrijk positief effect is te behalen als inspanning geleverd wordt richting alle vijf doelgroepen.


3

Hoofdlijnen van het verslag Dit expeditieverslag geeft u een beeld van de ervaringen, de kennis en de adviezen die drie betrokken partijen tijdens de veiligheidsexpeditie hebben waargenomen. Geïllustreerd met foto’s ziet u in één oogopslag wat er specifiek op een plek in uw instelling aan de hand is. Tijdens de veiligheidsexpeditie zijn veel zaken geconstateerd die goed zijn te noemen, die in dit verslag zijn opgenomen, evenals de vastgestelde knelpunten. Per onderdeel worden deze door middel van de foto’s, die tijdens de veiligheidsexpeditie zijn gemaakt, weergegeven. Omdat de geconstateerde knelpunten veelal symptomen zijn en omdat de veiligheidsexpeditie niet volledig, maar op basis van steekproeven is uitgevoerd, hechten wij er belang aan te wijzen op de volgende punten. Score In het verslag zijn scores gegeven aan de onderwerpen. Met deze score is bij de veiligheidsexpeditie geïnventariseerd wat we samen aanbevelingen op het gebied van veiligheid en daarbij stellen we prioriteiten voor het nemen van maatregelen. De cliënt, de instelling en brandweer hebben suggesties aan voor verbetering aangedragen. De scores hebben de volgende betekenis. 0 = niet van toepassing 1 = onvoldoende, aanpassing direct noodzakelijk 2 = onvoldoende, aanpassing op termijn noodzakelijk 3 = aandachtspunt en belangrijk om met anderen te delen 4 = goed, maar wel een aandachtpunt en belangrijk om met anderen te delen 5 = uitstekend


4

Algemene informatie over de instelling Wat voor een instelling is het? Gegevens internet? Adres van de expeditie? Locatie waar de expeditie heeft plaatsgevonden in het gebouw? Het gebouw Tijdens de expedities zijn de volgende gegevens genoteerd over het gebouw. Gebruiksfunctie volgens het Gebruiksbesluit en Bouwbesluit (verwijderen wat niet van toepassing is) Gezondheidszorg Gezondheidszorg met bedgebonden patiënten Wonen Zorgclusterwoning, zorg op afroep Zorgclusterwoning, 24 uurs zorg geen woongebouw Zorgclusterwoning, 24 uurs zorg wel woongebouw Groepszorgwoning, zorg op afroep Groespzorgwoning, zorg op afspraak Groepszorgwoning, 24 uurs zorg Andere woonfunctie voor zorg Gebruik van het gebouw (verwijder wat niet van toepassing is) Wat voor een doelgroep is er aanwezig op de locatie? Rolstoelgebruiker Psychische beperkingen Niet aangeboren hersenletsel Contactstoornissen Afasie Schizofrenie Visuele beperking Angststoornissen Auditieve beperking ADHD Verstandelijke beperking Hoeveel bewoners/cliënten aanwezig overdag? Hoeveel bewoners/cliënten aanwezig ‘s nachts? Hoeveel personeel aanwezig overdag? Hoeveel personeel aanwezig ‘s nachts? Hoeveel slaapplaatsen? Veranderd de doelgroep binnen afzienbare tijd? Gebouw is voorzien van: Gebruiksvergunning? Is het gebouw zoals op de tekeningen van de gebruiksvergunning?


5

….personen ….personen ….personen ….personen ……bedden. ja/nee

GV/geen ja/nee

Buitenomgeving Een gebouw moet voor hulpverleningsdiensten bereikbaar zijn. Als vuistregel geldt dat als het eerste blusvoertuig van de brandweer er is, er binnen drie minuten geblust moet kunnen worden. Aan deze voorwaarde wordt in het algemeen voldaan als er een waterwinplaats of brandkraan binnen 40 meter van de ingang van het gebouw is. Een gebouw moet ook voor cliënten en gebruikers goed bereikbaar zijn. Iedereen moet veilig en zonder belemmeringen bij het gebouw kunnen komen en naar binnen kunnen gaan. Iedereen moet het gebouw ook weer snel kunnen verlaten in geval van calamiteiten.

