Eindnotitie samenwerking Orphanage 12 (Kiev) en Kompaan en De Bocht Periode 2004 - 2014 “ Het avontuur aangaan, samen leren van de verschillen” 1. Inleiding. Op initiatief van de Stichting Oekraïne Kiev Utrecht (OeKU) is in 2004 een eerste uitwisseling tussen Orphanage 12 (weeshuis voor kinderen) vanuit Kiev en het toenmalige Kompaan georganiseerd in de vorm van een studiebezoek van een aantal medewerkers va uit Kiev aan onze organisatie. Verkennend en onderzoekend werd besloten tot een samenwerkingsverband waarin trainers, vanuit een vraaggerichte en dialooggestuurde aanpak, een trainingsprogramma verzorgden voor de medewerkers van het internaat. In het navolgende vindt u onder 2. Projectperiode 2004 – 2012 een terugblik. Na deze projectperiode is een nieuw programma rondom jongerenuitwisseling / jongerenparticipatie ontstaan. Een terugblik hierop vindt U onder 3. Projectperiode 2012-2014. Met deze notitie sluiten we een periode van samenwerking met eerder genoemde partners af. Vervolgens sluiten we af met de afronding van de projecten en de keuze om hulp aan de jeugdigen in de Oekraïne als het goede doel te kiezen voor 2014. 2. Projectperiode 2004 – 20012.
Begin 2004 bezocht een groep medewerkers van het kindertehuis uit Kiev een aantal groepen binnen Kompaan en De Bocht. Naast alle informatie die verteld werd over de manier van werken in de behandelgroepen, waren zij het meest geraakt door de positieve wijze waarop onze pedagogisch medewerkers omgingen met de opgenomen jeugdigen en de toepassing van het competentiegericht werken. In oktober 2014 bezochten Paul van Rooij (gedragswetenschapper) Wendy Maas (pedagogisch medewerker) en ondergetekende het kinderweeshuis in Kiev. Onze kennismaking met de situatie waarin 120 kinderen (echte weeskinderen en sociale wees kinderen, die staatsopvoeding kregen) was overweldigend. Grote kinderzalen, geen privacy, geen contact met ouders, wanneer die er waren, 16 jaar zelfstandig op kamers, onvoldoende financiën, werkers werden moeder genoemd, veel controle op naleving staatsregels, weinig speelmogelijkheden, streng onderwijs enerzijds. Anderzijds zeer bevlogen en betrokken medewerkers, bijna vrijwilligers, hoog opgeleid tegen een laag salaris (een psychiater verdiende 100 euro per maand), lange werkdagen, onderwijs geven en groepen leiden, lange werktijden en altijd beschikbaar voor de kinderen. En een grote bereidheid om het werk beter te doen en op zoek naar vernieuwing en verbetering van de zorg voor de kinderen. In overleg met elkaar werd in kaart gebracht wat Kompaan en De Bocht zou kunnen betekenen om een bijdrage te leveren aan de gewenste ontwikkeling. Na terugkomst werden deze bevindingen in kaart gebracht en besproken met het Team Inhoudelijke Ondersteuning onder meer bestaande uit Sjaak Bons, Theo Kuppers en Joost Geurts. Op grond hiervan werd in overleg met Oeku een projectplan uitgewerkt.
1
2.1. De opzet In het gezamenlijke projectplan kwamen de volgende thema’s centraal te staan: 1. het meer individueel werken met kinderen 2. het competentiegericht werken met kinderen 3. het betrekken van ouders, verzorgers of andere opvoeders bij de plaatsing in het internaat d.m.v. het systeemgericht werken 4. de rechten van het kind 5. aandacht voor cliëntparticipatie Het idee ontstond voor een ‘train de trainer’ programma waarin trainers de sleutelfiguren van de Orphanage zouden opleiden. Het respectvol benaderen van de mogelijkheden en wensen van de mensen uit Kiev mag achteraf als het meest fundamentele en succesvolle element gezien worden. In plaats van dat wij bepaald hebben wat de thema’s zijn, hebben de collega’s uit Kiev goed gekeken naar wat voor hen belangrijk en bruikbaar was. Geen moment heeft men de indruk gekregen of is de indruk gewekt dat wij vanuit Nederland wel eens even zouden bepalen ‘wat goed voor hen is’. Een dialooggestuurde discussie leidde tot een perfecte samenwerking en uitwisseling, vanuit ieders eigen kracht. Tijdens de verschillende werkbezoeken is een trainingsprogramma uitgevoerd en de implementatie ervan in de praktijk begeleid. De stichting Oeku stelde zich garant voor de reis en verblijfskosten en onze organisatie stelde haar medewerkers in staat onder werktijd het trainingsprogramma in Kiev en Nederland uit te voeren. Zijn de doelen zoals we die samen opgesteld hebben daadwerkelijk verwezenlijkt? Zijn we geslaagd in onze opzet goed aan te sluiten op de vragen vanuit het kinderweeshuis ? Hebben we fundamenteel bijgedragen aan de methodische ontwikkelingen en hebben onze collega’s van het internaat iets gehad aan de wijze waarop we onze kennis en ervaring overgedragen hebben? 2.2. De werkbezoeken .
