Emerald Move
November 2010 Senegal Foto’s: Gerben van Es-AVDD, LTZ2OC Pieter Goedhart en KAPTMARNS Wijnand Overvelde
De oefening Emerald Move bereidt Defensie en een aantal andere Europese krijgsmachten voor op een mogelijk
expeditionair optreden op het Afrikaanse continent. Emerald Move is onderdeel van een serie oefeningen die uitmonden in de grootschalige oefening Joint African Lion 2013. Joint African Lion 2013 en de reeks oefeningen in de aanloop naar deze eindoefening tonen het belang dat in het Nederlandse buitenlandbeleid aan Afrika wordt gehecht. De reden voor deze extra aandacht is de aanwezigheid van fragiele staten die regionaal en zelfs wereldwijd een bedreiging voor stabiliteit en veiligheid kunnen vormen. Emerald Move vormt tevens de eerste grote amfibische oefening voor het Europees Amfibisch Initiatief (EAI). Frankrijk, Italië, België en Nederland demonstreren in samenwerking met gastland Senegal dat zij de capaciteit hebben om gezamenlijk buiten Europa een amfibische operatie uit te voeren. Zodoende opereren gedurende de maand november meer dan 3.800 militairen, onder wie 780 Nederlanders, 11 schepen, 18 vliegtuigen en een paar honderd voertuigen op de grens van land en water. Eén van de speerpunten van deze oefening is een goede internationale samenwerking. QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
16
Zelfstandig opereren De oefening moet tevens aantonen dat operaties, na een geslaagde landing vanuit zee, minimaal tien dagen op het land voortgezet kunnen worden, zonder ondersteuning van het gastland. Dit volledig zelfstandig opereren onder zware klimatologische- en terreinomstandigheden is de deelnemende twee infanteriecompagnieën en de geniecompagnie van 11 Luchtmobiele Brigade op het lijf geschreven. De 11e en 21e Infanteriecompagnie van het Korps Mariniers treden met name op als amfibische landingseenheden.
Nederlandse inzet Naast de genoemde gevechtseenheden bestaat de Nederlandse bijdrage uit Hr. Ms. Johan de Witt met haar bemanning en de staf van de Netherlands Maritime Force (Nlmarfor). Om de amfibische landingen mogelijk te maken, brengt de hydrografische dienst het landingsgebied in kaart. Leden van de Duik- en Demonteergroep en het Amfibisch Gevechtssteunbataljon maken dit gebied vrij van eventuele obstakels en explosieven. Om de lokale bevolking van de goede intenties te overtuigen, knappen genisten in Senegal ziekenhuizen, een school, waterpompen en een weg op. Onder leiding van de Commander Netherlands Maritime Force (Comnlmarfor), commandeur Peter Lenselink, zullen de amfibische capaciteiten van Hr. Ms. Johan de Witt en de geëmbarkeerde eenheden tijdens deze oefening danig op de proef worden gesteld.
Emerald Move gaat van start De oefening begon op 8 november met een grote conferentie aan boord van Hr. Ms. Johan de Witt. Meer dan 150 militairen vertegenwoordigden de deelnemende landen en spraken met elkaar de laatste details door. Landingsvaartuigen varen af en aan om al deze personen op tijd aan boord van het landing platform dock te krijgen.
Ondertussen maken de grenadiers van 11 Luchtmobiele Brigade op de kade hun voertuigen gereed voor vertrek. De voertuigen zijn met de Johan de Witt naar Senegal verscheept. Vanuit Dakar reizen de rode baretten naar het plaatsje Nianing ten zuiden van de havenstad. Zowel het mariniers- als luchtmobiel bataljon hebben hier tijdens de oefening hun uitvalsbasis.
Gelijkertijd met deze pre-sail conference zijn ook de vlag- en opperofficieren, de key commanders van de oefening, naar de Johan de Witt gekomen om elkaar te ontmoeten. Na afloop van de ontmoeting vindt de persconferentie plaats; deze vormt voor de pers de gelegenheid bij uitstek om de key commanders vragen te stellen over de oefening. Nadat de pers op al hun vragen een antwoord – in het Frans of Engels – heeft gekregen, vertrekken de key commanders en de pers gezamenlijk naar de brugvleugel voor een informele fotoshoot.