Aspecten uit de expeditie score Zijn de bijbehorende bluswaterwinplaatsen/ brandkranen goed te bereiken en vrij van obstakels? Brandweer: Cliënt: Instelling: Als de brandkraan op eigen terrein is, is deze goed bereikbaar en voor gebruik gereed? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is het gebouw te bereiken met brandweervoertuigen en is de verbindingsweg en/of opstelplaats over volle hoogte en breedte vrijgehouden? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er voldoende voorzieningen aanwezig bij de hoofdingang voor de inzet van de brandweer? (brandweerpaneel, flitslicht, sleutelbuis, droge blusleiding enz.) Brandweer: Op (figuur ?) is een fragment van de bereikbaarheidskaart te zien. Hierop is zijn brandkranen, brandweeringang, flitslicht en sleutelbuis aangeven. Bij een brandmelding zal de lamp bij de hoofd toegang (?) verlicht zijn. Dit is het flitslicht (?) en hieraan kan de brandweer zien waar de hoofd toegang is, de brandweeringang. Om de brandweer altijd het gebouw toegang te laten hebben, hangt er een sleutelbuis die de brandweer kan openen, om een sleutel van het gebouw daaruit te halen. (?) Hoe is de toegankelijkheid afgestemd op de doelgroep? Brandweer: Cliënt: Instelling: Hoe is de toegankelijkheid voor taxi’s, vervoer op maat, rolstoelgebruikers? Brandweer: Cliënt: Instelling: Er zijn in het gebouw geen hoge drempels aanwezig / losse matten en/of verschillende vloerbedekkingen? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is er van het gebouw bij de brandweer een goede bereikbaarheidskaart?


6

Invoegen fragment bereikbaarheidskaart Object

Brandweer: Cliënt: Instelling:

Brandkraan

Brandweeringang Flitslicht

Is het logboek van de brandweer bijgehouden? Brandweer: Cliënt: Instelling:

Ruimte voor vragen en/of open aanmerkingen:


7

Brand- en rookcompartimenten Bij brand is de veiligheid van mensen het belangrijkste. Eén voorwaarde is dat vuur in het gebouw zich niet ongecontroleerd kan uitbreiden. Mensen moeten de tijd hebben om zichzelf -en eventueel anderen- snel in veiligheid te brengen. En de brandweer moet tijd hebben om het gebouw in te kunnen om mensen te redden en de brand te bestrijden. Om het vuur binnen de perken te houden zijn in gebouwen zogeheten branden rookcompartimenten. Deze ruimten zijn omgeven door speciale wanden/deuren die een bepaalde tijd vuur of rook tegenhouden. Als de brandcompartimenten in een gebouw bekend zijn, worden deze onderverdeeld in één of meerdere rookcompartimenten. Deze compartimenten zorgen er voor dat rook niet snel verspreid. Het inademen van rook kan levensgevaarlijk zijn. Mensen kunnen er zelfs door stikken. Voor minder zelfredzame mensen is het belangrijk dat de compartimentering voldoende veiligheid biedt. Als sommige deuren juist niet of moeilijk te openen zijn kan een onveilige situatie ontstaan. Maar als deuren juist in geval van brand en calamiteit heel gemakkelijk opengaan, kan dat ook onveilig zijn.

Aspecten uit de expeditie score Is iedereen bekend met het doel van branden rookscheidingen? Brandweer: Het gebouw is ingedeeld in meerdere brandcompartimenten en rookcompartimenten (?). Een brandcompartiment dat wil zeggen dat dit het maximale uitbreidingsgebied is van brand. Bij een brand is het van belang dat men binnen 30 meter in een rookvrije en veilige zone is, om weer adem te kunnen halen en veilig verder te kunnen vluchten. Daarom zijn er in het gebouw branden rookscheidingen gemaakt in de gangen. Hierdoor wordt het gebouw opgedeeld in rookcompartimenten. Brandweer: Het gebouw is één brandcompartiment en één rookcompartiment (?), omdat het oppervlakte niet zo groot is dat er een onbeheersbare brand kan ontstaan. Een brandcompatiment wil zeggen dat dit het maximale uitbreidingsgebied is van brand. Daarnaast zijn er voldoende deuren naar buiten die ervoor zorgen dat de loopafstand kleiner is dan 30 meter en men dus bij een brand snel genoeg buiten staat om weer veilig te kunnen ademhalen. Buiten begint de rookvrije vluchtroute. Weet iedereen waar in het gebouw de branden rookscheidingen zijn? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn de branden rookscheidingen correct aanwezig? (brandcompartimenten) Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt er op een veilige manier geslapen? (subbrandcompartimenten) De kamers van de bewoners zijn uitgevoerd als subbrandcompartiment. Voor het in gebruik hebben van een slaapruimte is het noodzakelijk dat de ruimte


