EN HOE IS HET MET DE LEERLINGEN?
BEVRAGINGSPAKKET BREDE SCHOOL GRIMBERGEN
Brede school is een samenwerking tussen scholen en omringende organisaties om de kansen van de schoolkinderen te verbeteren, op school en na school. De samenwerking tussen school en organisaties wordt ondersteund door de gemeente, met woord en daad, zodat de praktische organisatie niet alleen in de handen van school en organisaties rust. Om te weten wat kinderen nodig hebben, wil de gemeente verschillende mensen bevragen. De gemeente zal organisaties bevragen die met kinderen werken, maar ook de kinderen zelf, de leerkrachten en de ouders. Op die manier kan de gemeente samenwerkingen stimuleren waar ze echt nodig zijn. Brede school kan over verschillende thema’s gaan. Er is zo bijvoorbeeld gezondheid en veiligheid, maar ook het ontwikkelen van de talenten en het deelnemen aan de maatschappij, kunnen thema’s zijn. Als je denkt aan het aantal organisaties die met deze thema’s bezig zijn, besef je dat er veel mogelijkheden zijn. Het geheim is enkel dat het organisaties uit de buurt zijn. Organisaties uit de buurt die meer gaan samenwerken, zodat Grimbergen een hechter dorp wordt. Waar mensen elkaar kennen en samen aan een toekomst voor de kinderen werken. We hopen op jullie enthousiaste medewerking, en natuurlijk op het delen van jullie expertise over het wel en wee van de kinderen op school.
Voor vragen: bel Soetkin van Causbroeck op nummer 02-260 12 32 of het emailadres
[email protected] of Gudrun Aarssen op nummer 02 – 260 12 31 of het emailadres
[email protected].
1
Bevragingspakket
In dit pakket zitten verschillende instrumenten om te gebruiken met de kinderen. In elke deelnemende school wordt één klas bevraagd in elke graad. De kinderen vullen zelf de lijstjes in of maken de tekeningen,, met hulp van de leerkracht. Het schoolteam beslist welke klas dit moet zijn. Het is aangewezen een klas te kiezen waarin een representatieve verhouding ses en niet-ses leerlingen zitten. Bij deze klas moeten alle aangeduide methodieken gebruikt worden. Oplijsting bevraging per graad
kleuterklassen 1e graad 2e graad 3e graad
Dagboek
Buurttekening
X X
X X
Vragenlijst X X X X
Stellingenspel
X X
Instructie voor de kinderen Waarom bestaat school? Weten jullie hier wat over? Wie heeft een idee waarom school bestaat? … School dient om de kinderen veel dingen te leren: interessante dingen, moeilijke dingen, leuke dingen, soms een beetje saaie dingen, lieve dingen, … . We leren zowel dingen met ons hoofd, als met ons hart of met onze handen. De leerkrachten weten niet over ALLES iets. Bijvoorbeeld is een leerkracht geen dokter. Om ‘dokter dingen’ te leren is het goed dat de kinderen een dokter ontmoeten. Of een leerkracht is ook geen politie. Om ‘politie dingen’ te leren is het goed dat de kinderen een politie ontmoeten. De leerkrachten en de directeur willen graag de kinderen op school beter leren kennen. Op die manier kan de school dingen organiseren voor de kinderen die de kinderen echt interessant vinden of wat bij hen past. We denken vooral aan dingen waarvoor de school moet samenwerken met die andere mensen. De school kan bijvoorbeeld samenwerken met een sportclub, maar het kan ook zijn dat we samen werken met dokters, of met een buurthuis, of met de politie, of met de ouders, of met mensen van het gemeentehuis, of mensen uit de buurt. Deze week willen we aan de kinderen een paar opdrachten geven om hen beter te leren kennen. We gaan een dagboek bijhouden, maar we gaan ook tekenen. En we gaan een vragenlijst invullen en daarover praten in de klas.
2
Dagboek
I.
Doelstelling
A. In het kader van brede school Een beeld krijgen van wat de kinderen doen in hun vrije tijd. Een beeld krijgen van hoeveel kinderen bewegen na school. Een rudimentair beeld krijgen van wat kinderen thuis eten.
B. In het kader van het leerplan Indien nodig kan dit ingevuld worden door de pbd en het schoolhoofd.
C. In het kader van bekendheid van de leerkracht met de situatie van de kinderen De leerkrachten zijn meer op de hoogte van de thuissituatie en de kansen die kinderen krijgen.
