ekst: Alexander Roose
1. Kort: Montaigne......................................................... 2 2. Speellijst..................................................................... 3 3. Michel de Montaigne en de Essays............................ 4 4. Waarom Montaigne vandaag? .................................. 8 5. Introductie van het gezelschap ................................ 13 6. Boek ......................................................................... 16 7. Contact .................................................................... 17
1
1.
Kort: Montaigne
Montaigne. Een theatermonoloog door Koen De Sutter, een tekst van Alexander Roose “Ik wil dat men mij ziet in mijn eenvoud, gewoon zoals ik ben, ongedwongen en zonder opsmuk (...) Hier zullen mijn gebreken als mijn natuurlijke gedaante onverbloemd worden weergegeven.” – Michel de Montaigne De Essays van de 16de eeuwse Franse gentleman-filosoof Michel de Montaigne behoren tot de boeiendste teksten uit de literatuur. Het zijn schetsen van een zelfportret, het is een publieke bekentenis, een lange alleenspraak. De lezer is dan ook de bevoorrechte getuige van Montaignes niet aflatende pogingen om inzicht te krijgen in zijn eigen bestaan, om de mens te begrijpen. Zijn motto luidde: “Que saisje?” Tja, wat weet iemand eigenlijk echt zeker? Nu staat Montaigne op de planken. Koen De Sutter plaatst de meedogenloze zoektocht van Montaigne in het heden. Hij denkt na over de grote en de kleine dingen des levens. Hij praat over zijn pijn en zijn vreugde. Hij hekelt, verwart, bewondert, herinnert zich, weifelt, is nieuwsgierig en kijkt kritisch naar de machthebbers en naar zichzelf. Maar bovenal hongert hij naar een goed gesprek. “Ik ben wie ik ben. Ik heb een boek geschreven. De verzameling van mijn ideeën. Waarom eigenlijk? Voor wie eigenlijk? Voor mijn familie. Voor mezelf. Niet voor u. Niet voor u. Wel voor u.” Tekst: Alexander Roose Spel & vorm: Koen De Sutter Licht: Bas Devos Beeld: Sofie Muller Kostuumontwerp: Anja Perisic Muziek: Cesar Assistentie: Camille Bourgeus Management: Saskia Liénard Techniek: Piraten! Productie: Dadanero 2
2.
Speellijst
Januari 2016 Dinsdag 19
20u00 Bourlaschouwburg, Antwerpen – première
+32 (0)3 224 88 44
Woensdag 20
20u00 Bourlaschouwburg, Antwerpen
+32 (0)3 224 88 44
Vrijdag 22
20u30 Kaaitheater, Brussel
+32 (0)2 201 59 59
Zaterdag 23
20u30 Kaaitheater, Brussel
+32 (0)2 201 59 59
Dinsdag 09
20u00 Stadsschouwburg, Brugge
+32 (0)5 044 30 60
Donderdag 11
20u15 C-Mine, Genk
+32 (0)8 965 44 90
Donderdag 18
20u00 NTG, Gent
+32 (0)9 225 01 01
Zaterdag 05
20u30 Brakke Grond, Amsterdam – Ned. première
+31 20 626 68 66
Dinsdag 08
20u30 AINSI, Maastricht
+31 43 350 55 55
Maandag 21
20u15 Leidse Schouwburg, Leiden
+31 71 516 38 81
20u30 CCBe, Berchem
+32 (0)3 286 88 20
Februari 2016
Maart 2016
Mei 2016 Donderdag 19
3
3.
Michel de Montaigne en de Essays Michel Eyquem werd in 1533 geboren op het kasteel van Montaigne. Ten oosten van Bordeaux, in de Périgord. Zijn vader was een enthousiast aanhanger van de Renaissance, zodoende leerde Montaigne als kind eerst Latijn, pas jaren later op het College van Guyenne werd hem het Frans onderwezen. Na zijn rechtenstudies wordt hij op 21-jarige leeftijd lid van het gerechtshof. Hij zal er 16 jaar blijven. Wreedheid, martelpraktijken en pijnlijke absurditeiten waarvan hij een grondige afkeer had, worden later in de Essays behandeld. “Hoe vaak zag ik geen veroordelingen die misdadiger waren dan de misdaad zelf.”