8

uitgevoerd wordt als een brandwerend doosje, een subbrandcompartiment van 30 minuten. Brandweer: Cliënt: Instelling: Belemmeren branden rookwerende voorzieningen het dagelijkse gebruik? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er deuren in geopende stand brandonveilig vastgezet? Brandweer: Hierdoor is de deur bij brand niet gesloten en kan brand/rook zich door het gebouw verspreiden en is het ademhalen niet meer mogelijk en dus het niet meer veilig. Cliënt: Instelling: Kunnen deuren en voorzieningen zelfstandig geopend worden door minder zelfredzamen? Brandweer: Cliënt: Instelling: Gaan de deuren bij brand vanzelf dicht? Brandweer: Gezien het gebruik van de deuren en de in en uitloop van minderzelfredzame personen is een deur met dranger op kleefmagneet of een vrijloopdranger een goede aanpassing. Een deur met een dranger op kleefmagneet (?) wordt bij normale gebruik open gehouden met elektromagnetische kleefmagneten. Bij brandalarm worden de kleefmagneten automatisch uitgeschakeld, waardoor onder invloed van de deurdranger de deur direct sluiten. Met een vrijloopdranger kan de gebruiker de deur zonder weerstand vrij bewegen en in iedere gewenste positie laten staan (?). Bij een brandalarm of stroomonderbreking zorgt de sluitarm voor het automatisch sluiten van de deur. Op die manier zal er ook geen wig worden geplaatst.

Is het mogelijk inpandig te evacueren achter een rookscheiding? (verplicht bij gezondheidszorg met bedgebonden personen) Brandweer: Cliënt: Instelling:



9


10

Vluchtroutes Goede vluchtroutes zijn van levensbelang als er brand is. Daarom zijn er eisen gesteld aan vluchtroutes. Allereerst mag iemand nooit ingesloten raken als hij/zij een vluchtroute neemt. Met uitzondering van enkele specifieke gevallen moet iemand altijd in twee richtingen kunnen vluchten. Gebruikers moeten altijd naar buiten kunnen en van daaruit eenvoudig de openbare weg kunnen bereiken. Bij instellingen waar mensen verblijven die minder zelfredzaam zijn, denk aan kinderen, ouderen, zieken, lichamelijk en geestelijk gehandicapten, zal extra aandacht besteed moeten worden bij het ontwerp van het gebouw. Vluchtroutes moeten bijvoorbeeld aan minimumafmetingen voldoen en moeten eenvoudig open kunnen zonder sleutel. In deze situaties moet ook rekening gehouden worden met de benadering van de cliënten. Dit vereist specifieke kennis van de hulpverlener over de instelling en haar bewoners.

Aspecten uit de expeditie score Zijn de gangen niet voorzien van teveel opslag? Brandweer: Omdat we brandgevaar en hinder bij het vluchten of inzet van de brandweer willen voorkomen, zodat de kans op brand beperkt wordt en ongevallen zo veel mogelijk voorkomen worden. Is het volgens het Gebruiksbesluit artikel 2.9.1 het niet toegestaan dat: a) brandgevaar wordt veroorzaakt; b) melding van, alarmering bij of bestrijding van brand wordt belemmerd; c) het gebruik van vluchtmogelijkheden bij brand wordt belemmerd, of d) het redden van personen of dieren bij brand wordt belemmerd. Cliënt: Instelling: Zijn de branden rookvrije vluchtroutes vrij begaanbaar? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is het trappenhuis toegankelijk? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is het mogelijk om rechtstreeks buiten te komen? Als het mogelijk is, kies één van de situaties


