Eilandgebied St. Maarten
Formatiebeleid BC220108,31
Versie juni 2006
FORMATIEBELEID BC220108,31
Inhoudsopgave 1
INLEIDING
1.1 1.2 1.3
AANLEIDING DOELSTELLING VAN DE NOTA STRUCTUUR VAN DE NOTA
2 DOELSTELLINGEN VAN HET FORMATIEBELEID
3 3 3 3
4
INLEIDING 2.1 DE DOELSTELLINGEN VAN HET FORMATIEBELEID 2.2 MEERWAARDE VAN HET FORMATIEBELEID
4
3
6
HET FUNCTIEHUIS
3.1 3.2
INLEIDING UITGANGSPUNTEN VOOR HET NIEUWE
4 5
6
FUNCTIEHUIS 6 DE ORGANIEKE BENADERING 6 FUNCTIEREDUCTIE 7 GENERIEKE EN SPECIFIEKE FUNCTIES 7 MINDER DETAIL: 70% HERKENBAARHEID
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4
7 4
FUWASXM
4.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5
5 5.1 5.2
8
INLEIDING 8 NORMFUNCTIES IN FUWASXM 8 BESCHRIJVEN MET FUWA 8 FUNCTIEWAARDEREN MET FUWASXM 10 FUNCTIEZWAARTE ALS UITGANGSPUNT 10 HET MEETSYSTEEM VAN FUWA 10 ONZE MAATWERKVARIANT: FUWASXM 11
DE KWALITEITSBORGING INLEIDING DE DRIE-JAARLIJKSE
12 12
12 ONDERHOUDSCYCLUS VAN HET SYSTEEM NOODZAAK VAN GOEDE PROCEDURES 12 DE DESKUNDIGHEID VAN DE TOEPASSERS
5.3 5.4 5.5
13 DE KWALITEIT VAN DE RESULTATEN
BIJLAGEN
13 14 PAGE 2 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
Voorwoord
Deze notitie geeft het formatiebeleid van het Eilandgebied St. Maarten weer en verschaft aan alle betrokkenen informatie over het beleidsgebied. De intentie van het beleid is om zo praktisch mogelijk weer te geven, wat de uitgangspunten, het beleid, het bijbehorende functiewaarderingssysteem, de kwaliteitsborgingsprincipes en de procedures zijn. De nota is na consultatie met het GOA definitief vastgesteld door het Bestuurscollege op 22 januari 2008.
1 1.1
Inleiding
Aanleiding Aanleidingen tot het schrijven van deze nota formatiebeleid zijn:
de afronding van het traject organisatie-ontwikkeling van het Eilandgebied, waarin inbegrepen de definitieve plaatsing van het personeel
de introductie van een efficiënt functiehuis.
de introductie van een nieuw beloningsbeleid
de introductie van een nieuw functioneringsevaluatiesysteem
de introductie van een nieuw functiewaarderingssysteem
Aangezien zowel het plaatsingsproces als de inzet van deze nieuwe instrumenten uitgaan van een duidelijke rechtspositie van de medewerker is het van belang tijdig vastgestelde functiebeschrijvingen en bijbehorende waarderingen te hebben.
1.2
Doelstelling van de nota Doel van deze nota is het aangeven van een beleidsmatig en procedureel kader voor het aanbrengen van wijzigingen in de formatie en functies en voor het implementeren van het nieuwe functiebeschrijvings- en –waarderingssysteem en de kwaliteitsborgingsprincipes daarvan.
1.3
Structuur van de nota Hoofdstuk 2 behandelt de doelstellingen en meerwaarde van het formatiebeleid. Hoofdstuk 3 licht de opbouw van het nieuwe functiehuis toe. Hoofdstuk 4 schetst de ontwikkeling van het nieuwe functiewaarderingssysteem. Hoofdstuk 5 geeft de kwaliteitsborgingsprincipes weer.
PAGE 3 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
2
Doelstellingen van het formatiebeleid
Inleiding Het formatiebeleid is een onderdeel van het algemeen personeel- en organisatiebeleid. Het algemeen personeel- en organisatiebeleid is afgeleid van de doelstellingen van de organisatie. De doelstelling van de organisatie is het zo effectief en efficiënt mogelijk organiseren van arbeid om tot de gewenste producten te komen. Het formatiebeleid moet hierbij gezien worden als een sturingsinstrument voor het management om dit te bereiken. Het formatiebeleid is voorwaardenscheppend voor en heeft raakvlakken met de andere aspecten van het personeel- en organisatiebeleid:
2.1
Werving en selectie
Personeelsplanning
Belonen
Beoordelen
HRD en opleidingsbehoefte
Loopbaanmanagement
De doelstellingen van het Formatiebeleid De formatie is de kwantitatieve (aantallen formatieplaatsen/functies) en kwalitatieve (soorten en niveaus van functies) samenstelling van functies binnen een organisatieeenheid en vormt het uitgangspunt voor de inzet van personele middelen. Het formatiebeleid richt zich op het beheersen van de formatie om, in samenhang met het te voeren organisatie-, financieel-economisch en personeelsbeleid, organisatieeenheden in staat te stellen hun taken op effectieve en efficiënte wijze uit te voeren. Daarmee worden een aantal zaken inzichtelijk en beheersbaar, zoals:
de bijdrage van een functie aan het eindproduct
de evenwichtigheid van de beloningsverhoudingen
de aantallen personeel
de bijdrage aan de loonkostenbeheersing
de koppeling tussen functie en medewerker
de mogelijkheden voor interne mobiliteit en loopbaanmanagement
PAGE 4 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
de mogelijkheid tot vergelijking met de externe markt
De kwantitatieve sturingsaspecten van het formatiebeleid en –beheer blijven binnen het kader van deze opdracht beperkt tot de vaststelling dat de het aantal formatieplaatsen wordt vastgesteld conform het uitgangspunt “as is – year to date” . De kwalitatieve sturingsaspecten worden in deze nota verder uitgewerkt. Met het formuleren van het formatiebeleid wordt tevens beoogd een aantal langdurige knelpunten in het huidige formatie beheer op te lossen.
2.2
Er zijn relatief veel functiebeschrijvingen en de beschrijvingen zijn vooral gericht op de persoon, niet zozeer op de organieke situatie (‘de stoel’).
Veel beschrijvingen zijn verouderd en moeten geactualiseerd worden.
Er is veel overlap van kenmerkende werkzaamheden tussen vergelijkbare functies op verschillende vakgebieden.
Mobiliteit en flexibiliteit worden te weinig ondersteund vanuit het huidige functiegebouw.
Meerwaarde van het Formatiebeleid De meerwaarde van het Formatiebeleid komt tot uitdrukking in de volgende punten:
De altijd voortdurende discussie over functiezwaarte, opleiding en bezoldiging wordt door het beleidsmatig kader en door het nieuwe instrument FuwaSXM geobjectiveerd.
De keuzes die binnen het formatiebeleid worden gemaakt dragen bij aan het efficiënt realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Zo vormt bijvoorbeeld de keuze voor resultaatgericht beschrijven een belangrijke grondslag voor het beoordelingssysteem.
Daarnaast draagt deze keuze bij aan de bewustwording van medewerkers van het te leveren product binnen het geheel van werkzaamheden van de afdeling.
