EKONOMIKA Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 63ste jaargang • januari - februari - maart 2006
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1
berichten
Vernieuwing aan de top: decaan Joep Konings en voorzitter Freddy Nurski
Kristof Dekoninck, Jaarfeest 2005 p. 6
Hedwige Nuyens, vrouwen en carrière p. 8
Albert Coppé, hommage p. 31
Business law •
Automotive
•
Banking & finance
•
Commercial law
•
Corporate law and M&A
•
I
AV O C AT S
Uw keuze in de Benelux
Employment law, compensation & benefits and pensions
•
A D V O C AT E N
EU, competition & regulatory
•
IP, ICT and media law
•
Life sciences
•
Real estate
Tax law •
General tax
•
Indirect tax
•
Private client
w w w. l o y e n s . c o m
Loyens is een onafhankelijk advocatenkantoor dat geïntegreerd advies levert inzake fiscaliteit en ondernemingsrecht. Door beide disciplines als gelijkwaardige componenten te beschouwen, bekleedt Loyens een unieke positie in de markt en onderscheidt het kantoor zich van andere nationale en internationale juridische dienstverleners. Voor Loyens staat een vindingrijke en efficiënte dienstverlening op hoog juridisch niveau voorop. In de kantoren te Brussel en Antwerpen richten meer dan 100 advocaten zich voornamelijk naar het (internationale) bedrijfsleven. I
BRUSSELS Woluwe Atrium, Neerveldstraat 101-103 B-1200 Brussel T +32 2 743 43 43 - F +32 2 743 43 10
Loyens maakt deel uit van het internationale kantoor Loyens & Loeff N.V. en telt wereldwijd meer dan 1.300 mensen, waarvan zo’n 700 advocaten, belastingadviseurs en notarissen. Loyens & Loeff N.V. heeft 17 vestigingen, verspreid over de Benelux en de belangrijkste financiële centra van Europa, de VS, de Caraïben en Azië.
I
ANTWERP Green Plaza, Generaal Lemanstraat 27 B-2018 Antwerpen T +32 3 226 50 06 - F +32 3 213 07 18
AMSTERDAM • ANTWERPEN • ARNHEM • ARUBA • BRUSSEL • CURAÇAO • EINDHOVEN • FRANKFURT • GENÈVE LONDEN • LUXEMBURG • NEW YORK • PARIJS • ROTTERDAM • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH
Internationaal ondernemen is van vitaal belang voor Vlaanderen. Daarom heeft de Vlaamse overheid Flanders Investment & Trade in het leven geroepen. Dit agentschap bundelt de krachten van het voormalige Export Vlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen, en biedt u
een ruime waaier aan dienstverlening. • Hebt u vragen over marktselectie, handelsgebruiken, statistieken…? • Bent u geïnteresseerd in financiële steun aan exporteurs? • Bent u op zoek naar adressen van mogelijke invoerders of partners? • Wil u meer weten over onze acties zoals zakenreizen, seminaries en beurzen? Met deze en andere vragen kan u terecht bij ons exportcentrum in uw provincie.
Voor meer info, neem gerust een kijkje op onze website
www.flanderstrade.be
EDITORIAAL
NIEUWE VOORZITTER EKONOMIKA ALUMNI : FREDDY NURSKI Ekonomika Alumni is een unieke vereniging. Het is tegelijkertijd een vriendenkring en een netwerk. Anders dan bv. serviceclubs of professionele netwerken is Ekonomika Alumni een zeer open vereniging die haar leden niet tot iets “verplicht”, maar wel de kans geeft om vrij deel te nemen aan de activiteiten van de vereniging en aldus volop te genieten van de vriendenkring en het netwerk. De vereniging draait trouwens hoofdzakelijk op de vrijwillige inzet van 10-tallen leden – naast een beperkt permanent secretariaat – en die leden zorgen zowel voor de centrale organisatie (algemeen bestuur, communicatie, financiën, jaarfeest, …), als voor de werking van de regionale kernen, vakgroepen, senioren en junioren. Het is goed voor de vereniging dat er op tijd en stond een nieuwe wind waait, met nieuwe mensen, met frisse ideeën. Zo heeft de Raad van Bestuur van Ekonomika
Alumni op 1 december jl. Freddy Nurski met een grote meerderheid verkozen tot nieuwe voorzitter. Hij volgt Walter Herssens op, wiens driejarig mandaat teneinde was gekomen. Het bestuur heeft Walter Herssens zijn waardering uitgesproken voor zijn geweldige inzet tijdens de voorbije drie jaren. Freddy Nurski is zeker geen onbekende in onze vereniging. Sinds hij in 1976-1977 preses was van Ekonomika-Studenten, is hij altijd actief gebleven in onze Almunivereniging. Heel die tijd was hij lid van de Raad van Bestuur, en in de jaren ’80 zelf een tijdje hoofdredacteur van deze Ekonomika Berichten. Met Freddy is Ekonomika Alumni in goede handen. Veel succes !
[ Fa QUIX ]
EDITORIAAL Fa QUIX Hoofdredacteur
INHOUD Eén keer per jaar wordt de hoofdstad van het bier, Leuven dus, onveilig gemaakt door de economisten. Dat was op 22 oktober 2005 niet anders. Omdat jubileumpreses KRISTOF DEKONINCK geen woord meer kon zeggen, krijgt u alleen maar beelden te zien.
8
U piekert erover hoe u het rendement en de kwaliteit van uw organisatie kan verbeteren? Al eens gedacht om wat meer vrouwen aan te werven en hen promotiekansen te geven? Het werkt, zoals HEDWIGE NUYENS het u zal uitleggen.
13
20
U heeft hoofdpijn van te bladeren in al die blinkende vakantiebrochures. En nog kan u niet kiezen. Lees Ekonomika Exotica en dan weet u dat u dit jaar alleen maar naar BRAZILIË op reis wil. En niet alleen met Karnaval !
25
On the road again. Stilzitten is niets voor economisten. “Dus laat ons er maar geregeld met de fiets op uit trekken”, zo dachten ROBERT BOUTE en zijn kompanen. En zij richtten prompt Velonomika op.
26
Ekonomika Actief ! Dat is het minste wat we kunnen zeggen als we de esbattementen van DE REGIONALE KERNEN erop naslaan : golftornooi ; China-verhalen ; ziekenhuisbezoek ; kunst, mode en design ; de ruien van Antwerpen, … Om moe van te worden.
De beste economisten komen uit Leuven. Jaja, dat wist u al. En natuurlijk komt ook het beste bier uit Leuven. Van Stella Artois tot Inbev. JO VAN BIESBROECK doet het hele verhaal. Santé!
INHOUD
Coverfoto: Decaan prof. Joep Konings en Ekonomika Alumni-voorzitter Freddy Nurski. © F. Nurski
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
6
3
WOORD VAN DE VOORZITTER
EEN NIEUWE PLOEG Vanwege alle Ekonomika Alumni bestuursleden wens ik u een voorspoedig en gelukkig 2006 toe! Ik wil ook van de gelegenheid gebruik maken om Walter Herssens te bedanken voor zijn voorzitterschap van de voorbije 3 jaren: zijn inzet en dynamisme hebben een stempel gedrukt op de vereniging.
[ Voorzitter Freddy Nurski ]
Sinds 1 januari staat er een nieuwe en sterk verjongde ploeg klaar om samen met meer dan 100 bestuursleden ook dit jaar weer als Alumni van onze Faculteit activiteiten te organiseren in al onze provincies en in diverse vakgebieden. 2006 wordt een jaar van verandering en dat gaan we communiceren via onze sterk vernieuwde website www.ekonomika.be . Een dynamische groep jongeren werkt enthousiast aan een moderne look & feel en nieuwe functionaliteiten, en de e-redactie blijft uitkijken naar nieuwe medewerkers die van onze website een paradepaardje gaan maken. Via e-mail en de website gaan we veel gerichter en tijdiger met u kunnen communiceren.
WOORD VAN DE VOORZITTER | EKONOMIKA berichten | februari 2006
Onze vereniging staat voor nieuwe uitdagingen: 15.000 afgestudeerden en een veranderend universitair landschap maken dat wij ons dit jaar gaan bezinnen over de strategie en missie van Ekonomika Alumni. Ik wil dan ook iedereen die geïnteresseerd is oproepen om mee te denken en mee te werken aan de toekomst van onze afgestudeerdenvereniging. Op 18 februari en 25 maart vinden de eerste werksessies plaats. Iedereen is welkom mits een seintje vooraf. Maar intussen staan we niet stil! 6 regionale kernen en 7 vakgroepen organiseren het hele jaar door hoogstaande sociale en vormingsactiviteiten. Bezoek onze website voor programma’s en contactpersonen: nieuwe medewerkers en nieuwe ideeën zijn van harte welkom.
4
Ook wil ik nog een speciale oproep doen naar de jongeren: Ekonomika Alumni is jullie Leuvens netwerk. Aarzel niet om contact te zoeken met andere afgestudeerden: gebruik de on-line toegang tot de Alumni-database, of beter, kom naar onze activiteiten en leg interessante contacten met andere alumni. Ook hebben we een speciale Juniorenwerking opgezet, waar jullie rond specifieke jongerenthema’s samenkomen. Ekonomika Alumni is een open vereniging waar iedereen thuis kan zijn: wie wil meewerken is altijd welkom! Graag een seintje via onze website! Freddy NURSKI, Voorzitter
Zoals u reeds kon lezen in het Editoriaal van dit nummer op p. 3, werd Freddy Nurski op 1 december 2005 verkozen tot voorzitter van Ekonomika Alumni. Op welke manier Nurski zijn voorzitterschap vorm wil geven, verneemt u in het interview dat Ekonomika Berichten met hem had. Ekonomika Berichten: Sinds 1 december bent u door de Raad van Bestuur verkozen tot voorzitter van Ekonomika Alumni. Wat zijn uw beleidsprioriteiten? Freddy Nurski: Ik zie drie duidelijke prioriteiten: - samenwerking met de faculteit en universiteit; - jaarwerking, en specifiek daarin de jongerenwerking; - samenwerking en communicatie, met een focus op website en e-communicatie.
Ekonomika Alumni is de vereniging van afgestudeerden van de Faculteit ETEW van de KU Leuven: een duidelijke band met de faculteit en de universiteit is onontbeerlijk en moet ook zichtbaar zijn. Wij gaan dan ook snel werk maken van een hechtere en meer structurele samenwerking met de Faculteit. Een eerste concrete stap is de nu opgezette tweemaandelijkse vergadering met vertegenwoordigers van de Faculteit en Ekonomika Alumni met een brede agenda. We werken ook aan nieuwe initiatieven zoals de brown bag-lunches, waar een selectie van doctoraatsthesissen worden besproken in een interactieve sessie met geïnteresseerde alumni. Ekonomika is ook een huis met vele kamers – van studenten, junioren, senioren, regionale kringen en vakgroepen... – waar eenieder zich thuis en comfortabel moet voelen. Wij gaan daarom ook werk maken van een nieuwe dimensie: de jaarwerking. Vele alumni komen nu al samen rond hun jaar, voor een wandelweekend, of een familiebarbecue. Die aandacht voor generaties willen we nu doortrekken, eerst en vooral door een dynamisch juniorenprogramma, maar ook door diverse jaren samen te brengen. Mijn ambitie is de waarden van Ekonomika duidelijker te communiceren en ook verder in praktijk te brengen, zoals respect voor iedereen, open en democratisch, ambitieus maar realistisch, resultaatgericht en waar het groepsbelang primeert op het individuele.
NIEUWE V
Een belangrijk punt voor dit jaar is ook de opwaardering van de Raad van Bestuur en een dynamisering van het Uitvoerend Comité. Ik ben dan ook heel erg verheugd over het feit dat wij nu werken met een volledig vernieuwd Uitvoerend Comité van zestien personen, waarvan zes twintigers. We transformeren de
NIEUWE VOORZITTER
FREDDY NURSKI: “GOEDE RELATIES MET DE FACULTEIT VERDER UITBOUWEN”
CV
Freddy Nurski
[ Het nieuw Uitvoerend Comité o.l.v. Freddy Nurski. V.l.n.r.: Luc Deneffe, Guy Vos (vooraan), Kris Van Broeck, Peter Lamens, Filip Modderie, Sofie Guelinckx, Marcel Van Moppes, Luc Galoppin, Lucrèce Neirynck, Eddy Verhelst, Kristof Dekoninck, Koen Vierendeels en Fa Quix. ]
Raad van Bestuur ook naar een ontmoetingsplaats waar we ruim op uitnodigen en waar beslissingen genomen worden op een efficiënte maar ook aangename manier. De vernieuwde website en de nieuwe e-nieuwsbrieven moeten ook hier een belangrijke rol gaan spelen en bestuur en leden dichter bij mekaar brengen.
teit en universiteit. In juni kan dan een nieuwe beleidsnota worden voorgesteld aan de Raad van Bestuur en de Senaat, met een nieuw toekomstproject voor Ekonomika Alumni. EB: Hoe ziet u de samenwerking met de FETEW? FN: De relatie met de Faculteit is altijd goed geweest. Wij kennen erg succesvolle projecten zoals de Lessencycli, de Leergangen, Acht om te Horen en een intense samenwerking op vlak van de Vakgroepen. Onder impuls van de nieuwe decaan, Prof. Joep Konings, gaan we die goede samenwerking nu verder uitbouwen en uitbreiden: samenwerking rond het Fellows-initiatief van het Departement TEW dat nu een Facultair initiatief wordt, nieuwe initiatieven om onderzoekswerk en bedrijfsleven dichter bij mekaar te brengen, en – last but not least – een sterk verhoogde aanwezigheid van het academisch personeel in onze beleidsorganen en op de activiteiten. Wij gaan ook kijken hoe wij samen efficiënter kunnen communiceren met die 15 000 alumni van de Faculteit, waarvan een groot aantal in het buitenland. Samen dat grote netwerk van Alumni van de Faculteit valoriseren: dat is onze grote uitdaging voor de komende jaren.
