Tijdelijke Installatie en montagehandleiding Elektrische ketel
EK 15 E
NIBE Energietechniek B.V. Postbus 2 4797 ZG Willemstad NB Tel.: 0168 477722 Fax: 0168 476998 Email:
[email protected] http://www.nibeboilers.nl 1
Inhoud: Algemeen
3
Eigenschappen
3
Installatie
3
Installatiegegevens ketel
4
Technische specificaties
5
Installatie
6
Elektrische aansluitingen
7-8
Elektrisch bedradingsschema
9
Elektronische regeling en instellingen
10-12
Opstartprocedure
13
Storingoverzicht
14
2
Algemeen: Lees zorgvuldig deze handleiding en volg de instructie op bij montage, instellen en service. • Houd deze installatiehandleiding bij de ketel! • De elektrische ketel mag niet worden gemodificeerd, gewijzigd of gereconstrueerd worden in welke vorm dat ook, zonder overleg met de leverancier. • Een correcte installatie, inregeling en onderhoud geven een hoge bedrijfszekerheid. • Voor onderhoudswerkzaamheden dient u kontakt op te nemen met uw installateur. • Wanneer contact wordt opgenomen met uw leverancier, dient u het type en het serienummer op te geven. • NIBE Energietechniek BV behoudt het recht specificaties te wijzigen volgens het verbetering- en ontwikkelingsbeleid zonder aankondiging. • De omgevingstemperatuur mag niet boven de 30°C zijn. • De externe bedrading en leidingwerk moet zodanig gemonteerd zijn dat het mogelijk blijft om de voorplaat te kunnen openen om servicewerkzaamheden te verrichten. • Aan de voor- en bovenzijde van de ketel moet tenminste 60cm ruimte beschikbaar zijn voor servicewerkzaamheden. • De elektrische ketel is ontworpen voor zuurstofvrij water. Eigenschappen: • Vermogen van 14,7kW, verdeeld in zeven stappen van 2,1kW elk. • Elektronische temperatuurinstelling, 20-95°C. • Inschakelvertraging na spanningsonderbreking. • Load-guard voor beveiliging van de hoofdzekering, transformatoren meegeleverd. • Hoofdschakelaar. • Signalering, bedrijfsmelding en status. • Circulatiepomp heeft een eco/zomer functie. • RVS SS2353 elektrische elementen. • Aansluiting voor externe blokkering of 0-10V sturing. • Uitgangssignaal voor externe signalering. • Oververhittingsbeveiliging met signalering. • Kleine waterinhoud en een goed geïsoleerde behuizing verzekert een laag energieverlies. • Muurmontagebeugels meegeleverd. • Compact design. Installatie: • Monteer de ketel op de muur gebruikmakend van de meegeleverde montagebeugels. • CV-aanvoeraansluiting aan de bovenzijde, CV-retour aan de onderzijde. • Kan worden aangesloten op de bestaande boiler. Temperatuurverstelling: De temperatuurverstelling regelt de uitgaande temperatuur, binair in zeven stappen. De schakeltijd tussen de stappen wordt bepaald op basis van het temperatuursverschil tussen de gemeten- en gewenste temperatuur en de actuele temperatuursstijging. Wanneer de gemeten temperatuur een waarde bereikt die +/- 2K van de gewenste waarde ligt, zal er geen vermogen vermeerderd of verminderd worden. Een buitentemperatuuropnemer, UTK E, is leverbaar als accessoire. Het vervangt de potentiometer door op basis van een stooklijn, de gewenste temperatuur te bepalen. Een buitenvoeler geeft een betere eco-functie en vorstbeveiliging. Wanneer de gemeten aanvoertemperatuur 5K boven de gewenste aanvoertemperatuur komt, schakelt de ketel alle stappen uit. Als de temperatuur daalt worden de stappen weer ingeschakeld zonder de ketel handmatig te resetten.
