Energie Besparen Landgoederen kunnen energie besparen en opwekken met behoud van monumentale waarden. De plek om hierover kennis en ervaringen uit te wisselen is het kennis- en leertraject energietransitie monumenten. www.duurzamelandgoederen.nl
Deze activiteit maakt deel uit van het Gelders kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016
SHARE Interreg IVB NWE Programme Safeguarding Heritage and Rural Economies
1. Startpunt • Aanpassingen zijn bijna nooit definitieve veranderingen, maar slechts een ingreep van de huidige generatie: grijp zo min mogelijk in en maak ingrepen reversibel. • Streef geen energiezuinige perfectie na: de duurzaamheidswinst bij monumenten zit in het materiaal dat naar verwachting een lange levensduur kan hebben. • Werk samen met restauratie-erkende, deskundige partijen. Bedrijven die zijn aangesloten bij de Gelderse Voet werken met verstand van zaken. • Begin altijd met herstel van schade, herstel onderhoudsachterstand en bouwfouten. Weer altijd als eerste vocht uit het gebouw. • Zie af van gevelreiniging, het is een grote aanslag op het milieu en na reiniging is meestal veel vaker onderhoud nodig. • Respecteer beschermde plant- en diersoorten zoveel mogelijk. • Probeer duurzaamheidsaspecten uit succesvolle duurzame monumenten te vertalen naar toepassing in eigen object.
Energie Besparen
Zorg dat herstelwerkzaamheden op onderhoudsgevoelige plaatsen ‘herbehandelbaar’ worden uitgevoerd.
Falende buitenbepleistering zorgt voor natte muren. Dat levert ernstige gevolgschade op en hoge stookkosten.
2. Materiaalgebruik • Hergebruik, herbestem, herstel en repareer materiaal in plaats van vervanging en vernieuwing. • Gebruik bij restauratie en herstel hetzelfde of vergelijkbaar materiaal als het oorspronkelijke bouwmateriaal. • Sla historisch afkomend bouwmateriaal dat nog deugdelijk is op voor hergebruik later of elders. • Toegepaste herstel- en instandhoudingstechnieken moeten compatibel zijn met de gebouweigen detailleringen en afwerkingen, ze hoeven niet per se te voldoen aan hedendaagse milieuvriendelijkheidseisen. Een grote collectie afkomende baksteen van verschillende leeftijden, soorten en maten, aanwezig bij een erkende restauratieaannemer.
Een nog goed te repareren parketvloer is verwijderd en in stukken gezaagd. Een nieuwe, dure afwerkvloer zal mooi ogen, maar is niet historisch. Ook is het geen product van duurzaam handelen.
Energie Besparen
3. Historische prestatieniveau • Herstel deuren, ramen, puien, dakkappellen en kapvoeten zodat deze elementen hun oude prestatieniveau weer behalen. Herstel bij voorkeur conform hun oorspronkelijke detail. • Benut de gunstige kant van het binnenklimaat van een monument: de thermische eigenschappen van de constructie en de natuurlijke ventilatie zorgen voor een prettig binnenklimaat.
Hersteld schuifraam dat weer goed tochtdicht is.
Energie Besparen
Stookplaatsen met goede ‘trek’ dragen bij aan de benodigde ruimteventilatie. Zet ze dus niet dicht, zoals hier.
4. Gebruiksmogelijkheden • Stem gebruiksfuncties af met de ruimte / het object. Plaats gevoelige functies niet in ruimtes die daar moeilijk geschikt voor zijn te maken (vb. geen museale collectie in ruimte die niet goed donker, koel en droog is te houden). • Pas comforteisen aan: verlaat in energetisch ongunstige monumenten of ruimten de eis om alle ruimten in de winter tot 20 oC te verwarmen. • Probeer vocht producerende functies (badkamer) los van de gebouwschil in eigen ‘doos-in-doos’ constructie een plaats in het monument te geven. Prima toepassing van ‘doos-in-doos’ constructie: natte cel en keuken in aparte doos in een tot appartement ingerichte kapruimte uit 1551.
