Energie Jaarverslag 2011
Universitair Vastgoed Bedrijf (UVB) Afdeling: Planning en Control
[email protected] 024 36 11389 Versie: def Status: vastgesteld tijdens Milieu Management Review 3-5-2012
Inhoud Inleiding ............................................................................................................................ 2 Doelstellingen ................................................................................................................... 2 Ontwikkeling energieverbruik ........................................................................................... 3 Duurzame Energie............................................................................................................ 4 Energiezorg ...................................................................................................................... 5 Uitgevoerde projecten ...................................................................................................... 6 MeerJarenAfspraak .......................................................................................................... 7 Nijmeegs Energie Convenant ........................................................................................... 8 Drinkwaterverbruik............................................................................................................ 8 Extern overleg .................................................................................................................. 9 Intern Overleg ................................................................................................................... 9 Duurzaam materiaal gebruik .......................................................................................... 10 Evaluatie EnergieJaarProgramma 2011......................................................................... 10
Inleiding Dit EnergieJaarVerslag (EJV) heeft tot doel om bestuur, werknemers en studenten van de RU te informeren over de ontwikkelingen rond energieverbruiken en de maatregelen die worden getroffen om energie te besparen en duurzame energie in te voeren. Daarnaast dient het als evaluatie van het EnergieJaarProgramma. Deze evaluatie vindt plaats in het kader van het Milieumanagementreview van de RU. Doelstellingen Het Energiebeleidsplan 2008-2012 RU Nijmegen geeft een overzicht van doelstellingen, uitgangspunten, voorwaarden, verplichtingen en verantwoordelijkheden. De energiebeleidsdoelstellingen: 1. De RU Nijmegen zal nieuwe wet- en regelgeving rond energie steeds tijdig implementeren. Voor de komende jaren betekent dit concreet dat de RU de Meerjarenafspraak energie-efficiency in al haar facetten uitvoert. 2. In het energie-efficiencyplan van de RU voor de periode 2009-2012 zal een terugverdientijd van 10 jaar aangehouden worden. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de inspanningsverplichting om 2% energie-efficiency per jaar te realiseren. 3. De RU Nijmegen volgt het overheidsbeleid om in 2020 20% duurzame energie te realiseren. Dat betekent dat de RU streeft naar toepassing van 12% duurzame energie in 2012. Hierbij heeft productie op het eigen terrein de voorkeur boven inkoop. 4. De RU Nijmegen realiseert in de nieuwbouw en grote renovaties een energieprestatie 10-15% beter dan de geldende Energieprestatienorm (“EPN-Plus” maatregelen). 5. In 2020 zijn alle gebouwen van de RU voorzien van een ‘energielabel’ (conform EPBD= Energy Performance Building Directive). De RU Nijmegen zal in 2010 het energiezorgsysteem volledig hebben ingevoerd volgens de eisen uit de MJA. 6. Op de RU wordt een deel van de energiebesparing gerealiseerd door gedragsverandering bij medewerkers en studenten 7. De RU Nijmegen reduceert het drinkwaterverbruik met 30% in 2010 t.o.v. 2000. Het gebruik van drinkwater voor laagwaardige toepassingen krijgt hierbij bijzondere aandacht. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame bronnen zoals hemelwater.
2 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
8. De RU Nijmegen zorgt voor verdere terugdringing van de emissie van broeikasgassen bij koeling (HFK). Het gebruik van ‘duurzame koeling’ krijgt hierbij bijzondere aandacht. 9. De resultaten van het energiebeleid worden gecommuniceerd met medewerkers, studenten, collega-instellingen, het bevoegde gezag en andere belanghebbenden.
