Jeugdmonitor 12 t/m 18-jarigen 2011 - 2012 Eindhoven Kernpunten
Jeugdmonitor 12- tot en met 18-jarigen 2011-2012
Kernpunten gemeente Eindhoven
GGD Brabant-Zuidoost Sector Gezondheidsbevordering Mieke van Duijnhoven, Marjolijn van Niekerk Februari 2013
……………………………………………………………………………
Leeswijzer Eind 2011 is de Jeugdmonitor afgenomen bij ruim 12.100 12- tot en met 18-jarigen in de regio. In de gemeente Eindhoven hebben 11.144 jongeren de vragenlijst ontvangen. In uw gemeente hebben 4.411 jongeren, schriftelijk of digitaal, gereageerd. De respons was 40%. In de hele regio Brabant-Zuidoost was dit 48%. In de gemeente Eindhoven wonen 15.159 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Dus voor Eindhoven komt elke 1% overeen met 152 jongeren. In dit document met kernpunten beschrijft de GGD eerst de belangrijkste resultaten voor de speerpunten overgewicht, alcoholgebruik, roken, drugsgebruik, seksuele gezondheid, weerbaarheid, psychische gezondheid en lichamelijke gezondheid. Daarmee sluiten we aan bij de thema’s en beleidsaanbevelingen die zijn beschreven in het rapport ‘Op weg naar een gezonder Eindhoven’ (Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011). Percentages voor 2007 kunnen afwijken van de in dit rapport genoemde percentages. Dit komt door herberekening van 2007 percentages op de huidige manier. Vervolgens worden de thema’s sociale participatie, veiligheid, omgaan met geld, spijbelen, internetten en achtergrondkenmerken beschreven. Daarna worden de belangrijkste resultaten voor een vijftal buurtclusters weergegeven. Tot slot geven we aan op welke manier de GGD een advies op maat kan geven naar aanleiding van deze resultaten. Het kan voorkomen dat een verschil tussen 2007 en 2011 niet significant is, in tegenstelling tot het regioverschil. Als het verschil ongeveer even groot is en dezelfde richting uit wijst, bespreken we dit verschil toch. Wanneer we in dit document spreken over verschillen tussen jongens en meisjes of 12- tot en met 15-jarigen en 16- tot en met 18-jarigen betreft het cijfers op regio Zuidoost-Brabant niveau. De regionale resultaten zijn samengevat in ‘Regio kernpunten’. De resultaten van de monitor zijn tevens gebundeld in een tabellenboek en te raadplegen op www.ggdgezondheidsatlas.nl. In het tabellenboek zijn tevens de resultaten op wijkniveau en naar buurtclusters opgenomen.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kernpunten voor de gemeente Eindhoven ………………………………………………………………………………
Overgewicht Twaalf procent heeft overgewicht Twaalf procent van de jongeren in de gemeente Eindhoven heeft overgewicht, inclusief obesitas. Bij 2% is sprake van obesitas. Deze beide percentages liggen hoger dan in de regio. Ten opzichte van 2007 is het percentage jongeren met overgewicht en/of obesitas gelijk gebleven. Ook in de regio is het percentage jongeren met overgewicht en/of obesitas gelijk gebleven (figuur 1). De 16- tot en met 18-jarigen hebben vaker overgewicht dan de 12- tot en met 15jarigen. Nog te veel jongeren bewegen te weinig... De Nederlandse Norm Gezond Bewegen houdt voor jongeren tot 18 jaar in: dagelijks één uur ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit. Aan de jongeren is gevraagd op hoeveel dagen van de week ze minimaal één uur besteden aan lopen of fietsen naar school, gymmen op school, sporten bij een sportvereniging en sporten buiten een sportvereniging om. Driekwart van de jongeren in Eindhoven geeft aan dit minder dan 7 dagen per week te doen, dus slechts 25% beweegt voldoende. Ten opzichte van de vorige meting lijkt er, net als in de regio, sprake van een afname in het aantal jongeren dat onvoldoende beweegt, maar deze is niet significant. Ook in de regio beweegt drie kwart van de jongeren te weinig. Negen procent van de jongeren in de regio sport zelfs nooit. In Eindhoven is dat hoger, 10%. ...maar denken zelf wel genoeg te bewegen Minder vaak dan gemiddeld in de regio maar wel opvallend, is dat 69% van de jongeren in Eindhoven zelf denkt voldoende te bewegen. Dit zijn vooral jongens en jongeren van 12 tot en met 15 jaar. Jongeren zijn dus blijkbaar onvoldoende op de hoogte van de beweegnorm. Meer aandacht voor kennis over voldoende beweging en hoe je dat kunt bereiken draagt bij aan een gezonder beweeggedrag van jongeren. Toch is 36% van de jongeren in Eindhoven van plan om binnenkort meer te gaan bewegen, wat juist vaker is dan in de regio. Echter, dit zijn juist vooral meisjes en 16- tot en met 18-jarigen.
Veel meer jongeren eten niet dagelijks groente Een gezond voedingspatroon is een belangrijke factor in het voorkomen of verminderen van overgewicht. In de gemeente Eindhoven eet 77% van de jongeren niet dagelijks groente. Dit percentage is sterk toegenomen; in 2007 was dit nog 57%. Ook in de regio is de toename groot; van 60% in 2007 naar 79% in de huidige peiling. Overigens eten jongeren in Eindhoven wel vaker groente dan gemiddeld in de regio. Daarnaast eten jongens minder vaak dagelijks groente dan meisjes.
Fruitconsumptie onder jongeren neemt af Maar liefst 76% van de jongeren in Eindhoven eet niet dagelijks fruit en zelfs 87% van de jongeren voldoet niet aan de norm voor fruitconsumptie: 2 stuks fruit per dag. Net als in de regio, eten minder Eindhovense jongeren dagelijks fruit dan in 2007. In 2011 voldoen daarnaast minder Eindhovense jongeren aan de fruitnorm dan in 2007. Ontbijtgedrag is verbeterd De dag starten met een ontbijt is belangrijk en kan helpen bij het voorkomen van overgewicht. Zestien procent van de jongeren ontbijt minder dan 5 keer per week. Ten opzichte van 2007 is dit verbeterd, dit was toen nog 19%. Wel zijn het relatief nog altijd meer Eindhovense jongeren die slecht ontbijten, dan in de gehele regio (13%). Het zijn vooral meisjes en 16- tot en met 18-jarigen die minder dan 5 keer per week ontbijten.
1
Stimuleer een gezonde leefstijl bij jongeren om overgewicht te voorkomen Overgewicht is een belangrijke risicofactor voor onder meer diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en een aantal vormen van kanker. Uit de cijfers blijkt dat het percentage jongeren met overgewicht gelijk is gebleven, maar er wel minder bewogen wordt en minder groenten en fruit gegeten wordt. Het ontbijtgedrag is verbeterd. Overgewicht voorkomen door een gezonde leefstijl te bevorderen is van belang omdat het
moeilijk is eenmaal bestaand overgewicht aan te pakken. Gezien de ernstige risico’s van overgewicht is het raadzaam te blijven inzetten op het bevorderen van een gezond eetpatroon en het stimuleren van bewegen. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Eindhoven’ doet hiervoor suggesties. De toezegging van minister Schippers aan de Tweede Kamer over inzet extra middelen voor bestrijding overgewicht bij kinderen, biedt hiervoor misschien extra mogelijkheden.