11

Bij 2 vluchtwegen Brandweer: Het is voor elke bewonerskamer altijd mogelijk om 2 verschillende vluchtwegen en/of trappenhuizen te volgen (?). Door de deuren in de gangen is het mogelijke om horizontaal te evacueren. Hierdoor kunnen bewoners vanuit de kamers naar een ander compartiment worden gebracht en zijn ze 60 minuten op een veilige branden rookvrije positie. Met name voor minder zelfredzame personen is het van belang dat hierop de BHV-ers en medewerkers reageren. Bij 1 Vluchtweg Vanuit elk appartement op de verdiepingen is maar één vluchtweg aanwezig, via het trappenhuis. Hoe moet ik vluchten bij brand in het appartement? Kan ik ook via het balkon of raam naar de binnentuin? Brandweer: Dat klopt, dit is een (zoals in het Bouwbesluit omschreven) portieksituatie. Door de minimale oppervlakte en het aantal appartementen dat gebruik maakt van het centrale trappenhuis (?), is deze situatie met één trappenhuis mogelijk. Elk appartement heeft in de hal een rookmelder. Via de hal kan worden gevlucht en is het trappenhuis te bereiken. De rookmelder reageert bij een beginnende brand snel op rook. Daarnaast is elk appartement brandwerend waardoor de brand 60 minuten in het appartement blijft. Dus vluchten via het trappenhuis is het veiligst. Als dit voor jou onmogelijk is, kun je bij brand bij de buren het beste eerst de brandweer bellen en zelf veilig blijven zitten. Het is wel noodzakelijk dat na de ontvluchting bij een brand in het appartement de deur naar het trappenhuis wordt gesloten, zodat de brand in het appartement blijft en er geen rookverspreiding plaatsvindt naar het centrale trappenhuis. Zijn vluchtwegen begaanbaar tot aan de openbare weg? Brandweer: Cliënt: Instelling: Belemmeren automatische deuren de vluchtroute? Brandweer: Cliënt: Instelling: Kunnen deuren in de vluchtroute direct over de benodigde breedte worden geopend? Brandweer: Cliënt: Instelling: Draaien de gordijnen met de vluchtdeur mee? Brandweer: Omdat we brandgevaar en hinder bij het vluchten of inzet van de brandweer willen voorkomen, zodat de kans op brand beperkt wordt en ongevallen zo veel mogelijk voorkomen worden. Is het volgens het Gebruiksbesluit artikel 2.9.1 het


12

niet toegestaan dat: a) brandgevaar wordt veroorzaakt; b) melding van, alarmering bij of bestrijding van brand wordt belemmerd; c) het gebruik van vluchtmogelijkheden bij brand wordt belemmerd, of d) het redden van personen of dieren bij brand wordt belemmerd. Daarom is het niet toegestaan om gordijnen voor een vluchtdeur te hebben. Deze gordijnen zijn alleen mogelijk als deze op de deur gespannen zijn. Het is mogelijk om een stop in de gordijnregel aan te brengen, zodat de gordijnen niet voor de deur komen. Cliënt: Instelling: Is de vluchtroute aanduiding gericht op de doelgroep? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn de vluchtroutes goed en duidelijk aangegeven? Eventueel zelf voorbeelden geven waar het juist of onjuist is. Als er geen goede foto’s zijn, kan je de voorbeelden rechts gebruiken. ?) vluchtroute aanduiding, rennend mannetje, vluchtwegen en nooduigang

?) vluchtroute aanduiding, ns pictorgam, reguliere uitgang

Brandweer: Een deur in de gang is voorzien van een vluchtwegpictogram. Bij vluchtwegen en nooduitgangen hoort het ‘rennende mannetje’ (?) en het ‘NS-pictogram’ (?) mag alleen toegepast worden ter plaatse van de reguliere uitgangen, waarbij men normaal gesproken het pand binnenkomt en verlaat.

