ELEKTRISCH ONTHAREN
EXAMENEISEN THEORIE EN PRAKTIJK SCHOONHEIDSVERZORGING B / SPECIALISATIE VERSIE JULI 2010 STICHTING KW ALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Exameneisen — Elektrisch Ontharen 2002
STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: ELEKTRISCH ONTHAREN
Examen
Elektrisch ontharen
Vaknummer
5060
Aantal meerkeuzevragen
25
Examentijd
45 minuten
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002
TOETSMATRIJS ELEKTRISCH ONTHAREN Rubriek
Aantal vragen
1
Haren en beharing
4
2
Fysiologie
3
3
Hygiëne, ARBO en Milieu
4
4
Pathologie
2
Indicaties, relatieve- en absolute contraindicaties
5
Theorie van de praktijk, nagroei en Voorlichting aan cliënt
7
5 en 6
7, 8 en 9
©
Onderwerp
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002
THEORIE EXAMENEISEN ELEKTRISCH ONTHAREN Van alle hieronderstaande exameneisen dient de kandidaat — buiten hetgeen in de rechter kolom staat aangegeven — de begripsverklaring te kennen.
1
H AREN EN BEHARING
1.1
ontwikkeling
1.1.1
embryonale ontwikkeling ontstaan van haarfollikel kiembladen ectoderm mesoderm
omschrijving
1.1.2
haartypen
ontwikkeling, lokalisatie, kenmerken en beïnvloedende factoren
lanugohaar vellushaar terminaal haar 1.2
anatomie
van alle begrippen: bouw, lokalisatie en functie
haarpapil capillairen / haarvaten membrana vitrea / hyaliene glasmembraan haarfollikel bulbus matrix groeizones inwendige wortelschede uitwendige wortelschede haarwortel haarschacht medulla / haarmerg cortex / haarschors cuticula / haaropperhuidvlies haarspier / musculus arrector pili talgklier pilosebaceus unit / haar-talgklier-complex 2
F YSIOLOGIE
2.1
haargroeifasen
omschrijving, kenmerken, verschillen en beïnvloedende factoren
anagene fase / groeifase katagene fase / overgangsfase telogene fase / rustfase
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Theorie eisen blad 1 van 5
2.2
haarkleur melanine / pigment
lokalisatie en functie vorming en beïnvloedende factoren
luchtblaasjes 2.3
zenuwuiteinden pijn pijngrens
lokalisatie en functie beïnvloedende factoren
2.4
bloedvoorziening
functie
3
H YGIËNE , ARBO EN M ILIEU VOLGENS DE CODE VAN DE S CHOONHEIDSSPECIALIST
3.1
bedrijfshygiëne kruisbesmetting
3.2
persoonlijke hygiëne
3.3
reiniging
werkwijze, gebruik materialen en eventuele apparatuur
huishoudelijke reiniging reiniging van de huid behandelaar cliënt reiniging van instrumenten 3.4
desinfectie
middelen, RVG-nummer, Nnummer en betrouwbaarheid
desinfectie van de huid desinfectie van instrumenten 3.5
3.6
sterilisatie autoclaaf andere methoden
principe, invloeden en betrouwbaarheid principe, invloeden en betrouwbaarheid
hete lucht oven kogelsterilisator snelkookpan UV-sterilisator 3.7
handbescherming
eisen, doel, gebruik, voor- en nadelen
latexhandschoenen vinylhandschoenen vingercondooms 3.8
hulpmiddelen apparatuur naalden naaldcontainers afvoermogelijkheden
eisen
4
P ATHOLOGIE
van alle begrippen: oorzaken, kenmerken en beïnvloedende factoren
4.1
trichosis
4.2
hypertrichosis
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