………………………………………………………………………………
Alcoholgebruik Alcoholgebruik onder jongeren is nog steeds hoog, maar daalt wel Het alcoholgebruik onder jongeren is al jaren een belangrijk punt van aandacht. De dalende trend in het alcoholgebruik zet door. In 2007 had 55% van de jongeren in Eindhoven wel eens alcohol gedronken. Nu is dat 43%. Ook in de regio is een forse daling te zien; van 61% in 2007 naar 49% in 2011. Ruim één op de drie jongeren heeft recent alcohol gedronken Het percentage jongeren in Zuidoost-Brabant dat in de afgelopen maand (recent) alcohol heeft gedronken is tussen 2007 en 2011 afgenomen van 49% naar 41% (figuur 2). In Eindhoven ligt dit percentage met 35% lager dan in de regio. En net als in de regio, is ook hier een afname te zien sinds 2007 (42% in 2007). In de regio is in de leeftijdsgroep 12 tot en met 15 jaar de daling van het recente alcoholgebruik fors (2007: 23% vs. 2011: 14%). Bij de 16- tot
en met 18-jarigen is dit van 81% gedaald naar 78%. Jongeren starten op latere leeftijd met drinken Steeds meer jongeren houden zich aan de norm ‘geen alcohol onder de 16’. De huidige cijfers laten zien dat 17% van de drinkende jongeren
2
in Eindhoven hun eerste glas dronk op de leeftijd van 12 of 13 jaar. In 2007 was dat nog 34%. Startleeftijd 16 jaar of ouder is gestegen van 12% in 2007 naar 25% nu. Ook regionaal zien we deze verschuiving (figuur 2). Minder ouders van 12- tot en met 15jarigen keuren alcoholgebruik goed De mening van ouders over het alcoholgebruik van hun kind(eren) is belangrijk en kan van invloed zijn op de mate ervan. Opvallend is dat in Eindhoven minder ouders het alcoholgebruik afraden, dan in de vorige peiling (2007: 21% vs. 2011: 18%). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de leeftijd waarop jongeren gaan drinken opschuift. Van de 12- tot en met 15-jarige jongeren in Eindhoven raadt namelijk ruim een derde van de ouders het alcoholgebruik af, ten opzichte van 12% van de ouders van de 16- tot en met 18-jarigen. Uit regiocijfers blijkt dat van de 12- tot en met 15-jarigen die wel eens alcohol drinken, een kwart aangeeft dat de ouders het goed vinden. In 2007 was deze groep met 39% duidelijk groter. Vooral 16-plussers drinken veel Regiocijfers laten zien dat het alcoholgebruik vooral bij de 16- tot en met 18-jarigen fors blijft. Bijna 80% van de jongeren in deze leeftijd drinkt en 52% van de drinkers is recent dronken of aangeschoten geweest. Vijftien procent van de drinkende 16-plussers drinkt wekelijks 20
glazen alcohol of meer. In de afgelopen maand heeft 77% van deze groep bij één gelegenheid 5 glazen of meer gedronken (binge-drinken). Drinkers willen blijven drinken Slechts een kleine groep van de drinkers in Eindhoven is van plan om binnenkort dit gedrag te veranderen. Negen procent geeft aan binnenkort minder te willen gaan drinken en 23% wil binnenkort niet meer dronken worden. In de regio is de groep die minder alcohol wil gaan drinken kleiner dan in Eindhoven. Het zijn vooral de 12- tot en met 15-jarigen die aangeven hun alcoholgebruik naar beneden bij te willen stellen. Blijf in Eindhoven investeren in alcoholmatiging, ook bij de 16-plussers De huidige landelijke, regionale en lokale aanpak heeft zeker een bijdrage geleverd aan de daling van het alcoholgebruik onder de 16 jaar. Gunstige trends, maar jongeren die drinken, drinken nog steeds heel erg veel. Vooral het alcoholgebruik van de groep 16 plus is fors. Voldoende reden om de aanpak van overmatig alcoholgebruik de komende jaren voort te zetten via het project ‘Laat je niet flessen!’ en daarbij ook in te zetten op de 16 plussers. De nieuwe drank- en horecawet die 1 januari 2013 is in gegaan, geeft de gemeente handvatten om de problematiek rondom alcoholgebruik nog beter aan te pakken.
3
………………………………………………………………………………
Roken Veel jonge rokers in Eindhoven In Eindhoven heeft 27% van de jongeren wel eens gerookt. Elf procent geeft aan regelmatig te roken, 6% rookt dagelijks. Deze beide percentages liggen hoger dan gemiddeld in de regio. Ten opzichte van 2007 is het percentage dagelijkse rokers afgenomen (figuur 3). Rokers bevinden zich met name in de oudste groep: 10% van de 16- tot en met 18-jarigen geeft aan dagelijks te roken. Voorkomen dat jongeren gaan roken is belangrijk. Passief roken is fors afgenomen Niet alleen roken is schadelijk voor de gezondheid. Blootstelling aan rook in huis (passief roken) brengt ook gezondheidsrisico’s met zich mee. Steeds meer mensen zijn zich hiervan bewust. Het passief roken is fors afgenomen, regionaal en in Eindhoven. Vierentwintig procent van de Eindhovense jongeren is in de week voorafgaand aan het onderzoek thuis blootgesteld aan rook. Ondanks de afname is dit wel hoger dan het regionale gemiddelde (21%) (figuur 3). Waterpijp roken is populair Van de jongeren in Eindhoven heeft 26% wel eens waterpijp gerookt. Dit percentage is hoger dan in de regio (24%). Wat meer jongens dan meisjes en vooral 16- tot en met 18-jarigen hebben dit weleens geprobeerd. In Eindhoven rookt 6% van de jongeren regelmatig waterpijp. Ook dit is meer dan het regiopercentage (5%).
Rokers willen minder roken of stoppen Rokers lijken zich wel bewust te zijn van hun ongezonde gewoonte. Van de rokende jongeren in Eindhoven gaf 57% aan van plan te zijn om binnenkort minder te gaan roken. Eenenveertig procent van de rokers wil zelfs helemaal stoppen met roken. Beide percentages liggen hoger dan gemiddeld in de regio. De groep die wil stoppen bestaat vooral uit 12- tot en met 15jarigen. Geef aandacht aan de schadelijkheid van roken en voorkom dat jongeren gaan roken Nog steeds roken veel jongeren in Eindhoven. Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Aandacht voor de risico’s blijft nodig en daarbij moet ook de schadelijkheid van de waterpijp worden betrokken. Waterpijp roken is zelfs ongezonder dan het roken van sigaretten. Je krijgt meer rook binnen en het duurt langer. 1 uur waterpijp roken staat gelijk aan 100-200 sigaretten en het binnen krijgen van kankerverwekkende stoffen. Andere gevaren zijn infecties omdat je met meerderen van een pijp gebruik maakt. Voorkom dat jongeren gaan roken en maak jongeren bewust van de risico’s van (waterpijp)roken. Dat kan bijvoorbeeld via lesprogramma’s op scholen (Actie Tegengif en Gezonde School en Genotmiddelen). Vooral de jongere jeugd (12 tot 15 jaar) lijkt nog ontvankelijk om zijn gewoonten te veranderen. Daarnaast kan de gemeente scholen stimuleren om rookvrij te worden.
