LE CENTRE URBAIN asbl ABEA-Agence Bruxelloise de l’Energie
DE STADSWINKEL vzw ABEA- Brussels Energieagentschap
Halles St-Géry, 1 place St-Géry BE-1000 Bruxelles Tél.: 02/ 512 86 19 Fax: 02/219 35 91 E-mail :
[email protected] TVA: 435.722.317
Sint-Gorikshallen, Sint-Goriksplein 1 BE-1000 Brussel Tel.: 02/ 512 86 19 Fax: 02/219 35 91 E-mail :
[email protected] BTW: 435.722.317
Energiechecklist
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
Datum bezoek : Naam : ………………………………………………………………………………………… Adres : …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Tel. : …………………………………………………………………………………………… Bouwjaar : Type woning :
Verbouwingsjaar : ❏ Appartement – aantal : ❏ Gezinswoning
Aantal gevels : 2 / 3 / 4 Verwarmde oppervlakte : Aantal inwoners :
Exemplaar voor de sociale energiebegeleiding (invullen en bewaren)
1
Doelstellingen en verwachtingen
➲ Wensen en problemen van de inwoner : ongemakken, tocht, verbruik, overmatige verwarming, te koud, afstelling, … 1 2 3
➲ Doelstelling van deze checklist Dit document is een hulpmiddel voor de maatschappelijk assistent. Het helpt om - problemen van abnormaal hoog verbruik vast te stellen bij de inwoner - de oorzaken van hoog verbruik op te sporen - (voornamelijk gedragsmatige) oplossingen voor te leggen aan de inwoner
➲ Beperkingen van deze checklist
Deze checklist wordt niet opgesteld door een energie-expert. Hij beschikt desalniettemin over voldoende kennis om de inwoner correct te helpen zijn energieverbruik te beheersen. De resultaten en aanbevelingen van deze checklist zijn richtingaangevend. Ze zijn gebaseerd op inschattingen van gemiddeld verbruik en houden geen rekening met ongekende of niet-becijferbare parameters zoals het gedrag van de bewoner. De maatschappelijk assistent voert het bezoek uit. Derhalve zijn noch Riso vzw noch de Stadswinkel aansprakelijk als de verhoopte besparingen niet behaald worden of er schade aangericht is ingevolge de werken.
BLZ.
2
2
Overzicht van energieverbruik 2.1. Elektriciteitsrekening ➲ Jongste elektriciteitsrekening met meterstanden en overzicht van jaarverbruik.
Waaruit bestaat het energieverbruik ? ☛ Gebruik : ❏ Verlichting & elektrische toestellen
❏ Warm water
❏ Verwarming
Periode : van ……/……/………… tot ……/……/………. Deze periode komt overeen met ……… maanden (meestal 12 maanden) Verbruik in kWh =…………kWh (+ ……… kWh aan nachttarief, als u een tweevoudige meter heeft) = ………… kWh ………… verbruik in KWh
☛ Jaarlijks verbruik = -----------------------------
x 12 = ………… aantal maanden
………… kWh jaar
Normaal energieverbruik ? ☛ De elektriciteitsrekening kan per huishouden erg verschillen.
Het verbruik ligt tussen
1500 kWh en 4000 kWh, een schommeling van 40 %. « zuinig » verbruik
1500 kWh
hoog verbruik ! Energieverbruik rationaliseren
normaal huishoudelijk verbruik (2 volwassenen en 2 kinderen)
2200 kWh
4000 kWh
Elektriciteitsverbruik per jaar (naast warm water of elektrische verwarming)
Mogelijke oorzaken van deze schommeling : het aantal elektrische toestellen in gebruik energiezuinige toestellen het aantal gezinsleden het gedrag van de inwoners !
Tips voor een lagere elektriciteitsrekening ! ☛ U kan gemakkelijk besparen op uw elektriciteitsrekening door toestellen die onnodig aanstaan uit te schakelen en te kiezen voor energiezuinige toestellen:
Vergeet niet lichten, tv en computer uit te schakelen. Zet uw toestellen niet in waakstand. Ga bij aankoop op zoek naar toestellen met een energielabel : klasse A++ voor koelkasten en diepvriezers, spaarlampen en wasmachines met energielabel. Maak niet te veel gebruik van elektrische verwarmingstoestellen en halogeenlampen op voet. Gebruik liefst geen elektrische boiler voor uw warm water.
BLZ.