3
II.
Instructie
A. Voor de leerkracht Verwittig de kinderen op voorhand, zodat ze weten dat ze die week zullen moeten letten op wat ze eten. Vanaf de tweede graad. Het dagboek wordt niet ingevuld met de kinderen in de kleuterklassen. We vullen het dagboekje in gedurende een week. Alle ochtenden nemen we hier een kwartier tijd voor. Volg het dagboekje chronologisch. Begin op dinsdagochtend (dan vullen we in wat we maandag na school gedaan hebben). Op maandagochtend vullen we het dagboek in voor vrijdagavond, zaterdag en zondag. Het dagboek gaat over de dingen die kinderen ’s avonds en in het weekend doen, van een maaltijd eten, over tv-kijken, tot spelen met vriendjes op een pleintje. Het dagboek zal voor één dag ook gaan over de maaltijden die zij eten. Aan dit stuk zit een huiswerk verbonden.
B. Voor de kinderen We zullen elke dag een dagboek in vullen. Weten jullie wat dat is, een dagboek? … Dat is een boek waarin je elke dag wat schrijft. Weten jullie waarom mensen in dagboeken schrijven? Dan kan je onthouden wat je op sommige dagen gedaan hebt, zodat je het later nog weet. Soms doen mensen dit ook om een goed idee te krijgen van wat ze gedaan hebben. Je kan bijvoorbeeld bijhouden hoeveel snoepjes je hebt gegeten in een bepaalde week, of hoeveel keer je huiswerk hebt gemaakt, of hoeveel keer je zus je geplaagd heeft. Wij gaan een dagboek maken om te kijken wat we allemaal doen thuis. Soms spelen we gewoon, of soms kijken we tv. Andere avonden gaan we op bezoek, of moeten we mama of papa helpen met iets. Het kan allerlei dingen zijn. We gaan elke dag meerdere dingen opschrijven. Want elke avond doe je meer dan één ding. Eten, huiswerk maken, spelen, tv kijken. .. Deze week gaan we elke ochtend invullen wat we de dag ervoor gedaan hebt. Op dinsdag ochtend zullen we invullen wat we maandag avond na school hebben gedaan. Op maandag ochtend vullen we in wat we op vrijdag avond en in het weekend hebben gedaan.
Bij het invullen van de lijstjes: Hang het A-0 blad op, waarop een gedeelte van de tabel uit de dagboeken is afgedrukt. Vraag aan de kinderen om de woorden te lezen en uit te leggen wat het betekent of vragen te stellen. Dit om de woordenschat die ze gebruiken, te activeren voor ze de dagboeken gaan invullen.
4
Oefen dit eerst door twee (of meer indien nodig) kinderen te vragen dit mondeling over hun eigen avondactiviteiten uit te leggen. Probeer een breed beeld te krijgen. Moedig de kinderen aan om zo veel mogelijk van wat ze gedaan hebben, te herinneren en op te schrijven. Laat de kinderen hierna hun dagboek invullen voor die dag. Indien nodig vraag je er een zorgjuf bij. Als de kinderen een bepaald woord niet weten in het Nederlands, vraag je hen of ze dit naar een andere taal kunnen vertalen. Zeg hen vooral dat ze het woord mogen vragen als ze het zelf niet weten. Geef geen appreciatie bij de aard van de activiteiten die ze gedaan hebben. Dit om te vermijden dat kinderen bepaalde dingen extra in de verf gaan zetten en andere dingen gaan verzwijgen.
III.
Materiaal
A4 formulieren voor individuele kinderen A0 formulier voor de introductie de huiswerkfiche (optioneel!)
5
6
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. MAANDAG (in te vullen op dinsdagochtend) Kruis aan wat jij deed op maandag avond. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes. Eten Welke fruit en groenten at ik gisteren? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo Moderne dans
7
Spelen
Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
Naschoolse opvang
8
Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
9
10
HUISWERK ALS EXTRA LESMATERIAAL (vrij te gebruiken, niet nodig voor de bevraging in kader van de Brede School) Je geeft als huiswerk mee dat ze aan de kok het recept vragen van de maaltijd, zodat je hier wat over te weten komt. Ook als het iets is uit de winkel, kan de kok misschien wel wat vertellen over het gerecht. Doelstelling: - Het kind maakt een verbinding tussen schoolwereld en thuiswereld. - Het kind maakt een verbinding tussen moedertaal en het Nederlands. - Het gezin wordt betrokken. - De leerkracht is meer op de hoogte van de thuiswereld.