- preses Ekonomika 1976-1977 - afgestudeerd als Handelsingenieur in 1978 op FETEW - eerste werkervaring bij Arthur Andersen en Paribas Bank - lid van Executive Committee Europa bij General Electric IS, als country manager en verantwoordelijke Europese key accounts - Director Sales & Marketing ISS Europe - CEO BeLux en VP Alliances bij S1 Corp Europe - sinds 2002 Managing Partner van www. n2euro.com, een Europees dienstenbedrijf dat internationale technologiebedrijven begeleidt naar de Europese markt, en ook specifieke managementopdrachten uitvoert.
E VOORZITTER EB: Wat ziet u als de grootste uitdagingen voor de komende jaren?
Fa QUIX
[ Freddy Nurski: “De belangrijkste uitdaging voor Ekonomika Alumni is duidelijk het veranderende universitaire landschap met de Bachelor en Master programma’s, alsook de Interfacultaire programma’s. Studenten zullen niet meer studeren aan één faculteit, of aan één universiteit: allerhande combinaties worden mogelijk en de identificatie met één alumnivereniging is niet meer vanzelfsprekend.” ]
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
FN: De belangrijkste uitdaging voor Ekonomika Alumni is duidelijk het veranderende universitaire landschap met de Bachelor en Master programma’s, alsook de Interfacultaire programma’s. Studenten zullen niet meer studeren aan één faculteit, of aan één universiteit: allerhande combinaties worden mogelijk en de identificatie met één alumnivereniging is niet meer vanzelfsprekend. Als alumnivereniging zijn we ons daarvan terdege bewust: al onder het bestuur van Walter Herssens is er een strategische denkoefening opgestart die nu wordt verdergezet. Dertig à veertig personen komen samen gedurende enkele zaterdagnamiddagen om na te denken over onze alumnivereniging, haar rol, de nodige structuren, haar financiering, de deelverenigingen en programma’s, de relatie met facul-
5
JAARFEEST
EKONOMIKA JAARFEEST 22 OKTOBER 2005 Foto’s: Fa Quix
onomika feest van Ek van het Jaar g in tt zi , (v.l.n.r.: e en ch uv itshal te Le de academis ite ns rs de ve tij ni U ek oudHoog bezo r 20 05 in de c Vervenne, e rector Mar ag 22 ok tobe w rd te eu ni za essor of de op Alumni decaan pr r Herssens, , de nieuwe zitter Walte am or ah vo rnier. br A ve nd Ta lip de l uittre ofessor Fi eritus Kare vice -rec tor pr professor em nu er tt en zi an or ca vo de onomikas, en ere-Ek Joep Koning
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Decaan prof
6
essor Joep Ko
nings met hu
idige Ekonom ika-preses Lo
In het midden : jubileu mpreses Kristof Dekon inck gef lankeerd door jaargenoten Patricia De Waele (l) en gastspreker Per ter Vandenhoute (IN G).
uis Raes.
De legendaris
che professor-v oetbaltrainer Franz Van Win ckel.
he zitting n op de academisc Enkele jubilarisse ninck (r). ko De of ist Kr s prese naast hun vroegere
JAARFEEST
e en ing van orbereid o v ”… e n ll e o y v berg in an Acole Tauwen n me t V e rt k a o B K “ r to mma Presenta isprogra oestijnv W w u ie n
… professor Va n Winckel en co -presentator W outer Vermeu verbijsterd toe len kijken op chef-kok M arcel Van Acol tijdens het avon eyen … dfeest in de gl oednieuwe Le uvense Spor t Plaza.
G).
Goede wijn tijdens de receptie na de academische zitting, v.l.n.r.: Eddy Vonckx (Fortis), professor Herman Daems (GIMV), Jules Ackermans (voorzitter van de kern Brussel en van de senioren, en ex-topman van Volkswagen), Joris De Clercq (Europese Commissie)
Vele jubilarissen waren komen opdagen op het avondfeest in de Sport Plaza, en naa r verluidt is iedereen vóó r Kerstmis veilig en wel terug thuisg eraakt .
februari 2006 | EKONOMIKA berichten | 7
BOEKONOMIKA
“TE WEINIG BEDRIJVEN BESEFFEN DAT HUN VROUWELIJK TALENT EEN GROTE MEERWAARDE BIEDT” Boek: Hedwige Nuyens, Financieel Directeur K.U.Leuven en auteur van ‘Waarom vrouwen geen baas worden’, Uitgeverij Davidsfonds/Leuven - 2005 Hedwige Nuyens, Financieel Directeur van de KULeuven heeft een missie én een visie. Over hoe vrouwen carrière maken. Of juist niet. Ekonomika Berichten had een gesprek met haar en viel meteen met de deur in huis.
BOEKONOMIKA Ekonomika Berichten: Waarom hebt u dit boek geschreven? Wat was hiertoe de aanleiding?
Hedwige Nuyens: Na mijn verkiezing tot zakenvrouw van het jaar enkele jaren geleden werd ik regelmatig gevraagd om mijn visie te geven over het hoe en het waarom van vrouwen in topfuncties. Uit statistieken blijkt dat vrouwen aan de top nog altijd de minderheid vormen. Steevast krijg ik dan ook de vraag hoe dat komt. In het boek heb ik mijn visie hieromtrent uitgeschreven. EB: U spreekt over een braindrain doordat vrouwen tussen 30-40 jaar oud de arbeidsmarkt verlaten of bedanken voor topfuncties en u pleit er voor dat organisaties
EMERITAATSVIERING PROFESSOR JACQUES VANDENBULCKE
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Leuven – 11 oktober 2005
8
[ Hedwige Nuyens ]
hier iets aan doen. Ziet u al concrete bewegingen in die richting? HN: Er zijn zeker schuchtere pogingen vanuit het bedrijfsleven om wat aan die braindrain te doen. Tot nu toe zijn de resultaten nog niet echt zichtbaar in de cijfers. Wel is het zo dat de nadruk die vrouwen leggen op het evenwicht tussen werk en privé stilaan ook navolging vindt bij de jongeren in het algemeen. Ook jonge mannen zijn niet bereid om alles op te offeren voor hun carrière. Werkgevers hebben er dus alle belang bij om na te denken over de vraag wat ze moeten veranderen om aan deze nieuwe trend tegemoet te komen.
[ Professor Jacques Vandenbulcke omringd door trouwe secretariaatsmedewerksters van de Faculteit ETEW, v.l.n.r. Andrea Van Nieuwenhuyse, Chris Massie en Monique Wouters ]
EB: Bedrijven vrouwvriendelijker maken (of gezinsvriendelijker, zodat ook mannen meer evenwicht kunnen vinden en meer huishoudelijke taken kunnen opnemen) is een proces op lange termijn. In hoeverre is het huidige economische klimaat met nadruk op
BOEKONOMIKA kortetermijnresultaten hierin geen blokkerende factor? HN: Ik denk dat het huidig economisch klimaat juist met zich meebrengt dat meer wordt nagedacht over een efficiënte en duurzame inzet van menselijk potentieel. Als werknemers het bedrijf verlaten na 5 of 10 jaar, betekent dat een reëel verlies. Het gaat hier niet alleen om de uitstroom op topniveau, maar ook om het vasthouden van vrouwen in experten- en middenmanagementfuncties. Reeds vanaf dat niveau haken (teveel) vrouwen af. EB: Behind every great man, there has to be a great woman. Geldt het omgekeerde ook niet? Is ten eerste een dual topcareer volgens u mogelijk of dienen er toch wel keuzes gemaakt te worden? En indien er keuzes gemaakt worden, is het dan niet nog een zeldzaamheid dat de man een stapje terugzet? HN: Het komt niet zo vaak voor dat in een gezin én de man én de vrouw de kans hebben of krijgen om een topcarrière uit te bouwen. In theorie kan dat wel, en ik ken ook een paar voorbeelden, maar in de praktijk betekent het dat je je heel goed moet organiseren en het huishouden plus een deel van de zorg voor de kinderen moet uitbesteden. Het makkelijkst is dan om resoluut te kiezen voor een fulltime of halftime hulp in huis. Het is echter waar dat wanneer man én vrouw werken, de vrouw vlugger een stapje achteruit (of opzij) zet wanneer er kinderen komen. Ik zie echter ook koppels waar de loopbaan van de vrouw beter loopt dan die van de man, en waar dan gekozen wordt om de loopbaan van de vrouw verder uit te bouwen. Dat is ook het gevolg van de mindere economische situatie. Je kan maar beter vasthouden wat je hebt.
EB: Wat je vaak ziet in het bedrijfsleven is dat vrouwen gelijke tred houden tot ze kinderen krijgen. Het blijkt dan echter dat niet enkel de organisatie waarin ze werken een remmende factor vormt, maar ook de schuldgevoelens waarmee vrouwen zich veel gemakkelijker opzadelen. Hoe ziet u deze houding van vrouwen veranderen?
BOEKONOMIKA EKONOMIKA Driemaandelijks magazine van de Ekonomika Alumni
berichten
Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de KU Leuven p.a. Marijke Decabooter Naamsestraat 69 - 3000 Leuven Tel.: 016/32.66.90 - Fax. 016/32.66.89 e-mail:
[email protected] Hoofdredacteur: Fa Quix Kernredactie: Sara Coene, Frederik Crab, Luc Galoppin, Patrick Moermans, Frank Vandenborre en Jürgen Vanhaverbeke Cartoons: Eduard Verbeke (EVER) Verantwoordelijke Uitgever: Freddy Nurski Pastoor Tillemansstraat 3 - 3051 Oud-Heverlee Advertentiewerving: Decom - Ann Camu Tel. 0473/73.54.64 - Fax. 02/481.78.81 e-mail:
[email protected]
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
HN: Vrouwen kiezen voor een zelfstandig of freelance statuut om verschillende redenen. Het statuut is aantrekkelijk door de grotere autonomie, de flexibiliteit om je uren zelf te bepalen, ... Nadeel is dat je minder werkzekerheid hebt en dat de financiële voorwaarden niet altijd gunstig zijn. Hier speelt ook mee dat vrouwen minder goed onderhandelen over condities en fees. Maar globaal vind ik het een goede evolutie. Het geeft vrouwen de mogelijkheid om actief te blijven op de arbeidsmarkt, maar dan op hun manier en met de mogelijkheid om zich professioneel verder te ontplooien en te vervolmaken.
▲
EB: Meer en meer vrouwen besluiten zich te vestigen als zelfstandige en freelance opdrachten uit te voeren voor bedrijven. Hoe situeer je deze evolutie? Is dat een goede zaak?
HN: Ik denk dat vrouwen nood hebben aan positieve rolmodellen. (vervolg op p. 10)
9
clean energy technology
Kom je energie bij ons verbranden « ... waarom ik bij VYNCKE aan de slag ben? De sfeer is hier opperbest en met een typische no-nonsense mentaliteit wordt hier het Utile aan het Dulci gepaard. We zijn elke dag bezig met milieu, afval en energie ... van Azië tot Latijns Amerika. Vandaag een omzet van 30 miljoen Euro, maar morgen willen we beter doen : groeien in bestaande en nieuwe markten, en dat is net wat ik zocht !»
Uit managementboeken haal je niet zoveel, die zijn veel te theoretisch en spreken niet over de reële hindernissen die je ondervindt op weg naar de top. Vrouwen leren het meest van anderen die het al eens meegemaakt hebben. Verder is het zo dat veel afhangt van de concrete afspraken die je kan maken binnen het gezin. Als de vader ook een plaats krijgt in het gezinsleven en zijn vrouw actief steunt in de loopbaan, is het voor vrouwen veel minder moeilijk om een carrière uit te bouwen en er ook werkelijk voor te gaan, zonder al te veel schuldgevoelens.
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
EB: Een groot probleem in veel bedrijven is dat het aanwezigheidscriterium nog steeds belangrijker is dan het productiviteitscriterium. Dat komt veel vrouwen niet goed uit, die veeleer flexibeler wensen te werken. ..
