Beschikt de bouwplaats medewerker van HuneBouw over voldoende kennis en kunde om vroegtijdig asbesttoepassingen te kunnen herkennen en kan hij er vervolgens op veilige voorgeschreven wijze mee omgaan?
Een onderzoek naar de doelmatigheid van het huidige informatie protocol welk gericht is op voorkoming/reductie van asbestbesmetting en -blootstelling van mens en omgeving.
Eindscriptie opleiding Middelbaar Veiligheidskundige Naam Tel. nr. E-mail Bedrijf Versie d.d. en nr. Status
: Margret van Dalen : 06 46 38 13 33 :
[email protected] : Hunebouw te Hoogeveen : 05-07-2011 nr. 3 : definitief
Verklaring van openbaarheid: Op dit rapport is het auteursrecht van toepassing. Openbaar maken is alleen toegestaan met toestemming van HuneBouw tel.nr.: 0528 22 70 70
Samenvatting Asbest is een vóór 1993 veelvuldig verwerkt gevaarlijk natuurproduct, dat bij onbeschermd bewerken ernstige gezondheidsschade voor mens en milieu teweeg brengt. Zowel de overheid als de bouwsector is zich hiervan bewust en richt zich op het verbeteren van asbest bewerking. De doelstelling van dit onderzoek sluit aan bij het streven van overheid, bouwsector en HuneBouw om veilig om te gaan met asbest. Het vorenliggende onderzoek heeft een veiligheidskundige insteek en is gericht op het vaststellen van de wijze waarop er binnen HuneBouw feitelijk wordt omgegaan met onvoorzien asbest en hoe dat eventueel valt te verbeteren. Deze insteek – en tevens afbakening – is gekozen omdat ik binnen HuneBouw werkzaam ben als veiligheidskundige c.q. KAM coördinator. De aanleiding van het onderzoek is de constatering van diverse meldingen van onvoorziene blootstelling van medewerkers aan asbest. Dit onderzoek is in overleg met de directie van HuneBouw tot stand gekomen en heeft als centrale vraag: Is het huidige informatieprotocol doelmatig, zodat de bouwplaats medewerker vroegtijdig asbesttoepassingen herkent en er vervolgens op veilige voorgeschreven wijze mee omgaat? Deze vraag wil ik beantwoorden aan de hand van 3 deelvragen: 1. Over welke expertise moet de bouwplaats medewerker beschikken om asbest te herkennen? 2. Hoe blijft hij op de hoogte van de wet- en regelgeving omtrent het asbest proces? 3. Hoe wordt hij geïnformeerd aangaande de gezondheidsrisico’s Deze rapportage is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 1 is de inleiding beschreven met alle achtergronden van dit onderzoek; In hoofdstuk 2 wordt de methodologie beschreven; In hoofdstuk 3 zijn alle onderzoeksresultaten opgenomen; (literatuuronderzoek, interview van medewerkers, de asbestherkenning test en inventarisaties bestaande informatieprotocol) In hoofdstuk 4 treft u mijn beschouwing aan; In hoofdstuk 5 worden de conclusies en aanbevelingen beschreven; In hoofdstuk 6 zijn de geraadpleegde bronnen en literatuur opgenomen. De meest in het oog springende resultaten van het onderzoek zijn: - Er is geen goed toegankelijk informatieprotocol voorhanden omtrent asbest. - De expertise van de bouwplaats medewerkers en onderaannemers in herkenning van asbestdetectie, en hoe te handelen na herkenning is onvoldoende. - Er zijn geen taken en verantwoordelijkheden beschikbaar omtrent asbest. - De bouwplaats medewerker is onvoldoende toegerust om situaties met onvoorzien asbest het hoofd te kunnen bieden. - De voorbereidende afdelingen zijn onvoldoende op de hoogte aangaande de aan verandering onderhevige wet- en regelgeving. - De bouwplaats medewerker is onvoldoende alert in de omgang met asbest. - Hunebouw doet onvoldoende om de menselijke neiging om omgaan met asbest te bagatelliseren af te remmen. Middels het opnemen en beschikbaar stellen van asbest protocollen en risico duiding ten aanzien van milieu- en gezondheidsschade in het informatie protocol, valt er nog een wereld te winnen en menig leven te redden. De hieraan verbonden kosten zijn te verwaarlozen.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-1-
Samenvatting
Inhoudsopgave Samenvatting…………………………………………………………………………….………………………………………. 1 1. Inleiding….……………………………………………………………………………..……………………………………. 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Kernbetoog………………………………………………………………………….……………………………. Aanleiding…………………………………………………………………….………………………………….. Onderwerp……………………………………………………………………………………………………..… Organisatie……………………………………………………………………………………….……………... Probleemstelling…………………………………………………………………………….…………………. Doelstelling……………………………………………………………………………………………………….. Afbakening onderzoek.………………………………………………………………………..…..………..
3 3 3 4 4 5 5
2. De methodologie ……………………………………………………………………………………………………….… 6 3. Onderzoek en bevindingen…………………………………………………………………………………………... 8 3.1 3.2
Theoretisch deel……………………………………...………………….………………………………..….. 9 Empirisch deel…………………………………………………………………………..………………………. 10
4. Beschouwing………………………………………………………………………………………………………………… 11 5. Conclusies en aanbevelingen………………………………………….………………………….………………… 15 5.1 Conclusies…………………………………………………………………………………………………………. 15 5.2 Plan van aanpak voor de aanbevelingen………………………………………………………..…. 16 5.3 Arbeidshygiënische strategie…………………………………………………………………………….. 18 5.4 Alternatieven en afwegingen (incl. kosten/baten)……………………………………...………19 6. Bronnen en literatuur………………………………………………………………………………….……….…..…… 20
Bijlagen……………………………………………………………………………………………………………………….……………… Bijlage 1 - Reactie Advies Gezondheidsraad, ministerie van Infrastructuur en Milieu, minister J. Atsma, persbericht febr. jl………………………………………………………………….. Bijlage 2 – Wat is asbest, en hoe te herkennen……………………………………..…..…………..…….……… Bijlage 3 – Gezondheidsrisico’s en medisch onderzoek…………………….…………………….……………. Bijlage 4 – Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving…………..………………...…………. Bijlage 5 - Risico’s m.b.t. asbestblootstelling……………………..………….…………………………………….. Bijlage 6 – Inventarisatie bestaande informatieprotocol………………………………………..……………. Bijlage 7 – Leidraad onderzoeksgesprek en de asbestherkenning test………………….……………... Bijlage 8 – (Trend) analyse VGM inspecties HuneBouw 2008 – 2011..………………….…….………… Bijlage 9 – Meldingen omtrent asbest HuneBouw 2008 - 2011……………………………………..……… Bijlage 10 – Scriptievoorstel………………………………..………………………………………………………………….
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-2-
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
1.1
Kernbetoog
Asbest is gevaarlijker dan gedacht, zo concludeert de Gezondheidsraad recent in haar rapportage aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het Ministerie heeft de adviezen van de Gezondheidsraad ter harte genomen en vertaald naar beleid. De brief van staatssecretaris Atsma getuigt hiervan. (Bijlage 1: Reactie Advies Gezondheidsraad, ministerie van Infrastructuur en Milieu, minister J. Atsma, persbericht febr. jl.) HuneBouw is een middelgroot bouwbedrijf dat zich o.a. richt op verbouw, onderhoud en/of renovatie van woningen, scholen, fabrieken en ziekenhuizen etc. Dit betekent dat bouwplaats medewerkers, werkzaam in dergelijke projecten, dagelijks blootstelling aan asbest riskeren.
1.2
Aanleiding
Jaarlijks sterven zo’n 500 Nederlanders aan de gevolgen van besmetting met asbest. Het aantal asbestdoden neemt ondertussen verder toe. Er is bekend dat uit de recent opgestelde analyse werkplekinspecties blijkt dat er de laatste 3 jaren 7 gevallen gemeld zijn van onvoorzien asbest tijdens renovatiewerkzaamheden. (bijlage 8 - (trend)analyse VGM inspecties 2008 - 2011, en bijlage 9 - meldingen omtrent asbest, 2008 - 2011. Het is de bouwplaats medewerker die in deze gevallen - veelal onvoorbereid - in aanraking komt met asbest. De directie van HuneBouw is zich bewust van haar verantwoordelijkheid ten aanzien van medewerkers, derden en het milieu. Daarom heeft zij de opdracht gegeven om dit onderzoek te doen, met als doel het bestaande informatieprotocol te toetsen aan wet- en regelgeving, te beoordelen op adequaatheid en indien aan de orde te voorzien van verbeteringen. Hiermee sluiten we aan bij de oproep van de Minister (Bijlage 1: Reactie Advies Gezondheidsraad, ministerie van Infrastructuur en Milieu, minister J. Atsma, persbericht febr. jl.) Asbest is nog gevaarlijker dan gedacht, heeft de Gezondheidsraad geconstateerd. Daarom wil het kabinet op voorstel van staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) onderzoeken hoe nog meer asbest op een verantwoorde wijze uit de leefomgeving kan worden verwijderd. Tegelijkertijd moeten gemeenten, burgers en bedrijven worden gestimuleerd de regels voor asbestverwijdering beter na te leven. Dit blijkt uit de brief die staatssecretaris Atsma mede namens zijn collega’s van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
1.3
Onderwerp
Een onderzoek naar de doelmatigheid van het huidige informatie protocol welk gericht is op voorkoming/reductie van asbestbesmetting en -blootstelling van mens en omgeving. Concreet dient het protocol bij te dragen aan toereikende kennis en kunde van de bouwplaats medewerker gericht op: - asbestherkenning; (deelvraag 1: detectie) - wet- en regelgeving; (deelvraag 2: hoe te handelen) - gezondheidsrisico’s; (deelvraag 3: noodzaak/besef)
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-3-
Inleiding
1.4
Organisatie
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van HuneBouw te Hoogeveen. HuneBouw is een middelgrote bouw onderneming, met als werkterrein het noordelijk deel van Nederland. Begin 2011 bestond het personeelsbestand uit 70 medewerkers, waarvan 43 bouwplaats medewerkers. De bedrijfsvoering wordt bepaald door 1 directeur/eigenaar, ondersteund door een management team (2 projectleiders, KAM coördinator, hoofd P&O en financiële medewerker) en een Arbo-VGWM commissie (HVK’er Arbo Unie, KAM coördinator, 1 projectleider en 3 bouwplaats medewerkers). De bedrijfsactiviteiten zijn onderverdeelt in 3 takken: - Burgerlijke- en utiliteitsbouw, waaronder het seriematig bouwen van woningen - Verbouw en onderhoud - Restauratie Voor dit onderzoek richt ik mij op de werkzaamheden vallend onder “verbouw en onderhoud”, en “restauratie”. Hunebouw is in het bezit van het ISO 9001:2008 en het VCA** 2008/5.1 certificaat. De organogram van de organisatie:
1.5
Probleemstelling
Dit onderzoek heeft als centrale vraag: Is het huidige informatieprotocol doelmatig, zodat de bouwplaats medewerker vroegtijdig asbesttoepassingen herkent en er vervolgens op veilige voorgeschreven wijze mee omgaat? Zo nee, leidt mijn onderzoek tot verbetering van dit protocol? Deze probleemstelling kent 3 deelvragen: 1. Over welke expertise en kennis moet de bouwplaats medewerker kunnen beschikken om asbest te herkennen? 2. Hoe blijft hij op de hoogte van de wet- en regelgeving omtrent het asbest proces? 3. Hoe wordt hij geïnformeerd aangaande de gezondheidsrisico’s? Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-4-
Inleiding
1.6
Doelstelling
Mijn doelstelling is het voorkomen/ reduceren van asbestbesmetting/ -blootstelling van de bouwplaats medewerkers en de omgeving. D.m.v. dit onderzoek moet blijken of er meer en betere algemene voorlichting op het gebied van asbest voor de bouwplaats medewerker nodig is.