Het Energie Efficiëntie Plan RU Nijmegen 2009 - 2012 Meerjarenafspraak (MJA 3) (=EEP) geeft aan hoe de RU de energieafspraak, met het Rijk, invult en welke energiebesparingprojecten geprogrammeerd zijn. Dit EEP is door SenterNovem (per 1-12010: Agentschap NL) goedgekeurd. Een management samenvatting hiervan is samen met de Visie op Duurzaamheid weergegeven als Energieprogramma 2009 – 2012. Het Energiebeleidsplan 2008-2012 RU Nijmegen en het Energieprogramma 2009 – 2012 zijn op 12 mei 2009, vastgesteld door het College van Bestuur met als titel “Uitgangspunten Energiebeleid 2009-2012”. De doelstelling voor duurzame energie is in het Milieubeleidsplan 2011-2013 doorgetrokken naar 13% in 2013. Ontwikkeling energieverbruik Als graadmeter voor de ontwikkeling van het energieverbruik en de uitvoering van energiebeleid op de RU gelden in belangrijke mate het verbruik van elektriciteit en gas. In figuur 1 is de ontwikkeling van het gas- en elektriciteitsverbruik weergegeven. 6%
Energieverbruik RU
2% ‐2%
absoluut t.o.v. 2005
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
‐6%
aardgas aardgas temperatuurgecorrigeerd elektriciteit
‐10% ‐14%
primaire energie (totaal)
‐18% ‐22% ‐26% ‐30% ‐34% Figuur 1 Ontwikkeling absolute energieverbruik
De energieverbruiken hebben betrekking op de gebouwen en terreininstallaties op de campus van de RU en komen overeen met de cijfers die in het e-MJV worden ingevoerd. Het verbruik van het magnetenlab (HFML) met neveninstallaties is hierin niet betrokken omdat dit expliciet wordt toegewezen aan de onderzoeksprojecten Aardgas Het gasverbruik is in 2011 gedaald (groene lijn). Oorzaak van de daling is het relatief warme jaar (vooral ten opzichte van het zeer koude 2010). Gasverbruik is op de RU voor 95% toe te schrijven aan ruimteverwarming. Als we voor het temperatuur verloop in 2011 corrigeren is de ontwikkeling volgens de gele lijn zien we een lichte stijging.
3 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
De stijging is voornamelijk te wijten aan het tijdelijk buiten bedrijf stellen van de WKO installatie (ten behoeve van optimalisatie). Dit ondanks de gasbesparing die met Decentraal Stoken is gerealiseerd (zie verder in dit verslag). Elektriciteit Het elektriciteitsverbruik is in 2010 wederom licht gestegen. Elektriciteit wordt op de RU voornamelijk gebruikt voor gebouwinstallaties (t.b.v. klimaat), ict en onderzoek. De stijging van het verbruik is toe te schrijven aan toename van elektrische apparaten en intensiever gebruik van gebouwen en apparaten (t.g.v. toename aantal studenten en onderzoek). Primaire energie Aardgas en elektriciteit kunnen worden omgerekend naar primaire energie. Zo kunnen ze bij elkaar worden opgeteld. Hierbij wordt rekening gehouden met het rendement van elektriciteitscentrales. De paarse lijn geeft de ontwikkeling van het totale (ongecorrigeerde) primaire energieverbruik. Een daling ten opzichte van 2010 is zichtbaar Overzicht In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de verbruiken: EnergieVerbruik Radboud Universiteit 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
3
4.645.381
4.852.870
3.396.451
3.804.765
3.313.634
3.776.362
3.114.499
3
4.645.381 34.208.881 3.776 455.067 31.202
4.961.773 35.407.641 3.632 472.417 32.374
3.646.898 32.423.180 1.908 399.388 27.784
3.683.833 33.732.070 3.528 424.160 29.391
3.210.370 34.562.332 38.570 417.584 29.189
3.171.485 34.733.729 4.370 432.312 30.016
3.266.789 35.106.378 7.013 414.831 29.101
aardgas
m /jaar
aardgas temperatuur gecorrigeerd elektriciteit totaal diesel primaire energie CO2‐emissie
m /jaar kWh/jaar kg/jaar GJ/jaar ton/jaar
Sommige gebouwen nemen warmte af. Dit verbruik is teruggerekend naar aardgasequivalenten. Voor het bepalen van de primaire energie worden de energiedragers teruggerekend naar dezelfde eenheid, hierbij wordt rekening gehouden met het rendement van elektriciteitsopwekking, waarna ze opgeteld kunnen worden. Op de RU is het energieverbruik met 4% gedaald in 2011(t.o.v. 2010). Landelijk is het energieverbruik met 7% gedaald. Duurzame Energie De belangrijkste duurzame energiebron voor de voorziening van de RU is omgevingsenergie. Dit is de energie die voor het Huygensgebouw wordt opgeslagen bodem middels een Warmte Koude Opslagsysteem (WKO). Ook wekken we zelf zonnestroom op met zonnepanelen op de paal1 bij het Gymnasion. Dit is echter een fractie van ons verbruik (ongeveer 1700 kWh per jaar). In september 2011 is de zonnepanelen installatie op het UCI in gebruik genomen. Deze heeft voor de RU 1000 kWh geproduceerd (zie verder in dit verslag) Omdat de mogelijkheden om op de campus zelf duurzame energie op te wekken beperkt zijn kopen we daarnaast groene stroom in. Deze duurzame elektriciteit wordt buiten de campus opgewekt en kopen we in. In 2011 hebben we extra groene stroom ingekocht om aan de doelstelling uit het Energiebeleidsplan en Milieubeleidsplan te voldoen. In figuur 3 is het aandeel van duurzame energie in ons totale verbruik te zien.