In 1558 maakt hij kennis met de humanist en magistraat Etienne de La Boétie. Zij worden boezemvrienden. De La Boétie sterft in 1563 aan dysenterie. “Als ik zou moeten zeggen waarom ik van hem hield, weet ik daar geen antwoord op dan slechts dit: omdat hij het was, omdat ik het was.” Gedurende vier jaar werd Montaigne door de La Boétie ingewijd in de diepere kennis van het humanisme. Hieronder dienen we te verstaan: verzet tegen een door een ‘middeleeuwse’ kerk gedicteerde moraal, streven naar een geheel eigen levenshouding, het toetsen van de houdbaarheid van grote denkers en schrijvers uit de oudheid door middel van rede en eigen ervaring. Op 37-jarige leeftijd trekt Montaigne zich terug uit het openbare leven. Onmiddellijke aanleiding hiervoor waren de heksenprocessen die voor de deur stonden met de obligate brandstapels. In 1571 installeert hij zich in zijn bibliotheek, gelegen in de toren van zijn kasteel. Het merendeel van zijn boeken, een duizendtal, zijn een nalatenschap van de La Boétie. Het zijn voornamelijk werken van klassieke auteurs. Het was nooit de bedoeling te schrijven, maar in eenzaamheid leidde het ordeloze over-denken tot een wankele staat van zijn. Hersenschimmen en gedrochten waren boze bezoekers. Tevens was het rouwproces van de La Boétie nog niet verwerkt. 4
Op een gegeven ogenblik merkt hij dat het neerslaan en ordenen van zijn kennis en gedachten helend werkt. Hij verzamelt citaten, vergelijkt ze met zijn eigen ervaringen en zodoende ontwikkelt zich een eigen visie. Autonoom denken, zoals Montaigne toen deed, zonder inmenging van dogma’s, tradities of dwingende gemeenschapszin, moet men beschouwen als een afwijkend, revolutionair manoeuvre. Het eigen ‘ik’ is het allesbeheersende onderwerp. “Ik praat over mezelf, Michel de Montaigne. (...) Ik ga in zoverre volgens de regelen der kunst te werk, dat geen mens ooit een onderwerp behandelde dat hij beter kende of begreep dan ik het mijne, en dat ik hierin de grootste geleerde ter wereld ben”.
Door zich zo vlijtig in zichzelf te verdiepen en zijn wisselend zelfportret onverbloemd aan ons voor te stellen, merken we dat Montaigne een soort Elckeryck is. “Ieder mens draagt in wezen alle menselijke eigenschappen in zich”. In die periode dus, bouwden de Essays zich op. (Montaigne was uitvinder van deze schrijfvorm, essay: van het Franse werkwoord essayer; proberen, be-proeven) Na het verschijnen van de eerste twee delen van de Essays in 1580, vertrekt hij op reis naar de baden van Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië om van zijn nierstenen te genezen (toentertijd een ziekte die dodelijk kon zijn). Hij is 15 maanden onderweg. “Reizen lijkt mij een nuttige bezigheid. Je geest is voortdurend in de weer om onbekende en nieuwe dingen te ontdekken, een betere leerschool ken ik niet”. In Rome ontvangt Montaigne het bericht dat hij tot burgemeester is benoemd van Bordeaux. Hij zal het twee legislaturen volhouden. De tweede uitgave van de Essays verscheen in 1588. Hij voegde passages toe aan delen één en twee en publiceerde tevens een derde deel, waarin zijn meest authentieke overwegingen te lezen zijn. Montaigne blijft in zijn eigen exemplaar, in de kantlijn, opmerkingen en waarnemingen bijschrijven. Dit exemplaar, ‘exemplaire de Bordeaux’, wordt eind achttiende eeuw in de bibliotheek van voornoemde stad teruggevonden. Hij sterft op 13 september 1592. 5