1.7
Afbakening onderzoek
Voor dit onderzoek richt ik mij op de werkzaamheden vallend onder “verbouw en onderhoud”, en “restauratie”. Bij dit onderzoek ga ik enkel uit van: - De sanering volgens het asbestverwijderingsbesluit. - De bouwplaats medewerker die in contact kan komen met de asbesthoudende toepassingen en zijn omgeving. Buiten het bereik van het onderzoek valt - Bodemsanering - Complete sloopwerken. Beiden zijn geen activiteit van HuneBouw.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-5-
Inleiding
2
De methodologie
Vanuit de overheid worden aan het bedrijf wetten en regels opgelegd. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de juiste in- c.q. doorvoer in de organisatie, en naar zijn medewerkers. Zie onderstaande informatiestroom HuneBouw. Informatiestroom HuneBouw Top-down (rood = onderzoeksgebied): - Arbo-besluit - Arbo-regeling - AI blad 3 - Asbestverwijderingsbesluit - Productenbesluit asbest - Arbo catalogus Bouw en infra
Overheid
Hunebouw
- Handboek/werkinstructies - Procedures/ formulieren - Instructie/ voorlichting - Werknemershandboek - V&G plan uitvoeringsfase - Toolbox - V&G werkplekinspecties - Ri&E - TRA
Bouwplaatsmedewerker
Bouwplaats Asbestbron
Om te komen tot een antwoord op de probleemstelling en de 3 deelvragen bestaat dit onderzoek uit drie delen: - Voor het theoretische deel (hoofdstuk 3) is literatuuronderzoek verricht om een inventarisatie te kunnen opmaken over: wat is asbest, en hoe te herkennen, de gezondheidsrisico’s en de bestaande wet- en regelgeving en om de basiskennis van de auteur te verhogen. - Voor het empirische deel (vervolg hoofdstuk 3) zijn vanuit meerdere bronnen (interviews met bouwplaats medewerkers, asbestherkenning test, inventarisatie bestaande informatieprotocol, de analyse V.G.M. inspecties en directe observaties) data verzameld. In hoofdstuk 4 zijn de bevindingen in het beschouwende deel beschreven. In hoofdstuk 5 worden de conclusies en aanbevelingen beschreven, het plan van aanpak, de arbeidshygiënische strategie en de alternatieven en afwegingen.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-6-
De methodologie
Om het onderzoek inzichtelijk te maken is in onderstaand stroomschema de onderzoeksopzet weergegeven aan de hand van het “ABC van een onderzoeksopzet” van Prof. Dr. G. Kuypers
De wet en regelgeving van bovenaf is complex en wordt aangescherpt
Meerdere meldingen van onvoorzien asbest waar de bouwplaatsmedewerker mee in aanraking komt
Probleemstelling: Is het huidige informatieprotocol adequaat en toereikend, zodat de bouwplaatsmedewerker vroegtijdig asbest toepassingen herkent en er vervolgens op veilige voorgeschreven wijze mee omgaat?
Deelvraag 1: Over welke expertise moet de bouwplaats medewerker kunnen beschikken om asbest te herkennen?
Deelvraag 2: Hoe blijft hij op de hoogte van de wet- en regelgeving omtrent het asbest proces?
Deelvraag 3: Hoe wordt hij geïnformeerd aangaande de gezondheidsrisico’s
Theoretische deel/ literatuuronderzoek
- Inventarisatie wat is asbest, en hoe te herkennen (bijlage 2) - Inventarisatie gezondheidsrisico’s (bijlage 3) - Inventarisatie wet en regelgeving (bijlage 4) - risico’s m.b.t. asbestblootstelling (bijlage 5)
Empirische deel/ interview
- Inventarisatie bestaande informatieprotocol (bijlage 6)
Beschouwende deel/ bevindingen
- Inventarisatie van de bestaande expertise en kennis van de bouwplaatsmedewerker, en de asbestherkenning test (bijlage 7) - (trend) analyse VGM inspecties 2010 (bijlage 8) - Meldingen omtrent asbest laatste 5 jaar (bijlage 9)
Antwoorden op de deelvragen combineren tot conclusies en aanbevelingen
Ja, het kan beter
Nee, er zijn geen directe verbetermogelijkheden
Advies
Rapporteren, onderzoek gereed
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K
-7-
De methodologie
3.
Onderzoek
3.1
Theoretisch deel
Inventarisatie van: wat is asbest en hoe te herkennen (bijlage 2): Asbest is een natuurproduct, de verzamelnaam voor een groep delfstoffen met een zeer specifieke vezelachtige structuur. Asbest is gemakkelijk te winnen en eenvoudig te bewerken. Asbest is bestand tegen hoge temperatuur en is zeer slijtvast. Om die reden is het in het verleden in grote hoeveelheden en voor de meest uiteenlopende doeleinden gebruikt en verwerkt. Sinds 1993 mogen er geen asbest of asbesthoudende producten meer worden gebruikt. Men onderscheid hier 2 groepen asbest; hechtgebonden (80%) en niet hechtgebonden (20%). Hechtgebonden noemen we materialen waarbij zonder bewerking geen vezels vrijkomen. Niet hechtgebonden noemen we materialen waarbij gemakkelijk vezels vrijkomen. Alleen een microscopische analyse kan bewijzen of het materiaal of product echt asbest bevat. Asbest is te herkennen aan de volgende kenmerken: - Alle asbesthoudende producten hebben een vezelachtige structuur, hoewel dat bij hechtgebonden producten en materialen vaak moeilijk te zien is. Wit asbest werd het meest gebruikt. Producten en materialen met wit asbest hebben een witte tot lichtgrijze kleur. - De leeftijd van het materiaal zegt iets over of er al dan niet asbest in kan zitten. Producten van vóór 1983 kunnen losse asbest bevatten; hechtgebonden asbest is gebruikt tot 1993. Inventarisatie van de gezondheidsrisico’s en medisch onderzoek: (bijlage 3) Asbest is schadelijk voor de gezondheid wanneer asbestvezels vrijkomen in de lucht en ingeademd kunnen worden. Asbest is enkel schadelijk bij inademing en niet bij huidcontact of bij inslikken. Deze ingeademde vrije vezeltjes zijn zo klein dat ze tot diep in de luchtwegen en de longen kunnen doordringen. Daar kunnen ze ontstekingen veroorzaken en (op termijn) ook kanker. Een deel van de ingeademde vezeltjes adem je ook weer terug uit. Het inademen van asbeststof is zeer ongezond, en wordt bepaald door de afmetingen van de vezel, de duurzaamheid en de dosis (ingeademde hoeveelheid per tijdseenheid) Bij boren, zagen, schuren en vermalen vallen vezels in kleine lange dunne fibrillen uiteen, die meestal schadelijker zijn dan de originele grotere vezels. Door het inademen kunnen zich verschillende ziektes openbaren. De belangrijkste asbestziekten zijn asbestose (stoflongen), mesothelioom(longvlieskanker of borstvlieskanker) en longkanker (tumor). Medisch onderzoek wordt aangeboden via het Periodiek Medisch Onderzoek via de Arbo Unie, en omvat in ieder geval een anamnese en diverse lichamelijke onderzoeken, waaronder een longfunctietest en een bloedonderzoek. Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving (bijlage 4): Er bestaan heel wat wettelijke regels voor iedereen die met asbest te maken krijgt. Deze weten regelgeving is er op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau, en moet in overeenstemming zijn met Europese wetten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen particulieren en niet-particulieren. Deze laatste groep bestaat onder meer uit bedrijven, zelfstandigen, en instellingen zoals scholen en woningbouwcorporaties. De huidige wetgeving is steeds aan verandering onderhevig.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-8-
Onderzoek theoretisch deel
In Nederland geldt een algemeen verbod voor alle nieuwe asbesttoepassingen. Alleen het slopen van asbest en het verrichten van onderhoud aan bestaande asbesthoudende constructies zijn van het verbod uitgezonderd. De voornaamste Nederlandse wetten en besluiten zijn: Het Arbobesluit (1997) regelt voornamelijk de voorschriften voor het werken met asbest en asbesthoudende producten, onderverdeeld in 3 risico -klassen. De risico’s van blootstelling zijn maatgevend voor het nemen van gezondheidsbeschermende maatregelen. Hoe hoger het risico dat gevaarlijke asbestvezels vrijkomen, hoe uitgebreider de maatregelen die genomen moeten worden om werknemers te beschermen. Het Asbestverwijderingsbesluit (2005) bevat regels voor het verwijderen van asbest en asbesthoudende producten uit bouwwerken of objecten en voor het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van bouwwerken of objecten waarin zich asbest bevindt, en regels voor incidenten zoals een asbestbrand. De Arbo catalogus (bouw en infra) beschrijft het wettelijke verbod op het bewerken, verwerken of in voorraad houden van asbest. Ook het slopen van asbest uit gebouwen en objecten is gebonden aan strenge voorschriften. Risico’s m.b.t. asbestblootstelling (bijlage 5) Asbest wordt vermeld op de lijst van kankerverwekkende stoffen, waarvoor specifieke regelingen noodzakelijk zijn. Sinds 28 juli 2006 geldt voor asbest de volgende grenswaarde 0,01 vezel/cm3 als tijd gewogen gemiddelde over 8 uur. De kans op het krijgen van asbestziekten is afhankelijk van de totale hoeveelheid ingeademde asbestvezels. Voor het blootstellingsniveau van asbest, waaronder er geen verhoogd risico op kanker of mesothelioom zou voorkomen, is er geen veilige grens. Eén ingeademde vezel kán dus al gezondheidsschade veroorzaken, zij het dat dit een te verwaarlozen risico is. Het aantal dodelijke slachtoffers in Nederland is moeilijk te achterhalen. De geraadpleegde bronnen spreken van verschillende cijfers. Voor dit onderzoek ben ik daarom uitgegaan van een gemiddelde van 500 dodelijke slachtoffers per jaar. Het aantal doden door asbestkanker neemt ondertussen verder toe en zal zijn piek bereiken in het jaar 2017.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
-9-
Onderzoek theoretisch deel
3.2 -
-
-
Empirische deel