Johan CALLENS 1985 HIR - Financiewezen
10
HN: Het is waar dat vrouwen het beter doen in bedrijven die focussen op resultaat veeleer dan op face time. Vooral Amerikaanse bedrijven scoren op dat vlak goed. Het is dus een beetje paradoxaal dat de Amerikaanse bedrijfscultuur - die in de volksmond als hard wordt beschouwd - voor vrouwen met potentie eigenlijk meer geschikt is. EB: Wordt er in onze huidige maatschappij, en voornamelijk in veel private bedrijven, gewoon niet teveel nadruk gelegd op “uren kloppen”, waardoor elke voeling van topkaders met de omgeving verloren gaat (geen investering van tijd meer in bv. vrijwilligerswerk), zodat er uiteindelijk niet altijd optimale beslissingen worden genomen? HN: Bedrijven zijn in de eerste plaats gericht op rendement, daar kan je niet zoveel aan ver-
BOEKONOMIKA anderen. Wel geloof ik in het belang van duurzaam rendement. Het is precies daar dat vrouwen een toegevoegde waarde kunnen hebben. Zij focussen niet alleen op het dagelijkse resultaat, maar houden ook rekening met de langetermijneffecten. EB: Wat denkt u over flexibele arbeidsvormen zoals werktijdvermindering? Is dat een positieve evolutie? HN: Flexibiliteit werkt in de twee richtingen. Wanneer vrouwen aan kinderen beginnen kunnen flexibele uren erg van pas komen. Anderzijds betekenen al deze systemen ook een potentiële valkuil voor vrouwen. Zij maken immers het meest gebruik van al deze formules. Het risico is reëel dat in gezinsverband de zorg voor de kinderen en het huishouden dan voornamelijk op de vrouw terechtkomt. Hoe je het ook draait of keert, het kiezen voor een deeltijdse baan kan een rem betekenen op de carrière. Het is een illusie om te denken dat je alles tegelijkertijd kunt hebben. EB: Denkt u dat onze arbeidsorganisaties fundamenteel zullen veranderen de komende vijf jaar? HN: Ik denk dat bedrijven en organisaties nog een hele verandering zullen ondergaan de komende jaren. De concurrentie vanuit lagelonenlanden (maar ook vanuit het Oostblok) zal zich steeds verder doen voelen. Ik denk dat we langer zullen moeten werken voor hetzelfde loon. Dat betekent dat we formules zullen moeten vinden om werk en privé met mekaar in balans te brengen. Ook zal er verder moeten gezocht worden naar meer efficiëntie en resultaatsgerichtheid. Vrouwen kunnen en zullen daar een cruciale rol in spelen.
depressies bij jongeren ook ten dele te wijten is aan het fenomeen van drukke gezinnen van tweeverdieners die de kinderen niet voldoende kunnen begeleiden in een hectische wereld vol keuzes, stress, enz. Wat is uw standpunt hierover?
BOEKONOMIKA HN: Het probleem is dat de loopbanen te veel samengedrukt zijn: jonge mensen studeren langer waardoor ze later aan een loopbaan starten.
EB: Is een groot probleem voor de verandering ook niet een niet-kwantificeerbaarheid van de problematiek. Om leiders te overtuigen zijn er vaak cijfers nodig…
EB: Een niet gering deel van vrouwen is er ook van overtuigd dat de huidige evoluties i.v.m.
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
HN: Tegenwoordig zijn 55 % van de studenten meisjes. In de leeftijdscategorie 28-35 jaar hebben vrouwen gemiddeld een hogere scholingsgraad dan mannen. Als je in het bedrijfsleven dan vaststelt dat uit de groep vrouwen slechts een miniem aantal doorstroomt naar de top, heb je wel een probleem. De relatieve kwaliteit van je organisatie is dan immers lager aan de top dan aan de basis. Meer en meer bedrijven beseffen dat en starten een programma om vrouwelijk talent aan boord te houden.
11
BOEKONOMIKA Anderzijds zijn er te weinig mensen na hun 55e nog actief. Dat betekent dat de welvaart in Vlaanderen tot stand gebracht wordt door een veel te kleine groep tussen de 25 en de 55 jaar. En voor jonge gezinnen tussen 30 en 35 jaar die met twee gaan werken betekent dat een hoge belasting. Ik pleit dus inderdaad voor het uitsmeren van de activiteitsgraad over een langere periode en voor het uitbouwen van structurele gezinshulp. De maatregelen terzake zijn nog veel te versnipperd. Hulp in het huishouden zou moeten georganiseerd worden op dezelfde manier als het Wit-Gele Kruis. Je moet een organisatie hebben als tussenpersoon die de kwaliteit en de continuïteit van de dienstverlening garandeert. Dat kan m.i. enkel indien voor laaggeschoolden iets gedaan wordt aan de werkloosheidsval. Het verschil tussen werken en niet-werken is veel te klein voor laaggeschoolden.
EB: Er zijn reeds meerdere boeken over vrouwen en arbeid en work-life balance verschenen, waarbij jouw boek er in slaagt praktische ervaringen te combineren met studies, artikels en tendenzen. Maar het gemeenschappelijke is dat het altijd geschreven wordt door een vrouw en meestal ook door vrouwen gelezen wordt. Welke boodschap wens je te geven aan onze mannelijke lezers? HN: Mijn boek wordt voor 75 % door vrouwen gekocht en voor 25 % door mannen. Verder zijn er heel wat vrouwen die hun man thuis (of hun baas op het werk) aanzetten om het boek te lezen. Ik heb in mijn voorwoord het boek ook uitdrukkelijk opgedragen aan vrouwen die verder willen gaan in hun loopbaan en aan bedrijfsleiders (mannen en vrouwen) die willen weten wat ze moeten doen om vrouwelijk talent te laten bijdragen tot hun succes. Ik ben ervan overtuigd dat in een tijd waar de concurrentie altijd maar scherper wordt, het wel degelijk een lonende strategie kan zijn voor bedrijven om hun HR-potentieel voor de volle 100 % te gebruiken. Als je ziet dat aan de directietafel tegenwoordig minder dan 10 % vrouw is, is hier nog een kwaliteitsverbetering mogelijk met factor 5. Ik ken niet zoveel sectoren met dergelijke groeimarges. Misschien kan ik dit als tip geven aan de mannelijke lezers ?
BOEKONOMIKA
EB: En dan bent u steeds bereid tot een debat… HN: Uiteraard. Sara COENE
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
DE WENS VAN VEEL VROUWEN...
12
Hedwige Nuyens (41) heeft al een hele carrière achter de rug. En haar ambities zijn nog lang niet uitgedoofd. Als de job routine wordt, wil ze veranderen en zien hoe ver ze kan geraken. Ze is juriste van vorming, volgde in haar prille carrière een avondopleiding Handels- en Financiële Wetenschappen aan de Ehsal en voltooide later nog een Postgraduaat Financiewezen aan de KULeuven. Ze startte haar carrière bij KBC (toen KB) in 1986 op de personeelsafdeling, maar veranderde al snel naar de kredietafdeling. Nadien was ze er riscobeheerder en risk manager. In 1997 stapte ze over naar ABN Amro, waar ze een mooie opportuniteit kreeg als hoofd van de kredietafdeling. In 1999 werden haar resultaten bekroond met de titel ‘Zakenvrouw van het jaar’. Sinds 2001 is ze Financieel Directeur van de KULeuven. In haar vrije tijd helpt ze andere vrouwen in de ontwikkeling van hun carrière door nauw samen te werken met SOFIA, een onderzoeksgroep van de Universiteit Hasselt, die regelmatig vormingsen netwerkingsactiviteiten organiseert voor en door vrouwen. Verder is ze nog lid van de Raad van Bestuur van Markant vzw, een netwerk van ondernemende vrouwen en is ze voorzitter van de Raad van Bestuur van Alma vzw, die de studentenrestaurants in Leuven uitbaat. Haar boek ‘Waarom vrouwen geen baas worden’ is een samensmelting van haar professionele ervaringen met de impressies en gesprekken binnen de bovenvermelde netwerken. Het boek is niet enkel nuttig voor jonge vrouwen die hun weg zoeken in de zakenwereld, maar misschien nog meer nuttige lectuur voor managers en personeelsverantwoordelijken. Het laat toe de obstakels en mogelijkheden van vrouwen te begrijpen om tot betere organisatievormen te komen, die optimaal gebruik maken van de aanwezige en gewenste talenten. Het biedt eveneens ongewild een antwoord op de generatie Y, de jongerengeneratie (jongens en meisjes) van nu, die op zoek is naar een uitdagende en boeiende job, met internationale contacten, maar zonder teveel overuren, want privéleven is even belangrijk. Dat lijkt zeer sterk op de wens van vele vrouwen…
r vl
REGIONALE KERN VLAAMS-BRABANT
EEN UITGEBREIDE STUDIE OVER BIER: VAN HECTOR TOT INBEV Bier is onze nationale trots. Wereldwijd worden de Belgen geroemd om hun brouwkunst. Hoog tijd dus dat Ekonomika Vlaams-Brabant aandacht zou schenken aan deze godendrank.
regionale kern vlaams-brabant Het begon op 24 juni 2005 in de faculteit aan de Naamsestraat met een bierproeverij. Zowat 35 alumni schreven zich hiervoor in. Het was een warme, zwoele avond en een verfrissend biertje was ons zeer aangenaam. Eric Van De Perre, voorzitter van de nationale bierproefvereninging Zythos, loodste ons doorheen de proeverij met een rijke schat aan anekdotes. Net zoals wijn wordt bier beoordeeld op grond van een aantal criteria. Eerst kijken we, dan ruiken we, om ten slotte te proeven. Wat is het uitzicht van het schuim, welke kleur heeft het bier, is het helder of troebel? Welk aroma heeft het bier, zurig of fruitig, bitter of kruidig, enzoverder? Ook in bier komen dezelfde basissmaken als bij wijn aan bod: zuur, zoet en bitter. We stellen vast dat verschillende bieren van nu naar een neutrale smaak afglijden, daar waar vroeger eerder uitgesproken smaken voorkwamen.
Trappist Na deze ietwat technische uitleg mochten we ons eerste drankje proeven, een Malheur 6. Dit bier wordt gebrouwen door de brouwerij Malheur uit Buggenhout onder kundige leiding van Manu De Landtsheer. Naast een 10 en 12 graden versie heeft deze brouwer ook nog drie unieke bieren (Brut Réserve, Dark Brut Réserve en Cuvée Royale), gebrouwen
Hector Na deze boeiende uiteenzetting door Eric lieten we het woord aan Bart Keppens en Wim Van Vaerenbergh, brouwers van Hector (zie ook het artikel in Ekonomika Berichten juli/aug/ sept 2005, pp. 15-17).
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
volgens de méthode champenoise (dus met remuage en degorgeren). Op dit neutrale bier volgde een zoet smakende Wilson Stout. In Vlaanderen zijn er nog slechts drie brouwers actief met dit eens zo populaire bier. Ook in het buitenland daalt het aantal Stout-brouwers. In biermiddens is het Pajottenland wereldwijd bekend. Want alleen daar maken ze de echte Gueuze en Kriek en hun afgeleide fruitbieren. Wie zou er niet kunnen genieten van de bucolische charme van een gueuzesteker? We proefden een Gueuze Girardin. De Lambikbrouwers (Lambik is de basis van deze unieke fruitbieren) maken gebruik van wilde gisten, daar waar andere brouwers het gistingsproces streng onder controle houden. Nog een biersoort waar België wereldwijd bekend voor is, is Trappist. Er zijn nog slechts zes trappistbrouwerijen, alle in ons land gelegen. Het zijn Orval (waar wij er eentje van proefden), Westmalle, Westvleteren (onlangs uitgeroepen tot het beste bier van de wereld), Rochefort, Chimay en Achel. Essentieel kenmerk van een trappist – andere abdijbieren mogen deze naam niet in hun vaandel dragen, het is een beschermd merk – is dat de bieren gebrouwen worden in een klooster, door de paters en ... de brouwerijen zijn vzw’s. Alle inkomsten dienen om enerzijds de brouwerij in stand te houden (de installaties van Westvleteren zijn betaald met de inkomsten van Westmalle), en anderzijds om goede doelen te steunen. De volgende keer dat u thuiskomt met een glaasje teveel op, heeft u een bijkomend excuus: “Schat, ik heb een goed doel gesteund!” Ten slotte proefden we nog enkele buitenbeentjes in het Belgische bierlandschap, nl. Buffalo, De Koninck Triple en Loterbol. Het laatste is een hobbybier uit Diest.
13
REGIONALE KERN VLAAMS-BRABANT hygiëne en dergelijke, doen niet ter zake, maar, enkel erkende brouwers (dus met een diploma van brouwingenieur) mogen het bier ook verkopen. Om dit te omzeilen laten Bart en Wim hun bier brouwen in een erkende brouwerij. We proefden de Hector Tripel (er is ook nog een Amberversie) en waren aangenaam verrast door de delicate toets van bitterheid. Als verrassingsgeschenk mochten de deelnemers aan deze geslaagde proeverij een flesje Hector mee naar huis nemen.