3
Algemeen: Wordt ingevuld door de installateur als de ketel is geïnstalleerd. Serienummer:
---------------------------------------------------------------------------------
Installatiedatum:
---------------------------------------------------------------------------------
Installateur:
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Telefoonnummer:
---------------------------------------------------------------------------------
Overige:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4
Technische Specificaties:
1. klemmenstrook 6. hoofdschakelaar 11. printplaat 14. condensator 16. magneetschakelaar 29. CV-aanvoeraansluiting R25 30. CV-retouraansluiting R25 31. kabelinvoer 32. muurmontagebeugels 33. alarmrelais (optie) 34. afdekplaat
Afmetingen (hxbxd): Gewicht: Inhoud: Werkdruk: Testdruk: Max. temperatuur: Vermogen: Spanning: Amperage: Beveiliging: IP-klasse
280x176x590 mm 13 kg 4,5 liter 1,5 bar 2,2 bar 100 °C 14,7 kW 400 V 3fase+N, 50Hz 21,2 A 3x25 A IP24
5
Installatie Algemeen: • Het installeren moet worden uitgevoerd volgens de huidige installatievoorschriften. • Afsluiters dienen te worden gemonteerd tussen de installatie en de ketel. • De ketel is geschikt voor binnenopstelling. • De ketel dient horizontaal gemonteerd te worden met de CV-aansluitingen aan de bovenen onderzijde ter bevordering voor het ontluchten. Debiet Voor het juist functioneren van de ketel dient het debiet van de elektrische ketel constant en van een juiste waarde te zijn. Indien verwarmingsafsluiters de flow kunnen smoren dient een overdruk ventiel te worden gemonteerd. Debietrange: 0,2 – 0,7 l/s, dT = 25 – 5°C Aanbevolen debiet: 0,35 l/s, dT = 10°C Gevolgen bij een te laag debiet: • Een te groot verschil tussen de gewenste en gemeten temperatuur. • Onrustige circulatie kan leiden tot een toenemende slijtage en vermindering van levensduur van elektromechanische componenten. • Vergroot het risico dat de oververhit beveiliging wordt aangesproken Gevolgen bij een te hoog debiet: • Resonanties in de ketel wat geluidsoverlast kan veroorzaken en de levensduur van de ketel kan verminderen • Onnodige slijtage van de systeemcomponenten. Drukgrafiek:
Waterzijdig aansluiten van circulatiepomp op de ketel
6
Elektrische aansluitingen: Algemeen: • Het elektische aansluiten van de ketel dient te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. • De ketel en het CV-systeem dient allereerst gevuld en ontlucht te zijn, alvorens men de ketel elektrisch aansluit. • Zwakstroomkabel dienen niet parallel met sterkstroomkabel te worden gelegd. • Kabels en leidingen dienen zodanig te zijn bevestigd en gemonteerd, dat het te allen tijde mogelijk blijft om het front- en bovenpaneel te demonteren voor servicedoeleinden. Voedingskabel: Voedingskabel, 5 x 6 mm² Cu Beveiliging: max. 25A
Circulatiepomp: Het elektrische aansluiten van de circulatiepomp aan de ketel maakt het mogelijk de pompstop functie te benutten. Let op: Max. 230V/4A
Load guard: De load guard bewaakt de stroomsterkte door de beveiliging met de meegeleverde stroomtransformatoren. De grootte van de hoofdzekering, 16-50A, kan ingesteld worden op de printplaat. De transformatoren dienen gemonteerd te worden om de bedradingen tussen de beveiliging en de ketel. De aansluitkabel tussen de ketel en transformatoren dienen geïnstalleerd te worden met ten minste 0,75mm². De gemeenschappelijke sluit met aan op klem 4. De transformatoren dienen niet aangesloten te worden als de Load guard functie niet wordt gebruikt.
7
Blokkering/afstandbediening: De ingangsklemmen op de print hebben, afhankelijk van de printschakelaar SW4, verschillende functies. Deze functies kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast. 1. Het blokkeren van de ketel 2. Afstandbediening/telefoonschakeling, afhankelijk van de status op de ingang, schakelt de ketel tussen normaal bedrijf of verlaagde temperatuur. Externe blokkering: De uitgangstrappen kunnen worden geblokkeerd door een potentiaal vrij kontakt op klem 2 en 3. Een gesloten kontakt schakelt de ketel op, een open kontakt schakelt de ketel af. De bestaande doorverbinding dient verwijderd te worden. Afstandbediening: De functie kan worden gebruikt om de aanvoertemperatuur laag te houden of de installatie vorst vrij te houden, als het huis niet wordt gebruikt. Door gebruik te maken van een telefoonrelais kan op afstand de ketel worden gestart. Een open contact op klem 2-3 houdt een temperatuur aan van 10-20°C (instelbaar). Met een gesloten kontakt zal de normale temperatuurinstelling worden toegepast.
Regeling 0-10V: De keteluitgang kan worden geregeld op 0-100% met behulp van een 0-10Vdc stuursignaal op klem 3 en 4. De doorverbinding op de klemmen 2 en 3 dienen te worden verwijderd. De 4 printschakelaars in SW4 dienen allen op off te staan.
