Eindrapportage Maklukzat oktober 2012
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 1
1. Inleiding Na ruim twee jaar ronden we in oktober 2012 het jeugd en alcohol project in Drenthe af. Daarmee komt weliswaar een einde aan het project, maar het in gang gezette actieprogramma loopt door. De gemeenten en samenwerkingspartners hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in het alcoholmatigingsbeleid: geld, menskracht, onderzoek. Verwaarlozing van het onderhoud zou verspilling van deze investeringen zijn. Alcoholmatiging is een kwestie van lange adem. Zonder borging is allerminst zeker dat beleid duurzaam is. Borging moet ervoor zorgen dat de aandacht van de beleidsmedewerkers, bestuurders, politici en de inwoners van Drenthe niet verslapt. Je zou 'borging' kunnen uitleggen als `normalisering'. Beleid dat nu nog nieuw is, moet `normaal worden, routine. Ten aanzien van de verschillende pijlers is in de projectperiode beleid geformuleerd, geïmplementeerd en is actie ondernomen. De komende jaren moet worden gewerkt aan de structurele borging ervan. Dat is geen eenvoudige opgave: samenwerking tussen de belangrijkste spelers is een noodzakelijke voorwaarde, maar geen vanzelfsprekendheid. De ervaringen van de afgelopen twee jaar laten zien dat het kan, en de belangrijkste partijen zullen elkaar moeten blijven opzoeken om op het thema 'jeugd en alcohol' vooruitgang te blijven boeken. Het project mag zich verheugen in een brede belangstelling, ook buiten de regio. Zo heeft het Trimbos Instituut samen met de projectleider en de campagnecoordinator een projectvoorstel opgesteld voor het ministerie van VWS. Daarin wordt het Maklukzat-‐ concept van de campagne in een proeftuin met gemeenten opnieuw uitgevoerd, inclusief wetenschappelijke begeleiding. Verder is de campagne genomineerd voor de nationale overheidscommunicatie prijs, de Galjaard prijs, die op 11 oktober wordt uitgereikt. Wat ging er goed? Wat hadden we anders of beter kunnen doen? Welke ervaringen kunnen we samen inzetten om alcoholmatiging bij jongeren bij gemeenten op de agenda te houden (of te krijgen, denk aan de nieuwe Drank-‐ en Horecawet)? Hoe verzilveren we het enthousiasme waarmee zoveel jongeren en hun begeleiders aan de campagne hebben gewerkt? Dat zijn aspecten die in deze eindrapportage aan bod komen. Door op een open en kritische manier terug te blikken helpen we elkaar om de kansen op een succesvolle voortzetting -‐ in welke vorm dan ook -‐ te vergroten. In deze rapportage gaan we eerst kort in op het ontstaan van het project. Daarna besteden we een aparte paragraaf aan samenwerking. Per pijler worden vervolgens de resultaten genoemd, en geven we concrete suggesties om die resultaten te borgen. 2. Ontstaan van het project
In 2008 heeft het bestuur van de Vereniging Drentse Gemeenten (VDG) de ‘overleggroep alcoholbeleid’ gevormd en hen de opdracht gegeven duidelijk te maken wat te doen tegen schadelijk alcoholgebruik onder jongeren. Aanleiding voor het verstrekken van deze opdracht was de toenemende problematiek en de verwachting dat de benodigde aanpak gemeentegrenzen overstijgt. Daarbij kwam dat met het vooruitzicht op de nieuwe Drank-‐ en Horecawet het toezicht van de Voedsel en Waren Autoriteit zou worden overgeheveld naar de gemeente. Een goede (gezamenlijke) voorbereiding op deze nieuwe taak werd door de burgemeesters van belang geacht. In februari 2010 werd het door de GGD Drenthe opgestelde “Actieprogramma aanpak schadelijk alcoholgebruik jongeren 2009-‐2013” vastgesteld. Hiermee ondersteunde de VDG
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 2
de concrete invulling van het alcoholbeleid op gemeentelijk niveau. Veel Drentse gemeenten bevonden zich in de fase van planvorming en/of hadden al verschillende acties in gang gezet. Het was nadrukkelijk niet de bedoeling alle goede lokale initiatieven te doorkruisen. Het actieprogramma bood gemeenten een samenhangend kader dat aangeeft wat minimaal nodig is om een effectieve aanpak te realiseren. Daarnaast kon elke gemeente afhankelijk van lokale problematiek zelf acties toevoegen. Op basis van dit actieprogramma is in juni 2010 het jeugd en alcohol project gestart. Die concrete, projectmatige, aanpak werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van € 150.000 van het ministerie van BZK, waarmee in oktober 2010 een convenant werd gesloten. De twaalf actiepunten werden verdeeld over drie werkgroepen: Vroegsignalering, Regelgeving en Handhaving, en Publiek Draagvlak en Communicatie. Deze werkgroepen werden bemenst door medewerkers van de verschillende projectpartners, t.w. GGD Drenthe, Verslavingszorg Noord-‐Nederland (VNN), de twaalf gemeenten, Politie Drenthe, de nieuwe Voedsel-‐ en Waren Autoriteit nVWA), en Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Deze projectpartners vormden ook de stuurgroep, onder voorzitterschap van Eric van Oosterhout, burgemeester van Aa en Hunze, in de laatste fase door Rikus Jager, burgemeester van de gemeente Westerveld. De samenstelling van stuurgroep, projectgroep en werkgroepen is in een bijlage opgenomen.