3
Verbruik van enkele belangrijke elektrische toestellen
Met een energieteller kan u het verbruik van uw toestellen beter meten. Ons loket Info-Energie stelt energietellers ter beschikking. U vindt het loket Info-Energie in de Gorikshallen (Sint-Goriksplein 1, 1000 Brussel, dichtbij de Beurs) BLZ.
4
2.2. Warmwaterrekening Geval 1 (rekening van het type Sibelga) : De verwarmings- en warmwaterrekening voor een eengezinswoning.
Hoeveel warm water wordt er verbruikt ? ☛ (1) Definieer het type toestel dat warm water produceert in de woning
➀
doorstroomboiler op gas, onafhankelijk van de verwarmingsketel
➁
75 m gas
3
doorstroomboiler op gas, geïntegreerd in de 80 m verwarmingsketel gas 3
95 m3 gas
➂
➄
warm water afkomstig van een gasboiler, onafhankelijk van de verwarmingsketel
Energieverbruik bij warmwaterproductie per persoon per jaar
100 m3 gas
➃
warmwaterproductie in een gasboiler, gekoppeld aan het centrale verwarmingssysteem
(schatting voor een verbruik van 15 m3 warm water/ pers./ jaar)
➔ Warmwaterproductie door een elektrische boiler = 800 kWh per persoon per jaar
☛ (2) Schat het energieverbruik bij warmwaterproductie: Jaarlijks energieverbruik bij warmwaterproductie (zie (1) hieronder) = …………… (verbruik van uw toestel) x ……….. aantal inwoners = ………….. + 60 m3 gas voor de waakvlam van het warmwatertoestel* = ………… m3 gas per jaar (*) Enkel te tellen als het warmwatertoestel werkt zonder automatisch aanschakelen van de waakvlam.
☛ Opmerking : Naast het energieverbruik wordt het waterverbruik aangerekend. Een normaal waterverbruik bedraagt doorgaans 30 à 60 m³ per jaar per persoon.
BLZ.
5
2.2. Warmwaterrekening (vervolg) Geval 2 (rekening voor een wooncomplex): het warm water en de verwarming worden apart aangerekend.
Hoeveel warm water wordt er verbruikt ? ☛ Warmwaterverbruik per persoon per jaar =
………. Hl (Hoeveelheid warm water) = ………….Hl / 10 =……… m3 warm water per persoon .……… aantal inwoners
(Opmerking : 1 m3 = 10 Hl = 1000 l)
☛ Vergelijking van de hoeveelheid warm water met normaal verbruik : « zuinig » verbruik
10 m warm water 3
hoog verbruik ! Energieverbruik rationaliseren
normaal verbruik
20 m warm water 3
15 m warm water 3
Hoeveelheid warm water per inwoner per jaar
Verdeling van het waterverbruik in een woning (gemiddeld verbruik = 40 m³ per persoon per jaar)
wc
persoonlijke hygiëne
was
vaatwas
tuin
schoonmaak
voeding
Tips om uw warmwaterrekening gemakkelijk te verminderen ! Neem liever een douche (40 liter) dan een bad (80 liter); Beperk uw waterverbruik met debietbegrenzers en spaardouchekoppen; Met zonnecollectoren kan u uw energieverbruik voor warm water met 50 % tot 60 % inperken.
BLZ.
6
2.3. Verwarmingsrekening Geval 1 (rekening van het type Sibelga) : de gasrekening dekt warm water en verwarming.
Eigenlijk verbruik van de verwarming ? ➲ Jongste rekening met meterstanden en overzicht van jaarverbruik ; voor stookolie de laatste rekeningen samenvoegen. ➲ Schatting in geval van ontbrekende rekeningen. Opgelet : de rekeningen drukken tegenwoordig de gasprijs uit in kWh. Om het equivalent in m³ te bekomen, moet de prijs in kWh door 10 gedeeld worden (1 m3 aardgas = ± 10 kWh aardgas).
☛ (1) Gebruik : ❏ Verwarming
❏ Warm water
❏ Fornuis
☛ (2) Periode : van ……/……/………… tot ……/……/………… De periode komt overeen met ……… maanden (meestal 12 maanden)
☛ (3) Indien u gas gebruikt voor uw verwarming : …………. m3 gas* Jaarlijkse rekening = ----------------------------- x 12 =……… m3 gas per jaar ……….. aantal maanden (*) Beschikt u enkel over de jaarlijkse kosten in euro, verdeel dit bedrag dan door de gasprijs (0,40 /m3 in 2005)
☛ (4) Verwarmingsverbruik voor het factuurjaar =
………………
(3 of 3’)
jaarlijkse rekening
– …………… m3 gas voor warmwaterproductie** – 120 m3 voor het fornuis*** = …………… m3 gas per jaar voor de verwarming (**) Slechts te tellen als u dezelfde brandstof gebruikt voor verwarming en warmwaterproductie voor sanitaire doeleinden (herneem de eerst berekende waarde). (***) Slechts te tellen als u dezelfde brandstof gebruikt voor verwarming en fornuis.