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Stella Artois verovert de wereld
14
Zij vergastten ons op hun smakelijke verhaal van een uit de hand gelopen hobby (zelf een bier brouwen) en de moeilijkheden en hinderpalen die op de weg liggen, eens het bier bestaat. Zo is het voor kleine brouwers zeer moeilijk om hun bier bij de consument te krijgen, want de grote brouwerijen kopen de drankencentrales op. Ook in cafés ligt het niet voor de hand om bieren die niet tot de brouwerijgroep horen te verkopen. De cafébazen hebben vaak exclusieve contracten met de grote brouwerijen, die hen verbieden andere bieren aan te bieden. Dat laatste is eigenlijk onwettig zodat deze praktijk stilaan verdwijnt, maar het blijft labeur om bij de consument te raken. Je moet van café naar café gaan om te proberen je bier op de kaart te krijgen. Ook de Belgische wetgever blinkt uit door zijn logica. Iedereen mag bier produceren, bij hem thuis, in een garage, enzovoort. De omstandigheden waarin dit gebeurt, qua
Na deze aangename kennismaking met enkele kleine brouwers, wilden we graag ook eens wat horen van de grote spelers op de markt. En laat de hoofdzetel van de grootste brouwerij ter wereld nu toevallig in Leuven zijn en niet in bv. São Paulo, wat ook had gekund. Ik heb het natuurlijk over Inbev. Op 6 september waren wij te gast in de gezellige gelagzaal ‘Den Thuis’ van de brouwerij in Leuven. Gastheer was Jo Van Biesbroeck, Chief Strategy and Business Development Officer. In 2000 hadden wij reeds het genoegen om deze eloquente spreker te horen (zie het artikel in Ekonomika Berichten juni 2000). Toen stond de brouwerij net op het punt naar de beurs te gaan. In die kleine vijf jaar is er enorm veel veranderd, dat leest u regelmatig in de media. Wij wilden dan ook wat meer weten over de strategie en de toekomstvisie van dit wereldbedrijf. In 1987 werd de eerste belangrijke stap naar de exponentiële groei van brouwerij Artois gezet. Het was in dat jaar dat de brouwerij fusioneerde met Jupiler tot Interbrew. Indien de familieclans die de respectievelijke brouwerijen bezaten op dat moment de moed niet hadden gehad deze stap te zetten, dan had Inbev vandaag niet bestaan. Een tweede belangrijke en moedige beslissing werd genomen in 1990. Destijds bestond 50 % van de activiteiten van Interbrew uit Coca Cola en de afzet op de Afrikaanse markt (Zaïre en Ruanda). Er werd besloten niet langer Coca Cola te produceren. Interbrew mocht immers enkel bottelen, de siroop zelf werd door de Coca Cola Company aangeleverd. Ten slotte trok Interbrew zich volledig terug uit het Afrikaanse continent, gelet op de politieke instabiliteit.
Van Labatt tot Beck’s Vanaf 1991 begon de buitenlandse expansie van Interbrew in veelbelovende groeimarkten. De eerste acquisitie was in Hongarije. In 1995 werd opnieuw een groot risico genomen. De Canadese brouwer Labatt stond te koop.
REGIONALE KERN VLAAMS-BRABANT INBEV, EEN PROFIELSCHETS Inbev is vandaag de grootste brouwer ter wereld. Na de internationale doorbraak door de overname van het Canadese Labatt werd in 2004 de fusie met AmBev gerealiseerd. In officiële documenten daterend van 1366 wordt de brouwerij De Hoorn vermeld. In 1717 veranderde meester-brouwer Sebastiaan Artois de naam in Brouwerij Artois. In 1926 werd het bier Stella Artois geboren waarop een periode van expansie volgde, eerst in België (o.a. Leffe) maar ook al snel in Nederland (Dommelsch Bier) en Frankrijk (Brasserie du Nord). Interbrew ontstond in 1987 door de fusie met Piedboeuf (Jupiler). Begin de jaren 90 werden in België nog een aantal speciale bieren zoals Hoegaarden en Belle-Vue aan de portefeuille toegevoegd. In 1995 werd het Canadese Labatt overgenomen waardoor Interbrew ook een belangrijk aandeel verwierf in de leidende Mexicaanse brouwerij Femsa Cervesa. Vanaf toen is de internationale expansie razendsnel gegaan met belangrijke posities in Centraal-Europa, China, Rusland en Zuid-Korea. Voorlopig sluitstuk is dan de fusie met AmBev waardoor InBev nu de grootste brouwer ter wereld is, met meer dan 200 merken in portefeuille, 77.000 werknemers, operaties in meer dan 30 landen en een omzet van 8,57 miljard euro.
Ambev In 2004 komt de volgende gedurfde stap, de fusie met het Braziliaanse Ambev. Dit kon enkel tot stand komen omdat beide bedrijven, net zoals destijds bij Jupiler en Stella Artois, sterk familiegeoriënteerd waren. Interbrew veranderde met Ambev in Inbev en het bedrijf werd de grootste brouwerij ter wereld (125 miljoen hectoliter). “De grootste zijn is natuurlijk allemaal relatief. Het
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
Gezien deze brouwerij toen even groot was als Interbrew, was de acquisitie daarvan geen sinecure. Als het slecht zou zijn gelopen, was de brouwerij in faling gegaan. Maar het werd wel een succes. De returns waren zo goed dat in 1999 er voldoende middelen waren om in Rusland een belangrijke aankoop te doen. Rusland is ook vandaag nog een van de belangrijkste potentiële groeimarkten van Inbev. In 2000 trad de groep Groot-Brittannië binnen. Dat werd geen succes. De protectionistische Britten wensten de biermarkt niet te laten monopoliseren (lees: ze wilden de eigen markt beschermen) en verboden de aankoop van de brouwerij Bass. Ondanks de verkoop met verlies kon Interbrew zich zonder al te veel kleerscheuren uit de Britse markt terugtrekken om prompt het Duitse Beck’s over te nemen. Dat gebeurde in 2001. Ook Duitsland is een belangrijke biermarkt. Wanneer in Duitsland een bier niet wordt gebrouwen volgens de strenge normen van het zogenaamde ‘Reinheitsgebot’, beschouwt men het niet als bier en mag het als zodanig ook niet worden verkocht. Door een recente rechtszaak, waarbij
Schwarzer Abt als abdijbier mag worden verkocht, hoewel het dus niet volgens die strenge principes wordt gebrouwen, komt ook hierin een kentering en een mogelijkheid voor de Belgische brouwers. In 2002 slaagde Interbrew er in de Chinese markt te penetreren. Voorlopig nog enkel de grotere steden, Peking en Shanghai, waar de rijkste mensen wonen. Het is evident dat deze onmetelijke markt, een werelddeel op zich, nog veel potentieel biedt.
15
REGIONALE KERN VLAAMS-BRABANT
“De grootste zijn is natuurlijk allemaal relatief. Het kan best zijn dat morgen een andere brouwer nog meer hecto’s produceert”, aldus Jo Van Biesbroeck. 40% van de afzet van de brouwerijgroep gebeurt in Zuid-Amerika, 27% in West-Europa, 17% in de Verenigde Staten, 11% in Rusland en 5 à 6% in China en Korea. De Chinese markt heeft alleen voorlopig nog nauwelijks belang. De brouwerij verwacht hier op middellange termijn een zeer belangrijk groeipotentieel.
ernaar streefde de grootste brouwer ter wereld te worden, wil ze nu de beste brouwer worden. In de toekomst wil Inbev dan ook selectief groeien, namelijk in die markten met een groot potentieel: Duitsland, Rusland, China en Zuid-Amerika. Het objectief is een groei van 4 à 5 % per jaar, een inkomstgroei van 1 à 2 % en een kostenreductie van 1 à 2 %. Dat laatste onder andere door het uitbesteden van randactiviteiten, zoals informatica, onderhoud van de tapinstallaties in cafés e.d. Verder wordt de bedrijfscultuur voortdurend in vraag gesteld. Personeel dat niet in staat is zich aan te passen aan de wijzigende omstandigheden, wordt zonder meer ontslagen. Hardvochtige woorden van een bedrijf dat eens the world’s local brewer was, maar nu resoluut van dat epitaaf afwil. De wereld verandert immers voortdurend. En het is noodzakelijk de evoluties in het oog te houden en er op in te spelen. Het is daarom onbegrijpelijk dat een brouwerij als Heineken, tot 5 jaar geleden de belangrijkste concurrent, de evolutie van de markt heeft genegeerd en de kansen heeft laten liggen. Zij zijn niet aanwezig in Rusland, zij zitten niet in China, zij doen niet mee in Duitsland. Wat de toekomst zal brengen kan niemand weten, maar Inbev probeert de evolutie op de voet te volgen en tijdig te reageren om haar doelstellingen te verwezenlijken. In de krant konden wij inmiddels lezen dat Heineken terrein verliest ten overstaande van Stella. Wij lazen echter even goed dat de Braziliaanse fiscus nog extra belastingen vorderde van Inbev. Het succesverhaal van Inbev is indrukwekkend maar dus toch niet volledig smetteloos. Zie ook de story van de Witte van Hoegaarden.
regionale kern vlaams-brabant Café in uw huis
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Welke strategie steekt er nu achter deze enorme evolutie? De brouwerij omschrijft het als volgt: “We willen een blijvende band creëren met de consument, via een kwalitatief hoogwaardig product dat mensen bij mekaar brengt.” De in 2004 op de markt gebrachte huistap is hier overigens een typisch voorbeeld van. De mensen gaan minder op café, wegens strengere alcoholcontroles e.d., dus brengen we het café in huis. Waar Interbrew destijds
16
ALUMNUS JO VAN BIESBROECK Jo Van Biesbroeck, Chief Strategy & Business Development Officer en lid van het Executive Board of Management, startte na zijn studies Economie in Leuven in 1978 zijn loopbaan bij N.V. Brouwerij Artois waar hij tot 1981 verschillende functies uitoefende in de commerciële afdeling, marketing en logistiek. In 1981 werd hij aangesteld als Manager Controlling Department en sindsdien heeft hij binnen de Interbrew Group de financiële functies vervuld van Group’s Controller, CFO E.A.A. Zone en EVP Control & Planning. In 2003 werd hij benoemd tot Chief Strategy & Business Development Officer.
Hierna konden we nog wat napraten in ‘Den Thuis’ bij een heerlijke Stella, of Witte, of Brahma (het Braziliaanse bier dat sedert 2004 ook in België verkrijgbaar is). Geniet maar drink met mate en dan zien we u veilig terug op onze volgende activiteiten.
Patrick BECQUÉ Foto’s: Inbev®
t
toolbox
TOOLBOX: ONDERNEMERS TEN DIENSTE VAN DE NON-PROFIT Kleine en middelgrote verenigingen actief in de sociale economie kunnen sinds 2003 een beroep doen op de diensten van ToolBox. Het ToolBox-concept is uniek in België: ToolBox beheert een netwerk van professionals die met beide voeten in de privé-sector staan, maar die bereid zijn om zich een achttal uur per maand op vrijwillige basis in te zetten voor door ToolBox geselecteerde organisaties. Deze organisaties krijgen raad en coaching op het vlak van algemeen beheer, personeels- en communicatiebeleid en fondsenwerving. ToolBox reikt haar vrijwilligers een professioneel werkkader en een beproefde methodologie aan om deze non-profit organisaties te benaderen, zodat ze hun inzet kunnen optimaliseren. Een voorbeeld: De Wissel, een opvangcentrum in het Leuvense dat aan meisjes tussen 14 en 21 jaar een tijdelijke maar aanklampende begeleiding biedt in situaties waarin het samenleven uiterst moeizaam verloopt, werd een tijdlang door ToolBox-vrijwilligers gecoacht. Ze werkten er rond besluitvorming en implementatie van genomen beslissingen.
Vrijwilligers
TOOLBOX
ToolBox telt dertig actieve vrijwilligers (waaronder een aantal Ekonomika Alumni), die ingezet worden bij NGO’s werkzaam op o.a. het vlak van jeugdwelzijn, sociale uitsluiting en geestelijke gezondheid. ToolBox kan hiervoor ook rekenen op de financiële steun van de Koning Boudewijn Stichting en de Bernheim Stichting, alsook op een pro-bono hulp van McKinsey.
Oproep! Vandaag wordt ToolBox geconfronteerd met een groeiend aantal aanvragen van organisaties die graag door onze leden gecoacht willen worden. Vandaar dat we vanop deze tribune graag een oproep lanceren om bij de Ekonomika Alumni nieuwe vrijwilligers aan te trekken met talent in algemeen management, human resources, communicatie en fondsenwerving. Luc Deneffe Oud-preses
Interesse? Wil je je vrijwillig inzetten voor maatschappelijk relevante projecten, omringd door een professioneel werkkader? Aarzel niet, stuur een mail naar
[email protected] en laat het ons weten! Als je meer wil weten over ToolBox, surf dan eens naar http://www.finalsite.be/ToolBoxh2o.