Inventarisatie van het bestaande informatieprotocol (bijlage 6) Het handboek ISO 9001:2008 en VCA** 2008/5.1, de procedures, werkinstructies en formulieren, het werknemershandboek, het V&G reglement onderaannemers, de algemene voorwaarden, de PISA map, en de Taak Risico Analyse maken geen vermelding van asbest. In het V&G plan uitvoeringsfase en het projectveiligheidsboekje voor renovatiewerkzaamheden wordt vanaf begin 2010 een vermelding gemaakt van: hoe te handelen bij onvoorzien asbesthoudend materiaal. Ook worden hierin voorbeelden beschreven wat asbestverdachte materialen kunnen zijn. Dit staat beschreven bij de projectgerichte risico’s per bouwproject. Tijdens de maandelijkse toolboxen op de bouwlocatie worden de laatste 3 jaren aandacht besteed aan asbest. In oktober 2008 is de toolbox “wat is asbest” gehouden, in november 2009 “Gevaarlijke stoffen zonder etiket”, waarin asbest een belangrijk onderdeel was, en in mei 2010 “asbestherkenning, de gevaren en gevolgen” Deze toolboxen zijn verzorgt door de KAM coördinator. Alle bouwplaats medewerkers hebben deze toolboxen ontvangen. In de Ri&E (Arbo Unie, sept 08) wordt geen specifieke melding gemaakt van asbest. Wel is er een verwijzing naar het gevaarlijke stoffenbeleid. Interview (bijlage 7): Tijdens de maandelijkse toolboxen op de bouwlocatie heb ik de bouwplaats medewerkers geïnterviewd. Hiervoor heb ik de leidraad onderzoeksgesprek opgesteld, gericht op het onderzoeken van de aanwezige kennis op het gebied van: Asbestherkenning (deelvraag 1: detectie) Wet- en regelgeving (deelvraag 2: hoe te handelen) Bewustzijn van de gezondheidsrisico’s (deelvraag 3: noodzaak/besef) Het aantal bouwplaats medewerkers in dienst van Hunebouw op het moment van de gesprekken zijn: 30 timmermannen, 3 leerling-timmermannen, 10 uitvoerders; totaal 43. Hunebouw maakt gebruik van onderaannemers. Voor dit onderzoek heb ik een uitvoerder van een ingehuurd schildersbedrijf, en een projectleider van een installatiebedrijf geïnterviewd. Met deze bedrijven heeft Hunebouw een vast onderaannemerscontract. Het aantal geïnterviewden zijn: 26 timmermannen, 1 leerling en 8 uitvoerders, 2 onderaannemers; totaal 37. De conclusies zijn mondeling teruggekoppeld aan medewerkers en directie. Asbestherkenning test: Als onderdeel van het interview heb ik een asbest herkenningstest opgesteld. Via asbestverwijderingsbedrijf Kwakkel te Kampen heb ik 8 asbesthoudende monsters ontvangen, en 4 niet asbesthoudende materialen. De deelnemers hebben allen de test ingevuld. Inventarisatie meldingen omtrent asbest HuneBouw (2008/2011) (bijlage 8 en 9): De organisatie krijgt een opdracht (via aanbesteding of rechtstreeks) voor verbouw/onderhoud en/of renovatiewerkzaamheden. Bij het “opnemen” van het werk moet inmiddels duidelijk zijn of in het bouwwerk asbest is toegepast en zo ja, waar asbest is gelokaliseerd. Dit is een wettelijke verplichting per 1 januari 1997 om een inventarisatierapport conform SC 540 op te maken voor de aanvraag van een sloopvergunning bij de gemeente. In 2008 zijn er 3 meldingen gemaakt, 2009 geen, 2010 3 meldingen, en t/m april 2011 1 melding. Bij 2 meldingen heeft bewerking van de asbesthoudende toepassing reeds plaatsgevonden. Bij 6 meldingen was er een sloopvergunning aanwezig. Bij 4 meldingen was er een asbestinventarisatierapport opgesteld, en bij 1 melding was dit rapport niet aanwezig op de bouwlocatie. Bij alle gevallen was er geen vermelding in het V&G plan bij de projectspecifieke risico’s. Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 10 -
Onderzoek Empirisch deel
4.
Beschouwing
Inventarisatie van: wat is asbest en hoe te herkennen (bijlage 2): Tijdens het uitvoeren van het literatuuronderzoek blijkt dat er voldoende informatie te vinden is waarmee er een beeld kan worden gevormd over asbest. Zonder microscopisch onderzoek valt niet met zekerheid te stellen of een bepaald product asbest bevat. Het is bekend dat asbest in bepaalde bouwperiodes vanwege haar eigenschapen in bepaalde toepassingen van producten veel voorkomt. Deze kennis is uiterst relevant voor de herkenning van asbesttoepassingen en bovendien relatief eenvoudig over te brengen op bouwplaats medewerkers. Opname in het informatieprotocol ter vergroting van de expertise van de bouwplaats medewerker heeft (nog) niet plaatsgevonden. Inventarisatie van de gezondheidsrisico’s en medisch onderzoek: (bijlage 3): HuneBouw onderneemt maatschappelijk verantwoord. Dit betekent onder andere dat zij een veilige werkwijze voorstaat voor de verwerking van asbest. Hiervoor is het noodzakelijk dat de bouwplaats medewerker zich bewust is van de gezondheidsrisico’s voor hemzelf en zijn omgeving. Door de bouwplaats medewerker inzicht te geven in het belang voor hemzelf en zijn omgeving waar hij op dat moment mede verantwoordelijk voor is, wordt de kans op adequaat gedrag vergroot. In dit kader is het voldoende om de risico’s en de gezondheidsschade alsmede de kans daarop globaal te benoemen. Hierover is vanuit de literatuur voldoende informatie beschikbaar. Opname in het informatieprotocol ter vergroting van de expertise van de bouwplaats medewerker heeft (nog) niet plaatsgevonden. Via de Arbo Unie worden de medewerkers opgeroepen voor een PMO (periodiek medisch onderzoek), en omvat in ieder geval een anamnese en diverse lichamelijke onderzoeken, waaronder een longfunctietest en een bloedonderzoek. Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving (bijlage 4): De van toepassing zijnde wetten, besluiten, normen en regels zijn goed te vinden maar complex. De bouwplaats medewerker hoeft de inhoud niet perse te weten. De verantwoordelijke functionaris zal echter de wet en regelgeving moeten kunnen interpreteren en vertalen naar goed werkbare interne richtlijnen en protocollen. Hierbij valt op te merken dat de wetten en besluiten vanwege het voortschrijdend inzicht bij de overheid geregeld inhoudelijk worden aangepast. Dit noopt HuneBouw tot het bij voortduring actualiseren van haar interne stukken. Dit leidt tot een cyclisch proces waardoor de interne protocollen state of the art zijn. Conform wet mogen werkzaamheden met lagere risico’s (klasse 1) eventueel ook door nietgecertificeerde bouw- en sloopbedrijven gedaan kunnen worden. Hunebouw doet geen werkzaamheden welke in klasse 1 uitgevoerd kunnen worden, en zal deze werkzaamheden uitbesteden aan een gecertificeerde asbestverwijderaar. Risico’s m.b.t. asbestblootstelling (bijlage 5) Asbest verwijderen c.q. inventariseren behoort niet tot de kernactiviteit van de bouwplaats medewerker. Een blootstellingregistratie per medewerker is dan ook niet van toepassing. Hierdoor is de blootstellingniveau niet per medewerker te berekenen. De medewerker komt incidenteel in aanraking met het materiaal. Voor het blootstellingniveau van asbest, waaronder er geen verhoogd risico op kanker of mesothelioom zou voorkomen, is er geen veilige grens. Eén ingeademde vezel kán dus al gezondheidsschade veroorzaken, zij het dat dit een te verwaarlozen risico is.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 11 -
Beschouwing
Uitkomsten bestaand informatieprotocol (bijlage 6) Algemeen: HuneBouw heeft een goed structureel voorlichtingsprogramma omdat: - Bij indiensttreding krijgen nieuwe medewerkers adequate voorlichting, waarbij de veiligheid-, gezondheid-, en milieuaspecten aan de orde komen; - De maandelijkse voorlichting en instructie gebeurd op de bouwlocaties aan de hand van diverse onderwerpen. De onderwerpen zijn divers en leerzaam; - 2x per jaar komen alle medewerkers bij elkaar voor een terugblik van alle gebeurtenissen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu, om hieruit lering te trekken. - De jaarlijkse veiligheidsdoelstellingen worden gepubliceerd; Asbest gerelateerd: Het bestaande informatieprotocol schiet te kort omdat: - Het onderwerp asbest niet expliciet is opgenomen in de introductievoorlichting bij Indiensttreding. Voorlichting voor aanvang van het dienstverband is een preventieve maatregel, en voorkomt onwetendheid bij de nieuwe medewerker. - Het onderwerp asbest niet expliciet opgenomen in de bestaande handboeken, procedures en werkinstructies. Dit is een ernstige tekortkoming. Dit betekent immers dat medewerkers geen naslagwerk op de bouwplaats tot hun beschikking hebben. Zij kunnen bij constatering van asbest, dan wel bij twijfel over de aanwezigheid van asbest niets vinden over waarop te letten en hoe te handelen. Bovendien werkt het ontbreken van een adequaat naslagwerkje op de bouwplaats drempelverhogend in het kader van detectie. Immers tijd is geld. - In de Risico-inventarisatie en Evaluatie geen melding van omgang met asbest wordt gemaakt, onlangs de verplichting vanuit het Arbobesluit asbest te noemen. (AI blad 1 arbo- en verzuimbeleid); Dit is een wettelijke tekortkoming. Daarnaast missen we de mogelijkheid om waardevolle feedback te ontvangen door de arbodienst over hoe wij als organisatie kunnen omgaan met dit levensgevaarlijke materiaal. - Vanuit het bestaande informatieprotocol is niet duidelijk over welke expertise en kennis de bouwplaats medewerker moet beschikken; Er zijn geen TVB’s opgesteld. De bouwplaats medewerker weet nu niet wat zijn taken en/of bevoegdheden zijn omtrent het handelen met asbest. Aan wie moet gemeld worden dat er asbestverdacht materiaal is geconstateerd, wie is vervolgens bevoegd werk stil te leggen, wie is bevoegd een asbestinventarisatieburo in te schakelen, en wie geeft de eventuele besmette ruimtes vrij. Dit blijft in het midden liggen, zodat de kans groot is dat bij detectie niets gebeurd. Dus: toename van risico! Uitkomsten Interview (bijlage 7): De 37 geïnterviewden hebben samen 481 ervaringsjaren in de bouw. 35 geïnterviewden (95%) zijn asbest tegengekomen tijdens hun werkzaamheden. Dit betrof renovatie- of sloopwerk. De situaties waarin de medewerker asbest tegenkwam: - Zeil in mutatiewoningen (flats) en vloerbedekking - Golfplaten op schuren/loodsen - Badkamerafvoer/ wasemkapafvoer/ hemelwaterafvoer - Achterwanden in meterkasten - Asbestgolfplaten gebruikt als bekisting - Spuitasbest in bioscoop - Isolatiemateriaal in kruipruimtes - Gevelbeplating zowel binnen als buiten