doel
Elektrisch Ontharen 2002 Theorie eisen blad 2 van 5
congenitale hypertrichosis verworven hypertrichosis 4.3
hirsutisme hormonaal iatrogeen idiopathisch
5
I NDICATIES hirsutisme hypertrichosis transseksuelen trichosis
6
R ELATIEVE CONTRA - INDICATIES ABSOLUTE CONTRA - INDICATIES
voorbeelden
van alle begrippen: risico's in het algemeen en in relatie tot de behandelmethode Diathermie- en / of Blend-methode
acute ontstekingen dermatosen dermatomycosen diabetes mellitus epilepsie gebruik van anti-coagulantia hemofilie infecties bacteriële infecties parasitaire infecties virale infecties koorts metalen prothesen naevus pigmentosus pacemaker tierfellnaevus tumoren verbrandingen / zonnebrand zenuwpijn / neuralgie zwangerschap 7
T HEORIE VAN DE PRAKTIJK
van alle begrippen: eventuele gevolgen van foutieve handelingen
7.1
voorbehandeling desinfecteren drogen
doel
7.2
Diathermie-methode
kenmerken, inzicht en toepassing
methode geleidelijk snel taxeren van de haren haardikte inplantdiepte naaldkeuze
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
voorwaarden Elektrisch Ontharen 2002 Theorie eisen blad 3 van 5
stroomsoort
kenmerken, invloeden en werking
werkpuntbepaling insteek richting plaats beweging diepte stroomgebruik duur moment afwerking uithalen naald uithalen haar resultaat complete haar gave huid nabehandeling 7.3
Blend-methode methode taxeren van de haren haardikte inplantdiepte naaldkeuze thermolyse stroomsoort afstelling werkpuntbepaling elektrolyse stroomsoort
kenmerken, inzicht en toepassing
voorwaarden kenmerken, invloeden en werking
kenmerken, invloeden en werking
soorten elektroden werkpuntbepaling loogeenheden / units afstelling bijstelling nalogen insteek richting plaats beweging diepte stroomgebruik duur moment afwerking uithalen haar uithalen naald resultaat gave huid nabehandeling algemeen
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Theorie eisen blad 4 van 5
toepassen van kataforese 7.4
andere methoden elektrolyse J.Lack-methode laser pincetmethode
8
N AGROEI oorzaken foutieve behandeling groeifasen hormonaal
9
V OORLICHTING AAN DE CLIËNT adviezen voor thuisbehandeling nazorg van onthaarde gebieden haargroeiremmende producten invloeden van make-up- / camouflageproducten warmte / sauna zon / UV-straling
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
doel en werking kenmerken, werking, toepassing voor- en nadelen
doel
toepassing en voor-en nadelen
Elektrisch Ontharen 2002 Theorie eisen blad 5 van 5
STRUCTUUR PRAKTIJKEXAMEN ELEKTRISCH ONTHAREN DIATHERMIE-METHODE Examentijd:
45 minuten.
in de examentijd is begrepen:
1. uitpakken materiaal 2. installeren model 3. opruimen materiaal
Exameninhoud: a.
beoordelen van modellen op geschiktheid voor elektrisch ontharen
b.
uitvoeren van elektrische ontharing volgens de Diathermie-methode
BLEND-METHODE Examentijd:
45 minuten.
in de examentijd is begrepen:
1. uitpakken materiaal 2. installeren model 3. opruimen materiaal
Exameninhoud:
©
c.
beoordelen van modellen op geschiktheid voor elektrisch ontharen
d.