11
12
Huiswerkfiche: Interview de kok thuis. Dit kan je mama zijn, maar misschien kookt bij jou thuis iemand anders: je oma, of je zus, of je papa, of je broer, of jijzelf….. Het interview gaat over het eten dat de kok gemaakt heeft (en die je misschien niet kon vertalen in je dagboek). Zorg dat je een pen of potlood hebt dat schrijft, en dit
blad. Je mag de
vragen in de taal stellen die jij en de kok het best begrijpen. Schrijf de
antwoorden in het
Nederlands. Als je het Nederlandse woord niet weet, schrijf je het in een
andere taal.
Als je zelf hebt gekookt, moet je jezelf interviewen! Welke vragen stel je aan de kok?
Wat heb je maandag avond gemaakt of gekocht voor het avondeten?
Heeft het gerecht alleen die naam of ook een andere naam?
Het eten is: Zelf gemaakt Klaargemaakte schotel uit de supermarkt Afhaal van frituur Afhaal van chinees Overschotjes van de vorige dag Blik Diepvries ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat zit er allemaal in het gerecht (vul ook in als de kok het niet zelf gemaakt heeft)? Omcirkel en vul aan als het nodig is. Als de kok het Nederlandse woord niet weet, kan je het in haar/zijn taal opschrijven.
13
Groenten: Tomaten, courgettes, ajuinen, look, wortelen, bonen, erwten, okra, zoete aardappel, venkel, pinda’s, pompoen, sla, spinazie, radijs, ….
Vlees: van koe, van kalf, van schaap, van lam, van kip, van kalkoen, van varken, van (vul zelf in of duid aan) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Aardappelen, rijst, pasta, gierst, quinoa, couscous, maniok, foufou, ebli (vul zelf in of duid aan) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Andere dingen: basilicum, peper, rozijnen, zout, mayonaise, oregano, pikante peper (vul zelf in of duid aan) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hoe moet je het eten maken, als je het zelf zou maken? Duid aan in het vierkantje en schrijf daarna hoe je het dan moet doen. Schillen: Snijden: Hakken: Mengen met: Mixen: Koken: Bakken in de oven: Bakken in de frituurolie: Bakken in een pan: Bakken op de barbecue: ……………………………………..: ……………………………………….:
Is het een moeilijk gerecht om te maken? Kunnen kinderen dit ook maken?
Bedank de kok voor het interview!
14
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. DINSDAG (in te vullen op woensdagochtend) Kruis aan wat jij deed op dinsdag avond. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes. Eten Welke fruit en groenten at ik gisteren? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo
15
Spelen
Moderne dans Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
16
Naschoolse opvang Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
17
18
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. WOENSDAG (in te vullen op donderdagochtend) Kruis aan wat jij deed op woensdag namiddag en avond. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes. Eten Welke fruit en groenten at ik gisteren? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo
19
Spelen
Moderne dans Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
20
Naschoolse opvang Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
21
22
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. DONDERDAG (in te vullen op vrijdagochtend) Kruis aan wat jij deed op donderdag avond. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes. Eten Welke fruit en groenten at ik gisteren? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo
23
Spelen
Moderne dans Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
24
Naschoolse opvang Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
25
26
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. VRIJDAG (in te vullen op maandagochtend) Kruis aan wat jij deed op vrijdag avond. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes. Eten Welke fruit en groenten at ik vrijdag? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo Moderne dans
27
Spelen
Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
Naschoolse opvang
28
Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
29
30
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. ZATERDAG (in te vullen op maandagochtend) Kruis aan wat jij deed op zaterdag. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes Eten Welke fruit en groenten at ik op zaterdag? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo Moderne dans
31
Spelen
Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
Naschoolse opvang
32
Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
33
34
Klas:……………………………………………………………School:…………………………………………………………………………………………………………. ZONDAG (in te vullen op maandagochtend) Kruis aan wat jij deed op zondag. Je mag meer dan één ding aankruisen, als je meer dan één ding deed. Als er staat, moet je in het volgende blokje ook één of verschillende dingen aankruisen. Als jouw ding er niet tussenstaat, moet je het zelf invullen op de stippellijntjes. Eten Welke fruit en groenten at ik gisteren? ’s Morgens: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………......................................................................................................................................................................................... ’s Middags: .............................................................................................................................................................................. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ’s Avonds: …..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Koken Niets Huiswerk Hoe lang werk je hier aan? ……………………………………………………………………………………………….