1
Deze paal hebben we gekregen als tegenprestatie voor inkoop van jaarlijks 100.000 kWh natuurstroom.
4 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
20% 18%
Duurzame Energie RU
16%
aandeel van verbruik in dat jaar
14%
aandeel duurzaam zelf
12% aandeel duurzaam zelf + inkoop duurzaam doel (EBP + MBP)
10% 8% 6% 4% 2% 0%
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Figuur 2 Aandeel Duurzame Energie
In onderstaande tabel zijn de opbrengsten van duurzame energie met ingekochte groene stroom voor de RU te zien. Duurzame Energie Radboud Universiteit duurzame warmte WKO duurzame elektriciteit WKO zelf opgewekte zonnestroom totaal zelfopgewekte duurzame energie inkoop duurzame energie totaal duurzame energie
GJ kWh kWh GJ kWh GJ
2005 3.680 232.000 1.700 5.783 100.000 6.683
2006 3.870 491.000 1.700 8.304 1.055.000 17.799
2007 5.110 568.000 1.700 10.237 841.000 17.806
2008 6.010 616.000 1.700 11.569 1.044.000 20.965
2009 6.140 620.000 1.700 11.735 1.068.000 21.347
2010 7.590 484.750 1.700 11.968 8.000.000 83.968
2011 3.180 385.440 2.700 6.673 8.000.000 78.673
De daling van zelf opgewekte duurzame energie is te wijten aan het tijdelijk buiten bedrijf stellen van het WKO-systeem (ten behoeve van optimalisatie). Energiezorg In 2010 is op de RU energiezorg ingevoerd. Energiezorg is een benaming van AgentschapNL (voorheen SenterNovem) en heeft betrekking op de borging van terugkerende activiteiten om energiebesparing (en de daarbij horende gedragsaspecten) door te voeren. Het EnergieJaarprogramma2 beschrijft alle activiteiten van het UVB op het vlak van energiebeleid en energiebeer en daarnaast alle activiteiten die energiezorg op de RU moeten borgen. Het EJP heeft een interne functie (omschrijving van activiteiten voor energiebeleid en –beheer) en een externe functie (audit van energiezorg).Het EnergieJaarProgramma voor 2012 is op 10-11-11 door het MT van het UVB geaccordeerd. Het EnergieJaarProgramma heeft een belangrijke rol gespeeld bij de audit voor het Milieuzorgsysteem van de RU. Energie is de belangrijkste component bij de milieubelasting van de activiteiten op de RU. De beschrijving van documenten en werkprocessen uit het EJP hebben er toe bijgedragen dat we nu een gecertificeerd Milieuzorgsysteem (ISO 14001) houden. Het certificaat op zijn beurt heeft ervoor gezorgd dat we een belangrijke verplichting in het kader van de MeerJarenAfspraak Energie (MJA) hebben kunnen afstrepen.
2
In 2010 was dit het Procesplan Energiebeheer. In 2011 is de werkwijze rond procesplannen bij het UVB gestopt.
