Dag 1 Dit nieuwe avontuur begint om 05.00 uur, want dan moet ik opstaan om op tijd het vliegtuig in Brussel te halen. Dit avontuur ga ik overigens ook alleen beginnen. Voor mijn opleiding tot Physician Assistant Anesthesiologie moet ik nog 1 stage doen en die gaat over moeders en kinderen. En wat is leuker dan om dat in Afrika te doen? Door een fantastische samenwerking met de Hogeschool Rotterdam, Lion Heart Foundation, Erasmus MC Rotterdam en het Magbenteh Community Hospital ga ik vandaag toch echt op reis, alleen zonder de back-up van Ton (anesthesioloog), “mijn” steun en toeverlaat. Na het gebruikelijke ritueel van dieren en andere aanverwante artikelen goed te hebben achter gelaten gaan we (mijn broer en ik) rond 06.15 richting Brussel. Gelukkig onderweg geen files, dus we staan anderhalf uur later bij de Kiss & Ride op Zavetem. Inchecken was ook al geen probleem, dus het moest niet gekker worden, dacht ik zo. Ik had slechts 700 gram overgewicht en gezien het aantal spullen wat ik bij me had, viel dat alles mee. Nu heb ik het niet over mijn “handbagage”, want dat waren 2 rugzakken volgepropt. Op het laatste moment zou ik 3 kilo insuline (verpakt in 1 pakketje) meenemen voor iemand uit Sneek. Nou prima, totdat afgelopen woensdag de koerier voor me staat met VIER pakketjes, die in totaal bijna 8 kilo wegen. Ik was daar niet zo heel blij mee, dat begrijpen jullie. Uiteindelijk dus een heleboel spullen van mij in de handbagage (lees 2 rugzakken vol) en de insuline in de koffers. De weg naar de gate is wel lang, en met 1 rugzak op de rug en 1 op de buik lijkt het wel de vierdaagse. Daar aangekomen, ben ik één van de weinige blanken aan boord. Trouwens, de hele vleugel waar ik nu ben, zijn allemaal vliegtuigen die naar Afrika gaan. Een nog vreemdere eend in de bijt is een Aziatisch koppel, dat verwacht je ook niet zo 1-2-3 op deze vlucht. Ook het vliegtuig vertrekt op tijd en ik kan alvast zeggen hulde aan Brussels Airlines!!!!!Wat een verademing is dat zèg! Aardig personeel, lekker eten, je hoeft niets bij te betalen, alcoholische drankjes zijn gratis, ijsje toe, ruime stoelen, alleen de film moet je met de rest van de passagiers delen. Zelfs de tussenstop in Gambia verdient de aandacht, aangezien de piloot, op een landingsbaan met aquaplanning, het vliegtuig zonder hupsen en bupsen aan de grond zette (in Freetown ook overigens). In Gambia wordt er getankt en hop, door naar Sierra Leone. Een half uur vroeger dan gepland landen we op de airport en al snel komen de koffers. Er staat altijd wel iemand om te helpen. Dit moet je natuurlijk ook betalen, maar ach, met twee koffers en 2x handbagage en warm weer met een hoge luchtvochtigheid, heb ik dit er graag voor over. De man die mij helpt, vertelt mij dat er een chauffeur buiten voor mij staat, dus ik ben helemaal opgelucht. Dit kan niet meer misgaan…..dacht ik. De douane ben ik zo door, ik hoef gelukkig niets open te maken en samen met mijn “hulpje” loop ik naar buiten. Zoals gewoonlijk kom ik in een kakofonie van geluiden en een heeeeeleboel donkere mensen, maar mijn “driver” zie ik nergens. Nog geen probleem, dacht ik, want ze lijken hier allemaal op elkaar. Naarmate het steeds rustiger wordt op de luchthaven, word ik steeds onrustiger. Gelukkig was ik zo slim geweest om Erdi haar telefoonnummer te vragen, dus belt “mijn hulpje” haar op. Zij bleek niet zo 1-2-3 het telefoonnummer van John (the driver) te hebben. Dat gaat ze opzoeken, dus even over 5 minuten
terugbellen. Bij het terugbellen blijkt “mijn hulpje” geen tegoed meer te hebben. Fijn, hij eerst opgewaardeerd en toen Erdi weer terug bellen. Nummer van John gekregen en die bleek dus al vertrokken te zijn. Hij was mij gewoon vergeten!!!! Sta ik daar, als enige “Opoto” tussen allemaal opdringerige Afrikanen. Natuurlijk maakt John linksomkeert en komt mij halen. Hij heeft drie Amerikaanse studenten bij zich die hem hadden verteld dat ze met z’n vieren zouden komen, maar dat één van hen de vlucht had gemist, dus zijn ze maar met z’n drieën. Op basis van dat verhaal, was John dus gaan rijden. Geen gekke gedachte. Door deze vertraging, konden we niet mee met de ferry, want die ging niet meer. Trouwe DD fans weten dat de oversteek met de ferry een avontuur op zich is. Ik had in Nederland al gehoord van Fred (zie eerste alinea) dat de “Nieuwe Weg” wel klaar was, dus ik maakte mij niet zoveel zorgen. Nou….de nieuwe weg is niet klaar!!! 2-en-een-half-uur over een hobbel de bobbel “dirtroad” en het werd al donker. Uit eindelijk was het dus pikke donker en kwamen we achter twee vrachtwagens te zitten, waarvan de achterste geen licht had. Inhalen was geen optie met al die dichte begroeiing langs de weg, dus het schoot echt niet op. En ik maar tegen die Amerikanen vertellen dat het wel goed ging komen . Na deze twee-en-een-half-uur EINDELIJK de asfalt weg!!!! JIPPIE!!!! Nu had ik de tijd om mijn nieren terug te vinden en weer op hun plek te zetten. Voor wie nog niet weet waar de term “wandelende nieren” vandaan komt…Ga eens lekker naar Afrika!!!!! Als snel kwam ik er achter dat ik te vroeg had gejuicht, want ineens moeten we weer van de hoofdweg af, een stuk “dirt road” pakken. Omleiding…..NEEEEEEEEE!!!! Toen we na een kwartiertje weer de hoofdroute te pakken hadden, begon ik weer te hopen, maar die hoop werd al snel de kop ingedrukt door de hemel die open brak met regen. Echt, we konden nog geen 50 meter voor ons zien. A. door de hevige regen val en B. doordat de ruitenwisserbladen zo slecht waren, dat die de troep op de ruit niet meenamen. Na 4 uur kwamen we dodelijk vermoeid aan in Makeni. Die Amerikanen waren er nog slechter aan toe dan ik, omdat zij ook nog eens de grote plas waren overgestoken. We werden hartelijk verwelkomd door Erdi, die expres de generator langer had laten draaien voor licht, water etc. Ik ben direct m’n bed in gedoken, heb me nog een kwartier aan een blaffende hond geërgerd (als hij me maar niet gaat bijten) en ben toen in diepe slaap gevallen.
Dag 2 Vanmorgen word ik wakker in het donker. Ik doe mijn “handtest” waarbij ik ongeveer mijn hand 10 cm voor mijn gezicht hou en als ik ‘m dan nog niet kan zien, is het voor 06.00 uur. Na op de tast gezocht te hebben naar mijn horloge, blijkt dit te kloppen, het is 05.00 uur. Dus dan maar even omdraaien en verder slapen. Rond half 7 ga ik douchen en ow wat heb ik dat koude water (vooral bij het wassen van mijn haar) toch zo NIET gemist. Nou ja, ik zal het de komende 4 weken mee moeten doen, dus tanden op elkaar
en gaan! Het frist wel lekker op en al zou ik me niet afdrogen, binnen 3 minuten ben je toch weer droog. Rond een uur of half 8 ga ik David (de kabouter) maar eens verrassen. Erdi heeft aan niemand verteld dat ik zou komen, dus het zal mij benieuwen hoe ze gaan reageren. Zoals gewoonlijk is David in zijn keukentje bezig en ik wens hem goedemorgen. David kijkt me met grote ogen aan en valt mij om m’n middel, de schat, zo klein is tie. De eerste 10 minuten is hij niet van mij af te slaan, want “Kris is back”. Hij vertelt enthousiast dat hij nog steeds kookt uit een Engelstalig kookboekje, wat ik 5 jaar geleden voor ‘m heb gekocht. Als hij eindelijk bedaard is, gaat hij weer aan het werk, want het ontbijt moet op tafel. We ontbijten met z’n achten, 5 Amerikanen (er waren er al 2 hier), allen student, maar niet allen medisch. 1 Duitse jongedame van de fysiotherapie (haar naam vergeet ik steeds) en 2 Hollanders om het stel compleet te maken (lees: Erdi en ik). Het brood hier is echt fantastisch, dus ik vraag David of hij de komende tijd extra broden voor mij mee wil nemen. Ze zijn gemaakt in de vorm van een lange pistolet, met de lengte van een half stokbrood, alleen dan een zachte korst. Vanuit Nederland had ik pindakaas en hagelslag meegenomen, dus Erdi valt hier gelijk op aan. Na het ontbijt gaan we naar de overdracht. Hier zal Erdi mij (opnieuw) introduceren. Tijdens de overdracht komen de verschillende verpleegafdelingen aan bod. De zwangere vrouw, de mannen, afdeling gynaecologie, en natuurlijk de kinderen. De casus die eruit springt is een dame die een myoom heeft laten verwijderen van 7 kilo!!!! In Nederland is dat het gewicht van een tweeling, hier is dat het gewicht van een vierling!!! Aangezien het myoom ook aan andere structuren vast zat is, waaronder het “buisje” wat tussen de nier en blaas zit, is deze helaas ook gesneuveld. De artsen ( Erdi en ABD (lees Ee Bi Di) hebben het kunnen repareren en de dame in kwestie heeft nu twee catheters, 1 in het buisje en 1 in de blaas. Beide catheters produceren gelukkig urine, zodat we weten dat beide nieren het doen. Verder zat ze rond de 3 liter bloedverlies en ook dat is een probleem, omdat bloed hier niet zo 1-2-3 voorradig is. Conclusie van de overdracht was, dat mevrouw het naar omstandigheden prima doet. De volgende die ik ga verrassen na de overdracht is Bendu, de anesthesie assistent alhier. Als hij mij ziet, is hij als door de bliksem getroffen en daarna krijg ik een BIG HUG van hem. Hij is erg blij dat ik terug ben en staat constant te springen van blijdschap voor mijn neus. Ik heb wat medische spullen meegenomen en lever die gelijk bij hem af, zodat mij ene koffer ineens een 10 kilo lichter is. De volgende van het operatieteam kom ik tegen bij de afdeling “opname” en dat is Kaddy de operatieassistent. Ook hier hetzelfde ritueel en de patiënten kijken het schouwspel met een beetje vreemde ogen aan. Een “local” die blij is om een “opoto” te zien. Het moet niet gekker worden. Kaddy is gelukkig niet ziek, maar haar dochter wel, “dus” heeft ze haar maar meegenomen naar het werk. Na de nodige medicijnen wordt ze in de voorbereidingsruimte van de OK op een bed gelegd en daar verblijft ze heel de dag. Ik zie het al voor me in Nederland, dat je je zieke kind mee naar het werk neemt en daar dan ook nog de hele dag verblijft…. Verder heb ik nog een ronde met Erdi meegelopen op de kinderafdeling. De meeste kinderen liggen daar in bed met de moeder en dan delen ze ook nog een ziekenhuis bed, dus vier personen in 1 bed. De meeste kinderen hebben malaria. Ik ga het de komende weken allemaal zien.
De rest van de dag heb ik een beetje geacclimatiseerd op het terrein van het ziekenhuis rondgelopen. Er is toch wel veel veranderd en gelukkig in het voordeel. Daar ga ik het de komende weken allemaal over hebben. In de namiddag gaan we met z’n allen de stad in en ook hier zijn er veel dingen veranderd. Wow wat is het druk en wat is er een mooie weg naar het centrum van de stad. Een echte asfalt weg!!!! Geen hobbels en bobbels meer! We gaan eerst naar The Money Man die mijn euro’s en de Amerikaanse dollars omwisselt voor Leones, de munteenheid van Sierra Leone. Ik ben in 1 klap Miljonair, hahahaha. Daarna snel de Leones weer uitgeven aan vooral water, want dat drink ik hier uit flessen, dat vind ik wel zo veilig. David zet een prima avondmaal op tafel, wat bestaat uit (natuurlijk) rijst, vlees, salade en een soort “frietjes”. ’s Avonds kijk ik nog met een half oog mee naar een film (The King’s Speech) en doe verwoede pogingen om de mail te verzenden. Ik weet niet of het is gelukt, maar dat ga ik vanzelf merken. Dag 3 Vannacht werd ik wakker van een oorverdovende regenbui!!! Wow, zoveel regen heb ik nog nooit horen vallen. Daardoor is het wel een stuk koeler (lees: aangenamer) op mijn kamer. Rond een uur of half 7 sta ik, na een kleine worsteling met m’n klamboe, weer naast m’n bed. Na het ritueel met de koude douche, ga ik proberen of het internet ’s ochtends beter werkt, en dat blijkt ook zo te zijn. Rond een uur of 7 komt David met de boodschappen en hij heeft 2 broden extra voor mij meegenomen, de schat. Als iedereen aan het ontbijt zit, komen er nog wat regenbuien voorbij en ontstaat het idee om een dagje naar Yele te gaan, ongeveer anderhalf uur rijden, waarvan een half uur asfalt en 1 uur dirtroad met hier en daar hele diepe kuilen, inclusief het water wat met bakken uit de hemel komt vallen. 1e stop is bij de supermarkt, om wat inkopen te doen voor Maria, omdat we daar ook zullen lunchen. Bij de ingang van de supermarkt staat iemand met een paraplu, omdat de drie stappen vanuit de auto naar de supermarkt voldoende is om volledig verzopen te zijn. Na de inkopen, op naar Yele en hoe dichter we bij Yele komen, hoe droger het wordt. In Yele zie ik twee oude bekenden, Maria en Don. Don runt nu de palmolie fabriek en we krijgen een rondleiding door iemand van het personeel. Het is verbazingwekkend wat Lion Heart hier allemaal voor elkaar heeft gekregen. Wat de palmolie betreft lijken de mogelijkheden eindeloos, maar de lokale bevolking (lees: boeren) kan niet zo goed het enthousiasme van de Nederlanders volgen. Niet zo gek, want de meeste mensen hebben niet eens de lagere school afgemaakt. Ook het feit dat je de ene keer meer krijgt voor je waar dan de andere keer, omdat de prijs van de olie ook daalt en stijgt, gaat bij de meeste mensen er niet in. Ze willen of dezelfde prijs krijgen of meer, maar niet minder, dat “begrijpen” ze dan weer wel. Alles draait om geld. Na de rondleiding gaan we naar Maria, die een heerlijke lunch heeft gemaakt voor ongeveer 12 mensen. Ongelooflijk wat ze allemaal uit dat kleine keukentje tovert. Op het terras kijken we uit over de rivier waar vele vrouwen en kinderen de was doen. Het blijft een fascinerend schouwspel.
Na de lunch gaan we naar het nieuwe ziekenhuis, wat Maria heeft ingericht. In eerste instantie zou ik voor mijn stage naar dit ziekenhuis gaan, maar aangezien het nog niet klaar was, er geen stroom was en ook geen arts om mij te begeleiden, ben ik naar Magbenteh uitgeweken. Het ziekenhuisje (slechts 1 gebouw) ziet er prachtig uit. Het is een zelfde soort ziekenhuis als waar ik nu ben alleen veel kleiner. Aan ruimte is hier geen gebrek, dus dit ziekenhuis kan net zo groot worden als Magbenteh. Na dit bezoekje en de enthousiaste verhalen van Maria, is er nog tijd voor een wandeling, voor we terug gaan naar Makeni. Met het weer, wat hier zomaar om kan slaan, is het beter om voor het donker thuis te zijn. Maria geeft als tip om even met de ferry de rivier over te steken….. Hoor ik daar het woord ferry?!?!?!?! Ik ken alleen de ferry die tussen Lungi en Freetown gaat en dat is al een belevenis op zich. Na vijf minuten lopen komen we bij de rivier aan en ik weet niet wat ik zie. En drijvend gevaarte van hout en verbonden aan twee dikke stalen “draden”. Degene op The Ferry moet de boot dus vooruit trekken aan een stalen draad. De tweede draad zorgt ervoor dat de boot (tis eigenlijk meer een vlot) niet met de sterke stroom van de rivier wordt meegetrokken. Echt onwijs leuk om te zien. Na een half uurtje wachten is de ferry eindelijk aan onze kant en wij stappen met ongeveer 15 mensen op het vlot. Vlak voordat we op het vlot willen stappen, horen we in eens “SNAKE, SNAKE”!! Ineens loopt er iemand met een heel groot kapmes naar de plek waar het lawaai vandaan komt en hakt resoluut de kop van de slang af. Hij blijkt nog giftig te zijn ook. Fijn, ook weer overleefd. Snel naar de overkant dan maar. Aangezien er nu veel mensen zijn we binnen vijf minuten aan de overkant. Wat een belevenis weer. Een half uurtje later komen we bij een klein dorpje aan, waar meteen een klein jongetje opvalt. Hij blijkt vier jaar te zijn en het lijkt erop dat het een dwergje is. Nog nooit gezien en Sierraleoons dwergje. Tis echt een schatje van een knulletje, maar je kan goed zien dat z’n armen en benen niet goed zijn gegroeid. Als snel loopt het hele dorp uit om de Opoto’s te zien. Binnen tien minuten hebben we met z’n allen de grootste lol met een lekke fietsband die van de één naar de ander wordt gerold. Dan wordt het tijd om naar huis te gaan. Eerst een half uurtje terug lopen, met de ferry over (die lag gelukkig aan onze kant), Maria gedag gezegd en hop terug naar Makeni. ’s Avonds gaat iedereen nog Makeni in om “te stappen”, maar ik blijf liever gewoon achter in het ziekenhuis. Lekker m’n foto’s en deze blog geschreven. De generator gaat zo uit (22.00 uur) dus ik ga proberen dit verhaal nog op tijd te verzenden.
