Elke dag zien we duizenden beelden Onderzoeksverslag
Fotograaf: Mauricio Lima
Student: Sophie Barkmeijer, Studentnummer: 1642342, Opleiding: Communicatie & Multimedia Design, Specialisatie: Concept Design, Vak: Seminar (herkansing), Cursusnaam: DREAM|DISCOVER|DO (SEMINAR), Curcuscode: JDE-SVIS.3V-13, Leraar: Rob van den Idsert, Datum: 02 juni 2016, Medium: Onderzoeksverslag, Aantal woorden: 3670
Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 Deelvraag 1 4
- Wat is het verschil tussen klassieke en moderne retorica?
Deelvraag 2 7
- Hoe pas je retorica toe op fotografie?
Deelvraag 3 11
- Hoe vertel je een verhaal in één beeld?
Deelvraag 4 13
- Op welke wijze wordt fotografie toegepast in het nieuws?
Conclusie 15 Bronnen 17
2
Inleiding MET ÉÉN DRUK OP DE KNOP KAN JE EEN VERHAAL VERTELLEN Fotografie heeft mij van jongs af aan aangesproken. Ik ben altijd erg benieuwd naar het verhaal achter de foto en welke techniek daarvoor is gebruikt. Het maken van een foto is niet zomaar een klik op de knop. Deze klik kan een heel verhaal vertellen. Dit maakt fotografie zo bijzonder. Tijdens het maken van een foto heb je te maken met een aantal aspecten. Ten eerste wordt je foto altijd beïnvloed door licht. Je kan te maken krijgen met tegenlicht, te weinig licht of juist te veel licht. Je moet net de balans vinden om het perfecte licht te krijgen om de foto te maken. Ook heb je te maken met objecten in het beeld. Je kan bijvoorbeeld een landschapsfoto maken, maar ook van bewegende voorwerpen. Dan moet je maar net op het juiste moment op de knop klikken. Net als bij journalistieke fotografie is het van belang om net op het juiste moment een foto te schieten van een maatschappelijke gebeurtenis. Deze foto’s hebben vaak een indrukwekkend verhaal in zich verscholen. Met één druk op de knop kan een realistisch verhaal worden afgebeeld dat mensen kan raken. Dit is iets wat mij erg aanspreekt en waar ik mij in dit onderzoek verder in wil verdiepen. Met deze achtergrond wil ik gaan onderzoeken wat foto’s zo speciaal kan maken en hoe dit gebruikt wordt in nieuwsitems. Ik ben benieuwd hoe retorische elementen hierin een rol kunnen spelen. Hiervoor heb ik de volgende vragen opgesteld. Hoofdvraag Op welke wijze kunnen retorische elementen bijdragen aan storytelling in fotografie, zodat maatschappelijke problemen een nieuwsitem worden? Deelvragen -
Wat is het verschil tussen klassieke en moderne retorica?
-
Hoe pas je retorica toe op fotografie?
-
Hoe vertel je een verhaal in één beeld?
-
Op welke wijze wordt fotografie toegepast in het nieuws?
3
Deelvraag 1 WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN KLASSIEKE EN MODERNE RETORICA? Visuele retorica is de overtuigingskracht van het beeld. Beelden kunnen op een bepaalde wijze mensen overtuigen. Eerst ga ik de klassieke retorica onderzoeken en later de moderne retorica. Klassieke retorica Retorica ook wel genoemd als de “leer van de welsprekendheid”. Deze leer wordt al eeuwen gebruikt, maar sinds de 17e en 18e eeuw raakt de kennis op de achtergrond. Toch is er vanaf de 20e eeuw weer interesse in de Griekse filosofie (Van den Broek et al., 2010). De klassieke retorica wordt gebruikt om een overtuigende speech te geven over juridische of politieke onderwerpen. Om dit op een goede manier te doen, wordt er gebruik gemaakt van de vijf taken van Romeinse politicus Cicero. -
Inventio: de inhoud van de toespraak,
-
Dispositio: de inhoud ordenen,
-
Elocutio: de inhoud verwoorden met veel gevoel voor stijl,
-
Memoria: vertrouwd raken met het betoog,
-
Actio: presenteren.