Hoe laat ga je slapen? ……………………………………………………………………………………………………… Op broer of zus letten Thuis helpen Koken Wassen en poetsen ….. Sport Voetbal Fietsen Volksdans Ponyrijden Wandelen Skaten Karate Touwtje springen Basketten Bewegingsschool Judo Moderne dans
35
Spelen
Volleybal Petanque Dansen Jiu Jitsu Voetballen Hedendaagse dans Hip hop Atletiek Zwemmen Anderen: …………………………… Buiten Tuin
Straat
Park
Speeltuin
Binnen
Computerspel
Speelgoed
Gezelschapsspel
Tekenen
Knutselen Op bezoek Lezen
Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden Alleen Met familie Met vrienden
Op bezoek gaan Bezoek krijgen Boek Tijdschrift Strip I-pad
Naschoolse opvang
36
Extra les
Bibliotheekbezoek Muziek maken
Jeugdbeweging
Bijlessen Godsdienstlessen Koranles Arabische lessen Chinese lessen Poolse lessen Turkse lessen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Thuis Muziekles Fanfare Harmonie Chiro Scouts en gidsen KSJ
Tv kijken Therapie
Logopedie Kinesitherapie Rekentherapeut Psycholoog …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………. ……………………………. ……………………………. ……………………………
37
38
Tekening van de buurt
I.
Doelstelling
A. In het kader van brede school Een beeld krijgen van hoeveel en wat de kinderen kennen in de buurt van hun thuis en van de school. Een beeld krijgen van het sociale netwerk van kinderen en gezinnen.
B. In het kader van het leerplan In te vullen met de pbd en de schoolhoofden.
C. In het kader van bekendheid van de leerkracht met de situatie van de kinderen De leerkrachten zijn meer op de hoogte van de thuissituatie en de kennis die de kinderen over de wereld om hen heen hebben.
II.
Instructie
Vanaf de tweede graad. Neem het juiste aantal A3 papieren met ‘ik’ in het midden en een tekening van een huis en een school errond. Deel ze uit aan de kinderen. Leg uit dat het huis hun thuis is. De school wil kijken wat de kinderen in de buurt van hun thuis kennen. Kennen jullie volwassenen, of vrienden of vriendinnen, of familie, of buurthuizen, of speelpleintjes, of organisaties, clubs, winkels …. in de buurt van de school of van jouw thuis? Waar gaan jullie soms heen in de buurt, ’s avonds of in het weekend? Teken wat je kent en schrijf erbij wat het is dat je tekent. Het kunnen mensen zijn die je kent, of een gebouw waar je soms iets gaat doen, of een vereniging. Teken maar raak en vraag de juf of meester om te helpen als je iets niet weet. Als je niet wil tekenen, kan je ook dingen opschrijven in een woordspin rond de tekening van je huis.
39
Probeer te tekenen wat je zelf weet. Als je maar weinig tekent is het ook goed. Het gaat erom om te tekenen wat je kent in de buurt van thuis.
40
III.
Materiaal
IK
SCHOOL:……………………………………………………………………..en KLAS…………………………………………………………
41
42
Vragenlijst
I.
Doelstellingen
A. In het kader van brede school: Een beeld krijgen van het welbevinden van de kinderen thuis en op school, en welke factoren hierin spelen. Een beeld krijgen van de activiteiten die de kinderen graag zouden doen op school en na school. Een beeld krijgen over de maaltijden die kinderen thuis eten.
B. In het kader van het leerplan: In te vullen met directie en de pbd.
C. In het kader van bekendheid van de leerkracht met de situatie van de kinderen: De leerkrachten zijn beter op de hoogte over het welbevinden van het kind en over de activiteiten die de kinderen leuk vinden.
II.