EKONOMIKA GEKRUISIGD
HORIZONTAAL
VERTICAAL
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
1. Slaapverwekkende bezigheid. (10) 2. Daaraan maken ze veel pret. (5) 3. Warme kleur van aarde. (4) 4. Het perspectief zoekt daar een onderkomen. (10) 6. Hetzelfde als 8 horizontaal? (2) 7. Hier zit een carboxylgroep tussen. (5) 10. Helemaal niets is geen partner voor een bout. (4) 12. Naar de grote (maior) en de kleine (minor) keken de Romeinen ‘s nachts op. (4) 14. Van die Jan wordt melk gemaakt. (5) 18. Zo’n wereldbeeld hadden zij vóór Columbus nog niet. (5) 20. Als die boom een werkwoord was, dan lag de derde persoon enkelvoud in de gemeente Brakel. (4) 23. Vind je namelijk niet op Belgische auto’s. (2) Oplossing op p. 19
KRUISWOORD RAADSEL 5. Zo komen industrielanden uit de doka. (10) 8. Gedachte van twee letters. (4) 9. Begrip als een zelfstandig achtervoegsel. (4) 11. Een foefje om een kilo te transporteren. (5) 11. Zwaar gehandicapt beeld. (5) 15. Bloed heeft het of heeft het niet, rodium altijd. (2) 16. Uitroep van de derde persoon in Engeland. (2) 17. Op hazen die hier achter komen, mag je niet jagen. (5) 19. Die vent heeft nog onder Zannekin gediend. (5) 21. Zijn sommige Zweden naast Zweeds, en Finnen naast Fins. (4) 21. Er zit een snede in die vloerbedekking. (4) 23. Een meubel om op een ander spoor te raken. (10)
17
FACULTEIT
LICOS, CENTRE OF EXCELLENCE Het LICOS, Centre for Transition Economics, is een onderzoekscentrum met sterke inbreng van onze Faculteit ETEW. Samen met zes andere instituten werd LICOS door de KULeuven geselecteerd als Centre of Excellence. LICOS werd opgericht in 1991, na de val van de Berlijnse muur, om de economische en institutionele hervormingen in Oost-Europa te bestuderen en onderzoek en opleidingen te organizeren over de institutionele, economische en politieke hervormingen die plaatsvonden in de regio.
Top 3 LICOS, Centre for Transition Economics, is in de afgelopen 15 jaar uitgegroeid tot een van de leidinggevende onderzoekscentra rond institutionele hervormingen en economische performantie. Een onafhankelijke evaluatie door de Europese Vereniging van Economen rangschikte LICOS in de top 3 in de wereld op het gebied van transitie-economie. In 2000 erkende de Europese Commissie LICOS als een Centre of Excellence. Nu heeft LICOS ook van de KULeuven deze prestigieuze erkenning gekregen.
FACULTEIT Ook op andere regio’s
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Na tien jaar (de “eerste generatie”) van onderzoek over transitieproblemen in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie zijn veel problemen aangepakt en nieuwe methodes en technieken ontwikkeld, en inzichten verworven. Deze methodes zijn nu klaar om toegepast te worden op urgente problemen in andere regio’s, zoals in Oost-Azie, o.a. China, in ontwikkelingslanden, of zelfs in het Westen waar een aantal institutionele hervormingen noodzakelijk zijn. Ten tweede zijn er belangrijke nieuwe problemen naar voor gekomen in transitielanden (en ontwikkelingslanden), die om een nieuwe set van methodologische innovaties vragen.
18
PICS-VIB-PRIJS VOOR LEUVENSE ECONOMIST Alumnus Christophe Theys, in juni 2005 afgestudeerd als licentiaat Toegepaste economische wetenschappen - Optie Productie en logistiek, heeft de jaarlijkse competitie, georganiseerd door PICS-VIB voor de beste eindverhandeling in Supply Chain Management, gewonnen met zijn eindverhandeling ‘Kritische studie van de methoden voor het bepalen van de routes voor orderverzamelaars in magazijnen’ (promotor Willy Herroelen). Aan de prijs is een bedrag van 1000 euro verbonden.
Tweede generatie Deze twee onderzoeksdimensies zijn de uitdagingen voor de “tweede generatie” van economisch onderzoek over transitie, of meer algemeen over onderzoek naar institutionele veranderingen, beleid en economische performantie. De interactie tussen deze drie factoren zal de kern vormen van het onderzoek in LICOS in de volgende jaren. Het onderzoek in LICOS is georganiseerd in vier onderzoeksthema’s die elk geleid worden door een onderzoeksdirecteur: • Arbeidsmarkten en herstructurering (Prof. Joep Konings) • Marktstructuur en performantie (Prof. Patrick Van Cayseele) • Internationale handel en fiscaal beleid (Prof. Hylke Vandenbussche) • Ontwikkeling en voedselbeleid (Prof. J. Swinnen)
Nieuwe poot Een eerste concreet gevolg van de Centre of Excellence strategie is het uitbreiden van het LICOS-onderzoek over China, o.a. door het aantrekken van een aantal doctoraatsstudenten en het opzetten van een aantal studies en projecten rond de Chinese economische ontwikkelingen. Deze poot van het LICOS-onderzoek zal worden gecoördineerd door een nieuwe senior China-expert, waarvoor op dit ogenblik een internationale vacature is uitgeschreven. Voor verder inlichtingen: www.econ.kuleuven.be/licos
SENIOREN
SENIORENDAG OP VRIJDAG 5 MEI 2006: JUBILARISSEN VAN PRESESJAAR MARC BENOIT AAN DE EER De jaarlijkse en succesrijke Seniorendag 2006 heeft, zoals ook de voorgaande jaren, plaats in de universitaire toplocatie Faculty Club. Dit prestigieuze complex, eigendom van de KULeuven, wordt opnieuw de ontmoetingsplaats van de Ekonomika Alumni Senioren, en wel op vrijdag 5 mei 2006. Ieder jaar worden jubilarissen feestelijk gehuldigd en krijgen zij een herinneringsdiploma en een sierlijk gouden Ekonomika-speldje. Veel gestelde vraag: wanneer ben je jubilaris? Wel, jubilaris is diegene die 50 jaar geleden als eerstekanner begon en later promoveerde. Gelijkgesteld worden alle anderen die datzelfde jaar promoveerden (bissers, studenten die van een andere faculteit of universiteit kwamen). Het jubilarisjaar wordt genoemd naar de preses van het jaar waarin de jubilarissen promoveerden. Dit jaar gaat het dus om oud-studenten die hun economische studies aanvatten in het jaar 1956 en promoveerden in 1960. Het jaar van preses Marc Benoit. Zij werden/worden afzonderlijk gecontacteerd en aangespoord zo talrijk mogelijk aanwezig te zijn… om beter of minstens even goed te presteren als hun voorgangers.
SENIOREN
Na een uitgebreide receptie volgt een zittend diner, waarvan de culinaire kwaliteit gewaarborgd wordt door de chef-kok van sterrestaurant ‘Arenberg’ in Heverlee. Gastspreker is Professor Wim Moesen, die ons vlotjes zal onderhouden over ‘De kwaliteit van de Overheid en economische performantie’.
Traditiegetrouw wordt dit gezellig samenzijn vrolijk afgerond met een traditionele cantus “zoals toen”, een knaller van studentennostalgie! Wij hopen eens te meer de Facultymuren te doen daveren.
[ OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL ]
Meer info: Jules Ackermans, voorzitter tel. 0495-518332 Guy Vos, secretaris-penningmeester tel. 016-489713 Marc Benoit, preses jubilarisjaar tel. 056-710324
WANNEER BEN JE “SENIOR”? Vanaf 40 jaar na de aanvang van je economiestudies. Dit jaar worden dus alle alumni aangeschreven te beginnen vanaf schachtenjaar 1966. Weet dus dat jullie echt welkom zijn!
JUNIOREN JUNIOREN GOES VAKGROEPEN JUNIOREN, WANT HET LEVEN IS MEER DAN WERKEN ALLEEN… er dit jaar zowel op ‘Dulci’- (denk: Junioren-weekend) als op ‘Utile’-vlak (een seminarie speciaal op het lijf geschreven voor de pas afgestudeerden) heel wat te gebeuren staat. Maar om te besluiten zoals we begonnen zijn: vergeet in afwachting van de volgende junioren-avond alvast niet dat het leven meer is dan werken alleen!
junioren Prosit!
Annick, Sofie & Filip
[email protected]
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
Als enthousiaste Junior bent u ongetwijfeld al op de hoogte van onze maandelijkse stress relief elke eerste vrijdagavond van de maand. Meestal speelt deze vaste juniorenavond zich af in en rond Dulci. Uiteraard wil u als meerwaardezoeker een breder spectrum in uw vrijetijdsinvulling. De laatste maanden probeerden we aan deze lokroep te beantwoorden door deze gezellige avondjes tussen pot en pint te combineren met een gezellige barbecue, een spannende kwis of een leuke wijnproefsessie. In de zeer nabije toekomst mag u nog meer evenementen verwachtingen: Zo kunnen we u alvast vertellen dat
19
EXOTICA
BRAZILIË, OPKOMENDE WERELDSPELER MET GROOT POTENTIEEL Brazilië spreekt minder tot de verbeelding dan die andere opkomende markten waar we voortdurend mee geconfronteerd worden: China en India. Dat bleek duidelijk uit de publieke opkomst op de infosessie die Vlaams-Brabant met de vakgroepen organiseerde op 8 november vorig jaar: op de eerste sessie omtrent China daagden meer dan 120 mensen op, nu telden we amper een 30-tal nieuwsgierigen. Maar vergis u niet, Brazilië is een land met enorme mogelijkheden en kan voor Belgische ondernemingen misschien even interessant zijn als die andere markten.
Dat investeren in Brazilië zeker lonend kan zijn, getuigt het succesverhaal van staaldraadproducent Bekaert in Brazilië (zie kader op p. 23). De strategie van Bekaert, “think globally, act locally”, is natuurlijk niet de enige juiste weg; elk bedrijf moet op zoek gaan naar een eigen benadering die het best kadert binnen de strategie en de filosofie van het bedrijf. Wel is het duidelijk dat lokaal management en expertise onontbeerlijk is. “Want”, aldus Louwagie (Bekaert), “misschien wel de grootste fout die men kan maken is Brazilië als één land te beschouwen. Er zijn immers gigantische verschillen tussen de verschillende regio’s zowel op cultureel, wetgevend als fiscaal vlak.”
EXOTICA
Brazilië: opkomende wereldspeler
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Vervolgens werd het economische luik toegelicht door de eerste secretaris van de
20
Braziliaanse ambassade in ons land, Luis Ivaldo Villafane Gomes Santos. Brazilië is veruit het grootste land in Zuid-Amerika, zowel in oppervlakte als op het vlak van bevolking (meer dan de helft van de mensen op het continent zijn Brazilianen). Doordat het land over een grote reserve aan goedkope arbeid en grondstoffen beschikt, is het dan ook de grootste economische en politieke macht op het continent. Rekening houdend met koopkrachtverschillen is Brazilië op dit ogenblik de 9e economie ter wereld. In tegenstelling tot vele andere ontwikkelingslanden beschikt Brazilië over een gediversifieerde en goed ontwikkelde economie. Zo is er een goed uitgebouwde en gediversifieerde industrie (10e grootste ter wereld) met onder andere een grote autoindustrie. Deze blijft ook groeien door sterke productiviteitswinsten dankzij investeringen in nieuwe technologieën. Toch blijft het land voor zijn economische groei sterk afhankelijk van landbouwproducten en grondstoffen. Brazilië is de grootste producent van o.a. koffie, tropisch fruit en suikerriet en beschikt over één van de grootste reserves aan ijzererts ter wereld. Het is dan ook duidelijk dat de grondstoffenboom van de laatste jaren geleid heeft tot een economische groei van gemiddeld 3 à 4 % tijdens de laatste 10 jaar.
exotica
EXOTICA
Wettelijk kader blijft belangrijk aandachtspunt Ten slotte werd het juridische luik behandeld door Jean-Marie De Backer, partner van CMS De Backer en vicevoorzitter van de BelgischLuxemburgse-Braziliaanse kamer van koophandel. Hij somde kort een aantal punten op waaraan aandacht moet geschonken worden indien
WWW.STRUCTURA.BE
Professionele bemiddeling bij verkoop en verhuur van bedrijfsmatig en residentieel vastgoed. Deskundige schattingen. Beëdigde landmetingen. Beheer: syndicus en rentmeester.
Meyskensstraat 222 . 1780 Wemmel (BRUSSELS) Tel. +32 (0)2 460 80 46 . Fax +32 (0)2 460 81 53 zaakvoerder: Luc De Neve (Hir 1973)
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
Het zijn allemaal mooie cijfers, zeker in vergelijking met de groei die Europese landen laten optekenen, maar de economie blijft vrij kwetsbaar. Zo heeft het land een torenhoge schuld, en grote problemen om een duurzame economische groei te bereiken die kan leiden tot voldoende tewerkstelling voor de snel groeiende bevolking. Ook het beleid van de regering heeft zijn invloed op de economie. Dat beleid is gebaseerd op drie pijlers: een vlottende wisselkoers, met als gevolg dat de groei van de economie sterk afhankelijk is van de wisselkoers van de real, een budgettair strikt beleid om de schuld terug te dringen, en het terugdringen van de inflatie. De centrale bank is op dit vlak vrij conservatief en tegelijk ook succesvol in het bestrijden van de inflatie. Maar dit leidt ook tot heel hoge rentevoeten van 19 % per jaar. Door het strikte budgettaire beleid beschikt de overheid ook niet altijd over de nodige fondsen om te investeren in broodnodige infrastructuurwerken: telecommunicatie, wegen,… De overheid probeert dat op te lossen door Public-Private Partnerships (PPP’s) op te richten waarbij de investeringen in de publieke voorzieningen voor een deel uitgevoerd worden door de privésector.
men wenst te investeren in Brazilië. Ook hij benadrukte dat men zich uitvoerig moet laten informeren om de markt en het land te leren kennen, en wees op het belang van een lokale partner die vertrouwd is met het land en de wetgeving en vooral de ingewikkelde fiscaliteit. Een
UW PARTNER IN VASTGOED
Kwetsbaar
21
EXOTICA vertrouwensrelatie met die partner is daarbij cruciaal. Een woord is daarbij heel belangrijk, het is niet nodig om alles te veel te willen bevestigen of formaliseren. Het is ook belangrijk om maatregelen te nemen om het kapitaal en inkomsten te beschermen. Hij denkt dan aan een financieel beleid dat het wisselrisico dekt en ook het risico van klantenkrediet. Hij benadrukte eveneens het belang van een efficiënte bescherming van de knowhow die men inbrengt in een jointventure. Het is belangrijk om knowhow, merken en licentieovereenkomsten te registreren. Ook het milieurecht is zeer belangrijk en het is nodig enige voorzichtigheid aan de dag te leggen op dit vlak.