PAGE 5 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
3 3.1
Het functiehuis
Inleiding In dit hoofdstuk wordt het functiehuis toegelicht. Onder het functiehuis wordt het totale functiebestand van het ambtelijk apparaat verstaan. De keuzes die in dit hoofdstuk worden gemaakt en toegelicht zullen voor de medewerkers binnen de organisatie een verandering betekenen ten opzichte van de huidige situatie. Goede communicatie vanuit het management en vanuit het project zijn hierbij essentieel.
3.2
Uitgangspunten voor het nieuwe functiehuis Hieronder volgt een opsomming van de uitgangspunten die vervolgens nader worden toegelicht.
Een organieke benadering: de focus ligt op de functie (de stoel), niet op de persoon.
Functiereductie: er wordt gestreefd naar een maximum van 100 verschillende functiebeschrijvingen voor de gehele organisatie.
Generieke en specifieke functies: generieke functies komen in meerdere afdelingen voor. Specifieke functies komen slechts binnen één afdeling voor.
Minder detail: de functiebeschrijvingen worden minder gedetailleerd om generieke functies te kunnen realiseren. De herkenbaarheid van de functiebeschrijving voor de medewerker wordt dan ca.70%. Dit bevordert tevens de duurzaamheid van functiebeschrijvingen. De functies in het nieuwe functiehuis moeten aansluiten bij het in te voeren performance management.
3.2.1
De organieke benadering
Tot nu toe werden beschrijving ook wel gericht op de persoon die de functie vervulde. Daar wordt nu vanaf gestapt en de functiebeschrijving richt zich op de organieke situatie, met andere woorden: de stoel wordt beschreven, niet de functionaris. Daarbij wordt er top-down geredeneerd welke taken nodig zijn om het eindproduct te realiseren en niet welke taken de zittende medewerker toevallig goed kan. Een organieke beschrijving en waardering staat gelijk aan een Algemene Maatregel van Bestuur, waartegen geen bezwaar of beroep openstaat. Er vindt altijd een hoop discussie plaats over de werkelijke situatie, die vaak enigszins afwijkt van de organieke situatie. “Mijn baas controleert mij nooit!” Of: “Er zijn helemaal geen procedures waaraan ik mij kan of moet houden”. De rechter is hier heel duidelijk over: in de functiebeschrijving en daarmee de functiewaardering, mag worden uitgegaan van de organiek wenselijke situatie. De manager zou moeten controleren en er zou een duidelijke werkinstructie moeten zijn. Het wel of niet functioneren van het management mag van de rechter niet doorwerken in de organieke beschrijving en waardering.
PAGE 6 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
3.2.2
Functiereductie
Het Eilandgebied SXM heeft aangegeven dat binnen de ontwikkelingen in de organisatie een reductie van het aantal verschillende functies een bijdrage kan leveren aan de efficiency van het personeels- en formatiebeheer binnen de organisatie. Reductie is geen doel op zichzelf. Reductie dient ten eerste om de mogelijkheid tot flexibiliteit of mobiliteit van het personeel binnen de organisatie sterk te vergroten. Ten tweede wordt de duurzaamheid van de functiebeschrijving vergroot. Dit werkt kostenbesparend omdat er minder vaak aanpassingen noodzakelijk zijn. 3.2.3
Generieke en specifieke functies
Het nieuwe functiehuis kent generieke en specifieke functies. Generieke functies komen in meerdere afdelingen voor. Specifieke functies komen slechts binnen één afdeling voor. We onderscheiden de volgende generieke functiegebieden:
management
beleidsontwikkeling
vergunningen
administratief/secretarieel
inspectie / controle
onderhoud en uitvoering
informatievoorziening
programma’s en projecten
3.2.4
Minder detail: 70% herkenbaarheid
Vooral de generieke beschrijvingen zullen voor de medewerkers wel qua aard van de werkzaamheden herkenbaar zijn, maar niet meer op het specifieke vakgebied. Deze verminderde herkenbaarheid van de functiebeschrijving voor de functievervuller wordt opgevangen in het nieuwe performance managementmodel waarin specifieke vakgerichte resultaten worden afgesproken. De herkenbaarheid van het specifieke vakgebied is daarmee verschoven naar de medewerkersafspraken die voortvloeien uit het performance management. Het management zal deze boodschap bij de introductie moeten blijven benadrukken.
PAGE 7 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
4 4.1
FuwaSXM
Inleiding FuwaSXM is verregaand geautomatiseerd en bestaat uit drie modules die als volgt kunnen worden afgebeeld.
Normfunctiebestand
Functiebeschrijving
Functiewaardering
De functies worden beschreven, eventueel op basis van een vergelijkbare normfunctie, vervolgens gewaardeerd en daarna vergeleken met het normfunctiebestand om de resultaten te toetsen.
4.2
Normfuncties in FuwaSXM De ca. 20 opgenomen specifieke normfuncties voor Sint Maarten normeren ten eerste de waarderingsverhoudingen voor het Eilandgebied. Ten tweede geven zij een hoogwaardig handvat voor het score profiel van de beschreven taakinhoud. Daarmee wordt een transparante vergelijking tussen de te waarderen functie en het normmateriaal mogelijk.
4.3
Beschrijven met Fuwa Functiebeschrijven – met FuwaSXM - richt zich op het vaststellen van de bijdrage van een functie aan het realiseren van de afdelings- en sector/directiedoelen. De functiebeschrijving vormt een gestructureerd beeld van de taken die worden verricht om die bijdrage te kunnen leveren. De functiebeschrijving vormt het middelpunt van de het performance management en dient als basis voor de overige HRM instrumenten.
PAGE 8 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
De organieke beschrijvingen worden opgesteld volgens de 9 rubrieken van de Fuwasysmethodiek.
De functie-informatie waarin alle relevante informatie kan worden opgenomen zoals functiebenaming, schaal, scoreprofiel, datum ed.
De omgeving van de functie waarin de functie in organisatorisch kader wordt geplaatst
De resultaatgebieden van de functie, waarbij in maximaal uitgewerkte resultaatgebieden met activiteiten een goed beeld van de functie-inhoud wordt gegeven.
De speelruimte die voor de functie geldt, waarbij beslissingsruimte, kader en controle worden verwoord
De kennis en vaardigheden die voor het uitoefenen van de functie nodig zijn
De functionele contacten die relevant zijn voor de functie
De functie-eisen zoals deze door de organisatie aan de functie worden verbonden (in te vullen door de afdelingen in overleg met P&O)
Een vrije rubriek waarin bijvoorbeeld functiecompetenties, prestatie-indicatoren of beoordelingsaspecten kunnen worden opgenomen
Een ondertekeningsblok om de functiebeschrijving te bekrachtigen. Dit kan ook op een andere wijze, bijvoorbeeld door een ondertekeningsblad voor het gehele functieboek.