8
Elektrisch bedradingsschema: 1. Voedingsklemmen 2. Stroomtransformatoren tbv load guard 3. Temperatuursensor 4. Klemmenstrook voor vrijgave/ sturing 0-10V 5. Temperatuurinstelling 6. Hoofdschakelaar 7. Oververhittingsthermostaat 8. Bedrijfs- en statuslampen 9. Storingslamp brandt bij oververhitting. 10. Installatieautomaat 11. Printplaat 12. Statuslamp uitgang groep 1 13. Statuslamp uitgang groep 2 14. Condensator 15. Statuslamp uitgang groep 3 16. Magneetschakelaar groep 3 17. Verwarmingselementen groep 1 18. Verwarmingselementen groep 2 19. Verwarmingselementen groep 3 5. 6. 7. 8. 9.
Temperatuurverstelling Hoofdschakelaar Reset oververhitting Bedrijfs- en statuslampen Storingslamp brandt bij oververhitting 10. Resetdrukknop 11. Statuslamp uitgang groep 1, 2,1kW, circa 15% 12. Stauslamp uitgang groep 2, 4,2kW, circa 30% 15. Statuslamp uitgang groep 3, 8,4kW, circa 55% Binaire regeling: De uitgang wordt binaire geregeld. De statuslampen geven een percentage aan van de totale inbedrijf zijnde vermogen. Statuslamp 1 geeft 15% van het vermogen, statuslamp 2 geeft 30% en statuslamp 3 geeft 55%.
9
Elektronische regeling en instellingen:
Xh Patr Säkr
Max.
8. Bedrijfs- en statuslamp. Uit: Continu verlicht: Lang+een korte flits: Lang+twee korte flitsen: Lang+drie korte flitsen:
Lang+vier korte flitsen: Snelle flitsen:
Geen spanning. Normaal bedrijf. Vertraagde opstart na spanningsonderbreking of oververhitting. Load guard bedrijf, ruimtethermostaat of andere externe regeling blokkeert de uitgangsstappen. A. te hoge temperatuur: De uitgangsstappen komen weer bij als de temperatuur daalt. B. Temperatuursensor defect: De sensor moet zijn vervangen alvorens de ketel weer wordt ingeschakeld. De storing zal worden gereset als de ketel 10 sec. spanningsloos is geweest. Afstandbediening is geactiveerd; telefoonrelais is ingeschakeld. Opstartvertraging ingeschakeld. Ten tijde van de opstartvertraging kan deze worden overbrugd door de “SNABB” drukknop (23) in te drukken.
11. Regelprintplaat. De uitgangsstappen worden binair geregeld, wat inhoud dat de uitgangstrappen worden bijen afgeschakeld volgens bijgaand tabel. De inbedrijf zijnde lampen geven aan welk percentage van de totale er is ingeschakeld. Groep 1 geeft 15% aan van het vermogen, groep 2 geeft 30% en groep 3 geeft 55% aan.
Groep ingeschakeld Groep niet ingeschakeld
10
12. Statuslamp uitgang groep 1, 2,1kW, circa 15% 13. Stauslamp uitgang groep 2, 4,2kW, circa 30% 15. Statuslamp uitgang groep 3, 8,4kW, circa 55% 21. Instelpotentiometer tbv afstandbediening. De ingestelde temperatuur wordt alleen aangehouden wanneer SW4-1 (22) op on staat en ingang 2 en 3 zijn onderbroken. 22. Wanneer de ketel wordt vrijgegeven door een externe vrijgave of wordt aangestuurd door een 0-10Vdc stuursignaal, dienen alle printschakelaars van SW4 (22) op off te staan. Als printschakelaar SW4-1 (22) op on staat is een afstandbediening (telefoonschakeling) mogelijk. 23. De SNABB drukknop zal de tijdelijke opstartvertraging, als gevolg van de spanningsonderbreking (langer dan 3 minuten), uitschakelen. De opstartvertraging is instelbaar met printschakelaar 7 en 8 (24) van 0, 1 of 2 uur. Als de opstartvertraging is ingeschakeld, zal de ingestelde tijd max. 6kW zijn ingeschakeld. Daarna zal het op- en afschakelen automatisch worden uitgevoerd. Als de ketel spanningsloos is geweest na installatie of voor servicedoeleinden, kan de tijdvertraging worden opgeheven door de “SNABB” drukknop ingedrukt te houden totdat de bedrijfslamp continu brandt. 24. Printschakelaars. Max = aantal uitgangsstappen Printschakelaars 1 en 2, fabrieksinstelling is 7 stappen. Waneer het totale vermogen te groot is voor de installatie, kan het vermogen worden beperkt tot een minimum van 4 stappen, elke stap schakelt 2,1 kW Aantal stappen Uitgang Stroom 4 8,4kW 12,1A 5 10,5kW 15,1A 6 12,6kW 18,2A 7 14,7kW 21,2A Het aantal stappen correspondeert met het geïnstalleerd vermogen. Circulatiepomp Printschakelaar 3, fabrieksinstelling continu bedrijf. De pomp kan continu (printschakelaar 3 op on)worden ingeschakeld of op ECO-stand (printschakelaar 3 op off). Eco-stand houdt in dat de pomp wordt vrijgegeven zodra er warmtevraag is. Nadat de warmtevraag wegvalt zal de pomp 8 uur nadraaien. Twee keer per dag zal de pomp worden ingeschakeld ter voorkoming van vastzitten. Säkr (zekering): Printschakelaar 1, 2 en 3, fabrieksinstelling 25A De load guard functie dient de hoofdzekering te worden opgegeven. Deze printschakelaars dienen alleen te worden ingesteld als de load guard functie wordt gebruikt. Patr (stapgrootte): Deze printschakelaars 4, 5 en 6 bepalen de stapgrootte van het verwarmingselement. De fabrieksinstelling staat ingesteld op 2,1kW en mag niet worden gewijzigd. Xh = opstartvertragingstijd Printschakelaar 7 en 8, fabrieksinstelling 2 uur (zie 23).