Goede samenwerking Terwijl Senegalese, Italiaanse en Nederlandse mariniers oefenen om burgers uit het oefengebied rond het plaatsje Ndangane te evacueren, wordt de amfibische taakgroep op zee aangevallen door de snelle Mirages van de vijand. Deze amfibische taakgroep bestaat onder andere uit twee Franse, twee Italiaanse en een Nederlands landing platform dock (LPD). Schepen van formaat, met
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
17
Mariniers en luchtmobiel helpen bevolking Senegal
een gezamenlijke waterverplaatsing van meer dan 100.000 ton! In de commandocentrales van de verschillende schepen is het een drukte van belang. Overal komt informatie binnen, worden orders gegeven en ontvangen. Het Franse fregat FS Cassard neemt de luchtverdediging van de Task Force op zich. Heftig manoeuvrerend beweegt het schip om het vlootverband heen, zich optimaal positionerend om de aanvallen van de Mirages af te slaan. De LPD’s beschikken zelf ook over luchtverdedigingsmiddelen, maar deze zijn vooral bedoeld voor de korte afstand. “Omdat Hr. Ms. Johan de Witt over twee Goalkeepers beschikt, hoeft het schip bij deze aanvallen niet heel heftig te manoeuvreren”, weet smjrodops René van der Linden. Deze twee goalkeepers, één voor en één achter, zorgen namelijk voor een verdedigingscirkel van 360 graden rondom het LPD. Toch blijft een goede samenwerking van levensbelang. Maar hoe is een goede samenwerking te bewerkstelligen? Het is voor de Commander Amphibious Task Force (CATF), commandeur Peter Lenselink, van belang om 24/7 in contact te zijn met de eenheden in de gehele Amphibious Operation Area, die zich ook uitstrekt over land. “Voor een goede samenwerking tussen de verschillende deelnemende eenheden is robuuste communicatie essentieel”, geeft commandeur Lenselink aan. “In deze oefening heeft chatten een belangrijke plaats veroverd om met elkaar informatie uit te wisselen.” Dit chatten is het realtime voeren van gesprekken via een beveiligd netwerk. Dit kan zowel gedaan worden door eenheden op zee, als op het land. Door de goede samenwerking tussen de verschillende internationale eenheden, gebaseerd op robuuste communicatie, druipen de Mirages onverrichter zaken weer af en kan de Task Force haar werk blijven doen.
In deze oefening voeren Nederlandse militairen niet alleen sociale patrouilles uit voor de Senegalese bevolking, maar ook diverse projecten. Die variëren van het opknappen van een hulppost in Nemanding tot het behandelen van patiënten in het kustdorpje Simal.
Social Patrol Mariniers van de 21e Infanteriecompagnie leveren een mooie bijdrage aan een groot offerfeest in het dorpje Simal in Senegal.
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
18
van het peloton maakt een ronde door het dorp, waarbij we eerst een praatje maken met de dorpsoudste om uit te leggen wat we komen doen”, legt hij verder uit. Tijdens een sociale patrouille proberen de mariniers zoveel mogelijk informatie in te winnen over de lokale omstandigheden. Daarbij maken ze contact met de bevolking en leggen ze het doel van hun bezoek uit. In dit geval kijken de mariniers direct welke behoeften er in het dorp zijn. “Een gevoelige taak”, legt compagniescommandant, kapitein der mariniers Mark Haasdijk uit: “De mensen hier zijn niet ondervoed en behoorlijk trots op dat ze het kunnen redden met wat ze hebben. Als we zomaar voedsel gaan doneren, kan dat heel verkeerd vallen. Voor dit soort dingen moet je dus gevoel hebben.” Eén van de ‘behoeften’ blijkt te liggen bij schrijfspullen voor het schooltje. “We hebben op de lokale markt schriften gekocht voor de hoogste klassen en die gegeven aan het schooltje”, zegt Nederlof. Het eten dat de compagnie ter beschikking stelt, leveren de mariniers af op een centraal punt, zodat de dorpsoudsten het tijdens het offerfeest kunnen uitdelen aan de allerarmsten in het dorp. Het medische team heeft ongeveer veertig mensen behandeld. Marinier 1 algemeen Pieter Lagendijk: “We doen wat we kunnen, maar tijdens zijn korte bezoek zijn moeilijke medische dingen niet op te lossen. We willen ook geen valse hoop geven, maar we doen wat we kunnen.” Het medische team komt een paar ernstige gevallen tegen, maar het gros van de patiënten lijdt vooral aan hoofdpijn en andere klachten die direct verband houden met uitdroging. “De eigen dokter en verpleegsters van het ziekenhuisje hier zijn erg blij met onze komst. Ze hebben de kennis wel, maar het ontbreekt ze gewoon aan geld en middelen”, vertelt Lagendijk verder. “Wij nemen in elk geval niets mee terug, alles wat we hier naartoe hebben meegenomen, gaat naar dat ziekenhuis.”