De functiebeschrijvingen worden resultaatgericht opgesteld. Dit zal bijdrage aan de bewustwording van de medewerker over zijn of haar bijdrage aan het eindproduct van de organisatie. Ook worden de functies kort en krachtig beschreven, niet alle details of specifieke deeltaken worden opgeschreven. De functiebeschrijving beperkt zich tot de hoofdlijnen, waardoor discussie over of dit nu wel of niet tot de functie behoort niet meer van toepassing zal zijn. Het management bepaalt, binnen de hoofdlijnen van de beschreven functie, wat er op dat moment gedaan moet worden door de medewerker. Dit wordt nog eens verder ondersteund doordat de beschrijving van de activiteiten onder de resultaatgebieden, zich beperkt tot de belangrijkste activiteiten. Het is geen beschrijving van alle activiteiten, het resultaat staat voorop. De medewerker draagt er zorg voor dat de resultaten worden bereikt en neemt daartoe alle initiatieven. Een leeg instructieformat (met in het kort de beschrijvingsregels) en een voorbeeld zijn toegevoegd aan deze nota in bijlage A. Deze formats worden bij het goedkeuren van deze nota vastgesteld en zullen vanaf dat moment niet meer ter discussie staan.
PAGE 9 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
4.4
Functiewaarderen met FuwaSXM 4.4.1
Functiezwaarte als uitgangspunt
Functiewaarderen – met FuwaSXM - is een geobjectiveerde wijze om op verantwoorde wijze personeel te belonen. De rangorde-uitkomst van het waarderen van een organieke functie is de basis waarop de medewerker kan worden beloond. Door middel van functiewaardering met behulp van een goed systeem kunnen de interne beloningsverhoudingen worden verklaard. Er wordt met de introductie van FuwaSXM ingeschaald en beloond op basis van functiezwaarte en niet meer op basis van opleidingsniveau. De functiezwaarte impliceert een bepaald opleidingsniveau. Belonen op basis van functiezwaarte wil zeggen dat er een relatie is tussen de zwaarte van de functie en de hoogte van de beloning. Hoe zwaarder de functie des te hoger de beloning. De zwaarte van de functie wordt vastgesteld met behulp van het functiewaarderingssysteem. De functiezwaarte wordt uitgedrukt in een getal (totaalscore), dat middels de conversietabel wordt vertaald naar een salarisschaal. Zie voor de voorgestelde conversietabel bijlage B. 4.4.2
Het meetsysteem van Fuwa
Waarderen met FuwaSXM vindt plaats met het meetsysteem van 14 kenmerken, waarbij een score op een 5-puntsschaal wordt toegekend. De rapportage bestaat uit de standaard toelichting die het systeem genereert. In de rapportage zullen geen vergelijkbare normfuncties worden opgenomen omdat de ervaring de laatste jaren leert dat deze informatie voor de medewerkers meestal slechts verwarrend werkt. In bijlage C is de gehele tekst van de kenmerken opgenomen. De 14 kenmerken zijn: Werkzaamheden 1. 2. 3. 4. 5.
Aard van de werkzaamheden Doel van de werkzaamheden Effect van de werkzaamheden Aanpak van de werkzaamheden Dynamiek van de aanpak
Speelruimte 6. 7. 8. 9. 10.
Keuzevrijheid Complexiteit van beslissingen Effect van de beslissingen Kader Wijze van controle
Kennis en Vaardigheid 11. Kennis 12. Vaardigheid Contacten 13. Aard van de contacten 14. Doel van de contacten
PAGE 10 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
4.5
Onze maatwerkvariant: FuwaSXM Reeds in het voortraject kwam vast te staan dat het functiewaarderingssysteem Fuwasys zou zijn en blijven. De keuze hiervoor werd onderbouwd door de volgende argumenten
Fuwasys is en goed, actueel en breed geaccepteerd systeem.
Fuwasys is uitstekend geschikt voor overheidsorganisaties.
De Antilliaanse variant Fuwant is qua inhoud en scorepatronen sterk verouderd en daardoor ongeschikt voor Sint Maarten.
Onderzoek naar andere systemen zou te veel geld en tijd kosten en de meerwaarde daarvan was niet direct duidelijk.
Er werd gekozen om een eigen en actuele maatwerk-variant van Fuwasys te ontwikkelen. Hiermee kon recht gedaan worden aan de specifieke eilandelijke situatie van Sint Maarten. Dit systeem, Fuwa-SXM, zal in 2006 operationeel zijn. Het systeem zal ten eerste ca. 50 normfuncties bevatten waarvan ca. 20 maatwerk normfuncties van SXM. Ten tweede zal het meetsysteem zijn aangepast aan de situatie op Sint Maarten en ten derde zal er zonodig een eigen conversietabel (van Fuwa-SXM totaalscores naar schalen) ontwikkeld zijn. Verder zal er zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de toekomstige constitutionele situatie van Sint Maarten als Land binnen het Koninkrijk. De systeemhouder van het moedersysteem Fuwasys is het ministerie van BZK. Het Eilandgebied kan Fuwasys zonder problemen gebruiken. Om het systeem officieel aan te passen aan de eilandelijke situatie is echter de toestemming van de systeemhouder nodig. Hiertoe is reeds een brief opgesteld.
PAGE 11 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
5 5.1
De kwaliteitsborging
Inleiding Om de kwaliteit van het formatiebeheer te kunnen blijven garanderen op de lange termijn, worden hieronder 5 beleidsvoornemens uitgewerkt. Deze voornemens of maatregelen zijn als volgt te schetsen.
Het systeem De procedures De toepassers De resultaten De formatie
5.2
De drie-jaarlijkse onderhoudscyclus van het systeem De afdeling P&O is, namens het Eilandgebied, sublicentiehouder en beheerder van FuwaSXM en verantwoordelijk voor het onderhoud en de toepassing van het systeem. Een actueel systeem voorkomt verstarring van de formatie. Elke drie jaar wordt het systeem geevalueerd en onderhouden waarbij de nadruk ten eerste ligt op de actualiteit en passendheid van de normfuncties en ten tweede op de kwaliteit en geschiktheid van de kenmerkteksten. P&O heeft de mogelijkheid een externe toetsing van de voorgestelde wijzigingen te vragen.
5.3
Noodzaak van goede procedures De centrale afdeling P&O is verantwoordelijk voor de procures omtrent het formatiebeheer, functiebeschrijven en functiewaarderen. Deze procedures kunnen niet decentraal worden gewijzigd. Ook deze procedures worden elke 3 jaar PAGE 12 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
geevalueerd en zonodig aangepast. Goede procedures garanderen een transparant proces waardoor resultaten en maatregelen objectief, helder en uitlegbaar worden. Uitgangspunten voor de procedures zijn:
5.4
De functiebeschrijving maakt deel uit van de rechtspositie en kan alleen worden gewijzigd door een eilandsbesluit. Het geldende functiebeschrijvings- en waarderingssysteem is FuwaSXM De functiebeschrijving wordt opgesteld aan de hand van de FuwaSXMsystematiek, conform voorbeeld in de bijlagen. De functiebeschrijving wordt eerst door het management vastgesteld alvorens er kan worden gewaardeerd aan de hand van de 14 meetpunten van FuwaSXM. De waardering gebeurt niet uitsluitend door de dezelfde persoon als de opsteller en / of vaststeller van de functie. De functiewaarderingscommissie bestaat uit minimaal drie personen, waarvan tenminste 1 gecertificeerd. De afdeling P&O bepaalt de noodzakelijkheid van externe deelname of toetsing.