Instructies
A. Voor de leerkracht De tekeningenlijst (3de kleuterklas) of de vragenlijst (lagere school) worden met de kinderen ingevuld na een woordje uitleg. De antwoorden van de kinderen van de kleuterklas worden niet verder bevraagd. Van de andere graden worden sommige vragen na het individueel invullen wel verder bevraagd in een stellingenspel. Elk kind vult alleen zijn vragenlijst in. De leerkracht circuleert tussen de kinderen om te helpen. Eventueel kunnen zorgleerkracht of anderen worden ingezet voor assistentie. Geef geen voorbeelden, zodat de kinderen niet beïnvloed worden in hun antwoorden. Bij ‘sporten’, ‘spelen’ en ‘dansen’ is ruimte om in te vullen om welke sporten, spelen en dansen het gaat. Dit is belangrijke informatie om specifieke verenigingen aan te spreken. Spoor de kinderen aan om dit in te vullen.
43
B. Voor de kinderen kleuterklassen De school wil graag weten wat jij graag doet. Daarom gaan we samen naar tekeningen kijken. Deel deze tekeningen uit. Op het bord zie je ook de tekeningen in het groot hangen (A0 kopies per school). Wat zie je staan op het grote papier? Bespreek met de leerlingen de activiteiten die op het blad staan. Kan je nu een cirkel tekenen rond de activiteiten die jij echt heel leuk vindt om te doen. En kan je doorstrepen wat je niet graag doet. Hoe doen we dat: een cirkel tekenen rond iets? Doe het voor op het A0 papier En hoe doe je dat, een streep trekken door een tekening? Doe het voor op het A0 papier. Nu kan jij op jouw tekening een cirkel tekenen rond wat je echt leuk vindt. Doorkruis of doorstreep wat je helemaal niet graag doet. Je kan de juf roepen als je het niet goed meer weet.
1e, 2e en 3e graad Zoals jullie weten, willen we deze week de kinderen op school wat beter leren kennen. We hebben al een dagboek ingevuld (voor de tweede en derde graad) en we hebben al een tekening van de buurt gemaakt. Nu komt het laatste deel. We willen graag weten hoe de kinderen zich voelen op school en welke activiteiten zij graag doen. Daarom hebben we een echte vragenlijst gemaakt. Kennen jullie dat, een vragenlijst? Neem het A0-formulier om te laten zien aan de kinderen. Toon de vragen en het vakje waar je waar of niet waar kan invullen. Een liniaal of kaartje kan handig zijn om de rij bij te houden. Er staan vragen in of je je goed voelt op school, op de speelplaats, na schooltijd met allerlei activiteiten, met je huiswerk … . Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het gaat erom jouw mening te geven door kruisjes te zetten bij ‘waar’ of ‘niet waar’ en bij ‘ja’ of nee. Je hoeft je er niets van aan te trekken wat andere mensen hier van zouden vinden. De leerkrachten lezen achteraf niet wie wat geantwoord heeft. Je hoeft je naam niet op het blad te schrijven, maar wel de school en de klas. Als je klaar bent mag je het papier in de doos steken.
44
Er staan ook vragen in over de activiteiten die je graag doet, zoals computer spelen, lezen, dansen…. Daarbij mag je aanduiden wat je leuk vindt om vaker te doen dan je nu al doet. Bij sommige activiteiten is er plaats om zelf iets bij te schrijven. Bijvoorbeeld als je graag sport, of danst, of graag spelletjes speelt, kan je invullen wat voor sport, of wat voor dans, of wat voor spelletjes. Die vragenlijst gaat elke leerling apart invullen. De leerkracht(en) kan je roepen als je het niet begrijpt. Schrijf de klas en de school bovenaan het blad.
III.