4
……………………………………………………………………………
Drugsgebruik Afname softdrugsgebruik in Eindhoven In Eindhoven heeft 11% van de jongeren wel eens drugs gebruikt (figuur 4). Dit is meer dan gemiddeld in de regio. De maand voorafgaand aan het onderzoek gebruikte 4% van de jongeren softdrugs (figuur 4). Ten opzichte van de meting in 2007 is hierbij een afname te zien, maar het percentage ligt wel hoger dan het regiopercentage. Ook is het gebruik van XTC/MDMA, amfetaminen en cocaïne afgenomen. Momenteel gebruikt 0,1% paddo’s en 0,2% XTC/MDMA. De percentages voor amfetaminen, GHB, cocaïne en heroïne zijn nihil. In de gehele regio Zuidoost-Brabant is het soft- en harddrugsgebruik in de afgelopen vier jaar afgenomen. Jongens gebruiken vaker wiet of hasj, XTC/MDMA, en paddo’s dan meisjes. Zestientot en met 18-jarigen gebruiken vaker wiet of hasj en harddrugs (met name XTC/MDMA) dan de 12- tot en met 15-jarigen. Drugsgebruik neemt toe met de leeftijd… De regiocijfers laten zien dat 2% van de jongeren tussen 12 en 15 jaar wel eens drugs heeft gebruikt. Bij de 16- tot en met 18-jarigen is dit toegenomen tot 18%. Uit een gezondheidsmonitor die gelijktijdig is afgenomen onder 19 tot en met 24 jarigen blijkt dat 38% van deze groep wel eens drugs heeft gebruikt. Een zelfde toename is te zien als we vragen naar het drugsgebruik in de afgelopen 4 weken. Wat betreft softdrugsgebruik neemt dit toe van 0,7% van de 12-15 jarigen, 5% van de 16-18 jarigen en 11% van de 19-24 jarigen. Bij recent
harddrugsgebruik is het percentage gebruikers bij de 12-18 jarigen laag en is het met name de groep 19-24 jarigen die gebruikt. ...en meer jongens dan meisjes gebruiken Over het algemeen geldt dat vooral de jongens wel eens drugs hebben gebruikt. In de leeftijdsgroep 12 tot en met 18 jaar 10% van de jongens en 7% van de meisjes. Bij de 19- tot en met 24-jarigen is dat 44% van de jongens en 32% van de meisjes. We zien vooral bij softdrugs dat jongens meer gebruiken dan meisjes. Preventie van drugsgebruik is van groot belang Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen en het gebruik ervan is schadelijk voor zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid. Het combineren van alcohol en drugs geeft extra en onverwachte risico’s, deze verschillen per combinatie van middelen en per persoon. Elke drug heeft een risico op misbruik, verslaving en maatschappelijke problemen. Het drugsgebruik onder jongeren blijft toenemen met de leeftijd. Er zijn signalen dat de jeugd steeds makkelijker denkt over drugsgebruik en er daardoor ook vrijer mee omgaat. Het is dan ook van belang te blijven investeren in preventie van drugsgebruik. Het zijn vaak dezelfde jongeren die alcohol drinken, roken en cannabis gebruiken en ander riskant gedrag vertonen. Vanwege deze clustering is naast voorlichting, het versterken van weerbaarheid een goede aanpak. Weerbare jongeren zijn beter in staat een juiste keuze te maken over wel/niet gebruik van genotmiddelen.
5
………………………………………………………………………………
Seksuele gezondheid Bijna één op de vijf is seksueel actief... Vergelijkbaar met de regio heeft 19% van de jongeren in Eindhoven wel eens geslachtsgemeenschap gehad. Regiocijfers laten zien dat deze groep vooral bestaat uit 16- tot en met 18jarigen en voor een klein deel uit de 12- tot en met 15-jarigen. Meisjes hebben op jongere leeftijd voor het eerst geslachtsgemeenschap dan jongens. Zowel in Eindhoven als in de regio is de groep seksueel actieven afgenomen sinds 2007.
eel actieve jongeren (figuur 5). Van deze groep gebruikt bijna driekwart altijd een condoom en ongeveer één op de vijf (vrijwel) nooit. Meisjes hebben vaker onveilig gevreeën dan jongens (67% van de seksueel actieve meisjes vs. 50% van de seksueel actieve jongens). Ook zijn de 16- tot en met 18-jarigen relatief vaker onveilig seksueel actief dan de jongste leeftijdsgroep. Minder jongeren met ongewenste seksuele ervaring In 2007 had 9% van de jongeren in Eindhoven een ongewenste seksuele ervaring (figuur 5). Hieronder verstaan we zoenen, intiem betasten of naar bed gaan. Nu is deze groep nog 6%, maar nog wel groter dan in de regio. Een ongewenste seksuele ervaring komt met name voor in de oudste leeftijdsgroep en dan vooral bij meisjes.
Voorlichting over seksualiteit en gezon-
…en meer dan de helft van hen vrijt onveilig Elf procent van de jongeren in Eindhoven heeft wel eens onveilig gevreeën; dat is minder dat in 2007, maar wel nog steeds 58% van de seksu-
de relaties blijft nodig. Veel jongeren vrijen nog onveilig. Onveilig vrijen kan leiden tot seksueel overdraagbare aandoeningen (zoals HIV , chlamydia, syfilis, gonorroe of herpes) en ongewenste zwangerschappen. Maar seksuele gezondheid gaat ook over prettige en gewenste seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede relationele en communicatieve vaardigheden van belang. Er bestaan goede lespakketten voor het voortgezet onderwijs, zoals Lang Leve de Liefde. Met behulp van dit lespakket kunnen vaardigheden als het kunnen praten en onderhandelen over relaties en veilig vrijen getraind worden. De website www.sense.info biedt veel digitale informatie over seksualiteit.
6
………………………………………………………………………………
Weerbaarheid Vier procent van de jongeren in Eindhoven heeft een lage weerbaarheid Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd met riskant gedrag. In Eindhoven geeft 5% van de jongeren aan onder druk van vrienden dingen tegen de zin in te doen. Bovendien vindt 14% het moeilijk om hulp te vragen als iemand hen lastig valt. Van alle jongeren heeft 4% een lage weerbaarheid (figuur 6). Dit geldt vaker voor meisjes dan voor jongens.
Lage weerbaarheid risico voor negatieve seksuele ervaring Het is van belang dat jongeren kunnen aangeven wat ze wel of niet willen, voor zichzelf kunnen opkomen en hun eigen grenzen kunnen bewaken. Uit regiocijfers blijkt bijvoorbeeld dat jongeren met een lage weerbaarheid vaker een negatieve seksuele ervaring hebben gehad dan jongeren met een hogere weerbaarheid. Eén op de negen jongeren wordt gepest… Pesten op school heeft ingrijpende gevolgen voor diegene die wordt gepest en voor de sfeer
op school. Eén op de negen schoolgaande jongeren in Eindhoven is de afgelopen 3 maanden gepest. Vooral jongeren met een lage weerbaarheid zijn de dupe van pesterijen (28% vs. 9% van de jongeren met een goede weerbaarheid). …maar minder jongeren pesten Jongeren beseffen niet altijd dat bepaalde opmerkingen of gedragingen kwetsend kunnen zijn. Tien procent van de schoolgaande jongeren geeft aan dat ze in de afgelopen 3 maanden anderen heeft gepest (figuur 6). Dit is afgelopen jaren sterk gedaald. In 2007 had nog 15% van de schoolgaande jongeren anderen gepest in de afgelopen 3 maanden. Ook regionaal is het percentage jongeren dat anderen heeft gepest gedaald. Versterk de weerbaarheid van jongeren om eigen grenzen te kunnen bewaken De puberteit is een kwetsbare periode waarin de vriendengroep een belangrijke rol speelt. Het is voor jongeren belangrijk er bij te horen. Je moet dan ook sterk in je schoenen staan om je niet gemakkelijk over te laten halen door je vrienden. Weerbare kinderen zijn beter in staat voor zich zelf op te komen, zodat de kans kleiner is dat zij gepest worden. Ook bezitten weerbare kinderen basisvaardigheden om ondanks druk van de media, vrienden, omgeving of het aanbod verantwoorde keuzes te maken en hun grenzen te bewaken. Er is gezondheidswinst te boeken door weerbaarheid een duidelijke plek te geven via weerbaarheids-en sociale vaardigheidstrainingen. Ook binnen leefstijlprogramma’s op het gebied van bijvoorbeeld genotmiddelen en seksuele vorming is aandacht voor het thema weerbaarheid.