Voorkom overbevraging door teveel functies of personen in het object te willen onderbrengen zoals in deze zolderkamer met extra veluxraam.
Energie Besparen
5. Gedrag • Stook niet te hoog in de winter, zorg met kleding voor comfort. • Laat ongebruikte vertrekken on- of laag verwarmd. • Sluit gordijnen in ongebruikte vertrekken. • Doe licht uit bij verlaten van de ruimte. • Historische gebruikservaringen geven vaak goede indicatie van optimaal gebruik van ruimten (zomer- en winterkamers). • Denk samen met technische en cultuurhistorische deskundigen na over dagelijks schoonmaakonderhoud, gebruik van ruimten en installaties en omgang met kwetsbare gebouwdelen en boedel. Stel eventueel een gebruikshandleiding op. • Verminder watergebruik: herstel en voorkom lekkages, stel toiletspoeling af op kleiner spoelvolume, stel kranen zuiniger af en gebruik zuinige douchekoppen
Energie Besparen
Gebruik van gordijnen en luiken spaart energie en conserveert interieur. Gordijnen moeten brandveilig zijn en kunnen worden gevoerd met infraroodreflecterend weefsel. Zorg ervoor dat ze niet voor de CV-elementen hangen, dan gaat de warmte vooral naar buiten.
Probeer zoveel mogelijk verkeersruimten (trap, vestibule, gangen) onverwarmd te laten
6. Low-tech comfortverbeteringen • Herschik functies zodat comfortvraag aansluit bij de diversiteit van ruimten in een gebouw. • Gebruik, indien aanwezig of vroeger aanwezig, binnen- en buitenluiken als koudebuffer en zonwering. • Benut de goede warmte en koude werende werking van textiel. Zware gordijnen voor deuren en vensters en wandbekleding werken zeer comfort verhogend. • Loofbomen hebben, op de momenten dat het nodig is, een zeer goede zonweringsfunctie.
Nieuwe overkapping, die niet zichtbaar is van buiten, zorgt voor energiezuinigheid en extra gebruiksruimte.
Leilinden voor de zuidgevel vormen een ‘automatische’ zonwering, met in de zomer beschaduwend blad dat in de winter ontbreekt.
Energie Besparen
7. Isolatie • Isolatie van monumenten vereist een interdisciplinaire aanpak. Pas geen standaard oplossingen toe. • Maak van een monumentaal pand nooit een hermetisch geïsoleerde en tochtdichte capsule. • Pas isolatieplannen alleen toe in de gebouwschil. Isoleer geen binnenmuren, muren waar aanbouwen tegenaan staan, kappen boven bergzolders of vloeren boven droge kruipruimten. Vermijd isolatie aan de binnenzijde van de gebouwschil. • De eerste centimeter isolatie levert het meeste rendement op. • Een gebouw met optrekkend vocht in de muren nooit isoleren; het probleem zal zich verplaatsen naar onverwachte en vaak ongewenste andere plaatsen. • Laat volschuimen van spouwmuren achterwege. Omdat er tijdens en na de bouw ‘kortsluitingen’ in spouwmuur zijn gemaakt of zijn ontstaan zal het effect veel geringer zijn dan uit berekeningen blijkt. Volschuimen kan ongewenste gevolgschade veroorzaken.
Energie Besparen
In vensters kan enkel glas vervangen worden door lichtisolerend glas met de juiste ‘levendige reflectie’. Het is beschikbaar in enkelglas en als laminaat. Die laatste vorm is flink zwaarder en duurder, maar ook energie-efficiënter.
Dankzij natuurlijke ventilatie is deze middeleeuwse dakconstructie eeuwen goed gebleven. Afdichten en isoleren zou op termijn desastreus zijn.
