VREEMDE OGEN DWINGEN Geeft beschermingsbewind verslaafden en omgeving rust? Ellen Lommerse, casemanager sociale verslavingszorg, Zutphen, 2007 Aanleiding In de praktijk kom ik als casemanager bemoeizorg binnen de verslavingszorg regelmatig in aanraking met langdurig verslaafden die problematische schulden hebben. Vaak zoeken zij zelf naar oplossingen om deze schulden af te lossen. Zo treffen ze meestal aflossingsregelingen met schuldeisers. Wanneer dat niet afdoende werkt of een gepasseerd station is, zoeken ze vaak hulp bij instanties die hen vervolgens naar een schuldsaneringtraject verwijzen. Deze interventies mislukken vaak, omdat verslaafden zich niet houden aan de aflossingsregelingen en/of nieuwe schulden maken (Bergh, 2005) . Het middelengebruik komt bij langdurig verslaafden op de eerste plaats, waardoor basisbehoeften zoals huisvesting op de tweede plaats komen (GGZ, Resultatenscore, 2003). Schaamte en schuld Problematische schulden leiden tot veel spanningen bij de cliënt. Deze spanningen worden veroorzaakt door onzekerheid ("Wanneer komt de deurwaarder?" "Wordt mijn woning ontruimd?"), geldgebrek (het ene gat wordt met het andere gevuld), schaamte en isolement (mensen niet meer durven ontvangen in de woning, omdat de woning vochtig en koud is). Door schaamte en minderwaardigheidsgevoelens isoleert de verslaafde zich van zijn leefomgeving. Er wordt geen onderhoud meer gepleegd aan de woning, waardoor de woning er verwaarloost uitziet. De verslaafde heeft geld geleend van mensen uit zijn directe leefomgeving en is niet in staat om deze lening af te lossen. Dit leidt tot conflicten en het vergroot het isolement. Vaak leeft een verslaafde in een buurt met woningen met een lage huur, waar meer mensen wonen met schulden. Er is weinig draagvlak in de omgeving om elkaar te steunen. Om aan geld te komen worden criminele activiteiten niet geschuwd. Problematische schulden vormen maatschappelijk gezien een grote kostenpost en leiden tot overbelasting van de rechterlijke macht (Von Bergh, 2005). Uiteindelijk kan het leiden tot een situatie waarin de verslaafde geïsoleerd raakt van de samenleving. Langdurig verslaafden hebben vaak problematische schulden, omdat het gebruik veel geld kost en zij een ongestructureerd leven leiden. Daardoor worden ze uitgesloten van basisvoorzieningen zoals water, elektriciteit, zorgverzekering en huisvesting. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) zet interventies in als schuldsanering en budgetbeheer, die zijn gericht op het oplossen en voorkomen van schulden. Deze interventies zijn niet effectief, omdat de oorzaak van de problemen onvoldoende wordt ondervangen. Beschermingsbewind ondervangt dit mogelijk. Bij beschermingsbewind mag iemand niet meer zelf beslissen over de goederen die onder bewind staan. Onder deze goederen valt ook het inkomen. Langdurig verslaafden hebben problemen op vele gebieden: verslaving, lichamelijke en psychische gezondheid, dagbesteding, werk en inkomen, justitie, huisvesting, vrienden, familie en zorgcontacten (GGZ, Resultatenscore, 2003). De verslaafde met problematische schulden komt bij mij in beeld, wanneer het water hem tot aan de lippen staat en aflossingsregelingen niet meer worden geaccepteerd door de schuldeisers.