De deskundigheid van de toepassers Om de kwaliteit van de toepassers en de kennis over FuwaSXM binnen de organisatie te optimaliseren vinden de volgende activiteiten plaats
5.5
De afdeling P&O coördineert de toepassing van het beschrijven en waarderen met FuwaSXM. Binnen de afdeling P&O is er tenminste 1 persoon gecertificeerd in Fuwasys of FuwaSXM. De personeelsadviseurs hebben kennis van het systeem door aantoonbare deelname aan een basisopleiding van tenminste drie dagen. Deze kennis wordt onderhouden door een jaarlijkse opfrisdag functiewaardering. De afdeling P&O coördineert twee maal per jaar een dagdeel management voorlichting FuwaSXM. Het management wordt geacht binnen een half jaar na aantreden deze voorlichting te hebben gevolgd. De afdeling P&O coördineert een maal per jaar een dagdeel vakbondsvoorlichting FuwaSXM.
De kwaliteit van de resultaten Om bedrijfsblindheid te voorkomen en oneigenlijke druk vanuit de organisatie te weerstaan is er altijd de mogelijkheid tot externe toetsing van de resultaten van zowel functiebeschrijven als functiewaarderen. Deze externe toetsing moet wel door gecertificeerde personen plaatsvinden, waarbij de voorkeur uitgaat naar personen die de lokale situatie kennen. De kwaliteit van de formatie kan los van bovenstaande borgingsprincipes worden beoordeeld door het management dat uiteindelijk moet zorgen dat de bedrijfsresultaten worden gehaald. Het management wordt daartoe elke drie jaar gevraagd een beargumenteerde mening te geven over de actualiteit, passendheid en kwaliteit van de eigen formatie. Op basis hiervan bepaalt P&O de nemen maatregelen binnen de onderhoudsplanning.
PAGE 13 OF 14
FORMATIEBELEID BC220108,31
Bijlagen A. Normfuncties FuwaSXM B. Kenmerkteksten FuwaSXM C. Conversietabel FuwaSXM
PAGE 14 OF 14
Overzicht Normfuncties FuwaSXM juni 2006. Goedgekeurd door de functiewaarderingscommissie.
Schaal 1 2 3 3 4 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 8 9 9 9 10 10 10 11 11 11 12 13 13 14 15 16 17
Functienaam Schoonmaker
Scores 12111 11112 11 11
Som 16
Techn uitv medew (b) Taxidispatcher Beveiligingsbeambte Administratief medewerker © Controleur (b) Afdelingssecretaresse Applicatiebeheerder Supervisor (algemeen) Rij-examinator Sr medewerker backoffice Vergunningverlener (b) Secretaresse gezaghebber Inspecteur (b) Veiligheidsinspecteur Beleids onderst medew GVO Hoofd medewerker invordering Ploegleider/bevelvoerder brw Beleidsmedewerker © Beleidsmedew communicatie Sectiehoofd (d) Projectleider (b) Proj leider nieuwe werken Eilandbemiddelaar Beleidsmedewerker (a) Afdelingshoofd (b) Programmamanager Afdelingshoofd (a)
22122 11122 22 11 22122 11122 12 22 22122 22122 22 22 22222 22222 22 22 32222 23222 22 22 32222 23223 22 22 32232 23222 22 22 32232 23223 22 32 32232 33233 32 32 32232 33223 32 33 32232 32233 33 33 32233 33233 33 33 33333 33233 33 33 33333 33233 33 33 33333 33333 33 33 33333 33333 33 33 33333 33333 33 33 43343 43333 33 33 43343 43333 33 33 43343 43333 33 33 43343 44334 43 43 43343 44334 43 43 43343 44334 43 44 44443 44444 43 43 44444 44444 44 44 44444 44444 44 44 45444 45544 44 45
22 23 26 28 30 31 31 33 36 36 37 39 41 41 42 42 42 45 45 45 49 49 50 53 56 56 60
Directeur Eilandsecretaris
55455 45555 54 45 55555 45555 55 55
66 69
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Schoonmaker 1 12111 11112 11 11 16 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten. 3. Resultaatgebieden 3.1. Schoonmaakwerkzaamheden • maakt kantoorruimten, vergaderzalen, toiletruimten, gangen, hallen en trappenhuizen schoon; • reinigt meubilair, vloeren, e.d. met diverse schoonmaakartikelen; • leegt prullenbakken en asbakken in werkkamers en vergaderzalen; • ordent het meubilair in vergaderzalen; • vult zeep, handdoeken en toiletpapier aan in de toiletruimten; • signaleert tekorten aan schoonmaakmiddelen.
4. Speelruimte • • •
de schoonmaker neemt beslissingen over de volgorde van de werkzaamheden; gedetailleerde werkinstructies, aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; de schoonmaker legt verantwoording af aan het hoofd over de voortgang en correcte uitvoering van de schoonmaakwerkzaamheden.
5. Kennis en vaardigheden • •
kennis van schoonmaakmethoden en -artikelen; vaardigheid in het efficiënt schoonmaken.
6. Contacten •
met directe collega's en werknemers over de uitvoering van het werk.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Taxidispatcher 3 22122 11122 12 22 23 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Toezicht op de verdeling van taxiritten • verdeelt het werk evenredig tussen de taxichauffeurs; • beschermt klanten tegen ongeoorloofde praktijken van taxichauffeurs; • bemiddelt bij klachten en informeert klanten over prijzen e.d.
4. Speelruimte • • •
de taxidispatcher neemt beslissingen bij het toewijzen van ritten aan taxichauffeurs; werkafspraken, voorschriften en de werkplanning vormen het kader; de taxidispatcher legt verantwoording af aan het hoofd over de voortgang van de werkzaamheden en de wijze waarop de ritten zijn verdeeld.
5. Kennis en vaardigheden • •
kennis van voorschriften; vaardigheid in het bemiddelen bij eenvoudige klachten.
6. Contacten • •
met externe partijen over de naleving van voorschriften om hierover informatie te verschaffen met externe partijen over eenvoudige klachten om deze op te lossen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Technisch uitvoerend medewerker B 3 22122 11122 22 11 22 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Postverzorging • neemt inkomende post in ontvangst en opent deze, sorteert, registreert en distribueert ingekomen documenten; • zorgt voor de ondertekening van uitgaande documenten, houdt overzichten bij van voortgang, verblijfplaats en rappel; • selecteert en frankeert de uitgaande post, verzendt telex- en faxberichten; • houdt naam-, adres- en woonplaatsgegevens bij; • draait adresetiketten uit en muteert gegevens op aanwijzing. 3.2. Reprografische werkzaamheden • neemt reprografie-opdrachten in ontvangst en geeft aan of de opdracht kan worden uitgevoerd en wanneer deze gereed is; • verzorgt reprowerk conform de huisstijl; • verricht bind- en snijwerkzaamheden; • stelt de apparatuur in op het gewenste formaat, aantallen, contrast, etc.; • verzamelt gemaakte afdrukken en werkt deze af met behulp van diverse machines; • vult papier en toner aan, controleert de kwaliteit en signaleert onregelmatigheden, schakelt zonodig een onderhoudstechnicus in; • verricht 1e lijns service. 3.3. Personenvervoer • vervoert volgens planning personen waarbij de (veiligheids)voorschriften in acht worden genomen; • bestuurt een bus of vrachtwagen; • rijdt poolritten; • controleert dagelijks het voertuig en verhelpt eenvoudige storingen; • houdt rittenboeken, persoonlijke rittenstaten bij en maakt schaderapporten op.