BLZ.
7
2.3. Verwarmingsrekening (vervolg) Geval 2 (rekening van het type Ista of Energy Control): één globale verwarmingsrekening voor een appartementencomplex met verdeling volgens calorimeters.
Verbruik van de verwarming ? ☛ Jongste rekening met verdeling van verwarmingskosten gebruiken. ……….. (Bedrag van vaste verwarmingskosten + ……… bedrag verwarmingskosten) (4) Verbruik van de verwarming = = …..…… Gasprijs uitgedrukt in /m3 (= 0,5 /m3 in 2006)
geval 1 en 2 : Prestatie-index van de verwarming Normaal verbruik van de verwarming ? ☛ Een inschatting van de prestatie-index van de verwarming is heel nuttig. De berekening gebeurt eenvoudig door het verbruik van de verwarming te delen door het aantal m² verwarmde vloeroppervlakte (tel alle vertrekken met minstens één radiator.) Prestatie-index van de verwarming
(4)
…………… Jaarlijks verbruik van de verwarming (in m3 of liter)
= …………… verwarmde vloeroppervlakte (in m2)
=
☛ Vergelijk de verkregen index met de normale waarden : Energievretende woningen Recente woning
Oude gerenoveerde woning
Licht gerenoveerde oude woning
(behoorlijk geïsoleerd) (geïsoleerd dak, recente verwarming en dubbele beglazing)
5
(niet gerenoveerd)
(geïsoleerd dak of dubbele beglazing)
15
10
Oude woning
20 Prestatie-index van de verwarming
BLZ.
8
3
Verlichting en elektrische toestellen
➲ Verlichting Type hoofdverlichting : ❏ Gloeilampen
❏ Halogeenspotjes aan het plafond ❏ Spaarlampen
❏ Halogeenspots op voet Gebruik : ❏ Permanente verlichting
❏ Enkel in gebruikte vertrekken
Toestellen of gewoontes met hoog verbruik : ❏ Buitenmatig gebruik van halogeenspot op voet (van 500 tot 1000 kWh) ❏ Buitenmatig gebruik van halogeenspotjes aan het plafond (+/- 700 tot 1000 kWh met 15 spotjes van 40 W) Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
9
➲ Huishoudtoestellen Aantal toestellen: ❏ Gebruikelijke installatie (bijv. 1 tv, 1 hifiketen, 1 computer …) ❏ Meerdere dezelfde toestellen (verschillende tv’s, …) Gebruik : > Niet gebruikte toestellen uitgeschakeld : ❏ Ja > Waaktoestand uitgeschakeld : ❏ Ja
❏ Neen
❏ Neen
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
Toestellen of gewoontes met hoog verbruik : ❏ Warmwaterproductie met elektrische boiler (+/ 800 kWh per persoon) ❏ Zeer oude of grote koelkast (+/- 350 à 500 kWh) ❏ Gebruik van elektrisch verwarmingstoestel (van 200 tot meer dan 1000 kWh afhankelijk van gebruiksduur) ❏ Koffiezettoestel dat gedurende verschillende uren ingeschakeld staat (+/- 500 kWh, zelfs meer)
Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
10
➲ Keuken Toestellen: ❏ Koelkast of koelkast met diepvriezer ❏ Aparte diepvriezer ❏ Elektrisch fornuis ❏ Elektrische oven ❏ Microgolfoven ❏ Vaatwasmachine
Gebruik : > Gebruik van kookpandeksels: ❏ Ja
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
❏ Neen
> Frequent gebruik van elektrische oven: ❏ Ja
❏ Neen
> Voedingswaren ontdooien in de microgolfoven: ❏ Ja
❏ Neen
> Ontdooiing van koelkast en diepvriezer bij ijsvorming : ❏ Ja > Aantal vaatwasmachinebeurten per week:
❏ Soms
❏ Neen
………
> Vaatwasmachine enkel aanzetten wanneer ze vol is: ❏ Ja
❏ Neen
Toestellen of gewoontes met hoog verbruik : ❏ Geen deksel op de kookpannen plaatsen (30% verlies) ❏ Zeer oude of grote koelkast (+/- 350 tot 500 kWh) ❏ De koelkastdeur vaak openen (70% verloren energie bij het openen van de deur) ❏ De koelkast vertoont veel ijsvorming (5 mm ijsvorming = 30% meer verbruik) ❏ De koelkastrubbers zijn niet luchtdicht (10% overmatig verbruik) ❏ Frequent gebruik van de oven (koken in de oven verbruikt meer dan op kookplaten) ❏ Voedingswaren ontdooien in de microgolfoven (beter ontdooien in koelkast) ❏ Overmatig gebruik van de vaatwasmachine (beter wachten tot de vaatwasser vol is vooraleer hem aan te zetten - doe kleine vaatwasjes met de hand) Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………
BLZ.