We waren onder de indruk van de wijze waarop het internaat moest roeien met de riemen die men had en schrokken we ook wel van de verhalen en (on)mogelijkheden om adequaat hulp te kunnen verlenen aan deze kwetsbare kinderen, jongeren en ouders van het Orphanage. Al gauw hebben we “Nederland” losgelaten en wat dan vooral opvalt, is de onvoorstelbare veerkracht en gedrevenheid van onze collega’s in Kiev. De sterke wil en het doorzettingsvermogen waarmee men alledaagse problemen en situaties aanpakt, riep bewondering op en tevens het gevoel een bijdrage te willen leveren aan een methodische ontwikkeling binnen het internaat. De trainers kozen voor een benadering vanuit respect, duidelijkheid en soms ook de confrontatie. De medewerkers van het internaat bleken uitstekend in staat een vertaling te maken naar de eigen situatie en keuzes te maken in datgene wat ze echt wilden gebruiken Twee theoretische stromingen stonden centraal, nl. het competentiegericht en het systeemgericht werken. Mede als gevolg van de werkbezoeken, de methodiektrainingen, de onderlinge uitwisseling en discussies werden kinderen, ouders, netwerk anders benaderd én er werd veel beter gekeken naar wat het individuele kind nodig heeft. De gewenste beroepshouding en bejegening van de werker naar de cliënten kreeg volop aandacht. De taalbarrière bleek geen beletsel hetgeen vooral te danken was aan de voortdurende aanwezigheid van tolken, zowel in Nederland als tijdens de bezoeken aan Kiev. 2.3. De opbrengst en de resultaten. Het project heeft voldaan aan de doelstellingen. Het “train de trainer” programma heeft een bijdrage geleverd aan de fundamentele koerswijziging binnen het internaat, waarin het kind en zijn vraag
2
centraal is komen te staan en waar een onomkeerbare ontwikkeling in gang is gezet door ouders / het netwerk te betrekken bij het wonen van het kind op het internaat. Koos men eerder voor een groepsgerichte, algemene aanpak, nu is er specifiek ruimte voor het individuele kind met zijn of haar mogelijkheden en kijkt men meer naar datgene wat het kind wel kan i.p.v. wat het allemaal niet kan. We hebben gezien en ervaren dat het medische model op de achtergrond raakte en het kind in zijn of haar kracht beter gezien wordt. Men werkt aan het stimuleren van de mogelijkheden van het kind en het versterken van zijn netwerk. Inhoudelijke uitgangspunten en principes leiden hierdoor naar organisatorische aanpassingen i.p.v. andersom. Er is een frisse methodische wind door het internaat gaan waaien hetgeen o.a. resulteerde in het afscheid nemen van een aantal medewerkers die in deze beweging niet mee konden of wilden. Puntsgewijze opsomming van de verschillende resultaten (in een willekeurige volgorde). o Het algemene niveau van kennis over methodieken is substantieel verhoogd. o De Orphanage heeft eigen keuzes gemaakt in datgene wat men wil gebruiken of nodig heeft. o Verschillende methodische principes zijn vertaald naar nieuw beleid en veranderingen op de groepen, zoals het levensboek, de dagelijkse structuur / routine, het verticaal samenstellen van de groepen, het creëren van een familieruimte voor het faciliteren van bezoek, het gericht scheppen van gezellige leefruimtes, het stimuleren van de zelfstandigheid bij kinderen (takenrooster), het denken vanuit ontwikkelingstaken, taken en vaardigheden en het kunnen hanteren van nieuwe technieken zoals gedragsinstructies. o Drie sleutelfiguren binnen de Orphanage hebben