3.4. Distributie van kantoorgoederen • neemt goederen in ontvangst en controleert binnenkomende goederen, rapporteert bij afwijkingen en/of beschadigingen; • slaat goederen in stellingkasten op en houdt de voorraden bij; • behandelt aanvragen en geeft aangevraagde goederen uit, laat het aanvraagformulier tekenen voor ontvangst; • voorziet goederen van een (bar)code en registreert deze goederen ten behoeve van de activa registratie; • verstrekt informatie over het bestand van de artikelen.
4. Speelruimte •
• •
de technisch uitvoerend medewerker B neemt beslissingen bij het distribueren van ingekomen documenten, bij het instellen van de repro-apparatuur, bij het vervoer van personen, bij het controleren op afwijkingen en beschadigingen, bij het behandelen van aanvragen en bij het uitgeven van aangevraagde goederen; werkplanning, werkafspraken, handboeken, instructies en veiligheidsvoorschriften vormen het kader; de technisch uitvoerend medewerker B is verantwoording schuldig aan het hoofd voor wat betreft de voortgang en tijdigheid van de werkzaamheden.
5. Kennis en vaardigheden • • • •
kennis van de geldende procedures en/of algemeen vaktechnische kennis en vaardigheid in de toepassing ervan; bekendheid met afkortingen en codes; vaardigheid in het bedienen van apparatuur zoals adresseermachine, fax, mobiele communicatiemiddelen, e.d.; vaardigheid in het besturen van een dienstwagen.
6. Contacten
•
met medewerkers van het eilandgebied om gegevens te verstrekken of te vragen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Beveiligingsbeambte 4 22122 22122 22 22 26 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Bewaking, beveiliging en ordehandhaving in en nabij kantoorgebouwen • het bemensen en bewaken van de ingang van kantoorgebouwen; • het openen en sluiten van de gebouwen en het in- en uitschakelen van het alarm; • het ontvangen en doorgeleiden of doorverwijzen van bezoekers (binnen en buiten) kantooruren; • het voorafgaande aan het sluiten controleren of de verlichting en airco's uit zijn en de ramen afgesloten zijn; • het handhaven van orde en rust en het verwijderen van ongewenste bezoekers; • het bewaken van parkeerplaatsen van overheidskantoren; • het verschaffen van toegang tot parkeerplaatsen door het bedienen van de hefboom; • bewaken van depots van het eilandgebied en de terreinen daaromheen; • het bewaken van de dienstauto’s en andere (on-)roerende goederen van de overheid; • het signaleren van te verrichten kleine onderhoudswerkzaamheden (buitenlampen, sluitwerk) in relatie tot de beveiliging van gebouwen; • het beschermen van personeel en goederen tijdens en na kantooruren; • op verzoek medewerking en hulp verlenen aan politie, brandweer en ambulance.
4. Speelruimte • • •
de beveiligingsbeambte neemt beslissingen bij het wel of niet toelaten van personen en voertuigen, bij het verwijderen van ongewenste bezoekers, en bij het ingrijpen bij overtreding van de regels en voorschriften; werkafspraken, regels en beveiligingsvoorschriften vormen het kader; de beveiligingsbeambte legt verantwoording af aan het hoofd over het adequaat toezien op het naleven van de uitvoerings- en veiligheidsvoorschriften en over de voortgang van de werkzaamheden.
5. Kennis en vaardigheden • • • •
kennis van beveiligingsvoorschriften; inzicht in de structuur van organisatie; vaardigheid in het bewaken en beveiligen van personen en objecten; vaardigheid in het onderkennen van potentieel bedreigende situaties.
6. Contacten •
•
met bezoekers en medewerkers over veiligheidsvoorschriften om de naleving er van te bewerkstelligen; met bezoekers van de gebouwen om deze door te geleiden of te verwijzen en informatie uit te wisselen.
Normfunctie FuwaSXM 1. Functieomschrijving Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Administratief medewerker C 5 22222 22222 22 22 28 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Administratieve ondersteuning op juridisch, technisch, gezondheids dan wel financieel gebied • verzamelt informatie voor het management en medewerkers en houdt werkdossiers bij; • voert een administratie van gegevensbestanden en verstrekt daar informatie uit; • legt gegevens vast en houdt deze bij in het geautomatiseerde systeem, bewaakt de voortgang voor de informatievoorziening en stelt overzichten op; • verstrekt standaard informatie over werkzaamheden; • draagt zorg voor het documentbeheer; • archiveert documenten of data en beheert het archief van het organisatieonderdeel; • levert een administratieve bijdrage aan onderzoeken, projecten, preventieprogramma’s, controles, e.d.; • behandelt aanvragen voor diverse facilitaire goederen en diensten (bijv. vergaderruimtes en -materialen, abonnementen, dienstauto’s, dienstfietsen en overige vervoermiddelen); • beheert de voorraad kantoorbenodigdheden en verstrekt de artikelen op aanvraag. 3.2. Secretariële ondersteuning • verdeelt de interne post en bewaakt voortgang van de beantwoording; • houdt de agenda bij en maakt afspraken, houdt rekening met prioriteiten, planning, bereikbaarheid, frequentie en noodzaak; • bereidt voor en notuleert bij vergaderingen, werkt notulen uit en bewaakt nakoming van gemaakte afspraken; • stelt eenvoudige correspondentie op, op basis van aanwijzingen; • behandelt binnenkomende telefoongesprekken en verstrekt globale informatie van algemene en procedurele aard; • ontvangt en begeleidt bezoekers; • ondersteunt bij projectactiviteiten, onder andere verzamelt, ordent en verzendt vergaderstukken en vormt in overleg met de verantwoordelijke medewerker specifieke werk- en projectdossiers;
• •
stelt op basis van aanwijzingen eenvoudige correspondentie op (en eventueel met behulp van dicteerapparatuur); behandelt binnenkomende telefoongesprekken, verstrekt globale informatie van algemene en procedurele aard en bedient de fax.
3.3. Financieel administratieve zaken • verzorgt de dagboekadministratie (kas/bank/giro); • administreert de voorschotkassen en rekeningcourant-verhoudingen; • controleert, beoordeelt en draagt zorg voor betaalbaarstelling van facturen en declaraties; • specificeert en lettert tussenrekeningen af; • verwerkt data in het financieel systeem; • assisteert bij het vastleggen van product- en prestatiegegevens.
4. Speelruimte •
• •
de administratief medewerker C neemt beslissingen bij het bijhouden van diverse administraties en van specifieke gegevensbestanden, bij het behandelen van aanvragen voor diverse facilitaire goederen en diensten en/of bij het ondersteunen bij projecten, zoals het verzamelen, ordenen en verzenden van vergaderstukken en het in overleg met de, voor het projectsecretariaat verantwoordelijke, (beleids)medewerker vormen van specifieke projectdossiers en bij het afhandelen van financieel administratieve zaken; werkafspraken en (financieel) administratieve voorschriften vormen het kader; de administratief medewerker C legt verantwoording af aan het hoofd voor wat betreft de juiste uitvoering en voortgang van de administratieve, secretariële en financieel administratieve ondersteuning.
5. Kennis en vaardigheden • • • • •
kennis van secretariële en (financieel) administratieve werkzaamheden; kennis van de Nederlandse en Engelse taal; vaardigheid in het notuleren van vergaderingen en het omgaan met tekstverwerkingspakketten; vaardigheid in het verwerken van (financieel) administratieve gegevens; vaardigheid in het vormen van werkdossiers.