Materiaal
Vragenlijst met tekeningen Vragenlijst Doos voor vragenlijsten: 4 per deelnemende school A-0 formulier voor vragenlijst introductie A-0 blad met tekeningen introductie
45
46
SCHOOL……………………………………………………………… en KLAS……………………………………………………………….. kleuterklassen
47
48
SCHOOL………………………………………………………………………………..en KLAS………………………………………………… 1e, 2de en 3de graad Opdracht: Zet een kruisje onder ‘niet waar’ als je niet akkoord bent. Zet een kruisje onder ‘waar’ als je akkoord bent. Gebruik een lineaal of recht stuk papier om te volgen op je blad. WAAR
NIET WAAR
Me goed voelen op school 1. Als ik de baas was van de school zou ik veel dingen veranderen*. 2. Kinderen maken vaak ruzie op school. 3. Soms ben ik bang op school. 4. Op school zorgen ze goed voor mij. 5. Ik voel me vaak eenzaam op school. 6. Als ik ergens mee zit, kunnen ze me op school goed helpen. 7. Ik ben liever thuis dan op school. 8. Ik voel me goed op school. 9. Er zijn veel leuke kinderen op school*. 10. Ik vind dat er op school goed naar mij geluisterd wordt. 11. Er zijn te veel kinderen in de klas. 12. Er zijn te veel kinderen op de speelplaats. Activiteiten op school 13. Ik kan leuke dingen doen op school.* 14. Via de school leer ik nieuwe leuke dingen ontdekken. 15. Ik verveel me vaak op school. 16. Er wordt op school veel rekening gehouden met wat ik wil. 17. Ik kan bijna alles doen wat ik leuk vind op school. 18. Ik zou willen dat er meer te doen was op school. Activiteiten na de schooluren op school 19. Na de schooluren blijf ik het liefst op school. 20. Ik weet niet goed wat ik na de schooluren op school kan doen. 21. Na de schooluren kan ik leuke dingen doen op school.*
49
Veiligheid in de buurt 22. Ik kom met de auto naar school. 23. De weg van en naar de school is veilig. Activiteiten thuis 24. In mijn vrije tijd doe ik dingen die ik leuk vind. 25. Ik heb te veel te doen na school. 26. Ik weet niet goed wat ik na de schooluren thuis kan doen. 27. Ik kan leuke dingen doen thuis. 28. Ik heb veel plaats om te rennen en te springen thuis of in de buurt van mijn huis.* Ouders op school 29. Mijn ouders komen vaak op school*. 30. Ik vind het leuk dat mijn ouders op school komen.* Huiswerk 31. Ik heb thuis een rustige plek om mijn huiswerk te maken. 32. Ik kan thuis iemand om hulp vragen bij het maken van mijn huiswerk. 33. Huiswerk maken lukt me goed.* 34. Ik heb internet thuis. 35. Ik blijf in de huiswerkstudie. 36. Ik heb te veel huiswerk.
50
Zet een kruisje onder ‘ja’ als je die activiteit vaker zou willen doen na schooltijd. Zet een kruisje onder ‘nee’ als je die activiteit zeker niet vaker wil doen na schooltijd. Vul aan als je een kruisje zet bij SPORTEN, SPELEN, JEUGDBEWEGING en DANSEN. Dan vul je in welke sport, welk spel of welke dans.
Ik zou na de lesuren meer willen… JA
NEE WELKE?
Sporten VUL OOK VERDER AAN Huiswerk maken Boeken lezen Zingen en muziek maken Computeren Televisie/films kijken Spelen VUL OOK VERDER AAN Niets doen Buiten spelen Dansen VUL OOK VERDER AAN Jeugdbeweging (Chiro, KSJ, Scouts) VUL OOK VERDER AAN Speelplein Naar de bibliotheek gaan Tekenen en knutselen ……………………………………………… ………………………………………
51
52
Stellingenspel
I.
Doelstellingen
A. In het kader van brede school: Het verder doorvragen op de antwoorden die kinderen gaven op de stellingen van de vragenlijst. Het meer bekend worden met het welzijn van de kinderen. B. In het kader van het leerplan: In te vullen met de directie en de pbd. C. In het kader van bekendheid van de leerkracht met de situatie van de kinderen: De leerkrachten onderzoeken het welzijn van de kinderen in de klas, op school en in de buurt. De leerkrachten zijn meer op de hoogte van de activiteiten die de individuele kinderen in de klas graag ondernemen. Hierop kan verder ingegaan worden met een project rond talenten indien gewenst.
II.
Instructies
A. Voor de leerkrachten Een aantal vragen worden nu in groep besproken. De vragen zijn ook voorgekomen in de vragenlijsten en geven je de kansen dieper in te gaan op wat bij de kinderen speelt.