11
➲ Onderhoud van wasgoed Toestellen : ❏ Wasmachine ❏ Droogkast ❏ Drogen op droogrek / waslijn ❏ Strijkijzer Gebruik : > Aantal machines per week:
……..
> Vaak gebruikte programma’s: ❏ 90° > Gebruik van een droogkast: ❏ Ja
❏ 60° ❏ 40° ❏ Eco
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
❏ Neen
> Drogen op droogrek / waslijn: ❏ Neen
❏ Ja ❏ binnen
❏ buiten
Toestellen of gewoontes met hoog verbruik : ❏ Gebruik van 90°- en 60°- programma’s (ga voor een lager programma : 60° voor witte was et 30° / 40° voor bonte was = 35% bespaard – stel uw machine ook vaker in op het ecoprogramma) ❏ De droogkast is een grote energieverbruiker = +/- 200 kWh (droog liever op droogrek of waslijn, lucht het vertrek waar u droogt zodat er geen condensvorming is) ❏ Hoog aantal machines per week (stop de machine goed vol vooraleer u haar in gang steekt) ❏ Strijkijzer dat meerdere uren aanstaat (+/- 500 kWh, zelfs meer) Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
12
4
Gebouwschil 4.1. Wanden
➲ Muren Is het appartement aanpalend aan andere gebouwen? : ❏ Ja ❏ Neen Aantal aanpalende muren: 0 / 1 / 2 / 3 / 4 Zijn de niet aanpalende muren geïsoleerd? : ❏ Ja
❏ Neen
Oorzaken van overmatig gebruik : ❏ Bij “koude” wanden (weinig dikke muren ‘18 cm’, niet geïsoleerd) ligt de gevoelstemperatuur lager. Om het behaaglijk warm te hebben, zal er dus een hoger verbruik zijn. ❏ Vochtige plekken in de muur zijn vaak een gevolg van onvoldoende verluchting van de woning. Een vochtige woning is moeilijker te verwarmen en leidt vaak tot overmatig verbruik. Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
➲ Dak en vloer Plafond : ❏ Aanpalend
❏ Niet geïsoleerd dak
❏ Geïsoleerd dak
Vloer : ❏ Aanpalend ❏ Op niet-verwarmde oppervlakte zonder isolatie ❏ Op niet-verwarmde oppervlakte met isolatie Oorzaken van overmatig gebruik : ❏ Bij “koude” vloeren en plafonds ligt de gevoelstemperatuur lager. Om het behaaglijk warm te hebben, zal er dus een hoger verbruik zijn. Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………
BLZ.
13
4.2. Vensters ➲
Beglazing Percentage vensters met dubbele beglazing
…… %
Oorzaken van overmatig gebruik: ❏ Bij enkele beglazing (= koude wand) ligt de gevoelstemperatuur lager. Om het behaaglijk warm te hebben, zal er dus een hoger verbruik zijn.
Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
➲
Ramen Dichtheid
❏ luchtdicht ❏ lichte tocht ❏ sterke tocht
Oorzaken van overmatig gebruik : ❏ Bij tocht ligt de gevoelstemperatuur lager. Om het behaaglijk warm te hebben, zal er dus een hoger verbruik zijn. Opgelet, omwille van hygiënisch redenen is een minimum aan luchtverversing noodzakelijk. De verversing gebeurt met een ventilatierooster dat zich bovenin het venster bevindt of door de vensters gedurende 10 minuten volledig open te zetten (’s morgens en ’s avonds) Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
14
4bis Verwarmingsinstallatie ➲ Ketel ❏ Individueel Werking
❏ Gemeenschappelijk voor verschillende appartementen
❏ heel het jaar
❏ uitgeschakeld in de zomer ❏ in de zomer op warmwaterregime
Opmerking : Naar het verbruik toe is er geen verschil tussen een individuele en een gemeenschappelijke ketel. Oorzaken van overmatig gebruik: ❏ Ketels die tijdens de zomer blijven aanstaan, verbruiken enorm veel nutteloze energie, ook al zijn ze niet nodig voor de warmwaterproductie ❏ Een ketel die in de zomer niet geregeld wordt op « warmwaterregime » verbruikt onnodig veel energie. ❏ Een niet onderhouden ketel verbruikt meer. Voor stookolieketels is het jaarlijks onderhoud verplicht, voor gasketels is een tweejaarlijks onderhoud aan te raden.