6. Contacten • • •
met medewerkers over de secretariële en administratieve zaken om informatie uit te wisselen; met medewerkers en derden over het maken van (agenda)afspraken om informatie van algemene en procedurele aard uit te wisselen; met in- en externe instanties en personen over in behandeling zijnde onderwerpen om toelichting te geven en te vragen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Controleur B 5 32222 23222 22 22 30 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Praktische controle werkzaamheden • houdt toezicht op, controleert of keurt personen, dieren, diensten, goederen, producten, bedrijven, e.d. – op naleving van eenduidige voorschriften, vergunningen, bepalingen, voorwaarden of wet- en regelgeving; • voert op basis van richtlijnen eenduidige specifieke keuringen of controles uit; • neemt monsters, test of verricht metingen; • neemt (binnen nauw afgebakende bevoegdheden of afspraken) preventieve of repressieve maatregelen bij geconstateerde afwijkingen of overtredingen en stelt betrokken management of autoriteiten binnen de gegeven tijdslimiet op de hoogte; • ondersteunt bij onderzoek of maatregelen die door anderen worden uitgevoerd of genomen; • maakt dagelijks een rapport en/of proces verbaal op; • voert de administratie en registratie omtrent uitgevoerde keuringen of specifieke projecten; • draagt zorg voor het voorraadbeheer van benodigde middelen.
4. Speelruimte • • •
de controleur B neemt beslissingen bij het toezien op naleving van eenduidige wet- en regelgeving e.d., bij het nemen van preventieve of repressieve maatregelen en bij bemiddelen bij eenvoudige klachten; werkafspraken, voorschriften, vergunningen, bepalingen vormen het kader; de controleur B legt verantwoording af aan het hoofd over de voortgang van de werkzaamheden, de nauwkeurigheid waarmee keuringen of controles zijn verricht en de wijze waarop klachten zijn behandeld.
5. Kennis en vaardigheden • • • •
kennis van voorschriften, vergunningen, bepalingen, voorwaarden of relevante delen van wet- en regelgeving; inzicht in de situatie bij bedrijven; vaardigheid in het uitvoeren van controles en het opstellen van proces verbaal; vaardigheid in het bemiddelen bij eenvoudige klachten.
6. Contacten • •
met externe partijen over het toezicht op de naleving van eenduidige voorschriften en wetgeving om de overtreding vast te stellen en (corrigerende) maatregelen te treffen; met externe partijen over eenvoudige klachten om deze op te lossen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
Afdelingssecretaresse (Secretaresse C) 6 32222 23223 22 22 31 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten. 3. Resultaatgebieden 3.1. Secretariële ondersteuning • boekt inkomende post in, beoordeelt deze op belang en urgentie en voegt op eigen initiatief en naar eigen inzicht de voor de afhandeling benodigde bescheiden bij en bewaakt de voortgang van de afdoening; • beheert de agenda en bewaakt het nakomen van de gemaakte afspraken; • houdt ingekomen en uitgaande stukken bij; • behandelt inkomende telefoongesprekken en verbindt door of verwijst door naar andere personen; • bereidt vergaderingen administratief/organisatorisch voor, archiveert de vergaderstukken, verzorgt de verslaglegging van de vergaderingen en de voortgangsbewaking van de daarin overeengekomen acties; • legt naar onderwerp of project werk- en vergaderdossiers voor de afdeling aan en houdt deze bij; • verzorgt het voorraadbeheer en coördineert de bestellingen van de kantoorartikelen of verbruiksmiddelen; • treft voorbereidingen voor dienstreizen; • verzorgt de correspondentie en concipieert brieven over algemene aangelegenheden; • controleert uitgaande correspondentie op taalfouten, lay-out en huisstijl. 3.2. Administratie en informatievoorziening • verricht diverse (financieel) administratieve werkzaamheden; • controleert aangeleverde financiële stukken; • doet voorstellen ter verbetering van de interne administratieve procedures; • ontvangt en introduceert bezoekers en vertrekt algemene informatie; • beheert het afdelingsbudget, coördineert de afdelingsabonnementen en controleert gegevens; • stelt informatieve dossiers samen en houdt deze bij; • verzamelt en verwerkt gegevens, stelt (financiële) overzichten op voor periodieke (management)rapportages; • treedt op als aanspreekpunt/vraagbaak voor afdelingsmedewerkers over administratieve en organisatorische zaken.
4. Speelruimte •
• •
de afdelingssecretaresse neemt beslissingen bij het beoordelen van belang en urgentie van binnengekomen post en telefoongesprekken, bij het agendabeheer, bij de voorbereiding en verslaglegging van vergaderingen, bij het aanleggen van werkdossiers en bij het samenstellen van (management)overzichten; interne administratieve procedures, voorschriften en werkafspraken vormen het kader; de afdelingssecretaresse legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de secretariële ondersteuning en van de administratie en informatievoorziening.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • • •
kennis van management-ondersteunende methoden en werkwijzen; theoretische en praktische kennis van de Nederlandse en Engelse taal; kennis van reguliere archiverings- en documentatietechnieken; kennis van bestandsinvoer en tekstverwerken met de computer; kennis van de interne administratieve en procedurele regels en voorschriften en de toepassing daarvan; inzicht in de organisatorische en functionele verhoudingen binnen de organisatie en bekendheid met de aard van de werkzaamheden binnen de afdeling; vaardigheid in het maken van verslagen van vergaderingen en in het vormen en bijhouden van dossiers; vaardigheid in het werken met diverse computerprogramma's; klantvriendelijke en dienstverlenende instelling.
6. Contacten •
met medewerkers en derden over de secretariële en administratieve afhandeling van zaken, om informatie uit te wisselen over de inhoud en de voortgang in de uitvoering daarvan en om (agenda)afspraken te maken.
Normfunctie FuwaSXM 1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Applicatiebeheerder 6 32232 23222 22 22 31 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten. De taak applicatiebeheer wordt altijd samen met andere taken verricht. De applicatiebeheerderswerkzaamheden komen binnen de overheid van Sint Maarten niet voor als zelfstandige functie.
3. Resultaatgebieden 3.1. Applicatiebeheer • houdt het geautomatiseerde systeem operationeel, bedient de apparatuur, beheert de systeemparameters, bewaakt de uniformiteit van de input en bewaakt de toepassing van procedures; • beheert applicaties en bijbehorende modulen van geautomatiseerde (informatie)systemen; • signaleert en spoort storingen op en lost deze op, zonodig in overleg met de centrale systeembeheerder(s); • maakt back-up’s, beveiligingsafspraken en –procedures (passwords en autorisaties) in overleg met de centrale systeembeheerders; • voert mutaties, codes e.d. door in het geautomatiseerde (informatie)systeem; • houdt stamgegevens, gegevensbestanden, databases e.d. actueel; • signaleert problemen, behoeften en wensen bij het gebruik van de applicatie en draagt in overleg met automatiseringsmedewerkers oplossingen aan en draagt bij aan de invoering van de gekozen oplossing; • houdt de documentatie en handleidingen actueel en toegankelijk; • treedt op als vraagbaak over het applicatiebeheer en begeleidt en ondersteunt gebruikers.