SP Januari 2008 | 27
De aanleiding is bijvoorbeeld een ontruimingsprocedure door de woningstichting vanwege een huurachterstand of een dreigende afsluiting van gas, water of elektriciteit. Door openstaande boetes bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau loopt de verslaafde het risico te worden gegijzeld. Ik vroeg me af hoe schulden voorkomen en gesaneerd kunnen worden bij deze groep verslaafden. Eén van de mogelijkheden om schulden te voorkomen of te saneren is beschermingsbewind. Sinds ruim een jaar leid ik mensen toe naar deze vorm van bewindvoering. Maar is dit een geschikte interventie en zo ja, in welk stadium en voor wie en hoe verloopt de uitvoering hiervan in de praktijk? In dit artikel geef ik een antwoord op deze vragen door eerst uitleg te geven over de werkwijze van interventies die nu veelal door hulpverleners wordt ingezet. Te weten budgetbeheer, minnelijke- en wettelijke schuldsanering. Ik benoem de voor- en nadelen van deze interventies. Een praktijkvoorbeeld van casemanagers van vier instellingen met de daarin gegeven adviezen illustreert dit. Vervolgens geef ik uitleg over hoe beschermingsbewind werkt en kom ik met aanbevelingen. Budgetbeheer Budgetbeheer lost geen schulden op, maar het kan schulden voorkomen. Het inkomen van een cliënt komt in geval van budgetbeheer bij een instelling binnen. De vaste lasten worden betaald, eventuele schulden afgelost en zo mogelijk gespaard. De cliënt krijgt huishoudgeld, vaak in de vorm van weekgeld (Budgetbeheerrekening, 2006). Budgetbeheer wordt vaak ingezet tijdens de schuldsanering. Het is een hulpmiddel om schulden af te lossen en vaste lasten te betalen. Tevens kan geld gereserveerd worden voor de grotere, noodzakelijke uitgaven, bijvoorbeeld een wasmachine of koelkast. De cliënt krijgt huishoudgeld en weet dat dit het besteedbare bedrag is. Kortom: het geeft overzicht. Er is een zekere garantie dat vaste lasten worden betaald. Schuldeisers zijn daardoor eerder bereid akkoord te gaan met een schuldregeling (Brummelkamp, 2006). Budgetbeheer kan werken als de verslaafde voldoende afstand heeft genomen van zijn gebruik en een deel van zijn autonomie kan afstaan. Minnelijke schuldsanering Naast het voorkomen van schulden via budgetbeheer speelt ook het oplossen van schulden bij verslavingsproblematiek een rol. Dit kan plaatsvinden door middel van minnelijke schuldsanering. Bij een minnelijke schuldsanering stemmen schuldeisers en schuldenaar in met een aflossingsregeling. De schuldenaar dient geld opzij te leggen voor aflossing van de schulden voor een periode van maximaal drie jaar. In die periode lost de schuldenaar het volledige bedrag of een gedeelte daarvan af. Het restant wordt na drie jaar aflossen kwijtgescholden. Soms kan hij een saneringskrediet aangaan bij een bank. De schuldeisers krijgen meteen hun geld. De schuldenaar lost vervolgens gedurende drie jaar de lening af. Wanneer de schuldenaar onvoldoende meewerkt aan het traject wordt het traject gestaakt en wordt twee jaar lang geen nieuwe aanvraag in behandeling genomen. Gedurende deze periode wordt ook geen wettelijk traject ingezet (Brummelkamp, 2006). Vaak komt het niet tot een minnelijk traject, omdat één of meerdere schuldeisers het volledige bedrag wil krijgen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij boetes opgelegd door het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Het minnelijke traject is in de toekomst misschien ruimer toepasbaar, omdat de Nederlandse Vereniging Voor Volkskrediet (hierna NVVK ) convenanten afsluit met potentiële schuldeisers. Helaas neemt het aantal schuldeisers en de hoogte van het bedrag jaarlijks toe, daardoor neemt de kans van slagen af (jaarverslag NVVK, 2005). Immers schuldeisers moeten het aflossingsbedrag met meer instanties delen en hoe hoger de schuld des te kleiner de kans op aflossing. 28 | SP Januari 2008