11
25. Relais tbv uitgang groep 1. 26. Relais tbv uitgang groep 2. 27. Relais tbv uitgang groep 3. 28. Relais tbv pomp.
12
Opstart procedure Aandachtspunten: • Controleer of er geen gereedschap of ander losliggende materiaal in de ketel ligt. • Zorg ervoor dat de ketel en het CV-systeem is gevuld met water en is ontlucht. De minimale druk is circa 1 bar. • Alle aansluitingen zijn lekvrij. • Zorg dat er voldoende ontlucht kan worden. • Start de ketel door de hoofdschakelaar in positie 1 te zetten. • Controleer of de pomp draait. De pomp wordt geschakeld zodra de eerste trap wordt vrijgegeven. • Er vindt warmtetransport naar het CV-systeem. • De aanvoertemperatuur bereikt de ingestelde temperatuur. Dit kan niet gebeuren totdat de temperatuur in het CV-systeem gestabiliseerd is. • Overstortventiel moet werken. Het water moet uit de overstort komen. Start Power/status lamp start te knipperen. Dit betekend dat de ketel meer dan 3 minuten spanningsloos is geweest. De elementen kunnen worden gecontroleerd door de opstartvertraging te overbruggen. Hou de “SNABB” drukknop ingedrukt totdat de statuslamp continu brandt. Als de keteltemperatuur lager is dan 5°C, de statuslamp zal knipperen alszijnde een defecte sensor. Opstartvertraging Er zal max. 6kW direct worden ingeschakeld als de ketel wordt ingeschakeld. Het overige vermogen zal vertraagd worden ingeschakeld in 2 uur. Wanneer de opstartvertraging niet is ingesteld (printschakelaar 7 en 8 op off = 0uur) zal er per tijdseenheid vermogen worden bijgeschakeld.
13
Storingen: Metingen dienen te worden uitgevoerd met deugdelijke gereedschap en door een erkende installatiebedrijf. Begin bij storingen altijd met het waarnemen van de statuslampen op de print in de ketel. Zie hiervoor blad 9 en 10. Storing: Bedrijfslamp uit.
Bedrijfslamp is defect.
Oplossing: Controleer de hoofdzekering. Zet de hoofdschakelaar op aan. Controleer op kortsluiting, verhelpt deze en schakel de automaat weer in. Vervang de lamp.
Bedrijfslamp brandt, maar geen warmte.
Defecte regelprint.
Vervang de regelprint.
Groepbeveiliging uit.
Verwarmingselement.
Schakel de spanning uit naar het element en ontkoppel de voeding van de beveiliging. Test de weerstand van het element. Wanneer een nieuw element is geplaatst, controleer dat de bekabeling geen kontkat maken met de behuizing of elementplaat.
Het element schakelt niet op, ondanks dat de temperatuur lager is dan de gewenste temperatuur.
Begrenzing max. stappen.
Controleer de printschakelaar 1 en 2.
De sturing wordt verzorgd door een extern 0-10Vdc signaal.
Temperatuursinstelling is te laag.
De temperatuurssensor is defect.
Controleer de weerstand van de sensor. De sensor mag niet zijn aangesloten tijdens de meting.
Niet voldoende debiet door de ketel.
Controleer de pomp en het debiet. Dit kan als volgt: - begrenst de ketel tot 4 stappen - laat de temperatuur stabiliseren - meet het temperatuursverschil tussen aanvoer en retour - bereken het debiet - aanbevolen debiet 0,35 l/s
Variabele circulatie, de ketel schakelt een paar stappen en bouwt direct weer af.
Mogelijke oorzaak: Ketel heeft geen spanning. Hoofdschakelaar is uit. Installatieautomaat is uit.
14