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 12 -
Beschouwing
25 geïnterviewden (71%) hebben zelf de asbesthoudende toepassingen verwijderd zonder bescherming 10 geïnterviewden (27%) stopten met de werkzaamheden, gingen in overleg met hun leidinggevende, waarna het asbest verwijderd werd onder asbestcondities. 37! (100%) weten niet waar beschreven staat hoe je moet handelen als je asbest tegenkomt, en of asbest genoemd wordt in het V&G plan van Hunebouw. 30 (81%) weten niet te vertellen wat er in een asbestinventarisatierapport staat. 32 (86%) weten dat inademen van asbest gevaarlijk is. 37 (100%) weten dat kanker een gezondheidsrisico is van werken met asbest. Asbestherkenning test: De asbestherkenning test is door 37 (100%) deelnemers gemaakt. Er waren 12 bakjes met monsters. Totaal 37 deelnemers x 12 monsters = 444. De score goede antwoorden waren: 185. Dit is gemiddeld 5 (42%) monsters goed per persoon. De bouwplaats medewerkers vonden het leuk, interessant en leerzaam om deel te nemen aan de herkenning test. Wel zijn ze geschrokken van de lage score. Het overgrote deel van de deelnemers herkende de asbesthoudende golfplaat en het plaatmateriaal voor o.a. dakbeschot. Geen van de deelnemers herkende het asbesthoudende koord, de papieren stroken in stucplafond, en het plaatmateriaal bij de CV-ketel. Hieruit blijkt dat de bouwplaats medewerker blinde vlekken heeft in de herkenning van asbestdetectie. Interpretatie verkregen data uit interview De overgrote meerderheid van de medewerkers weten dat onbeschermde verwerking van asbest een ernstig gezondheidsrisico is. Een groot deel van de geïnterviewden 71% van de 37 respondenten hebben bewust onveilig asbest verwijderd. Uitgaande van de 35 die wisten dat ze fout bezig waren is dit percentage nog hoger. De combinatie van vorenstaande antwoorden geeft aanleiding om de heersende cultuur op de bouwplaats nader te onderzoeken. Wat maakt dat er zo’n groot risico op een ernstige longaandoeningen bewust wordt genomen, terwijl HuneBouw dit absoluut niet hebben wil. Is het tijdsdruk? Is het masculien gedrag (stoerdoenerij) Het is duidelijk dat HuneBouw een statement moet maken om dit gedrag af te remmen. Dit kan door dit gedrag expliciet te verwerpen. Bijvoorbeeld in het informatieprotocol. De verkregen antwoorden leren dat er meer aandacht gegeven moet worden aan asbest. Medewerkers weten te weinig over de inhoud van het asbestinventarisatierapport, weten niet waar je informatie aangaande asbest kunt vinden en scoren gemiddeld 5 van de 12 antwoorden goed bij de herkenning test. Dit kennishiaat is betrekkelijk eenvoudig in te vullen. Bijvoorbeeld d.m.v. de asbest informatieprotocol op te nemen in het bestaande handboek, bij aanvang project expliciet een item asbest opnemen in de start-werkinstructie, voorlichtingsmateriaal beschikbaar stellen en op terugkomen in de toolboxmeeting. Er moet een duidelijke werkwijze opgesteld worden over hoe de bouwplaats medewerker dient te handelen bij onverwachts, onvoorzien asbest. (Werk stilleggen, werkgebied afzetten, daarbij persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, leidinggevende op de hoogte brengen, en asbestinventarisatieburo inschakelen.) Door jaarlijks test en vragenlijsten te laten invullen door de medewerkers kan er na verwerking een trend worden herkend die het effect van de maatregelen kan staven zodat beleid en inspanningen kunnen worden geëvalueerd.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 13 -
Beschouwing
Er zijn overigens twee assen waarlangs verbeteringen van de resultaten kunnen worden bereikt. 1. Wel weten, maar niet doen! (Cultuur) 2. Wel willen weten, maar niet weten waar te vinden, dan wel wie het verder oppakt! (Taken verantwoordelijkheden benoemen) Beiden vragen om een nadere invulling c.q. verduidelijking. Tot slot valt op te merken dat de antwoorden van de respondenten passen bij het onderzoek naar het (niet) bestaande protocol. Inventarisatie meldingen omtrent asbest HuneBouw 2008 - 2011 (bijlage 8 en 9): De 7 meldingen zijn natuurlijk geen maatstaaf. De informatie is te gering, en kun je alleen maar interpreteren als je ze in de context plaatst. Bij daling, nog een stijging van het aantal meldingen kan geconcludeerd worden of we veilig en conform protocollen omgaan met asbest. In samenhang met tests en voorlichting kan dit wel een mede-indicator zijn. 2 meldingen geven aan dat de bouwplaats medewerker de asbesthoudende toepassing heeft bewerkt, zonder de voorzorgsmaatregelen en overleg. De meldingen van de laatste 3 jaren omtrent asbest geven aan dat de afdelingen (werkvoorbereiding en projectleiding) binnen de organisatie onvoldoende op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving op het gebied van asbest. Bij 1 melding was de sloopvergunning goedgekeurd zonder het inventarisatierapport. Hieruit blijkt dat ook 3de partijen, waaronder gemeente-instellingen en bijvoorbeeld woningcorporaties kampen met onwetendheid omtrent het asbestverwijderingsproces.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 14 -
Beschouwing
5.
Conclusies en aanbevelingen
Dit hoofdstuk begint met het trekken van conclusies ten aanzien van de drie deelvragen, en een antwoord op de centrale vraag. Daarna worden de aanbevelingen verwerkt in een plan van aanpak, en wordt het arbeidshygiënische strategie vanuit het oogpunt van HuneBouw beschreven. Tot slot volgt de beschrijving van de alternatieven en afwegingen.
5.1
Conclusies
Over welke expertise en kennis moet de bouwplaats medewerker kunnen beschikken om asbest te herkennen? 1. De expertise van de bouwplaats medewerker en onderaannemers in herkenning van asbestdetectie is onvoldoende. 2. Bouwplaats medewerkers weten onvoldoende hoe zij na herkenning van asbest moeten handelen. 3. Er zijn geen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden (TBV’s) opgesteld. 4. De bouwplaats medewerker is onvoldoende toegerust om situaties met onvoorzien asbest het hoofd te kunnen bieden. Hoe blijft hij op de hoogte van de wet- en regelgeving omtrent het asbest proces? 5. Het onderwerp asbest is niet opgenomen in het bestaande informatieprotocol. 6. Bij aanvang project wordt het item asbest niet opgenomen in het veiligheidsboekje en de start-werkinstructie. 7. In de RI&E is geen onderdeel opgenomen die handelt over asbest . 8. De verantwoordelijke functionaris interpreteert de wet en regelgeving onvoldoende naar goed werkbare interne richtlijnen en protocollen. 9. De voorbereidende afdelingen (werkvoorbereiding en projectleiding) zijn onvoldoende op de hoogte van de aan verandering onderhevige wet- en regelgeving. Hoe wordt de bouwplaats medewerker geïnformeerd aangaande de gezondheidsrisico’s? 10. Er is geen goed toegankelijke informatie voorhanden die de gezondheidsrisico’s aangaande onzorgvuldig omgaan met asbest benoemt. 11. De bouwplaats medewerker is onvoldoende alert in de omgang met asbest. 12. HuneBouw doet onvoldoende om de menselijke neiging om werken met asbest te bagatelliseren af te remmen. Antwoord op de centrale vraag: Is het huidige informatieprotocol doelmatig, zodat de bouwplaats medewerker vroegtijdig asbesttoepassingen herkent en er vervolgens op veilige voorgeschreven wijze mee omgaat? 13.
Het informatieprotocol is ontoereikend, omdat er niet expliciet is opgenomen hoe om te gaan met asbest. Er is geen kwaliteitcirkel ingericht die medewerkers ontwikkelt, informeert en toetst op kennis en gedrag.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 15 -
Conclusies en aanbevelingen
5.2
Plan van aanpak (SMART) voor de aanbevelingen
Nr. Aanbeveling:
Impl. datum:
Verantw.:
Meetpunt:
1.
Bouwplaats medewerkers periodiek trainen in KAM asbestherkenning, waarbij het streven gericht coördinator is op 100% herkenning. Bij een structurele score van 80% is er sprake van een positief effect van de training en zijn we (directie en KAM coördinator) tevreden over de gepleegde inspanning.
01-10-‘11
Score asbest herkenning test
2.
De bouwplaats medewerker moet weten dat er op iedere relevante werklocatie een V&G plan aanwezig is, waarin een complete set van informatie aangaande asbest is opgenomen. Dit behandelen in een toolbox, en beschrijven in de werkinstructies.
Project leider
01-10-’11
V&G plannen en projectveilig heidsboekjes
3.
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden opstellen omtrent het omgaan met asbest.
KAM coördinator
01-10-‘11
4.
De volgende benodigdheden toevoegen aan de standaard persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM): aanduiding (etiket) asbest, afzetlint, P3 filter als aanvulling op de bestaande halfgelaatsmaskers en waarschuwingsborden (afscherming). Dit zijn de benodigdheden om situaties met onverwachts, onvoorzien asbest het hoofd te kunnen bieden. (werk stilleggen, werkgebied afzetten, en asbestinventarisatieburo inschakelen.)