5 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
Uitgevoerde projecten Naast de invoering van energiezorg, waar in 2010 de nadruk lag, zijn de volgende projecten uitgevoerd: Decentraal Stoken Oostzijde Met het Huygensgebouw, dat verwarmd en gekoeld wordt met behulp van een Warmte Koude Opslagsysteem (WKO), was de capaciteit van het centrale ketelhuis van de RU veel te groot en zou warmtelevering aan de resterende gebouwen aan de oostkant van de campus (nog) minder efficiënt worden. Gekozen is voor Decentraal Stoken. In 2010 zijn de volgende gebouwen ontkoppeld: Kassen Botanie, de kinderdagverblijven, ITS en Mercator 2. Mercator 3 heeft ook een eigen ketel gekregen. Dit project is in oktober 2010 geëffectueerd. In 2011 kon het verbruik gemonitord worden. De gas besparing is 145.000 m3 per jaar en de elektriciteitsbesparing is 88.000 kWh per jaar. (Zie ook verslag). Nacht van de Nacht Op 29 oktober 2011 ‘s avonds hebben we in 3 groepjes, met medewerkers én studenten, rondes gemaakt over de campus. Voor de A-kant gaf het beeld een verbetering t.o.v. 2010. Voor de B-kant was dat beeld onduidelijk omdat daar ook veel ’s avonds gewerkt wordt. Er wordt aan is een lijst met verbeterprojecten gewerkt. (Zie ook verslag) Optimalisering WKO en koppeling HFML Eind 2011 is het WKO systeem buiten werking gesteld om het aan te passen. Het is geoptimaliseerd zodat het effectiever kan werken en het koudeoverschot kan worden teruggebracht. Dit is mogelijk omdat het HFML gekoppeld is op het systeem, zodat warmte van de magneten goed benut kan worden. Energiebesparingsonderzoeken per gebouw Voor een alle gebouwen aan de Zuidkant (A-faculteiten) is in 2011 een EPAmaatwerkadvies opgesteld. Dit is een analyse van het energieverbruik van het gebouw. Het levert een energiebalans op waarin het aandeel van de verschillende functies (zoals verwarming, ventilatie en verlichting) te zien is en een energielabel. Ook geeft het een overzicht van de energiebesparingsmogelijkheden in het gebouw. Sommige maatregelen kunnen direct worden toegepast. Andere kunnen worden toegepast op een natuurlijk moment. Zonnepanelen op UCI RU en UMC hebben in september 2011 een gezamenlijke zonnepaneleninstallatie in gebruik genomen. 48 zonnepanelen zijn geplaatst op het UCI gebouw. Ze wekken per jaar 10.000 kWh elektriciteit op, net zoveel als het gemiddelde jaarverbruik van drie huishoudens. Op de schaal van het verbruik van de gehele campus is de bijdrage heel gering, maar alle beetjes helpen! Er is gekozen voor de beste kwaliteit zonnepanelen. Ze staan in een metalen frame op het dak onder een hoek van 30° en zijn op het zuiden georiënteerd. Naast de zonnepanelen bestaat de installatie uit een omvormer, die de gelijkstroom uit de panelen omzet naar 230V wisselstroom. De opbrengst wordt gemeten, geleverd aan het elektriciteitsnet en is direct beschikbaar voor gebruik. Zonnepanelen installatie RU-UMC op UCI-gebouw Panelen
48 x
Scheuten Multisol P6-60 230 Wp Gold Line (uit Nederland)
6 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
Omvormer Piekvermogen Opbrengst Vermogensgarantie Leverancier
80 1 11,04 10.000 83%
m2 SMA Sunny Tripower 1 x STP 10000TL kWp kWh per jaar 25 jaar (92%; 10 jaar) 4NewEnergy (uit Nijmegen)
Verlichting in nieuwe parkeergarage In de nieuwe parkeergarage (onder het rugbyveld) worden LED-“lightpipes” en een slim dimsysteem toegepast. Met deze lightpipes kan worden volstaan met alléén lampen boven de rijbanen. Daarnaast wordt gedimd op basis van aanwezigheidsdetectie. Aan de zijkanten van de garage wordt nog gedimd op basis van daglicht. De totale besparing op jaarbasis is 64.000 kWh (70%). Dat komt ongeveer overeen met het verbruik van 18 huishoudens. De allereerste stap in de besparing is echter gemaakt door de verlichtingsrichtlijn van de RU voor parkeergarages te hanteren. De ervaring met het Huygensgebouw en het Gymnasion hebben geleerd dat een verlichtingsniveau van 50 lux voldoende is. Door dit niveau te hanteren voorkomen we een onnodig hoge investering en een onnodig hoog energieverbruik ten opzichte van wat landelijk gebruikelijk is. Het effect hiervan is niet meegerekend in de besparing. (zie ook verslag)