Dit is het eerste traject dat bij schuldsanering wordt ingezet. Pas wanneer dit mislukt, kan een wettelijk traject worden ingezet (Van schuld naar schone lei, 2006). Wettelijke schuldsanering Als een minnelijk traject wegens het ontbreken van aflossingscapaciteit of onvoldoende medewerking van schuldeisers niet mogelijk is, dan kan de schuldenaar via de gemeente een verzoek indienen voor de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Het verzoek kan door een gemeente ingediend worden bij de rechtbank. In de verklaring moet het minnelijke traject beschreven worden en worden toegelicht waarom dit traject is mislukt. De rechter beslist of iemand toegelaten wordt en wijst een bewindvoerder aan die er op toeziet dat de schuldenaar zoveel mogelijk spaart om zijn schulden af te lossen en eventueel waardevolle bezittingen verkoopt om de opbrengst te gebruiken voor de aflossing. Na drie tot vijf jaar kan de rechter besluiten een schone lei te verstrekken aan de schuldenaar. De schuldeisers moeten in dat geval de rest van de vorderingen kwijtschelden. Een nadeel van dit schuldsaneringtraject is dat de bewindvoerder weinig ruimte heeft om de financiën te controleren, daardoor is er ook weinig controle op nieuwe schulden. Een ander nadeel is dat de wet eist dat een schuldenaar er alles aan doet om het inkomen te vergroten ( Spelregels voor een schone lei, 2005) De begeleiding tijdens een schuldsaneringtraject is minimaal en de oorzaak van de schulden wordt niet verholpen. Daardoor is de kans groot dat tijdens of na het traject nieuwe schulden ontstaan. Budgetbeheercursussen worden vaak door gemeenten aangeboden en soms gekoppeld aan een saneringstraject, echter het effect van deze cursus is niet onderzocht (NVVK, jaarverslag, 2005). Beschermingsbewind De officiële term voor beschermingsbewind luidt onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen. De bewindvoerder wordt door de kantonrechter benoemd. De rechter stelt als voorwaarde dat er sprake moet zijn van een psychiatrische stoornis die leidt tot verkwisting (Ministerie van justitie, Curatele, bewind en mentorschap, 2006). Hoe gaat een bewindvoerder te werk, nadat een cliënt onder beschermingsbewind is gesteld? De bewindvoerder opent een rekening waarop het inkomen van de cliënt binnenkomt. Vervolgens brengt de bewindvoerder de vaste lasten in kaart en zorgt ervoor dat betalingen via de bewindvoerder lopen. Daarna probeert de bewindvoerder de inkomenspositie te verbeteren door middel van het aanvragen van heffingskortingen, toeslagen en kwijtscheldingen. Dit brengt de aflossingsruimte in kaart. Vervolgens benadert de bewindvoerder de schuldeisers. Eventuele aflossingsregelingen lopen nu via de bewindvoerder of ze stoppen, omdat er onvoldoende aflossingsruimte is. Laatstgenoemde schuldeisers moeten op hun beurt wachten of verhaal halen bij de rechter. Wettelijk gezien heeft de cliënt recht op een minimaal bedrag voor leefgeld (Ministerie van Justitie, Curatele, bewind en mentorschap, 2006).
SP Januari 2008 | 29
duur
juridische status
Bescherming tegen nieuwe schulden
voorwaarden
Budgetbeheer
Flexibel, kan door de cliënt worden opgezegd
nee
Geen controle op nieuwe schulden
Vraagt duurzame motivatie en structuur van verslaafde
Minnelijke schuldsanering
3 jaar
nee
Geen controle op nieuwe schulden
Vraagt duurzame motivatie en structuur van verslaafde
Wettelijke schuldsanering
3-5 jaar
ja
Geen controle op nieuwe schulden
Vraagt duurzame motivatie en structuur van verslaafde
Beschermingsbewind
onbeperkt
ja
Controle ligt bij bewindvoerder
Vraagt géén duurzaamheid in motivatie en structuur
De volgende casus maakt duidelijk dat ook bij toepassing van budgetbeheer en wettelijke schuldsanering er in de praktijk gemakkelijk nieuwe problemen kunnen ontstaan. Casus Fons Fons is een 52- jarige man. Hij is alleenstaand en vanaf zijn zeventiende verslaafd aan heroïne. Sinds vijftien jaar krijgt hij methadon. Vanaf zijn dertigste is hij verslaafd aan alcohol. Er ontstonden al gauw schulden vanwege het middelengebruik. De schulden betroffen achterstanden in het betalen van vaste lasten en bij justitie openstaande boetes. Op advies van de sociale dienst heeft cliënt bij deze dienst budgetbeheer gekregen. De vaste lasten worden rechtstreeks van zijn uitkering afgehouden en betaald. Dit geldt tevens voor de aflossing van enkele schulden. Ondanks het budgetbeheer zijn er nieuwe schulden ontstaan, doordat verhoging van huur en dergelijke niet waren doorberekend. Drie jaar geleden is daardoor het water bij hem afgesloten. De sociale dienst heeft bemiddeld, maar dit mocht niet baten. Bij het maken van het zorgplan stuitte ik als casemanager op dit probleem. Fons heeft sinds twee jaar controle over zijn gebruik. Hij gebruikt geen heroïne en alcohol meer, slechts af en toe cannabis en sporadisch cocaïne. Aan laatstgenoemde middelen is hij niet verslaafd. Het jarenlang excessieve gebruik heeft bij