3. Samenwerking a. Projectpartners, inclusief gemeenten Gemeenten, GGD Drenthe, VNN, KHN, nVWA, en Politie Drenthe zijn als projectpartners vertegenwoordigd geweest in de stuurgroep ) en actief geweest in de werkgroepen Regelgeving & Handhaving), Publiek Draagvlak & Communicatie () en Vroegsignalering ( Een alcoholmatigingsproject als Maklukzat was onuitvoerbaar zonder een brede inzet van deze projectpartners. Zonder af te dingen op de inbreng van de overige projectpartners kunnen we zeggen dat VNN en GGD Drenthe het project in belangrijke mate mogelijk hebben gemaakt. Naast de inhoudelijke inbreng werden twee van de drie werkgroepen voorgezeten door Rozemarijn de Kruijf (VNN) en Leontine Vroege (GGD Drenthe), waardoor zij ook deel uitmaakten van de projectgroep.
b. Gemeenten Het bestuur van de VDG was formeel opdrachtgever van het project. Op stuurgroepniveau werd die rol ingevuld door de voorzitter en meerdere gemeentebestuurders en – ambtenaren. Na de conferentie in oktober 2010 – waarin ook het convenant met BZK werd getekend -‐ hebben de colleges formeel ingestemd met het actieprogramma (of hadden dat al eerder in 2010 gedaan). Ook gaven zij invulling aan actiepunt 11 (“eind 2010 hebben alle gemeenten … één coördinerende ambtenaar aangewezen die de samenhang tussen acties binnen de verschillende beleidsterreinen bewaakt”). Bij de start van het project participeerden zes gemeenten in een van de werkgroepen; uiteindelijk hebben alle twaalf gemeenten een vertegenwoordiger in een werkgroep gehad. Ofschoon de gemeenten daarmee indirect opdrachtgever waren, was die rol niet een vanzelfsprekende. Dat heeft meerdere oorzaken. Om te beginnen hebben zij zich bij de start van het project niet financieel hoeven te verbinden. De bijdrage van BZK was immers een eenzijdige subsidie; weliswaar was de oorspronkelijke opzet dat van de gemeenten een evenredige bijdrage zou worden gevraagd, maar dit is te laat geformaliseerd. Dat brengt het
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 3
risico van vrijblijvendheid met zich mee. Door de nodige inspanningen vanuit de project-‐ en stuurgroep hebben alle colleges zich uiteindelijk – ruim een half jaar na de start van het project -‐ formeel achter het actieprogramma geschaard. En als later in het traject een additionele bijdrage van de gemeenten noodzakelijk is, wordt die bijdrage met de nodige moeite verkregen. Een duidelijk uitgesproken commitment bij de start, inclusief de financiële randvoorwaarden, had hun opdrachtgeversrol sterker gemaakt. Daarnaast was er sprake van een sterk gelaagd opdrachtgeverschap. Besluiten van de stuurgroep waren geen besluiten van het VDG-‐bestuur, laat staan van de individuele gemeenten. Dat was in de huidige opzet ook niet mogelijk. Door het opdrachtgeverschap meer bij de individuele gemeente neer te leggen, met instandhouding van een gezamenlijke organisatie, zouden zij zich meer eigenaar hebben geweten van het project.
c. BZK
In oktober 2010 is een samenwerkingsovereenkomst getekend door VDG en BZK, als basis voor de eenmalige subsidie van € 150.000. Deze overeenkomst liep van mei 2010 tot en met december 2011. Tussentijdse afstemming met de contactpersoon van BZK vond plaats per mail, telefoon en gesprekken in resp. Den Haag en Assen. Daarnaast nam de projectleider deel aan overleg met BZK en de projectleiders van de andere vijf projecten die het ministerie op deze wijze heeft gefinancierd (mei 2011). In de overeenkomst is sprake van de oprichting van een zgn. “praktijkteam”, bestaande uit vertegenwoordigers van de projectpartners en BZK. Bij de vijf BZK-‐projecten wordt hier verschillend mee omgegaan. In ons geval is een dergelijk team, in goed overleg, niet nodig gevonden. In de toekenningsbrief wordt een financiële en inhoudelijke verantwoording gevraagd na afloop van het project. De financiële verantwoording (de accountantsverklaring) is inmiddels goedgekeurd. Deze eindrapportage wordt na vaststelling door de stuurgroep op 17 oktober 2012 aan het ministerie gestuurd. d. Onderwijs Het onderwijs is niet als projectpartner bij het project betrokken geweest. Dat was bij nader inzien wel zeer wenselijk geweest. De actiepunten van de werkgroep vroegsignalering hadden direct betrekking op het onderwijs (trainingen docenten en zorgadviesteams en – coördinatoren). In die werkgroep is veel energie besteed aan de vraag hoe de scholen hiervoor het beste benaderd kunnen worden, en hoe we het aanbod aan trainingen optimaal kunnen laten aansluiten bij de behoefte op de scholen.
Met de keuze voor een brede campagne op de scholen voor voortgezet onderwijs in Drenthe werd de noodzaak voor een goed onderwijsnetwerk nog prominenter. Met intensief lobbyen en actief investeren in persoonlijke relaties is het gelukt om in oktober 2011 17 leerlingenteams aan de start te krijgen. Zonder de enthousiaste betrokkenheid van velen was dit niet gelukt! e. Sponsoren In mei 2011 heeft de stuurgroep het voorstel van de projectgroep overgenomen voor een brede en innovatieve campagne voor en door scholieren. Van meet af aan zijn talloze sponsors bij deze campagne betrokken geweest, dankzij de nimmer aflatende pogingen van de campagnecoördinator. Dat betekende niet alleen dat wij daardoor in staat waren om de
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 4
campagne meer uitstraling te geven (in totaal is voor omgerekend ca. € 150.000,-‐ gesponsord!), maar het geeft ook aan dat veel bedrijven en instanties de maatschappelijke relevantie van het project onderschrijven. Van de Cruyff Foundation (€ 50.000,-‐ als bijdrage voor een Cruyff Court voor de winnende gemeente) tot de NS (alle vervoer van leerlingen naar en van evenementen), en van het Dagblad van het Noorden (ca. € 35.000,-‐ aan advertorial) tot theater De Nieuwe Kolk (gratis grote zaal voor de eindmanifestatie). Op lokaal niveau waren de teams min of meer gedwongen om op pad te gaan naar sponsors; zij hadden immers geen middelen beschikbaar gekregen. Achteraf blijkt dat voor de teams een van de meest leerzame (en lastige) ervaringen te zijn geweest.