Dag 4 Vandaag is het zondag dus we beginnen “slowslow”. Dat is the Afican way to say it. Alles zeggen ze dubbel. Kathrin (de Duitse fysiotherapeute) en ik zijn al vroeg op, maar de Amerikanen hebben nog steeds last van hun jetlag. Ze laten even hun neus zien en gaan dan weer naar bed. Tegen een uur of twaalf is iedereen eindelijk een beetje bij en we besluiten met z’n zevenen (4 Amerikanen, een Française , een Duitse en een Nederlander) “de stad” in te gaan. Aangezien we
geen gebruik mogen maken van de auto (dan moet je minimaal een jaar in dit land werken, schijnt (?!?!?!)) moeten we ieder voor zich met de motortaxi mee. Ik krijg gelijk visioenen van onze patiënt van de vorige missie voor mijn ogen. Een jonge man die met de motortaxi meeging, ongeluk gekregen,, onderbeen op tig plaatsen gebroken en (doordat hij 3 dagen geen medische hulp had, behalve van de plaatselijke medicijnman die aarde in de wond had gegooid, want dat schijnt te helpen…..) uiteindelijk een onderbeens amputatie moest ondergaan. Zeker nu in het regenseizoen is het hartstikke link. Maar ja, als ik toch naar de stad wil, moet het maar. Er is wel een checklist die je af moet werken om te kijken of de motorbestuurder “veilig” is. Hoe is je 1e indruk van de man (vrouwen heb ik het nog niet zien doen), is hij niet dronken, draagt hij een helm (of is dat juist een vrijbrief om harder te rijden?) ziet de motor er goed uit (niet roestig), zitten er spiegels op, doen de lichten het, zitten er knipperlichten op, staat er op de motor ergens “God is Great” of “Mothers permission”, zitten er voetsteuntjes op, en zo kan ik nog wel even doorgaan met m’n lijstje. Terwijl we staan te wachten komt er een taxibusje (soort Mitsubishi H 100) voorbij en vraagt of we meewillen. We moeten 50.000 leones betalen voor 7 personen (5500 leones is 1 euro). Dat doen we dus niet. We willen 10.500 leones betalen en anders gaan we toch met de motor, die ineens vanuit allerlei hoeken en gaten opduiken. De man van de taxi gaat al snel accoord en zo zitten we met z’n allen in het busje, wat van binnen compleet is omgebouwd, op een manier dat er een heeeeeeeeleboel mensen mee kunnen rijden. Vier bankjes, die heel hard zijn en ook nog uit kunnen schuiven. Als je zou willen, kunnen er 20 mensen mee (origineel is de bus gebouwd voor 8 mensen). Aan de bovenkant van de voorruit hangen allemaal foto’s van familieleden, dus ik denk dat we wel goed zitten. De taken zijn goed verdeeld, de ene man rijdt, de andere onderhandelt over de prijs. Onder begeleiding van de muziek van Bob Marley zijn we binnen 5 minuten in het centrum van de stad bij de “clocktower”, vroeger de “Arc de Triomf”. De laatste bestaat niet meer in zijn huidige vorm. De nieuwe “boog”, inclusief een klok, gesponsord door de plaatselijke telefoonaanbieder (Africell, of zoiets) staat compleet in de (houten) steigers. Ze wilden de nieuwe boog klaar hebben voor Independence Day, maar dat hebben ze niet gehaald, dus de dag erna zijn ze maar gestopt met bouwen, hahahahaha! Het eerste wat me opvalt is dat de weg naar het centrum nu geheel is geasfalteerd en het zeker 5x zo druk is dan 4 jaar geleden. Bepaalde winkels zijn weg, er zijn nu banken waar je zowaar geld kan halen en wellicht pinnen. Dat laatste weet ik niet zeker, want het is zondag, dus de bank is gesloten. Maar er zijn gelukkig ook genoeg dingen hetzelfde gebleven, zoals de markt en bepaalde houtbewerkingszaakjes. Hoe goed we ook ons best doen, uiteindelijk raken we elkaar een beetje kwijt. Kan eigenlijk niet want we zijn de enige “opoto’s” in de stad, dus een bezienswaardigheid op zich. Overal waar we gaan is het “Opoto, opoto” Voor degene die het nog niet weten, dit komt van het woord O Porto, een Portugees heeft dit land ontdekt en men vond hem toen de tijd al een blank persoon. De “r” is een beetje uit het woord verdwenen, dus is het nu “Opoto”. Uiteindelijk gaat ieder voor zich een plan trekken, ik struin de stad af met 1 van de Amerikanen en hij heet Grant. Aardige gozer en hij is heel lang, dus bijna niet uit het oog te verliezen. We nemen na twee uur “stadten” allebei tegelijker tijd een motortaxi terug naar “huis”.
Eerst heel m’n lijstje afgewerkt en ik vond iemand die aan 95% van de eisen voldeed, dus vooruit dan maar. Ik vond het doodeng om achterop te zitten, maar gelukkig heeft het vandaag niet zoveel geregend, dus de (asfalt)weg is goed droog. En geen hobbeldebobbel meer. Toch ben ik blij als ik 5 minuten later van dat ding af kan en met twee hele benen naar The Guesthouse (waar we slapen) kan lopen. Grant was ook blij, want hij heeft recentelijk een ernstig motorongeluk gehad, waarvan de littekens nog goed te zien zijn. De avond vul ik met deze blog schrijven en een beetje lezen. Alles “slowslow” want de luchtvochtigheid is “killing” hier. Morgen maar eens aan het werk, het zal mij benieuwen.
Dag 5 Ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen….Ik heb vandaag mijn eerste bevalling bijna geheel zelfstandig gedaan!!!!! GAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAF JOH. Na de overdracht (ik sla de riedel van opstaan en ontbijt van nu af aan over) vraag ik aan Erdi waar ze mij wilt hebben, want er lopen meer studenten rond. Ik mag naar de vrouwen- c.q. kraamafdeling. We zijn nog geen stap binnen of er komt een hoogzwangere dame (tja, wat anders) binnen zetten die al sinds 02.00 die nacht weeën heeft. “Nou”, zegt Erdi, “die is dus voor jou”. Ow, oké en ik tracht koortsachtig de lessen van de opleiding voor me te halen. Ik weet niet of het komt door de hitte of dat ik zó blij was dat ik mijn tentamens voor dit onderdeel had gehaald, maar de informatie wil niet zo 1-2-3 naar boven komen. Dan maar gewoon gezond verstand gebruiken en een goede verloskundige (Mary). Je begint altijd met de openingszin “how die bodie”, of wel, “how is the body” of wel “How are you”. Nou, deze dame had duidelijk weeën en ondanks dat ze al 5 kinderen op de aarde had gezet, leek het er niet echt op dat ze ervaringsdeskundige was. We beginnen met 4 cm ontsluiting en 3 weeën per 10 minuten, dus dat gaat al lekker. Elk half uur tot een uur wordt alles gecontroleerd, natuurlijk ook het kind. We hebben hier niet van die mooie apparaten waarbij we weeën en de hartslag van het kind kunnen meten, dus dat doen we apart. De kracht van de wee meet je door een paar vingertoppen in de buurt van de navel te leggen. Het meten van de hartslag doe je met de voorloper van de huidige stethoscoop. Een soort houten “toeter” die op de buik van de moeder gaat en de andere kant van de toeter gaat tegen mijn oor. 140 slagen per minuut, dus dat is goed. Nee, ik ga niet 60 seconden tellen, zoals zoveel “verpleegkundigen” wel doen. Ik tel 15 seconden en doe dat getal x4. Het personeel alhier krijgt dit rekensommetje (nog steeds) niet voor elkaar. Ik heb het nog geprobeerd om hen te leren het dan 30 seconden te tellen en dan x2 (dat is over het algemeen makkelijker), maar nee, ze blijven stug 60 seconden tellen . Grappig is dat tussendoor, terwijl de dame in kwestie om haar moeder roept, de schoonmaak (mannelijk van geslacht) gewoon binnen komt zetten en de vloer schobt, terwijl er een compleet naakte dame ligt. Hij kijkt niet op of om. Schijnt heel normaal/natuurlijk hier te zijn. De moeder van de hoogzwangere dame vertelt dat ze 12 kinderen heeft gehad, waarvan er 6 zijn overleden aan malaria. Triest. Tegen een uur of twaalf zegt Mary dat het nu wel op gaat schieten, of ik nog een keer wil checken hoever de ontsluiting is. 8 cm, dus nog twee te gaan. Terwijl ik mijn handschoenen uit doe, kijkt
Mary mij bevreemd aan. “Wat doe je nu?!!?”. Eh….nou gewoon m’n handschoenen uit… “Nou, doe maar heeeeeel snel nieuwe aan, want het kind komt eraan!!!!!” Moeder begint ondertussen te gillen en terwijl ik snel in nieuwe handschoenen schiet, komt het hoofdje al naar buiten. Net op tijd om het op te vangen en het gezichtje, wat al snel volgt, schoon te maken. Navelstreng gecontroleerd: niet om de nek. Daarna hoofdje een kwartslag gedraaid en dan die vervelende schoudertjes nog. Op dat moment lijkt de moeder het een beetje op te geven, dus Mary en ik stimuleren de vrouw om te persen. Mary drukt de baby een beetje naar beneden en hopla, daar zijn de schouders en “plop” komt het hele lijfje en een golf van vruchtwater erachter aan. Kindje (tis een meisje) huilt, ademt, beweegt, maximale score. Na het meisje te hebben afgedroogd, hartje geluisterd en te hebben gewogen, wordt ze in de meest kleurrijke doek gelegd, die ik ooit heb gezien. De moeder is ondertussen de nageboorte kwijt, ze wordt “schoongemaakt/afgedroogd” met wat doeken, kleed zich aan en gaat naar haar bed toe en legt het kind aan de borst. Ongelooflijk. Wat een tegenstelling tot de “Westerse wereld”. Ik sta ondertussen nog helemaal te stuiteren van de adrenaline. Heb ik nou ECHT een kind op de wereld gezet?!?!? Eerst maar even lunchen en de zaak laten bezinken. Wat een onwijs gave ervaring is dit zèg!!!! In de loop van de middag loop ik nog een paar keer langs moeder en kind. Ze doen het allebei voortreffelijk. Voor een Afrikaans kind is ze zelfs aan de “dikke” kant, 2825 gram. Da’s best netjes, dacht ik zo. Ondertussen komt er ook een dame met zwangerschapsvergiftiging binnen en op het bed ernaast ligt een hoogzwangere dame met hoge koorts, waarschijnlijk malaria of typhus. De bloeduitslagen zullen het uitwijzen. In de namiddag komen 2 Nederlandse meiden aan uit Freetown. Zij doen hun specialisatie ziekenhuisapotheker hier. Ze slapen bij mij in het huis, dus nu hebben we 2 Dutch Houses. Ik laat hen de omgeving een beetje zien en Erdi neemt hen mee naar het ziekenhuis. David maakt vandaag patat, de schat, handgesneden, dus het zal mij benieuwen hoe het vanavond smaakt. Als we na het eten met z’n allen in de huiskamer zitten en de Nederlandse meiden (Eline en Lisanne) kennis maken met de rest van de internationale groep, komt Erdi rond 19.45 uur binnen met de mededeling: “Ik word gebeld voor een bevalling en of “de andere dokter” kan komen”. Erdi moest even nadenken over deze zin, want zij heeft achterwacht, maar al snel valt het kwartje dat de verpleegkundige MIJ bedoeld. Ik spring op en ga snel naar de plaats “des onheils” er van uitgaande dat Erdi volgt. Binnen 5 minuten sta ik in de verloskamer en de verpleegkundige is opgelucht dat ik er ben. Ik schiet weer in een paar handschoenen, omdat de verpleegkundige het hoofdje staat tegen te houden. WOW, dat gaat snel!!! Terwijl ik in dezelfde positie als ’s ochtends sta, ga de deur weer open en ik ben blij met de gedachte dat Erdi dat is. Niets is minder waar. Als ik opkijk zie ik 1 fysiotherapeut (Kathrin), 1 Française (Clem) en een Amerikaanse student (Annie) geneeskunde in de deuropening. Terwijl het zweet me overal uit de poriën loopt (tis echt bloedje heet binnen), werken mijn hersenen als een razende. “Oké, I can do this” blijf ik tegen mezelf zeggen. Gelukkig voor mij, moeder en kind is de situatie exact hetzelfde als ’s ochtends, dus, hoofdje eruit, droogmaken gezicht, controleer navelstreng, hoofdje draaien. Maar
ja, wat moet ik met die schouders???? Lang geeft moeder mij niet om na te denken, want met een laatste wee, perst ze het hele kind naar buiten. Mijn 3 toeschouwers kijken met grote ogen naar wat ik aan het doen ben. Kathrin maakt als een gek foto’s en ik “beveel” Annie om handschoenen aan te doen, omdat de verpleegkundige met de moeder/nageboorte bezig is. Dan controleren we samen het kind. Score maximaal, alleen een klein beetje vruchtwater in de neus, omdat zij (tis weer een meisje) zo “explosief” ter wereld kwam. Ik vraag aan de meiden of ze voor de zekerheid Erdi even willen halen. In de tussentijd begin ik te beseffen dat ik het nu echt helemaal alleen heb gedaan. Zo Cool!!!!!!!!! Als deze trend zich doorzet, heb ik straks meer bevallingen gedaan dan ruggeprikken, hahahahahahaha. Erdi staat al snel naast me en knikt goedkeurend. Alles goed gedaan. Daarna ga ik douchen en voor het eerst heb ik even geen hekel aan het koude water, want ik drijf ècht m’n kleren uit. Met heel veel voldoening stap ik in bed en val lekker in slaap.