Magazijn chef
01-10-‘11
Huidige functie omschrijvingen Registratie PBM
5.
Informatieprotocol asbest opstellen.
KAM coördinator
01-10-‘11
6.
Een standaard projectgerichte risico-inventarisatie asbest maken voor renovatie, verbouw werkzaamheden, en deze opnemen in het veiligheidsboekje.
KAM coördinator
01-10-‘11
7.
De Ri&E in samenwerking met de arbodienst opnieuw opstellen met daarin uitgebreid aandacht voor asbest.
HVK’er Arbo Unie
01-09-‘11
Ri&E
8.
De KAM coördinator opdracht geven tot interpretatie en vertaling van wet- en regelgeving naar goed werkbare interne richtlijnen en protocollen, en deze werkzaamheden opnemen in de functieomschrijving.
Directeur
01-10-‘11
Functieomschrijving KAM coördinator
9.
Aan verandering onderhevige wet- en regelgeving (omtrent het asbest) als vast punt noteren op de agenda van de bedrijfsburovergadering.
Directeur
01-10-‘11
Notulen bedrijfsburo vergadering
10.
Minstens 1 x per jaar een uitgebreide toolboxmeeting waarin aandacht is voor de soorten asbest, de meest voorkomende verwerkingsplekken gelet op de eigenschappen van asbest en de verwerking per bouwperiode etc..
KAM coördinator
Jaarlijks terug kerend
Verslagen toolbox
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 16 -
Huidige informatie protocol Veiligheids boekje
Conclusies en aanbevelingen
Nr. Aanbeveling:
Verantw.:
Impl. datum:
Meetpunt:
11.
De heersende cultuur op de bouwplaats nader onderzoeken. Stel een onderzoek samen om te tot nadere invulling c.q. verduidelijking van het gedrag: - Wel weten, maar niet doen! (Cultuur) - Wel willen weten, maar niet weten waar te vinden, dan wel wie het verder oppakt! (Taken verantwoordelijkheden benoemen)
Directeur
01-10-‘11
Onderzoek Uitslagen
12.
Gedrag van medewerkers, welke het omgaan met asbest bagatelliseert expliciet verwerpen. Alle vormen van bewerking en/of verwijdering van asbesthoudende toepassingen streng verbieden. Dit toevoegen aan het bestaande beleid. HuneBouw dient in lijn met de doelstelling om maatschappelijk verantwoord te ondernemen expliciet te maken dat zij niet veilig omgaan met asbest niet tolereert.
directeur
01-10-‘11
Beleidsverklaring
13.
Voorlichting- en onderrichtmateriaal beschikbaar stellen, en hierop terugkomen in de toolboxmeeting. Door jaarlijks test en vragenlijsten te laten invullen door de medewerkers kan er na verwerking een trend worden herkend die het effect van de maatregelen kan staven zodat beleid en inspanningen kunnen worden geëvalueerd.
KAM coördinator
Jaarlijks terug kerend
Verslagen toolbox en onderzoek uitslagen
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 17 -
Conclusies en aanbevelingen
5.3
Arbeidshygiënische strategie vanuit het oogpunt van HuneBouw
Het omgaan met asbest moet aansluiten bij de algemene arbeidshygiënische strategie, waarbij bronmaatregelen (het verwijderen van asbest door gespecialiseerd bedrijf voordat de bouwplaats medewerker op locatie komt) de voorkeur verdienen boven collectieve, individuele of persoonlijke maatregelen. Collectieve maatregelen kunnen zijn: - Het afschermen van de ruimtes waarin de asbesthoudende toepassingen zich bevinden. - Het opstellen van de Risico-inventarisatie en Evaluatie, met vermelding van omgang met asbest een waardevolle collectieve maatregel om feedback te ontvangen van de Arbodienst. - Het onderzoek naar de heersende cultuur/gedrag. - Een statement maken om de menselijke neiging om omgaan met asbest te bagatelliseren af te remmen. - De verantwoordelijke functionaris de wet- en regelgeving laten interpreteren en vertalen naar goed werkbare interne richtlijnen en protocollen. - Taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden opstellen - De aan verandering onderhevige wet- en regelgeving (omtrent het asbest) als vast punt noteren op de agenda van de bedrijfsbureau. - Een standaard risico-inventarisatie asbest maken voor renovatie-, en verbouwwerkzaamheden, en deze opnemen in het veiligheidsboekje (projectgerichte risico’s). Individuele maatregelen voor het omgaan met asbest kunnen zijn: - Voorlichting en instructie bij indiensttreding. - Vermelding van asbest in het V&G plan en het werknemershandboek. - Informatieprotocol asbest opstellen. - Bouwplaats medewerkers periodiek trainen in asbestherkenning, waarbij het streven gericht is op 100% herkenning. - Minstens 1 x per jaar een uitgebreide toolboxmeeting waarin aandacht is voor de soorten asbest, de meest voorkomende verwerkingsplekken gelet op de eigenschappen van asbest en de verwerking per bouwperiode etc. Persoonlijke maatregelen zijn het verschaffen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en benodigdheden om situaties met onvoorzien asbest het hoofd te kunnen bieden. Denk hierbij aan een P3 filter als aanvulling op de bestaande halfgelaatsmaskers, aanduiding (etiket) asbest, afzetlint, en waarschuwingsborden (afscherming).
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 18 -
Conclusies en aanbevelingen
5.4
Alternatieven en afwegingen (incl. kosten/baten)
Een alternatief zou kunnen zijn: Niets doen. Geen van de aanbevelingen doorvoeren en werken zonder adequate voorlichtingsprotocol of bescherming. Dit levert een tijdbesparing op van de KAM-coördinator. Dit lijkt mij ethisch niet verantwoord. Het alternatief niets doen past niet bij het beleid van de onderneming om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Bovendien kunnen op termijn het financiële voordeel van het besparen van uren wegvallen tegenover evt. schadeclaims i.v.m. aantoonbare blootstelling aan asbest. De kosten/baten zijn geen dominante factor in deze. Voor zover bekent zullen de voorgestelde aanbevelingen weinig kosten met zich meebrengen. De genoemde wet- en regelgeving zijn gratis beschikbaar, de voorgestelde aanbevelingen zullen relatief makkelijk in te voeren zijn. Immers, het bedrijf beschikt al over een goed voorlichtingssysteem, en de medewerkers zijn al gewend aan het item voorlichting en instructie. Eén persoon binnen de organisatie zal belast moeten worden met de uitvoering van de aanbevelingen. Ik schat dat de implementatie van de aanbevelingen ongeveer 40 uren in beslag nemen. De structurele aanpassingen schat ik op 80 uren per jaar.
Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 19 -
Conclusies en aanbevelingen
6.
Bronnen en literatuur
Wet- en regelgeving: - Arbeidsomstandighedenwet - Arbeidsomstandighedenbesluit art. 4.37 t/m 4.54d - Arbeidsomstandighedenregeling 4.21 t/m 4.28 - Asbestverwijderingsbesluit 2005 - Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving 4.2-1, 4.18-3(vervallen per 1-1-11),4.45, 4.47 (vervallen per 1-1-11), 4.47c, 4.51, 4.51a, 4,54
-
Productenbesluit Asbest Arbo-informatieblad AI-3, asbest, Sdu, Den Haag Arbo catalogus Bouw en Infra
Normen: - SC 530 Certificatieschema procescertificaat Asbestverwijdering - SC-540 Certificatieschema procescertificaat Asbestinventarisatie Bronnen: - publicatie(persbericht SZW): 16 feb 2011 Atsma: Scherper en intensiever asbestbeleid noodzakelijk. Literatuurlijst: - Praktijkgids arbeidsveiligheid 2010 blz. 215 t/m blz. 219 - ABC van een onderzoeksopzet, door prof. Dr. G. Kuypers - Asbest, wat mag en wat moet? Arbouw - Asbest in en om het huis VROM Internet: - www.ascert.nl - www.szw.nl - www.vrom.nl - www.gezondheidsraad.nl - www.arbouw.nl - www.abomafoon.nl - www.asbestnet.nl - www.asbestslachtoffers.nl - www.beroepsziekten.nl
St. certificering asbest veilig werken/ stoffen, straling en besmetting/ asbest onderwerpen, asbest onderwerpen, asbest onderwerpen, asbest 6.03 asbest verwijderen
Woorden- en symbolenlijsten - Bouwplaats medewerker: alle medewerkers die op de bouwplaats in aanraking kunnen komen met asbest. (timmerman, leerling-timmerman, voorman, uitvoerder en onderaannemer) - Informatieprotocol: alle handboeken, procedures, werkinstructies, introductie- en voorlichtingsmateriaal, informatie in V&G plan, veiligheidsboekje, V&G reglement onderaannemers, risico inventarisatie & evaluatie en de algemene voorwaarden binnen HuneBouw. - V&G: Veiligheid en gezondheid - PBM: persoonlijke beschermingsmiddelen Scriptie M.G. van Dalen M.V.K.