4. Resultaten per pijler / werkgroep
Vroegsignalering
Samenwerking binnen de werkgroep vroegsignalering heeft geresulteerd in trainingen Vroegsignalering èn koppeling met het scholingsaanbod in het kader van “Veilig Opgroeien Drenthe”. De training Vroegsignalering helpt signalen van risicovol alcoholgebruik door jongeren en/of kindermishandeling tijdig te herkennen. De training biedt bovendien praktische handvatten om bij dergelijke signalen effectief te handelen. Na het volgen van de training zijn deelnemers in staat om de betrokkenen toe te leiden naar het reguliere beschikbare professionele zorgaanbod. De training volgt o.a. de landelijke richtlijn “risicovol alcoholgebruik jongeren”. Door deelname aan de docententraining voldoen scholen bovendien aan de wettelijke verplichting ten aanzien van de Meldcode Kindermisbruik, die met ingang van 1 januari 2012 geldt. Eind mei 2011 zijn drie zgn. expertmeetings gehouden, georganiseerd door VNN en BJZ, met 25 experts uit het veld om kennis en ervaring te delen en daarmee input te leveren voor het trainingsaanbod na de zomer. Centraal stond de vraag wat docenten en leden van het zorgadviesteam (ZAT) nodig hebben om zorgsignalen op het gebied van kindermishandeling en alcoholgebruik aan te kunnen pakken.. Tijdens de expertmeetings in mei 2011 bleek dat er vanuit de ZAT’s behoefte was aan meer duidelijkheid en eenduidigheid in de verwijsstructuur tussen onderwijs/ZAT’s en zorgketen. Dit pleit voor de implementatie van de richtlijn. Op basis van de expertmeetings en de evaluaties zijn de trainingen ontwikkeld. De werkgroep heeft in korte tijd een strategie ontwikkeld om de trainingen nog vóór het nieuwe schooljaar 2011 onder de aandacht van het onderwijs te brengen. In samenwerking met communicatie(Senza) is ondersteunend informatiemateriaal ontwikkeld. Alle betrokken partners hebben hun netwerk benut om deelname aan de training in 2011 te bevorderen. Najaar 2011 hebben Verslavingszorg Noord-‐Nederland en Bureau Jeugdzorg Drenthe kosteloos zes trainingen uitgevoerd voor docenten uit het VO en negen trainingen Vroegsignalering voor leden van ZAT-‐teams. De docententraining beslaan drie dagdelen, de ZAT-‐training twee. Uit de procesevaluatie (zie onder actiepunt 12, en in de bijlage) blijkt dat de de meeste leden van de werkgroep de doelstelling niet realistisch vinden, en zijn desondanks 4 van de 8 respondenten tevreden over het resultaat. Ook geven zij aan dat het beter was geweest als het onderwijs in een eerder stadium hierbij was betrokken geweest. De werkgroep heeft –met succes-‐ een subsidie aangevraagd van €30.000 bij “resultaten scoren”. Voorwaarde is de implementatie van de landelijke richtlijn “risicovol
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 5
alcoholgebruik jongeren”, door intensieve samenwerking tussen VNN en BJZ. VNN werkt nu aan de implementatie van vroegsignalering op scholen in Drenthe. Dat betekent dat de scholen eerder signaleren, actie ondernemen en zonodig verwijzen, waardoor problemen voorkomen kunnen worden. De implementatie wordt versterkt door de uitstraling en het grote bereik dat het project Maklukzat op de trainingen Vroegsignalering heeft. Voorstel voor borging: 1) Partners (m.n. GGD, JGZ, BJZ en VNN) brengen de gecombineerde training vroegsignalering alcohol & kindermishandeling voor docenten en zorgadviesteams blijvend onder de aandacht van gemeente en scholen. Ze benutten hiervoor hun reguliere contacten en adviezen en zetten waar nodig proactief in. 2) Gemeenten financieren(co-‐financieren?) de komende vier jaar minimaal 5 docententrainingen en 5 ZAT trainingen. Extra trainingen kunnen worden aangeboden uit reguliere gelden. De projectgroep heeft de stuurgroep geadviseerd om actiepunt 2 (m.b.t. een sluitende zorgketen) uit het actieprogramma te schappen, omdat het niet vanuit het project is te realiseren. Overigens geven 5 van de 9 respondenten in de procesevaluatie aan dat er binnen hun gemeente sprake is van een sluitende keten. Het projectteam heeft in augustus 2010 het initiatief genomen om het project te presenteren op een overleg van de CJG-‐coördinatoren, om zodoende het thema jeugd en alcohol op de agenda van de CJG’s te krijgen. Voorstel voor borging:
3) Keten per gemeente in kaart brengen. Dit kan in 2012/2013 worden opgepakt door de GGD i.s.m. de betreffende regionale partners.
Regelgeving & Handhaving Na een korte inventarisatie van het huidige jeugd-‐ en alcoholbeleid in de twaalf gemeenten in oktober 2010 heeft de werkgroep (te) lang gezocht naar een passende werkwijze. Het bleek lastig om tot een gemeenschappelijke aanpak van de actiepunten te komen en prioriteiten te stellen. Al met al moet worden geconcludeerd dat het lastig was om de werkgroep te focussen: deelname aan bijeenkomsten was wisselvallig, en het bleek moeilijk om concrete afspraken te maken en op te volgen, ondanks een aantal maatregelen: - Vanuit BZK werd geadviseerd, mede gelet op hun ervaringen bij andere regionale projecten, om een wethouder of burgemeester als voorzitter van de werkgroep op te laten treden. De projectleider heeft daartoe Koos de Vos, wethouder van Meppel, bereid gevonden. - In overleg met de nieuwe voorzitter is gekozen voor een kerngroep van ca. vijf werkgroepleden, met de andere (zes) daar als een schil omheen. - Als extern adviseur is Joost Mulder van STAP aangetrokken.