Een bezoek aan het dorp is onderdeel van een oefening in social patroling voor de compagnie. Zij zullen het dorp tweemaal bezoeken, waarbij de mariniers bij het tweede bezoek voedsel zullen doneren voor het offerfeest, schoolspullen aanschaffen voor de kinderen en medische ondersteuning verzorgen aan ongeveer veertig dorpelingen. Voor eerste luitenant der mariniers Maarten Nederlof een bijzondere ervaring.“Dit is tot nu toe één van de mooiste ervaringen tijdens mijn carrière bij het Korps”, aldus de pelotonscommandant. “Wij hebben een ruimte gemaakt waar mensen naartoe kunnen voor medische hulp. Een ander deel
Pionierswerk Diep in het binnenland van Senegal, in het dorpje Nemanding, hebben genisten van 11 Luchtmobiele Brigade (11LMB) hun kamp opgeslagen. Daar knappen zij samen met de lokale autoriteiten een hulppost op. Een belangrijke ook, omdat deze fungeert als
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
19
van zijn militaire bouwvakkers: “Ongekend wat de mannen met beperkte middelen voor elkaar krijgen. Dit is dankbaar pionierswerk!”
hospitaal voor de hele regio. “Samen met de lokale schoolmeester hebben we bouwmateriaal gekocht”, vertelt kapitein Leen van der Wiel van het 1 Cimic bataljon. “Hierdoor kunnen we het budget laag houden, wat weer de kans biedt om extra zaken op te pakken.” Bij de verpleegpost ontfermen de genisten zich vooral over het kraamgebouw en de woning van de beheerder. Zo hebben ze het dak opgeknapt, horren voor de ramen geplaatst, muren geverfd en de vloer grondig gereinigd. Het verpleegpand knappen de Senegalezen zelf op. Van der Wiel is zichtbaar trots op het werk
Riverine operaties Op de Saloum rivier in Senegal vinden onder aansturing van het Korps Mariniers diverse riviergebonden operaties plaats. Van tactisch varen tot gevechtsscenario’s. Een nuttige en realistische training voor zowel de Nederlandse militairen als de Senegalese soldaten.
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
20
een cruciaal terrein te ontzeggen.: “Ons doel is het innemen van een belangrijke overspanning en het beheersen van de routes van en naar deze brug”, vertelt sergeant-majoor Ilja Jansen van de Alfacompagnie na de succesvolle landing.
72 uur doorbijten
De westkust van Senegal kenmerkt zich door langgerekte zandstranden met forse rivierdelta’s, die soms tot honderden kilometers landinwaarts reiken. Ideale omstandigheden om vanuit zee het amfibisch werkterrein uit te breiden naar riviergebonden operaties. “In veel potentiële inzetgebieden tevens pure noodzaak”, legt de commandant van het Amfibisch Opleidingscentrum, luitenant-kolonel der mariniers Michiel Posthumus uit. “Bij een slechte staat van wegen zijn rivieren namelijk ware levensaders.” Dat de trainingen uitgevoerd konden worden op onbekend terrein, voegt nog een extra dimensie toe.
De gedropte eenheden moeten de eerste 72 uur zelfstandig overbruggen tot de over land oprukkende eenheden hen komen aflossen. De oefenvijand, gevormd door Senegalese militairen, Franse infanteristen en het Vreemdelingenlegioen, zitten echter niet stil en proberen de brug weer in handen te krijgen. De Nederlandse troepen houden echter stand tegen de pittige tegenstanders. “Het vijandcontact is nu nog maar sporadisch”, aldus sergeant-majoor
Doctrines Ook voor de Senegalese militairen bieden de trainingen een uitgelezen kans om ervaring op te doen met het opereren op rivieren. “Op dit gebied ontbreekt het namelijk nog aan doctrines”, legt Posthumus uit. “Door samen te trainen en de bekendheid met het maritiem domein te vergroten, leveren we tevens een bijdrage aan regionale capaciteitsopbouw.”