7
……………………………………………………………………………
Psychische gezondheid Zestien procent van de jongeren voelt zich psychisch ongezond In Eindhoven voelen meer jongeren dan gemiddeld in de regio, zich psychisch ongezond. Bij 16% van de jongeren is dit het geval. Daarnaast voelt 3% van de Eindhovense jongeren zich somber (figuur 7). Regionaal is een afname te zien in het aantal sombere jongeren. Ook in Eindhoven lijkt dit het geval, maar dit verschil is niet significant. Het zijn vooral meisjes en 16plussers die de geestelijke gezondheid als slecht ervaren en zich somber voelen.
neren zijn onderzocht. In Eindhoven heeft 3% van de jongeren een indicatie voor psychosociale problematiek, wat hoger is dan het regiogemiddelde. De psychische problemen die zich voordoen hebben met name betrekking op ‘hyperactiviteit’. Jongeren zoeken vaker hulp bij professionals Indien jongeren hulp nodig hebben zoeken ze deze vaker bij een professional dan in de directe omgeving. Opvallend is dat dit vier jaar geleden nog andersom was. In de regio zien we hetzelfde beeld. Twee procent van de jongeren geeft aan momenteel behoefte te hebben aan professionele hulp. Meer jongeren zoeken hulp Bijna de helft van de Eindhovense jongeren heeft in het afgelopen jaar hulp gezocht bij één of meer hulpverleners (49%). In 2007 was dit nog maar 40%. De leerlingbegeleider of mentor is het meest is benaderd, gevolgd door de huisarts en de vertrouwenspersoon op school. Deze drie genoemde hulpverleners zijn in Eindhoven relatief vaker om hulp gevraagd dan in de regio. Daarnaast zijn zowel de leerlingbegeleider als de huisarts nu vaker benaderd dan vier jaar geleden.
Eén op de vijf jongeren piekert dag en nacht Tweeëntwintig procent van de jongeren in Eindhoven heeft één of meer problemen die dag en nacht spelen. Ook dit percentage is hoger dan in de regio (18%). Daarnaast is de groep groter geworden sinds 2007. Het aantal jongeren dat aangeeft ‘geen problemen’ te hebben is afgenomen, van 23% tot 21% in 2011 (figuur 7). Jongeren in Eindhoven piekeren vooral, en ook vaker dan in 2007, over schoolprestaties of cijfers (51%). Andere problemen zijn keuzes maken (50%) en uiterlijk (35%). Alle bovengenoemde piekeronderwerpen komen in Eindhoven vaker voor dan gemiddeld in de regio. Kleine groep heeft indicatie voor psychosociale problematiek De aanwezigheid van psychosociale problemen, sterke kanten van het kind en de invloed van psychische problemen op het dagelijks functio-
Merendeel jeugd kent Centrum voor Jeugd en Gezin Vierenvijftig procent van de 12- tot en met 18jarigen in Eindhoven is bekend met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Vooral binnen de jongste groep en onder jongens is het CJG onbekend. Bijna een half procent heeft in het afgelopen jaar hulp gezocht bij het CJG. Aandacht voor het voorkomen of vroegtijdig signaleren van psychische problemen blijft van belang Psychische problematiek kan vergaande gevolgen hebben. Het belemmert het functioneren in het dagelijks leven, heeft invloed op schoolprestaties en kan leiden tot suïcidaal gedrag. Gezien de ernst van deze problematiek is het van belang om psychische klachten te voorkomen of vroegtijdig te signaleren zodat gericht hulp geboden kan worden. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Eindhoven’ doet hiervoor suggesties op het gebied van voorlichting, preventieprogramma’s voor jongeren en vroeg signalering. De GGD Brabant Zuidoost ziet hierbij een belangrijke rol weggelegd voor alle partners binnen het CJG en het onderwijs.
8
………………………………………………………………………………
Lichamelijke gezondheid Een op de zeven ervaart de eigen gezondheid als matig of slecht Ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving, weerspiegelt het oordeel over de eigen gezondheid. Het is een samenvattende gezondheidsmaat van alle gezondheidsaspecten die relevant zijn voor de persoon in kwestie. Deze gezondheidsmaat is sterk afhankelijk van leeftijd. In totaal 15% van de jongeren in Eindhoven ervaart de eigen gezondheid als matig of slecht (figuur 8). Een derde van de jongeren heeft een chronische aandoening… Chronische aandoeningen komen vaker voor, met het toenemen van de leeftijd. Jongeren komen vooral bij de huisarts met aandoeningen als luchtweginfecties, astma, middenoorontstekingen, eczeem en andere huidaandoeningen. Ongeveer één derde van de jongeren heeft een chronische aandoening (figuur 8). Bij 14% is deze chronische aandoening daadwerkelijk vastgesteld door een arts. Deze groep is kleiner dan in de regio. Eczeem (7%), astma of bronchitis (6%), en migraine (3%) zijn de meest voorkomende aandoeningen. …en ruim de helft wordt hierdoor belemmerd Van de jongeren met een chronische aandoening wordt 51% daardoor belemmerd bij dagelijkse bezigheden. Dat is 17% van de totale groep jongeren in Eindhoven. Vier procent
wordt zelfs sterk belemmerd. Dit laatste percentage is hoger dan gemiddeld in de regio en ook toegenomen sinds 2007. ADHD wordt vaker vastgesteld Het aantal diagnoses ADHD is in Eindhoven toegenomen in vergelijking met de vorige peiling (van 2% naar 3%). Bij 3% is ADHD reeds vastgesteld door een arts en bij 0,8% (nog) niet. ADHD is vaker vastgesteld bij jongens en bij de jongste leeftijdsgroep.
9
Meer ziekteverzuim dan in de regio In de afgelopen maand heeft een derde van de schoolgaande jongeren in Eindhoven van school verzuimd wegens ziekte. In de regio is dit cijfer lager. Meisjes verzuimen vaker van school wegens ziekte dan jongens. Ten opzichte van 2007 is het ziekteverzuim gelijk gebleven, zowel in Eindhoven als in de regio. Geef extra aandacht aan jongeren met een chronische aandoening maar voorkom onnodig ‘etiketteren’ en blijf aandacht geven aan ziekteverzuim. Jongeren met een chronische aandoening en hun ouders kunnen hulp op maat nodig hebben. Het uitgangspunt hierbij is ‘niet overnemen, maar ondersteunen’ vanuit de behoefte en de mogelijkheden van de jongere en gezin. De GGD komt bij haar onderzoek in klas 2 van het voortgezet onderwijs vaak tegen dat er jaren
geleden een diagnose is gesteld, maar dat er geen controle meer plaatsvindt, bijvoorbeeld wat betreft medicijngebruik. Dit heeft mogelijk ziekteverzuim als gevolg. Inzicht hierin en zo nodig overleg met huisarts kan ziekteverzuim verminderen en de kwaliteit van de gezondheid verbeteren. Alleen waar dat nodig is, wordt extra hulp geboden en doorverwezen. In Eindhoven werken het voortgezet onderwijs en de GGD samen aan vroegtijdige begeleiding bij ziekteverzuim. Door ziekteverzuim aan te pakken, kan onderliggende medische of andere problematiek zo vroeg mogelijk naar boven worden gehaald en goede zorg worden georganiseerd. Als leerlingen met frequent en langdurig ziekteverzuim tijdig en adequaat worden begeleid wordt verder verzuim en mogelijk schooluitval voorkomen.
……………………………………………………………………………
Sociale participatie Meer jongeren doen vrijwilligerswerk Een manier om invulling te geven aan de vrije tijd is het verrichten van vrijwilligerswerk. In Eindhoven verricht 9% van de jongeren wekelijks vrijwilligerswerk (figuur 9). In 2007 was dit nog 6%. Het regiogemiddelde ligt wel iets hoger dan in Eindhoven. Jongens en meisjes verrichten even vaak vrijwilligerswerk. De participatie onder 16- tot en met 18-jarigen is hoger dan onder 12- tot en met 15-jarigen. Merendeel jongeren lid van club In totaal is 74% van de jongeren lid van een vereniging of club. In de regio is 81% lid van
10
een club. In Eindhoven zijn met name minder jongeren lid van een sportvereniging (63% versus 70% in de regio). Naast een sportvereniging, zijn de meesten lid van een zang- muziekof toneelvereniging (14%). Vijf procent is lid van een jeugdvereniging zoals de scouting en eveneens 5% is lid van een vereniging of organisatie van kerk of moskee. Jongens en 12- tot en met 15-jarigen zijn relatief vaker lid van een vereniging. Toename jonge mantelzorgers In 2007 gaf één op de tien jongeren in Eindhoven mantelzorg. In 2011 is dit toegenomen tot 12% (figuur 9), wat relatief ook meer is dan in de regio. Mantelzorg is zorg die de jongere geeft aan ouder(s), broer(s), zus(sen), buren of vrienden, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt zijn. De zorg kan bestaan uit: boodschappen doen, koken en schoonmaken, oppassen, aankleden en eten geven van jongere broertjes en zusjes, helpen met eten, medicijnen geven aan zieke of gehandicapte
familieleden en troosten of praten over problemen met zieke familieleden. Van de jonge mantelzorgers vindt ongeveer 3% het zwaar. In de regio Zuidoost-Brabant geeft 10% van de jongeren momenteel mantelzorg en eveneens 3% van hen vindt het zwaar.