Energiebesparing Grotius In de voorbereidende fase van de bouw van de nieuwe Rechtenfaculteit is vanuit de gebruikersgroep techniek aangestuurd op een energiearme invulling van het gebouw. De maatregelen die zijn voorgesteld: hoge isolatie waarde van gevels en vloer Rc = 5, dak Rc = 6, driedubbel glas, aangepast verlichtingsniveau, daglichtafhankelijke verlichting met aanwezigheidsdetectie, vraaggestuurde ventilatie en zonnepanelen. MeerJarenAfspraak De RU neemt, samen met alle andere WO-instellingen, deel aan een convenant met het Rijk over energie. De afspraken zijn vastgelegd in een MeerJarenAfspraak (MJA). De belangrijkste verplichten zijn: - het opstellen en uitvoeren van een Energie Efficiëntie Plan (EEP). In het EEP zijn projecten geformuleerd die een efficiency verbetering van 8,8% opleveren over de periode 2009-2012. - het rapporteren van energieverbruiken in het MilieuJaarVerslag (e-MJV). - het invoeren van Energiezorg. In figuur 5 zijn de doelstellingen en resultaten van ons EEP weergegeven. In 2011 hebben Decentraal Stoken, de verlichtingsprojecten en het bedrijven van de WKO geleid tot een
7 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
efficiencyverbetering van 10,5%. Belangrijk hierbij is dat het om een relatieve besparing gaat zoals de rijksdoelstelling beoogt. De autonome ontwikkeling is hierin niet verwerkt. 0%
2008
2009
2010
2011
2012
‐2%
Energie efficiency RU aandeel van verbruik in dat jaar
‐4%
energiebesparende maatregelen
‐6%
doel EEP 2009‐2012 (MJA 3)
‐8% ‐10% ‐12% Figuur 3 Realisatie MJA doel: relatief energieverbruik
Nijmeegs Energie Convenant In september 2011 is het Nijmeegse Energie Convenant (NEC) afgerond. Doelstelling van het NEC was om gezamenlijk (14 organisaties) in 3 jaar de CO2-emissie met 9% terug te dringen. Voor het NEC geldt een CO2-footprint als prestatiemaat. Dat betekent dat naast de CO2emissies van direct energieverbruik (voor gebouwen) ook het indirecte energieverbruik van kantoorbenodigdheden, water, verkeer en catering wordt betrokken. Het gaat daarbij om de absolute emissies. De CO2-emissie van onze gebouwen weegt (toch nog) voor ruim 90% mee in de uikomsten. De resultaten zijn als volgt. RU-footprint Footprint (hectare per (medewerkers+studenten) CO2-emissie (ton)
2007 1,4 28.405
2010 1,4 26.559
Over 3 jaren 0% -9,3 %
Door groene stroom in te kopen kon de RU voldoen aan haar convenantdoelstelling. Enkele deelnemers willen een vervolg geven aan het convenant met een meer thema gerichte benadering en meer nadruk op kennisuitwisseling. De RU zal waarschijnlijk weer meedoen. Drinkwaterverbruik Het drinkwaterverbruik van de RU is 2011 gestegen naar 196.054 m3 Na aftrek van eenmalig gebruik komt het uit op 162.000 m3 .
8 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
Drinkwaterverbruik RU 220.000 210.000 200.000 190.000 180.000 170.000 160.000 150.000 140.000 130.000 120.000 110.000 100.000
RU totaal (m3)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Figuur 4 Drinkwaterverbruik tov 2005
In de eerste helft van 2011 is het drinkwaternet op de campus aangepast. Een storing in 2011 met een vlotter bij het koelsysteem van het Erasmusgebouw verklaart de stijging voor het grootste deel. In 2012 in een Drinkwaterbesparingsplan voor de RU opgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen die het verbruik terug moeten dringen. Extern overleg Energiecoördinatoren overleg Enkele keren per jaar komen de energiecoördinatoren van universiteiten en ziekenhuizen bij elkaar om ervaringen uit te wisselen over thema’s die voor energiebeheer van belang zijn, zoals monitoring van energieverbruiken. Intern Overleg Energiebeleid/beheer komt in de volgende overlegstructuren aan de orde: Milieuoverleg Onder voorzitterschap van de clusterdirecteur Facilitair is enkele malen per jaar overleg met studenten. Het UVB is hierbij ook betrokken. Energie is meestal een belangrijk gespreksonderwerp. De ontwikkelingen rond energieverbruik en energieprojecten zijn door ons gepresenteerd. Daarnaast zijn vragen van studenten over dit onderwerp beantwoord. PAM-overleg De Preventiemedewerkers Arbo en Milieu zijn geïnformeerd over de ontwikkelingen rond energieverbruik en energie projecten. Ook draagt het UVB bij aan de preventieflitsen. Netwerk Duurzaamheid In 2010 is het Netwerk Duurzaamheid heropgericht. Onder voorzitterschap van Irene Dankelman wordt over verschillende duurzaamheidonderwerpen gediscussieerd door hoogleraren, medewerkers en studenten. Het UVB neemt hieraan deel en informeert over energieonderwerpen daarnaast haalt het informatie. Workshop binnenklimaat Er zijn twee workshops georganiseerd over criteria voor het binnenklimaat samen met de AMD. Doel is om richtlijnen op te stellen voor Programma’s van Eisen voor nieuwbouw die