Wie na het lezen van de Essays hoopt vaste grip te krijgen op het leven, komt van een kale reis terug. Tegenstellingen schakelen zich in elkaar, het is een boek vol paradoxen. En zo hoort het ook want een mens evolueert, gelukkig. Montaigne zal nooit een eerdere denkpiste proberen te verbergen. Hij is van mening dat zijn jongere ‘ik’ ook zijn waarheid had. En: “Waarom zou de mening die je vandaag hebt geformuleerd juister zijn dan een andere?” “Wie niet onophoudelijk denkt aan de dood leidt een onzinnig leven” en later :“Als je niet weet hoe je moet sterven, geeft dat niet: als het zover is leert de natuur je dat wel, volledig en afdoende”. Het is dan ook evident dat Montaigne op een gegeven ogenblik twijfelt aan de macht van het menselijk verstand en dat een sceptische attitude hem zal typeren. Het is hoogmoedig te denken dat het menselijk verstand de absolute waarheid kan bevatten. Wat kan ons verstand dan wel? Twijfelen. De mens wordt van zijn voetstuk gehaald en ‘’middenin’ de wereld geplaatst. De rede is niet uniek. De mens niet centraal. De oorlog tussen de katholieken en de Lutheranen bracht een einde aan de middeleeuwse heerschappij van het Christendom. Die vaste waarde bestond niet meer, het bestaan kende vanaf nu een aftastend parcours met onzekerheid als metgezel. Een nieuwe tijd kondigde zich aan en hiervan was Montaigne de attente reporter. In de nacht van 23 augustus 1572 werden, in naam van de katholieke kerk, in Parijs en elders duizenden protestanten vermoord. De Bartholomeusnacht. Twee zaken zijn hierbij voor de geestelijke fundamenten van Montaigne en zijn tijdgenoten van belang: enerzijds het falen van de ‘Renatio’ (Renaissance), de Europese geestelijke heropleving van het antieke gedachtengoed en anderzijds een omkering van de waarden, namelijk de ‘goede’ katholieke krachten die het absolute kwaad verrichtten. Voor Montaigne was dit het einde van de eeuwige mens, het einde van het humanisme. Je kan geen staat bouwen op de mens. De equivalenten met de wereld van vandaag zijn legio en quasi periodiek. Democratie en dogmatiek voeren een latente oorlog.
6
Nooit was het Montaignes bedoeling om een sluitend filosofisch systeem te ontwikkelen. Het ontsluieren van het mysterie van de kosmos was evenmin een ambitie. Hij wilde pogen, proberen, ‘essayer’, bespreken, problematiseren, niet meer niet minder. Hiermee gaat hij loodrecht in tegen de toen gevestigde scholastieke filosofie, een systeem met aristotelische logica, ratio dus. De waarheid kon enkel bekeken worden door de ramen van een metafysisch huis. Denken in deze strakke structuren resulteerde tot zekerheid. Montaigne stelde deze structuren van het denken ter discussie. Goed en kwaad zijn niet meer de ijkpunten van ons bestaan. De deconstructie die hij hanteerde leidde wellicht niet tot de waarheid, maar wel tot een inzicht van ons meanderend bestaan. Vandaag de dag is de nood aan informatie over onze staat van zijn en onze relatie tot de wereld groot. Getuige hiervan weze toch wel onze openheid naar psychiatrie, psychologie en mentaal welzijn toe. Decennia geleden zat er niemand op de trein openlijk een boek over ‘depressie’ te lezen. De geesteswetenschappen hebben een opmerkelijke intrede gemaakt. De methodiek van Montaigne is inspirerend: een vraag kunnen stellen zonder vooroordelen en het antwoord aanvaarden – ook al ligt dat niet in de lijn van je persoonlijkheid en gewenning. Hiermee wordt elk systeemdenken over politiek en moraal uitgedaagd. De verbetering van het autonome denken zou vandaag de dag het maatschappelijk discours naar een ander niveau kunnen brengen, een niveau van persoonlijke betrokkenheid. Zoals bij een gesprek tussen gelijken, op het scherp van de snee; enkel dit noemt Montaigne een goed gesprek.
7
4.
Waarom Montaigne vandaag?