een centrale plaats en borgen de nieuwe methodische inzichten. o Fundamentele, onomkeerbare verandering heeft plaatsgevonden in het feit dat het kind niet meer los gezien wordt van zijn ouders. De principes van het systeemgericht werken zijn inmiddels behoorlijk diep verankerd. Letterlijk wordt gezegd: “als je het kind neemt, moet je ook de ouders zien”. Een groot verschil met ‘vroeger’ toen ouders toch vooral als lastig en problematisch gezien werden of zelfs als niet bestaand. o Orphanage nr. 12 ervaart de trainingen als een ‘enorme push’ in de goede richting. Men slurpt de nieuw verworven kennis op, oefent met nieuwe vaardigheden en technieken waardoor het werk leuker, uitdagender én interessanter wordt. o Orphanage nr. 12 heeft een eigen bejegeningprofiel c.q. gedragsprofiel gemaakt voor de opvoeder binnen het internaat. o De wijze van analyseren is veranderd. Ging men eerder uit van datgene wat er niet was en wat niet goed ging, nu denkt men vanuit krachten en mogelijkheden. Men heeft gekozen voor een intensieve, positieve aanpak en benadering op individueel niveau. o In de trainingen hebben de medewerkers van het internaat activerende technieken aangereikt gekregen voor vormen van teambespreking, teamvergadering, intervisie en deskundigheidsbevordering. Het begrip ‘empowerment’ heeft meer inhoud gekregen. o De samenwerking tussen Orphanage 12 en Kompaan en De Bocht is ook gebruikt voor vormen van consultatie op personeelsbeleid, het omgaan met specifieke doelgroepen zoals psychiatrische patiënten of het omgaan met weerstand tegen nieuw beleid binnen het internaat. Voor de medewerkers van onze organisatie hebben de werkbezoeken, bijeenkomsten en trainingen ook tot resultaten geleid. o We hebben ervaren dat we in Nederland toch meer en meer lijken door te schieten naar vormen van bureaucratisering, procedures, voorwaarden, regelgeving en beleidsinstructies. We hebben gezien dat de werkers in de Orphanage hier creatief mee omgaan evenals met het omgaan met beperkte financiële middelen. o Een belangrijk resultaat is dan ook geweest bewustwording en erkenning van begrippen als enthousiasme, persoonlijk engagement en hart voor de zaak. Hier hebben we veel voorbeelden van gezien in de praktijk. Voorbeelden ook waarbij gewerkt werd vanuit het hart en er met improviseren en met beperkte middelen grote resultaten werden bereikt. Een
3
o
o
belangrijk voorbeeld hierin is het Supportcentrum van en voor vertrokken jongeren uit de Orphanage(s) die opgezet is vanuit Orphanage 12 als een Non Profit Organisation. Hierover straks meer. Het begrip “volwassenheid” en daaraan gekoppeld de eigen verantwoordelijkheid van de jeugdige hebben we vanuit een andere cultuur met nieuwe ogen mogen bekijken. In de Oekraïense cultuur krijg je op jonge leeftijd ( met 16 jaar) dat wil zeggen na het vertrek uit het kinderhuis, al veel eigen verantwoordelijkheden. De jongere moet het dan voor een stuk zelf uitzoeken en op eigen benen staan. Dit lukt hem vaak niet en de jongere valt tussen wal en schip. In deze leemte is de eerder genoemde NGO gaan staan: een private organisatie van enkele werkers samen met vertrokken jongeren die de stap naar volwassenheid willen ondersteunen op diverse manieren. Invloed op het eigen relativeringsvermogen: waar maken wij ons in Nederland soms druk over……..? Op een aantal vlakken hebben we gezien dat de jeugdigen en de hulpverleners het in Kiev met heel veel minder moeten doen.