- 20 -
Bronnen en literatuur
Bijlagen
Bijlage 1 - Reactie Advies Gezondheidsraad, ministerie van Infrastructuur en Milieu, minister J. Atsma, persbericht februari jl. De kern van het advies is opgenomen in deze bijlage. De reactie bestaat uit 11 pagina’s “Het advies van de Gezondheidsraad is duidelijk: asbest is een stof die nog gevaarlijker is dan we al dachten. Het risico dat asbest mesothelioom of longkanker veroorzaakt is 20 tot 40 keer groter dan in het verleden, op basis van WHO studies, werd gedacht. Gegeven die constatering van de Gezondheidsraad is het doel van het asbestbeleid dan ook om, nog nadrukkelijker dan in het verleden, de blootstelling aan die vezels maximaal te voorkomen. Pag. 2” “Voor het milieubeleid zet ik in op het maximaal verwijderen van de hoeveelheid asbest in de leefomgeving. Daarnaast richten de beleidsacties zich op het proces van asbestverwijdering; bewustmaking van burgers en bedrijfsleven; het verbeteren van toezicht; het versterken en ondersteunen van de uitvoering door gemeenten; en uniformering en vereenvoudiging van regelgeving en procedures. Het verwijderen dient op een verantwoorde wijze te geschieden en daarvoor zijn reeds strenge regels gesteld. Via voorlichting worden burgers en het bedrijfsleven bewust gemaakt van de gevaren van asbest en de wijze waarop met die gevaren verantwoord kan worden omgegaan. Daarbij appelleer ik aan de eigen verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid en de gezondheid van anderen. Ik zal ook niet schromen om het toezicht op de naleving van de asbestregels die onder andere gelden bij het verwijderen van asbest te (laten) versterken. Indien vereenvoudiging en uniformering van de regelgeving en procedures, bijdragen aan een betere naleving en effectievere handhaving, zal dit ook ter hand worden genomen. Voor een nadere beschrijving van de in gang gezette acties verwijs ik naar de bijlage. Pag. 2” “Het meeste nu nog aanwezige asbest zit in gebouwen. Asbest vormt een risico op het moment dat het moet worden weggehaald, er werkzaamheden in de gebouwen moeten plaatsvinden, of wanneer het materiaal waarin asbest zit ernstig is beschadigd of verweerd is. Asbest moet daarom altijd worden verwijderd voorafgaand aan renovatie- of sloopwerkzaamheden. Als er een gevaar is voor asbestblootstelling doordat het aanwezige asbest niet (meer) hechtgebonden is, kan op basis van een risicoanalyse worden besloten eerder over te gaan tot sanering van het asbest. Ook kan de gemeente op grond van de Woningwet en de gemeentelijke bouwverordening de eigenaar van een bouwwerk verplichten maatregelen te treffen als het asbest een gevaar voor de omgeving vormt. Pag. 3” “Concluderend: De boodschap van de Gezondheidsraad is helder: asbest is een stof die nog gevaarlijker is dan we al dachten. Het asbestbeleid is dan ook gericht op het vermijden van situaties waarin mensen blootgesteld worden aan deze gevaarlijke stof. Alle acties die door het kabinet zijn ingezet passen in deze aanpak: • Bronbeleid voor het verminderen van de hoeveelheid asbest in de leefomgeving, • Een landelijk asbestvolgsysteem voor meer transparantie in het proces van asbestverwijdering, • Voorlichting voor het bewust maken van burgers en bedrijfsleven waarbij we appelleren aan het gezond verstand en de eigen verantwoordelijkheid, • Het aanscherpen van het stelsel van certificering, • Het versterken en ondersteunen van de uitvoering door gemeenten, • Prioriteit in opsporing asbestcriminaliteit, • Onderzoek naar stroomlijning van regelgeving en procedures. Pag. 4” Bijlage 1 – Reactie Advies Gezondheidsraad, ministerie van Infrastructuur en Milieu
Bijlage 2 - Wat is asbest, en hoe te herkennen Asbest is de verzamelnaam voor een groep delfstoffen met een zeer specifieke vezelachtige structuur. Asbest is dus een natuurproduct. De naam asbest komt van het woord asbestos, en betekent onverwoestbaar. Asbest is gemakkelijk te winnen en eenvoudig te bewerken, en het materiaal is veelvuldig gebruik. Sinds 1993 mogen er geen asbest of asbesthoudende producten meer worden gebruikt. Drie commercieel gebruikte asbest soorten zijn: * Chrysotiel wit asbest 84% stugge brosse vezelstructuur * Crocidoliet blauw asbest 12% gebundelde naaldvormige structuur * Amosiet bruin asbest 4% Eigenschappen van asbest: grote trek- en slijtvastheid en isolerend vermogen bestand tegen hoge temperaturen (smeltverschijnselen tussen de 400 – 1000 °C. smelttemperatuur tussen 1200 – 1500 °C.) (in principe ontbrandbaar) bestand tegen chemicaliën (redelijk goed tegen zuren, zeer goed tegen logen en oplosmiddelen) goede hechting met minerale en synthetische bindmiddelen goede elektrische, schimmelwerende- en geluidsisolerende eigenschappen relatief lage kosten Men onderscheid hier 2 groepen asbest; hechtgebonden en niet hechtgebonden. Hechtgebonden (ca. 80%) noemen we materialen waarbij zonder bewerking zoals boren, zagen, schuren, breken geen vezels vrijkomen Enkele voorbeelden van hechtgebonden materialen zijn: plaatmateriaal, golfplaten (daken), leien, rioleringspijpen ,schoorsteenpijpen, regenpijpen, luchtkanalen, vensterbanken en remblokken Gebruik: Dakbedekking, isolatie, brandwering en wandpanelen. Asbestcementbuizen na 1945 standaard gebruikt voor waterleidingsystemen, verwarmingssystemen en ventilatiesystemen. Risico’s: Asbestvezels goed gebonden door het cement, maar tijdens bewerking met snel bewegende, verspanende machines (zaag-, slijp, boormachines) komen asbestvezels in grote hoeveelheden los. Niet hechtgebonden (ca.20%) noemen we materialen waarbij gemakkelijk vezels vrijkomen. Enkele voorbeelden van niet hechtgebonden materialen zijn: spuitasbest, isolatiedekens, asbestkoord, asbestgaren, asbestpapier, vinylvloertegels, kit en zeil Gebruik: Brandwerendheid van staalconstructies en voor thermische en akoestische isolatie van gebouwen. Tussen 1940-1977 standaard isolatiemateriaal. Risico’s: Zeer bros en laat gemakkelijk vezels los, vooral bij veroudering van het materiaal. Herkennen van asbest Alleen een microscopische analyse kan bewijzen of het materiaal of product echt asbest bevat. Met behulp van de volgende aanwijzingen kan een inschatting gemaakt worden. Asbest is te herkennen aan de volgende kenmerken: Alle asbesthoudende producten hebben een vezelige structuur, hoewel dat bij hechtgebonden producten en materialen vaak moeilijk te zien is. Wit asbest werd het meest gebruikt. Producten en materialen met wit asbest hebben een witte tot lichtgrijze kleur. De leeftijd van het materiaal zegt iets over of er al dan niet asbest in kan zitten. Producten van vóór 1983 kunnen losse asbest bevatten; hechtgebonden asbest is gebruikt tot 1993. Bijlage 2 – Wat is asbest en hoe te herkennen
Bijlage 3 - Gezondheidsrisico’s en medisch onderzoek Asbest is schadelijk voor de gezondheid wanneer asbestvezels vrijkomen in de lucht en ingeademd kunnen worden, dus niet bij huidcontact of bij inslikken. Deze ingeademde vrije vezeltjes zijn zo klein dat ze tot diep in de luchtwegen en de longen kunnen doordringen. Daar kunnen ze ontstekingen veroorzaken en (op termijn) ook kanker. Het inademen van asbeststof is zeer ongezond, en wordt bepaald door: de afmetingen van de vezel (neerslaan in de longen) De duurzaamheid De dosis (ingeademde hoeveelheid per tijdseenheid) Bij boren, zagen, schuren en vermalen vallen vezels in kleine lange dunne fibrillen uiteen, die meestal schadelijker zijn dan de originele grotere vezels. Door het inademen kunnen zich verschillende ziektes openbaren. Het optreden van deze ziekten is afhankelijk van patroon van blootstelling en het risico op deze ziekten wordt mede bepaald door het vezeltype. De gevolgen van de blootstelling aan asbest worden pas tientallen jaren nadien zichtbaar. De belangrijkste asbestziekten zijn: Maligne mesothelioom (longvlies- of borstvlieskanker) Een mesothelioom, is een specifieke longtumor, veroorzaakt door de inademing van asbest. 70 tot 85% van mesothelioom patiënten is ooit blootgesteld aan asbest. Asbestgerelateerde longkanker (tumor) Kanker is het gevolg van een ongeremde toename van cellen. Er worden meer (misvormde) cellen gevormd dan nodig en nuttig is. Deze veranderingen in de cellen kunnen, afhankelijk van de soort kanker jarenlang onopgemerkt blijven. Bij longkanker zit er soms 30 jaar tussen de schadelijke inwerking, en de eerste verschijnselen van de ziekte. Asbestose (stoflongen) De aandoening asbestose is de bekendste asbestziekte. De dunne asbestvezels dringen via de luchtwegen de longen binnen, en beschadigen daar het longweefsel. De vezels irriteren daar de longwand zodanig dat littekenweefsel of bindweefsel ontstaat. De beschadigingen nemen na langdurige blootstelling toe. Psychosociale aspecten en angstgevoelens Naast gezondheidskundige effecten kunnen door of tijdens het werken met asbest ook psychosociale effecten en angstgevoelens optreden. Angst voor een mogelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen of de angst die kan bestaan na een daadwerkelijke blootstelling kunnen als zeer belastend ervaren worden. Medisch onderzoek: Werknemers die worden blootgesteld aan asbest dienen zich regelmatig medisch te laten onderzoeken op eventuele gezondheidsschade door het werken met asbest. Zo kunnen tijdig maatregelen genomen worden om eventuele verdere schade te beperken en uitval te voorkomen. Een asbestkeuring omvat in ieder geval een anamnese en diverse lichamelijke onderzoeken, waaronder een longfunctietest en een bloedonderzoek.
Bijlage 3 – Gezondheidsrisico’s en medisch onderzoek
Bijlage 4 - Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving Er zijn een aanzienlijk aantal wettelijke bepalingen ten aanzien van asbest in de Arbowet opgenomen. De kerndocumenten zijn: wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving van 10 augustus 2006 (Staatscourant 15 augustus 2006, nr. 157, pag. 8 e.v.) Besluit van 7 juli 2006 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico‟s van asbest (implementatie van wijzigingsrichtlijn nr.2003/18/EG) Asbestverwijderingsbesluit Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 is op 1 maart 2006 in werking getreden. Het bevat regels voor het verwijderen van asbest en asbesthoudende producten uit bouwwerken of objecten en voor het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van bouwwerken of objecten waarin zich asbest bevindt. Ook bevat het besluit regels voor incidenten zoals een asbestbrand. Arbobesluit (art. 4.37 t/m 4.54d) Het Arbobesluit bevat in afdeling 5, hoofdstuk 4 regelgeving specifiek over werken met asbest, onder andere voorschriften voor het werken met asbest en asbesthoudende producten. Arboregelingen De eisen aan de metingen van asbest worden uitgewerkt in paragraaf 4.5 (art. 4.21 t/m 4.26) van de Arboregelingen. Daarbij wordt de meetmethodiek exact omschreven. De certificatie-bepalingen arbeid met asbest zijn vastgelegd in paragraaf 4.6 (art. 4.27 t/m 4.28) van de Arbo regelingen. Hieronder volgt een samenvatting: CS-540/2007 = Asbestinventarisatie SC-530/febr 2008 = Asbestverwijdering SC-510 = Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering SC-520 = Deskundig Asbestverwijderaar Beleidsregels Regel: 4.2-1, 4.18-3(vervallen per 1-1-11),4.45, 4.47 (vervallen per 1-1-11), 4.47c, 4.51, 4.51a, 4,54: De beleidsregels beschrijven de wijze van beoordeling van blootstelling, het gebruik van PBM’s, melding van werkzaamheden met asbest en hygiënische beschermingsmaatregelen. Risicoklassen Het Arbobesluit hanteert drie risicoklassen aan de hand van het aantal vezels per kubieke centimeter: Voorafgaand aan het verwijderen van asbest moet een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf de werkzaamheden indelen in de risicoklassen 1, 2 of 3. Werkzaamheden in de klassen 2 en 3 moeten uitgevoerd worden door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf, terwijl werkzaamheden met lagere risico’s (klasse 1) eventueel ook door niet-gecertificeerde bouw- en sloopbedrijven gedaan kunnen worden. De werkzaamheden moeten gemeld worden aan de arbeidsinspectie, de desbetreffende medewerker moet een opleiding hebben gevolgd, de bouwonderneming moet extra maatregelen treffen bij overschrijding van de grenswaarde, en de meting en monsterneming dient plaats te vinden. Hunebouw doet geen werkzaamheden welke in klasse 1 uitgevoerd kunnen worden, en zal deze werkzaamheden uitbesteden aan een gecertificeerde asbestverwijderaar.