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 6
Daarbij speelt de politieke besluitvorming rond de nieuwe Drank-‐ en Horecawet (nDHW) een rol. Die biedt gemeenten immers aanzienlijk meer instrumenten om het jeugd en alcohol vraagstuk aan te pakken. Waarom investeren in bestaande wet-‐ en regelgeving, als duidelijk is dat die op afzienbare termijn verandert? Een deel van de actiepunten werd daarmee als het ware achterhaald, of konden binnen de nDHW beter worden gerealiseerd. Aan de procesevaluatie namen slechts 3 van de 10 werkgroepleden deel, ondanks meerdere oproepen daartoe, zowel telefonisch als per mail. De antwoorden van de 3 respondenten zijn dermate summier en onvolledig dat deze niet bruikbaar zijn. De werkgroep heeft een model gemaakt voor het aanvragen van een evenement (ontheffing artikel 35 DHW), waarin beperkingen en voorwaarden zijn opgenomen om het alcoholgebruik door jongeren te beperken. Dit model is aangeboden aan de gemeenten.
In de nDHW zijn gemeenten verplicht om vóór eind 2013 een verordening op de paracommercie op te stellen. Samen met STAP en twee andere regioprojecten (t.w. Noord-‐ Veluwe en Frisvalley) hebben wij een modelverordening opgesteld, die op 20 september op een landelijke conferentie in Ede is gepresenteerd. Onder verantwoordelijkheid van de werkgroep is in de tweede helft van 2011 een onderzoek uitgevoerd om de huidige situatie m.b.t. hokken en keten in kaart te brengen. Dat onderzoek is verricht door (masters) studenten sociologie van de RuG, en inhoudelijk aangestuurd door Joost Mulder van STAP. Het onderzoek heeft geresulteerd in een rapportage waarin tevens aanbevelingen worden gedaan voor lokaal beleid. Het rapport is in mei 2012 door de stuurgroep vastgesteld en in oktober 2012 aan de gemeenten aangeboden. Voorstel voor borging: 4) In de stuurgroepvergadering van 23 mei 2012 is afgesproken om een bijeenkomst te beleggen voor betrokken bestuurders en ambtenaren over de gevolgen van de invoering van de nDHW voor gemeenten. Deze bijeenkomst wordt door de GGD inhoudelijk gecoördineerd, en door de VDG georganiseerd. 5) GGD biedt proces-‐ en projectcoördinatie en bevordert dat in beleid en uitvoeringsprogramma’s van gemeenten de verbinding tussen de vier pijlers signalering, handhaving, regelgeving en publiek draagvlak en communicatie wordt versterkt.
Publiek Draagvlak & Communicatie
Volgens VNN heeft de Maklukzat campagne een duidelijk vliegwieleffect gehad voor het gebruik van het onderwijspakket De Gezonde School Genotmiddelen. Regio Hoogeveen (gemeenten De Wolden, Hoogeveen, Meppel en Westerveld) heeft besloten om in 2011 de uren voor DGSG met behulp van een verdeelsleutel uit te zetten in het B.O., V.O. en MBO. Gemeenten Hoogeveen, Meppel, Noordenveld, Aa en Hunze en de Wolden stellen extra middelen beschikbaar aan VNN om meer uren en materiaal in te kunnen zetten in het V.O.. Regio Assen (gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-‐Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo) heeft besloten om in 2011 alle uren in te zetten op de V.O. scholen in de gemeenten. Regio Emmen (gemeenten Borger-‐Odoorn, Coevorden en Emmen) is nog in overleg. Deze regio was onvoldoende op de hoogte van het gehele aanbod van VNN Preventie.
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 7
Gemeenten hebben uit financiële overwegingen een keuze gemaakt voor VO of BO, waardoor de ambities niet zijn gehaald. Medio september 2010 werd een werkgroep geformeerd die zorg droeg voor de communicatie rondom dit actieprogramma van de VDG en gedurende een periode van drie jaar (2010-‐2013) gemeenten ondersteunde bij het uitdragen van kernboodschappen gericht op het aanpakken van schadelijk alcohol gebruik door jongeren. De werkgroep onderzochtt daarbij actief de mogelijkheden om iconen in te zetten en positief voorbeeldgedrag in de omgeving van jongeren te stimuleren De campagne MaklukZat was onderdeel van deze communicatie. Het campagneteam en de stagiaires communicatie ondersteunden gemeenten bij het uitdragen van de kernboodschappen, gericht op het aanpakken van risicovol alcoholgebruik van jongeren. De benodigde expertise voor algehele ondersteuning op het gebied van communicatie bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van het plan werd tot grote tevredenheid ingehuurd bij Senza Communicatie. Van Leeuwen Communicatie werd betrokken voor de opzet en coördinatie van de campagne. De werkgroep kreeg daarbij de rol van regisseur en toetste op hoofdlijnen of het communicatieplan optimaal werd uitgevoerd. De campagne richt zich op de bewustwording van de twee primaire doelgroepen van het project (leerlingen in het VO, tussen 12 en 16 en hun ouders). Het oorspronkelijke doel (vier scholen, met een mogelijk zwaan-‐kleef-‐aan effect) werd in korte tijd ruimschoots gehaald. Op 29 september 2011 -‐ de aftrap in het ICO in Assen -‐ stonden maar liefst 325 jongeren in de startblokken met ruim 45 workshops, en ontwerpen zij hun eigen alcoholmatigingscampagne voor en door jongeren. Daarmee hebben de meeste vo-‐scholen in Drenthe zich actief aan het project verbonden. Op 14 juni 2012 vond de eindmanifestatie plaats in De Nieuwe Kolk in Assen. De campagne werd ondersteund door de vele sponsoren, waaronder Dagblad van het Noorden, de Johan Cruyff Foundation, en Nederlandse Spoorwegen. Het Gozeroprocent -‐team in Assen heeft iconen zoals Ali B, Yes-‐R, Darryl, Keizer en Negative ingezet voor een alcoholvrij feest voor ca. 2000 leerlingen. Het innovatieve karakter van de campagne mag zich verheugen in veel belangstelling, ook landelijk. Met het Trimbos bereiden we momenteel (september 2012) een projectaanvraag voor voor het ministerie van VWS. Hierin wordt met meerdere gemeenten een proeftuin ingericht waarin het concept van de campagne verder wordt ontwikkeld. Ook is de campagne genomineerd voor de landelijke overheidscommunicatieprijs (de Galjaard prijs). De campagne is met alle betrokkenen geëvalueerd. Deze evaluatie is als bijlage toegevoegd.