Dag 6 The locals doe er alles aan om te zorgen dat ik mij thuis voel. David zet elke dag een oranje bord voor me klaar met m’n eigen “Hollandse” beker die ik uit Nederland heb meegenomen. Zelfs mijn hoeslaken is oranje. Helemaal leuk!!!!! Vandaag is het operatiedag, dus daar heb ik helemaal zin in, ondanks de constant drukkende warmte die er is. Je kan het vergelijken met de dreiging van een onweersbui na een hete dag in Nederland. Nou, zo voelt het dus. In de OK is het overigens heerlijk koel, want de airco doet het nog steeds. Voor ik naar de OK ga, ga ik natuurlijk eerste naar mijn 2 baby’s van gisteren en ze doen het hartstikke goed. Nu ze zijn opgedroogd hebben ze ook meer kleur gekregen (lees: donkere huidskleur). Ik luister nog even naar hart en longen en ook dat is een zeer geruststellend geluid. We beginnen om 11.00 uur (want dan gaat de stroom aan) met het verwijderen van een prostaat. Ik ga m’n eerste ruggenprik zetten en hij zit in 1 keer goed. Ton zou trots op mij zijn!!!!! ABD is helemaal gelukkig, de patiënt ligt perfect stil en voelt helemaal niets. Ook ik ben helemaal in de zevende hemel. De tweede patiënt heeft een navel breuk, dus dat wordt een anesthesie the African way, met alleen Ketamine (slaapmiddel). Aangezien dit Bendu zijn specialiteit is, laat ik hem alleen achter en loop even met de 1e patiënt mee, om over te dragen. Terug op de OK zie ik een patiënt in ademnood met een zuurstofgehalte van 37% (het hoort boven de 95 te zijn). Ik schiet gelijk weer in mijn adrenalinemodus en zet een kap op het gezicht en ga beademen met de ballon. Voor ik dat wil gaan doen, gaat de dame in kwestie ineens overgeven, dus, hop, hoofd opzij en alles zoveel mogelijk wegzuigen. Na alle troep te hebben weggezogen, zuurstof gegeven en bijbeademd. Na een ong. 30 seconden zit ze gelukkig al richting de 90% (wat ik op dat moment heel acceptabel vind), maar het duurt wel een minuut of vijf voor ik haar echt op 100% heb en kan houden. Pffffff, dat was op het nippertje. Verder loopt het allemaal goed, alleen de patiënt ligt nog lang knock-out van de Ketamine. Ik luister nog goed naar haar longen en hoor dat ze helemaal boven in de longen toch een beetje water heeft binnen gekregen. Ik zeg tegen de zuster op de verpleegafdeling dat ze voorlopig nog
even aan het zuurstof moet, totdat ze goed wakker is. Het liefst hou ik haar de hele nacht aan het zuurstof, maar er is slechts 1 apparaat en die moet van de kinderafdeling worden gehaald. Ik moet dus een beetje schipperen. Daarna komt er nog een klein OK met een Afrikaanse anesthesie en daarna gaan we nog een prostaat verwijderen. Ook de tweede keer zit ik helemaal goed met mijn ruggenprik. De Amerikaanse studenten kijken met grote ogen wat ik allemaal aan het doen ben vandaag…..enneh ik eigenlijk ook wel, HAHAHAHAHAHAHA. I totally ROCK, volgens de Amerikanen. Na de laatste OK ga ik nog even de patiënten langs en ze doen het allemaal goed, dus ik ben helemaal blij. De rest van de namiddag wordt gevuld met de voorbereiding voor het eten want er komen 10 gasten eten. Ik weet niet waar ze ineens allemaal vandaan komen, maar het gezelschap in the Guesthouse wordt steeds internationaler. Engeland, Oostenrijk, Uganda, alle nationaliteiten komen hier voorbij. Daarna lekker naar bed.
Dag 7 Gisteravond laat begon het al een beetje te rommelen hier en dan bedoel ik onweer en niet mijn buik. Het bleef lang bij alleen maar wat lichtflitsen, maar tegen een uur of 4 in de morgen brak de hemel hier echt open. Als ik het op de buienradar had kunnen zien is zelfs de kleur paars niet voldoende om aan te geven hoeveel water hier valt. Zelfs de top van de heuvel, waar the Guesthouse aan de voet staat, is in nevel gehuld. Tijdens het ontbijt en later tijdens de overdracht en de “rondes” van de patiënten konden we elkaar niet verstaan door de hoeveelheid water die op de daken viel of door het gekraak van het onweer. Ik heb zelfs een vermoeden dat de bliksem ergens in de buurt is ingeslagen. In ieder geval niet in het ziekenhuis, want de stroom doet het nog. Tijdens de rondes blijkt dat onze patiënten het goed doen. 1 patiënt (waarbij de prostaat is verwijderd) is nog voor een heroperatie geweest, omdat de verpleging waarschijnlijk te weinig had gespoeld via de catheter. Er zaten vele bloedstolsels voor de tip van de catheter, zodat de urine er niet uit kon en de patiënt dus ook niet kon plassen. De stolsels moesten dus vannacht worden verwijderd. Ik had al een vermoeden dat er iets aan de hand was, want midden in de nacht ging ineens het licht in mijn kamer aan, wat betekent dat de generator aanstaat en dat gebeurt alleen maar als er spoedoperaties zijn. De rest van de dag gaat slow-slow en dat mag ook wel even na de hectiek van de afgelopen dagen. Ik ga maar alvast wat verslagen schrijven voor mijn opleiding, want dat moet, naast de DD’s en het werk, ook nog gedaan worden. Nu zit ik dus heerlijk, oergezellig Nederlander te zijn met een kop thee en een stroopwafel, hier aan te werken. De temperatuur is eindelijk naar een aangename 24 graden gedaald. En terwijl wij Opotos er helemaal van genieten, doen de locals hun dikke jassen aan en mutsen op, omdat bij hun het gevoelsmatige vriespunt ligt op 25 graden en niet bij het nulpunt, zoals bij ons .
Bendu (de anesthesieassistent) heeft mij vandaag m’n tweede injectie gegeven tegen hondsdolheid. Ik zag geen kans om dit voor mijn vertrek te regelen en na een recentelijk avontuur van mijn collega, die op een missie in haar been werd gebeten door een schurfterig hondje, heb ik het vaccin van de TravelClinic meegekregen. Bendu volgt nauwkeurig mijn instructies op en geeft mij de injectie met het vaccin. Zo, weer een beetje meer weerstand. Als ik nl. gebeten zou worden door hond, aap, mens of wat dan ook die besmet is met hondsdolheid (rabiës), moet ik binnen 24 uur behandeld worden en laat er nou in heel Sierra Leone niets te vinden zijn daarvoor. En hoe kom ik binnen 24 uur aan een vliegticket naar Europa om vervolgens een kliniek te vinden die de behandeling kan doen? Dus toen heb ik maar besloten om het vaccin zelf mee te nemen. Tegen een uur of drie in de middag is het dan eindelijk droog en gaan The Dutch girls even naar het centrum van Makeni. Helaas komt er geen busje voorbij zetten, dus we zijn gedwongen weer met de motortaxi mee te gaan. Gelukkig reden die gasten heel rustig. Ik geeft Lizanne en Eline een snelle tour van de stad, er worden wat dingetjes gekocht en gaan daarna snel terug naar huis, voordat het donker wordt. ’s Avonds geeft ABD nog een klinische les over tyfus, wat hier heel veel voorkomt. Een erg leuke en interessante les, maar voor de minder medisch onderlegden wellicht wat moeilijk te volgen. Tegen de tijd dat we klaar zijn met de les, loopt het al tegen negenen, dus nog maar een uurtje stroom en dan maar weer naar bed.
Dag 8 Vandaag alweer een week weg van huis. Waar ik vorige week rond 06.00 uur op weg was naar het vliegveld, sta ik nu naast mijn bed om voor de meiden van de Apotheek een programma te downloaden. Aangezien de meiden een Apple hebben en de Apotheek een computer heeft die onder Windows draait, is het handiger om het op mijn computer te downloaden. Het eerste wat opvalt als ik naar het ziekenhuis loop, is dat de locals hun winterjassen en gebreide mutsen weer hebben opgeborgen, omdat we weer rond de dertig graden zitten . Na de overdracht blijkt dat er nog geen patiënten zijn om te opereren, maar de ervaring leert dat dit elk moment kan veranderen. De patiënten die aan hun prostaat zijn geopereerd doen het hartstikke goed. Ze zitten opgewekt in een stoel naast het bed en eten, tijdens de overdracht, gewoon hun “ontbijt” op (of wat er voor door moet gaan). Als de “rondes” voorbij zijn, komt onze 1e OK patiënt ons al tegemoet. Een oude man die echt “sterft”van de pijn in zijn buik, wordt in een rolstoel voortgeduwd. Snel opnemen, bloed afnemen en dan opereren. De insuline die ik heb meegesleept wordt vandaag opgehaald door een alleraardigste arts, die in een ziekenhuis werkt, 4 uur hier vandaan. De man is erg blij met zo’n grote voorraad en bedankt mij hartelijk. Weer een goede daad gedaan. Ondertussen zijn er ook twee andere patiënten aangemeld. Twee dames, waarvan één haar baarmoeder moet inleveren en de ander een variant van een liesbreuk. Beide krijgen een ruggenprik
en de operaties verlopen lekker vlot. ABD vertelt dat vele vrouwen na hun 50e hun baarmoeder inleveren, omdat men toch wel minimaal 6 kinderen ter wereld brengt, met uitschieters naar de 12. Na de dames komt onze zieke patiënt met zijn “acute buik”, zoals we dat in medische termen noemen. ABD denkt dat het tyfus is, dus kan hij de theorie van gisteren, gelijk in praktijk brengen, inclusief de geur die erbij hoort, die uit de buik komt zetten, als je hem openmaakt. Ik kan je vertellen, die lucht is niet om te harden!!!! Je gaat er echt kokhalzen en acuut op mondademhaling over. Ik zie nogal wat problemen, dus ga snel op zoek naar een beademingstube en een laryngoscoop. Dit laatste apparaatje heeft een lichtje, waarmee ik in de keel kan kijken en zo de beademingsbuis in de luchtpijp kan plaatsen. Terwijl ik driftig heen en weer loop om alles bij elkaar te zoeken, loop ik na een minuut of 10 weer de OK op, met de benodigde spullen. De man is ondertussen rustig op tafel en ik vraag aan Bendu wat hij als aan medicatie heeft gegeven. Bendu kijkt mij niet-begrijpend aan, en vertelt dat hij nog niets heeft gedaan. Dan beseft ABD dat de man is overleden, nog voor we iets hebben gedaan!!!! ABD en ik beginnen nog aan een reanimatiepoging, maar dat geven we al snel op. Ik kijk enigszins verbouwereerd naar de man op de tafel en geef dan officieel aan dat de man is overleden. De man wordt netjes afgedekt en terug naar de mannenafdeling gebracht. Terwijl het bed van de operatieafdeling naar buiten wordt gereden, gaan er direct al een aantal familieleden/vrienden van de man klaagzangen produceren. ’t Blijft indrukwekkend. Heel wat anders dan die nuchtere Hollanders. Als laatste komt er een 4 jarig meisje op tafel met dezelfde klachten als de oude man, dus ik schiet gelijk weer in de adrenalinemodus. Deze wil ik niet verliezen, in ieder geval niet NU! Het meisje krijgt haar medicatie tegen de pijn en om te slapen en ABD zet een mes in haar buik. De diagnose weet ik direct…..tyfus! Kan niet missen!!!! Het meisje lijkt ook te stoppen met ademen en het enige wat Bendu doet is de kaak een beetje optillen. Overigens, wat hij doet is goed, maar niet voldoende!!! Ik zeg tegen Bendu dat ik het overneem en zet een kap met zuurstof op haar gezicht en begin haar voorzichtig bij te blazen. Dat werkt gelukkig vrij snel en dan dient het volgende probleem zich aan, het infuus loopt niet goed, zodat de medicatie niet aankomt in haar lichaam. Ik laat Bendu een nieuw infuus zetten en aansluiten, terwijl ik de ademweg goed in de gaten houd. Na een kwartier (en niet vergeten in een enorme stank lucht) zijn we eindelijk op orde. Het meisje (ze heeft een groot gat in haar darmen) overleeft de OK in ieder geval wel. Morgen zien we verder. Om half vijf loop ik even naar de Guesthouse om een kop thee te drinken. Als ik 1 stap binnen heb gezet breekt de hemel weer open en koelt het weer heerlijk af. De avond vul ik weer met deze blog schrijven en gezellig babbelen met de Nederlandse meiden. Ik mag hopen dat het meisje de volgende morgen haalt. Duimt iedereen mee?!?!?!?!
Dag 9 Als ik rond een uur of 6 wakker wordt van een jammerlijke klaagzang, weet ik hoe laat het is. Niet vanwege de schemer, maar dat het meisje van gisteren het niet heeft gered. Ik baal er van, maar ik weet dat dit maar heel weinig patiënten het redden die tyfus hebben.
Na de overdracht is er altijd nog wel een aankondiging of een voordracht. Gisteren was het onderwerp dat niemand tijdens zijn werk spullen mag verkopen. Na het werk mag dit dan weer wel. Verder moet je netjes gekleed komen en als je naar huis gaat moet je je afmelden bij het hoofd. Bovendien is er een medische bibliotheek, waar van af vandaag iedereen welkom is om boeken te lenen, zodat men weer meer knowhow heeft. De voordacht van vandaag wordt verzorgd door verpleegkundige Mary, waarmee ik mijn eerste bevalling heb gedaan. Zij is naar een college over HIV/AIDS geweest en vertelt nu haar verhaal. Het schijnen vooral de mannen te zijn die zich niet laten testen, omdat die het nut er niet van inzien. De vrouwen doen het wel. Zo langzamerhand begint de Afrikaanse bevolking wel te begrijpen hoe het zit met deze ziekte, hoe je het op kunt lopen en wat je er aan kan doen om het te voorkomen. Vandaag heb ik maar twee patiënten, de Duitse fysiotherapeute Kathrin en de Nederlandse apotheker Lizanne. Kathrin heeft malaria opgelopen en is daar hondsberoerd van. Zij krijgt van mij een infuus en daarna medicatie tegen de misselijkheid en het braken. Lizanne heeft een brandwond aan haar been opgelopen, doordat ze met daar been tegen de uitlaat van een motortaxi kwam. Met wat koelen en wat spullen uit de apotheek van het ziekenhuis, waar de meiden de sleutel van hebben, hebben we de brandwond snel verzorgd. De zon schijnt zelfs even vandaag, dus ik heb een half uurtje hiervan kunnen genieten, zowaar. Verder vul ik de dag met verslagen schrijven en wat boodschappen doen in Makeni. Tijdens het shoppen begin het weer te regenen, dus moest ik met de motortaxi terug naar het ziekenhuis. Ik was natuurlijk verzopen, maar was blij dat de motor niet onderuit was gegaan in dit slechte weer. De dag is dus slowslow en na een dag als gisteren is dat wel even welkom. Helaas voor de DD volgers minder avontuur, maar hé, het kan niet elke dag feest zijn….toch? ’s Avonds gaat de groep nog wat drinken in de stad, maar daar heb ik niet zo’n behoefte aan, omdat je dan terug moet met de motortaxi (omdat Erdi dienst heeft en zij rijdt de auto)) en dat zie ik ècht niet zitten. Ook moet er iemand achterblijven voor Kathrin, dus dat vind ik geen probleem om die taak op mij te nemen.
Dag 10 Aangezien de tropenarts (Erdi) dit weekend dienst heeft, kunnen we helaas niet op pad, dus moeten we ons dit weekend zelf vermaken. Volgend weekend staat er een tripje naar Freetown op het programma, waarbij we 1 dag de stad gaan bekijken en 1 dag naar het strand gaan, als het weer dit toelaat. Het weekend erop (als Erdi weer dienst heeft) willen we kijken of we de “drivers” zover kunnen krijgen of ze ons naar Kabala willen brengen, een stad in het noorden van het land. Dit is dan gelijk mijn laatste weekend alweer, want die maandag erop ga ik weer naar huis. De ochtenden in het weekend komen hier langzaam op gang, omdat iedereen, behalve John en ik, uitslaapt. Aan het begin van de middag gaan The Dutch Girls maar eens naar de stad….lopen, net als de rest van de bevolking. Onderweg hebben we natuurlijk veel bekijks, want welke “opoto” gaat er nou in
hemelsnaam lopen naar de stad. We krijgen veel aanbiedingen van motortaxi’s onderweg, die wij vriendelijk afslaan. Eenmaal in de stad aangekomen bij de clock tower (ongeveer 3 kwartier later), ga ik op zoek naar The Money Man. Ik heb hier en daar meegekregen dat de AEX zakkende is en het qua dollar en Euro niet zo lekker gaat, dus stel mezelf in op een lagere koers. Dit nieuws schijnt de Money Man niet te hebben bereikt, dus ik “sla” maar gelijk groot in, voor de koers echt gaat dalen. . Eline en Lizanne proppen 1.200.000 leones (= 200 euries) op de bodem van mijn rugzak, zodat het veilig is opgeborgen. Daarna lopen we door naar The Clubhouse, want Eline en Lizanne hebben ondertussen dorst gekregen. In mijn rugzak heb ik altijd water, muggenspray en een zaklantaarn zitten. Je weet nooit waar je terecht komt, dus het is maar beter om voorbereid te zijn. The Clubhouse is een modern restaurant waar je, naast lokale gerechten, ook Europese gerechten kunt krijgen als pizza, hamburgers, frietjes, clubsandwich, etc. En als er dan nog niets is dat je lekker vindt, dan maken ze gewoon iets wat je wel lekker vindt. We gaan lekker zitten aan een plastic tafeltje met vier dito stoelen, (een soort tuinset) inclusief een originele Heineken parasol. Dat verkopen ze hier ook (gebotteld in Nederland), in halve liters en niet eens duur. Ik bestel een Fanta, maar bij de eerste slok vind ik ‘m eigenlijk al niet om te drinken. Na enig onderzoek, blijkt dat deze gemaakt ik is Algerije. Ik heb ‘m maar laten staan. Na onze drankjes gaan we terug naar het ziekenhuis en besluiten op wat motortaxi’s te wachten. Nou, met drie opoto’s duurt dat niet lang. Ondertussen word ik wel steeds minder kieskeurig, als ik eerlijk ben, zeker als je weer een enorme regenbui op je kop krijgt. Wat ik alleen niet had verwacht, was, dat deze gasten een “short-cut” zouden nemen met een stuk dirtroad met veel kuilen. Maar goed, dat heb ik ook veer zonder kleerscheuren overleefd. Wat de regen betreft, ik heb nog nooit zoveel water gezien. Het kan hier uren regenen in hoeveelheden die de Nederlandse buienradar niet eens aan zou kunnen. De meest heftige kleur is geloof ik paars, nou, maakt daar hier maar zwart van . Als het hier nu regent, in de zin van een normale Hollandse regenbui, loop ik er al gewoon doorheen, omdat dat prima te doen is, zonder al te nat te worden. ’s Middags nog even met Erdi wat inkopen doen bij St. Mary’s Supermarket. De Libanesen zijn een erg ondernemend volkje en hebben hier dan ook een prima supermarkt neergezet met lokale en Europese producten. Ik zie zelfs “Hollandse Kermis”, alleen betaal je daar wel, omgerekend € 2,50 voor. Verder een variant op Ben& Jerry’s ijs, Heinz tomatenketchup, Pringles, en zelfs een vriesafdeling met franse frietjes, hapjes, kip, vlees, etc. Ik hou het dit keer op 6 flessen water, want die zijn hier zowat niet aan te slepen. De avond wordt afgesloten met de film Mary Poppins. Zit je als Nederlander natuurlijk niet echt op te wachten, na de hype in Nederland, maar ach, als je hier zit, is het toch wel weer leuk.