Als deze taken worden gevolgd, wordt het betoog overtuigend gepresenteerd. Nu heb ik het alleen nog over gesproken taal gehad, terwijl ik mij wil richten op fotografie. Er waren klassieke adviseurs die beeldend taalgebruik erg belangrijk vonden, zoals Quintilianus uit 95 n. Chr. Het ging er hier om dat op beeldende wijze een verhaal verteld kon worden. Mensen moesten bij het luisteren van een verhaal een beeld voor zich kunnen zien. In deze tijd waren er al wel veel schilderingen, zoals bijvoorbeeld in villa’s en op overwinningsbogen. Alleen werd de gesproken taal nog niet samengevoegd met schilderingen. Dit kwam pas later in de moderne retorica (Van den Broek et al., 2010). Moderne retorica Halverwege de 20e eeuw was er een nieuwe belangstelling voor retorica. Dit kwam doordat media, fotografie, radio, televisie en de ontwikkeling van de psychologie een rol ging spelen bij het overtuigen. Helaas werd er al snel op een andere manier gebruik gemaakt van deze overtuigingskracht. In de Tweede Wereldoorlog werd massamedia veel toegepast, door bijvoorbeeld propagandatechnieken te gebruiken (Van den Broek et al., 2010). Dit is ook terug te zien in de bekende Duitse propagandafilm van Adolf Hitler, geregisseerd door Leni Riefenstahl. Er kwamen veel retorische afbeeldingen te hangen in de universiteiten van Noord-Amerika. Hierdoor kwam retorica opnieuw in de belangstelling. De afgelopen vijftig tot zestig jaar is er ontzettend veel onderzoek gedaan naar het analyseren van retorica in beeld. Het retorisch analyseren filtert
4
waarnemingen die getriggerd worden door overtuigende middelen. Het hangt per persoon af of deze waarnemingen dan effect hebben op iemand. De middelen die hiervoor nodig zijn, komen uit de klassieke retorica (Beeldtaal, Van den Broek et al., 2010). Dit licht ik verder toe in mijn tweede deelvraag. Semiotiek Bij het bekijken van beelden of tekens heb je te maken met de leer van semiotiek. Met semiotiek bestudeer je de betekenis en het proces van betekenisgeving aan tekens. Deze tekens zijn overal om ons heen te vinden in verschillende vormen en maten (Van den Broek et al., 2010). Volgens literatuurcriticus Ronald Barthes heeft een teken, waaronder ook foto’s worden verstaan, altijd op twee niveaus een betekenis: op denotatief en op connotatief niveau. Op denotatief niveau zie je letterlijk wat er op een foto staat. De foto kan dan voor jou iets herkenbaars hebben, die te maken heeft met jouw algemeen gedeelde kennis. Op connotatief niveau bekijk je de foto met jouw ervaringen en gevoelswaarde. Barthes gebruikte de niveaus denotatie en connotatie voor het analyseren van fotografie (Leeuwen en Jewitt, 2001). Als er met beeld publiekelijk mensen worden overtuigd, noemen we dit een retorisch beeld. De twee niveaus van Barthes worden door iedereen anders geïnterpreteerd, omdat ieder zijn eigen referentiekader heeft. .
Triumph des Willens, regiseur Leni Riefenstahl
5
De klassieke retorica legt dus vooral de nadruk op gesproken taal, zoals betogen en toespraken. Dit is natuurlijk erg belangrijk in de politiek. Pas later bij de moderne retorica werd er gebruik gemaakt van overtuigingskracht in beelden en andere outputs. Om de retorische elementen te ontdekken, bekijken mensen beelden op denotatief en op connotatief niveau. Deze retorische elementen komen vaak uit de klassieke retorica en worden toegepast op moderne communicatie. Het zit eigenlijk zo; de moderne retorica heeft de theorie van de klassieke retorica nodig om de overtuigingskracht te ontdekken in foto’s.
