Eindmonitor spoorproject Bunnik, openbare versie Inleiding HET SPOORPROJECT IN BUNNIK EN DE ROL VAN DE OMGEVINGSMONITOR Bunnik is een dorp dat nu aan het einde van een grootscheepse verbouwing van de spoorzone zit. Er werden bijna tegelijkertijd zowel een auto-‐onderdoorgang, als een langzaamverkeertunnel gebouwd bij het station. Daarnaast wordt de openbare ruimte (met name de parkeergelegenheden) aangepast. Dit beïnvloedt de bewoners en ondernemers in hun dagelijkse doen en laten. Op initiatief van ProRail zijn de inwoners van de gemeente Bunnik (inclusief Odijk en Werkhoven) in het najaar van 2014 via een brief uitgenodigd om deel te nemen aan de omgevingsmonitor over de ontwikkeling in het stationsgebied. De omgevingsmonitor vroeg aan bewoners en ondernemers wat door de omgeving gewaardeerd wordt, wat men als bijzonder hinderlijk ervaart, waar men zich zorgen over maakt en hoe men betrokken en geïnformeerd zou willen worden. In april 2015 zijn de resultaten van deze eerste omgevingsmonitor openbaar gemaakt. Zie voor de openbare versie www.prorail.nl/bunnik. Met deze monitor, uitgevoerd aan het begin van het bouwproces in 2014 (uitgevoerd 26 september tot 14 oktober 2014), is een analyse gemaakt van de hinderbeleving, risicoperceptie en communicatiebehoefte van de bewoners van Bunnik. 302 respondenten hebben de moeite genomen de omgevingsmonitor in te vullen. Naar aanleiding van de resultaten van de monitor is onder andere de communicatie over het bouwproces en de hinder geïntensiveerd en gevisualiseerd, is er een communicatiekalender opgesteld met meer interactie met de bewoners en is er (via de gemeente) een onderzoek uitgevoerd naar de waarde van de woningen in het spoorgebied. Ook is afgesproken om ongeveer een jaar na de eerste monitor een herhaling van het onderzoek uit te voeren. Het resultaat van die herhaling (vanaf nu eindmonitor te noemen) ligt voor u. HOE IS DE MONITOR UITGEZET EN WAT WAS DE RESPONS? De inwoners van Bunnik zijn via een brief uitgenodigd om deel te nemen aan de monitor. Er was gelegenheid tot deelname van 26 augustus tot en met 22 september. Men kon meedoen via internet of men kon telefonisch een schriftelijke vragenlijst bestellen die werd thuisgestuurd. Doelstelling was om in totaal 150 respondenten te krijgen. De respondenten zijn ingedeeld in twee groepen. Wijk 1 waren de bewoners/ondernemers die in de buurt van de twee spoorprojecten wonen (dus zowel de snelverkeertunnel als de langzaamverkeertunnel): Groenenweg
0-‐120 + 23-‐33 + 128-‐172
Provincialeweg
75-‐83 en 78-‐98
Runnenburg
2-‐36 en 1-‐11
Maatschapslaan
Geheel 1
Regulierenring
Geheel
Deken Heinenstraat
Geheel
Johan de Kruijfstraat
Geheel
Huib van de Vechtlaan
Geheel
Engweg
Geheel
Spoorstraat
Geheel
Dominee Pasmastraat
Geheel
Arie van de Heuvelstraat
Geheel
Zuster Spinhoevenlaan
Geheel
Jan Oostendorpstraat
Geheel
Wijk 2 zijn alle overige bewoners en ondernemers.