Voorstel voor borging: 6) Communicatie m.b.t. thema alcohol beleggen bij VNN en/of GGD. D.w.z. het delen landelijk en regionale ontwikkelingen, middels nieuwsbrief, website en/of format op website samenwerkingspartners, waaronder gemeenten. 7) GGD en VNN nemen -‐met preventiepartners-‐ ( 2 x per jaar het initiatief om a.d.h.v. actuele landelijke en regionale ontwikkelingen en concrete acties/ondersteuning het thema op de agenda te houden bij betrokken bestuurders, beleidsmedewerkers. 8) GGD en VNN nemen -‐met preventiepartners-‐( 2 x per jaar het initiatief om a.d.h.v. actuele ontwikkelingen en concrete acties/ondersteuning het thema op de agenda te
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 8
houden bij de inwoners van Drenthe(bijv. Oud& Nieuw, Examen-‐ en Vakantieperiode, periode van dorpsfeesten) 9) Projectpartners brengen de ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ blijvend onder de aandacht van gemeente en scholen. Ze benutten hiervoor hun reguliere contacten en adviezen en zetten -‐waar nodig-‐ proactief in. 10) Projectpartners ontwikkelen i.s.m. het Trimbos Instituut een interventie o.b.v. Maklukzat aanpak.(uitwerken/onderzoeken/vaststellen/implementeren)
Meten en monitoren Actiepunt 12 gaat over “meetbaar maken en monitoren van het integrale alcoholbeleid”. Menskracht en middelen in het project waren beperkt. Daarom heeft de stuurgroep op advies van de afdeling epidemiologie van GGD Drenthe gekozen voor: 1) een pragmatische monitoring van de algehele doelstellingen 2) een 0-‐meting van de campagne en 3) een procesevaluatie om o.a. leerpunten te ontdekken voor de unieke samenwerking op Drents niveau. Ad.1 Uitgangspunt voor de pragmatische monitoring van de algehele doelstellingen zijn de resultaten uit het jeugdonderzoek 2008 en het Volwassenenonderzoek 2009. Deze gegevensverzameling wordt in de geplande onderzoeken in 2012 en 2013 herhaald en wordt gebruikt om vergelijkingen te maken. Ad 2 De afdeling epidemiologie heeft een onderzoeksopzet gemaakt voor het (laten) onderzoeken van de alcoholmatigingscampagne van ‘Makluk ZAT’. Bij de start van de campagne, eind mei 2011, is een internetonderzoek uitgevoerd om te meten hoe de doelgroep denkt over communicatie over alcoholgebruik en wat belangrijke beïnvloedingsfactoren hierin zijn. Dit onderzoek is uitgevoerd door Youth Marketeers onder jongeren uit Drenthe tussen 12 en 16 jaar met een evenredige spreiding in leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en postcodegebied in de de provincie Drenthe. Op basis van de resultaten is er inhoudelijk dieper ingegaan op het thema via de Chat. De Chat vond plaats met een online panel van 13 jongeren van de bovenbouw van het vmbo, uit onder andere Assen, Meppel, Hoogeveen en Nieuw Amsterdam. De chat was live te volgen door vertegenwoordigers van alle samenwerkende partners in het project Maklukzat en speciale genodigden uit het VO-‐ en MBO-‐onderwijs voor de bijeenkomst van 26 mei in Hoogeveen over Jeugd en Alcohol. De uitkomsten van dit onderzoek zijn op de startmanifestatie van 26 mei gepresenteerd. Het was de opzet om deze effectmeting in juni 2012 – bij het afsluiten van de campagne – te herhalen. Helaas ontbreken daartoe de middelen. Ad 3) Op verzoek van de projectgroep (en vastgesteld door de stuurgroep ) heeft de GGD een procesevaluatie uitgevoerd. De doelstellingen van deze procesevaluatie zijn: - Zicht krijgen op de wijze waarop de uitvoering van het project verloopt, of dit conform plan verloopt en of (onderdelen van) het project bijgesteld moeten worden voor de periode 2013-‐2016; - Zicht krijgen op de belemmerende en bevorderende factoren in het samenwerkingsproces tussen betrokken partijen;
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 9
-
Verantwoording afleggen over de uitgevoerde activiteiten richting de financier: het ministerie van BZK (vastgelegd in overeenkomst van 1 mei 2010 tot 1 januari 2012) en toekomstige co-‐financiers Zicht krijgen op de leerpunten en verbetermogelijkheden voor het vervolg van het project. Zicht krijgen op de leerpunten voor vergelijkbare toekomstige samenwerkingsprocessen.
De resultaten van deze procesevaluatie zijn als separate bijlage opgenomen.