6
Deelvraag 2 HOE PAS JE RETORICA TOE OP FOTOGRAFIE? In de hedendaagse tijd leven we natuurlijk met vele technologieën. De klassieke retorica lijkt misschien te oud om toe te passen in deze tijd, maar het tegendeel is waar. De retorische elementen die werden verwerkt in toespraken, zijn ook toe te passen op beeld. Om de retorische kracht in fotografie toe te passen hebben we vooral te maken met de moderne retorica, omdat dit ook inspeelt op de moderne technologie. Klassieke retorica wordt vooral toegepast op gesproken taal, in toespraken en in speeches. Het letterlijk toepassen van deze elementen op fotografie is moeilijk, maar erop focussen en ervoor zorgen dat deze elementen wel op de foto komen, kan een foto sterker en overtuigender maken. Als journalistiek fotograaf wil je natuurlijk een beeld maken dat overtuigt hoe mooi, ernstig of emotioneel de situatie is. Als mensen naar beeld kijken, worden er dingen waargenomen en dan is het maar de vraag of het overtuigend en effectief is. Voor elke doelgroep kan dit verschillen. De klassieke retorica brengt ons hét analyse-instrument om de zaken die overtuigingskracht beïnvloeden te benoemen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van moderne elementen, zoals framing en salience. Een beeld kan op een bepaalde manier geframed worden, zodat het beeld een andere boodschap overbrengt dan het originele beeld. Om de overtuigingskracht van het beeld te geloven heb je te maken met de spreker van het beeld, ook wel de rhetor (spreker) genoemd (Van den Broek et al., 2010). Volgens de filosoof Aristoteles zijn er drie factoren die voor de overtuigingskracht verantwoordelijk zijn: ethos, pathos en logos. Bij ethos moet de spreker geloofwaardig overkomen. In de fotografie zou dit bijvoorbeeld een foto van een bekende Nederlander kunnen zijn. Bij pathos speel je in op de emotie van het publiek en kun je fotografie gebruiken om mensen te overtuigen van een belangrijke boodschap. Pathos hoeft niet in de foto’s zelf te zitten, maar kan wel effect krijgen door nabewerking. Tenslotte heb je ook duidelijke argumenten nodig om mensen te overtuigen. Een foto moet een gevoel van realisme oproepen. Dit wordt de logos in het beeld genoemd (Verlaan, N., 2012). In tijdschriften en kranten zien we vaak foto’s van iemand voor en na het gebruik van een product, zoals bijvoorbeeld tandpasta. Op deze manier overtuigt de producent de werking van het product. Bij het schieten van foto’s heb je vaak te maken met een momentopname. Dit komt vooral voor bij bewegende objecten, zoals mensen, dieren en voertuigen. Het woord dat dit omvat is “kairos”. Dit is Grieks voor “het juiste moment”. Het begrip kairos kan naast toespraken ook gebruikt worden in fotografie. “Voor de fotograaf is kairos, dat hij van alle momenten precies dat ene goede kiest. Een minuut, nee een seconde eerder of later had ook een aardig beeld opgeleverd, maar niet zo overtuigend als dit beeld (Barthes 1981)” (geciteerd uit Beeldtaal, Van den Broek et al., 2010). Als we dit reflecteren op nieuwsfotografie, heb je heel erg te maken met kairos. De fotograaf moet maar net op dat moment een foto maken om het perfecte beeld te vangen. Dit is natuurlijk hoe mensen denken dat het gaat, maar vaak wordt het moment in scène gezet of geframed. Naast alle retorische
7
middelen, zoals ethos, pathos en logos, zijn er ook een aantal stijlfiguren die tot de klassieke retorica behoren. Deze stijlfiguren kunnen een creatieve dimensie geven aan een foto. De laatste jaren wordt er steeds meer gebruik gemaakt van retorische stijlfiguren in advertenties. Maar wat zijn nu die retorische stijlfiguren? De stijlfiguren worden voor gesproken taal en beeld regelmatig gebruikt. Je kunt ze opsplitsen in schema’s en tropen. Schema’s wil zeggen dat het regelmatigheden zijn en tropen zijn onregelmatigheden. Ik zal ze kort toelichten met voorbeelden (Van den Broek et al., 2010). Schema’s
Rijm: Er wordt iets nagebootst, door bijvoorbeeld twee dezelfde figuren in beeld te laten zien.
Verba-Picturaal schema: Er wordt iets anders gebruikt in plaats van een letter.
Repetitio: Hier wordt gebruik gemaakt van de kracht van herhaling. In dit voorbeeld zie je de schaduw van de pilaren zich steeds herhalen.