Brandweer: Cliënt: Instelling: Functioneert de vluchtroute aanduiding? Brandweer: Cliënt: Instelling: Functioneert de noodverlichting? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is er een brandweerlift? Brandweer: Aan het metalen plaatje (slot) is te zien dat er een brandweerlift aanwezig is (18). Deze lift is niet voor de BHV en evacuatie van personen, maar voor de brandweer om de inzet mogelijk te maken. De brandweer heeft hiervoor een driekantsleutel. Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt met de cliënt een ontruiming geoefend? Brandweer: Cliënt:


13

Instelling:



14

Blusmiddelen De materialen in en om het gebouw van de instelling spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van brand en rook. Voorzorgsmaatregelen nemen is belangrijk. Kwetsbare plaatsen waar brand kan ontstaan zijn stookplaatsen, schoorstenen en rookkanalen, plafonds, maar ook buitengevels en daken. Denk aan brandstichting. Materialen die snel branden en veel rook veroorzaken moeten niet worden gebruikt. Hierdoor voorkom je dat vuur snel om zich heen grijpt en dat vluchten onmogelijk is door rook.

Aspecten uit de expeditie score Is er een brandslanghaspel aanwezig? Brandweer: In het gebouw hangen voldoende brandslanghaspels (?). Het is noodzakelijk dat de brandslanghaspel met de lengte van de slang een goede dekking heeft. Dit bepaald ook de hoeveelheid benodigde brandslanghaspels. Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn de draagbare blusmiddelen aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is er een blusdeken aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn de blusmiddelen goed zichtbaar, niet geblokkeerd en bruikbaar? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn de blusmiddelen gecontroleerd? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is het gebruik van het blusmiddel bekend? Brandweer: Cliënt: Instelling: EXTRA INFORMATIE Op brandblussers in Nederland vindt men een aanduiding voor welke brandklasse de blusser is bedoeld. Daarnaast zijn er verschillende blusmiddelen.

Klasse A: branden van vaste stoffen van hoofdzakelijk organische oorsprong, die in het algemeen met gloei- of vuur- en rookverschijnselen gepaard gaan. Voorbeelden: brand van hout, papier, textiel, plastics, enzovoorts. Bij brand in woonhuizen is meestal sprake aan deze soort brand.


15

Klasse B: branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen. Er zijn twee groepen te onderscheiden: * met water mengbare vloeistoffen, zoals alcohol; * niet met water mengbare vloeistoffen, zoals benzine, terpentine, olie of vet, verf, teer, gesmolten plastic. Klasse C: branden van gassen, zoals aardgas, butaan en LPG. Klasse D: branden van metalen, zoals magnesium en aluminium. Blusmiddel: Schuim Schuim is een combinatie van drie producten: water, schuimvormend middel en lucht. Het schuim vormt een schuimfilm en sluit daarmee de luchttoevoer af. Het is een goede blusstof voor klasse A- en Bbranden. Het geeft weinig blusschade. Blusmiddel: Poeder Poeder is een vrij universele blusstof met een groot blusvermogen. De werking berust op vlamafbreking. Geschikt voor A/B/C. Echter is het effect op de omgeving erg groot. Blusmiddel: Kooldioxide (CO2) Kooldioxide of 'koolzuur' is een gas dat tot vloeistof is samengeperst, verpakt in een stalen cilinder. Behalve een klein beetje vast koolzuur (koolzuursneeuw) komt kooldioxide als gas vrij (het zelfde gas als in spuitwater). De bluswerking berust op het verdringen van de lucht (zuurstof), zodat de brand verstikt. Het is geschikt voor kleine branden van de klassen B en C, en voor branden waarbij elektriciteit in het geding is. Het laat geen resten na.