Dag 11 Om de regelmaat er maar in te houden, sta ik om 07.00 uur op. Vroeg ontbijtje en dood de tijd wat met lezen. Net als vorig weekend, komt het allemaal wat traag op gang, dus ik besluit maar naar het ziekenhuis te gaan, om te kijken of daar wat te beleven is.
In het weekend nemen de verpleegkundigen de patiënten op, in tegenstelling tot door de weeks, dan doen de artsen dat in de Out Patient Department (OPD). Er blijkt genoeg te doen te zijn, dus ik neem samen met de pleeg en een tolk wat patiënten op. Naast het Creools, wat hier wordt gesproken, zijn er veel dialecten. Je kunt het vergelijken met Nederland, waar ook veel dialecten zijn. Ik kan een Fries, die z’n eigen taal spreekt ,ook niet verstaan. Varianten hier zijn Timni, Kuranko, Shabro, Limba en Mende. Zo kan het dus gebeuren dat we beginnen in het Engels, overgaan in het Creools en dan in Timni en vice versa. En wat er dan nog van de juiste informatie overblijft, is natuurlijk maar de vraag. Tis net zoiets als het spelletje “De wereld rond” waarbij 1 zin wordt gezegd en na 30x doorgefluisterd te zijn er een totaal andere zin ontstaat. Het Creools heeft gelukkig veel Engelse woorden die soms op een grappige manier zijn verdraaid. Vergelijkbaar met de Zuid-Afrikaanse taal en het Nederlands. Daar is een lift bijvoorbeeld een “hijsbakkie” (alsof dat ding nooit naar beneden komt, hahahaha). Mijn eerste patiënt is een dame van ongeveer 60 jaar. Zowel zij, als de kinderen weten niet hoe oud ze is, zoals zoveel mensen van haar generatie. Ze komt binnen met een berg aan klachten, hoofdpijn, pijn in de gewrichten, koorts, darmen die niet goed werken (obstipatie), poliep in haar neus, hoge bloeddruk, misselijkheid, eten wat terugkomt en zo kan ik nog wel even doorgaan. De klachten blijken al een maand te bestaan. De lessen van de opleiding in mijn achterhoofd hebbend, vraag ik uiteindelijk WAAROM ze NU naar het ziekenhuis is gekomen en dan nog wel op zondag? Pijn in de gewrichten blijkt het antwoord te zijn. Na doorvragen blijkt ze zelf ook wat zelfgemaakte kruiden ingenomen te hebben, dat doen mensen hier vaak. Verder heeft ze 10 kinderen op de wereld gezet, waarvan er nog 8 leven. Alle dingen bij elkaar genomen, denk ik dat deze dame malaria heeft, dus laten we haar opnemen. De hoge bloeddruk kan met de leeftijd te maken hebben, maar ook door de gewrichtspijn komen. Tis grappig hoe je denkwijze in de tropen wordt omgezet en dat “normale” klachten hier een andere diagnose hebben dan in “het Westen” (jullie zitten eigenlijk ten noorden van mij ). Mijn volgende patiënt is een meisje van 8 jaar die al gediagnosticeerd is met malaria, maar na ontslag in een ander ziekenhuis (10 mijlen hier vandaan) zich nog steeds niet goed voelt. De diagnose is dus een inkoppertje, maar gaan wel nog even alles na, of het toevallig niet wat anders kan zijn. Ze wordt opgenomen en volgens het malariaprotocol behandeld. Zo kom ik de dag dus lekker door en kan ik aan het eind van de dag toch met een tevreden gevoel naar bed. Het is zo leuk dat je hier zoveel kan doen als PA-er in opleiding. Ik word ook al “de andere dokter” genoemd. Helemaal cool.
Dag 12 De één na de ander krijgt hier malaria, dus ik zit ‘m een beetje te knijpen. Ik weet niet of het ligt aan het regenseizoen (meer muggen) of dat de muggen meer resistent zijn, of dat de anderen minder voorzorgsmaatregelen nemen, of dat ze hun pillen niet goed innemen. Als je Malarone nl. op een nuchter maag inneemt, schijnt de werking vele malen minder te zijn, dan op een volle maag. Liefst moet je vet gegeten hebben. Deze wijsheid heb ik van de meiden van de Apotheek, die na mij zijn gekomen, dus dat neem ik zomaar aan.
Ik hou me maar vast aan wat ik heb geleerd van Anneke, toen ik de eerste keer in de tropen was. Lange broek, bloes met lange mouwen, sokken aan, spuit je vol met Deet en neem op tijd je Malarone in. Verder zo veel mogelijk binnen blijven ’s avonds, alles dicht, slaap onder een klamboe en check ‘m ff voor je gaat slapen. Meer kan ik ook niet doen. Na de overdracht, ga ik snel even kijken hoe het met “mijn” patiënten gaat. De oude dame blijkt verdwenen. Ik overal zoeken op de afdeling (soms lijken die mensen allemaal op elkaar), maar geen dame met gewrichtsklachten. Navraag bij een aantal verpleegkundigen (de één is niet zo snugger als de ander, of ik begrijp ze gewoon niet, dat kan ook) blijkt dat de dame geen geld had voor de behandeling en is ze dus maar naar huis gegaan. Jammer dat het zo moet lopen. Het kind is er gelukkig nog wel en ik word enthousiast begroet door de moeder. Een verpleegafdeling heeft ong. 25 bedden, maar op de kinderzaal worden de bedden, waar mogelijk, gedeeld. ’s Nachts slapen er dan 4 mensen in 1 (origineel!!) ziekenhuisbed, 2 moeders (of caretakers) en twee baby’s Naast mijn bezigheden op de OK, loop ik deze week mee op de kinderzaal en dat zijn bij de ronde, die elke dag wordt gedaan al snel zo’n 40 kinderen. Velen moeten een infuus hebben, omdat ze nogal snel sneuvelen hier. We hebben geen spalken, alleen wat bruine pleisters, om het infuus vast te zetten. Als infuuskoningin voel ik me dus helemaal thuis, maar dat wordt al snel anders, als je in een vrij donkere zaal moet werken, met patiëntjes met een pikzwarte huid. Tel daar botte infuusnaalden, 40 krijsende kinderen en een stugge huid bij op en het feest is compleet. Wat kost me het moeite om zo’n rotding er in te krijgen. Regel hier is dat zodra het op de handen niet lukt, met overgaat op……het HOOFD!!! Jarenlang maak ik wel eens grapjes over een stuwband om je hoofd heen doen…hier gebeurt het dus ECHT. Je neemt de uiteinde van een handschoen (niet de vingers maar het manchet). Daar zit nl. zo’n dik randje aan. Knip dat af en trek dat om het hoofd van het kind. Echt, ik stond met open ogen te kijken. Meest interessante patiënt van vandaag is een meisje van 12 jaar die in het lijf van een vrouw van 80 zit. Ze kan nog geen honderd meter lopen en ze is al buiten adem. Als ik haar hart hoor, lijk het wel of ik op Vaya aan het rijden ben, want ik hoor soms een “galopritme”. Dat is niet helemaal de bedoeling bij zo’n jong meisje. Erdi besluit een echo van haar hart te maken en we zien een vergroot hart en ook vergrote vaten bij de lever. Rondom het hart zit geen vocht en haar longen klinken ook goed. Er zit wel vocht in haar voeten, handen en haar gezicht. Dat laatste kan ik niet zo goed onderscheiden, maar de moeder vindt dat haar gezicht gezwollen is. We weten nog niet precies waar we het moeten zoeken, dus we denken er nog even over na. Bovendien moeten we even wachten op de uitslagen van het laboratorium, dus morgen maar weer verder kijken. Laat op de avond komt er nog een nieuwe gast aan, Nick uit Engeland. Hij wil chirurg worden en komt hier een maandje meelopen en natuurlijk opereren. In een rap tempo wordt hij aan iedereen voorgesteld en dan gaat al bijna het licht weer uit. Morgen weer een dag.
Dag 13 JAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA en dat is nummer DRIE!!!!! Vanmorgen begon de operatiedag met een keizersnede, en die was best spannend. Normaal gesproken gebeurt een keizersnede hier via een verticale snee in je buik. Dit, omdat het gewoon de snelste weg naar het kind toe is. Bovendien
kijken de Afrikanen niet naar het cosmetische en ze gaan al helemaal niet op het strand liggen in hun bikini, dus de “bikinisnede” komt hier niet zo snel aan de orde. Vandaag besluit ABD het wel via deze weg te doen, omdat de vrouw al eerdere buikoperaties had gehad en hij was bang voor de verklevingen die eronder zouden kunnen zitten. Of de snede nu te klein was, of het kind “te groot”(dat zijn ze hier eigenlijk niet), of dat de manier van opereren een beetje anders was….ik weet het niet, maar het ging allemaal een beetje moeizaam. Ik zag het scenario van 2006 weer voorbij flitsen en hoopte toch zó dat ABD op zou schieten. Mijn gebeden worden verhoord, maar niet helemaal lekker komt het kindje uit de buik. Haar rechter bovenarmpje is gebroken en ze huilt bijna niet, hartslag te laag en een beetje blauw bij de voetjes en handjes (score 6 uit 10). Ik duik er direct op en probeer het kind op gang te krijgen door veel te wrijven, slijm weg te zuigen, zuurstof te geven en half/half te reanimeren. Ik heb de airco op de OK uitgezet, vanwege het kindje, maar dat resulteert wel in tropische temperaturen op de kamer (vandaag eindelijk een zonnige dag, maar daar merk ik weinig van).Terwijl bijna alle inwoners van The Guesthouse (4 Amerikanen, een Duitse en de twee Nederlandse meiden) kijken naar mijn handelingen, werk ik koortsachtig door, samen met een verloskundig verpleegkundige. Na 2 minuten heb ik het kindje beter op gang en na 5 minuten kan ik het kindje een 10 geven (of eigenlijk een 9,5, want met het gebroken armpje doet ze niet veel). Voor mij persoonlijk is ook deze missie weer geslaagd en dat geeft me veel voldoening. De arm wordt aan het lichaam gespalkt door er gewoon een bandage om het lichaam te wikkelen, terwijl de arm langs zij is. Dit is met ongeveer 1 á 2 weken geheeld. Daarna komt er een liesbreuk. Ze zijn niet meer zo groot als in 2006, dus dat is de uitdaging niet voor mij. Wel de ruggenprik en die zit gelukkig goed. Na de liesbreuk komt er een man, die een ongeluk heeft gehad met…..jawel……een motortaxi. Het rechter onderbeen ziet eruit als een bladzijde uit een anatomie boek en collegae die aan trauma doen zouden het een erg interessante casus vinden. Het hele scheenbeen ligt open (het bot ligt helemaal bloot!!!) en aan de buitenkant is alle huid en onderliggende weefsels “verdwenen”. Z’n knie is op een paar plaatsen gebroken en ook aan de binnenkant mis ik een onderdeel van de originele versie van de mens, zoals we op aarde worden gezet. ABD wil eigenlijk het been boven de knie amputeren, maar in overleg met Erdi willen we het nog wel een kans geven. De laatste patiënt is een oudere dame die met zo’n dikke buik binnenkomt, dat ze wel 9 maanden zwanger lijkt. Dit plaatje klopt niet en zodra ABD een mes in de buik heeft gezet komen er liters vies bruingelig vocht uit de buik zetten, inclusief de misselijkmakende geur. Acuut ga ik weer op mondademhaling over. Weer een tyfus buik, dus daar zit weer een paar uur werk in. Nadat ABD alles heeft schoongemaakt en de darm weer heeft gerepareerd, gaan er schone gazen in en laten we de buik “open”, d.w.z. met en paar hechtingen wordt de buik gesloten, zodat we er snel weer bij kunnen als de buik opnieuw wordt schoongemaakt en er nieuwe gazen ingaan. Dit gaat net zolang door, totdat er een schone buik is. Na het OK programma loop ik nog even langs de patiënten en die doen het goed. De baby ligt rustig te slapen en met moeders gaat het goed. De jonge man van de liesbeuk heeft nog een “halve verdoving” in zijn lichaam zitten. Rechts doet het goed, links wil nog niet terugkomen. Hij is een beetje in paniek. Ik zeg dat het goed gaat komen en ga na het eten weet bij hem kijken. Hij kan
ondertussen zijn tenen alweer bewegen en z’n knie een beetje heffen, dus we moeten een beetje geduld hebben dit keer. Nou, weer een enerverende dag, dacht ik zo. Morgen gaan weer wéér een buik doen.
Dag 14 Eén van de lessen die na de overdracht worden gegeven, wordt vandaag verzorgd door Annie, 1 van de Amerikaanse studenten. Aangezien je het hier voor de verpleegkundigen volgens het KISSsysteem moet doen (Keep It Simple Stupid ), ging ze iets vertellen hoe je op een veilige manier patiënten van een rolstoel in een bed moet krijgen en andersom. Haar lijdend voorwerp is haar steun en toeverlaat (en vriendje) Eric die vele gelijkenissen vertoont met Youri van Gelder (Lord of the Rings). Zelfs in deze hitte doe hij elke dag uitgebreid zijn workouts, maar dat terzijde. Dus onze Eric/Youri wordt van de stoel naar het bed gehesen en anders om, hij moet iemand nadoen die halfzijdig verlamd is, etc., alles volgens de “westerse regels” die de ARBO dienst heeft opgesteld. Als er na afloop gelegenheid tot vragen stellen is, steekt 1 van de locals, die ook fysiotherapeut is, zijn hand op, met de mededeling dat hij ook nog wel een manier weet om een patiënt veilig te verplaatsen. Hij voegt de woord bij de daad, loopt naar voren, pakt de nietsvermoedende Eric/Youri (die nog steeds in de rolstoel zit)beet, gooit hem over een schouder en legt hem op de tafel. HAHAHAHAHAHA. De hele staff ligt in een deuk, inclusief de opoto’s. De Amerikanen kijken een beetje beduusd, maar komen tot de conclusie dat het zo ook kan. Ik had jullie nog beloofd om op het meisje met het hartprobleem terug te komen. Alle resultaten van de onderzoeken zijn terug en haar nieren blijken niet goed te werken. Na wat eenvoudige medicatie gegeven te hebben, knapt ze zienderogen op en voelt zich niet meer een 80-jarige vrouw. Wel willen we nog een foto van haar longen laten maken. Na een kwartiertje heb ik het meisje in tranen naast me staan en ze zegt dat haar ouders geen geld hebben, voor het maken van de foto. Mijn hart keert om en het hele tafereel is aandoenlijk, maar ook dit is een strategie van de locals. Ze hopen dat een opoto die € 6,50 gaat betalen, maar die vlieger gaat helaas niet op, want dan kan je wel aan de gang blijven. Ze mogen op afbetaling de foto laten maken. Ondanks dat het geen operatiedag is, gaan we er wel 1 doen vandaag. Een heel ziek meisje van 15 jaar met verdenking van…..(ja, jullie zouden het nu wel moeten weten) een tyfusbuik. Dit blijkt achteraf niet zo te zijn, haar alvleesklier is ontstoken. Hoe dat kan bij zo’n jong iemand, dat is mij een raadsel, maar hier in Afrika moet je soms dingen laten voor wat het is, want er zijn nog 100 mensen die je aandacht nodig hebben. ’s Avonds geeft Erdi les over bloedarmoede. Nu zal je misschien denken: “Weet je dat na 14 jaar nog niet?” , deze les is speciaal toegespitst op bloedarmoede in de tropen, dus dat was hartstikke leuk. 85% van de kinderen heeft hier bloedarmoede als gevolg van malaria. Echt ongelooflijk! Waar ik ook wel een beetje verbaasd over was, is dat bijna 10% van de Nederlandse kinderen bloedarmoede hebben. Ook wel iets om over na te denken. Na de klinische les, komt het bericht, dat er weer een moeder met baringsnood is, dus dat kind moet via de keizersnede ter wereld komen. Vervelende bijkomstigheid is, dat er geen harttonen meer te
horen zijn, dus het kindje is (naar alle waarschijnlijkheid) overleden. Soms komen vrouwen gewoon te laat naar het ziekenhuis, terwijl ze al “over tijd” zijn (ong. 40-41 weken). Even twijfel ik of ik dit nou wel mee wil maken en besluit toch maar even te gaan helpen en mij een voorstelling te maken hoe ik nou om moet gaan met een volgroeide(dode) baby met alles erop en eraan. Eerst moet er natuurlijk voor stroom gezorgd worden, want dat heeft het ziekenhuis ’s avonds niet. Sleutels moeten eerst bij de beveiliging worden gehaald en dan kan de generator worden opgestart. Dat duurt en duurt maar. Uiteindelijk gaat het licht aan en wordt er een bange vrouw met een heeeeele dikke buik in een rolstoel de OK opgereden. We brengen haar snel onder narcose buik gaat open en er komt inderdaad een compleet kind uit, die ineens een luide keel opzet. ABD schrikt zo erg, dat hij bijna het kind laat vallen. HIJ (ja echt waar, eindelijk een jongen) LEEFT!!!! POING!!!! Ik schiet gelijk weer in de overlevingsmodus, zorg voor extra zuurstof, luister naar het hart en de longen, tel tenen en vinger en kom tot een score van een 10 (met een griffel, dit keer). Zo eindigt de dag in een feestje en loop ik onder mijn paraplu, in de stroomde regen weer naar de Guesthouse, om daarna lekker m´n bedje in te duiken.