Fons tot cognitieve schade geleid. Ook heeft hij hepatitis C opgelopen in de periode dat hij nog heroïne spoot. Hij kan een behandeling ondergaan. Een behandeling tegen hepatitis C is een zware kuur. Goede hygiëne is hiervoor absoluut noodzakelijk en dus dient zijn woonverblijf aangesloten te zijn op de openbare waterleiding. Met toestemming van Fons heb ik samen met de GGD overlegd met de waterleverancier. Zij bleven op hun standpunt staan: eerst de schulden aflossen, dan pas water. Bovenstaande geanonimiseerde casus heb ik voorgelegd aan vier casemanagers, waaronder twee SPV-en. Zij zijn werkzaam bij vier verslavingszorginstellingen verspreid over Nederland. De casemanagers gingen fictief als volgt te werk bij deze casus. Twee van hen schrijven samen met de cliënt een fonds aan met de vraag om een schenking of lening. Eén van de casemanagers zou de cliënt toeleiden naar de wettelijke schuldsanering met daaraan gekoppeld een intensief traject gericht op woonbegeleiding inclusief de administratie. Samen de post openmaken valt hieronder.
30 | SP Januari 2008
De vierde casemanager zou een lening bij de Stadsbank aanvragen met ondersteuning van de sociale dienst. Mocht dit niet lukken dan probeert zij het budgetbeheer over te dragen aan de Stadsbank in de hoop dat een lening dan wel een kans van slagen heeft. Opvallend is dat geen van de vier casemanagers beschermingsbewind aandraagt als oplossing voor deze casus. Wenselijkheid beschermingsbewind Om twee verschillende redenen kan beschermingsbewind naar mijn mening een goede oplossing zijn voor langdurig verslaafden met problematische schulden. Ten eerste geeft het rust en zekerheid. De stress over openstaande rekeningen, aanvragen van toeslagen, onduidelijkheid over bestedingsruimte, enzovoorts, valt weg. Het levert een financieel overzichtelijke situatie op en geeft steun aan mensen die door hun gebruikersverleden impulsief beslissingen nemen. De cliënt kan nu immers uitsluitend het weekgeld impulsief besteden. Deze impulsieve bestedingen gaan niet langer ten koste van zijn huisvesting en verzekering tegen ziektekosten. Ten tweede heeft schuldsanering meer kans van slagen als beschermingsbewind wordt toegepast. Immers door de stabiliteit in de administratie is de kans kleiner dat er nieuwe schulden worden gemaakt. Het aantal mensen dat toegelaten wordt tot de wettelijke schuldsanering neemt af (Von Bergh, 2005). Bij financiële stabiliteit is een rechter eerder geneigd een cliënt met een psychiatrische stoornis toe te laten tot de wettelijke schuldsanering. Ook een minnelijke schuldsanering zal om dezelfde reden meer kans van slagen hebben. Beschermingsbewind is een uitvoeriger instrument dan budgetbeheer en vormt een belangrijk, deels aanvullend, instrument om minnelijke en wettelijke schuldsanering in geval van financiële problematiek bij verslaafden toe te passen. Anders gezegd: beschermingsbewind verbetert de mogelijkheden om minnelijke en wettelijke schuldsanering toe te passen en voegt hier nog extra mogelijkheden ter voorkoming en sanering van schulden aan toe. Voorwaarden beschermingsbewind Voor welke langdurige verslaafden is beschermingbewind onder welke voorwaarden geschikt? Beschermingsbewind is geschikt voor de cliënt die niet in staat is controle te krijgen over zijn financiële administratie, omdat het hem ontbreekt aan structuur. Ook is het geschikt voor cliënten bij wie sprake is van blijvende cognitieve beschadiging als gevolg van middelenmisbruik. Bij het toepassen van beschermingsbewind bij verslaafden is het wel belangrijk dat aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo vind ik het belangrijk dat de gesignaleerde beperkingen in een vroeg stadium met de cliënt worden besproken. Er ligt immers een psychiatrische stoornis ten grondslag aan het bewind, en het beschermingsbewind is in principe levenslang. Dit is confronterend voor de cliënt. Daarbij komt dat de cliënt het aanvankelijk vaak als een nadeel zal ervaren dat hij de beslissing over zijn financiën voor een groot deel uit handen moet geven. Het opbouwen van een samenwerkingswerkrelatie, waarbinnen overeenstemming is over de thema's waaraan gewerkt wordt, is dan ook een voorwaarde om iemand te motiveren voor beschermingsbewind. De cliënt moet vervolgens openheid geven over de besteding van zijn geld. Door gemaakte afspraken na te komen kan de cliënt laten zien dat hij gemotiveerd is.