8. Installatietechniek • Pas alleen nieuwe technieken toe als de waarden van het object intact blijven: installaties hebben in principe een veel kortere levensduur dan het monument. Zorg er daarom ook voor dat ze in de toekomst verwijderbaar zijn. • Zorg dat verwarmingselementen optimale prestaties kunnen leveren. Plaats ze dus niet per se onder vensters of tegen koude buitenmuren. Pas waar mogelijk radiatorfolie toe en monteer consequent thermostatische kranen in alle vertrekken. • Vervang waar mogelijk gloeilampen door LEDverlichting of spaarlampen. • Direct bij het tappunt geplaatste, kleine, elektrische boilers zijn vaak zuiniger dan een centrale combiketel met lange leidingen. • Onderzoek mogelijkheden voor gebruik hemelwater voor toiletspoeling, tuinsproeien, schrob- en waswerk. Vaak zijn er in of bij het monument opvangmogelijkheden, leidingen en regenputten die gebruikt kunnen worden.
Als het interieurbeeld dat toestaat betekent een dunne, reflecterende isolatie achter radiatoren (radiatorfolie) altijd flinke energiebesparing. Thermostatische kranen, ingesteld op het ‘sterretje’ voorkomen vorstschade in niet gestookte vertrekken.
Voorkom of verwijder omkasting van CV-elementen. De omkasting belemmert warmte-uitstraling en convectie, met als gevolg energieverlies naar de buitenmuur.
Energie Besparen
Energie Opwekken Landgoederen kunnen energie besparen en opwekken met behoud van monumentale waarden. De plek om hierover kennis en ervaringen uit te wisselen is het kennis- en leertraject energietransitie monumenten.
1. Algemeen
• Zuinig zijn met energie levert altijd het meeste voordeel op, zowel financieel als voor het milieu. • Duurzame energiebronnen kunnen energetisch ongunstige aspecten van het monument neutraliseren. Daarnaast leveren ze een significante reductie in bijvoorbeeld CO2-uitstoot op. De meerwaarde is dus meer dan alleen financieel. • In principe geldt: wek vooralsnog niet meer duurzame energie op dan u zelf verbruikt. Teruglevertarieven zijn significant lager dan verbruikstarieven. • Pas duurzame energieopwekkers verstandig en met respect voor het gebouw en de omgeving toe. • Maak alle duurzame energie-installaties verwijderbaar; net als bij andere installaties is de levensduur beperkt. Zorg er daarom voor dat aanpassingen voor de installaties reversibel zijn.
Energie Opwekken
LED-lampen voldoen inmiddels aan alle lichtkleureisen en zijn vaak in historische armaturen prima toepasbaar en zorgen snel voor een significante energiebesparing.
Grote installaties, zoals deze warmteterugwininstallatie op luchtverwarming, en de bijbehorende leidingen moeten een verantwoorde plek krijgen in een gebouw.
2. Windenergie Windenergie kan een goede bron zijn voor het opwekken van elektriciteit, mits op locatie voldoende wind aanwezig is. Van groot belang is een juiste inpassing in de omgeving. • Grote windturbines kunnen kostenefficiënt energie opwekken, maar hebben veel nadelen; van slagschaduw, geluid, negatieve effecten op vogels en maatschappelijke weerstand. • Kleine windmolens hebben een diameter van minder dan 10 meter en zijn maximaal 18 meter hoog. Door hun beperkte formaat zijn ze eenvoudiger te plaatsen en te onderhouden, zo zijn er modellen voor op daken. De markt voor kleine windmolens is sterk in ontwikkeling en onderlinge prijs- en kwaliteitsverschillen zijn groot. Een ‘Amerikaanse windmotor’, zoals de zeer grote in Weidum, of een historisch ‘aanbrengertje’ kunnen door een gekwalificeerd en erkend molenbouwer eenvoudig omgebouwd worden voor elekraproductie.
De skystream is één van de betere kleine windmolens die momenteel beschikbaar is. Het blijft echter een molen die lang niet overal ingepast kan worden.