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 10
5. Eindoverzicht financiën
Omschrijving
raming
rekening
Procesevaluatie
8.000,--
7.900,00
miniconferentie okt 2010
2.500,--
Uitvoering communicatieplan - website/huisstijl/nieuwsbrief
10.000,--
11.516,23
- inhuur communicatie-advies
60.000,--
54.541,52
48.100,--
62.162,82
2.000,--
11.257,88
Campagne - coordinatie - eindmanifestatie - tussenmanifestatie
9.073,80
- werving
4.532,35
- onderzoek hokken en keten
5.341,26
Ondersteuning wg R&H (STAP) - 80 uur in 2011
8.000,--
Projectleiding loon- + bijkomende kosten
120.112,88
projectleider
135.400,--
projectsecretaris
20.400,--
bureaukosten (m.n. reiskosten)
12.000,--
diversen
1.702,60
Totalen
306.400,--
Begroting
296.001,59
Begrotingsonderschrijding
Te kort
296.001,59
306.400,00
Werkelijke uitgaven
Totaal werkelijke uitgaven: Deze kosten worden gedekt uit: bijdrage BZK bijdrage gemeenten (12 x 10.000)
7.860,25
10.398,41
€ 296.001,59 150.000 120.000 270.000 € 26.000,--
Per gemeente 26000:12 = € 2.167,--
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 11
6. Bijlagen a. Uit het Actieprogramma b. Evaluatie campagne c. Mindmap t.b.v. presentatie voor de Nationale Overheidscommunicatieprijs (Galjaard prijs) op 11 oktober 2012 in Utrecht d. Bemensing project Stuurgroep Projectgroep Werkgroepen Coordinatoren Stuurgroep Sponsoren
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 12
Bijlage a: uit actieprogramma Het voorliggende programma bevat 12 actiepunten waarmee de VDG verwacht de doelstellingen te kunnen behalen. De keuze voor deze actiepunten is gebaseerd op de volgende criteria: • De acties dienen op gemeentelijk niveau in gang gezet te kunnen worden. De VDG heeft de mogelijkheid tot landelijke agendasetting, maar dat is buiten het kader van dit programma gelaten. • De acties zijn aanvullend op het bestaande beleid in Drentse gemeenten. Er gebeurt in Drenthe al veel gericht op het aanpakken van schadelijk alcoholgebruik door jongeren. Zo is in het Veiligheidsplan Drenthe een paragraaf alcohol en drugs opgenomen en zijn veel Drentse gemeenten bezig met de realisatie van integraal alcoholbeleid. Uitgangspunt is al het goede te behouden en te benutten en daarnaast een kader aan te bieden van minimaal benodigde acties. • Gebruik maken van bestaande interventies die goed blijken te werken. • De acties optimaliseren samen de kans op effect van het gemeentelijk integraal alcoholbeleid. Bekend is dat de kans van slagen groter wordt als: • Een mix van interventies wordt toegepast. De Voedsel en Waren Autoriteit onderscheidt in haar handleiding ‘lokaal alcoholbeleid, een integrale benadering’ (2007) vier beleidspijlers: publiek draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering. • Het beleid structureel van karakter is. Om de doelstellingen te bereiken is zowel gedragsverandering op individueel niveau als een maatschappelijke cultuurverandering nodig. Dit lukt niet in een periode van een paar jaar. Er is een langdurige (> 10 jaar) aanpak nodig, waarbij voldoende aandacht is voor kleinere concrete acties en resultaten op kortere termijn. • Duidelijke, specifieke en meetbare doelstellingen worden geformuleerd. Dat maakt het meten van resultaten mogelijk, waarmee het beleid op tijd kan worden bijgestuurd (evaluatie). • Eén ambtenaar binnen de gemeente de inzet van alle betrokken lokale partijen en gemeentelijke beleidsterreinen coördineert en realisatie van de gestelde doelen bewaakt. In het actieprogramma zijn bovenstaande elementen verwerkt. Actiepunten zijn als procesmatige doelen geformuleerd en geordend conform de vier pijlers. Er is een vijfde pijler ‘proces’ toegevoegd. Samengevat bestaat het actieprogramma van de VDG uit de volgende punten: Vroegsignalering: 1. Aan het eind van het schooljaar 2010/2011 heeft in de provincie Drenthe: a. 50% van de leerkrachten in het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs de training signaleren van Bureau Jeugdzorg Drenthe gevolgd; b. 80% van alle zorgadviesteams de training signaleren van alcoholproblematiek van Verslavingszorg Noord-Nederland gevolgd. 2. Eind 2011 is in iedere Drentse gemeente een sluitende zorgketen (zorgadviesteam – Centrum voor Jeugd en Gezin – Drents Jongeren OpvangTeam – Veiligheidshuis Drenthe) gerealiseerd, waarin deskundigheid in en aanpakken van alcoholgerelateerde problematiek is geborgd. Regelgeving:
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 13
3. De ambtenaren openbare orde en veiligheid van de Drentse gemeenten leggen in de eerste helft van 2010 een voorstel voor aan iedere gemeente hoe binnen de bestaande wet- en regelgeving het schadelijk alcoholgebruik door jongeren te beperken. 4. Eind 2010 heeft iedere gemeente acties uitgezet om de kennis van wet- en regelgeving bij verstrekkers van alcohol te vergroten. In iedere gemeente wordt tenminste 75% van de verstrekkers met deze acties bereikt. 5. Iedere Drentse gemeente neemt vanaf 2010 in haar afwegingskader voor beoordeling van vergunningen in het kader van de Drank- en Horecawet, evenementen en subsidieaanvragen criteria op gericht op verantwoord alcoholgebruik. Handhaving: 6. Alle bij de handhaving betrokken partijen evalueren eind 2009 gezamenlijk het huidige handhavingsbeleid en de uitvoering daarvan en komen begin 2010 met een plan voor verbetering van de handhaving van de 16-jaar grens voor alcoholverkoop, -bezit en gebruik. 7. Iedere gemeente in Drenthe beschrijft in 2010 hoe zij wil omgaan met de zogenaamde ‘hokken en keten’, waarbij ze er in ieder geval naar streeft de commerciële keten voor 2011 te sluiten. 8. Gekoppeld aan het Veiligheidsplan Drenthe wordt jaarlijks geëvalueerd in welke mate afgesproken inspanningen op het terrein van jeugd en alcohol gerealiseerd zijn en waar verbeterpunten liggen. Publiek draagvlak: 9. Verslavingszorg Noord-Nederland, Politie Drenthe, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Drenthe en gemeenten ondernemen in het schooljaar 2009/2010 actie om afname van het programma ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ door het basis- en voortgezet onderwijs in Drenthe te vergroten. Beoogde doelen zijn: a. Informeren van alle scholen over het programma; b. Met ingang van het schooljaar 2010/2011 neemt 10% van de basisscholen deel aan het programma; c. Met ingang van het schooljaar 2010/2011 neemt 75% van de scholen voor voortgezet onderwijs deel aan het programma; d. Specifieke aandacht voor de rol en verantwoordelijkheid van ouders. 10. Medio september 2009 is een werkgroep geformeerd die zorg draagt voor de communicatie rondom dit actieprogramma van de VDG en gedurende een periode van drie jaar (2010 – 2013) gemeenten ondersteunt bij het uitdragen van kernboodschappen gericht op het aanpakken van schadelijk alcoholgebruik door jongeren. De werkgroep onderzoekt daarbij actief de mogelijkheden om iconen in te zetten en positief voorbeeldgedrag in de omgeving van jongeren te stimuleren. Proces: 11. Eind 2010 hebben alle gemeenten het thema alcoholmatiging jeugd structureel onderdeel gemaakt van hun beleid en één coördinerende ambtenaar aangewezen die de samenhang tussen acties binnen de verschillende beleidsterreinen bewaakt. 12. Eind 2009 hebben Drentse gemeenten afspraken gemaakt over het gezamenlijk optrekken in het meetbaar maken en monitoren van het integrale alcoholbeleid.