uitvoeren van elektrische ontharing volgens de Blendmethode
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002
PRAKTIJK EXAMENEISEN ELEKTRISCH ONTHAREN Algemeen I: De hieronder genoemde examenvakken dienen uitgevoerd te worden op het gelaat en / of de hals van het model. Algemeen II: Het is de kandidaat toegestaan op het examen zowel voor het vak elektrisch ontharen Diathermie-methode als voor het vak elektrisch ontharen Blend-methode een afzonderlijk model mee te nemen. Algemeen III: Het is de leden van de examencommissie toegestaan ter controle haren van het model met een pincet te verwijderen. Algemene voorwaarde: De kandidaat en het model dienen beide over de fysieke mogelijkheden voor de uit te voeren handelingen te beschikken. Specifieke voorwaarden model: Het model voldoet aan de voorwaarden indien hij / zij in het gelaat en / of de hals voldoende terminale beharing heeft om gedurende 30 minuten effectief elektrisch te worden onthaard. Specifieke voorwaarden epileernaald: De te gebruiken epileernaald voldoet aan de voorwaarden indien deze als steriel aangemerkt kan worden. Operationalisaties DIATHERMIE-METHODE A. Voorbereiding 1. Desinfecteren: De kandidaat desinfecteert op de juiste wijze door alvorens tot de elektrische ontharingsbehandeling over te gaan de te gebruiken instrumenten, met uitzondering van de epileernaald, en de huid op de plaatsen waar de behandeling zal plaatsvinden met een daartoe geschikte desinfecterende substantie in aanraking te brengen. 2. Diepteligging van de haren: De kandidaat taxeert de diepteligging van de haren in een te behandelen huidgebied op de juiste wijze door het gemiddeld onderhuids liggend deel van een aantal haren in dat gebied vast te stellen. 3. Bepaling methode: De kandidaat bepaalt de te volgen methode op de juiste wijze door alvorens tot de epilatiehandelingen over te gaan bekend te maken of de geleidelijkeof de snelle methode zal worden gehanteerd. 4. Soort naald. De kandidaat bepaald de soort van de te gebruiken epileernaald op de juiste wijze door deze in overeenstemming met de dikte en de diepteligging van de te epileren haren te laten zijn.
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Praktijk eisen blad 1 van 5
5. Bepaling werkpunt: De kandidaat bepaalt het werkpunt op de juiste wijze door nadat de keuze ten aanzien van de te volgen methode is aangegeven, bekend te maken welke tijdsduur en welke stroomsterkte tijdens de epilatie zal worden gehanteerd en stelt indien nodig dit werkpunt bij. 6. Spannen / fixeren: De kandidaat spant of fixeert de huid op de juiste wijze indien dit op zodanige wijze geschiedt dat de insteek wordt vergemakkelijkt. B. Uitvoering
7. Tijd. De kandidaat gebruikt de examentijd op de juiste wijze indien van de totale tijd tenminste 30 minuten effectief wordt elektrisch onthaard. 8. Insteekrichting: De kandidaat verricht de insteek in de juiste richting door de epileernaald parallel aan het direct boven het huidoppervlak uitstekende deel van de haar te bewegen in de richting van de plaats waar de haar in de huid verdwijnt. 9. Insteekplaats: De kandidaat verricht de insteek op de juiste plaats door de epileernaald naast de haar in de follikel te brengen. 10. Insteekbeweging: De kandidaat verricht het bewegen van de epileernaald bij het insteken op de juiste wijze door de naald geleidelijk, langzaam in de follikel te doen verdwijnen zonder tijdens het insteken de richting te wijzigen of, nadat de insteek tot stand is gekomen, zodanige druk op de naald uit te oefenen dat de richting van de naald wordt gewijzigd. 11. Insteekdiepte: De kandidaat verricht de toepassing van de diepte bij de insteek op de juiste wijze door deze in overeenstemming te laten zijn met de van tevoren bepaalde diepte.
C. Stroomgebruik
12. Duur De kandidaat verricht de toepassing van de stroomduur op de juiste wijze door de stroom ingeschakeld te houden gedurende de bij de vaststelling van het werkpunt aangegeven tijd, waarbij de duur de 10 seconden niet mag overschrijden. 13. Moment: De kandidaat verricht het in- en uitschakelen van de elektrische stroom op het juiste moment door dit te doen nadat de epileernaald is ingestoken.
D. Afwerking
14. Uithalen naald: De kandidaat verricht het uithalen van de naald op de juiste wijze door deze parallel aan de insteekrichting langzaam uit de huid te verwijderen.