Energie Opwekken
3. Zonne-energie Zonlicht kan gebruikt worden om elektriciteit en warmte op te wekken. • Onderzoek of zonneboilers benut kunnen worden voor warm tapwater. Een zonneboiler combiketel kan ook warmte leveren voor het verwarmen van een pand. • Zonnepanelen wekken elektriciteit op. Ze zijn in aanschaf de afgelopen jaren significant goedkoper geworden. Installateurs adviseren altijd panelen optimaal te oriënteren qua helling en richting, alternatieve opstellingen kunnen in sommige gevallen echter gewenst zijn voor inpassing op een monument.
Energie Opwekken
Een horizontaal geplaatst zonnepaneel levert meer dan 80% van de energie die het in de ideale stand zou leveren.
Een zonneboiler is een effectieve manier om energie op te wekken en vergt een relatief lage investering.
4. Waterkracht Het opwekken van energie met water kan op vele manieren. • Grote systemen in rivieren maken gebruik van de grote hoeveelheden water die in korte tijd passeren. Aan de kust zijn diverse andere systemen mogelijk. • Kleinschalige systemen kunnen gebruik maken van lokale hoogteverschillen en stukken waar water continu snel stroomt. Het herstellen van oude molenvijvers, molens en watersystemen kan zo een bron opleveren van duurzame stroom.
Het herstellen van oude watermolens, mogelijk met bijbehorende molenplassen voor een continue bron van water, kan een goede mogelijkheid zijn voor het opwekken van stroom; of zoals hier bij Singraven, voor de houtzagerij.
De watermolen van Wylre wekt stroom op via een eenvoudige schakelmof, multiplexketting en tandwielkast die een kleine generator aandrijven en zo voor enige tientallen huishoudens energie opwekken. Bijzonder is dat het systeem gebruikt kan worden voor de historische maalderij (graan) of voor het opwekken van stroom.
Energie Opwekken
5. Geothermische energie In veel plaatsen in Nederland kan warmte uit de aarde gebruikt worden voor verwarming. • In de zomer warmt de zon de bodem op. Met bodemwarmtewisselaars kan warmte van de grond tot 100 meter diep in de aarde worden afgetapt. Het systeem bestaat uit een gesloten buizensysteem en een warmtepomp. • Water in de bodem tussen 20 en 300 meter diepte heeft een constante temperatuur. In de zomer kan dit gebruikt worden om te koelen en in de winter kan de opgeslagen warmte weer benut worden om te verwarmen. • Tot slot kan met een aardwarmte-energiecentrale zeer diepgelegen warmte, ontstaan door de kern van de aarde, worden benut. Een grondwaterpomp pompt grondwater op van 500 meter diep, de warmte wordt eruit gehaald en vervolgens wordt het water teruggepompt.
Energie Opwekken
Bodemwarmte wordt opgenomen door de vloeistof die door de buizen loopt. Deze warmte kan vervolgens gebruikt worden voor de verwarming van de woning.
Voor de aanleg van bodemwarmtewisselaars is graafwerk noodzakelijk.