Dag 15 Erdi moet vandaag de hele dag in Freetown zijn, dus krijgen Nick (chirurg in opleiding) en ik de taak om de kinderafdeling op ons te nemen. Fijn….dat is ontzettend veel werk, want er zijn er op dit moment 43 opgenomen en die liggen in 26 bedden. Je hoeft geen Einstein te zijn om in te schatten dat er meerdere kinderen, met moeder, in 1 bed liggen. Daarbij raken we door onze voorraad medicatie, infuusvloeistoffen en andere benodigdheden heen, dus krijgen we ook nog de ondankbare taak om het aantal kinderen vandaag terug te brengen naar 26, 1 in elk bed. Ik kan je zeggen, dat het bijna een onmogelijke opgave is. Het is niet alleen dat je een heleboel zieke kinderen ziet, maar ook de druk die erachter zit, weinig ervaring hebt, het toevallig vandaag een zonnige dag is, dus bloedje heet. Dat laatste helpt niet om de concentratie goed vast te houden. De ruimte is soms erg klein om in te werken, zeker als er 3 verpleegkundigen in je kielzog meegaan. 1 weet welk protocol er moet worden gevolgd, nr. 2 zorgt voor de vertalingen en heeft lab.formulieren bij haar, en de derde houdt de afspraken van de dag bij. Na 3 kinderen zijn Nick en ik al 3 liter vocht kwijt. Het is ècht “hel” vandaag. We besluiten alle kinderen die alleen maar hoesten en verder schone longen hebben en alert reageren, naar huis te sturen met medicatie en goede instructies. 43 kinderen en 3 uur later, zijn Nick en ik erin geslaagd om 22 kinderen te ontslaan, hoewel het geen ècht lekker gevoel geeft, het is helaas niet anders. Na onze grote ronde, zoals we dat noemen, gaan we door naar OK waar het eerste kind alweer is geboren en de tweede moeder in spé alweer op tafel ligt. Misschien vragen jullie je af of ik dat speciaal heb geregeld voor mijn stage, maar niets is minder waar. Normaal gesproken bevallen de meeste vrouwen via een keizersnede in The Goverment Hospital, in het centrum van Makeni. Daar blijkt al het hechtmateriaal op te zijn en kunnen ze dus ook niet opereren, vandaar de men naar ons toe komt. Wij hebben daarentegen een kapot röntgenapparaat en dat werkt in het Goverment ziekenhuis weer wel, dus wij sturen de patiënten die voor een foto moeten weer naar Makeni. Misschien moeten we maar eens gaan fuseren ofzo, HAHAHAHAHAHAHA.
Ik krijg vandaag weer een meisje in mijn handen gedrukt, die een keurige 10 haalt, roze, ze huilt, hartje en longen OK (ik werd bijna doof, toen ik mijn stethoscoop op haar borstkastje legde en ze tegelijkertijd begon te brullen), ze beweegt alles, 10 tenen, 10 vingers, helemaal goed. De routine zit er inmiddels aardig in . Daarna hebben we nog een 13-jarig knulletje geopereerd, komt helemaal alleen de OK opgelopen, de schat. Hier komen ouders op een 1 of andere manier nooit mee op de OK. Hij kijkt mijn z’n grote bruine kijkers naar mij, alsof ik alle antwoorden voor hem heb, op vragen die hij niet aan mij kan stellen door de enorme taalbarrière die er is. In zijn status zie ik, dat hij een ontstoken blinde darm heeft. Wat een bikkel dat knulletje, want hij geeft geen krimp. Eénmaal in de buik, blijkt er toch meer aan de hand te zijn. De blinde darm is niet echt geperforeerd (gesprongen dus), maar een deel van de darm, waaraan de blinde darm vast zit, ziet er ook niet helemaal lekker uit. ABD besluit een drain achter te laten i.p.v. een stuk darm weg te halen. Dat is voor nu, minder ingrijpend. Aardig weetje is, dat we hier geen beademingsmachine hebben. Als je in Nederland een buikoperatie moet ondergaan, heb ik alles tot mijn beschikking. Beademingsmachine, goede pijnstilling, lekker slaapmiddel, iedere patiënt krijgt een beademingsbuis etc.. Hier heb ik alleen wat slaapmiddel (Diazepam, voor mijn collegae) en een soort van “pijnstilling” (Ketamine). En het blijft een bizar gezicht om een hele buik open te zien gaan, bij een patiënt die geen buis in z’n keel heeft en niet aan de beademing ligt. Hij/zij ligt alleen met 5 litertjes zuurstof aan een “neusbrilletje”. Nu maar wachten op de volgende zwangere. Ik heb aan ABD gevraagd of ik dan aan tafel mag staan, en helpen het kind eruit te halen en wellicht de wond hechten. Lijkt me ook wel gaaf om te doen. Dan heb ik echt alle facetten gehad.
Dag 16 Terwijl ik deze blog zit te schrijven, komen er van twee kanten onweersbuien opzetten, om vervolgens precies boven het ziekenhuisterrein tegen elkaar op te botsen. Het is een enorm mooi en soms oorverdovend schouwspel, met luchten die van rood over gaan in inktzwart. Na 2 (!!!) droge dagen, had de hitte zich opgebouwd naar een hoogtepunt ,en hebben we dan een nu welkome afkoeling, al had ik niet verwacht dat ik dat in het regenseizoen zou zeggen. Het regent zó hard, dat we soms elkaar niet eens kunnen verstaan. Vannacht gaan we dus lekker slapen in een koele kamer. Ondanks dat het vandaag geen officiële operatiedag is, ligt er al snel weer een zwangere op tafel. Vannacht overgekomen uit een ander ziekenhuis en dito stad. Kindje heeft een hartslag van rond de 140/min. dus dat is netjes. Ook bij opname alhier ziet het er allemaal goed uit. Als Erdi de buik open maakt, staat ze met een complete verrassing in haar handen. Een dood kindje (jongentje)….ze snapt er helemaal niet van, ook reanimeren wil niet helpen. De vroedvrouw doet nog verwoede pogingen om het kind op gang te brengen en ik laat haar maar even begaan. Het is belangrijk om voor je eigen gevoel er alles aan gedaan te hebben. Deze patiënt heeft, achteraf, wel een ietwat vreemde voorgeschiedenis. 3x zwanger geweest en 3x voldragen 3x keizersnede en 3x kind overleden. Voor de volgende zwangere loopt de operatie gelukkig beter af. Er komt huilend een ietwat premature (te vroeg geboren) meisje uit de buik die toch een dikke 10 van mij krijgt. Wat aan de kleine kant, maar alles zit erop en eraan, dus die gaat het redden.
De oudere dame die we j.l. dinsdag hebben geopereerd aan haar buik met tyfus, en waar we gazen hebben achtergelaten, om er weer nieuwe/schone in te doen, komt vandaag ook op OK. Niet, zoals in het Erasmus MC, in een IC bed met 5 pompen, aan de beademing, 3 infusen, een urinecatheter , een arterielijn en een centrale lijn. Nee! Niets van dat alles. Gewoon een infuus en een wonddrain. Ze moet ook nog overstappen van de OK verpleegkundigen, maar daar steek ik een stokje voor. De buik is maar met 3 oppervlakkige hechtingen gesloten, dus ik heb geen zin dat tijdens het overstappen haar darmen ineens op de grond liggen. We tillen haar netjes over en na de gebruikelijke Afrikaanse anesthesie (beetje slaap, beetje pijnstilling), gaat de buik weer open. Met grote verraste ogen kijken we naar de darmen. Roze, schoon en zelfs de hechtingen op de darm heeft het gehouden. En, nog belangrijker, ik kan gewoon door m’n neus ademen, zonder misselijk te worden van de stank. ABD besluit de buik te sluiten, na nog 1x de hele buik gespoeld te hebben met water. Waar de dag zo rot begon, eindigt het weer positief. ‘t Is een wonder dat deze vrouw deze ziekte tot nu toe heeft overleefd, met een minimum aan pijnstilling en andere zorg. Geeft weer een goed gevoel!!!!
Dag 17 Op de kinderafdeling ligt een meisje met nogal een raadselachtig ziektebeeld. Ze kwam ruim een week geleden binnen met koorts, suf, niet willen eten, hoesten. Voor ons “tropenartsen” was de diagnose al snel gesteld, zeker na de bloeduitslagen….Malaria i.c.m. longontsteking. Het kindje ligt, samen met moeder en jongere zusje/broertje in 1 bed. Naarmate de week vordert, gaat het steeds slechter met het kind. Ze begint stuipen te krijgen (koorts???) en reageert bijna niet meer. We beginnen te denken aan cerebrale vorm van malaria, wat betekent dat het naar de hersenen is doorgeslagen. Net zoiets als meningitis (hersenvliesontsteking). Kathrin (de fysiotherapeute) wordt erbij gehaald, om oefeningen met haar te doen, want inmiddels ligt het kindje bijna levenloos in bed. Ze staart langs me heen, maakt geen contact en haar ogen maken snelle bewegingen van links naar rechts (met een moeilijk woord nystagmus). Dat laatste kent iedereen wel, als je in de trein of in de metro zit en een medepassagier naar buiten zit te kijken als de trein/metro rijdt. Dan gaan de ogen ook zo snel naar links en rechts….wel eens op gelet? Volgende keer maar een doen! Alleen in dat geval doe je het bewust en het meisje doe het onbewust, omdat er iets in de hersenen aan de hand is. Daarnaast doen Nick en ik een bepaalde score EMV wat staat voor Eye’s, Movement, Verbal, waar we ogen, spierspanning (al dan niet opwekken met een pijnprikkel) en verbale communicatie, meten. Maximale score is 15, minimale score is 3. In “het westen” gaat iemand beademd naar de intensive care als je 8 punten of minder hebt. Dit meisje zit op…..6/7. En ik heb hier niets, geen IC, geen beademingsapparaat. Natuurlijk kan ik er een beademingstube inschuiven, maar ik kan niet 24 uur handmatig een kind gaan beademen. Je begrijpt, ik sta er met onmacht naar te kijken. Terwijl ik al dagen verwacht dat er weer een klaagzang over het veld richting mijn trommelvliezen komt, komt er helemaal niets. Het kindje blijf ademen, verder niets. Toch maar weer eens de moeder uitgevraagd, want die is er, vreemd genoeg, niet altijd bij. Er moet toch iets niet kloppen in dit verhaal. Na veel vragen en haar de ernst van de situatie te hebben uitgelegd met tolk en al, komt uiteindelijk het hoge woord eruit. Ze heeft het kind laten vallen, met d’r kop op de harde grond en de diagnose wordt gelijk anders, het is een bloeding die in de hersenen zit. Tuurlijk, malaria heeft 85%
van de kinderen, maar de bloeding, die door onze harde schedel, niet weg kan, drukt de hersenen nu weg. Niet dat we er nu veel aan kunnen doen, maar goed, dan weten we in ieder geval wat er aan de hand is en hoeven we geen medicatie meer de geven, hooguit wat infuus met “suiker” (want suiker trekt vocht aan, denk maar aan een suikerklontje in een plasje water/thee/koffie leggen). Wellicht komt er wat ruimte in het hoofd, maar dat is ijdele hoop. Dan maar bidden. Op vrijdag worden de gebeden verhoord. Het meisje kijkt ons ineens gericht aan en grijpt met 1 hand naar ons. NOU ZEG!!!! Het moet niet gekker worden!!!!!! Het lijkt alsof de bloeduitstorting in het hoofd minder wordt en er weer functies terugkomen. Deze ochtend is Kathrin helemaal door het dolle heen, ze heeft aan haar gezicht gekrabbeld en maakt brabbelende geluiden, als Kathrin met haar bezig is. Het zou echt een wonder zijn, als we dit kindje erdoorheen trekken, na het weekend zien we weer verder.
Dag 18 Deze zondag verloopt ongeveer hetzelfde als de vorige, met het verschil dat het grootste gedeelte van de groep zich dit weekend in Freetown verblijft. Aangezien ik geen zin had om 4 uur lang met 9 mensen in 1 Toyota 4x4 te zitten (inclusief bagage), heb ik maar besloten om thuis te blijven. Het is niet alleen oncomfortabel, eerlijk gezegd vind ik het ook een beetje link. Als er een ongeluk gebeurt (en dat is niet ondenkbaar met slechte wegen en het regenseizoen), ben ik verder van huis. Ik hoop dat volgende week maandag er 2 auto’s zijn van dan moeten er 6 mensen met ieder minimaal 4 stuks bagage naar het vliegtuig worden gebracht. Dan hebben we zeker 2 auto’s nodig!!! Ik wilde dolgraag naar de grote markt in Freetown. Dat is een overdekte “hal” waar je onwijze leuke dingen kan kopen, die door locals zijn gemaakt. Vorige keer stond ik te twijfelen om een trommeltje mee te nemen (in de zin van een muziekinstrument), maar heb dat toen niet gedaan. Onwijs spijt van gehad, dus nu nemen de Nederlandse meiden er één voor me mee. Geeft mij wel mooi de gelegenheid om iedereen alvast te bedanken voor alle reacties en verhalen uit Nederland. Het is altijd leuk om wat uit Nederland te horen. Vooral veel regen, heb ik begrepen, net als hier. Ook op de DD prijsvraag wordt enthousiast gereageerd, maar voor degene die nog niet heeft meegedaan, je kan natuurlijk altijd nog meedoen. Met het meisje met de bloeding in het hoofd gaat het weer een stukje beter. Ze kan zelf haar hoofd weer dragen en als je haar overeind zet staat ze op het linkerbeen, zei het met behulp van handen vasthouden, natuurlijk. Ik blijf er met verbazing naar kijken. Een ander wondertje is een jongetje van een jaar of 9 die heel ziek binnen kwam met hoesten, koorts etc. Na wat vocht begon hij er alleen maar op achteruit te gaan en we hadden het idee dat hij “overvuld” was. Hij verdronk zowat in z’n eigen longen. Met moeite kreeg hij elke keer een hap lucht binnen, het zweet stond overal en de dood stond zowat in zijn ogen. Toen ik vandaag even naar het meisje met de hersenbloeding ging kijken, lag er in het bed van de “longenjongen” een andere jongen rustig te slapen. “Shit”, dacht ik nog, “hij heeft het niet gered”. Tot ik in de status keek en dit dezelfde jongen bleek te zijn!!!! WOW!!! Ik vroeg hoe het met hem ging en hij zij “Prima”. “Body no warm”? (of wel “geen koorts?”) “No” blijkt zijn antwoord. Hij kijkt mij met heldere en glanzende ogen, lachend aan en ik ben blij dat we deze jongen morgen kunnen
ontslaan. Verder verloopt de dag rustig. Aan het begin van de avond komt de hele groep terug uit Freetown en de meiden hebben een mooi trommeltje voor me meegenomen. Ik ben er erg blij mee. Geen spannende verhalen vandaag, maar goed, het mag ook wel een dagje minder spannend zijn…toch?