E. Resultaat
15. Haar: De kandidaat verricht het uithalen van de haar op de juiste wijze door deze met behulp van een pincet langzaam, zonder enige weerstand geheel uit de huid te verwijderen in telogene-, anagene- of katagene fase.
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Praktijk eisen blad 2 van 5
16. Gave huid.De kandidaat toont een gave huid op de plaats waar de epilatie wordt verricht als gedurende de tijd dat de elektrische stroom was ingeschakeld geen beschadigingen van de huid zijn ontstaan.
BLEND-METHODE A. Voorbereiding 1. Desinfecteren: De kandidaat desinfecteert op de juiste wijze door alvorens tot de elektrische ontharingsbehandeling over te gaan de te gebruiken instrumenten, met uitzondering van de epileernaald, en de huid op de plaatsen waar de behandeling zal plaatsvinden met een daartoe geschikte desinfecterende substantie in aanraking te brengen. 2. Soort haar. De kandidaat taxeert de dikte van de te epileren haren in het te behandelen huidgebied en benoemt deze als: haren van 15, 30, 45, 60 of 80 loogeenheden. 3. Diepteligging van de haren: De kandidaat taxeert de diepteligging van de haren in een te behandelen huidgebied op de juiste wijze door het gemiddeld onderhuids liggende deel van een aantal haren in dat gebied vast te stellen en te benoemen als: ondiep, middeldiep, diep of zeer diep. 4. Soort naald. De kandidaat bepaalt de dikte en eventueel de lengte van de te gebruiken epileernaald op de juiste wijze door deze in overeenstemming met de dikte en de diepteligging van de te epileren haren te laten zijn. 5. Afstelling van de thermolyse: De kandidaat bepaalt de afstelling van de thermolyse op de juiste wijze door, nadat de epileernaald tot de gestelde diepte in de follikel is ingestoken, de stroomsterkte van de thermolyse te bepalen aan de hand van de door de kandidaat bepaalde haarsoort in combinatie met de pijngrens van het model. 6. Werkpunt: De kandidaat bepaalt het werkpunt op de juiste wijze door, nadat de epileernaald tot de gestelde diepte in de follikel is ingestoken, te onderkennen hoe lang de stroomduur moet zijn om de haar zodanig te coaguleren dat deze zonder enige weerstand uit de huid kan worden verwijderd, waarbij de stroomduur de 20 seconden niet mag overschrijden, en maakt dit werkpunt bekend. 7. Afstelling van de elektrolyse: De kandidaat bepaalt de afstelling van de elektrolyse op de juiste wijze door, nadat de positieve elektrode bij het model is aangelegd, de epileernaald tot de gestelde diepte in de follikel te steken en daarna de stroomsterkte van de elektrolyse in te stellen aan de hand van het bepaalde werkpunt en de bepaalde loogeenheden.
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Praktijk eisen blad 3 van 5
8. Bijstelling van de elektrolyse: De kandidaat controleert tijdens de behandeling de instelling van de elektrolyse en stelt deze indien nodig bij. 9. Spannen / fixeren: De kandidaat spant of fixeert de huid op de juiste wijze indien dit op zodanige wijze geschiedt dat de insteek wordt vergemakkelijkt. B. Uitvoering
10. Tijd: De kandidaat gebruikt de examentijd op de juiste wijze, indien van de totale tijd tenminste 30 minuten effectief wordt elektrisch onthaard. 11. Insteekrichting: De kandidaat verricht de insteek in de juiste richting door de epileernaald parallel aan het direct boven het huidoppervlak uitstekende deel van de haar te bewegen in de richting van de plaats waar de haar in de huid verdwijnt. 12. Insteekplaats: De kandidaat verricht de insteek op de juiste plaats door de epileernaald naast de haar in de follikel te brengen. 13. Insteekbeweging: De kandidaat verricht het bewegen van de epileernaald bij het insteken op de juiste wijze door de naald geleidelijk, langzaam in de follikel te doen verdwijnen zonder tijdens het insteken de richting te wijzigen of, nadat de insteek tot stand is gekomen, zodanige druk op de naald uit te oefenen dat de richting van de naald wordt gewijzigd. 14. Insteekdiepte: De kandidaat verricht de toepassing van de diepte bij de insteek op de juiste wijze door deze in overeenstemming te laten zijn met de van tevoren bepaalde diepte.