Verantwoording In totaal hebben 193 mensen deelgenomen, minder dan de vorige keer (toen was het 302) maar nog altijd boven het streefgetal van 150. Uit wijk 1 hebben in totaal 27 bewoners en ondernemers deelgenomen, uit de overige wijken waren dat er 166. De verdeling qua geslacht en leeftijd en de verdeling in wijk 1 en wijk 2 zijn vergelijkbaar met de vorige monitor. In deze rapportage vergelijken we dan ook iedere keer de resultaten van monitor 1 met monitor 2. In het gehele onderzoek is de vijfpuntsschaal als score-‐instrument gebruikt, met daarbij steeds de mogelijkheid om een toelichting te geven. Deze toelichtingen zijn gecategoriseerd en de in deze rapportage genoemde quotes zijn exemplarisch voor de antwoorden in die categorie. In dit rapport zal de term langzaamverkeertunnel gebruikt worden voor de fietstunnel en de term snelverkeertunnel zal gebruikt worden voor de autotunnel verderop in het weiland. Bij alle vragen hebben we gekeken naar het algemene beeld (dus onder alle respondenten) en een onderscheid gemaakt (indien relevant en aanwezig) tussen de antwoorden van wijk 1 (het directe invloedsgebied zoals door ProRail aangegeven) en wijk 2. Voor deze eindmonitor kijken we ook naar het verschil (indien opvallend) tussen de antwoorden van de eerste monitor en deze laatste. Omdat het hier een eindmonitor betreft hebben we ervoor gekozen om bepaalde vragen (over de kwaliteit van de communicatie, het vertrouwen in de diverse partijen en of men tijdig, begrijpelijk en compleet geinformeerd was) op te splitsen. Dat maakt de vergelijking met de resultaten van de eerste monitor niet helemaal kloppend, maar we vonden het onderscheid toch te interessant om niet mee te nemen. Bij een volgend project zullen we deze vragen meteen als aparte vraag formuleren.
2
Samenvatting resultaten Draagvlak Ruim 80% van de respondenten vond en vindt dat de aanpassingen in het spoorgebied voor Bunnik een goede zaak zijn (score 4 of 5). Minder verkeer in het dorp wordt nog steeds als positief gezien, net als de verbeterde veiligheid door het verwijderen van de spoorwegovergang. Ook verwacht men een betere doorstroming. Er zijn ook kritische geluiden. Op de vraag ‘wat vind u van deze ontwikkeling voor u als bewoner?’ antwoordt men ook heel positief. Zowel de vorige als deze monitor vind 75% dit een goede tot zeer goed ontwikkeling. In wijk 1 is men positiever geworden, in wijk 2 is men iets minder positief geworden. Als we kijken naar de toelichting die respondenten geven dan lijkt het dat de direct omwonenden nu zicht krijgen op het eindbeeld en hopen dat dat inderdaad voor hen een verbetering oplevert in wooncomfort (auto voor de deur kwijt kunnen, veiligere speelomgeving voor kinderen) en dat de respondenten iets verder weg toch ook de nadelen ervaren (langere reistijd, andere busroute, juist meer kans op verkeer door het dorp) naast positieve effecten als betere fietsstallingen en niet meer wachten voor dicht spoor. Het aantal ondernemers dat heeft meegedaan is in de huidige monitor, net als in de vorige monitor, klein(3). Het is dus niet gelukt dit aantal deelnemende ondernemers te vermeerderen. Hinder, begrip voor hinder, risico’s en bezorgdheid De ervaren hinder bleek kleiner te zijn dan de verwachte hinder. Bij de eerste monitor verwachtte 16% van de deelnemers veel tot zeer veel hinder en 52% zeer weinig tot weinig hinder. Bij de tweede monitor bleek maar 5% veel tot zeer