4. Speelruimte • • •
de applicatiebeheerder neemt beslissingen bij het operationeel houden van de applicatie, over de wijze waarop storingen worden opgelost en bij het vertalen van gebruikerswensen naar oplossingen; werkafspraken, automatiseringsvoorschriften en de applicatiedocumentatie vormen het kader; de applicatiebeheerder legt verantwoording af aan het hoofd over het
functioneren van applicaties, de voortgang van het oplossen van storingen en over de wijze van gebruikersondersteuning. 5. Kennis en vaardigheden • kennis van de werking en mogelijkheden van de applicaties ( en databases) en van de hierbij behorende voorschriften; • kennis van de werking en mogelijkheden van hardware-platformen en netwerksoftware; • inzicht in de samenhang tussen applicaties en het geautomatiseerde systeem; • inzicht in de gebruikersbehoefte van de applicaties; • vaardigheid in het oplossen van storingen; • vaardigheid in het ondersteunen van gebruikers.
6. Contacten • met gebruikers over zich voordoende uitvoeringsproblemen/-vragen om informatie te verstrekken en inhoudelijke assistentie te verlenen; • met leveranciers over het oplossen van storingen om informatie uit te wisselen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Supervisor 6 32232 23223 22 32 33 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Dagelijkse leiding • coördineert dagelijks uitvoering van de werkzaamheden van het eigen team en stelt prioriteiten; • stelt het maand- en weekroosters op en verdeelt de werkzaamheden; • controleert en bewaakt de kwaliteit en de voortgang van de werkzaamheden en rapporteert hierover; • begeleidt en coacht medewerkers en werkt nieuwe medewerkers in; • bevordert de effiency van de werkzaamheden binnen het team; • onderzoekt knelpunten binnen de werkwijze van het team en lost deze op; • houdt de voorraad verbruiksgoederen bij; • verricht administratieve werkzaamheden en stelt overzichten op; • instrueert medewerkers omtrent alternatieve werkwijzen om problemen aan te pakken. 3.2. Complexere werkzaamheden op het vakgebied. • voert de complexere werkzaamheden uit op het vakgebied; • ziet toe op de naleving van voorschriften e.d en neemt maatregelen bij overtredingen; • lost complexere klachten en knelpunten op; • rapporteert over de werkzaamheden.
4. Speelruimte •
• •
de supervisor neemt beslissingen bij het coördineren van de dagelijkse uitvoering, het opstellen van roosters en de werkverdeling, bij het oplossen van klachten en knelpunten en bij het uitvoeren van complexere werkzaamheden op het vakgebied; voorschriften, verordeningen, werkafspraken vormen het kader; de supervisor legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de coördinatie en de coaching, de naleving van de roosters, de resultaten van het team en over de kwaliteit van de uitgevoerde complexere werkzaamheden en over de klachtafhandeling.
5. Kennis en vaardigheden • • • • •
kennis van voorschriften, vergunningen, bepalingen en relevante delen van regelgeving; inzicht in de werkomstandigheden en werkwijze; vaardigheid in het opstellen van roosters en het coördineren van de dagelijkse werkzaamheden; vaardigheid in het opstellen van rapporten en overzichten; vaardigheid in het bemiddelen bij (complexere) klachten.
6. Contacten • • •
met derden over de uitvoering en voortgang van de complexere werkzaamheden om informatie uit te wisselen en knelpunten op te lossen; met derden om toezicht te houden op de naleving van voorschriften, om de overtreding vast te stellen en (corrigerende) maatregelen overeen te komen of af te dwingen; met derden om moeilijke klachten op te lossen.
Normfunctie FuwaSXM 1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Rij-examinator 7 32232 33233 32 32 36 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Afname rijexamens • controleert de documenten en verstrekt informatie; • neemt het theorie examen af (individueel of in groepsverband); • neemt het praktijkexamen af; • beoordeelt examenresultaten en stelt rapportage op; • licht de resultaten toe aan de geëxamineerde.
4. Speelruimte • • •
de rij-examinator neemt beslissingen bij het afnemen van theoretische en praktische examens, bij het beoordelen van de geëxamineerde; wet- en regelgeving (eilandsbesluit) en exameneisen vormen het kader; de rij- examinator legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de afgenomen examens.
5. Kennis en vaardigheden • • • •
kennis van het vakgebied en van de exameneisen; kennis van de wegenverkeersverordening, relevante wetgeving of verdragen; inzicht in mogelijke bevorderende of verstorende factoren tijdens het afnemen van de rij-examens; vaardigheid in het beoordelen van de rijvaardigheid.
6. Contacten •
met geëxamineerden over de theoretische en praktische rijvaardigheid om het examen af te nemen, dit te beoordelen en het eindresultaat toe te lichten.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Senior medewerker burgerzaken back office 7 32232 33223 32 33 36 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Complexe dienstverlening op het terrein van de GBA • registreert en muteert bijzondere gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie; • verzorgt de mutatieberichtgevingen aan binnen- en buiteneilandelijke afnemers; • voert alle voorkomende werkzaamheden uit op het gebied van de Burgerlijke Stand, met inachtneming van het internationale personen- en familierecht en verstrekt inlichtingen; • verricht alle voorkomende werkzaamheden bij opties en naamswijzigingen; • beoordeelt buitenlandse brondocumenten; • signaleert naar inwoners verlopen geldigheidstermijnen van reisdocumenten en rijbewijzen; • beheert de dagvoorraad (blanco) reisdocumenten, identiteitsbewijzen en rijbewijzen; • vernietigt in opdracht ingenomen documenten bij inname wegens het verstrijken van de geldigheid. 3.2. Behandeling aanvragen Burgerlijke Stand • verricht alle voorkomende werkzaamheden bij ondertrouw en huwelijksvoltrekking; • is ambtenaar Burgerlijke Stand; • verwerkt gegevens in de betreffende registers; • verzorgt inschrijvingen in de gemeentelijke basisregistratie bij geboortes, overlijdens, scheidingen, adreswijzigingen enzovoorts en controleert de aangiftes op juistheid en compleetheid; • maakt akten van de Burgerlijke Stand op; • administreert voogdij, curatele en uitgeslotenen van het kiesrecht; • registreert en heft leges.
3.3. Complexe vergunningen/beschikkingen • registreert alle binnen het taakveld van het team voorkomende aanvragen, naamswijzigingen, opties e.d; • informeert aanvragers mondeling en schriftelijk over de bij de aanvraag te overleggen bescheiden, doorlooptijden, procedures; • start het in behandeling nemen van de aanvraag door (via het geautomatiseerde systeem) met de behandelend ambtenaar een afspraak te maken voor een intakegesprek; • fungeert als vaste contactpersoon voor de aanvrager gedurende de gehele behandelperiode van de aanvraag en bewaakt mede de in de werkprocessen vastgelegde doorlooptijden; • verstrekt (op afspraak en in overleg met de aanvrager) de beschikking/vergunning en beoordeelt mede op compleetheid, heft leges en registreert de verstrekking en legesbetaling; • verwerkt veelvoorkomende vragen en antwoorden in het databestand.