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 14
Bijlage b: evaluatie van de campagne
Evaluatie van de jeugd en alcohol campagne Maklukzat Hoe evalueer je het enthousiasme waarmee zoveel jongeren een eigen campagne hebben gemaakt om de bewustwording rond alcoholgebruik te vergroten? Hoe maak je concreet wat al dat enthousiasme heeft opgeleverd? Hebben we echt een flinke steen in de vijver gegooid, of heeft al die energie van zoveel betrokkenen niet meer dan een rimpeltje veroorzaakt? Wat beweegt al die scholen om hier genotiveerd in te stappen? Waarom steekt een grote groep sponsoren voor omgerekend € 150.000 in de campagne? Kortom: wat heeft gewerkt? En wat zouden de volgende keer anders doen.
Om dat te evalueren vraag je het (vooral) de jongeren zelf. Na de spetterende slotmanifestatie in De Nieuwe Kolk in Assen op 14 juni, zijn we de teams op gaan zoeken en hebben met ze gesproken over hun ervaringen in de campagneperiode. Dat deden we aan de hand van een goed gestructureerde vragenlijst die we ze vooraf hadden toegestuurd. Hun opmerkingen, kritiek, suggesties, lof, hebben we verwerkt in deze evaluatie, naast die van hun docenten, schoolmanagers en onze stagiaires. Dat heeft ons in staat gesteld om onze eigen beleving van de campagne soms te relativeren, en dan weer bevestigd te zien. Het concept van de campagne: “eigenaarschap” De campagne-‐opzet gaat uit van de creatieve kracht van jongeren. Daarin past geen “Postbus 51” benadering, of – zoals we dat zijn gaan noemen – een bushokjes-‐ campagne. Wij hebben geprobeerd een omgeving te bieden waarin jongeren zich eigenaar wisten van hun eigen campagne (een belangrijke vraag uit de evaluatiegesprekken was: “Waar zijn jullie het meest trots op?”). We hebben gebruik gemaakt van het talent van de jeugd. Door het wedstrijdconcept hebben we ze het onderwerp ingezogen en waren ze zeer fanatiek in het verzinnen en uitvoeren van de eigen campagne. Ze konden hun eigen creativiteit gebruiken en hun talent laten zien. De jeugd kan als geen ander leeftijdgenoten doorgronden en bedenken wat er nodig is. Waarom deden jongeren mee aan deze opzet? Niet vanwege het onderwerp. Ze deden mee omdat ze • een eigen campagne mochten maken en uitvoeren (en op deze manier hun creativiteit en kwaliteiten konden gebruiken) • een podium kregen waarop ze hun eigen mening mochten vormen en delen (wie zijn wij om te bepalen wat ze erg moeten vinden) • aan een competitie meededen (we willen winnen)
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 15
•
ook serieuze prijzen konden winnen: voor de gemeente een bijdrage van €50.000 voor realisatie van een Cruijff Court (via sponsoring Cruijff Foundation), voor de school een alcoholvrij schoolfeest (via sponsoring ABN AMRO én WijZijnFris) én voor elk individueel teamlid een I-‐Pad!
We hebben gekozen voor bestaande kanalen, via school en een enthousiaste docent en/of via jongerenwerk en een betrokken jeugdwerker. Ook het laten participeren van scholen was succesvol omdat we ook hier niet hadden bedacht hoe de scholen het moesten doen, maar we met elke school meedachten hoe ze het konden inpassen in hun eigen lesprogramma. Op deze manier namen ook de gemeenten deel. Elke gemeente mocht zelf bepalen hoe ze hun team hielpen en elke beleidsambtenaar had de vrijheid om de eigen rol in te vullen. Dat gold overigens voor de hele campagne. We hebben niet vooraf alles uitgeschreven en bepaald, maar hebben gedurende het proces gekeken hoe het ging en wat de beste, volgende stap zou zijn. Spannend, maar ook met een groeiend vertrouwen dat we samen met alle betrokkenen de goede keuzes zouden maken. Andere aardige aspecten waren: dat de leerlingen ouders betrokken bij het onderwerp (met hoge opkomsten op ouderavonden), maar ook lokale ondernemers of zelfs het hele dorp in beweging kregen. Ook grote partijen als de Cruyff Fundation, de ABN AMRO, de NS, het regionale dagblad: Dagblad van het Noorden en vele andere partijen wilden graag de eigenwijze aanpak ondersteunen waarbij de ruimte voor talent en gezond leven een belangrijke drijfveer was. Zeventien teams zijn in Drenthe druk bezig geweest om zich helemaal te verdiepen in het onderwerp en hebben het met zorg uitgedragen naar ouders en leeftijdgenoten. Ouderavonden over het onderwerp werden beter bezocht dan anders, scholen werden betrokken waar de GGD en VNN nooit komen en het onderwerp en inzet waren regelmatig lokaal en regionaal nieuws en onderwerp van gesprek op school en dorpspleinen. Er is geïnvesteerd in kennis en in houding. Voor het gedrag, maar ook nog kennis en houding zullen we moeten blijven investeren om op termijn gedragsverandering te realiseren. We hebben het onderwerp nadrukkelijk op de agenda gezet! En er is provinciebrede trots over de samenwerking en gezamenlijke aanpak. We hebben jongeren op creatieve wijze weten te bereiken en betrokken om zo nog veel meer jongeren aan te spreken. De jongeren die zijn betrokken zijn trotse ambassadeurs van de boodschap, maar ook talenten die meer op deze manier wil worden betrokken bij onderwerpen die ze aangaan. “Welk project mogen we volgend jaar gaan doen?” We hebben gezien dat samenwerking tussen scholen ook integratie opleverde tussen bevolkingsgroepen die positief gedrag van elkaar overnamen tijdens de intensieve samenwerking. Het is mooi om te melden dat op diverse plekken in Drenthe alcoholvrije activiteiten en feesten zijn georganiseerd en bekende artiesten ook de boodschap deelden. Ook dat de diverse teams mooie filmpjes maakten die goed zijn bekeken en dat ze werden gevolgd via de diverse sociale media. Maar het mooiste resultaat is toch dat we ze hebben aangesproken op hun talent en interesse waarbij zij één werden met