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
15
➲
Radiatoren en convectoren Type warmteverspreiders ❏ radiator ❏ convector ❏ andere……………
❏ vloer- of muurverwarming
Belemmering van radiator of convector ❏ Geen belemmering ❏ Licht belemmerd
❏ Sterk belemmerd
Oorzaken van overmatig gebruik: ❏ Een belemmerde radiator verspreidt slecht warmte in een vertrek, vandaar een overmatig gebruik om de gewenste temperatuur te bereiken. ❏ Gordijnen voor de radiator beletten het toestel behoorlijk warmte te verspreiden, vandaar een overmatig gebruik. ❏ Voorwerpen op de radiator (boeken, tijdschriften, kleren, … beletten het toestel behoorlijk warmte te verspreiden, vandaar een overmatig gebruik. ❏ Een slecht gereinigde radiator blijft helemaal of gedeeltelijk koud en werkt niet naar behoren.
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
16
➲ Afstelling
(thermometer, thermostaat, kranen)
Afsteltoestellen in huis
❏ Thermometer ❏ Omgevingsthermostaat ❏ Manuele kranen op radiatoren ❏ Thermostatische kranen ❏ Andere……………
Omgevingsthermostaat Vertrek waar het toestel zich bevindt : ………………… Plaats in het vertrek ❏ Naar behoren ❏ Niet naar behoren Programma-instelling ❏ Gebruikt ❏ Niet gebruikt Temperatuur Dagtemperatuur : …….. °C (Ideaal 20°C) Nachttemperatuur : ……… °C (Ideaal 15°C) Thermostatische kranen Montage ❏ Naar behoren Gebruik ❏ Naar behoren
❏ Niet naar behoren ❏ Niet naar behoren
Illustratie: Frédéric Thiry © Illustratie des Marolles asbl
Verwarming ligt ‘s nachts en bij afwezigheid stil : ❏ Altijd
❏ Soms
❏ Nooit
Oorzaken van overmatig gebruik: ❏ De woonkamer op meer dan 20°C verwarmen is de voornaamste oorzaak van overmatig gebruik. ❏ De temperatuur onder controle houden, is moeilijker zonder temperatuurindicator (thermometer of thermostaat). 1°C meer verwarmen, is 7% meer verbruiken !) ❏ Radiatoren laten open staan of de temperatuur niet laten dalen tot 15°C gedurende de nacht of afwezigheden (=10 tot 20% overmatig gebruik per jaar). ❏ Thermostatische kranen op 5 zijn een bron van overmatig verbruik en overmatig verwarmen. Opgelet : De thermostatische kranen kunnen wel op 5 staan in het vertrek waar de omgevingsthermostaat staat. De thermostaat regelt daar de temperatuur. Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….……………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………… …………………………………………………………………………………………….……………………………………………………… BLZ.
17
5
Warmwaterproductie
➲ Temperatuur van het water ❏ Te koud
❏ Goed
❏ Zeer warm
➲ Wachttijd Hoelang duurt het voor er warm water uit de kraan komt? ❏ niet lang ❏ meer dan een minuut ❏ verschillende minuten
➲ Hygiëne Meestal : ❏ Bad
❏ Douche
Douchekop : ❏ Groot debiet
❏ Lavabo ❏ Normaal
❏ Spaardouchekop
➲ Vaat Meestal : ❏ Met lopend water
❏ In gevulde gootsteen
❏ Met een vaatwasmachine
Oorzaken van overmatig gebruik: ❏ Bad (80 l) nemen i.p.v. douche (40 l) ❏ De vaat doen met lopend water ❏ Het water laten lopen bij het handen wassen, tanden poetsen of scheren.
Illustratie: Frédéric Thiry © Entr’Aide des Marolles asbl
Opmerkingen : …………………………………………………………………………………………….………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
BLZ.
18