Een stuk uit een brief van Koen De Sutter: “ (…) Met ontzag blik ik terug op het werk van de Nederlandse documentairemaker Wim Kayser, waar een gesprek wondere diepten bereikte, waar intelligentie elegant en sierlijk behandeld werd, je werd geprikkeld en je nieuwe interpretaties werden aangereikt die vervolgens steevast gespreksvoer vormden met je medemens. Deze prikkeling heb ik ook met de ESSAYS van Michel de Montaigne. Waar staat en stond de mens in dit bestaan? Wat kunnen we weten? Wat kunnen we kennen? Evolueren we? Is er vooruitgang? Wat is het goede leven, de deugd? Hoe te leven, hoe te sterven? (…)” De voorstelling Montaigne en het boek van Alexander Roose dat in het najaar van 2015 zal verschijnen; De vrolijke wijsheid. Zoeken, denken en leven met Michel de Montaigne, zijn beide uniek omdat ze de coherentie van Montaignes parcours schetsen en tonen hoe die queeste voor de hedendaagse zoekende lezer relevant is. Het project is bijzonder omdat het gedragen wordt door twee vrienden – Koen De Sutter en tekstschrijver Alexander Roose –die vanuit een grote ‘Gesamtinteresse’ een intellectuele alliantie aangaan. Zij willen Montaignes verhaal én de pertinentie van zijn denken en handelen, in het Nederlands op de bühne, op de universiteitskansel en in interviews en lezingen uitdragen. Zij zijn er van overtuigd dat Montaignes authenticiteit en moed, zijn moeizame filosofische zoektocht naar het goede leven, naar een evenwicht tussen engagement, innerlijke rust en zorgenloosheid zelfs vijfhonderd jaar later nog steeds appelleren aan de morele, filosofische en politieke bekommernissen van mensen vandaag. Een ijdele onderneming? Men aanhoort in deze voorstelling een man – alleen – die een schrijver vertolkt, die het op zijn beurt vooral over zichzelf wil hebben. Het is niet vreemd om deze onderneming aanmatigend te vinden. Maar zowel Montaigne als de acteur die hem zal belichamen, verdedigen de attitude om de al te hevige spotlights te mijden. Voorop staat echter wel de Socratische ken-uzelf-gedachte en deze ontwikkelt zich in de schemerzone. Met de voorstelling wordt verhoopt dat elke persoonlijke reflectie kadert in een collectieve beleving. Wij zijn allen mensen, dus niets menselijks is ons vreemd.
8
Montaigne over ijdelheid: (...) Misschien is er wel niets ijdelers dan het ijdele geschrijf over dit onderwerp. Wat God ons daarover in zijn goddelijke wijsheid heeft geopenbaard, zouden verstandige mensen voortdurend zorgvuldig moeten overdenken. Wie ziet niet dat ik een weg gekozen heb die ik moeiteloos kan blijven gaan, altijd maar door, zolang er in de wereld inkt en papier zullen zijn? Ik kan niet over mijn leven schrijven aan de hand van mijn daden; daar zijn mijn lotgevallen te onbeduidend voor: dus registreer ik maar wat in mijn hoofd opkomt. Ik heb eens een edelman ontmoet die alleen over zijn leven berichtte aan de hand van zijn ontlasting. Bij hem thuis stond een rij potten van zeven à acht dagen geëtaleerd: daar maakte hij een studie van en hield hij betogen over; ieder ander onderwerp vond hij stinken. Wat u hier in een geciviliseerde vorm krijgt voorgeschoteld, zijn de uitwerpselen van een oude geest: nu eens te hard, dan weer te flodderig, maar nooit eens goed gebakken. (...)’ Gezien Montaigne in zijn Essays, die hij soms smalend zijn ‘fricassee’ noemt, badinerend van het ene thema naar het andere glijdt – het ene zwaarwichtig, het andere van praktische aard – zo zal ook de voorstelling door eenzelfde organische drive gekenmerkt worden.