16

Aandacht voor het gebruik van het gebouw Het kost niet veel om een gebouw daadwerkelijk brandveilig te maken en te houden. Denk hierbij aan duidelijk aangegeven vluchtwegen en draagbare kleine brandblussers. Daarnaast is onderhoud van apparatuur belangrijk, maar ook voldoende aandacht voor instructies over brandveiligheid, oefeningen en bedrijfshulpverlening. Als hierop gelet wordt is een gebouw al een stuk veiliger. Zo is het ook belangrijk om te kijken naar de technische staat en het dagelijks gebruik van apparaten die gewoon gebruikt worden. Zoals het type kooktoestel, de draaideuren, een zelfdovende prullenbak, een rookruimte, de staat van was- en droogapparatuur, de kookplaat en de prullenbakken. Simpele dingen die het dagelijks gebruik veilig maken. Aspecten uit de expeditie score Is in de ruimten voor meer dan 50 personen noodverlichting aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is de vluchtweg/ nooduitgang zonder sleutels of andere losse voorwerpen te openen? Brandweer: Het is noodzakelijk dat een deur met 1 ?) handeling snel te openen is een deur openen met sleutel groene handm is dus niet toegestaan. De deuren voorzien van een elektrische ontgrendeling met de groene handmelder (?). Aanpassen cilinderslot door draaiknopcilinder (?). (afhankelijk van de situatie) Deur niet opslot via cilinderslot, 1 raamboomje op ong. 1.70m hoogte. elder Intern bespreken voor een ontruiming en hoe te voor handelen bij brand. open nooddeu Brandweer: r Cliënt: Instelling:

?) draaiknopcilinder

Wordt de stoffering vrijgehouden van verlichting zoals spots en andere warmtebronnen (meer dan 90 graden)? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt er bij aanschaf en het aanbrengen van de versiering goed nagedacht over de hoeveelheid, de positie en het materiaal van het aanbrengen van de versiering in verband met de ontvlambaarheid en druppelvorming? Brandweer: In het Gebruiksbesluit is aangegeven dat aankleding geen brandgevaar mag opleveren. Daarbij is aangegeven dat dit gevaar niet bestaat wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan.


17

-

als de navlamduur ten hoogste 15 sec. en de nagloeiduur ten hoogste 60 sec is, - de aankleding onbrandbaar is of - de aankleding een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert. Voor meer informatie NVBR Brandveiligheidsinfo18 en NTA 8007. Cliënt: Instelling: Zijn er in het gebouw voldoende elektra contactpunten en zijn snoeren veilig weggewerkt of aangesloten? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt er alleen gebruik gemaakt van elektrische apparaten aangeschaft door de instelling? Brandweer: Cliënt: Instelling: Het gebouw is niet voorzien van andere gevaren die het ontstaan van brand kunnen vergroten? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er veilige kaarsen standaards aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt de televisie volledig uitgezet? Brandweer: Een televisie op stand-by is een potentieel brandgevaar (?). Cliënt: Instelling:

?) tv op stand-by

Wordt het rookverbod nageleefd? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is het type kooktoestel veilig te gebruiken en koelt het snel af na gebruik? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er zelfdovende prullenbakken? Brandweer: Een zelfdovende prullenbak werkt als volgende. De afvalhouder is voorzien van een speciaal deksel (dover) dat er voor zorgt dat de opstijgende verbrandingsgassen worden gekeerd. Hierdoor vult de ruimte in de houder zich met deze gassen en wordt de zuurstoftoevoer naar de vuurhaard afgesneden. Het effect van de plasticzak is het gebruik vanwege


18

hygiëne, dit zal het effect van de verstikking niet beïnvloeden, maar rook- of brandverspreiding is wel mogelijk. Daardoor is de positie van de prullenbak wel van belang. Zorg dat er geen aanstekingsbronnen in de omgeving aanwezig zijn, zoals gordijnen.

Wordt de was- en droogapparatuur veilig gebruikt en schoon gemaakt?

?) tekst op droger ivm filter

Als bovenstaande niet bij een droger is aangebracht. Het is een tip om op de voorzijde van de droger een tekst te plakken om na het leegmaken van de droger het filter schoon te maken. Zo voorkom je een potentieel brandgevaar.Zie foto (?)