veel hinder te hebben ervaren en heeft 84% zeer weinig tot weinig hinder ervaren. In wijk 1 was de score, zoals te verwachten, iets minder positief maar nog steeds een stuk beter dan verwacht. Bij de eerste monitor verwachtten 20% van de deelnemer veel tot zeer veel hinder en 41% zeer weinig tot weinig hinder. Bij de tweede monitor bleek maar 12% veel hinder te hebben ervaren en heeft 73% zeer weinig tot weinig hinder ervaren. In de top 5 van type hinder die men ervaren in wijk 1 heeft staan geluidsoverlast, verkeeroverlast door bouwverkeer, slechte bereikbaarheid en parkeerproblemen bij/van het station en troep en stofoverlast. De hinder was bij elke categorie, met uitzondering van troep en stofoverlast, veel lager dan verwacht. In wijk 2 staan, van hoog naar laag, verkeersoverlast door bouwverkeer, geluidsoverlast, slechte bereikbaarheid van het station, stofoverlast en parkeerproblemen bij het station in de top 5. De ervaren hinder was hier overal lager dan de verwachte hinder. Hinder werd, in de vorige monitor, vooral verwacht op het gebied van verkeer. Verkeersoverlast door bouwverkeer werd in wijk 1 door 49% van de respondenten verwacht, en bleek in de huidige monitor bij 18% ook daadwerkelijk hinder te geven. Slechte bereikbaarheid en parkeerproblemen bij/van het station werd door 32% verwacht en bleek bij 18% hinder te geven. Opvallend is nog om te zien dat de verkeersoverlast door slechte bereikbaarheid vorige keer nog van 1/3 van de respondenten een zorg was, en nu met 5% uit de top 5 is verdwenen. Ook in wijk 2 bleek de hinder door verkeersoverlast kleiner van verwacht. Verkeersoverlast door bouwverkeer was 41% van de respondenten en is nu 34%. Slechte bereikbaarheid van het station was bijna de helft van de respondenten, dit is nu 7%. Parkeerproblemen bij het station (zowel auto als fiets) was 29% en is nu 5%. Het aantal mensen in wijk 1 dat veel tot zeer veel begrip heeft voor de hinder is wat gegroeid in wijk 1, maar gedaald in wijk 2. Het aantal mensen dat geen begrip heeft voor de hinder, is in beide wijken gegroeid. In wijk 1 van 2% naar 8%, in wijk 2 van 3% naar 13%. 3
In wijk 1 zijn de zorgen over de risico’s van het project gedaald. Het percentage dat zich erg tot flink bezorgd maakt is gedaald van 11% naar 4%. Men maakt zich zorgen over cosmetische schade aan het huis, verzakkingen, waardedaling van de woning, schade door grondwaterproblemen en schade aan de omgeving. In wijk 2 is het percentage mensen dat zich grote of zeer grote zorgen maakt juist erg gegroeid (van 7% naar 22%). Men maakt zich zorgen over schade aan de omgeving (tuin, stoep), schade door grondwaterproblemen en cosmetische schade aan het huis. Communicatie De vorige keer scoorde het project voor de kwaliteit van de communicatie 42% op ‘goed tot zeer goed’. Deze keer waren de scores als volgt: 1. 2. 3. 4.
ProRail scoort bij 66% goed tot zeer goed Gebr. De Koning langzaamverkeertunnel scoort bij 52% goed tot zeer goed Gebr. De Koning snelverkeertunnel scoort bij 46% goed tot zeer goed Gemeente Bunnik scoort bij 38% goed tot zeer goed