Contrast: In het beeld is er duidelijk iets aanwezig wat er normaal gezien niet zou zijn. Hiernaast kun je bijvoorbeeld zien dat er tussen arm en rijk een groot contrast is. Dit wordt getoond door een luxe appartementen complex naast een sloppenwijk te zetten.
8
Tropen
Metafoor: Bij een metafoor wordt vaak gebruik maakt van twee onderwerpen die totaal verschillend zijn, maar toch iets vergelijkbaars hebben.
Synecdoche: Het betekent dat een deel voor een geheel staat en het geheel voor een deel staat. Dit zie je vaak bij tekens, zoals bij een bordje van een vrouwtje en een mannetje. Dan weten wij direct dat dit een gemengd toilet is.
Vergelijking: Het woord zegt het al, dit is te zien als je dingen met elkaar kan vergelijken.
Personificatie: Dit zie je als er van een object of dier personen worden voorgesteld. Een voorbeeld hiervan is “Thomas de trein”.
Hyperbool: Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een sterke overdrijving. Hiernaast zie je dat de auto zo groot is dat zijn mega grote knuffelbeer meekan. Maar natuurlijk neem je zo’n knuffel niet mee de auto in.
Oxymoron: In het beeld worden twee zaken tegelijkertijd afgebeeld die elkaar tegenspreken, zoals deze twee verkeersborden.
9
Deze retorische stijlfiguren kunnen zeker toegepast worden op de storytelling van fotografie. Of dit nu echt geschikt is voor een nieuwsitem blijft voor mij nog een twijfel. De foto moet wel geloofwaardig blijven. Bij advertenties past dit overigens wel. Er kan bijvoorbeeld overdreven worden, omdat er vaak met een knipoog naar het beeld gekeken wordt. Maar bij fotojournalistiek moet daar voorzichtig mee omgegaan worden. Je hebt immers te maken met waargebeurde maatschappelijke gebeurtenissen. Kortom, door ethos, pathos en logos toe te passen op je fotografie kun je de overtuigingskracht van het beeld vergroten en zal de foto van het maatschappelijke probleem langer blijven hangen. Als fotograaf moet voor de perfecte foto toch vaak op het juiste moment geklikt worden op die ene knop. Dit wordt vaak ook in scène gezet, omdat het moeilijk kan zijn om in een seconde de beste foto te schieten. Retorische stijlfiguren kunnen ook een bijdrage leveren aan een overtuigende boodschap. Waar wel op gelet moet worden bij journalistieke fotografie is, dat het nog wel geloofwaardig moet zijn. Als er te veel wordt overdreven of er wordt een voorwerp als persoon neergezet, kan het minder geloofwaardig zijn. Een foto van een maatschappelijke gebeurtenis moet naar mijn mening altijd een vertrouwelijk beeld zijn, omdat ik een goed beeld wil krijgen hoe een situatie eruit ziet of zag.
10
Deelvraag 3 HOE VERTEL JE EEN VERHAAL IN ÉÉN BEELD? “Een goed verhaal doet iets: het raakt, ontroert, maakt je boos, doet nadenken, reflecteren, de zaken misschien anders zien. Het doet ook iets in je hersenen.” (geciteerd uit How to story, Fluit, A, Verheyden, T en Rumes, T, 2014). Het verhaal moet mensen pakken en blijven hangen. In een verhaal is dat met enige ervaring goed te doen. Het is de bedoeling dat storytellers de kijker het verhaal laten beleven, alsof zij het zelf hebben meegemaakt. Het moet mensen aangrijpen. Vroeger werden verhalen in verhalende vorm verteld. Je kon verhalen lezen, zien en horen. In de loop der jaren zijn er allemaal technologieën bijgekomen om een verhaal te vertellen en dus ook de digitale camera. Met de digitale camera worden nu honderden verhalen verteld die af te lezen zijn van één beeld. Volgens Al Noel (Overtuigen met storytelling, 2013) kan je met één foto alles samenvatten. Hij nam een foto van de 101e Luchtlandingsdivisie als voorbeeld. In die tijd was het nieuw dat een luchtmobiele divisie intensief helikopters inzette. Veel mensen begrepen dit dan ook niet. Met één foto werd de hele situatie