EXOTICA
Ongekend potentieel maar ook groeipijnen Brazilië is nu reeds de 9e economie in de wereld en is veruit de grootste en belangrijkste markt op het Latijns-Amerikaanse continent. De voorspelling is dat Brazilië aan de huidige groeivoeten
over 25 tot 30 jaar als economie groter wordt dan Frankrijk, Duitsland en de UK. Het is dus duidelijk een groeimarkt. Maar die groei gaat natuurlijk ook gepaard met de nodige groeipijnen. Niet alles is rozengeur en maneschijn. Er zijn nog veel problemen in het land: de infrastructuur is nog vaak ontoereikend, het belastingsysteem is complex, het financiële klimaat is onstabiel (wisselkoersen en interestvoeten zijn heel volatiel) en bovenal zijn er heel grote regionale verschillen. Desondanks toont het voorbeeld van Bekaert aan dat het mogelijk is om het enorme potentieel, dat zeker aanwezig is, te benutten, als je maar rekening houdt met het specifieke karakter van Brazilië. En misschien is het grote voordeel van Brazilië wel dat er veel minder over gesproken wordt dan over China en India. Iedereen spreekt over China, waardoor het als onderneming moeilijk wordt om daar nog een graantje mee te pikken. In Brazilië is het nog mogelijk en dat in een democratisch land zonder marktverstorende regels. Guido DOUCET
BEKAERT IN BRAZILIË: SUCCESVERHAAL Een duidelijk bewijs van het potentieel van Zuid-Amerika in het algemeen en van Brazilië in het bijzonder werd geleverd door Patrick Louwagie, Plant manager van Bekaert Hemiksem. Hij bracht vele jaren door in Zuid-Amerika en Brazilië en was nauw betrokken bij de uitbouw van Bekaert op het Zuid-Amerikaanse continent. Bekaert is als Belgisch multinational en wereldleider in geavanceerde draadproducten, wereldwijd actief in 120 landen met een gecombineerde omzet van 2,7 miljard euro. Zuid-Amerika is na Europa de belangrijkste markt met een aandeel van 31 % in de totale groepsomzet. Bekaert stelt er 4.800 mensen tewerk in zes landen, waaronder vijf vestigingen in Brazilië.
Jointventure Bekaert zette de eerste stappen in Brazilië in 1968. De eerste 10 jaar was er slechts een kleinschalige aanwezigheid, waarbij Bekaert enkel technische bijstand en knowhow leverde. Pas in 1977 sloot Bekaert een jointventure met Belgo Mineira, een plaatselijke speler en dochter van wat nu Arcelor is, toen Arbed. De uitdagingen waren enorm, de jointventure moest namelijk volledig omgeturnd worden van een toen puur staalverwerkend bedrijf sterk gericht op volumes naar een onderneming die geavanceerde draadproducten maakt, producten dus met een grotere toegevoegde waarde. Daartoe moest de knowhow van Bekaert ingebracht worden en moesten buitenlanders op sleutelposities ingezet worden om alles in goede banen te leiden. In de jointventure (Belgo Bekaert Arames, BBA), die in 1997 zijn huidige vorm kreeg, brengt Bekaert (45 % van de jointventure) dan ook zijn technologische knowhow binnen, terwijl Belgo Mineira instaat voor de fabrieken, de aanvoer van hoogwaardige draad en het lokale management.
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
“Think globally and act locally”
22
Bekaert heeft er steeds doelbewust voor gekozen om te groeien via jointventures, waarbij het zijn kennis en expertise als wereldleider in draadproducten inbrengt en op zoek gaat naar partners met complementaire sterktes, een sterke lokale aanwezigheid maar vooral een goede kennis van de lokale markten op fiscaal, HR-vlak,… Bekaert heeft daarbij niet de bedoeling de volledige controle te verwerven over deze vestigingen. “Think globally and act locally” is de achterliggende strategie. Voor de uitbouw van plaatselijke vestingen wordt daarbij steeds meer een beroep gedaan op het lokale management. Een mooi voorbeeld daarvan is het HR-management, waar BBA de mogelijkheid biedt aan de werknemers om hun lagere of middelbare studies af te werken op het bedrijf. Daarenboven streeft men naar een beter dan gemiddeld salaris voor de werknemers en biedt de jointventure een ziekteverzekering aan de werknemers. Het resultaat is een zeer grote tevredenheid van het personeel en een heel laag verloop, wat ook bijdraagt tot een verhoogde productiviteit. Dankzij deze strategie is, mede dankzij de groeiende Braziliaanse economie, de jointventure uitgegroeid tot een succesverhaal: de laatste 5 jaar is de nettowinst met bijna 700 % gestegen.
boekonomica
boekonomika
GEZOCHT: INTERACTIVE MULTIMEDIA DESIGNER Boek: Life after the 30-second spot: Energize your brand with a bold mix of alternatives to traditional advertising - Joseph Jaffe, 2005 Dat soort vacatures zullen we nog vaak zien verschijnen in de toekomst. Het reclamelandschap is aan het veranderen. Internet eist meer en meer zijn plaats op in de marketingmix. Bedrijven beginnen te beseffen dat bepaalde doelgroepen voornamelijk via het internet bereikt kunnen worden en dat het een uitstekende manier is om een bijna echt one-to-one contact te gaan krijgen met de consument.
boekonomica De zwanezang van de reclamespot De consument is onmiskenbaar veranderd. Hij verdeelt zijn kostbare tijd over een groot aantal verschillende activiteiten: tv-kijken, internetten, sporten, vrienden, lezen, telefoneren, sms’en, gamen, enz. Televisie is niet langer het enige instrument dat de consumenten gebruiken; vele nieuwe technologieën hebben al ruime toegang gevonden tot de nieuwe consument, zoals de i-pod, mp3-speler, gsm, DVR, blackberry, enz. Deze consumenten vormen een hele uitdaging voor de marketingafdelingen en reclameagentschappen, die vechten om de tijd en de aandacht van elke consument.
Overvloed aan reclamebooschappen
geen wazige boodschappen meer. De adverteerder heeft niet langer de controle, de controle wordt overgenomen door de consument, die zelf kiest wat hij wil zien of horen, wanneer en op welke manier.
Het nieuwe evangelie, volgens... Dan kan men zich terecht de vraag gaan stellen of de klassieke televisiespot, het icoon van de massamarketing, nog impact heeft nu en in de toekomst. Volgens Jan Van den Bergh, CEO
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
Een andere duidelijke tendens is de overvloed aan reclameboodschappen. Waar in de jaren ‘70 een consument geconfronteerd werd met 500 tot maximum 2000 boodschappen per dag, zijn dat er in deze tijden 3500 tot 5000 geworden. De consument begint zich daardoor af te keren van reclame, omdat het gewoon teveel wordt en hij/zij door de bomen het bos niet meer ziet. “Back to basics”, lijkt de consument zelfs uit te schreeuwen. Het succes van de hard discounters (Aldi, Lidl) en soft discounters (Colruyt), met een simpele en duidelijke strategie, is hier niet vreemd aan. Consumenten willen het duidelijk en simpel,
23
BOEKONOMIKA van het gespecialiseerde bureau i-merge dat zich toespitst op interactieve reclame, zullen nieuwe manieren van reclamemaken de klassiekers als televisie, radio en kranten langzaam maar zeker vervangen. Hij is in België de “evangelist” van deze nieuwe reclamevormen en draagt de boodschap uit dat de 30seconden spot in zijn huidige vorm zijn toppunt voorbij is. Op internationaal vlak is het Joseph Jaffe, marketing consultant en ex-marketing executive, die duidelijk de boodschap brengt dat het tijdperk van de massamarketing definitief achter de rug is.
Waarom werken de huidige reclamestrategieën niet meer? Jaffe spendeert de eerste 40 bladzijden van zijn boek aan het verklaren waarom de actuele reclamestrategieën niet meer werken. Voor leken in het vak is dit nuttige literatuur, voor professionelen is dit deel van het boek waarschijnlijk te traag. Hij is wel zeer provocatief in zijn kritiek naar bepaalde grote merken en reclameagentschappen toe, die hij als voorbeeld neemt van hoe het niet meer moet. Of hoe je geld uit ramen en deuren kan gooien. Deze provocatie is zeker nodig om landen buiten de Verenigde Staten te overhalen verder na te denken over en te investeren in andere marketingmogelijkheden. Waar in Amerika reeds zo’n 10 % van het marketingbudget gespendeerd wordt aan interactieve marketing, is dit op het Europese vasteland nog niet meer dan zo’n 3 tot 5 %. Er is nog een weg af te leggen door de evangelisten onder de marketeers…
trends, zoals onlinevideo, internet, videogames, blogs, podcasting, virale marketing (de moderne, digitale mond-aan-mond-reclame). Jaffe geeft met zeer praktische voorbeelden inzichten in hoe men het effectiefst de huidige digitale consument kan bereiken en overtuigen.
boekonomica Alternatieven
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Zeer interessant wordt het echter wanneer Jaffe de alternatieven begint op te sommen, wat wel werkt dus. Hij maakt daarbij een diepgaande analyse en geeft inzichten in de huidige en toekomstige reclame- en marketing-
24
Dit boek zou iedereen die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken heeft met marketing en/of reclame moeten gelezen hebben. Het is goed, logisch, praktisch en met veel passie geschreven. Misschien soms wat teveel passie zelfs. De vele prachtige ideeën zijn immers niet voor iedereen toepasbaar, zoals voor kleinere bedrijven of ondernemingen met een beperkt reclamebudget. De nieuwe, mondige en digitale consument effectief bereiken kost immers veel geld, indien men het echt wil doen zoals Jaffe het predikt. Grote bedrijven zoals P&G zijn hier duidelijk al mee bezig. Ze slaan hierbij niet totaal het roer om, maar pakken de hele marketingmix slimmer aan en geven televisiereclame, zoals die de laatste 50 jaar bestond, zijn nieuwe, discretere plaats in de totaliteit. Het zijn de bedrijven die nu in het soms diepe water duiken en risico’s durven te nemen, die de eerste en grootste vruchten van de nieuwe multimediaboom zullen kunnen plukken. Sara COENE
VELONOMIKA
ON THE ROAD Nadat Ekonomika in 2002 een heuse studentenwielerploeg uit de grond heeft gestampt, breit ze nu een vervolg aan dit succes. Vanaf maart 2006 zal Velonomika Alumni wekelijks zijn stalen ros van stal halen om de Vlaamsche wegen te doorkruisen.
VELONOMIKA
In een vorig artikel (Ekonomika Berichten, juni 2005) kon u lezen over de ambities van Velonomika en de heroïek die ontstaat wanneer economisten strijden om winst, zij het ditmaal in de koers. Uit de talrijke enthousiaste reacties blijkt dat velen een economisch geïnspireerd wielerpeloton wel zien zitten. Voor deze potentiële alumni-velonomisten hebben wij nu goed nieuws. Velonomika krijgt binnenkort de nodige allures die een economische wielervereniging verdient. Vanaf maart 2006 spreken we elke zondag af om 13.30u aan het Sportkot van Leuven (De Spuye) voor een rit in het Leuvense. Ook deelname aan toertochten zoals de Ronde Van Vlaanderen en een Ardens wieleroffensief staan op het programma. Meer concrete informatie zal steevast te vinden zijn op onze webstek http://velonomika.ekonomika.be.
Wilt u graag meerijden, neem dan contact op met
[email protected]. Indien u niet meer over uw atletisch lichaam van weleer beschikt, kan u toch participeren in Velonomika door de naam van uw bedrijf te laten prijken rond de lenden van de velonomisten. Velonomika zal immers met zelf ontworpen truitjes het peloton kleuren. Mis deze unieke kans niet om de schoonste, de beste en de meest economische wielervereniging van Vlaanderen te steunen!
[Robert Boute, Koen en Wouter Demey: “Kijk naar beursspecialist Paul D’Hoore, dat is ook een echte wielerfreak.”]