De kwaliteit van de communicatie is dus, met uitzondering van de gemeente Bunnik, gestegen voor de partijen. Het is niet helemaal terecht om de cijfers van vorige keer te vergelijken met deze keer omdat toen geen onderscheid is gemaakt tussen de partijen en er alleen gevraagd is naar de waardering van de projectcommunicatie. In wijk 1 scoort vooral Gebr. De Koning – langzaamverkeertunnel erg hoog met 84% van de respondenten die de kwaliteit van de communicatie hoog tot zeer hoog waardeert. Gebr. De Koning – snelverkeertunnel scoort in wijk 1 bij 72% van de respondenten hoog tot zeer hoog. 66% van de respondenten scoort de communicatie van ProRail als hoog/zeer hoog. Door 52% van de respondenten uit wijk 1 wordt de communicatie van de gemeente Bunnik als goed tot zeer goed ervaren. In wijk 2 is de volgorde anders. Hier haalt ProRail de hoogste score goed tot zeer goed (63%), gevolgd door Gebr. De Koning – langzaamverkeertunnel (46%), Gebr. De Koning – snelverkeertunnel (42%) en de gemeente Bunnik (34%). Samengevat scoren alle partijen in wijk 1 veel hoger op communicatie dan in wijk 2. Voor wijk 1 zijn de Bewonersbrief ProRail, huis-‐aan-‐huisbladen, kijken bij het project tijdens de aanbreng tunneldek en de website van ProRail de beste bronnen van informatie. Voor wijk 2 zijn dit dezelfde bronnen, maar dan in andere volgorde. Hier scoren de huis-‐aan-‐huis-‐bladen het hoogst, gevolgd door de bewonersbrief van ProRail, het kijken bij het project en de website van ProRail. In de vorige monitor was 29% het eens tot zeer eens met de stelling “ik ben tijdig, begrijpelijk en compleet geïnformeerd over risico’s en hinder”. In deze monitor zien we dat ‘tijdig’ nu gestegen is naar 65%, begrijpelijk naar 58% en volledig naar 55%. Aan de onderkant was vorige keer nog 13% ontevreden, nu is dat percentage gedaald naar 5% (consistent over alle drie de aspecten). Hier heeft dus een verbetering plaatsgevonden, deze verbetering is sterker in wijk 1 dan in wijk 2. Het is gelukt om hier met meer en actievere risico-‐ en hindercommunicatie een omslag te bewerkstelligen. Bij de specifieke communicatiemiddelen worden zowel het stripverhaal (76% middel goed of heel goed), de bewonersbrieven (75% goed tot zeer goed) en de bewonersavonden (15 van de 18 mensen goed tot zeer goed) positief beoordeeld. 4
Vertrouwen Bij de 1e monitor kreeg het project veel tot zeer veel vertrouwen van 65% de respondenten. 5% gaf aan weinig tot zeer weinig vertrouwen te hebben. Het vertrouwen in ProRail is in de huidige monitor licht gestegen/gelijk gebleven, het vertrouwen in Gebr. De Koning -‐ langzaamverkeertunnel is bij deze monitor licht gestegen/gelijk gebleven en het vertrouwen in Gebr. De Koning -‐ snelverkeertunnel is bij deze monitor licht gedaald/gelijk gebleven. Bij deze partijen zijn de verschillen met de vorige monitor niet zo groot. Het vertrouwen in de gemeente Bunnik is gedaald ten opzichte van het algemene vertrouwen in de vorige monitor. Ook het percentage dat aangaf weinig of zeer weinig vertrouwen te hebben is bij de gemeente Bunnik (15%) veel groter dan in de vorige monitor. Voor alle partijen is in wijk 1 het vertrouwen veel groter dan in wijk 2. Het vertrouwen in ProRail is bij de huidige monitor licht gestegen/gelijk gebleven ten opzichte van de vorige monitor. 67% van de respondenten geven aan veel tot zeer veel vertrouwen te hebben. 5% gaf aan weinig tot zeer weinig vertrouwen te hebben. In wijk 1 heeft 88% van de respondenten veel tot zeer veel vertrouwen in ProRail en in wijk 2 heeft 63 % veel tot zeer veel vertrouwen heeft in ProRail. In wijk 1 heeft 0% weinig tot zeer weinig vertrouwen in ProRail en in wijk 2 heeft 6% weinig tot zeer weinig vertrouwen in ProRail. Het doel om het vertrouwen in ProRail te handhaven is dus gelukt.