Bijlage 4 – Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving
Risicoklasse 1
Concentratie asbest (over 8 uur) ≤ 0,01 vezel per cm³
2
> 0,01 vezel per cm³ en <1 vezel per cm³
3
≥ 1 vezel per cm³
Maatregelen - Melding - Concentratie zo laag mogelijk houden, door: o werkmethoden; o reinigen/onderhoud; o verpakken; o afvoeren. - Voorlichting - Opleiding - Meten en monsterneming - Extra maatregelen bij overschrijding grenswaarde - Visuele inspectie aan het eind van het werk Maatregelen risicoklasse 1 plus: - Aanvullende maatregelen: o passende ademhalingsbescherming; o waarschuwingsborden; o containment; o werkvolgorde. - Werkplan - Hygiënische beschermingsmaatregelen - Eindbeoordeling - Arbeidsgezondheidskundig onderzoek - Registratie Maatregelen risicoklasse 1 en 2 plus: - Verzwaarde eindbeoordeling
Arbo catalogus Bouw en Infra: Asbest Er is een wettelijk verbod op het bewerken, verwerken of in voorraad houden van asbest. Ook het slopen van asbest uit gebouwen en objecten is gebonden aan strenge voorschriften. De belangrijkste regelgeving staat in het Arbobesluit, hoofdstuk 4 afdeling 5 Aanvullende voorschriften asbest. Voorafgaand aan het verwijderen van asbest moet een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf de werkzaamheden indelen in de risicoklassen 1, 2 of 3 en een asbestinventarisatierapport opstellen. Werkzaamheden in de klassen 2 en 3 moeten worden uitgevoerd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. In Arbobesluit artikel 4.54D worden eisen gesteld aan de deskundigheid van de werknemers die met deze werkzaamheden zijn belast. Werkzaamheden in risicoklasse 1 kunnen eventueel ook door niet-gecertificeerde bouw- en sloopbedrijven worden gedaan. Alle werknemers die werkzaamheden met asbest uitvoeren, ook in risicoklasse 1, moeten aan uitgebreide opleidingseisen voldoen. Zij moeten in het bezit zijn van een diploma. De betreffende wet- en regelgeving is te vinden in:
Arbobesluit: Hoofdstuk 4, afdeling 5 Aanvullende voorschriften asbest. Arboregeling: Artikel. 4.27; Afgifte certificaten arbeid met asbest. Voor werknemers die werkzaamheden met asbest uitvoeren bestaan twee certificaten, vastgelegd in SCA Certificatieschema's: Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (SC-510) en Deskundig Asbestverwijderaar (SC-520).
Bijlage 4 – Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving
Bijlage 5 - Risico’s m.b.t. asbestblootstelling Asbest wordt vermeld op de lijst van kankerverwekkende stoffen, waarvoor specifieke regelingen noodzakelijk zijn. Sinds 28 juli 2006 geldt voor asbest de volgende grenswaarde 0,01 vezel/cm3 als tijd gewogen gemiddelde over 8 uur. Er bestaat grote kans dat deze grenswaardes binnen afzienbare tijd aangescherpt zullen worden. De kans op het krijgen van asbestziekten is afhankelijk van de totale hoeveelheid ingeademde asbestvezels. De zogeheten cumulatieve blootstelling, met als eenheid vezeljaar, is het product van de blootstellingsconcentratie (uitgedrukt in vezels per kubieke centimeter) en de blootstellingsduur (in arbeidsjaar). Eén vezeljaar is dus 1 vezel per ml x 1 arbeidsjaar. Eén arbeidsjaar bestaat uit 240 werkdagen van 8 uur. Naarmate het aantal vezeljaren toeneemt, neemt ook de kans op asbestziekten toe. Voor het blootstellingsniveau van asbest, waaronder er geen verhoogd risico op kanker of mesothelioom zou voorkomen, is er geen veilige grens. Eén ingeademde vezel kán dus al gezondheidsschade veroorzaken, zij het dat dit een te verwaarlozen risico is. Voor het krijgen van asbestose moet er minimaal 5 vezeljaar blootstelling aan asbest zijn geweest. Het relatieve risico op longkanker na blootstelling aan asbest is 3,5. Aantal dodelijke slachtoffers: Vroeger is niet zo zorgvuldig met asbestrisico's omgesprongen. Daarom zullen er volgens recent onderzoek tot 2028 in totaal zo'n 13.000 mensen dodelijke asbestkanker krijgen. De piek, ongeveer 500 doden per jaar, zal hierbij rond 2017 optreden. Bron: asbestnet.nl Jaarlijks overlijden 800 mensen aan de gevolgen van asbestblootstelling. Dit aantal staat vermeld op de sheets van module 7 gevaarlijke stoffen opleiding M.V.K. Mail van de heer Staman juni 2011: Het juiste aantal is niet geheel éénduidig, maar tussen 450-500 lijkt mij op basis van diverse websites waarschijnlijk. Bron: opgevraagd bij Eino Staman, docent gevaarlijke stoffen. Jaarlijks sterven zo'n 700 Nederlanders aan de gevolgen van besmetting met asbest. Het aantal doden door asbestkanker neemt ondertussen verder toe Bron: infonu.nl Het aantal asbestdoden zou in Nederland niet 700 maar 1400 per jaar zijn. De Gezondheidsraad schat het aantal overlijdensgevallen als gevolg van asbestblootstelling in Nederland momenteel op ca. 1400 per jaar: ca. 400 slachtoffers met mesothelioom en 1000 met asbestgerelateerde longkanker. Bron: asbestslachtoffers.nl Het aantal dodelijke slachtoffers in Nederland is moeilijk te achterhalen. De geraadpleegde bronnen spreken van verschillende cijfers. Voor dit onderzoek ben ik daarom uitgegaan van een gemiddelde van 500 dodelijke slachtoffers per jaar. Het aantal doden door asbestkanker neemt ondertussen verder toe en zal zijn piek bereiken in het jaar 2017.
Bijlage 5 – Risico’s m.b.t. asbestblootstelling
Bijlage 6 - Inventarisatie bestaande informatieprotocol Herleiding:
Waar:
Wat:
Handboek ISO 9001:2008 en het VCA** 2008/5.1 Procedures/ werkinstructies/ formulieren Introductievoorlichting bij indiensttreding
Geen vermelding
Werknemershandboek
Geen vermelding
V&G plan uitvoeringsfase/ Projectveiligheidsboekje
Geen vermelding
Geen vermelding
Project gerichte risico’s bij renova tiewerk
Asbest: Bij vermoedens van onvoorzien asbesthoudende materialen moet altijd de uitvoerder op de hoogte gesteld worden. Verwijder of bewerk nooit zelf het materiaal. De uitvoerder zal contact opnemen met een asbestinventarisatie bureau, die een rapport opstelt, waaruit blijkt of het materiaal wel of niet asbesthoudend is. In dit rapport is ook de verwijderings- cq. verwerkingsprocedure opgesteld. Asbestverdachte materialen in deze woningen kunnen zijn: De rug van sommige soorten vinylzeil of tegels en lijmresten in keuken, badkamer of hal Dakbeschot Beplating in of bij CV-installaties Isolatiemateriaal Ontluchtingskanalen Rookgasleidingen Wandelementen
Toolbox (historie 5 jaar)
Mei ‘10 Nov ‘09 Okt ‘08
V&G reglement onderaannemers Algemene voorwaarden Ri&E sept 08, opgesteld door Arbo Unie / Plan van aanpak 2010/2011 PISA map Taak Risico Analyse
Toolbox: Asbestherkenning, de gevaren en gevolgen Toolbox: gevaarlijke stoffen zonder etiket Toolbox: Wat is asbest? Geen vermelding Geen vermelding
Blz. 9 nr. 7
Geen vermelding, wel een verwijzing naar het gevaarlijke stoffenbeleid;PISA map aanwezig. Van alle stoffen die op de bouwplaats aanwezig zijn is een VIB. Een vertaling van de VIB’s naar een handzaam formaat is aanwezig. Geen vermelding Geen vermelding
Bijlage 6 – Inventarisatie bestaande informatieprotocol
Bijlage 7 - Leidraad onderzoeksgesprek t.b.v. inventarisatie van de bestaande kennis van de bouwplaats medewerker Een onderzoek naar de kennis van de bouwplaats medewerker die asbest kan tegenkomen in zijn dagelijks werk, ter voorkoming/ reductie van asbestbesmetting/ -blootstelling. Algemeen Wat is je functie bij Hunebouw?
0 leerling- timmerman 0 timmerman 0 voorman/ uitvoerder
Wat zijn je aantal ervaringsjaren in de bouw?
Detectie (asbestherkenning) Voor je vind je 12 bakjes met (asbesthoudend) materiaal. Bekijk het materiaal (in bakje, dubbel verpakt met speciaal hiervoor bestemde plastic zakjes) Vul de asbest herkenningstest in. (bijlage) Ben je onverwachts asbesthoudende toepassingen tegengekomen? Zo ja, hoe vaak? Met welke werkzaamheden was je bezig?
0 renovatie t.b.v. mutatiewoningen woningbouw 0 sloopwerk 0 onderhoud particulier 0 onderhoud zakelijk
Kun je een beschrijving maken van deze situatie(s)?
Hoe te handelen (wet- en regelgeving) Wat deed je in de situatie van onverwachte asbest?