SP Januari 2008 | 31
Ik vind dat een SPV de basisadministratie uit handen moet geven aan een erkend bewindvoeringsbureau. Een SPV indiceert immers en zet trajecten uit en houdt daarmee de grote lijnen in de gaten. Door als hulpverlener het geld te beheren of daarin intensief en langdurig te begeleiden, loop je het risico dat het geld een te grote rol gaat spelen in het contact met je cliënt. Ik ben van mening dat een SPV beschermingsbewind als voorwaarde moet stellen bij bemiddeling en toeleiding naar schuldsanering als blijkt dat de cliënt al jarenlang geen controle heeft over zijn gebruik en structuur ontbreekt om de financiële administratie te ordenen. Casus Fons Terug naar Fons. Gezien zijn cognitieve beschadiging heeft hij moeite met het op orde houden van zijn financiële administratie. Hij heeft zijn middelengebruik onder controle, maar hij heeft desondanks geen structuur in zijn leven. Tezamen met de problematische schulden en de noodzaak voor een hepatitis C kuur, heb ik samen met hem het volgende traject ingezet: Fons wordt toegeleid naar beschermingsbewind. De zekerheid van een gezonde administratie gaf vervolgens toegang tot een lening bij de sociale dienst. Met behulp van deze lening is de schuld bij de waterleverancier afgelost en heeft Fons weer water! Nu kan hij een kuur starten om zijn leverfuncties te verbeteren. Positie familie Beschermingsbewind bij langdurig verslaafden ontlast de direct betrokkenen. Inzicht in de bestedingsruimte zorgt ervoor dat rondkomen makkelijker is. Het leidt tot een afname van geldleningen bij familieleden. De verslaafde voelt zich zelfstandiger en gelijkwaardiger, omdat hij niet meer leunt op zijn familie. De familie kan de controle op het gebruik meer loslaten. De volgende casus illustreert dit. Casus Willem Willem is afhankelijk van cocaïne en heroïne. Hij krijgt methadon verstrekt als vervangend opiaat. Hij heeft een forse huurschuld en een betalingsachterstand bij de leverancier van elektriciteit en gas. De woningstichting dreigt met ontruiming van de woning en Willem dreigt ook afgesloten te worden van gas en elektriciteit. Om de schulden af te lossen heeft Willem diverse keren geld geleend van zijn ouders. Om hem te beschermen tegen impulsieve uitgaven hebben zijn ouders zijn bankpas in bewaring genomen. Regelmatig viel hij terug in cocaïnegebruik. Op die momenten had hij zijn bankpas nodig. Soms slaagde hij erin op krediet cocaïne te gebruiken en bedreigde hij vervolgens onder invloed van cocaïne zijn ouders, omdat hij zijn bankpas nodig had om de dealer te betalen. Zijn ouders konden de spanning en zorgen niet langer aan en wilde geen geld meer aan hem lenen en ook zijn bankpas niet meer in beheer houden. Vervolgens kwam Willem bij mij in beeld. Ik heb hem toegeleid dagen naar beschermingsbewind. Zijn vader vindt de relatie met zijn zoon aanmerkelijk verbeterd, sinds zijn zoon onder beschermingsbewind staat: "Het geeft enorm veel rust. Tien jaar lang vervielen we van het ene drama in het andere. De ene keer gaf hij zijn pasje af en de week daarop eiste hij het weer op. Mijn vrouw en ik kunnen niet genoeg afstand van hem nemen. Ik zeg wel eens vreemde ogen kunnen dwingen. Daarmee bedoel ik dat zijn bewindvoerder wél kan zeggen dat hij geen extra geld kan besteden. Wij kunnen dat wel zeggen, maar van ons pikt hij dat niet. Nu hebben we er vertrouwen in dat zijn financiën goed beheerd worden en is er ruimte gekomen voor leuke dingen. Zo hebben wij hem een paar weken geleden meegenomen naar zijn zus in Drenthe voor een paar. Dat doet ons allemaal goed en dat gunnen we hem ook."