9
De thema’s die Montaigne in de voorstelling zal aansnijden, in een notendop: I. - Einde van burgemeesterschap, terug in de toren. - Afkeer van absurde rechtspraak (De zaak Martin Guerre). - De vader en de opvoeding. - Filosofie is leren te sterven. Stoïcijnse levenshouding. - Na het openbare leven is er nood aan rust. Het ongeleide denken leidt tot ledigheid en waanzin, dus: schrijven is de oplossing. - Onverbiddelijkheid van krijgsheren kan soms omslaan in mededogen. - De blik van ‘barbaren’ op onze cultuur. De wijsheid van de wilden. - Het opstandig antiroyalistisch pamflet van Etienne de La Boétie. “Waarom geven wij onze vrijheid op?” - Over de schrijfstijl. Montaigne wil geen opsmuk, geen aanstellerij. - Dit is een zelfportret. Montaigne toont zich naakt. Omschrijving van karakter en voorkomen. II. - Montaigne vertelt over zijn bijna-doodervaring. Aanrijding met paard. Sindsdien andere houding t.a.v. de dood. - “Wat moet u met mijn verhaal? Ik ben het onderwerp. Ik heb geen les.” - Traktaat van Raymond Sebond. Geloof en rede zijn twee werelden. - Mens versus dier. “Speel ik met mijn kat of speelt mijn kat met mij?” Dieren communiceren en kennen rede. - Epaminondas was voortreffelijk: een filosoof zonder boeken, een Socrates zonder leerlingen. - Hoe kan je wijsgeren vertrouwen als ze het oneens zijn over de identiteit van God? - “Que sais-je?” Wij zijn klungelaars. - Bloemlezing van de adagia. (Inscripties op de balken in zijn toren.) - Overgang van stoïcijn naar scepticus. 10
III. - Reis naar Italië. Nierstenen. Pijn. - Benoeming burgemeester van Bordeaux. Hij talmt. - Brief van de koning waarin hij onmiddellijk verzocht wordt het ambt op te nemen. - Montaigne en de burgemeester zijn twee verschillende mensen. -“ik heb een wreedaardige hekel aan wreedheid”. - Pest in het land. Citaat: Boccaccio, Decamerone. - Wat is mijn boek waard? Het is pakpapier voor sardienen. - Overgang van sceptische naar een epicuristische levenshouding. - Montaigne spreekt over de waarde van een goed gesprek. -“Ik ben te oud om indruk te maken met boekenwijsheid.” -“Nu dans ik.”
11
Montaigne zelf aan het woord: “Goede regeringen dragen er zorg voor dat de burgers bij elkaar komen en zich verenigen, zowel voor plechtige bijeenkomsten als voor toneelopvoeringen en andere spelen. Hierdoor neemt de gemeenschapszin en de vriendschap toe, en men kan hun geen passender verstrooiingen bieden dan er plaatsvinden in ieders aanwezigheid en onder toezicht van de overheid. En ik zou het verstandig vinden als regenten of vorsten op eigen kosten de gemeenschap daar nu en dan op zou onthalen, als het ware als een vaderlijke goedheid en genegenheid; en als in de grote steden plaatsen kwamen, geschikt voor deze voorstellingen: het zou de mensen af kunnen houden van kwalijker activiteiten en duistere praktijken”. (Michel de Montaigne, Essays, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2012, 1.27 Over de opvoeding, vert. Hans Van Pinxteren.)
Illustraties van Salvador Dali bij de Essays
12
5.