Sociale participatie door jongeren is en blijft belangrijk voor de leefbaarheid. Meer jongeren in Eindhoven zijn actief op sociaal gebied. Het betrekken van jongeren bij sociale activiteiten heeft een positief effect op het bevorderen van sociale cohesie en leefbaarheid. Blijf jonge mantelzorgers ondersteunen Het aantal 12- tot en met 18-jarige mantelzorgers is toegenomen. Uit onderzoek blijkt dat jonge mantelzorgers een risico lopen in hun ontwikkeling. Blijf daarom jonge mantelzorgers ondersteunen. Steunpunt Mantelzorg Verlicht in Eindhoven heeft een specifiek aanbod voor jonge mantelzorgers.
………………………………………………………………………………
Omgaan met geld Eindhovense jongeren komen vaker geld tekort dan in regio Steeds meer jongeren maken al op jonge leeftijd schulden. Ze hebben moeite om met geld om te gaan. Slim omgaan met geld kun je niet vroeg genoeg leren. Elf procent van de jongeren in Eindhoven geeft aan dat ze vaak geld tekort komt. Deze groep is groter dan in de regio. Meisjes en 16-plussers geven vaker aan dat ze geld tekort komen. Drie procent van de jongeren heeft een schuld die ze niet binnen een
11
maand kunnen aflossen. Ook dit is meer dan gemiddeld in de regio. Geldtekort zorgt voor problemen Als jongeren vaak geld tekort komen, zorgt dat ook voor problemen. Dit blijkt uit het feit dat 10% van de Eindhovense jongeren regelmatig met geldproblemen zit en dat het 1% van de jongeren dag en nacht bezig houdt.
Gokken of spelen om geld afgenomen Enkele jaren geleden was het gokken of spelen om geld onder jongeren populair. In 2007 deed 6% van de jongeren in de regio dit wel eens. Nu is dit afgenomen, tot 2% in 2011. Het zijn nog steeds vrijwel uitsluitend jongens en 16- tot en met 18-jarigen die dit doen. In Eindhoven is het gokken ook afgenomen, in 2011 gokt of speelt eveneens 2% van de jongeren om geld.
………………………………………………………………………
Internetten Internetten belangrijke vrijetijdsbesteding Met de komst van smartphones is het internet snel, gemakkelijk en overal toegankelijk. Dit zorgt ervoor dat veel jongeren online winkelen, surfen of informatie zoeken. In Eindhoven doet 18% van de jongeren dit dagelijks, 9% gamet dagelijks online met anderen en iets meer dan de helft bezoekt dagelijks social media sites. In Eindhoven relatief veel jongeren ‘verslaafd’ aan internet Moeite hebben om te stoppen met internetten, het ervaren van problemen als gevolg daarvan en het continue bezig zijn met internet, ook als men niet achter de pc zit, zijn kenmerken van compulsief internetgebruik. Aan de hand van een aantal stellingen kunnen we bepalen of er sprake is van compulsief internetgebruik. Dit is het geval bij 5% van de jongeren in Eindhoven. Dit is hoger dan in de regio (4%). Geslacht en leeftijd zijn geen risicofactoren.
12
…………………………………………………………………………
Spijbelen Er wordt minder gespijbeld Veel jongeren spijbelen wel eens. Regelmatig spijbelen kan grote gevolgen hebben. Het kan een voorbode zijn voor delinquent gedrag en schooluitval. In Eindhoven heeft 9% van de schoolgaande jeugd in de afgelopen maand gespijbeld. Dit percentage is, net als in de regio, flink afgenomen sinds 2007, toen was dit nog 14%. Regionaal spijbelen jongeren minder dan in Eindhoven. Spijbelen komt voornamelijk voor bij de oudste leeftijdsgroep. Jongeren met minder goede relatie met ouders spijbelen vaker Uit onderzoek blijkt dat een goede band met ouders en leerkrachten spijbelen voorkomt. Achttien procent van de jongeren in Eindhoven heeft een minder goede relatie met zijn/haar ouders. Dit percentage ligt hoger dan het regiogemiddelde. Jongeren die een minder goede relatie hebben met hun ouders spijbelen vaker dan de jongeren die een goede relatie met hun ouders hebben (12% vs. 5%).
……………………………………………………………………
Veiligheid Gevoelens van onveiligheid nemen af… Bijna drie op de tien jongeren in Eindhoven voelen zich wel eens onveilig. Deze gevoelens van onveiligheid zijn sterk afgenomen, in 2007 voelde 36% van de jongeren zich wel eens onveilig (figuur 11). In de regio voelen jongeren zich relatief veiliger dan de jongeren in Eindho-
ven. Ook regionaal zien we een afname in het percentage jongeren dat zich onveilig voelt. Vooral meisjes voelen zich wel eens onveilig. Op straat in eigen woonbuurt, thuis en tijdens het uitgaan voelen ze zich vaker onveilig dan jongens. …vooral op school, in de eigen woonbuurt en tijdens het uitgaan Een gevoel van veiligheid op school is erg belangrijk. In 2007 voelde 3% van de jongeren in Eindhoven zich wel eens onveilig op school (figuur 11). Nu hebben minder jongeren een gevoel van onveiligheid op school (2%). Ook op straat in de eigen woonbuurt (afname van 18% tot 14%) en tijdens het uitgaan (afname van 16% tot 11%) voelt een kleinere groep zich wel eens onveilig. In Zuidoost-Brabant voelen de meeste jongeren zich onveilig tijdens het uitgaan (10%). Betrek deze resultaten onder andere bij het maken van schoolveiligheidsplannen en het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente
13
…………………………………………………………………………
Achtergrondkenmerken Achtergrondkenmerken bepalen de verschillen Bepaalde gezondheidsproblemen of knelpunten doen zich vaker voor bij bepaalde groepen 12tot en met 18-jarigen. In bovenstaande thema’s is reeds op basis van regionale cijfers de invloed van geslacht en leeftijd besproken. Daarnaast zijn ook verschillen zichtbaar op basis van achtergrondkenmerken als gezinssamenstelling, onderwijstype, etniciteit en opleiding en werksituatie van de ouders. Gezinssamenstelling en onderwijsniveau zijn van invloed Bij jongeren die in een nieuwgevormd gezin of éénoudergezin wonen, komen relatief vaker problemen voor dan bij jongeren die bij beide (biologische) ouders wonen. In Eindhoven woont 6% van de jongeren bij zijn/haar vader of moeder en zijn/haar partner en 13% in een éénoudergezin. Beide percentages zijn hoger dan het regiogemiddelde. Het onderwijstype dat de jongere volgt is eveneens van invloed op het voorkomen van bepaalde problemen of knelpunten. In Eindhoven volgt 32% van de jongeren een lager onderwijstype: 21% VMBO of praktijkonderwijs en 11% MBO. Ruim de helft (54%) volgt HAVO, VWO, HBO of universiteit. In Eindhoven volgen meer jongeren een hoger onderwijstype en minder jongeren
een lager onderwijstype dan gemiddeld in de regio. Ook etniciteit en sociaal economische status spelen een rol Ook etniciteit is een belangrijke factor die gezondheidsverschillen verklaart. Minder dan gemiddeld in de regio is 71% van de jongeren in Eindhoven van autochtone afkomst; 9% is westers-allochtoon en 20% van de jongeren is nietwesters allochtoon. Deze twee percentages zijn hoger dan in de regio. Daarnaast doen zich gezondheidsverschillen voor tussen jongeren op basis van de sociaaleconomische status van hun ouders. Als indicatoren voor sociaal economische status gebruiken we opleiding en werksituatie van de ouders. In Eindhoven heeft 4% van de ouders geen opleiding of alleen basisonderwijs; 20% heeft ten hoogste een MAVO of MBO-kort opleiding. Deze percentages liggen hoger dan het regionale gemiddelde. Tevens vaker dan in de regio, heeft 3% van de jongeren in Eindhoven geen werkende ouder of verzorger en van 14% van de jongeren is één of beide ouders werkloos, arbeidsongeschikt en/of langdurig ziek. In de ‘Regio kernpunten’ is in een tabel weergegeven welke achtergrondkenmerken van invloed zijn op het voorkomen van enkele belangrijke kernindicatoren.