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 16
het onderwerp en een fantastische brug sloegen richting medeleerlingen, de school en ouders. Geleerde lessen -‐ De scholen hadden veel vrijheid bij het invullen van de opdracht. Sommige teams en begeleiders hadden wel graag wat meer houvast gezien: duidelijkheid over kader en opdrachten gelijk in het begin van het traject. Nu was bij de start voor teams nog teveel onduidelijk. Veel ‘spelregels’ zijn gaandeweg bedacht, inherent aan de pilot, maar zorgde voor veel onrust/onduidelijkheid/vragen bij teams en begeleiders. -‐ Ideeën t.a.v. opzet campagne werden als positief beoordeeld, maar vaak bleven die te lang op hoofdlijnen, waardoor er te weinig tijd over bleef voor concretisering. Bijvoorbeeld: als we de opdrachten eerder helder hadden, had de inrichting van de website er op kunnen worden aangepast (filmpjes op de website), en had de invulling van de startbijeenkomst gerichter gekund. -‐ Te lang tijdpad, waardoor de motivatie en aandacht van de teams moeilijk was vast te houden. -‐ Opdrachten waren passend en motiverend, inhoud goed geborgd in deze opdrachten. -‐ Terugkoppeling op en beoordeling van opdrachten had beter gekund (met name strategie). -‐ In bijeenkomsten van de werkgroep en de projectgroep werden veel ideeën uitgewisseld, maar concretisering bleef vaak achterwege doordat acties niet goed.
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 17
Bijlage c: mindmap t.b.v. de uitreiking van de Galjaard communicatieprijs, Utrecht 11 oktober 2012
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 18
Bijlage d: bemensing project Stuurgroep -‐ Eric van Oosterhout (burgemeester gemeente Aa en Hunze, voorzitter tot september 2011) -‐ Rikus Jager (burgemeester gemeente Westerveld, voorzitter sinds september 2011) -‐ Jan Akse, secretaris VDG -‐ Alex Langius (wethouder gemeente Assen) -‐ Myriam Jansen (wethouder gemeente Meppel) -‐ Hellen Massen / Sandra van der Es (KHN) -‐ Ben Lebesque (VNN) -‐ Leontine Vroege (GGD Drenthe) -‐ Johan Koers (Politie Drenthe) -‐ Diana Vredenborg-‐Ruben (nVWA) -‐ Gertjan Wilms (gemeente Emmen) -‐ Nanne Kramer (gemeentesecretaris gemeente De Wolden, agendalid) Projectgroep -‐ Gee Hurkmans (projectleider) -‐ Anne Pinxterhuis (projectsecrtetaris) -‐ Rozemarijn de Kruijf (VNN, voorzitter werkgroep Publiek Draagvlak & Communicatie) -‐ Leontine Vroege (GGD Drenthe, voorzitter werkgroep Vroegsignalering) -‐ Arjen van Leeuwen (van Leeuwen Communicatie, campagnecoordinator) -‐ Antoinette Heijink (Senza Communicatie, communicatieadviseur) Werkgroep Publiek Draagvlak & Communicatie -‐ Rozemarijn de Kruijf (VNN, voorzitter) -‐ Bernadette Klamer (gemeente Meppel) -‐ Jannette van Regteren (KHN) -‐ Juul ten Hove (gemeente Midden Drenthe) -‐ Johan Panneman (gemeente Aa en Hunze) -‐ Leontine Vroege (GGD Drenthe) -‐ Arjen van Leeuwen, van Leeuwen Communicatie) -‐ Marieke de Blok / Antoinette Heijink (Senza Communicatie) -‐ Sanne Dondorff (Senza Communicatie)
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 19
Werkgroep Vroegsignalering -‐ Leontine Vroege (GGD Drenthe, voozitter) -‐ Barbara Brandtner (gemeente Borger-‐Odoorn) -‐ Benny Deems (gemeente Tynaarlo) -‐ Jos Meulman (gemeente Emmen) -‐ Jolique Luscuere (VNN) -‐ Lennart Top (gemeente Assen) -‐ Ellie Nuninga (BJZ Drenthe) -‐ Nelly Everts (BJZ Drenthe) -‐ Ellen Jansen BJZ Drenthe) Werkgroep Regelgeving & Handhaving -‐ Koos de Vos (wethouder gemeente Meppel, voorzitter) -‐ Diana Vredenborg (nVWA) -‐ Kevin de Visser (Politie Drenthe) -‐ Martin Nanninga (gemeente De Wolden) -‐ Marinus Anemaet (gemeente Coevorden) -‐ Angelique Torenvliet (gemeente Hoogeveen) -‐ Francoise Terinathe (gemeente Westerveld) -‐ Hellen Massen (KHN) -‐ Peter Landman (KHN) -‐ Ammy Witteveen (gemeente Assen) Coordinatoren gemeenten -‐ Johan Panneman (gemeente Aa en Hunze) -‐ Rein Broos (gemeente Assen) -‐ Barbara Brandtner (gemeente Borger-‐Odoorn) -‐ Marinus Anemaet (gemeente Coevorden) -‐ Geert Tijms (gemeente De Wolden) -‐ Henk Hobers (gemeente Emmen) -‐ Jaap Gernaat (gemeente Hoogeveen) -‐ Bernadette Klamer (gemeente Meppel) -‐ Juul ten Hove (gemeente Midden-‐Drenthe) -‐ Wieke de Jong (gemeente Noordenveld) -‐ Benny Deems (gemeente Tynaarlo) -‐ Francoise Terinathe (gemeente Westerveld)
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 20
Sponsoren van de campagne
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 21
Eindrapportage Maklukzat -‐ oktober 2012 pagina 22