Waar staat beschreven hoe je moet handelen als je asbest ontdekt? Weet je of asbest genoemd wordt in het V&G plan? Ben je op de hoogte van de regels omtrent het werken met asbest? Wat weet je over een asbestinventarisatierapport?
Noodzaak/besef (Bewustzijn van de gezondheidsrisico’s) Wanneer is asbest gevaarlijk? Welke gezondheidsrisico’s zijn er met het werken met asbest
Bijlage 7 – Leidraad onderzoeksgesprek
Bijlage 8 - (Trend) analyse V.G.M. inspecties Hunebouw 2008 - 2011
2010 aantal 1
V&G plan
2010 In % 4,2
2009 aantal 7
2009 in % 10,4
2008 aantal 3
2008 in % 5,3
Zagen KZS
0
0,0
1
1,5
3
5,3
Ladders
1
4,2
3
4,5
5
8,8
(rol)steigers
2
8,2
11
16,4
12
21
randbeveiliging
0
0,0
7
10,4
3
5,3
Sparingen/ afdekken gaten
0
0,0
4
6,0
6
10,5
Keuringen
1
4,2
9
13,4
5
8,8
Bouwplaatsinrichting/ orde en netheid
6
25,0
2
3,0
6
10,5
PBM
0
0,0
1
1,5
3
5,3
Bouwlift/opstelling
1
4,2
5
7,5
6
10,5
Voorlichting en instructie en opleiding
0
0,0
4
6,0
0
0
Trek- druk schoren
0
0,0
2
3,0
0
0
Onderaanneming
6
25,0
3
4,5
0
0
asbest
3
12,5
0
0,0
3
5,3
Diversen (kruipruimte, zaagtafel en stof)
3
12,5
8
11,9
2
3,4
Totaal
24
100
67
100
58
100
Bijlage 8 – (Trend) analyse VGM inspecties Hunebouw 2008 - 2011
Bijlage 9 - Meldingen omtrent asbest HuneBouw 2008 - 2011: Project:
d.d.:
Soort werk:
Sloop Verg. ja
AR* opge steld: ja
AR* op locatie: ja
Melding V&G plan nee
Groningen Renovatie flats
Febr 08
Renovatie 85 flats. In 3 flats zit nog asbesthoudend zeil. In de andere flats niet. Het zeil moet wel verwijderd worden.
Emmen boerderij
Mrt 08
Emmen particulier
Dec 08
Hoogeveen Verbouw winkelpand
April 10
Veenhuizen Renovatie monumentaal pand
Aug. 10
Veenhuizen Renovatie Monumentaal pand
Okt. 10
Emmen Revitalisering winkelcentrum
April 11
Aktie:
De voormalige stal wordt gerenoveerd. De stal wordt een woongedeelte. De schotten tussen de voederbakken zijn asbesthoudend. De boer wil dat de bouwplaats medewerker de schotten verwijderd Bouwplaats medewerker is bezig met het maken van een doorvoer voor verwarmingsbuizen. Hierbij maakt hij gebruik van de slijptol. Het materiaal is asbesthoudend plaatmateriaal.
ja
nee
nee
nee
nee
nee
Nee
nee
Tijdens verbouw-werkzaamheden komt de bouwplaats medewerker erachter dat achter de schoorsteen een asbesthoudende plaat aanwezig is. Deze plaat moet wel verwijderd worden, voor het uitvoeren van de overige werkzaamheden. In de kruipruimte is niet hechtgebonden asbest geconstateerd. (isolatie om de buizen, en op de grond) In de kruipruimte moet de bouwplaats medewerker voorbereidende werkzaamheden verrichten voor installatiewerk. In de achterste ruimte bevindt zich een asbesthoudend (niet hechtgebonden) wand. Deze mag niet verwijderd worden. Gesproken wordt om hierop een gipsplaten wand te lijmen.
ja
nee
nee
nee
ja
ja
ja
nee
Na veel overleg tussen Hunebouw en de opdrachtgever wordt de kruipruimte gesaneerd. Besproken in pers. vergadering van 19-10-10
ja
ja
ja
nee
De gevelbeplating (binnen en buiten) is asbesthoudend. De bouwplaats medewerker en de schilder (onderaannemer) hebben de beplating bewerkt voor het schilderwerk. Medewerker niet op de hoogte van het asbesthoudend materiaal.
ja
ja
Nee, bij werkvoorbereiding
nee
Margret adviseert een voorzetwand. Hiervoor wordt het asbesthoudend materiaal niet aangeraakt of bewerkt. Maak een constructie tussen het plafond en de vloer. Breng opdrachtgever hiervan schriftelijk op de hoogte. Besproken in pers. Verg. 19-10-10 Onmiddellijk stoppen met bewerking van het asbesthoudend materiaal. Inventarisatie rapport naar uitvoerder. Overleg met opdrachtgever en huurder. Aanpassingen in het V&G plan. Besproken in pers. verg 14-4-11
De bouwplaats medewerker maakt melding bij leidinggevende. Deze neemt contact op met de woningbouwvereniging. Na overleg wordt het zeil onder asbestcondities verwijderd. De bouwplaats medewerker heeft 1 schot verwijderd, maar vermoedt dat het materiaal asbesthoudend is, en laat monster nemen. Bij bevestiging van asbesthoudend worden de schotten onder asbestcondities verwijderd. Asbestinventarisatieburo ingeschakeld, rapport opgesteld, vensterbank later verwijderen onder asbestcondities + vrijgavemeting. Toolbox asbestherkenning Besproken in pers. vergadering van 14-04-09 De asbesthoudende plaat wordt 3 weken na het ontdekken verwijderd door een asbestverwijderingsbedrijf, die ook de administratieve handeling uitvoert.
Bijlage 9 – Meldingen omtrent asbest HuneBouw 2008 – 2011
Bijlage 10 - Scriptievoorstel Margret van Dalen Opleiding MVK 452 Groningen d.d. 11 maart 2011 Onderwerp: Een onderzoek naar de kennis van de bouwplaats medewerker die asbest kan tegenkomen in zijn dagelijks werk. Dit onderzoek is gericht op aanwezige kennis t.a.v. - asbestherkenning; (detectie) - wet- en regelgeving; (hoe te handelen) - bewustzijn van de gezondheidsrisico’s. (noodzaak/besef) Na uitvoering inventarisatie komen tot voorstellen ter verbetering van het kennisniveau op genoemde 3 terreinen. Aanleiding: De aanleiding van dit onderwerp is tweeledig: 1. Uit de recent opgestelde analyse werkplekinspecties 2010 van Hunebouw (hoofdaannemer) blijkt dat er 3 gevallen gemeld zijn van onvoorzien asbest tijdens renovatiewerkzaamheden. (Dit is een stijging van 12,5% t.o.v. 2009, analyse toevoegen als bijlage bij de scriptie) 2. Op de site van de NVVK verscheen de volgende publicatie(persbericht SZW): 16 feb 2011 Atsma: Scherper en intensiever asbestbeleid noodzakelijk. (persbericht toevoegen als bijlage bij de scriptie) Asbest is nog gevaarlijker dan gedacht, heeft de Gezondheidsraad geconstateerd. Daarom wil het kabinet op voorstel van staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) onderzoeken hoe nog meer asbest op een verantwoorde wijze uit de leefomgeving kan worden verwijderd. Tegelijkertijd moeten gemeenten, burgers en bedrijven worden gestimuleerd de regels voor asbestverwijdering beter na te leven. Dit blijkt uit de brief die staatssecretaris Atsma mede namens zijn collega’s van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De probleemstelling: Over welke expertise moet de bouwplaats medewerker kunnen beschikken om asbest te herkennen? Hoe blijft hij op de hoogte van de wet- en regelgeving omtrent het asbestverwijderingsproces, en hoe wordt hij geïnformeerd aangaande de gezondheidsrisico’s? Oftewel: Welk informatieprotocol (met hierin een beschrijving van welke wijze de medewerker welke informatie ontvangt) is aanwezig, en leidt mijn onderzoek tot verbetering van dit protocol? Afbakening van het onderwerp: Bij dit onderzoek ga ik enkel van: - de sanering volgens het asbestverwijderingsbesluit. Bodemsanering valt buiten dit onderzoek. - asbesthoudende toepassingen bij renovatiewerkzaamheden. Complete sloopwerken vallen buiten dit onderzoek. - de bouwplaats medewerker die in contact kan komen met de asbesthoudende toepassingen.
Bijlage 10 – Scriptievoorstel
Probleemeigenaar: De “proleem” eigenaar is op het gebied van asbesthoudende toepassingen is wettelijk altijd de eigenaar van het pand/gebouw. Asbest (laten) verwijderen op een andere wijze dan vermeld in de SC-540 norm is een milieudelict. Dus een strafbaar feit. De probleemeigenaar van dit scriptieonderwerp is de bouwplaats medewerker. Hoe zorgt hij ervoor wel op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving. Hoe kan de medewerker de asbesthoudende toepassingen herkennen, en weten hoe hiermee om te gaan. Commitment vanuit het management: Op donderdag 3 maart 2011 heb ik een gesprek gevoerd met de heer K.G. Graveland van Hunebouw te Hoogeveen (hoofdaannemer), en met de heer F. Stremmelaar van Catena te Emmeloord (asbestverwijderingsbedrijf). Beide eigenaren stelden hun bedrijf beschikbaar voor het maken van mijn scriptie. In april 2011 heb ik een gesprek gepland met de heer M. de Buck van Demolition Management te Den Haag. Dit bedrijf is een asbestinventarisatiebureau. Telefonisch heb ik zijn commitment mogen ontvangen. Doelstelling/ beoogd resultaat: Mijn doelstelling is het voorkomen/ reduceren van asbestbesmetting/ -blootstelling bij de bouwplaats medewerkers. D.m.v. de risicoberekening moet blijken of er meer en betere algemene voorlichting op het gebied van asbest voor de bouwplaats medewerker nodig is. Mijn betoog gaat worden om asbestherkenning en -voorlichting toe te voegen tot het basis VCA certificaat. Plan van aanpak/onderzoeksopzet: Inventarisatie van: wat is asbest, de gevaren, hoe te herkennen Inventarisatie van het bestaande informatieprotocol Opstellen risicoberekening m.b.t. asbestblootstelling Inventarisatie van de bestaande kennis van de bouwplaats medewerker Inventarisatie van de bestaande wet- en regelgeving Te hanteren informatiebronnen: (Trend) analyse V.G.M. inspecties 2010 Hunebouw www.veiligheidskundige.nl www.ascert.nl norm SC-540 asbestverwijderen norm SC-530 asbestinventarisatie en nog veel meer….
Bijlage 10 – Scriptievoorstel