Dag 19 ‘k Ben ondertussen snotverkouden geworden. Dit heeft meerdere redenen. Zoals bekend regent het hier veel (net als in Nederland, heb ik begrepen), maar als het even droog is en ook nog de zon even doorkomt, is het hier bloedje heet. Tijdens een regenbui koelt het weer zo’n 10 graden af en dan begint het weer van voren af aan. Daarbij zweet je zowat de hele dag. Dan hebben we de luxe van een airco op de opratiekamer. Als we een aantal operaties op 1 dag doen, loop je dus telkens een temperatuurverschil op van zo’n 10 graden. Verder de koude douches, dat helpt ook niet echt om je in topconditie te houden met dit wisselvallige weer. Als laatste hebben we nog het wassen van de kleding. Na het wassen wordt het eerste opgehangen om te drogen, maar dat schiet niet echt op. Vervolgens wordt het gestreken, niet dat het in mijn koffer er mooier op wordt, maar anders worden er eitjes en andere vieze dingen door de lokale insecten ingelegd en daar word je ook niet blij van. De nog ietwat natte was wordt dus gestreken met een strijkijzer uit de oertijd. Stroom hebben we overdag niet, dus moeten we het doen met een strijkijzer op kolen. Het zal best heet zijn, maar echt super droog wordt de kleding niet, dus ook weer een vleugje nat. Eigenlijk loop ik dus constant in “natte” kleding. Resultaat, snotverkouden, hoesten, zere keel, maar daar blijft het voorlopig bij. Met wat paracetamol, salmiakdrop en Strepsils kom ik al een heel eind, om de ongemakken het hoofd te bieden. Zolang ik er geen gewrichtspijn bij krijg, gaat het goed komen. Dit is het enige waar je verkoudheid/griep kan onderscheiden van malaria. Verder lijkt malaria verdomd veel op de griep. Spierpijn = griep, gewrichtspijn=malaria. In de “Female Ward” ligt en dame, die in een ander ziekenhuis is opgenomen geweest, maar nu weer ziek is. Ze kan niet praten, terwijl dat voorheen prima ging. Ze begrijpt ons wel, kan armen en benen goed bewegen, heeft wel een hoge bloeddruk, pijn in haar hoofd en kan haar kin niet op de borst leggen….hersenvliesontsteking misschien?!?!?! Om dit uit te sluiten c.q. te bevestigen, moeten we wat hersenvocht afnemen. Een klusje voor mij. In het laboratorium haal ik een buisje om het vocht op te vangen, verder nog steriele handschoenen en een naald op de OK opgehaald en dan met alle spullen naar zaal. Het is een succesvolle punctie en al snel kan ik een buisje met vocht naar het lab brengen. Wat opvalt is, dat er wat wittige vlokken in zitten, dus er is vast iets niet goed, wat uren later door het lab wordt bevestigd. Het is een 1 of ander “beestje” verwant aan de verwekker van hersenvliesontsteking. Gelukkig ben ik ook daarvoor ingeënt. Op de afdeling “poliklinische verrichtingen” worden o.a. dagelijks wonden schoongemaakt, en opnieuw verbonden. Vandaag komt er ook een meisje die een maand geleden “iets” in haar oor had gestopt. We krijgen het er niet zo 1-2-3 uit, dus we brengen het kind in slaap. Na veel gepur en gedoe, komt er uiteindelijk een boontje uit haar oor. Vervelend voor het kind is dat het ondertussen is gaan ontsteken en haar hele trommelvlies is verdwenen. Nu is er dus een gat tussen het binnenste
van het oor en de buitenwereld, waar bacteriën en andere beestje zo naar binnen kunnen marcheren. In het slechtste geval kan het doorslaan naar je hersenen, dus het meisje gaat voorlopig op een antibioticakuur. De Nederlandse “gifmengsters” blijken een mooi dessert (soort taart) te kunnen maken, zonder dat je een oven nodig hebt. Koken we allemaal even mee? Je hebt nodig: Ondiepe schaal 1 rol mariakaakjes Echte boter 2 blikjes gecondenseerde melk 10 kleine banaantjes (kinderbanaantjes) Hagelslag of iets anders lekkers met chocolade Kook de blikjes gecondenseerde melk 3 uur in een pan met water (dat had ik zondag al gedaan) en laat het afkoelen, dit wordt een soort fudge. Maak een halve rol (of meer, ligt eraan hoe groot je schaal is) Mariakoekjes klein in een vijzel. Smelt de boter en meng die met de gecrushte koekjes in de schaal totdat er vanzelf een bodem ontstaat. Daaroverheen een laagje fudge. Dan een laag bananenpartjes, dan weer een laag fudge, nog een laag bananenpartjes en zet het dan in de koelkast (mits je stroom hebt, HAHAHAHAHAHA). Voordat er 10 hongerige opoto’s erop aanvallen nog snel de chocolade hagelslag erover heen en je hebt in Afrika een TOPDESSERT!!!
Dag 20 Na deze nacht lekker geslapen te hebben (vorige nacht was wat minder), breng ik de dag al snotterend en hoestend door. Ik mis wel een beetje m’n Otrivin o.i.d., dus nu gaan er rollen closetpapier doorheen. Maar ja, werken is nog altijd beter dan op bed liggen en het is toch operatiedag vandaag, dus ik heb constant een kapje voor m’n neus en mond. Daarbij blijf ik de hele dag op de OK, dus ga niet steeds naar binnen en naar buiten, want dan zit ik weer met de grote temperatuurschommelingen. Na de overdracht geeft Nick (de chirurg in opleiding uit Engeland) een korte simpele cursus BLS (Basic Life Support). We zien nog wel eens dat pasgeboren baby’s op een verkeerde manier worden gereanimeerd, dus daar probeert hij enige duidelijkheid over te geven. Ook het verschil tussen een volwassen persoon of een kind/baby reanimeren komt aan bod. Iedereen doet leuk mee, dus dit was weer een geslaagde les. Ik ben blij dat ik niet in bed ben blijven liggen, want het was weer een interessante OK-dag. We begonnen lekker simpel met een liesbreukje, waar ik een geslaagde spinaal (=ruggenprik) in wist te frommelen. Dat was dus al een goed begin en ik voel me ineens een stuk beter. De volgende patiënt (in medische termen hebben we het ook wel over een “casus”) is iets aparts. Zoals overal op de wereld liegen mensen tegen artsen (misschien doet een ieder van jullie dat ook wel). Op de vraag “Rook je?” of “Drink je alcohol?” en “Hoeveel?” heb ik in ieder geval altijd het idee
dat patiënten minder aangeven. . Deze dame heeft echter een heel ander probleem. Er komt een grote “homp” vlees uit haar vagina zetten. Bovendien is de dame in kwestie heeeeeel mager. Ze zegt dat het er pas 7 dagen zit, maar ABD en ik geloven haar niet helemaal. Zeg maar helemaal NIET. De medische mensen onder ons zullen nu denken aan een “prolaps”. Dat gebeurt bij veel vrouwen, zodra we richting de 50-60 jaar gaan, dan kan het zijn dat een gedeelte van de baarmoeder gaat verzakken. Dat noemen we een “prolaps”. Zeker als je meerdere kinderen hebt gehad, is de kans groot. Wel, we zijn hier in Afrika, met een gemiddelde van 5-7 kinderen, kan je begrijpen dat die baarmoeder gaat verzakken. Deze dame is slechts een jaar of 35 en wat er uit haar vagina komt zetten ziet er niet uit als bovenstaand verhaal. Ik geef haar eerst een ruggenprik, zodat ABD eerst eens kan kijken waar we mee te maken hebben, want zodra we de zwelling aanraken, is de OK te klein. Het doet pijn! Na het zetten van de spinaal, kan ABD rustig bekijken wat er aan de hand is. Door een onderzoek via de vagina te doen komt hij erachter dat de baarmoeder nog in de buik zit, dus heeft deze vrouw een probleem. Hij besluit eerst de zwelling tussen de benen weg te halen en dan via de buik te kijken wat er verder nog aan de hand is. Om de zwelling te verwijderen moeten we de OK tafel “even” ombouwen. Je moet je voorstellen dat een OK tafel uit verschillende onderdelen bestaat en dat je er ook onderdelen af kan halen of aan kan zetten. De vrouw moet in de beenbeugels (ons vrouwen wel bekend). Om vervolgens erbij te kunnen moet het gedeelte van de OK tafel, waar normaal gesproken de benen liggen, van de tafel worden afgehaald. Dit noemen we de “beenbladen”. Het linkerbeenblad is er zo vanaf, bij het rechter beenblad is de knop afgebroken, die ervoor zorgt dat je het eraf kan halen. Dus, knop van het linkerblad afgehaald, of de rechter gezet. Yep, dat werkt. Er schiet wel een onderdeel van de knop door de OK (een 1 of ander veertje), maar dat schijnt de gemiddelde Afrikaan niet te deren (mij natuurlijk wel…….) Prima, beenbladen weg, patiënt in de beensteunen, de zwelling wordt weggehaald en we houden eigenlijk een hele mooie schone vagina over. Prima, nu alles in omgekeerde volgorde, want we gaan nu de buik opereren, dus kunnen de beenbladen er weer op en de beensteunen er van af. Tja, je voelt ‘m al aankomen. Waar is dat ene onderdeeltje nou gebleven?????HAHAHAHAHA. Iemand van de schoonmaak kruipt de hele OK vloer af en vindt uiteindelijk het veertje. Zo komisch om te zien. Uiteindelijk krijgt ABD het niet voor elkaar om alles weer in elkaar te zetten, dus 1 beenblad zit goed, de ander “flikkert” steeds naar beneden. Ook hier wordt natuurlijk weer een oplossing voor gevonden, door er een tafel onder te zetten en hier steunen nu de beenbladen op. Ik zal van de week wel eens kijken of ik het voor elkaar krijg om het zaakje weer werkend te krijgen, anders wordt het gewoon niet gedaan. Goed, verder met de operatie, buik open en de baarmoeder zit er inderdaad nog in, maar ziet erniet gezond uit, ook de 1 eileider en 1 eierstok moeten er aan geloven. Uiteindelijk blijkt het de zwelling uit de vagina een vleesboom te zijn die via de holte van Douglas (sorry, niet medisch mensen, maar dat is echt te ingewikkeld om uit teleggen, anders ff googlen) en de vagina naar buiten is getreden. Zo bizar!!! De OK loopt verder voorspoedig en dan kan het volgende raadsel op tafel. Ook een dame die niet helemaal de waarheid spreekt. Rond haar navel heeft ze een aantal fistels zitten waar poep uit komt zetten. Ze heeft nog wel normale ontlasting, dus tja, wat is hier nou weer
aan de hand? Ander detail is dat er uit 1 van de fistels een hechtdraadje komt zetten ( voor mijn collegae, het is een niet oplosbare hechting…..). Aangezien de dame in kwestie rijk genoeg is om de operatie te betalen, besluiten ABD en Erdi de buik te openen, niet blij met wat ze eventueel zullen aantreffen daar….Nou, het was weer een verrassing. Bij een eerdere operatie (baarmoeder verwijderen in 2002!!!!) heeft een chirurg een stuk darm aan de buik vastgehecht. Misschien had hij op dat moment niets anders dan een onoplosbare hechting. Normaal gesproken worden er oplosbare hechtingen gebruikt. Zodra een stuk weefsel weer gezond is, heb je de hechting niet meer nodig, dus lost de hechting vanzelf op. Doordat er nu een onoplosbare hechting was gebruikt, heeft een stuk darm zich aan de binnenkant van de huid gehecht en weet een gedeelte van de ontlasting uiteindelijk de weg naar buiten te vinden….via de huid. Het enige wat gedaan moet worden is een stukje darm wegsnijden, de overgebleven stukje darm aan elkaar hechten en klaar is Clara!!! Gaaf toch?!?!?!?!?! Het enige wat ik bizar blijf vinden dat er een hele buik open ligt op alleen maar een beetje slaapmiddel en wat pijnstilling. ’s Avonds komen er nog 7 gasten eten, dus David kookt zich de rambam. Waar wij als een berg tegen de Kerst opzien omdat er een aantal mensen komen eten, draait David in z’n eentje zijn hand er niet voor om. Er konden zelfs 50 mensen komen eten. Rijst, vlees met saus, fruit, noem het maar op, er was meer dan genoeg. In Afrika geldt 1 regel : “No leftovers in Africa”, of wel, geen overblijfselen/kliekjes in Afrika. Hij vraagt aan Erdi of het goed is om de rest in op de kinderafdeling te verdelen en natuurlijk is dat goed. Is het geen schatje, die David?!?!?! En zo gaat hij trots met vier schalen en 3 Amerikanen in zijn kielzog (ieder een schaal), onder begeleiding van wat zaklantaarns, naar het ziekenhuis, waar alle kinderen een feestmaal krijgen.
Dag 21 Ik ga het winnen van de verkoudheid!!! Nog maar een halve closetrol gebruikt en zeggen en schrijven 7x gehoest, dus het gaat goed komen. David brengt vanochtend gloeiend heet brood mee. LEKKER!!!!! Misschien komt het door de regen, dat hij extra hard heeft gefietst. Desalniettemin, het is een heerlijk begin van de dag. Vandaag krijg ik m’n laatste prik voor hondsdolheid, dus laat die schurfterige hondjes nu maar komen. HAHAHAHAHA, Nou, het is niet helemaal waar wat ik zeg. Door deze inentingen geef je jezelf wat meer tijd om op zoek te gaan naar een behandeling, maar dan moet het nog binnen 48 uur. Mij geeft het in ieder geval rust. Bij de grote ronde over de afdelingen gaat het met al onze patiënten goed. Ze hebben de nacht goed doorstaan en ze leven nog, ook geen onbelangrijk detail. Na deze ronde ga ik met onze van origine Spaanstalige dokter Abel mee, om eens wat opnames bij te wonen in de kliniek. Grant (onze financiële Amerikaan) heeft uitgevogeld dat er gemiddeld zo’n 70 mensen per dag aankloppen bij de poort voor hulp. Je moet je voorstellen dat je niet via een huisarts wordt doorverwezen. Als je ziek bent, kom je gewoon naar het ziekenhuis. Er is ook geen spoedeisende hulp, dus alles gaat via dezelfde “deur”. Daarbij zijn er veel vrouwen die voor een scan van de baby komen bij Erdi en dat zijn er zo’n 20 per dag, dus het is eigenlijk best een druk ziekenhuis.