Aanbevelingen Omdat het project bijna is afgerond lijkt het niet erg zinvol om nu nog met aanbevelingen te komen. Toch doen we dat wel omdat deze aanbevelingen ook nuttig zijn voor volgende projecten binnen of buiten de gemeente Bunnik. 1. Op basis van de resultaten van de eindmonitor mogen we de conclusie trekken dat het project op een goede manier geanticipeerd heeft op de wensen van het publiek. De investering in meer communicatie over bouwfasering heeft gewerkt, de communicatie-‐ activiteiten worden beter opgemerkt en enkele zorgenpuntjes lijken van de agenda verdwenen te zijn. Hoewel men erg positief is over de communicatie valt er nog veel te verbeteren in samenhang en diepgang. Zo zouden de bouwfaseringskaarten ook goed zichtbaar moeten zijn op internet en gekoppeld worden aan hinder en andere belangrijke informatie. 2. De communicatie over het project (bouwwerkzaamheden en eindbeeld) in de rest van Bunnik (niet het directe spoorgebied) is iets minder geslaagd. Deze groep mensen heeft minder of geen bewonersbrieven ontvangen, zijn minder of niet naar informatie-‐avonden gegaan en hebben informatie over de bouwfasering en het eindbeeld niet makkelijk tot zich kunnen nemen (het stripverhaal hing immers alleen bij het station). Dat is jammer, want als passant en betrokken burger ziet men toch van alles gebeuren en zou het verstandig zijn ook voor deze groep dezelfde informatie eenvoudig vindbaar en tastbaar te maken (bijvoorbeeld met huis aan huisfolders over de bouwfasering en het eindbeeld, meer stripverhalen in het huis aan huisblad, beter gevulde websites van gemeente en ProRail, enz. 3. Respondenten geven aan dat men op zoek is naar 1 digitaal loket en men ervaart dat informatie verspreid is bij ProRail, de gemeente en de provincie. Dat ene loket is wel,, dat is www.prorail.nl/bunnik of publiekscontacten van ProRail. Het commentaar wordt wel ter 5
4.
5.
6.
7.
harte genomen en er moet dus betere communicatie-‐afstemming plaats vinden tussen ProRail, gemeente en Provincie De vragen over alle specifieke partijen waren voor veel respondenten te diepgaand. Men onderscheidt vaak niet wie precies communiceert of verantwoordelijk is voor hinder. Maar de mensen die wel antwoord gaven hadden wel een duidelijke mening. Het feit dat het team van Gebroeders de Koning autotunnel iets slechter scoort heeft ons inziens ook te maken met het feit dat dit projectteam minder gelegenheid heeft gehad een relatie met de wijdere omgeving op te bouwen. Het bouwterrein was niet geschikt voor een podium tijdens het inschuiven van het tunneldeel, er was geen ruimte gemaakt in de opdracht om meer te doen aan de relatie met de omgeving en fysiek ligt dit project nu eenmaal verder van de dorpskern. Voor een volgend project valt toch aan te bevelen ook bij dit soort projecten te investeren in de relatie met het dorp en ruimte te geven aan de aannemer om hier een vorm voor te vinden. De gemeente en de provincie zou in deze laatste fase van het project best meer zichtbaar mogen zijn omdat de respondenten zich ook zorgen maken over het eindbeeld, het verkeer in het dorp en de regio, enzovoorts. De gemeente ontvangt straks de erfenis en is ervoor verantwoordelijk dat Bunnik een mooi en leefbaar dorp is en blijft. De provincie heeft diezelfde verantwoordelijkheid voor het provinciale wegennet en het beeld van de wijdere omgeving. Misschien kunnen met nog wat kleine puntjes op de i het vertrouwen van meer bewoners in de toekomst en in de gemeente krijgen. Gebruik hiervoor de meedenkkracht van de burgers, organiseer nog eens een brainstorm of een werkbezoek op de belangrijkste plaatsen (zoals bij het busstation, op de te verwachten verkeersknooppunten enz.). Bundel de krachten van provincie en gemeente hieromtrent en leg contact met de bewoners. Voor Gebroeders de Koning (autotunnel): Hoe zit het met de modder op de weg? Is hier een oplossing voor te bedenken of was dit een tijdelijk ongerief? Met de herfst/winter in opkomst is het belangrijk de weg schoon en veilig te houden. Reactie Gebroeders de Koning is dat iedere dag geveegd wordt en dit permanent aandacht krijgt. Mochten burgers toch nog klachten hebben dan adviseert ProRail om publiekscontacten te bellen 0800-‐776 72 45 Het label duurzaamheid heeft wel deels een invulling gekregen via lessen aan scholen en artikelen in vakbladen, maar uit de respons in de monitor blijkt niet dat dit een brede beleving van ‘een duurzame tunnel’ is geland bij de bevolking van Bunnik. Misschien is het een idee om voor de feestelijke opening nog een actie te bedenken? ProRail neemt dit mee bij de plannen voor de opening van de tunnel
6