Introductie van het gezelschap
Het gezelschap werd bijeen gebracht door Koen De Sutter. Hij koos ervoor zich te omringen met mensen die hij uitnodigde op basis van vertrouwdheid en ervaring. Sinds 2013 werkt hij met prof. dr. Alexander Roose nauw samen aan dit Montaigneproject. Het noodzakelijke vooronderzoek – lezen, analyseren, schrijven, Montaignes schrijfplek bezoeken – gebeurde de voorbije 2 jaar tot heden en loopt door tot eind 2015. Beide komen geregeld samen om de groei van deze onderneming te bespreken. Koen zit bij deze Montaigne-specialist als het ware aan de bron, en Alexander kan uit die samenwerking inzicht verschaffen in het wezen van een theatertekst en de communicatie van een acteur tot zijn publiek. Alexander levert de tekst en Koen zal die spelen en vormgeven. Daarnaast worden zij bijgestaan door Bas Devos (licht), Sofie Muller (beeld), Cesar (muziek), Anja Perisic (kostuum), Camille Bourgeus (assistentie), Saskia Liénard (management) en Wendy Marijnissen (fotografie). Koen De Sutter (spel en vorm) Koen De Sutter kruipt in de huid van Michel de Montaigne. Koen over Montaigne: “Montaigne spelen impliceert hem kénnen. De Essays telt 1400 pagina’s waarin met gretigheid uit de Oudheid wordt geciteerd, tevens hoor ik op de hoogte te zijn van Montaignes tijdsgewricht: de 30-jarige oorlog, de pest, het instabiele Frankrijk, Katholieken contra protestanten, de eerste clandestiene protesten tav de gevestigde orde, en dies meer. Naast het noodzakelijke historisch besef is het vanzelfsprekend en van primordiaal belang. Montaigne in onze tijd te plaatsen en zodoende een collectieve reflectie te beogen. Dit onderzoek vraagt tijd, een tijd die ik naar eigen beschikbaarheid heb benut en verder zal benutten. Vandaar het persoonlijk karakter van dit project.” Koen De Sutter studeerde in 1990 af aan het Hoger instituut voor dramatische kunst (Studio Herman Teirlinck). Sindsdien speelt en regisseert hij quasi onafgebroken in de Vlaamse theaterhuizen. Zijn eerste regie dateert van 1996 (Onder het Melkwoud bij Theater Zuidpool). Van 2000 tot 2005 was hij artistiek leider bij Theater Zuidpool. Nadien fungeerde hij weerom als free-lance acteur/ regisseur. Typerend voor De Sutter is de aandacht voor het spel, de acteur als centrum van het gebeuren alsook het respect voor de esprit van de schrijver of de oorspronkelijke partituur. Live muziek is in zijn voorstellingen geen zeldzaamheid. Gesteund door zijn uitgebreide dramaturgische kennis durft hij bijwijlen bewerken en vertalen. Ook het zijspoor van de scenografie bewandelt hij met graagte. Laatste regies en scenografiën: Kamer en de Man (Eric De Volder, Toneelgroep Maastricht), Al te luide eenzaamheid (Bohumil 13
Hrabal, Zuidpool). Laatste regie: Aleksej (Frank Adam, Het Paleis). Laatste rollen: De Verwondering (Het Toneelhuis) Faust ( Pjeroo Roobjee, Zuidpool, + scenografie), Tartuffe (Molière, NTGent), Onder het Melkwoud (+ scenografie). De laatste keer dat hij solo op de planken stond was bij de productie Martens, NTGent. Alexander Roose (tekst) Alexander Roose schreef de tekst van de voorstelling Montaigne. Voor deze monoloog, gebracht door Koen de Sutter, baseerde hij zich op de Essais, maar ook op het reisverslag en de brieven van Montaigne. Alexander Roose doctoreerde aan de Gentse universiteit over Montaigne. Zijn boek, La Curiosité de Montaigne, gebaseerd op zijn doctoraat verschijnt in 2015, bij Honoré Champion, in een reeks geleid door Michel Magnien, professor aan Paris III-Sorbonne, de editor van de recentste Pléiade-editie van de Essais. Hij werkte met andere Montaigne-specialisten aan Le Dictionnaire Montaigne (Paris, Honoré Champion, 2004) o.l.v. Philippe Desan, (Chicago University). Hij doceerde vier jaar lang aan de universiteit van Cambridge, was fellow en Director of Studies in Clare College. Thans is hij docent Frans aan de Universiteit Gent. Bas Devos (licht) Bas Devos heeft 4 kortfilms en één langspeelfilm geschreven en geregisseerd. Daarin lag steeds de nadruk op het visuele aspect. Door de kracht van het beeld en een spaarzaam narratief element probeert hij momenten van schoonheid, mededogen