Hartstikke leuk voor mij natuurlijk. Samen met dr. Abel doe ik dus een spreekuur. Als eerste komt er een vrouw op controle, zij heeft een gezwel in haar borst en zij heeft nagedacht over een operatie en besluit dit te doen. Ik weet natuurlijk niet of het goed- of kwaadaardig is, maar een therapie voor kanker is hier nog niet voor handen, helaas, behalve wegsnijden. De volgende patiënt is een jongetjes van een jaar of acht die 5 maanden geleden in een ander ziekenhuis is behandeld voor tyfus, maar is waarschijnlijk verkeerd gediagnosticeerd. Hij had toen malaria en is dus met verkeerde medicatie behandeld. Nu heeft hij een “hemiparalyse”, wat betekent dat hij 1 kant van zijn lichaam niet goed kan gebruiken, in dit geval zijn rechterkant. Zijn rechtervoet houdt hij als een spitsvoetje en zijn rechter arm houdt hij gebogen. Zijn been sleept, met het spitsvoetje over de grond. Verder heeft hij koorts, hoofdpijn, maar kan wel zijn nek buigen (dus weer geen hersenvliesontsteking). De jongen is een beetje een raadsel. Malaria, dat lijkt ons duidelijk, maar de rest….???? We besluiten hem om op te nemen. Dr. Abel had al snel door, dat ik best wel patiënten kan doen, dus voor ik het weet, zit ik op zijn plek. Helemaal leuk toch???? Samen met een verpleegkundige, die soms dingen voor ons vertaalt, ga ik als een speer. Alleen in het Engels documenteren, is wel een uitdaging op zich. Na een patiënt of 10 houd ik het voor gezien en ga ik nog even langs de operatiekamer. Daar wil Erdi net een keizersnee opstarten….of ik wil assisteren?!?!?!!? Dat laat ik me geen twee keer zeggen, dus snel handen wassen en huppekee, aan tafel staan. Binnen een minuut sta ik te zweten als een otter, hmmmm, waarschijnlijk m’n verkoudheid nog niet helemaal kwijt, of komt het doordat ik een OK pak en een OK jas aan heb? Misschien een combinatie van die twee??? Het zweet loopt over mijn ruggengraat, over m’n gezicht en prikt in m’n ogen. En ik kan en mag nergens aankomen, want dan ben ik “onsteriel”. Tot overmaat van ramp, begint m’n neus ook nog te lopen en m’n mondkapje raakt doorweekt van….(lekker praatje Kris)het snot. Ik besluit alle ongemakken te negeren, want Erdi heeft ondertussen met haar mes de baarmoeder bereikt, dus binnen 10 seconden gaan we een nieuwe wereldburger op deze aardbol zetten. We zijn er extra op gebrand om er een levend kind uit te halen, want bij de laatste twee sectio’s (ofwel keizersnede) is dit helaas niet goed afgelopen, meestal omdat de aanstaande moeders te laat naar het ziekenhuis komen. De baarmoeder gaat open en Erdi roept “PUSH!!!!” Ik vraag me af waarom, want de toekomstige moeder ligt met een ruggenprik, dus persen hoeft ze niet, totdat ik in een splitsecond begrijp dat IK op de buik van de moeder moet drukken, om het kind eruit de duwen. Dat doe ik vol overgave en voel het lichaampje, door de huid van de moeder, onder mijn vingers verdwijnen, terwijl Erdi het aan de andere kant opvangt. Een 4 kilo wegende mooie man komt schreeuwend ter wereld en we vieren weer een klein feestje. Het verrassende is dat de moeder naar het kind vraagt, of ze hem mag zien?!?!?!?! JA, TUURLIJK!!! In Nederland is dit natuurlijk hartstikke normaal en is doorgaans ook de vader aanwezig. Hier in Sierra Leone vragen de moeders over het algemeen helemaal niet naar het kind, ook niet bij de normale (vaginale) bevallingen. En de mannen????? Die zijn in geen velden, wegen, of bush te bekennen. Toefje slagroom op deze taart is dat ik nog een beetje mee mag hechten, dus mijn missie is helemaal geslaagd! Als de moeder naar de afdeling wordt gereden en ik m’n operatiejas uit doe, is mijn pak eronder van hemelsblauw, veranderd in donkerblauw, echt doorweekt. Gauw uitdoen maar, voor ik weer een koutje oploop.
Deze dag wordt afgesloten met een les over hoge bloeddruk, gegeven door Dr. Abel. Een zeer uitgebreid verhaal, waar ik gelukkig 95% van wist, alleen het leuke is dat er een Afrikaans tintje aan zit en de les daaraan wordt aangepast. En dat is die leerzame 5%. Goed, ik hoop dat jullie die bevallingsverhalen nog steeds niet zat zijn? By the way….door al het gezweet ben ik nu wel van m’n verkoudheid af .
Dag 22 Vandaag tellen we het 3e malariaslachtoffer in The guesthouse, het is Vanessa, de medische student die haar vliegtuig had gemist (vandaar de fout met tellen op het vliegveld, de 1e dag). Tijdens een buikoperatie, ‘t is toevallig ook nog eens een “vieze buik” (gesprongen blindedarm), valt ze bijna flauw. Nu gebeurt dat wel vaker op OK, zeker bij de mensen, die voor de 1e keer een operatiekamer binnen komen, maar Vanessa kleurt niet echt bij , nadat ze een beetje is opgeknapt. Een bloedafname wijst uit dat ze malaria heeft, dus ook zij kan zich storten op een kuurtje. Grant (onze tweede slachtoffer) is weer helemaal opgeknapt en zijn depressieve buien zijn als sneeuw voor de zon verdwenen, nu hij erachter is gekomen dat hij maar 1 pil per dag hoeft te slikken in plaats van 2!!!!! Die gozer heeft al die tijd een dubbele dosis geslikt, vind je het gek dat die jongen zo depri is? Ik vroeg me nog af, hoe hij dan aan zoveel pillen kan komen, want je krijgt die nl. altijd precies voor de periode dat je in een malariagebied zit + 7 dagen voor als je weer thuis bent. Hij schijnt eerder ook al in India geweest te zijn (ook malariagebied), maar daar had hij ze niet ingenomen, dus dat verklaart de hoeveelheid pillen, maar dat hij het voorschrift niet heeft gelezen, dat blijft mij een raadsel. Hij is binnen 48 uur weer helemaal het ventje en gaat morgen voor twee dagen naar Freetown, dat ziet hij nu wel zitten. Voor de OK dag begint, moet ik nog even een documentje uitprinten voor de opleiding. Ik heb een op dit terrein een printer gevonden, met stroom en ook nog inkt. Er zit zelfs een werkende computer aan verbonden. Een alleraardigste meneer wil mij wel even helpen. Zodra mijn USBstick, met documentje aan zijn computer van voor 1870 wordt verbonden, staat het vol met virussen. FIJN, ik ben net van mijn virus af, zit m’n stickkie weer vol. Terug naar de guesthouse, stick geformatteerd, document erop gezet, weer terug naar de printer. Daar kom ik iemand tegen die zegt: “Hey, ben jij hier niet eerder geweest?!?!?”. Hij blijkt een supersnelle computer te hebben, virusvrij en z’n eigen printer, dus gelukkig heb ik dat voor elkaar. Alles bijelkaar genomen, ben ik wel weer anderhalf uur verder, net op tijd op de OK, om de eerste patiënt te zien. Weer een keizersnee en gelukkig weer een levende baby (jongen). De dag zelf verloopt verder rustig met de eerdergenoemde “vieze buik” en daarna het verwijderen van een prostaat, waar ik een mooie spinaal in krijg. Ineens besef ik dat het morgen mijn “onofficiële” laatste werkdag is en wellicht verloopt die net zo soepel als vandaag. Hoe anders zou de dag morgen verlopen, met een (voor mij qua OK) spectaculair en “bloedstollend” einde van de stage…….
Dag 23 De dag begon o zo rustig. In de ochtend had ik 4 medische studenten, die met een groep van acht vrijwilligers hier ergens in Makeni verblijven, beloofd om een rondleiding te geven in het ziekenhuis. Ze hebben alle afdelingen gezien, inclusief de TFC, Therapeutic Feeding Centre, een onderdeel van het ziekenhuis waar kinderen onder de 5 jaar worden opgevangen. Nu is het ook een tussenstation om vanuit het ziekenhuis ontslagen te worden , als we in een crisissituatie een bed nodig hebben. Dan kan een patiënt die op de afdeling ligt (het kan dus ook een volwassenen zijn), die nog 1 nachtje moet blijven voor observatie, naar de TFC, en hebben wij weer een bed. De studenten vonden de rondleiding “AWESOME”, en gaan na een anderhalf uur vol indrukken naar huis. Ik eet even een broodje en ga daarna met Erdi mee, om echo’s te gaan maken van (voornamelijk) zwangere vrouwen. Tussendoor komt er ook wel eens een patiënt voor een echo van de buik of van het hart. Gemiddeld komen er per dag zo’n 15-25 vrouwen voor een controle, dus dat is altijd een drukke bedoening. Wel zo leuk voor mij, want dan kan ik ook testen, of ik een beetje met zo’n apparaat om kan gaan. Eerst doe ik een kort lichamelijk onderzoek om te bepalen hoe ver de vrouw in de zwangerschap zit en als de baby al wat groter is, hoe de ligging is. Vandaar uit ga je dan scannen. Als Erdi er 3 heeft voorgedaan, mag ik de rest van de patiënten doen. Al snel blijkt dat ik er redelijk handig in ben en gelukkig vind ik de ene na de andere hartactie van de baby. Vrouwen weten over het algemeen niet hoe lang te zwanger zijn. Het antwoord op de vraag “how die belly” (hoe lang ben je zwanger), is het antwoord “10 maanden”, niet uitzonderlijk! Vaak wordt naar de omvang van de buik gekeken en dan “zeggen ze maar wat”. Zo ook een dame in een prachtig “Tommy Hilfinger” polo met daaronder een traditionele rok. Zij is ook ongeveer 10 maanden, maar al tijdens het lichamelijk onderzoek stelt ze me voor een klein raadsel. Na de echokop op haar buik te hebben gezet, blijkt ze in verwachting van een tweeling, die allebei dwarsliggen en “verstrengeld” in elkaar. Ze maken het goed, maar ze kan onmogelijk “normaal” bevallen. De zwangerschap wordt in tijd teruggebracht van 10 maanden naar 6 maanden. Ze snapt het, geloof ik, niet helemaal, maar belooft op de volgende afspraak te komen. Zo zie ik verder o.a. een tiener met een morsig, gescheurd t-shirt, die 4 maanden zwanger is, maar die het al die tijd heeft genegeerd. Ook de dochter van Kaddi (operatieassistente) komt langs, zij is 6 maanden zwanger en ik doe m’n uiterste best om een hartslag te vinden. Helaas, het kindje is overleden. Kaddi is helemaal overstuur en vraagt of wij knappe “opoto’s” niets kunnen doen. Morgen komt de dochter terug, om de bevalling in gang te zetten. Het toefje slagroom op de taart is de laatste dame. 24 jaar, en komt met een redelijk dikke buik binnenwandelen. Na het lichamelijk onderzoek, waar ik geen chocola van kon maken, behalve dat ze koortsig aanvoelde en een gevoelige buik had, gaat de echokop op de buik. Het enige wat ik kan herkennen is vocht in de buik en al snel wordt de diagnose duidelijk. Deze dame heeft een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, maar dit is niet van 1 dag, misschien wel van 1 à anderhalve week!!!! Het is een wonder dat deze vrouw nog binnen is komen lopen. Erdi en ik schieten gelijk in onze emergencymodus. Ik hol naar de bloedbank om 3 lege autotransfusie bloedzakken te halen. Dit zijn normale bloedzakken, met een soort infuuslijntje er aan, met aan het eind een grote dikke naald.
Vervolgens hol ik naar de OK om al het personeel te waarschuwen. Ze zijn hier soms niet zo erg vlot (zowel van begrip als “in doen en laten”), maar ik weet binnen 5 minuten iedereen ervan te overtuigen dat het super, superspoed is. Eén van de personeelsleden (Peter, ook wel LPK (El Pi Kee) genoemd) gaat vervolgens naar de vrouwenafdeling, om de dame in kwestie op te halen. Mijn hersenen draaien tegen die tijd op volle toeren, want hoe ga ik dit nu met Bendu allemaal redden. Normaal gesproken heb ik nog backup van een anesthesioloog en een heleboel apparatuur. Hier heb ik 1 monitor en 1 drukzak, om vloeistoffen onder druk de patiënt in te pompen. Al snel komt Peter met de dame in een rolstoel aangesneld. Normaal gesproken laat men hier de patiënt zelf overstappen, maar ik geef Peter de opdracht dat wij deze patiënt moeten helpen, omdat ze elk moment onderuit kan gaan. Zodra ze op de tafel ligt, zie ik dat de patiënt 1 roze ( is klein) infuusje heeft, die niet al te best loopt. Ik kan het de verpleging op de afdeling niet kwalijk nemen, want deze vrouw is in shock. Er zit meer bloed in de buik dan in haar bloedvaten!!! Ik besluit nu ook maar het ECG aan te sluiten (hartfilmpje), want het begint nu toch wel spannend te worden. Ondertussen is iedereen aanwezig (ook Erdi) en het eerste wat we doen is “autotransfusie”. Het bloed wat vrij in de buik is, gaan we opvangen in die speciale zakken die ik had gehaald bij de bloedbank. De naald gaat de buik in en het stroomt werkelijk met hoge druk de zak in. Na een minuut of hebben we 2-en-een-halve-liter opgevangen!!!!!, zo’n beetje de helft van haar eigen bloedvolume. Alle zakken komen bij mij terecht en een groot voordeel is dat de inhoud van de zakken lekker warm is. Ik moet als de wiedeweerga dit terug gaan geven, maar over dat mini-infuusje op de hand, gaat dat niet lukken en de andere vaten waren al geprobeerd op de afdeling, zonder enig succes. Bovendien moet er NU een infuus in, want als Erdi de buik van de vrouw open gaat maken, valt de bloeddruk weg en krijg ik er helemaal niet meer in. Dan valt mijn oog op de hals van de vrouw, waar een heel mooi vat loopt. Bendu durft het niet aan om daar een infuus te zetten en andermaal gaat er door mijn hoofd “You can do this, Kris!” 1 kans, 1 poging…. Met een infuusnaald die ik uit Nederland mee had genomen, doorboor ik de huid en voila…..bloed. Ik zit op de goede plek!!!!. Bendu heeft ondertussen een tweede infuus gemaakt en na zorgvuldig afplakken van het infuus, sluiten we het aan. Hij loopt als een TGV!!!! Ik geeft Erdi groen licht om de buik te openen en daar komt ook nog eens anderhalve liter bloed uit. Dat is dus al vier liter!!! Op de twee infusen, sluiten Bendu en ik twee `zij infusen` aan om zo snel mogelijk het opgevangen bloed terug te geven. Met slechts 1 drukzak weten we uiteindelijk toch alles terug te geven. Erdi heeft ondertussen het probleem gevonden, lost het op en sluit daarna weer de buik. Door het vele vullen is de dame nu weer een beetje overvuld, maar dat kunnen we gelukkig oplossen door wat medicatie te geven waardoor ze weer gaat plassen. Na anderhalf uur kunnen we de dame levend op de afdeling afleveren, maar het had ook heel anders af kunnen lopen….. Zo dan!!! Dit was mijn laatste bloedstollende DD van dit avontuur. Ik vond het leuk om jullie allemaal weer mee te nemen met mijn dagelijkse bezigheden. Een avontuur met vele hoogte- en een paar dieptepunten maar met vooral veel plezier. Bovendien heb ik heel veel gezien en geleerd. Via deze weg wil ik graag iedereen bedanken voor het reageren op de DD´s , het meeleven met de patiënten,
met verhalen uit Nederland en natuurlijk het meedoen met de prijsvraag. Aankomend weekend ga ik nog twee daagjes uitrusten en maandag via auto, ferry en vliegtuig naar huis (een reis van 24 uur).
Dag 24 Vanmorgen vroeg vertrokken uit Makeni om de boot van 11.00 uur te halen. Ik verlaat de Guesthouse met twee koffers, twee rugzakken en een AH tas vol eten. Vooral het laatste item zou verder op de dag o zo goed van pas komen. De driver rijdt flink door, waar ik, op een haar na, ontkom aan een ongeluk. We zaten bijna gesandwiched tussen een vrachtwagen en een bus. Maar goed, we zijn op tijd in Freetown en halen de ferry met gemak. Stipt om 11.00 uur meren we af en stort ik mij tussen de locals die van alles aan je willen verkopen. Opoto's reizen altijd "eerste klas" een overdekte ruimte met bankjes en een karaoke. Je kan de betreffende DVD's ook nog kopen als je wilt. Na een uurtje meren we aan in Lungi en rijden we de roestige boot weer af. Ben altijd blij als ik er weer vanaf ben :-). Vervolgens is het nog 15 minuutjes naar het vliegveld dus we staan daar ruim 7 uur te vroeg, maar goed, in een land als Afrika is het maar beter om vroeg te zijn. Ik probeer nog mijn eticket uit te printen, maar "the system is down" en dat was de voorbode voor meer ellende. We checken rond een uur of half 2 in en via de paspoort controle en de scan (je mag hier liters water meebrengen) zit ik om 2 uur op een hard plastic kuipstoeltje naar de TV te kijken, die op een Afrikaanse versie van CNN waar de val van Tripoli uitgebreid wordt verslagen. De wijzers van de klok kruipen vooruit en tegen de tijd dat we naar het vliegtuig zouden moeten (heb ik de landing van het vliegtuig gemist dan???) wordt er omgeroepen dat de vlucht gecanceld is. WAT?????? Bij de landing in Banjul blijkt er een vogel in de rotorbladen terecht gekomen te zijn, dus het vliegtuig kan niet verder . De mensen die dus naar Freetown willen, zitten daar vast. Man, en wat er dan gebeurt in een vertrekruimte, is eigenlijk onbeschrijflijk. Een opoto (één of andere manager) moet gaan vertellen dat we hier dus vast zitten. Iedereen moet terug naar huis, met de ferry, die men nog net kan halen. Men begint over schadevergoedingen etc., maar eerst moeten we onze telefoonnummers achterlaten en beslissen of we onze bagage terug willen. Ik heb weinig zin om met 46 kilo te gaan sjouwen, dus ik vind het wel best zo. De Amerikanen kijken mij allemal aan, alsof ik alle antwoorden heb. Ach, wat zijn het ineens een stel tieners, behalve John, die heeft wel meer met dit bijltje gehakt. Nadat van iedereen (met de hand geschreven) de telefoonnummers zijn opgeschreven (we worden gebeld als er een nieuwe vlucht gaat dus nu maar hopen dat de de "+" niet vergeten in te drukken als ze mij bellen), moet er een oplossing voor de nacht en de volgende dag worden gevonden. De Amerikanen hebben geen geld, dus kunnen geen hotel betalen. Nog een keer 24 uur op een plastic stoel zitten dan maar???? Voordeel, je weet zeker dat je de vlucht niet mist. Nadeel, het vliegveld gaat dicht, dus je hebt daar helemaal NIETS, behalve ik dan met een AH tas vol met lekkere dingen en 3 liter water. Ik besluit tegen de manager te zeggen dat we geen hotel kunnen betalen en dat terugreizen naar Makeni geen optie is (4 uur heen en 4 uur terug met veel onzekere componenten als drivers, ferry en slechte wegen). We worden naar een andere dame gestuurd, waar
we weer onze namen moeten doorgeven. Zij maakt een lijst voor een eventuele hotelovernachting. Aangezien we 1 van de weinige opoto's zijn, vallen we wel op tussen al die verhitte, boze en opgewonden Afrikanen. Ik besluit de namen te verzamelen en dan in de rij van " hotel" te gaan staan. Er is ook een rij voor " de ferry" en nog een vage rij voor "Pelicantours". De rest van de Afrikanen gaan "gewoon” naar huis. Na een half uurtje komt het verlossende woord, wij mogen heel luxe naar het " Airport Hotel". Ik ben er al 3x eerder geweest, dus ik ben helemaal in mijn sas. We krijgen allemaal onze eigen kamer en mogen blijven, tot het volgende vliegtuig komt. Na een heerlijk diner gaan we het dus maar afwachten. Ik zit in ieder geval droog, heb een mooie kamer en eindelijk een warme douche. Zoals het er nu naar uitziet, vlieg ik morgenavond om 20.20 uur. Er wordt eerst een nieuw rotorblad ingevlogen. dan wordt het vliegtuig gemaakt en dan vliegt men door van Banjul naar Freetown. Klap op de vuurpijl is dat ik ook nog eens snel internet heb, dus bij deze de kers op de taart.