32 | SP Januari 2008
Samenvatting Er wordt een drietal interventies ingezet om problematische schulden bij langdurig verslaafden op te lossen en te voorkomen. In de eerste plaats budgetbeheer. Dit is een hulpmiddel om schulden vanwege het onbetaald blijven van vaste lasten te voorkomen. Een nadeel is dat de verslaafde zelf op tijd verhoging van vaste lasten moet doorgeven aan de instantie die het budget beheert. Ook moet de verslaafde aanvragen van toeslagen en kwijtscheldingen zelf doen. Bij nalatigheid kunnen nieuwe schulden ontstaan. Budgetbeheer lost schulden niet op, maar kan wel ingezet worden bij schuldsanering. De andere twee interventies zijn beide schuldsaneringsvormen; een vrijwillige en een wettelijke. De minnelijke schuldsanering is op de schulden van verslaafden vaak niet toepasbaar, omdat schuldeisers zoals het Centraal Justitieel Incasso Bureau hieraan niet meewerken. Bij de wettelijke schuldsanering zijn de schuldeisers verplicht mee te werken. Echter, de rechters wijzen aanvragen af, wanneer de oorzaak van de schulden niet is aangepakt. Controle op het middelengebruik en voldoende structuur zijn voorwaarden om toegelaten te worden. Maar dit ontbreekt nu juist meestal bij langdurig verslaafden. Bij toelating tot de wettelijke schuldsanering moeten verslaafden zich inzetten om hun inkomen te vergroten, maar dat is moeilijk, omdat ze vaak een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het ontstaan van nieuwe schulden is absoluut uit den boze. Beschermingsbewind ondervangt de moeilijkheden die in de praktijk aan wettelijke schuldsanering vastzitten, omdat de financiële administratie volledig wordt overgenomen door een bewindvoerder. Nieuwe schulden door een stijging van de vaste lasten wordt daarmee ondervangen. Mocht de cliënt middelen willen kopen, dan heeft hij slechts de beschikking over zijn huishoudgeld. Vaak in de vorm van weekgeld. Beschermingsbewind in combinatie met schuldsanering heeft meer kans van slagen, omdat er stabiliteit is in de financiële administratie. Daarmee is beschermingsbewind zowel voor het oplossen als voor het voorkomen van schulden een goed hulpmiddel. Toeleiden naar beschermingsbewind kan onder voorwaarde dat de cliënt bereid is een stuk autonomie op te geven. Ik pleit dan ook voor toeleiding naar beschermingsbewind.
Geraadpleegde literatuur • Bergh, von M. e.a. , Monitoring Wsnp, nulmeting, uitgave IVA, 2005, te Tilburg. • Brummelkamp, G. e.a., onderzoeksrapport "krachtenveld minnelijke schuldhulpverlening", uitgave Ministerie van Sociale Zaken, 2006 te Den Haag. • Geestelijke Gezondheidszorg, Sociale verslavingszorg Resultatenscore, uitgave GGZ Nederland, 2003 te Utrecht. • Jaarverslag NVVK over 2005, uitgave Nederlandse vereniging voor volkskrediet, 2006 te Den Haag. • Ministerie van justitie, brochure Curatele, bewind en mentorschap, uitgave Ministerie van Justitie, 2006, te Den haag. • Raad voor rechtsbijstand, folder Spelregels voor een schone lei, uitgave Raad voor rechtsbijstand, 2005, te 's-Hertogenbosch. • Raad voor rechtsbijstand, folder Van schuld naar schone lei, uitgave Raad voor Rechtsbijstand, 2006 te 's-Hertogenbosch. • Stadsbank Apeldoorn, Budgetbeheer rekening, uitgave Stadsbank Apeldoorn, 2005 te Apeldoorn.
SP Januari 2008 | 33