14
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kernpunten voor de buurtclusters Naast de resultaten op gemeenteniveau, zijn voor Eindhoven de resultaten van de Jeugdmonitor uitgesplitst naar de verschillende wijken en buurten. Daarnaast zijn buurten samengevoegd tot een aantal buurtclusters, waarvan de resultaten gebundeld zijn. De tabellen die betrekking hebben op de wijken en buurtclusters zijn terug te vinden zijn in het tabellenboek. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste resultaten van de buurtclusters vergeleken met Eindhoven in zijn geheel.
…………………………………………………………………………
Buurtcluster Doornakkers en Lakerlopen In dit buurtcluster gelegen in stadsdeel Tongelre is, gebleken vanuit de huidige peiling, 39% van de bewoners autochtoon, 51% niet-westers allochtoon en 10% westers allochtoon. In Eindhoven is het aandeel autochtonen groter (71%) en het aandeel niet-westers allochtonen kleiner (20%). Daarnaast wonen er relatief minder jongeren in een gezin met co-ouderschap. Op verdere kenmerken is dit buurtcluster vergelijkbaar met Eindhoven totaal.
Meer jongeren van plan gezonder te gaan eten Net als in Eindhoven totaal, eten de jongeren in dit buurtcluster te weinig groenten en fruit. Desondanks zijn relatief meer jongeren dan gemiddeld in Eindhoven, van plan om binnenkort gezonder te gaan eten.
Meeste jongeren halen beweegnorm niet De beweegnorm van dagelijks één uur ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit, wordt door 79% van de 12- tot en met 18jarigen in Doornakkers en Lakerlopen niet gehaald. Dertien procent sport zelfs nooit. In Eindhoven liggen deze percentage op respectievelijk 75% en 10%. ………………………………………………………………………… … ………………………………………………………………………
Overgewicht Eén op de vijf jongeren heeft overgewicht Twintig procent van de jongeren van dit buurtcluster in Tongelre heeft overgewicht. In Eindhoven ligt het gemiddelde op 12%. Hoewel dit aanzienlijk hoger lijkt, is dit verschil niet statistisch significant. Vier procent heeft ernstig overgewicht (obesitas).
Alcoholgebruik Alcoholgebruik lager dan Eindhoven totaal Achttien procent van de jongeren in het buurtcluster Doornakkers, Lakerlopen heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken. Dit is een stuk minder dan de 35% in geheel Eindhoven. Ook ligt de startleeftijd voor het drinken van alcohol hier lager dan gemiddeld in Eindhoven. De vermoedelijke reden van het lagere alcoholgebruik is het grotere aandeel niet-westerse allochtonen.
15
…………………………………………………………………………
Roken Elf procent dagelijkse rokers In het buurtcluster Doornakkers en Lakerlopen rookt 15% van de jongeren. Elf procent rookt dagelijks. In Eindhoven liggen deze percentages op respectievelijk 11% en 6%. Op het oog zijn deze percentages lager, maar de verschillen zijn niet significant. Een kwart rookt mee Vergelijkbaar met de jongeren in Eindhoven, wordt een kwart van de jongeren in het buurtcluster Doornakkers en Lakerlopen thuis blootgesteld aan rook. …………………………………………………………………………
Seksuele gezondheid
minder jongeren piekeren over hun schoolprestaties of cijfers. Toch heeft iets meer dan de helft van de jongeren in het buurtcluster in het afgelopen jaar hulp gezocht bij één of meer hulpverleners. De vertrouwenspersoon op school is vaker bezocht dan gemiddeld in Eindhoven. …………………………………………………………………………
Voorzieningen buurt Merendeel jongeren mist een ontmoetingsplek De jongeren in het buurtcluster Doornakkers, Lakerlopen zijn over het algemeen iets minder tevreden over hun buurt dan de jongeren in geheel Eindhoven. Meer jongeren missen één of meer ontmoetingsplaatsen en vinden dat er (veel) te weinig leuke dingen voor jongeren worden georganiseerd.
Eén op de drie seksueel actieve jongeren vrijt onveilig Eenentwintig procent van de jongeren in het buurtcluster is seksueel actief. Binnen deze groep vrijt een derde wel eens onveilig (=7% van de totale groep). Vijf procent heeft wel eens een seksuele ervaring tegen de zin in meegemaakt.
…………………………………………………………………………
Psychische gezondheid Ruim de helft heeft afgelopen jaar hulp gezocht In vergelijking met Eindhoven in zijn geheel geven minder jongeren in dit Tongelrese buurtcluster aan problemen te hebben. Met name
16
……………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………
Buurtcluster Oud-Gestel
Alcoholgebruik
(Genderdal, Bennekel-Oost, Bennekel-West, Gagelbosch, Blaarthem, Rapelenburg, Beemden en Gennep) Vanuit de resultaten van deze Jeugdmonitor blijkt dat in buurtcluster Oud-Gestel, 47% autochtoon, 42% niet-westers allochtoon en 11% westers allochtoon is. Vooral het aandeel autochtonen en niet-westers allochtonen wijken ogenschijnlijk af van de gemiddelden in Eindhoven (respectievelijk 71% en 20%). Deze verschillen zijn echter niet significant bevonden. Ook op verdere demografische kenmerken verschilt dit buurtcluster niet significant van Eindhoven in zijn geheel.
Alcoholgebruik ligt een stuk lager Negentien procent van de jongeren in het buurtcluster Oud-Gestel heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken. Dit is fors minder dan de 35% in geheel Eindhoven. Ook zijn er minder jongeren die 20 of meer glazen alcohol per week drinken. Opmerkelijk is echter, dat meer jongeren in dit buurtcluster zijn begonnen met het drinken van alcohol toen ze jonger waren dan 12 jaar. …………………………………………………………………………
Roken Eén op de negen rookt Op het gebied van roken wijkt dit buurtcluster niet af van Eindhoven. Dit neemt niet weg dat nog altijd 11% van de jongeren rookt, en 5% zelfs dagelijks een sigaret opsteekt. Ook hier komt passief roken veel voor Ondanks de schadelijke gevolgen voor de omgeving wordt bijna 30% van de jongeren in buurtcluster Oud-Gestel thuis blootgesteld aan rook. In Eindhoven in zijn geheel is dat 24%. …………………………………………………………………………
Seksuele gezondheid
…………………………………………………………………………
Overgewicht Eén op de vijf jongeren heeft overgewicht In het buurtcluster Oud-Gestel heeft 20% van de jongeren overgewicht, ten opzichte van 12% in Eindhoven. Dit verschil is echter niet significant bevonden. Vijf procent heeft ernstig overgewicht (obesitas).
Merendeel vrijt onveilig Veertien procent van de jongeren is seksueel actief, dit lijkt minder dan de 19% in Eindhoven totaal, maar het verschil is niet significant. De helft van deze jongeren vrijt echter wel eens onveilig (7% van de totale groep). Eén op de elf jongeren in het buurtcluster heeft wel eens een ongewenste seksuele ervaring gehad.