6. Energie uit biomassa (1) Landgoederen beschikken vaak over houtblokken of houtsnippers vanuit het onderhoud van het eigen terrein. Mogelijk is er voldoende beschikbaar voor de opwekking van warmte voor de eigen warmtevraag. De techniek is betrouwbaar, efficiënt en soms ook kosteneffectief. Voor de optimale keuze van een systeem is het volgende van belang: • Kies een niet te grote houtgestookte ketel. Ketels zijn in aanschaf duur en opereren bij een te grote capaciteit vaak op een te laag vermogen. Meestal kan al worden volstaan met een houtgestookte ketel met de helft van de capaciteit van de bestaande aardgasketels; een aanvullende warmtebuffer zorgt er vervolgens voor dat er toch altijd voldoende warmte is. • Maak een keuze voor hout in de vorm van blokken, snippers of pellets. Bij een kleine warmtevraag (tot circa 40.000 m3 gas per jaar) kan het interessant zijn om gebruik te maken van houtblokken en de installatie gemiddeld een keer per dag hand-
matig te vullen. Hierdoor zijn de investeringen lager en is er weinig ruimtebeslag. De volautomatische ketel zorgt voor een goed geregeld verbrandingsproces, waarbij de warmte wordt opgeslagen in een warmtebuffer en geleidelijk wordt afgegeven. • Bij een grotere warmtevraag (vanaf circa 100 kW) kan het interessant zijn om eigen houtsnippers in te zetten. Handwerk wordt dan voorkomen, maar de installatie is wel meteen fors duurder en groter door de opslag van houtsnippers bij de ketel. • Het is al vanaf circa 10 kW mogelijk om gebruik te maken van pellets (geperste houtbrokken). Deze zijn gemakkelijk in te voeren bij een relatief goedkope en volautomatische ketel. Nadeel is dat de pellets van buitenaf worden aangevoerd en relatief prijzig zijn in het gebruik. • Uit het aardgasverbruik kan direct een schatting worden gemaakt van de vraag naar biomassa. Iedere 1000 m3 aardgas komt ongeveer overeen met circa 7 m3 houtblokken, 3 ton of 8 m3 snippers, of circa 2 ton pellets.
• Momenteel worden er verschillende concepten ontwikkeld voor kleinschalige warmtekrachtsystemen op basis van houtige biomassa, op basis van verbranding en vergassing. Het zal echter nog zeker 5-10 jaar duren voordat deze technologieën commercieel verkocht worden.
Houtpellets worden commercieel aangeboden, maar kunnen niet goed met de eigen biomassa worden gemaakt.
Energie Opwekken
6. Energie uit biomassa (2)
Ketels voor houtpellets zijn volautomatisch en compact.
Energie Opwekken
Houtsnippers worden vaak al op het eigen terrein gemaakt. Een verbrandingsinstallatie op basis van deze brandstof vereist vanwege de brandstofbunker wel een groot ruimtebeslag en is relatief duur in de aanschaf.
Een verbrandingsinstallatie die werkt op houtblokken. Dergelijke installaties moeten met de hand gevuld worden. Afhankelijk van het systeem en de warmtevraag kan dit dagelijks noodzakelijk zijn.
Kennis- en leertraject energietransitie monumenten Interesse in energiebesparing of opwekking op uw landgoed? Neem dan deel aan het kennis- en leertraject energietransitie monumenten. Samen met betrokken partijen start een kennis- en leertraject over energiebesparing en lokaal opwekken van hernieuwbare energie met behoud van monumentale waarde. Doel: het onderling delen van kennis en het stimuleren van samenwerking en uitwisseling van ervaringen. De kennis in het traject wordt ontwikkeld voor en door eigenaren en beheerders van landgoederen, bedrijven, kennisinstellingen en de overheid. Kennis en best practices worden gedurende de komende maanden digitaal toegankelijk gemaakt op www.duurzamelandgoederen.nl en gedeeld en verrijkt tijdens diverse bijeenkomsten.
Colofon Deze folder is gemaakt in opdracht van Provincie Gelderland in het kader van stimulering van energiebesparing en de transitie naar hernieuwbare energie. Het kennis- en leertraject maakt deel uit van de provinciale kennisprogramma’s Leren voor Duurzame Ontwikkeling en de Gelderse Voet. De folder is opgesteld door Monumentenzorg, DWA installatie- en energieadvies, Wing en Provincie Gelderland.
Bronvermelding Alle foto’s afkomstig van E.J. Nusselder, behalve: Skystream, zonneboiler, foto’s van geothermie en de laatste foto van de verbrandingsinstallatie zijn afkomstig van het web en geschikt voor open-
Doet u mee? Neem dan contact op met Charlot Teng via
[email protected] / 0317-465 200.
baar gebruik. De foto van de horizontale zonnepanelen is gemaakt door PhotoMojoMike (Flickr).