PSYCHOLOGIE
EXAMENEISEN THEORIE SCHOONHEIDSVERZORGING B
VERSIE JULI 2010
STICHTING KWALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Exameneisen — Psychologie 2004
STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: PSYCHOLOGIE
Examen
Psychologie
Structuur
Mondeling
Examentijd
30 minuten
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Psychologie 2004
THEORIE EXAMENEISEN PSYCHOLOGIE
1
O NTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
1.1
ontwikkelingsfasen
van alle termen dient de kandidaat de betekenis te kennen en te weten wat het mogelijk belang daarvan is voor de beroepspraktijk. verband tussen ontwikkelingsfase en psychologische betekenis van het eigen uiterlijk.
puberteit en puber adolescent jong volwassene volwassene mid-life crisis menopauze lege nest syndroom ouderdom 2
P ERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
2.1
persoonlijkheid
van alle termen dient de kandidaat de betekenis te kennen en te weten wat het mogelijk belang daarvan is voor de beroepspraktijk.
karakter nature-nurture 2.2
het vijf factoren model
de factoren kunnen omschrijven en toepassen met behulp van voorbeelden.
introversie en extraversie altruïsme en emotionele intelligentie ordelijkheid intelligentie stabiliteit, labiliteit en faalangst 2.3
seksualiteit
seksualiteit in verband met ontwikkelingsfase, identiteit en uiterlijke verschijning.
gender sekse seksuele identiteit hetero-, homo- en biseksualiteit travestie transseksualiteit
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Psychologie 2004 Theorie eisen blad 2 van 5
3
S OCIALE PSYCHOLOGIE
3.1 3.2
intrasubjectief en intersubjectief attitude professionele of beroepsattitude
3.3.
sociale rol
de kandidaat dient de begrippen uit 1 en 2 en 3 ook in samenhang te kunnen zien: bijvoorbeeld: karakter en leiderschap, rol en communicatie, persoonlijkheid en conflict.
bijvoorbeeld: sociale rol in verband met persoonlijkheid en identiteit
socialisatie identificatie professionele of beroepsrol sociale status; sociale identiteit sociale integratie relatie met andere bevolkingsgroepen sociaal isolement rolconflict; intrapersoonlijk manifest-latent conflict 3.4
groep
bijvoorbeeld: groepsgedrag in verband met ontwikkelingsfase en sociale identiteit groepsrol conformeren formele en informele groep primaire en secundaire groep procesgerichte en productgerichte groep
3.5
leiderschapsstijlen macht en gezag
3.6
emancipatie
3.7
normen en waarden positieve- en negatieve sancties sociale controle
3.8
communicatie en relatie
autoritair, democratisch, laissezfaire formeel en informeel normen en waarden in de salon kunnen benoemen. bijvoorbeeld in een groep bijvoorbeeld: communicatie en relatie in samenhang met sociale rol en normen.
verbale, non-verbale en tactiele communicatie metacommunicatie inhouds- en betrrekkingsaspect feedback interactie relatie 4
©
De mens in de psychologische hulpverlening
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
van alle termen dient de kandidaat de betekenis te kennen en te weten wat het mogelijk belang daarvan is voor de beroepspraktijk. Psychologie 2004 Theorie eisen blad 3 van 5
4.1
GGZ, RIAGG, PAAZ, CAD.
4.2 4.3
psychotherapie psychiatrie
4.4 4.5
stemmingsstoornis angststoornis psychotische stoornis farmacotherapie rouwverwerking en fasen
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
betekenis van de afkortingen kennen en hun werkgebieden weten van verschil tussen psychologie en psychiatrie
Psychologie 2004 Theorie eisen blad 4 van 5
LITERATUURLIJST PSYCHOLOGIE Psychologie, theorie en praktijk F.F.O. Holzhauer en J.J.R. van Minden Stenfert Kroese, Leiden / Antwerpen ISBN 90 207 2085 6
Psychologie de Hoofdzaak R.P. Schreuder Peters & J.W. Boomkamp Wolters Noordhoff 2004 ISBN 90 011 0903 9
Psychologie voor dienstverleners Jan Verhulst & Guido van der Kroef Wolters Noordhoff 2003
ISBN 90 019 0335 5
©
Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht
Psychologie 2004 Theorie eisen blad 5 van 5