Vivat, crescat et floreat Velonomika ! Vanuit het wiel, Robert BOUTE
februari 2006 | EKONOMIKA berichten | 25
GOLFONOMIKA
DERDE EKONOMIKA-GOLFTORNOOI GOLF DE BRABANTSE IN MELSBROEK Na Waregem en La Bruyère viel de keuze voor het Ekonomikagolftornooi in 2005 op de centraal gelegen golfbanen van de Brabantse; gelegen aan de rand van de hoofdstad is het golfterrein ingeplant op de eigendom van Baron Snoy en het vlak en bebost parcours grenst aan een beschermd natuurgebied, het Floordambos. Deze dankbare omgeving, met zijn imposante kasteelhoeve als uitvalsbasis, maakte op 9 september 2005 het kader uit voor een boeiende partij golf, betwist in een vriendschappelijke sfeer, Ekonomika eigen. In plaats van een feestdag werd dit jaar voor het evenement geopteerd voor een vrijdagnamiddag, hopend dat zich hiermee meer Ekonomika-golfers aan de afslag zouden aanbieden. Doch, zoals vorige jaren, lieten ook nu heel wat spelers verstek gaan. Ongetwijfeld liggen hun drukke beroepsbezigheden aan de basis hiervan. Met een bestand van ongeveer 140 golfers binnen Ekonomika als uitgangspunt, verschenen uiteindelijk een dertigtal golffanaten op het appel in Melsbroek [De organisatie van het Ekonomikagolftornooi rust in handen van v.l.n.r. Jef Mariën, Renaldo Delabie, Johan Debuf.]
Initiatie Naast de “echte” golfers daagden ook een viertal niet-golfers op, gebruikmakend van de mogelijkheid ingewijd te worden in de geheimen van een aartsmoeilijke sportdiscipline. Dankzij een golfinitiatie kregen ze de gelegenheid clubs en putters te hanteren en kunnen ze voortaan met hun golfvrienden meepraten over “handicaps”, “swings”, “ijzers”, “drivers”, “woods”, “chippen”, “pitchen” en “putten”. Dit eerste contact met de golfsport bleek voor hen verhelderend te hebben gewerkt, weliswaar steeds bewust van de vele hindernissen die
opdagen tijdens het leerproces van deze technische en mentaal veeleisende sport. We hopen dat ook deze starters gebeten worden door de uitdagende, sportieve golfmicrobe en volgend jaar mogen deel uitmaken van de schare Ekonomika-golfers.
Afwezigen hebben ongelijk En ook dit jaar bleken de afwezigen ongelijk te hebben, want ook nu verliepen de stablefordwedstrijden – voor 18 en 9 holes – in een gemoedelijke vriendschappelijke sfeer. Niettegenstaande de regen tijdens de laatste uren van de wedstrijd – de laatste flights bereikten het clubhuis als doorweekte zombies – was deze tegenvaller vlug vergeten na een verkwikkende douche en bij een versterkend pintje bier. De dag werd de besloten met de prijsuitreiking, een uitgebreid barbecuebuffet en een gezellige babbel.
GOLFONOMIKA | EKONOMIKA berichten | februari 2006
Een partijtje golf met een Ekonomikagenoot?
26
Ter informatie hierna de lijst der deelnemers aan het tornooi van 2005. Misschien vindt u hiertussen een Ekonomika-vriend waarmee u wel eens een partijtje golf zou willen spelen tijdens het volgende Ekonomika-golftornooi? Stuur daarom alvast uw e-mailadres vandaag nog door aan Jef Mariën:
[email protected]. U kan er dan ook bijhoren de volgende keer. Baudts Max, Cockaerts Marcel, Colson André, Costenoble Francis, D’Heedene Dominique, De Mondt Jan & Dumon Marianne, De Vrieze Francis, Debuf Johan, Delabie Renaldo, Dequae Paul, Deschildre Luc & Strubbe Solange, Gillis Georges, Joos Wim en echtgen. Vanhove Cécile, Lison André & Entbrouxk Monique, Mariën Jef & De Wever Monique, Moons Benny & Schoofs Lutgarde, Peeters Theo, Peeters Willy, Rooseleer Philippe, Schrijvers Luc, Van Dessel Vincent, Van Essche John, Vissers Guido, Vuylsteke André & Lut Everaert, Wets Rik.
Kers op de taart
Vooral de drie sponsors zorgden voor de kers op de taart. De gelauwerden die bedeeld werden met een uitgebreide prijzenpot waren de spelers met de hoogste stablefordscore en de trouwste deelnemers, gezien over de drie Ekonomika-tornooien. Renaldo Delabie (Liefmans Breweries, met bieren als Liefmans, Dentergems Wit en Straffe Hendrik) bracht de hoofdprijzen in met assortimenten van uitgelezen streekbieren, waarvan zelfs enkele magnumbottelingen. Johan Debuf (Groep Kordekor) vergastte het gezelschap op een welgekomen verfrissing na de laatste hole en de thuisspelende Guido Vissers (Vissers & Co NV – Marlar – Brainfinders) zorgde voor een gewaardeerde inbreng door elke deelnemer te bedenken met een golfballetje, bedrukt met de firmanaam. Daarenboven verrijkte Guido de prijzentafel met zes flessen verfijnde bordeauxwijn. Jef MARIEN
REGIONALE KERN BRUSSEL
PROF. MARK EYSKENS OVER CHINA, BELGIË EN DE EU Luisteren naar de wervelende toespraken van Prof. em. Mark Eyskens is altijd een verademing. Op 29 september jl. zorgde hij voor een zeer grote opkomst van het Ekonomika Brussel-publiek en besprak het gele en vele andere gevaren. En wat het beleid er kan aan doen. Is er een “geel gevaar”? Inderdaad, aldus Prof. Mark Eyskens, er is een Chinees gevaar, maar ook een Indisch, Maleisisch, enz. en eveneens een Tsjechisch, Slovaaks, enz. en een Nederlands, Duits, Frans, enz. gevaar. Zoals 15 jaar geleden Japan een groot gevaar was. Dat zijn echter “goede” gevaren, het zijn uitdagingen waaruit iets nieuws kan geboren worden. China is toch een apart verhaal. China kent een geweldige boom, maar toch is het Chinese BNP nog maar 1.300 miljard US $ tegenover de USA met 11.000 miljard US $. (noot: inmiddels is het Chinees BBP gecorrigeerd tot bijna 2000 miljard US $). China kent ook grote problemen en grote tegenstellingen: nog middeleeuws in het binnenland maar ongebreideld kapitalistisch in de kuststrook. Bovendien is er een sterke politieke dictatuur, waarvan verwacht wordt dat die na de Olympische Spelen de schroef weer harder zal aandraaien. Er is ook amper een sociale zekerheid en een ongeordend chaotisch banksysteem. M.a.w. China is kwetsbaar. Europa moet geen protectionisme toepassen want er is toenemende complementariteit, die vaak ook nodig is om hier activiteiten in stand te houden. De Chinese invoer is nog niet zo groot, behalve in sommige sectoren. China zal ook een opwaartse nivellering van de lonen kennen en inflatie, zoals al eerder in Korea is gebeurd. Het Belgische gevaar !
Offensief en defensief beleid Mark Eyskens pleit voor een offensief en een defensief beleid. Een offensief beleid voor het bevorderen van de innovatie én van invention. Teveel van wat hier aan ideeën wordt voortgebracht gaat voor toepassing naar het buitenland. Een defensief beleid betekent dat de sociale voorzieningen moeten herdacht worden: ze decollectiviseren zonder Thatcheriaanse armoede-effecten, dus saneren en tegelijk armoede bestrijden. De sociale zekerheid zou in een pact moeten zitten, zoals het schoolpact. De sanering wordt gedwarsboomd door kortetermijndenken en door grote fraudes, zowel van een beperkt aantal personen als van bedrijven.
[ Mark Eyskens: ‘We moeten streven naar ‘meliorisme’: alles is verbeterbaar! ]
En wat nu met Europa? Mark Eyskens: “De grondwet is wellicht dood. Zij had ook grote lacunes, bv. inzake de institutionele begroting en inzake de noodzakelijke vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedures van grote verdragen. Wij moeten ook niet de illusie koesteren dat de euro definitief verworven is; men onderschat zijn kwetsbaarheid. Er is nood aan een groot relanceplan, a grand design, zoals destijds met Delors of de monetaire unie, die aan de EU-bevolking vaardig wordt uitgelegd. De snelle uitbreiding dwarsboomt echter de relance.” “Wij hebben geen boodschap aan beaat optimisme, maar evenmin aan een drukkend pessimisme. We moeten streven naar ‘meliorisme’: alles is verbeterbaar! Het oude Europa is dood. Het Europa van de toekomst moet er een zijn van gedeelde waarden gebaseerd op humanisme, de rechten van de mens, democratie en de rechtsstaat”, aldus de professoremeritus en gewezen Eerste Minister. Fernand VAN LIERDE
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
Mark Eyskens: “Wij gaan achteruit! Dat blijkt voor de derde keer op rij uit internationale rangschikkingen. Bij het World Economic Forum staat Finland op de eerste plaats, de VS op de tweede, dan volgen vier Scandinavische landen, Singapore, Taiwan, enz. België staat pas op de 31e plaats, na Frankrijk. En op een jaar tijd is ons land zes plaatsen gezakt. De Scandinavische landen groeien, exporteren, kennen weinig of geen structurele werkloosheid, hebben goede sociale voorzieningen en een hoge activiteitsgraad. Wij moeten onze welvaartsstaat herschikken”.
Zijn boek ‘De onmogelijkheid van het noodzakelijke’ brengt deze problematiek scherp naar voren. “Wij zitten tegelijk met een vergrijzings- én een ontgroeningsprobleem. Na 2010 wordt de financiering van die vergrijzing zeer nijpend.”
27
REGIONALE KERN WEST-VLAANDEREN
AZ GROENINGE: EEN FUSIE VAN ZIEKENHUIZEN OM VAN TE DUIZELEN Op dinsdagavond 25 oktober 2005 werden we verwacht voor ons bedrijfsbezoek bij AZ Groeninge. De heer Jan Deleu, algemeen-directeur van AZ Groeninge, kon een veertigtal economisten welkom heten op de Campus Sint-Niklaas voor een boeiende uiteenzetting over het project van de Kortrijkse fusie van vier ziekenhuizen. Jan Deleu, zelf economist, had reeds een fusieoperatie van een drietal Antwerpse ziekenhuizen achter de rug en was dus de aangewezen persoon om dit project in goede banen te leiden. Geen evidente taak wetende dat ieder ziekenhuis zijn eigen identiteit, visie en inrichtende macht had. Daarenboven waren de verschillende ziekenhuizen volwaardig en modern ingericht, waardoor de verschillende diensten vaak vier keer naast elkaar werden aangeboden. Bovendien diende een totaal van 2.400 personeelsleden en 1.152 bedden op elkaar ingesteld te worden. Ook de publieke opinie moest overtuigd worden van het nut van de fusie.
Meer dan bouwen alleen... AZ Groeninge had het aantrekkelijke vooruitzicht om te kunnen starten met een nieuwbouwproject. Door subsidieproblemen werd er besloten om het nieuwbouwproject in verschillende fases uit te voeren. Door de lange doorlooptijd van het bouwproject besefte men dat een fusie veel meer is dan het bouwen alleen. Er werd dan ook onmiddellijk werk gemaakt van de administratieve fusie waarbij er gekeken werd welk ziekenhuis het best geschikt
was voor het aanbieden van welke dienst. Daarbij werd er zo veel mogelijk rekening gehouden met de individuele wensen van de personeelsleden. Na deze analyse werden er aan elke campus enkele kernactiviteiten toebedeeld. Al het materieel en personeel met eenzelfde activiteit in de andere ziekenhuizen verhuisden zo naar die ene campus.
Aandachtspunten De heer Niko Dierickx, directeur infrastructuur en aankoop, gaf na deze interessante uiteenzetting nog enkele belangrijke aandachtspunten van het nieuwbouwproject. Vanuit een analyse van de sterktes en zwaktes van de verschillende bestaande ziekenhuizen werd een degelijk concept opgemaakt. Daarbij moest het gebouw veilig zijn, toegankelijk, flexibel, onderhoudsvriendelijk,… Het heeft een vierkante kern met daarrond de verschillende functies die in een lusvorm aansluiten op de kern. Er werd geprobeerd om zo weinig mogelijk binnenmuren te voorzien, waardoor er efficiënter met licht en ruimte kan worden omgesprongen. Natuurlijk werd de nodige aandacht aan milieuvriendelijke oplossingen besteed.
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Verstomming
28
Op het einde van beide uiteenzettingen bleef het muisstil. De meeste aanhoorders uit het bedrijfsleven waren met verstomming geslagen over de manier waarop de fusie van AZ Groeninge voorbereid en doorgevoerd werd. De zieken- en rusthuizen zijn meestal grote werkgevers van hoofdzakelijk vrouwelijk personeel die in verschillende ploegen werken om de dienst te verzekeren. In principe komen we weinig in contact met deze “zachte sector”. Als we ziek zijn, dan zijn we heel tevreden dat we vriendelijk geholpen worden en verlost worden van onze problemen. Het managen van dergelijke entiteiten blijkt uit deze uiteenzetting zeker geen sinecure te zijn en ons respect kan dan ook enkel maar uitgaan naar de heer Jan Deleu en zijn volledige team. Christophe VANDECASTEELE
REGIONALE KERN LIMBURG
KUNST, MODE EN DESIGN: ‘SUPER!’ IN HASSELT Zondag 2 oktober 2005. Het lijkt bijna surrealistisch: de zon, de economisten, de gevangenis. Op deze prachtige lentedag wordt een kudde Limburgse economisten “het gevang” van Hasselt binnengeleid. Willy Lambermon, de organisator van de dag, geeft de laatste instructies.
schuin ertegenover, opnieuw in een oud gebouwencomplex, maar wel prachtig gerestaureerd dit keer, het Begijnhof. Hier lieten we ons inspireren door tientallen werken beeldende kunst, verspreid over de vele lokaaltjes.