Datgene wat we met zijn allen wilden doen, is gedaan. Er is sprake van een structurele ontwikkeling. Orphanage nr. 12 is overeind blijven staan in een hectische Oekraïense samenleving met zijn onstabiele politieke situatie. Meerdere weeshuizen hebben kennisgenomen van de nieuwe werkwijze door een werkconferentie in 2009 en een enkel tehuis past dezelfde principes toe. Aan deze werkconferentie namen Sjaak Bons, Joost Geurts en Kees van den Broek deel. Na 5 jaar uitwisseling herkende Kees het tehuis bijna niet meer. Er waren gesprekskamers voor ouders, slaapzalen, die veranderd waren in slaapkamers (privacy) en bekende lijstjes van de overgenomen methodieken waren zichtbaar. Binnen de Oekraïense verhoudingen is de tendens te streven naar sluiting van alle internaten en het stimuleren van de Pleegzorg. Dit gebeurt echter op zo’n grote schaal dat er veel negatieve effecten opstreden (zoals geen of onvoldoende screening, extreem grote pleeggezinnen zonder toezicht of begeleiding). Orphanage 12 is anno 2014 omgebouwd tot een z.g. schoolinternaat. 3. Projectperiode 2012 -2014 Vanuit Kompaan en De Bocht is samen met Stichting OeKU, Orphanage nr. 12 en het supportcentrum het project 2004-2012 geëvalueerd en afgerond. Uit dit project is een nieuw programma rondom jongerenuitwisseling / jongerenparticipatie ontstaan. Gaandeweg het project 2004 – 2012 werd duidelijk dat de jeugdigen zelf meer betrokken wilden worden bij het project. Dit heeft er in geresulteerd dat er in diezelfde projectperiode ( in 2009 en 2010) over en weer ook jongeren mee gedaan hebben aan de uitwisseling. Omdat de ervaringen zowel voor de Oekraïense jongeren als de Nederlandse jongeren zeer positief en ondersteunend waren, is er voor gekozen om deze uitwisseling te continueren. Bij deze vervolguitwisseling heeft Kompaan en De Bocht samenwerkt met de stichting Zorgbelang m.n. de Participatie Werkplaats Tilburg. De samenwerkingspartners in de Oekraïne zijn Orphanage 12 en het eerdergenoemde supportcentrum. OeKU is faciltator gebleven van deze uitwisseling. Leden van de Cliëntenraden en andere jongeren vanuit Kompaan en De Bocht alsook het jongerenpanel van de participatiewerkplaats hebben deelgenomen aan deze uitwisseling. 3.1. Bezoek aan Kiëv 2012 In 2012 zijn er vanuit Tilburg 8 jongeren met begeleiding voor een week naar Kiëv geweest. Doel van het programma was ontmoeting met Kiëvse jeugdigen en van hieruit leren van elkaar. Het programma bestond uit samen dingen doen, ervaringen uitwisselen over de hulpverlening en jongerenparticipatie,, samen culturele bezoeken plegen. Dit bezoek heeft grote indruk gemaakt op zowel de Nederlandse als de Oekraïense jongeren. Veel inspiratie rijker, moe en voldaan zijn de Nederlandse jongeren en hun begeleiders weer teruggekeerd naar Nederland. Deze jongerenuitwisseling is mede mogelijk
4
gemaakt door een subsidie van Youth in Action. Sergey Terno uit Kiev schreef na het vertrek “Het was leuk enkelen van hen in mijn appartement te hebben. We spraken over de uitdagingen die jongeren in Oekraïne en in Nederland tegenkomen en ik was verbaasd te horen dat het leven voor een jongere in Nederland ook moeilijk kan zijn. Sommige vertelden bijvoorbeeld dat hun woonruimte kleiner is dan de mijne. We hadden een heel gezellige tijd en maakten veel grappen. Het waren gewone mensen net als ik en het was leuk hen te ontmoeten”. Lena: “We spraken over de sociale problemen in beide landen, over politiek en onze dagelijkse problemen. Dit soort uitwisselingen zijn voor ons heel belangrijk, want in ons land wordt er niet voldoende gepraat over zaken. Onze Nederlandse vrienden hebben meer ervaring met en kennis over discussies tussen jongeren onderling en uitwisselingen en ze kunnen op dit gebied veel met ons delen”. 