Oefenscenario Parallel aan de rivieroperaties voeren de Luchtmobiele eenheden samen met Franse en Belgische para’s en mariniers een inzet per parachute uit. De multinationale eenheid landt diep in het operatiegebied bij de plaatsen Fatick en Diofior, om van daaruit verder op te treden. De paradrop maakt deel uit van een oefenscenario, waarbij de eenheden een militaire operatie uitvoerden om de (oefen)vijand QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
21
Jansen. “Er wordt nog steeds adequaat en agressief op gereageerd.”
Vervolgoperaties Na de acties bij de brug gaan de eenheden verder met het uitvoeren van patrouilles. De infanteristen doen dit te voet en deels met lichte terreinvoertuigen. De verplaatsingen in het terrein zijn meestal ‘s nachts. Niet alleen om tactische redenen, maar ook vanwege de hitte in het Afrikaanse land.
Special Forces werken internationaal samen in West-Afrika Ook Nederlandse en Belgische elite-eenheden hebben als Maritime Special Operations Task Group (M-SOTG) deel uitgemaakt van de internationale oefening Emerald Move. Deze M-SOTG wordt geleid door Maritime Special Operations Force (Marsof) van de Koninklijke Marine.
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
22
Tijdens de oefening ondersteunen mariniers van Marsof, militairen van het Korps Commandotroepen (KCT) en het Belgische Amphibious Reconnaissance Team (ART) de Commander Amphibious Task Force (CATF) in het uitvoeren van zijn opdracht. Het is de eerste keer sinds de missie in Afghanistan dat Marsof samen optreedt met het KCT. De M-SOTG levert ondersteuning aan de CATF door zogenaamde Advance Force Operations uit te voeren. Zo verkennen de maritieme SOTG het landingsstrand, sporen High Value Targets op, bevrijden gegijzelden uit hun benarde positie en voeren boarding operaties uit. Bij deze operaties gebruiken zij verschillende inzetmiddelen zoals helikopters, landingsvaartuigen, diverse voertuigen en kajaks. Hr. Ms. Johan de Witt fungeert het grootste gedeelte van de oefening als uitvalsbasis voor deze elite-eenheden.
Veiligheid vanuit zee in Senegal
Het Italiaanse San Marco regiment en de 21e Infanteriecompagnie van het Korps Mariniers bestormen de kust om een veilig landingsstrand te creëren. Daarna volgt een ´offload´ van de Delta Compagnie van 11 Luchtmobiel om een tactische ‘link up’ te maken met vooruitgeschoven troepen. Ondertussen worden parachutisten van de Alfa Koningscompagnie van 11 Luchtmobiele Brigade en mariniers van de 11e Infanteriecompagnie op twee verschillende locaties zo’n zeventig kilometer landinwaarts gedropt. Het doel van deze hele operatie is het uitvoeren van een evacuatie operatie van een groot aantal burgers (NEO) in een fictief Afrikaans land.
“Land the landing force!” In de vroege ochtend van 27 november klinken deze woorden in de Operations Room van de Commander Amphibious Task Force aan boord van Hr. Ms. Johan de Witt. Met deze woorden geeft de Commander Amphibious Task Force (CATF) de opdracht om een amphibious assault uit te voeren op de Senegalese kust.
Vrij baan Het Very Shallow Water (VSW) team van de Duik- en Demonteergroep speelde een belangrijke rol in de voorbereidingen. Het team kreeg de opdracht om een gebied voor het strand vrij te maken van mijnen en obstakels. Samen met een team mariniers op het strand werden twee boat lanes gecreëerd, waarover de landingsvaartuigen veilig het strand kunnen bereiken.
Combat Service Support Na twee verschillende kampementen te hebben opgezet tijdens de internationale amfibische oefening Emerald Move, pakt het
QU A P ATET ORBIS - d ecemb er 2 0 1 0
23