Dag 25 Na een nacht heerlijk te hebben geslapen, moet ik deze dag maar een beetje uitzitten. De tijd wordt gevuld met internetten, eten (alles op kosten van Brussels Airlines) en goed de telefoon in de gaten houden, want ik ben er nog steeds niet gerust op dat ze me bellen. Na het ontbijt krijg ik al onofficieel te horen van een general manager, die ook in dit hotel verblijft, dat we vannacht rond 01.00 uur vertrekken. Prima, beetje rottijd , maar ach, zo erg is het ook weer niet. In de middag wordt het eindelijk een beetje droog en kan ik even bij het zwembad gaan zitten, waar ik in gesprek kom met een stewardess van een Britse vliegmaatschappij. We hebben het over de situatie waar ik in zit, over vogels in vliegtuigmotoren, over Afrika, van alles. Dan wordt ik eindelijk gebeld, dat het officieel is. We vertrekken om 01.15 uur, inchecken om 20.00 uur. Nou, ik heb alleen mijn handbagage maar, dus dat zal hopelijk vlot verlopen. De hotelmanager vraag hoe laat ik wil vertrekken naar het vliegtuig. Pfffff, kunnen ze hier nou echt niet nadenken? Het hotel is 5 minuten rijden met de auto!!!! Ik besluit te zeggen half 8, want de groep opoto’s, met aan het hoofd MOI, wordt steeds groter. 2 Spanjaarden hebben zich bij onze groep gevoegd, omdat ze hadden gezien dat ik het “allemaal wel ff regelde”. Half 8 stipt staat de bus van het hotel voor de deur en we kunnen allemaal in 1x mee. Enige irritatie van mijn kant, was dat er twee Amerikanen om half 8 nog zaten te eten (beide 19 jaar en verliefd op elkaar). Ik ging zowat uit m’n dak. Any way. 5 minuten later staan we weer op de plek waar ik 24 uur geleden ook al was en een local (dikke Afrikaan met een bak fish and chips in zijn handen) doet in Crio het woord. Er staat nl. een gigantische rij met mensen met koffers, die gisteren niet eens waren ingechecked en onze koffers zijn nog steeds in handen van Brussels Airlines. Zodra de local dat duidelijk heeft gemaakt, mogen we gelijk doorlopen. Ik zie mijn koffers staan (JIPPIE) krijg er een ander bandje omheen, hop weer een nieuwe boardingcard, koffers op de band en gaaaaaan. De paspoortcontrole is een fluitje van een cent, want strikt gezien had ik het land al verlaten. Nog even door de scan (weer met 3 liter water en mijn AH tas die inmiddels een stuk leger is), en ik nestel mijn weer op het plastic stoeltje waar ik gisteren zat.
Bij het inchecken hebben we een brief met uitgebreide verontschuldigingen gekregen en een tegoedbon om op de luchthaven wat te eten en te drinken, omdat men geen goede maaltijden aan boord heeft. Men heeft op stel en sprong voedsel in moeten slaan in Banjul, maar dat schijnt niet veel te zijn. Weer tikken de minuten weg en dan gebeurt er iets, wat ik werkelijk niet geloof. De vlucht wordt wéér geannuleerd. Bovendien moet iedereen z’n koffers dit keer meenemen. Een beetje verdoofd loop ik terug naar de grote hal, waar ondertussen, op z’n zachtst gezegd, de pleuris is uitgebroken. Vechtende Afrikanen, heel veel ruzie, opstandige moeders met kinderen, die ondertussen al in slaap zijn gevallen op de rug van moeders. En die arme general manager (de opoto weer) weet niet waar hij het moet zoeken. Wat blijkt, het rotorblad is vervangen, maar testen geven aan dat er teveel speling op zit, dus het vliegtuig mag niet de lucht in. Er moet een speciale technische persoon komen om dat te verhelpen. Bovendien is er geen plek meer om te slapen in Lungi, dus iedereen MOET naar Freetown. Het laatste heb ik niet zo’n zin in, want de hemel is ondertussen weer open gebroken en de regen komt echt met bakken uit de hemel. Ik ga niet met 4 stuks bagage, met een gewicht van bijna 60 kilo naar de ferry (die vaart nu dus extra), in het pikkedonker, naar een ongure en gevaarlijke stad als Freetown. Ik besluit om met de hele groep (5 Amerikanen, 2 Spanjaarden en ik) terug te gaan naar het Airport Hotel om te kijken of we wat kunnen regelen. Daar blijkt men in eerste instantie wel mee te willen werken, maar naarmate de tijd vordert, blijken ze ineens geen kamers meer te hebben. Ze zeggen dat ze willen wachten totdat men weet wat Brussels Airlines gaat doen, maar ik weet al dat er niet eerder dan morgenochtend enige duidelijkheid is over hoe en wat. De fish-and-chips-local, springt weer voor mij in de bres en uiteindelijk kom ik erachter dat de kamers die nog vrij zijn, voor het personeel van Brussels Airlines is. Daar zitten we dan, 8 vermoeide opoto’s, zonder onderdak en het is ondertussen 1 uur in de nacht en ik had gewoon in dat vliegtuig moeten zitten. Wat zeg ik? Ik had in m’n eigen bedje moeten liggen!!!! Dan blijkt er 5 minuten van het hotel een guesthouse te zitten die onderdak kan bieden. Iemand van het hotel heeft wat rondgebeld en na 5 minuten maak ik kennis met ene Hassan. Hij komt aan in zijn vuurrode Nissan Sunny, met kofferbak en wil ons wel onderdak geven. Vertwijfeld kijk ik van de groep met 24 stuks bagage naar de Nissan…. Hassan moet 3x rijden om het hele zooitje over te brengen. Ik ga als laatste, in m’n eentje. De ramen van de auto zijn zó donker afgeplakt, dat ik heel even het gevoel heb dat ze me zomaar kunnen ontvoeren. Niets is minder waar, want 5 minuten later word ik herenigd met de groep. Mijn eerste indruk is dat het een erg smoezelige plek is en het lijkt meer op een plek waar dames van lichte zeden hun beroep uit kunnen oefenen, dan een guesthouse. Ik zie blauwe en groene peertjes (wel energiebesparend, dat dan weer wel), hangen aan het plafond, wat het zicht er niet beter op maakt. Het gebouw waarin we slapen wordt omringd door een hoge muur met prikkeldraad erbovenop gespannen. Ik heb de pech dat ik in de kamer slaap naast de generator, dus ik doe bijna geen oog dicht. Uiteindelijk besef ik dat ik nog ergens oordoppen heb, en die geven enige verlichting. Ik weet niet of ik het bed deel met inheemse insecten of andere vieze beesten, dat zie ik morgen bij daglicht wel weer. Bovendien moet ik maar een plan B gaan maken om hier weg te komen. De stewardess die ik vanmiddag heb gesproken, vliegt morgen terug met een half volle vlucht naar Londen en ik ben geneigd om dat maar te doen. Dat zien we morgen dan wel weer…..(waar kwam deze zin ook weer vandaan…TitaTovenaar????)
Dag 26 Na twee dagen ben ik bijgekomen van de terugreis naar Nederland en jullie hebben dus nog 1 aflevering van deze reis tegoed. Hier gaan we dan maar. De nacht in de guesthouse was ronduit dramatisch. Bij daglicht zag het pand er nog viezer uit dan ik midden in de nacht bij mijn lantaarntje had gezien. Doordat de generator onder mijn raam de hele nacht op volle toeren draaide en de oordoppen slechts een beetje hielpen, moest ik het met 2 uur nachtrust doen. Om 6 uur stond ik weer naast mijn “bed”, voor zover je het een bed kon noemen en mijn hersens begonnen gelijk op volle toeren te draaien, om een uitweg uit deze situatie te verzinnen. Als eerste mijn broer maar eens gebeld, om voor de zoveelste keer te zeggen, dat hij niet naar Brussel hoeft af te reizen en kort met hem wat opties besproken, om hier vandaan te komen, en geloof me, dat zijn er niet veel. Tenslotte besluit ik om Pien te bellen. Ik hoor jullie denken, Pien?, Pien?, wie is Pien?. Dan moeten jullie even terug bladeren naar DD 1, waar ik haar kort heb voorgesteld. Zij is één van de vaste krachten die bij Lion Heart Foundation werkt en heeft wellicht wat connecties en/of ideeën. Mijn telefoon rekening loopt inmiddels tegen de € 200,- en daarna wordt mijn nummer geblokkeerd. Een veiligheid die is ingebouwd, om bij diefstal van mijn telefoon, de kosten niet te hoog op te laten lopen. Bovendien heeft de dief daarna niets meer aan mijn telefoon. En, ow, wat haat ik die “ingebouwde veiligheid” nu. Nog even en ik heb niet eens meer contact met de buitenwereld… Ik krijg een vrolijke Pien aan de lijn, die vraagt of ik eergisteren veilig in Brussel ben aangekomen. Als ik haar in zeer korte bewoording uitleg dat ik nog steeds in Sierra Leone zit en dat dit gesprek € 2,25 per minuut kost, gaat ze direct voor mij aan de slag. We spreken af om via email en sms contact te houden. Ondertussen is iedereen wakker en besluiten we om zo snel mogelijk weer terug te gaan naar het Airport Hotel, omdat we daar in ieder geval gratis eten en drinken krijgen en we contact met de buitenwereld hebben, d.m.v. internet. Binnen niet afzienbare tijd krijg ik een sms dat ik vanavond kan vliegen naar Londen voor een bedrag van rond de 700 euries. Toch raadt Pien me aan om even op de ontwikkelingen van Brussels Airlines te wachten, maar na slechts 2 uur slaap en 7 mensen die om me heen hangen, wil ik niets anders dan naar huis. Pien besluit ook een mailtje naar een contactpersoon van Br.Airlines in Lungi te sturen en dat blijkt een gouden zet (waarvoor dank!). In het mailtje schrijft ze dat Lion Heart Foundation een arts (ik dus) vast heeft zitten en dat diegene met superspoed naar huis moet. De contactpersoon komt onmiddellijk in actie door mij op de urgentielijst te zetten van de Britse maatschappij BMI, die vanavond om 23.45 uur naar Londen zal vliegen. Ondanks dat Br. Airlines zegt, dat het inmiddels gemaakte vliegtuig om 23.40 uur zal gaan vliegen (wat zou betekenen dat ik eerder thuis zou zijn, dan met BMI), gaat mijn voorkeur uit naar BMI. In het “kapotte-inmiddels-gemaakte-vliegtuig” had ik eerlijk gezegd geen vertrouwen meer. De uren verstrijken weer, maar geen conformation of eticket in mijn mailbox, die ik minimaal 20x per uur check. De telefoonnummers van Br. Airlines die ik heb gekregen en 24 uur per dag bereikbaar zijn, blijken allemaal een voicemail te geven. Na een aantal keren krijg ik uiteindelijk toch mijn
contactpersoon aan de lijn (en ik maar hopen, dat mijn telefoon ondertussen niet wordt afgesloten) en hij blijkt nog Nederlands te spreken ook! Hij raadt mij ten zeerste aan om met BMI te vliegen, omdat het toestel van hun nog verre van vluchtwaardig is. Er moet nog een reserveonderdeel en een technische medewerker uit Dakar komen. Na reparatie duurt een test 1 tot 4 uur, dan moeten de mensen die in Banjul vastzitten inchecken (1,5 uur), naar Freetown vliegen en dan kan ik pas naar huis. Br. Airlines heeft mij ondertussen gratis omgeboekt, maar als ik mijn bezorgdheid uitspreek dat ik nog steeds niets heb ontvangen, stelt hij mij gerust. Ze zoeken nog een mooie aansluitende vlucht vanuit Londen naar Amsterdam, zodat ik niet nog een uurtje of 7 in Londen hoef te wachten. Dan, rond een uur of 2 eindelijk een verlossend mailtje binnen. Ik vlieg vanavond naar Londen, kom dan om 07.45 uur aan en vlieg om 09.45 uur naar Amsterdam. Ik sms snel mijn broer, dat dit toch ècht de laatste sms is . Inmiddels heeft de rest van de groep zich ook om laten boeken, omdat ik van de stewardess van BMI, waarmee ik gisteren aan het zwembad zat, de informatie had gekregen dat het vliegtuig maar halfvol zat (of half leeg, ‘t is maar hoe je het bekijkt). En zo komen we allemaal weer in een feeststemming. Rond een uur of half zes begint voor de laatste keer de hele ceremonie opnieuw. Koffers in de bus, naar het vliegveld, koffers uit de bus, wachten tot het inchecken, koffer checken (dan doet het personeel al niet eens meer, dus ik had best wat diamanten kunnen smokkelen ). Koffers afgeven, door de douane (stempel om uit het land te komen had ik al 2 dagen), langs de scan, en weer op een oranje kuipstoeltje plaatsnemen. En weer kruipen de uren voorbij, maar tegen half tien landt er toch ECHT een vliegtuig! Tegen 23.00 uur gaan we aan boord en Wanda regelt een hele rij stoelen voor mij, zodat ik lekker tijdens de vlucht kan slapen. En dat laatste doe ik dan ook. Ik word wakker met de mededeling van de piloot dat we over een half uurtje gaan landen in Londen. Eenmaal geland, wil ik direct mijn broer smsen, maar dan geeft mijn telefoon de tekst “geef pukcode” WAT?!?!?!?!? Wat bleek? Ik had tijdens de vlucht mijn telefoon uitgezet en in mijn zak gestopt. Waarschijnlijk tijdens mijn slaap toch wat toetsen ingedrukt, verkeerde pincode en toen telefoon geblokkeerd!!! Shit, shit, shit, want ik begin mezelf af te vragen, of ik wel in mijn laatste sms mijn broer heb verteld dat hij naar Amsterdam moet komen en niet naar Brussel…….. In Londen loopt alles prima en ben op tijd bij de juiste gate. Doordat ik mijn Erasmuspas i.c.m. mijn boardingcard laat zien (waaruit blijkt dat ik niet echt veel overstaptijd heb), krijg ik overal voorrang. De vlucht naar Amsterdam vertrekt op tijd (ik geloof het bijna niet) en als we landen op Schilhol, wil ik bijna gaan klappen, maar besluit dit toch maar niet te doen, met al die zakenlui om me heen, HAHAHAHAHAHA. Nog even koffers ophalen en door de laatste check en HOERA ik zie mijn broer, die mij een uur later in Rotterdam aflevert bij een dolgelukkige moeder. Zo dan….. Dit was ècht het laatste deel van dit avontuur en kan ik dus ècht afsluiten met…. Dag Dikkie Dik………..tot de volgende keer.