Jongeren eten te weinig groenten en fruit In dit buurtcluster eten de jongeren nog lang niet altijd dagelijks groente en fruit. Bijna 80% eet niet dagelijks groenten (Eindhoven: 77%) en, net als in Eindhoven, eet 87% minder dan twee stuks fruit per dag. Ruim één op de vijf ontbijt minder dan vijf keer per week, in Eindhoven totaal ligt dit op 16%. Eén op de zes sport nooit Bijna een kwart van de jongeren in dit buurtcluster in Oud-Gestel beweegt minder dan zeven dagen per week. Zeventien procent sport zelfs nooit, in Eindhoven is dat 10%.
17
……………………………………………………………………………
Psychische gezondheid Er wordt meer gepiekerd Ruim de helft van de jongeren in dit buurtcluster voelde zich in de afgelopen drie maanden (heel) blij. Dit is minder dan gemiddeld in Eindhoven in zijn geheel. Daarnaast zijn er meer jongeren met problemen. Ruim de helft heeft afgelopen jaar voor zijn problemen hulp gezocht bij één of meer hulpverleners. Vooral de huisarts werd benaderd. De leerlingbegeleider/mentor werd minder om hulp gevraagd dan gemiddeld in Eindhoven. …………………………………………………………………………
School Meer jongeren hebben hekel aan school Het is belangrijk om je op school fijn en op je gemak te voelen. Echter, in het buurtcluster Oud-Gestel vinden, in vergelijking met Eindhoven, relatief veel jongeren school niet leuk of zelfs vreselijk. Voor 7% van de jongeren is dit het geval. …………………………………………………………………………
Relatie met ouders Rapportcijfer ouders lager dan gemiddeld Bijna een kwart van de jongeren heeft een minder goede relatie met de ouders. Minder jongeren dan gemiddeld geven hun vader en moeder een rapportcijfer van een 6 of hoger.
18
…………………………………………………………………………
Buurtcluster ‘t Hool, Eckart, Vaartbroek, Vlokhoven In dit buurtcluster gelegen in Woensel-Noord, zo blijkt uit de verkregen gegevens, is 56% van de inwoners autochtoon, 35% niet-westers allochtoon en 9% westers allochtoon. In Eindhoven liggen deze percentages op respectievelijk 71%, 20% en 9%. De verschillen met het buurtcluster zijn echter niet statistisch significant. Relatief meer jongeren hebben een werkloze, arbeidsongeschikte of langdurig zieke ouder.
Ontbijtgedrag kwart jongeren kan beter Drieëntwintig procent van de jongeren geeft aan minder dan vijf keer per week te ontbijten. In Eindhoven totaal is dat 16%. Vergelijkbaar met Eindhoven, eet het merendeel van de jongeren in dit buurcluster te weinig groente en fruit. Bijna driekwart beweegt onvoldoende Vergelijkbaar met Eindhoven in zijn geheel, haalt 73% de beweegnorm niet. Daarnaast sport 11% nooit. Maar liefst 70% denkt overigens wel genoeg te bewegen. …………………………………………………………………………
Alcoholgebruik Startleeftijd alcohol ligt hoger Bijna een kwart van de jongeren in dit buurtcluster heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken. In Eindhoven is dit 35%. Het verschil is echter niet statistisch significant. Wel zijn minder jongeren begonnen met drinken op een leeftijd jonger dan 12 jaar oud. …………………………………………………………………………
Roken
…………………………………………………………………………
Overgewicht Zestien procent heeft overgewicht In dit Woenselse buurtcluster kampt één op de zes jongeren met overgewicht (16%). Eén procent heeft obesitas (ernstig overgewicht). In Eindhoven ligt het gemiddelde op 12%.
Bij bijna één op de drie jongeren wordt thuis gerookt Eenendertig procent van de jongeren in ’t Hool, Eckart, Vaartbroek en Vlokhoven wordt thuis blootgesteld aan rook. In Eindhoven ligt dit percentage op 24%. Van de jongeren zelf rookt 13% en het overgrote deel doet dit dagelijks (10% van totale groep). Waterpijp in dit buurtcluster minder populair Ondanks dat het roken van een waterpijp populair is onder jongeren, hebben, ten opzichte van Eindhoven, minder jongeren uit de buurten van dit buurtcluster wel eens een waterpijp gerookt. …………………………………………………………………………
Seksuele gezondheid Veel jongeren vrijen onveilig Vijftien procent van de jongeren is seksueel actief, dit lijkt minder dan de 19% in Eindhoven totaal, maar het verschil is niet significant. Zestig procent van deze jongeren vrijt echter wel eens onveilig (9% van de totale groep). Eén op de veertien jongeren in het buurtcluster heeft wel eens een ongewenste seksuele ervaring gehad.
19
…………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………
Buurtcluster Tivoli, Kruidenbuurt, Sintenbuurt en Burghplan
Alcoholgebruik
Dit buurtcluster gelegen in de wijk Stratum wijkt op een aantal punten af van Eindhoven in zijn geheel. Meer jongeren in Tivoli, de Kruidenbuurt en Burghplan wonen in een gezin waar de ouders een co-ouderschap hebben. Daarnaast hebben minder jongeren in dit buurtcluster geen werkende ouder of verzorger. Verder blijkt uit de huidige peiling dat in dit buurtcluster, 57% van de inwoners allochtoon is, 35% niet-westers allochtoon en 8% westers allochtoon. Ten opzichte van respectievelijk 71%, 20% en 9% in Eindhoven totaal. De verschillen voor etniciteit zijn echter niet statistisch significant gebleken.
Meeste drinkende jongeren niet van plan te minderen Ongeveer één derde van de jongeren in Tivoli, de Kruidenbuurt, de Sintenbuurt en Burghplan heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek alcohol gedronken. Dit is vergelijkbaar met Eindhoven in zijn geheel. Slechts 5% van de drinkende jongeren van plan is om in de nabije toekomst niet meer dronken te worden. In Eindhoven ligt dat percentage met 23% een stuk hoger. …………………………………………………………………………
Roken Een derde rookt thuis mee Negen procent van de 12- tot en met 18-jarigen in het buurtcluster rookt regelmatig. Drie procent rookt dagelijks. Dit is minder dan gemiddeld in Eindhoven, waar 6% van de jongeren elke dag rookt. Een op de drie jongeren wordt thuis wel blootgesteld aan rook.
…………………………………………………………………………
Overgewicht Bijna één op de vijf jongeren heeft overgewicht Achttien procent van de jongeren in dit Stratumse buurtcluster heeft overgewicht. Vier procent heeft obesitas. In Eindhoven in zijn geheel liggen deze percentages op respectievelijk 12% en 2%.
…………………………………………………………………………
Seksuele gezondheid Slechts tien procent eet twee stuks fruit Maar liefst negentig procent van de 12- tot en met 18-jarigen in het buurtcluster eet minder dan twee stuks fruit per dag. Verder eet 79% niet dagelijks groente en ontbijt 22% minder dan vijf keer per week. Beweegnorm door velen niet gehaald Het overgrote deel van de jongeren in deze groep buurten beweegt onvoldoende (83%). Ruim de helft (van totale groep) denkt zelf genoeg te bewegen. Twaalf procent beweegt nooit.
Eén op zes seksueel actief Van de jongeren in dit Stratumse buurtcluster is 16% actief op seksueel gebied. Daarvan vrijt 44% wel eens onveilig. In Eindhoven in zijn geheel vrijt 58% van de seksueel actieve jongeren onveilig. Vergelijkbaar met Eindhoven heeft 5% wel eens een negatieve seksuele ervaring gehad.
20
…………………………………………………………………………
Sociale participatie Relatief weinig jongeren verrichten vrijwilligerswerk In Eindhoven verricht 9% van de jongeren vrijwilligerswerk. In dit buurtcluster ligt de participatie op dat gebied lager, van de 12- tot en met 18-jairgen verricht hier 4% vrijwilligerswerk. …………………………………………………………………………
Relatie met ouders Relatie met ouders goed Dit buurtcluster scoort gunstig ten opzichte van Eindhoven in zijn geheel, als het gaat om de relatie tussen jongeren en hun ouders. Eén op de negen geeft aan dat deze relatie minder goed is (11%), in Eindhoven ligt het gemiddelde op 18%. Daarnaast geeft 99% zijn of haar moeder een voldoende rapportcijfer (6 of hoger), ten opzichte van 97% in Eindhoven. …………………………………………………………………………
Voorzieningen buurt Tevreden jongeren over de eigen buurt De jongeren in de buurten Tivoli, de Kruidenbuurt, de Sintenbuurt en Burghplan zijn meer tevreden over de activiteiten in hun buurt dan de jongeren in Eindhoven totaal. Zevenentwintig procent van de 12- tot en met 18-jarigen is van mening dat er (veel) te weinig leuke dingen voor jongeren worden georganiseerd in de buurt. In Eindhoven ligt dat met 34% een stuk hoger.