Hun mondhoeken zijn naar boven gekruld. Lachen zij? Neen, zij schateren! Wat kon hun beter motiveren om in een zondagse stemming samen te komen dan de Eerste Triënnale voor Beeldende Kunst, Mode en Design, verspreid over diverse locaties in Hasselt, en georganiseerd onder de enthousiaste benaming ‘Super!’? Zelfs economisten leven niet enkel van bedrijfsopbrengsten en financiële resultaten. Voor een flinke portie actuele beeldende kunst waren ze zelfs bereid om de gevangenis in te duiken. De vroegere gevangenis dan wel, aan de Martelarenlaan. De gevangenen en hun “personeel” verhuisden in het voorjaar naar hun groots nieuw gebouw aan de Herckenrodesingel, wat intussen al door stakingsacties van het personeel in het nieuws kwam. Dat Chris Moriah een goed geïnformeerde en meeslepende gids was, daar was iedereen het over eens. Dat viel dus mee, want, inderdaad, de installaties van moderne beeldkunst, werden pas heel wat duidelijker na haar uitleg over het kader waarin en de bedoeling waarmee ze door de kunstenaars gemaakt werden.
Rond 17 uur ging de Plenaire Vergadering van start in ‘’t Borrelhuis’, onder de titel ‘De toekomst van Ekonomika-Limburg’. Het verheugde ons vast te stellen dat er enkele deelnemers bij waren die we nooit eerder op een bestuursvergadering van Ekonomika hadden gezien en die bereid waren hun steentje bij te dragen. Er werden weer fikse plannen gesmeed, namelijk, kort gezegd, dat we nieuwe actieve leden zullen opzoeken, enerzijds via informele bijeenkomsten in elke kerngemeente of streek van Limburg, en anderzijds via een reeks van activiteiten onder de invalshoek ‘Ken uw streek’, die ons op een tijdspanne van 2 tot 3 jaar over gans Limburg zullen brengen. Terwijl wij al dit denkwerk presteerden zaten onze partners buiten op het terras doodsimpel een wijntje of zo te nippen in de nog steeds stralende zon. Daarom daalden ook wij maar af naar de kelders van ‘’t Borrelhuis’, waar we onze partners terugzagen op de receptie met een een uitgebreid Jenevermenu, ja ja!
‘De toekomst van EkonomikaLimburg’
ELCO Willy LAMBERMONT Danny GEURTS
Beklemmend
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
De eerste locatie van ‘Super!’ die we aandeden was dus het oude gevangenisgebouw. En het moet gezegd, het nieuwe gebouw is er niet te vroeg gekomen. De ervaring om je eens in de huid van een gevangene te voelen maakte toch wel een beklemmende indruk. Niet enkel door de cellen, nog quasi onaangeroerd met de muurversieringen van hun opeenvolgende bewoners, maar ook door het afgeleefde en archaïsche karakter van het ganse gebouw, en op het krappe buitengedeelte waar zoveel jaren lang de “verluchting” van mensen gebeurde. En misschien nog het meest in de letterlijk en figuurlijk “enge” bezoekhokjes. Moderne kunst in een oud kader dus. Een zondagmiddagwandelingetje in een stralende oktoberzon bracht ons in een tweede ‘Super!’-locatie, de gelegenheidstentoonstelling in het CIAP op de Zuivelmarkt. En daarna,
29
REGIONALE KERN ANTWERPEN
ANTWERPEN INTERN: DE RUIEN 28 juni – 19.30u - Steenhouwersvest. Voor een anonieme groene poort hijsen de 32 deelnemers zich in een hagelwitte overall , een groene valhelm op het hoofd en een halogeenlamp in de aanslag. De rubberlaarzen was het enige attribuut dat de deelnemers zelf moesten meebrengen; al het overige werd ons ter beschikking gesteld door onze gastheer Aquafin. Ingenieur Van de Laar gaf vooreerst een interessante introductie op de geschiedenis en de situering van de ruien, oftewel de darmen van Antwerpen. Langs een smalle betonnen trap begon de mysterieuze afdaling naar een mooi verlicht imposant gewelf. Iedereen was op zoek én op zijn hoede voor ratten en ander gespuis. De ondergrondse geesten hielden zich ook gedeisd. Een dof gerommel zwelde aan en werd imposanter met de seconde, tot het weer verdween zoals het gekomen was: een tram.
doemden op in het schijnsel van onze elektrische lantaarns. Onverwachte veranderingen in de bouwstijl van de gewelven gaven het geheel nog een extra cachet, vooral de gotische bogen. Een glibberige ijzeren verticale ladder bleek onze ontsnapping te zijn uit dit donker, warm en vochtig labyrint. Tot eenieders verbazing stonden we op de Wapper voor het Rubenshuis. Het gedeelte dat wij doorwandeld en zal in de nabije toekomst vergrendeld worden en niet meer toegankelijk zijn voor het publiek.
REGIONALE KERN ANTWERPEN KATOEN NATIE De lange gangen waardoor wij in het donker wandelden hadden ook zijstraten. Plakaatjes met ons bekende namen, zoals Kammenstraat, Nationalestraat, Huidevetterstraat, Schuttershofstraat, Lange Gasthuisstraat,
| EKONOMIKA berichten | februari 2006
Nadat Huts de wereld veroverd had met zijn Katoen Natie en nog amper wist wat met de winst te doen, begon hij aan de renovatie van enkele pakhuizen in de buurt van Het Eilandje. En toen moest hij hier ook weer iets nuttigs mee doen. Dus stopte hij het vol kantoren. Maar toen had hij nog plaats (en geld) over. Dus kocht hij diverse kunstwerken en hing er de muren mee vol, en zorgde ervoor dat de rechte gangen rasechte slaloms werden. En dat gaf dan weer aanleiding voor ons tot het bezoeken van…
30
Op 27 oktober werd Ekonomika Antwerpen ontvangen in de Van Aerdtstraat bij de Katoen Natie, door twee professionele gidsen die ons de kunstverzameling lieten zien die door de eigenaars samengesprokkeld was, samen met de architecturale hoogstandjes van Robberecht en Daem die oud en nieuw trachtten te verzoenen. We startten in het restaurant dat ondergebracht is in een authentiek art nouveauhuis, en waar zakendiners kunnen gehouden worden tussen de werken van Gustave van de Woestyne, Edgard Tytgat en Leon Spilliaert.
Een heerlijke maaltijd op het Zuiderterras met een prachtig zicht over de majestatische Schelde hadden we wel verdiend. De oranje gloed van een warme zonsondergang boven de rivier maakte deze Ekonomika-activiteit compleet en wederom de moeite waard. Dank aan Luc Bossyns en Robert Van de Laar voor deze exclusieve excursie. (E.D.)
De rondleiding door het pakhuis leidde ons eerst naar de bovenste verdiepingen langs een reeks Zuid-Amerikaanse kunstwerken waarbij me de torentjes van Torres Carcia bijblijven. Dan daalden we af en kwamen de grote Cobrakunstenaars tegen. Alechinski en Appel zijn hier overduidelijk aanwezig. Het beeldje ‘Onze Kobe’ had uitgesproken de meeste knuffelwaarde van de hele verzameling, en nodigde dan ook uit tot aanraken en voelen. Voor de rest was het “handen af” en “niet fotograferen”. Dat gold ook voor de geschilderde zaagbladen van Wim Delvoie, de in Delftsblauwe motieven geschilderde butaanflessen en de getatoeëerde varkens. Als uitsmijter was er de verzameling Koptische kledingsstukken waarvan de oorsprong terug gaat tot de tweede helft van de eerste eeuw.
Voldaan van cultuur maar met een rammelende maag togen we naar de Nieuwe Bachus waar rasecht stoofvlees-met-friet ons stond op te wachten. Hadden de Koptische mantels als enige uit de collectie al iets met katoen te maken, dan verdween dat in het niets met de maaltijd als afsluiter: daar werd pas van katoen gegeven! Eric DORPMANS
HOMMAGE
HOMMAGE AAN WIJLEN PROF. ALBERT COPPÉ Albert Coppé, volksvertegenwoordiger, minister en 20 jaar Europees bewindsman tussen 1952 en 1973, vice-voorzitter van de Hoge Autoriteit van de EGKS en lid van de EEGCommissie, voorzitter van de Generale Bank, bestuurder van NV Philips, publicist (economisch-financieel hoofdredacteur en columnist), actief in talloze verenigingen en promotor van het vrijwilligerswerk in België en Europa... ... maar hij was altijd eerst en vooral professor: een man die graag aanleert, doceert, uitlegt en verklaart. Hij was meer dan 40 jaar hoogleraar economie en statistiek aan de KULeuven (1940-1982), de “Vlaamse Dupriez”. Een ‘buitengewoon’ hoogleraar, in dit geval ook letterlijk opgevat (Roger Dillemans). Over de professor die “de wiskunde vereerde en de geschiedenis aanbad” doet menige anekdote de ronde. Hij animeerde zijn colleges op zaterdagochtend met tal van leuke ‘faits divers’, o.a. over zijn gezin, en met krasse uitspraken zoals die van Stalin: “Eén dode mens is een tragedie; één miljoen dode mensen is een statistiek” (Mark Eyskens), West-Vlaamse spreuken zoals “de mossel doet de vis afslaan” over de substitutie-elasticiteit en verwijzingen naar de actualiteit of de geschiedenis. “In zekere zin paste Coppé het Amerikaanse systeem toe, waarbij zelfstudie veel belangrijker is dan het opnemen van wat de professor in de hoorcolleges komt vertellen. Bovendien stelde Coppé, zoals aan de Amerikaanse universiteiten, vragen aan zijn jonge toehoorders, zodat een levendige dialoog ontstond tussen de docent en de leerlingen.” “Vooral het grensoverschrijdend karakter van de economische werkelijkheid werd door hem in de verf gezet, wat dan steeds eindigde met een pleidooi voor meer Europese samenwer-
HOMMAGE
king en integratie. Coppé belichaamde het Europese ideaal met veel geloofwaardigheid, vooral bij jonge mensen, omdat hij er niet alleen over doceerde maar er ook dagdagelijks wat aan deed” (Mark Eyskens). Hij was “een veldheer van de universitaire scholing” (wijlen baron professor John van Waterschoot) die met Keynes, de economen zag als de bouwers van de mogelijkheid van een beschaving. Twee generaties economen en politici werden door de altijd bruisende, karaktervaste Bruggeling gevormd.
Albert Coppé, een pionier van de Europese eenmaking maar ook “een der pioniers van Ekonomika”, aldus het artikel ‘Ekonomika huldigt zijn ministers: Gaston Eyskens, Albert Coppé en Dries Dequae’… “die steeds de onzen zijn geweest en het voorzeker zullen blijven.” (Ekonomika Berichten, nr. 39 van junijuli 1950).
op 21 maart 2006 in het Koloniënpaleis - Tervuren 17.00u:
Inhuldiging bas-reliëf ‘Albert Coppé - In dienst van Europa’
18.00u:
Academische zitting o.l.v. Leo Tindemans, met Europese sprekers, o.m. Mark Eyskens, en de presentatie van het huldeboek met getuigenissen en de kortfilm ‘Albert Coppé live’.
Lidgeld Ekonomika Alumni 2006: Vergeet uw lidgeld van 30€ niet te betalen! Op rek.nr. 431-0695271-42. En bezoek onze vernieuwde website www.ekonomika.be
februari 2006 | EKONOMIKA berichten |
Huldebetoon Albert Coppé, Hoogleraar economie en statistiek KULeuven
31
)PFMPLBBM POEFSOFNFOWBOVJU FFOHSPPUCFESJKG
+ÚSHFO KBBS LBOUPPSEJSFDUFVSJO)BBTSPEF XXXLCDCFKPCT "MTLBOUPPSEJSFDUFVSIFCKFUFNBLFONFUFFOJOUFSFTTBOUFDPNCJOBUJFWBODPNNFSDJBMJUFJU NBOBHFNFOUFOPSHBOJTBUJF%BHFMJKLTFFOIFMFVJUEBHJOH +ÚSHFOEPFU[JKOWFSIBBMi.JKOTUVEJFFDPOPNJFBBOEF,6-FVWFOXBTIJFSWPPSFFOHPFEF WPPSCFSFJEJOH%BBSEPPSLSFFHJLFFOSVJN[JDIUPQIFUCFESJKGTMFWFOFOIFUFDPOPNJTDIFSFJMFOFO [FJMFO&OBMTMPLBMFNBOBHFSNBBLKFEFFMVJUWBOFFOHSPUFSHFIFFM0OEFSMJOHFTBNFOXFSLJOHNFU OBCVSJHFLBOUPSFOFOPOEFSTUFVOFOEFEJFOTUFOJTWBO[FMGTQSFLFOE0NHFQBTUFPQMPTTJOHFOWPPS KFDMJÑOUVJUUFXFSLFO LVOKFCPWFOEJFOUFSVHWBMMFOPQEFFYQFSUJTFFOTMBHLSBDIUWBOFFOHSPPU CFESJKG%FXBSNFFOQFSTPPOMJKLFBBOQBLoFJHFOBBOPO[FNBOJFSWBOXFSLFOoNBBLUWPPSIFFM XBUDMJÑOUFOIFUWFSTDIJMw