9 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB
passen in de kwaliteitseisen van de RU en die verwarring in de ontwerp- en uitvoeringsfase moeten voorkomen. Communicatieplan Groene Universiteit / Kleine Duurzaamheid Met de AMD wordt input geleverd aan een communicatieplan met als doel duurzaamheid op de campus meer bekendheid te geven. Daarnaast is de voorbereiding getroffen voor een pilot van het project Kleine Duurzaamheid waarmee op faculteitsniveau invulling gegeven wordt aan energiebesparing en duurzaam gedrag. Duurzaam materiaal gebruik In 2011 heeft het UVB de Rode Draad uit 2001 geactualiseerd. Tijdens een workshop over duurzaam materiaalgebruik is een praktische invulling gegeven aan het bepalen van de milieubelasting van materiaal gebruik. Het Milieuclassificatiesysteem van NIBE is het meest geschikt voor toepassing op de RU. De gegevens zijn gebaseerd op Levenscyclusanalyses (LCA). De gegevens zijn beschikbaar op component niveau (wat is een duurzame oplossing voor dakbedekking op een plat dak?) en geeft een snelle indicatie van de milieubelasting. Er zijn 7 klasses: 1 geeft de laagste milieubelasting en 7 geeft de zwaarste. We hebben gekozen om klasse 5 en hoger zoveel mogelijk te vermijden. Daarnaast kan met deze gegevens een geheel gebouw worden doorgerekend. Met Greencalc+ kan de milieubelasting van een gebouw kan worden uitgedrukt in een index. Voor projecten is de insteek op een index (MIB) van minimaal 120 uit te komen (100 is de referentie). Deze aanpak is vertaald naar een richtlijn Duurzaam Bouwen RU onderdeel materiaalgebruik. Na 1 jaar wordt het gebruik van deze instrumenten geëvalueerd. Evaluatie EnergieJaarProgramma 2011 We hebben belangrijke projecten in 2011 gerealiseerd, zoals hierboven omschreven. Andere projecten zijn nog niet beschreven omdat ze nog niet gemonitord konden worden: renovatie UCI; renovatie ITS-gebouw. Daarnaast zijn in 2011 belangrijke procesafspraken gemaakt: Aanpak energie in projecten De investeringscijfers uit de energieadviezen (zie hiervoor) zijn gebaseerd op landelijke kentallen. Het is daarom zaak om de investeringen te baseren op UVB-kentallen of nog beter op (meerdere) offertes van leveranciers. Anderzijds is het MOP nog niet naast deze projecten gelegd. Sommige maatregelen zitten al in het MIP,bijvoorbeeld de aanpassingen in Trigon of renovatie van Spinoza Hoog. Hierdoor zijn de meeste energiemaatregelen voor die gebouwen al gedekt. Daarnaast zijn veel vervangingen uit het MOP met een energiezuinige variant uit te voeren. Tegen relatief lage meerkosten zijn deze maatregelen dan uit te voeren. Het voorbereiden van deze maatregelen, met het opvragen van uitgebreide kostenspecificaties vraagt tijd maar wordt opgenomen in de planning van de afdeling Projecten. Tijdens dit proces kan blijken dat bepaalde maatregelen toch lastiger uitvoerbaar of duurder blijken. Ook kan blijken dat bij vervanging uit het MOP programma maatregelen juist wel toepasbaar blijken. Belangrijk is dat de overlap tussen MIP, Kleine Werken, MOP en Energieprogramma wordt benoemd en de (energie)projecten in de planning van Projecten wordt opgenomen. Wanneer we de aanbevolen maatregelen in MIP 2012 wordt meegenomen starten we met de voorbereiding en uitvoering van de maatregelen. In de loop van het jaar kunnen projecten dan bijgesteld worden. De afdeling Projecten krijgt een belangrijkere rol omdat energieprojecten uit MIP, MOP en Energieprogramma meer gecombineerd gaan worden. Dit voorstel is op 4-10-2011 in het directieoverleg van het UVB besproken en wat betreft de hierboven omschreven aanpak goedgekeurd.
10 Energie Jaarverslag 2011
Radboud Universiteit UVB