samengevat. Op de foto was een helikopter te zien die over moeilijk terrein vloog. Voor een soldaat was één blik op de foto genoeg om de boodschap te begrijpen. Soms hoeft een foto niet meteen een verhaal te vertellen, maar kan het wel in een presentatie je verhaal extra uitleggen en versterken (Noel, A., 2013). Wat nu precies storytelling is, is nog steeds moeilijk uit te leggen. Vaak wordt storytelling in samenhang met internet, web-documentaires, applicaties, tablets en multimedia gebruikt (DuPho). In deze tijd is storytelling niet meer alleen het vertellen van een verhaal, maar is veel breder. Alles wat in een dag binnenkomt, is zoveel informatie en er blijft vaak niet eens veel hangen. Alleen een goed verhaal zal je hersenen opslaan. Maar voor iedereen verschilt dit. Bij het lezen of bekijken van een krantenartikel verschilt het onder mensen wat er blijft hangen. Dit zie je vaak ook bij fotografie. Wat zie je nu daadwerkelijk op de foto? Dat is juist hetgene wat zo mooi is aan fotografie. Iedereen interpreteert een beeld anders, omdat iedereen zijn eigen referentiekader heeft. Eigenlijk kan je dus geen exacte storytelling in fotografie toepassen, maar wij maken onze eigen story. Elk individu heeft zijn eigen beeldend vocabulaire. Als wij beelden zien, gaan onze hersenen aan het werk en maken er een verhaal van (Fluit et al, 2014) “
11
How to story, 2014
Ook al maken we allemaal ons eigen verhaal, geloof ik er nog wel in dat je in één foto een verhaal kan zien. Als een foto al emoties kan opwekken, breng je al een gevoel over bij het publiek. Dus door retorica toe te voegen aan de foto, kan je al zorgen voor een boodschap aan het publiek. De situatie moet natuurlijk maar net deze retorische elementen bevatten, maar vaak zijn er bij rampen genoeg retorische elementen aanwezig. Door nabewerking kunnen bijvoorbeeld kleuren intenser gemaakt worden, om het beeld indrukwekkender te maken. Maar in hoeverre mag je bewerken en framing toepassen op een nieuwsitem? Dat is voor nu de enige vraag die in mijn hoofd rondspookt.
12
Deelvraag 4 OP WELKE WIJZE WORDT FOTOGRAFIE TOEGPAST IN HET NIEUWS? Journalisten willen de kijker iets laten voelen bij wat ze lezen of bekijken. Een beeldjournalist moet hier ook op letten. Elk beeld heeft namelijk een functie, anders ondersteunt hij het artikel niet. Het beeld kan natuurlijk ook al op zichzelf veel vertellen. De lezer ziet vaak eerst het beeld en als dat aanspreekt leest hij of zij verder, daarom is het belangrijk dat het een beeld de mensen prikkelt (Fluit et al., 2014). Om tussen vele fotografen te staan bij een plotselinge gebeurtenis, moet je maar net het moment pakken om die ene foto te maken. Fotografen hebben dan te maken met veel concurrentie. Hoe ver ga je dan om de beste foto te maken? Ook maakt het publiek met hun mobiele telefoons genoeg foto’s. Met de huidige kwaliteit van camera’s kunnen foto’s van telefoons soms ook goed zijn. Desondanks ben ik ervan overtuigd dat we toch een voorkeur blijven houden voor professionele journalistieke fotografen. Maar helaas maken soms ook professionele fotografen fouten, zoals de Franse Magnum fotograaf Jerome Sessini. In het artikel “Ethiek in de fotojournalistiek” vertelt de fotograaf Ton Hendricks (2014) dat Jerome Sessini zich schuldig maakte aan een morele uitglijder met een
Fotograaf: Jerome Sessini
foto van de MH17 ramp. Hij
had foto’s gemaakt van lijken die uit het vliegtuig waren neergestort. Dit waren gruwelijke foto’s van mensen die door het dak vielen of die nog in een vliegtuigstoel lagen op een korenveld. Bij dit soort beelden luidt dan de vraag: mag dit wel? Gaat dit niet te ver? Hier heb je namelijk ook te maken met nabestaanden, die hierdoor gekwetst kunnen raken (Hendricks, T., 2014).