en troost vast te leggen. Violet, zijn eerste langspeelfilm ging in première op het filmfestival van Berlijn en werd later getoond op Gent FF, Sarajevo FF, AFI Los Angeles, Hong Kong FF en Karlovy Vary FF. OP dit moment schrijft hij aan zijn nieuwe film, In Our Absence, over het leven in een grootstad. Naast zijn filmisch werk is hij ook betrokken bij theater- en dansvoorstellingen als maker en als lichtontwerper. O.a. bij choreografenduo Thomas Steyaert en Raul Maia (ex Ultima Vez) en choreografe Sara Sampelayo. Hij ontwierp het licht voor theatervoorstellingen van Micheil Soete, Ewout D’Hoore en Stefanie en Barbara Claes. Samen met Michiel Soete regisseerde hij twee voorstellingen: Animals Ago (2011) en Burning Man (2012). Sofie Muller (beeld) Beeldend kunstenaar Sofie Muller (°1974) leeft en werkt in Gent. Het is voor haar de eerste maal dat zij een engagement aangaat met een theaterproductie. Zowel de mens achter acteur Koen De Sutter als de geschriften en het gedachtengoed van Montaigne verleidden haar tot deze samenwerking. 14
Het oeuvre van Muller handelt in essentie over de condition humaine in de meest brede zin: zij verdiept zich graag in de diepste twijfels van de mens (veelal het kind), de beperkingen, de vragen en demonen waarmee ieder individu vroeg of laat mee wordt geconfronteerd. Haar recente werk Nucleus (2014) vormt een samenvatting van Mullers oeuvre met als essentieel draagvlak de symbolische verwijzing naar de existentiële gedachte dat de mens fundamenteel een eenzaam wezen is en slechts geniet van een relatieve vrijheid. Anja Peresic (kostuums) Anja Perisic (1985) is een Antwerpse ontwerpster van Bosnische origine. Ze heeft theatervormgeving gestudeerd in de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en Kunsthochschule Berlin-Weißensee. Na haar afstuderen in 2008 heeft ze gewerkt voor locale en internationale producties binnen theater, film, dans en opera, oa voor Cirque du Soleil, de Vlaamse Opera, Opera Studio Gent, HETPALEIS, NTG, Theater Zuidpool, Cobra Films en Fashion One T.V. Philippines. Deze uiteenlopende ervaringen voeden haar ontwerp zowel met betrekking tot kostuums, decor en licht. Naast haar theatraal werk, is Perisic ook actief in de modewereld. Cesar (muziek) Cesar is Cesar De Sutter (1993), zoon van Koen. Sinds 2005 speelt hij in diverse kortfilms en langspeelfilms: Een ander zijn geluk, Exit, Both..., But Maybe Sunset, Taurus, Ben X, Nowhere Man, Violet (hoofdrol). Tevens speelde hij in het toneelstuk Trouwfeesten en processen van Cie Cecilia. Sinds zijn zeven jaar speelt hij echter ook gitaar en volgt les bij Geofrey Burton. Zijn deelname aan het project heeft te maken met zijn onnavolgbare efemere speelstijl en composities. Neemt momenteel een E.P. op met zijn band Peenoise.
15
6.
Boek
In het najaar van 2015 verschijnt bij uitgeverij Polis De vrolijke wijsheid. Zoeken, denken en leven met Michel de Montaigne, een boek van Alexander Roose, die eveneens de tekst van de voorstelling schreef. Het boek bevat drie grote delen, de drie grote fases in het filosofische leven van Montaigne. Deze drie delen komen ook terug in de monoloog. Het boek is dan ook de perfecte aanvulling bij de voorstelling. Maar het is ook een origineel, uitdiepend essay over Montaigne, dat geschikt is voor de Montaigne-liefhebber én voor wie de filosoof wil leren kennen. Het boek functioneert dus als aanvulling bij de theatermonoloog. De toeschouwers kunnen het boek consulteren om de belangrijkste ideeën uit de speeltekst opnieuw te bekijken, maar vooral om die ideeën in hun intellectuele en historische context uit te diepen. Voor docenten die hun leerlingen (hoger secundair, universiteit en hogeschool) op de voorstelling willen voorbereiden is dit boek een uitgelezen didactische steun. Maar het boek is ook bedoeld voor de geïnteresseerde leek en de academisch geschoolde filosoof; een leidraad voor wie ooit de Essays wil lezen.
16
7.
Contact
De website van de voorstelling is www.koendesuttermontaigne.be Voor meer informatie over de voorstelling kan u een mail sturen naar
[email protected] Voor boekingen en pers naar
[email protected]
17