Het klaslokaal wordt ingedeeld in twee vakken: een vak voor WAAR en een vak voor NIET WAAR. Nogmaals worden sommige stellingen aan de kinderen voorgelegd. De kinderen moeten in het vak van hun keuze gaan staan. Aan de kinderen wordt een aantal aanvullende vragen gesteld: Waarom hebben ze dat antwoord gegeven? Wat bedoelen ze hiermee? Het kan zijn dat kinderen niet in hetzelfde vak gaan staan als zij op de vragenlijst hebben ingevuld. Dit is niet erg. Het gaat in dit geval niet om het antwoord op de stellingen maar om hun argumentatie erachter. Het stellingenspel is een middel om de kinderen uitspraken te ontlokken.
53
Vraag eventueel aan een zorgleerkracht om notities te nemen tijdens het stellingenspel. Dit in het geval je zelf niet wil noteren, maar de aandacht bij de groepsinteractie wil houden.
B. Voor de kinderen Nu gaan we sommige vragen uit de vragenlijsten opnieuw stellen en er een beetje over praten. We zullen nu ons in twee groepen verdelen. Ik ga sommige dingen opnieuw voorlezen. Dan gaan we ons in twee groepen verdelen: Diegenen die iets waar vinden en diegenen die iets niet waar vinden. Daarna gaan we aan de groepen vragen waarom ze iets waar of niet waar vinden. Er zijn geen juiste of foute antwoorden. Alles is juist, als het maar jouw eigen mening is. Je ziet aan de twee kanten van de klas een papier hangen. Daar hangt een papier met ‘WAAR’ en daar hangt een papier met ‘NIET WAAR’. …. , lees eens even de eerste vraag? (duid een leerling aan) Wie vindt dat dit waar is? Jullie gaan daar staan, bij het blad met WAAR op. De andere kinderen die niet vinden dat dit WAAR is, gaan bij het blad NIET WAAR staan. Er zijn geen juiste of foute antwoorden. Waarom vinden de leerlingen die bij WAAR staan, dat dit WAAR is? … , kan jij zeggen waarom dat jij dit waar vindt? … Wie vindt dat nog? … Heeft iemand een andere reden? ……….. En nog een andere reden? …………………. Daarna wordt hetzelfde gedaan met de leerlingen die bij NIET WAAR staan.
III.
Materiaal
Notitiebladen voor de leerkracht. Twee A1-bladen met WAAR en NIET WAAR. A0 blad met de stelling-vragen. A4 blad met stelling-vragen voor de leerkracht.
54
SCHOOL ………………………………………………………………en KLAS…………………………………………………...
Notitieblad voor de leerkrachten voor 2de en 3de graad.
WAAR Als ik de baas was van de school, dan zou ik veel veranderen. Bijvragen: Wat willen jullie dan veranderen? Hoe zou je dat doen?
(bevestig de pagina’s aan elkaar met een nietje!)
NIET WAAR
Er zitten veel leuke kinderen op school. Bijvragen: Doen jullie leuke dingen samen? Wat zou je samen nog meer willen doen? Wat zou nog leuker zijn dan nu? Pas op: Zorg dat leerlingen niet specifieke andere leerlingen bestempelen. Zeg dit vooraf bij deze vraag.
Ik kan leuke dingen doen op school. Bijvragen: Wat vind je leuk op school? Wat zou je nog leuker vinden van activiteiten?
Ik kan leuke dingen doen na schooltijd. Bijvragen: Wat zou je nog willen doen na schooltijd?
Ik heb veel plaats om te rennen en te springen na schooltijd. Bijvragen: Leg uit.
Ik vind het fijn als mijn ouders op school komen. Bijvragen: Leg uit. Wanneer vind je het fijn als je ouders op school komen. Wanneer vind je het niet fijn?
Huiswerk maken lukt me goed. Bijvragen: Leg uit. Denk aan “rustige plaats”, “iemand die meer uitleg geeft”, ”ik wil spelen” …. Pas op: duw kinderen waarvan je weet dat het huiswerk moeilijk gaat, niet zelf in een vak. Laat ze het zelf zeggen en bevestig noch ontken. Laat ze de vrijheid om zelf te reflecteren op hun ervaring.
Impressieblad leerkrachten
Wat is jouw indruk na het bevragen van de kinderen? Op welk vlak hebben kinderen meer ondersteuning nodig? Denk daarbij aan de veiligheid van de kinderen (zoals ze die zelf ervaren), de gezondheid (eten ze gezond en bewegen ze genoeg), de talenten en het spelplezier, en de maatschappelijke participatie van kinderen (kennen ze de buurt, …)?
62
63