13
Voor fotografen is er de bekende fotocompetitie: de “World Press Photo”. Vorig jaar deden er meer dan vijfduizend fotografen mee. Een aantal jaren
Fotograaf: Stepan Rudik
geleden werd een foto van de Russische fotograaf Stepan Rudik gediskwalificeerd, omdat deze foto journalistiek niet correct was. Hij had namelijk een voet van de foto weggehaald in photo-shop. In principe veranderde er niet veel aan de afbeelding, maar omdat er gesjoemeld was met de context is hij gediskwalificeerd (Vertrouwen in de fotojournalistiek, Meijer, B. de., 2016). De Belgische fotograaf Jimmy Kets laat zien in het Belgische tv-programma “De Afspraak” hoe hij beeld kan manipuleren. In november 2015 na de aanslagen in Parijs werd er in Brussel het hoogste terreuralarm afgegeven. Met zijn camera liet hij zien hoe verschillend zijn beelden kunnen zijn. Hij kan foto’s maken waar een kille lege straat te zien is en met zijn telelens kan hij het aantal mensen op straat bij elkaar persen, zodat de straat er druk uitziet. “Met één beeld boezem je de angst in en met een andere ander beeld is er geen vuiltje aan de lucht. Dat is iets gevaarlijk hé, de media.” (geciteerd uit De Afspraak afl. 23-11-2015, Kets, J.) Met zijn fototechnieken kan hij de keuze maken welke boodschap hij wilt overbrengen.
Fotograaf: Jimmy Kets
14
Conclusie Na het onderzoeken en beantwoorden van de deelvragen, ben ik een aantal zaken op het spoor gekomen die de hoofdvraag beantwoordt. De vraag luidde: “Op welke wijze kunnen retorische elementen bijdragen aan storytelling in fotografie, zodat maatschappelijke problemen een nieuwsitem worden?” Ik splits de vraag eerst in tweeën en ik begin met de eerste vraag: “Op welke wijze kunnen retorische elementen bijdragen aan storytelling in fotografie?” Een verhaal vertellen in een foto kan moeilijk zijn, maar is zeker niet onmogelijk. Dat anderen dit verhaal zien is nog de vraag, maar met behulp van retorische elementen is dit wel in banen te leiden. Door een foto te analyseren ga ik de vraag beantwoorden. Als voorbeeld neem ik een foto van de fotograaf Larry Burrows. Hij wed beroemd door zijn aangrijpende foto’s van de Vietnamoorlog (Steel, A., 2007). Bij het analyseren van de foto begin ik eerst op connotatief en denotatief niveau naar de foto te kijken. De foto laat veel zien. Op het eerste oog zie ik soldaten in een helikopter met geweren. Twee liggen er, waarvan eentje de ander vasthoudt en de derde schreeuwt met een paniekerig gezicht. Het is duidelijk een oorlogssituatie. Je voelt dat er paniek is en het lijkt of de rechts liggende soldaat gewond is, omdat er scheuren in zijn uniform zitten. Het gevoel wat bij mij opkomt is zo snel mogelijk weg wezen en de gewonde soldaat in veiligheid brengen. De drie factoren die verantwoordelijk zijn voor overtuigingskracht kan ik ook op de foto vinden. Het is geloofwaardig (ethos), omdat wij weten dat daar een oorlog was in die tijd. Daarnaast staan er soldaten op als spreker, die duidelijk overbrengen dat er iets serieus gaande is. De paniek in het gezicht van de schreeuwende soldaat wekt emotie (pathos) op. Het feit dat wij weten dat er een oorlog gaande was en dat deze foto realistisch overkomt, betekent dat de factor logos ook aanwezig is. Er zijn niet direct retorische stijlfiguren aanwezig, maar het feit dat wij dit beeld zien in onze veilige thuissituatie zegt al genoeg. Er is dan sprake van een groot contrast. De wereld
15 Fotograaf: Larry Burrows
staat daar op z’n kop en hier lezen wij rustig de krant met een kopje koffie. Je kan wel één of meerdere retorische stijlfiguren laten zien of voelen in fotografie. Dit kan door bijvoorbeeld een beetje te overdrijven of contrast te laten zien op de foto, etc. Daarnaast kunnen de retorische factoren ethos, pathos en logos voor de overtuigingskracht een bijdrage leveren aan een goede foto. Dan zal het publiek de story in het beeld gaan ontdekken en begrijpen. Dan komt de tweede vraag: wanneer kan een foto van maatschappelijke problemen een nieuwsitem worden? Heel veel beeld kan gebruikt worden voor een nieuwsitem. Zelfs worden er soms foto’s van Facebook gehaald. Volgens de meningen van fotografen die ik heb belicht in mijn onderzoek, moet een foto wel geloofwaardig en eerlijk blijven. Ook moet er empathie zijn voor de nabestaanden of andere slachtoffers. Toch hebben fotografen de regie over de camera en kunnen ze zelf bepalen wat voor foto zij schieten, zoals de fotograaf Jimmy Kets liet zien. Desondanks hebben ze vaak wel te maken met het artikel dat erbij komt en moeten zij er vooral voor zorgen dat het beeld de lezer prikkelt om verder te kijken.