C. Stroomgebruik
15. Duur. De kandidaat verricht de toepassing van de stroomduur op de juiste wijze door de gecombineerde stroom ingeschakeld te houden gedurende de tijd van het werkpunt en nadat de haar is verwijderd de stroomtoevoer van de electrolyse afhankelijk van de haarsoort nog 1 seconde tot maximaal 2 seconden aan te houden. 16. Moment: De kandidaat verricht het inschakelen van de gecombineerde elektrische stroom op het juiste moment door dit te doen nadat de epileernaald is ingestoken en tot stilstand is gekomen. De kandidaat verricht het uitschakelen van de thermoiyse voordat de haar wordt verwijderd en van de electrolyse nadat het nalogen is voltooid.
D. Resultaat
©
17. Uithalen haar: De kandidaat verricht het uithalen van de haar op de juiste wijze door, terwijl de electrolyse wordt aangehouden, deze met behulp van een pincet langzaam zonder enige weerstand geheel uit de huid te verwijderen in telogene-, anagene- of katagene fase.
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Praktijk eisen blad 4 van 5
18. Gave huid: De kandidaat toont een gave huid op de plaats waar de epilatie werd verricht als gedurende de tijd dat de elektrische stroom was ingeschakeld, geen huidbeschadigingen zijn ontstaan. E. Afwerking
©
19. Uithalen naald: De kandidaat verricht het uithalen van de naald, nadat de haar is verwijderd en de extra electrolyse is gegeven, op de juiste wijze door deze parallel aan de insteekrichting langzaam uit de huid te verwijderen.
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Praktijk eisen blad 5 van 5
LITERATUURLIJST ELEKTRISCH ONTHAREN Anatomie, Fysiologie en Pathologie Anatomie, Fysiologie en Pathologie Drs. C.A. Bastiaanssen, Drs. A.A.F. Jochems, Drs. A.J.M. van Unnik Heron reeks HBO Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 1614 8 Medische Fysiologie L.N. Bouman, J.A. Bernards Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 309 14 Dermatologie en venereologie Dr. W.A. van Vloten, H.J. Degreef, E. Stolz, B.J. Vermeer, R. Willemze Elsevier Gezondheidszorg Maarssen ISBN 90 352 2268 7 Huid en Lichaam derde herziene druk 2005 H.E.Fokke Syntax Media Arnhem www.syntaxmedia.nl E-mail:
[email protected] Tel: 026 3708370 ISBN: 90 774 23 079 Raakvlakken tussen de dermatologie en de cosmetologie Prof. Apr. A. Goossens Acco Leuven België 2004-2005 www.uitgeverij.acco.be E-mail:
[email protected] ISBN: 90 334 5862 4 Pinkhof Geneeskundig woordenboek Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 1797 7 Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde Elsevier Gezondheidszorg, Doetinchem 2006 ISBN 90 6228 637 2 Hygiëne, ARBO en milieu Code van de Schoonheidsspecialist Editie 4 HBA Zoetermeer ANBOS Reactorweg 301 3542 AD Utrecht ISBN 978-90-5774-172-2
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Literatuur
Theorie van de praktijk Natuurkunde voor het MLO Elektriciteit en magnetisme J.A. Tijmensen, B. Taken Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 275 06 The Blend Method M. Bono Tortoise Press, Santa Barbara, California, USA ISBN 0-9642682-0-5 Handboek voor kosmetische en medische ontharing Drs. F.C.L. Goosmann (red) Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen ISBN 90-352-2302-0
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Elektrisch Ontharen 2002 Literatuur