21
…………………………………………………………………………
Buurtcluster WoenselWest, Kronehoef, Mensfort en Rapenland Kijkend naar de bevolkingsopbouw van de jongeren, zijn er een aantal punten waarop dit buurtcluster, bestaande uit de buurten WoenselWest, Kronehoef, Mensfort en Rapenland, wezenlijk verschilt van Eindhoven in zijn geheel. Met name de etniciteit van de 12- tot en met 18-jarige bewoners in deze gebieden verschilt significant van elkaar. In Eindhoven is 71% van de jongeren van autochtone afkomst. Met 39% ligt dat in dit buurtcluster fors lager. Het aandeel niet-westerse allochtone jongeren ligt daarentegen een stuk hoger; 48% tegenover 20% in Eindhoven totaal. Daarnaast zijn er in dit buurtcluster gelegen in Woensel meer jongeren waarvan de ouders geen opleiding of alleen basisonderwijs hebben gevolgd.
Groot deel jeugd denkt genoeg te bewegen Vierenzestig procent van de 12- tot en met 18jarigen in dit gebied denkt zelf genoeg aan beweging te doen. Uit de meting blijkt echter dat dit maar 22% is. De overige jongeren bewegen minder dan zeven dagen per week (minimaal een uur). Dertien procent sport zelfs nooit. …………………………………………………………………………
Alcoholgebruik Kwart jeugd drinkt alcohol In het buurtcluster Woensel-West en omgeving drinkt een kwart van de 12- tot en met 18jarige jeugd alcohol. In heel Eindhoven is dat 35%. Uit de peiling blijkt dat 17% binge-drinker is (totale groep). …………………………………………………………………………
Roken Rookgedrag vergelijkbaar met Eindhoven Net als in Eindhoven, rookt 6% van de jongeren in dit gebied dagelijks. In totaal rookt 12%. In Eindhoven is dat 11%. Echter 34% wordt thuis blootgesteld aan rook en ondervindt indirect alsnog de schadelijke invloed van het roken. Waterpijp roken populairder Dat waterpijp roken populair is, is eerder al benoemd. In dit buurtcluster zijn nog meer jongeren dan in geheel Eindhoven die weleens waterpijp hebben gerookt. Van de jongeren in de betreffende buurten heeft ongeveer een derde waterpijp gerookt, tegenover 26% in Eindhoven. …………………………………………………………………………
Sociale participatie …………………………………………………………………………
Overgewicht Overgewicht komt voor bij één op de zes Zeventien procent van de jongeren in dit buurtcluster in Woensel heeft overgewicht. In Eindhoven totaal is dat 12 %. Obesitas komt voor bij 4%, ten opzichte van 2% in Eindhoven. Merendeel wil gezonder gaan eten Wat betreft de consumptie van groenten en fruit wijken de jongeren in dit buurtcluster niet af van de jongeren in geheel Eindhoven. Bijna 80% eet niet dagelijks groente en 86% komt niet aan de norm van twee stuks fruit per dag. Echter, meer dan de helft van de jongeren is van plan om binnenkort gezonder te gaan eten. In Eindhoven is deze groep met 39% relatief een stuk kleiner.
Minder jongeren lid sportvereniging Vergelijkbaar met Eindhoven doet één op de tien jongeren in Woensel-West, Kronehoef, Mensfort en Rapenland vrijwilligerswerk. Daarnaast is het merendeel lid van een club of vereniging. Echter, in Eindhoven zijn relatief wel meer jongeren lid van een sportvereniging of sportschool dan in dit buurtcluster. Social media sites door meer jongeren bezocht Ook het internetgedrag van de 12- tot en met 18-jarigen in dit Woenselse buurtcluster komt grotendeels overeen met dat van de jongeren in Eindhoven in zijn geheel. Een verschil is dat in het buurtcluster meer jongeren dagelijks ‘social media’ websites bezoeken.
22
…………………………………………………………………………
Voorzieningen buurt Tevredenheid eigen buurt lager Bijna drie kwart van de jongeren in het buurtcluster Woensel-West, Kronehoef, Mensfort en Rapenland geeft zijn of haar buurt een voldoende rapportcijfer (6 of hoger). In Eindhoven in zijn geheel zijn de jongeren gemiddeld vaker tevreden over hun buurt; 92% geeft tenminste een 6. …………………………………………………………………………
Veiligheid Onveilig gevoel op straat in woonbuurt De jongeren in dit buurtcluster geven duidelijk vaker aan een onveilig gevoel te hebben op straat in de eigen woonbuurt. Een kwart van de 12- tot en met 18-jarigen in dit gebied zegt dit gevoel wel eens te ervaren. In Eindhoven totaal geldt dit voor 14%.
23
………………………………………………………………………………
Advies op maat naar aanleiding van deze resultaten In dit document met kernpunten beschrijft de GGD Brabant Zuidoost de belangrijkste resultaten van de Jeugdmonitor ten aanzien van het welzijn, gedrag, de risico’s en de behoeften van jongeren in uw gemeente. Het onderzoek wordt elke vier jaar herhaald om veranderingen te kunnen signaleren. De resultaten kunnen gebruikt worden voor onderbouwing of aanpassing van het jeugd(gezondheids)beleid in uw gemeente, maar ook bijvoorbeeld voor het bepalen van de inzet van de extra middelen die de gemeenten naar verwachting in 2013 krijgen om het overgewicht bij jongeren verder terug te dringen. De inzet van deze middelen is primair gericht op voeding en bewegen, maar daar waar mogelijk kan een verbredingslag worden gemaakt naar andere leefstijlthema’s. Hierdoor kan een extra impuls worden gegeven aan activiteiten die op wijk- en schoolniveau worden uitgevoerd én voor de invoering van een extra contactmoment van jeugdgezondheidszorg voor adolescenten. De resultaten van de gezondheidsmonitor kunnen ook gebruikt worden voor andere beleidsterreinen zoals Lokaal Gezondheidsbeleid, onderwijs, WMO, sport en armoede. De GGD Brabant-Zuidoost adviseert u graag op maat naar aanleiding van deze resultaten. Onze onderzoekers kunnen de resultaten van deze Jeugdmonitor toelichten in een persoonlijk gesprek of een presentatie verzorgen, bijvoorbeeld binnen een netwerkoverleg Jeugd in uw gemeente. Uw adviseur Lokaal gezondheidsbeleid kan u adviseren over de gezondheidsthema’s zoals ze binnen het lokale gezondheidsbeleid in uw gemeente opgepakt (kunnen) worden. Zij zal hierbij nauw samenwerken met de jeugdarts. Hij of zij kan op basis van kennis van de praktijk en expertise als sociaal geneeskundige, een belangrijke inbreng hebben bij het tot stand komen van een overall plan voor de aanpak van de gezondheid van de jeugd in uw gemeente.
De contactpersonen voor uw gemeente zijn: Marjolijn van Niekerk, adviseur Lokaal Gezondheidsbeleid, tel. 088 0031 468,
[email protected] Ton Nefkens, Teammanager JGZ, tel. 088 0031 417,
[email protected]
U kunt de resultaten van de Jeugdmonitor 12tot en met 18-jarigen 2011-2012 net als de andere monitors van de GGD vinden in het tabellenboek voor uw gemeente en op www.GGDgezondheidsatlas.nl. De cijfers van uw gemeente kunt u daar ook vergelijken met omringende gemeenten in Zuidoost-Brabant.
24