3.2. Bezoek aan Tilburg 2014. In mei 2014 zijn er vanuit de Oekraïne zeven jongeren met begeleiding naar Tilburg gekomen. Dit zijn jongeren opgegroeid in verschillende weeshuizen verspreid over de Oekraïne, waarvan er sommigen in het huidige oorlogsgebied liggen ( Ludansk, Donetsk) . Oorspronkelijk zouden er ook twee jongeren uit de Krim bij zijn. Door de politieke situatie was het hun niet mogelijk mee te komen en werd hun plek door anderen uit Kiev ingenomen. In de loop van de week zijn er inhoudelijke bijeenkomsten en ontmoetingen geweest met cliënten en werkers van Kompaan en De Bocht en het jongerenpanel van Zorgbelang. Daarnaast zijn er ook een aantal ontspannende activiteiten georganiseerd waaronder een bezoek aan de Beekse Bergen, Amsterdam en Zeeland. Ella schrijft ons later: “dat we naar de zee gingen vond ik geweldig. De wind was heel sterk. Ik rende van het duin naar beneden en had het gevoel dat de wind me bijna optilde. Dit was zo mooi en romantisch. Zo’n emotie had ik nog nooit gehad maar ik had er wel altijd van gedroomd”. Bij het bezoek was hun gemoed bezwaard door de oorlog die nu plaats vindt in de Oekraïne. De gebeurtenissen in Slavjansk, Odessa en Donetsk, terwijl zij hier waren, raakten hen diep, ieder op eigen wijze. Met elkaar hadden ze deze week de afspraak om de politieke situatie van thuis niet te bespreken. In de groep liggen er heel verschillende visies en gevoelens over wat er nu gebeurt in de Oekraïne. Van deze week nemen ze mee dat er hier tolerantie is en dat er respect kan en mag zijn voor verschillen. Ze hebben dat hier ervaren en hopen dat levend te houden als ze ieder weer thuis zijn op hun eigen plek. Zoals ze het zelf op het eind zeiden: “ Thank you for an experience of a lifetime! You gave us a chance to see a new world, a new life, make new friends, feel new emotions, learn many new things. We will never forget it! Dank you wel !!!” 4. Afronding projecten Duidelijk is dat de beschreven projecten gestopt en afgerond zijn. Projecten zijn immers eindig. Deze eindnotitie markeert nadrukkelijk de afronding van beide projecten en projectperiodes. In die zin is het op zijn plaats hier de betrokken organisaties en alle betrokken medewerkers én jongeren te bedanken voor hun moed én inzet deel te nemen aan dit “avontuur”. Zoals eerder gezegd, we zijn het avontuur aangegaan en hebben allen – ieder op eigen wijze – geleerd van de verschillen. We hebben de courage – de moed vanuit het hart – gehad om verder te kijken dan onze eigen vanzelfsprekende praktijken. In de Nederlandse situatie bevinden wij ons nu wat de hulpverlening betreft in de beweging van transitie . Het oude loslaten en nog niet weten wat het nieuwe zal zijn. Dit geeft onrust, ongemak en ook kansen. De participatiemaatschappij die zich aandient en van ons vraagt zich daartoe te verhouden. Als Kompaan en De Bocht hebben we ons afgevraagd wat wij nog kunnen en willen betekenen voor onze samenwerkingspartners in de Oekraïne: Orphanage 12 en het NGO Supportcentrum.
5
Kunnen en willen wij nog iets betekenen voor de kwetsbare jeugdigen aldaar vanuit de samenwerking en contacten die er tot nu toe geweest zijn? Afgesproken is met Stichting Oeku dat Kompaan en De Bocht bereid is om mee te werken aan nieuwe projecten in Kiev c.q. de Oekraïne, wanneer hier behoefte aan is. In het Oekraïense bevindt men zich nu persoonlijk en qua hulpverlening in een oorlogssituatie. Deze oorlog heeft onmiddellijk impact voor de vertrokken jongeren en hun kansen. Zij staan al bij voorbaat kwetsbaarder in dit oorlogstumult en dit toont zich ook in de berichten die we vanuit de laatste jongerenuitwisseling krijgen: verlies van werk, vluchten naar een andere plek, angst om het eigen bestaan, dreigende dakloosheid en slechte (medische) zorg. Het minste wat we nu kunnen doen is om een financiële bijdrage te leveren voor de getroffen jongeren in de Oekraïne.
We weten zeker dat deze bijdrage heel goed wordt besteed en toekomt aan de zorg voor deze kinderen en jongeren. Dus doe mee !!!!!!!!!!!!!! Mede namens , Kees van den Broek; Sectormanager K&DB Bogdan Bashtovyi; Orphanage 12 & Supportcentrum Lies van Weezel; Stichting Oekraïne Kiev Utrecht Sjaak Bons en Joost Geurts; K&DB Team Inhoudelijke Ondersteuning:
6