Is het gebruik en de schoonmaak van combimagnetron en regenereerapparatuur goed geregeld? Brandweer: Cliënt: Instelling:



19

Ontruimingsplan, bhv en brandmeldinstallatie Elke instelling/organisatie heeft een noodplan. Hierin moet minimaal staan welke taken iemand heeft in geval van een calamiteit en wie waar verantwoordelijk voor is. Ook staat beschreven hoe de alarmering en de ontruimingsprocedure verlopen. De namen van de bedrijfshulpverleners staan er in en het aanvalsplan van de brandweer. Hieronder valt het benodigde materiaal zoals brandblussers, lampen, oproepsystemen, alarmsysteem. De bedrijfshulpverlening, ofwel bhv, moet zo georganiseerd zijn dat binnen enkele minuten na het begin van een calamiteit, de bedrijfshulpverleningstaken op adequate en veilige wijze kunnen worden uitgevoerd.

Aspecten uit de expeditie Is er een ontruimingsplan aanwezig conform de NEN 8112? Brandweer: Cliënt: Instelling: Het ontruimingsplan is gezien door de brandweer? Brandweer: Cliënt: Instelling: Het ontruimingsplan is op de locatie specifiek uitgewerkt? Brandweer: Cliënt: Instelling: In het ontruimingsplan is de doelgroep en de aanpak van de mogelijk aanwezig verminderd zelfredzame personen meegenomen? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er evacuatiemiddelen (bv. evacchair/evacmatras) aanwezig voor de ontruiming van minder zelfredzame personen en is het gebruik ervan bekend?

?) evac-chair

Wanneer de stroom uitvalt of de lift defect is zijn er geen middelen aanwezig om de aanwezig minder zelfredzame mensen te vervoeren of te ontruimen. Het aanschaffen van een evac chair (?) is een mogelijkheid.


20

score

Brandweer: Bij een mogelijke brand in het eigen bewonersappartement is de snelste ontruiming mogelijk te maken door een evacuatiematras (?) aan te schaffen. Hierbij kan snel ontruimt worden. Het is een hulpmiddel dat standaard onder het matras ligt en waarmee de persoon op het matras kan blijven liggen en totaal geëvacueerd wordt. Er zijn diverse producten op de markt.

?) evac-matras

Brandweer: Cliënt: Instelling: Het ontruimingsplan is op de locatie aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Er is een bhv-organisatie aanwezig? (dag- en nachtsituatie) Brandweer: Cliënt: Instelling: De bhv-organisatie is bekend met het ontruimingplan? Brandweer: Cliënt: Instelling: Er is voldoende bhv aanwezig naar aanleiding van een RIenE? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er communicatie materialen voor de bhv aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is er een instructie bij het ontruimingsplan? Brandweer: Cliënt: Instelling: Zijn er voldoende ontruimingsplattegronden? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt er een ontruimingsoefening gehouden en hoeveel per jaar?


21

Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt er geoefend met cliënten en personeel? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt er met de brandweer geoefend op ontruiming? Brandweer:Oefenen is noodzakelijk, hierdoor blijft de organisatie bewust van de handelingen. Het is mogelijk om met de brandweer een oefening uit te zetten. Dit is een ontruimingsoefening op maat. Hierover kan men contact opnemen met Erald Willems 026 355 6405 / [email protected]. Cliënt: Instelling: Wordt de ontruimingsoefening geëvalueerd? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt de oefening/evaluatie in het logboek opgenomen? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is er een verzamelplaats? Brandweer: Cliënt: Instelling:

Brandmeldinstallatie score Is er een brandmeldinstallatie installaties aanwezig? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wat doet men bij het signaleren van brand? Brandweer: Cliënt: Instelling: De cliënten zijn niet gevoelig voor het veroorzaken van een onechte melding door een handmelder in te drukken? Brandweer: Cliënt: Instelling: De positie van een rookmelder veroorzaakt geen ongewenst alarm? Brandweer: Cliënt: Instelling: Er ontbreken geen plafondplaten in de omgeving van rookmelders? Brandweer: Cliënt: Instelling: Is de brandmeldinstallatie in bedrijf?


22

Brandweer: Cliënt: Instelling: Is de beheerder van de brandmeldinstallatie op locatie? Brandweer: Cliënt: Instelling: Wordt de brandmeldinstallatie maandelijks getest? Brandweer: Cliënt: Instelling:


Datum vervolgafspraak


Contactpersoon

23

Aantal 1 2 3 4

Enkele ingevulde onderwerpen. foto van de instelling

Recommend Documents