16
Bronnen - Berbers, C. (2010). Verbeelding in ontwikkeling: over de staat van de fotografie in het digitale tijdperk. Afstudeerscriptie. Geraadpleegd op 3 mei: http://av.surfsharekit.nl:8080/get/smpid:18581/DS1/ - Broek, J. van den, Koestenruijter, W., Jong, J. de, & Smit L. (2010). Beeldtaal. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. - Coumans, A. (2010). Als een beeld ‘ik’ zegt…: Het dialogische betekenisvormingsproces van het beeld. Geraadpleegd op 6 mei: https://www.hanze.nl/assets/kc-kunst--samenleving/Documents/Public/als_een_ beeld_ikzegt1.pdf - Dupho. Storytelling, Geraadpleegd op 13 mei: http://www.dupho.nl/kennisbank-ondernemen/nieuwekansen-en-trends/storytelling - Fluit, A., Rumes, T., Verheyden, T. (2014). How to story: Storytelling voor journalisten. Tielt: Lannoo Campus. - Hendriks, T. (2014). Ethiek in de Fotojournalistiek. Geraadpleegd op 14 mei: http://tonhendriks.nl/texts/ columns/ethiekfotojournalistiek/ - Kets, J. (2015, 23 november). Brussel vandaag: fotograaf toont hoe hij de werkelijkheid kan manipuleren (Video). Geraadpleegd op 25 mei: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/ deafspraak/2.41872?video=1.2504950 - Leeuwen,T. van & Jewitt, C. (2001). Handbook of visual analysis. London: Sage Publications. - Leijten, J. (2015). Zo manipuleer je het mediabeeld van Brussel. Geraadpleegd op 21 mei: http://www.nrc.nl/ nieuws/2015/11/24/zo-manipuleer-je-het-mediabeeld-van-brussel - Malik, N., Sykes, M., West, M, D. (2013). Overtuigen met storytelling. Amsterdam: Pearson. - Meijer, B. de. (2016). Vertrouwen in de fotojournalistiek. Geraadpleegd op 14 mei: http://basdemeijer.nl/ afdruk/vertrouwen-in-de-fotojournalistiek/ - Reyneveld, A.(2012) Journalistieke fotografie ondergaat definitieve verandering door burgerfotografen. Geraadpleegd op 16 april: http://www.denieuwereporter.nl/2012/02/journalistieke-fotografie-ondergaatdefinitieve-verandering-door-burgerfotografen/ - Steel, A. (2007). De mooiste foto’s van ’s werelds beste fotografen: Fotojournalistiek. Kerkdriel: Librero - Stronks, J. (2006). Maak oorlogsjournalistiek transparanter. Geraadpleegd op 30 april: http://www. denieuwereporter.nl/2006/08/maak-oorlogsjournalistiek-transparanter/ - Verlaan, N. (2012). Retorica – de logos, ethos en pathos van het overtuigen. Geraadpleegd op 10 mei: http:// www.visionair.nl/analyses/retorica-de-logos-ethos-en-pathos-van-het-overtuigen/ - Wijsman, E. (2013). H 7 Communicatie. Psychologie en sociologie. (6e dr.). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. - Word Press Photo competitie. Geraadpleegd op 21 mei: http://www.worldpressphoto.org
17