4. Speelruimte •
• • •
de senior medewerker burgerzaken back office neemt beslissingen bij het verwerken van aanvragen, het uitvoeren van mutaties, het controleren van gegevens op juistheid, het verrichten van onderzoek, het verrichten van werkzaamheden met betrekking tot de burgerlijke stand, en bij het bijhouden van de (voorraad)administratie; richtlijnen betreffende de GBA, wettelijke regelingen, administratieve voorschriften en interne regels en procedures vormen het kader; de senior medewerker burgerzaken back office is verantwoording schuldig aan het afdelingshoofd over de kwaliteit en actualiteit van de GBA en voor een correcte financiële administratie; de senior medewerker burgerzaken back office is hoofdelijk verantwoording schuldig aan de rechterlijke macht over alle besluiten inzake de burgerlijke stand.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • •
verdergaande kennis van de specifieke wet- en regelgeving en richtlijnen op het gebied van burgerzaken; kennis van buitenlandse procedures; kennis van de Gemeentelijke Basisadministratie, kennis van de administratieve procedures; inzicht in de werkwijzen van de afdeling; vaardigheid in het verwerken van mutaties in de administratie; vaardigheid in het uitvoeren van onderzoeken; vaardigheid in het omgaan met het publiek en het verstrekken van informatie.
6. Contacten • •
met burgers en bedrijven inzake complexe vergunningen/beschikkingen om af te stemmen en te informeren; met burgers inzake de burgerlijke stand om informatie te verstrekken, danwel huwelijken te voltrekken;
• •
met collega's van andere eilanden over mutaties in de bevolkingsadministratie om informatie uit te wisselen en inhoudelijk af te stemmen over complexe zaken; met burgers over de afgifte van documenten om informatie te verstrekken en knelpunten op te lossen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Vergunningverlener B 7 32232 32233 33 33 37 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten. 3. Resultaatgebieden 3.1. Vergunningverlening • verzorgt de procedurele en inhoudelijke behandeling van aanvragen van vergunningen en stelt beschikkingen op; • voert overleg met vergunningaanvragers over de inhoud van aanvragen; • verricht een technische toets op de vergunningaanvraag en ontheffingsverzoeken; • beoordeelt aan de hand van wet- en regelgeving of een voorbereidingsprocedure moet plaatsvinden; • verstrekt informatie aan vergunningaanvragers over de vergunningplicht, de regelgeving en de te volgen procedure; • bereidt bezwaar- en beroepschriften voor en levert een technische bijdrage aan hoorzittingen; • signaleert knelpunten in de uitvoering en doet voorstellen voor aanpassing van het vergunningenbeleid en uitvoeringsregels; • verstrekt vergunningen en adviseert over de intrekking van vergunningen; • legt de jaarlijkse retributie op en bewaakt de voortgang.
3.2. Administratie en informatievoorziening • richt de administratie in en verwerkt, muteert en beheert basisgegevens; • stelt uitvoeringsinstructies en –procedures op en actualiseert deze; • stelt periodiek (statistische) rapportages op over bijzonderheden en knelpunten die zich voordoen bij de uitvoering van de wet- en regelgeving; • stelt periodiek overzichten op van het aantal vergunningen dat is verleend (naar soort, plaats van vestiging en type zaak).
4. Speelruimte • • •
de vergunningverlener B neemt beslissingen bij het beoordelen en toetsen van vergunningaanvragen, over de inhoud van adviezen en bij de bijdrage aan de afhandeling van bezwaar- en beroepszaken; wet- en regelgeving, verordeningen, het vergunningenbeleid en uitvoeringsregels vormen het kader; de vergunningverlener B is verantwoording schuldig aan het hoofd voor wat betreft de kwaliteit van de vergunningverlening en van de informatievoorziening.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • •
kennis van de relevante wet- en regelgeving en jurisprudentie; kennis van de eigenschappen van gevaarlijke stoffen; kennis van technische onderzoeksmethoden; algemeen inzicht in bijvoorbeeld milieu-aspecten of bedrijfseconomische factoren, arbeidsomstandigheden, ruimtelijke ordening, bouwtechnieken, etc.; vaardigheid in het verrichten van technisch onderzoek en het beoordelen van de resultaten; vaardigheid in het adviseren.
6. Contacten • • • • •
met vergunningvragende instanties en aanvragers over het verlenen van vergunningen om informatie uit te wisselen en af te stemmen; met onderzoeksinstituten om materiaalanalyses te laten uitvoeren; met interne en externe medewerkers over de ondersteunende werkzaamheden om af te stemmen; met de Kamer van Koophandel, Financiën en de Eilandontvanger om gegevens te verstrekken; met derden over bezwaar- en beroepschriften om de technische bijdrage aan hoorzittingen voor te bereiden.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Inspecteur B 8 3333 33233 33 33 41 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Complexere controle werkzaamheden • houdt toezicht op, controleert of keurt personen, dieren, diensten, goederen, producten, bedrijven, processen, gebouwen, kunstwerken e.d. – op naleving van wet- en regelgeving, vergunningen, bepalingen, voorwaarden of voorschriften; • voert specifieke en complexere opsporingen, keuringen of controles uit en beoordeelt de schadelijke gevolgen of risico’s van de uitkomsten en adviseert over oplossingen; • overlegt met overtreders en adviseert over aanpassingen en legalisering; • neemt testen en monsters, verricht metingen of inventarisaties en doet onderzoek; • neemt (binnen de bevoegdheden of afspraken) preventieve of repressieve (nood)maatregelen bij geconstateerde afwijkingen of overtredingen, zonodig met bestuursdwang, bestrijdt de gevolgen van overtredingen en stelt betrokken management of autoriteiten binnen de gegeven tijdslimiet op de hoogte en controleert de naleving; • levert een bijdrage aan de ontwikkeling van protocollen, keuringsrichtlijnen, controleprogramma’s, aanschrijvings- en sanctioneringsbeleid, werkinstructies en –procedures; • maakt dagelijks een rapport en/of proces verbaal op; • zet het administratie- en registratiesysteem omtrent uitgevoerde keuringen of specifieke projecten op en houdt dit bij; • draagt zorg voor het voorraadbeheer van benodigde middelen. 3.2. Informatieverstrekking • verstrekt informatie over de toepassing van wettelijke voorschriften en over (te nemen technische) maatregelen; • bemiddelt bij klachten en handelt deze, binnen de bevoegdheden, af; • levert een bijdrage aan het ontwikkelen en uitvoeren van voorlichtingscampagnes en – materiaal.
4. Speelruimte •
• •
de inspecteur B neemt beslissingen bij het uitvoeren van complexere controles en het toezien op naleving van voorschriften, wet- en regelgeving e.d., bij het nemen van preventieve of repressieve maatregelen, het in nauw overleg met het afdelingshoofd wel of niet inzetten van bestuursdwang, over de bijdragen aan beleid en protocollen, en bij het afhandelen van klachten en bij het geven van voorlichting; wet- en regelgeving, voorschriften, vergunning e.d vormen het kader; de inspecteur B legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de controle werkzaamheden, over de effectiviteit van het toezicht op overtredingen, over de kwaliteit van de bijdragen aan beleid en protocollen, over de inhoud van de rapportages en het proces verbaal en de wijze waarop klachten zijn behandeld en voorlichting is gegeven.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • •
kennis op het vakgebied; praktisch theoretische kennis van wet- en regelgeving, voorschriften, vergunningen, bepalingen, voorwaarden; kennis van de relevante juridische procedures; inzicht in processen, de situatie bij bedrijven en de juridische aspecten daarvan; vaardigheid in het voeren van overleg, het oplossen van knelpunten en het geven van adviezen; vaardigheid in het opsporen van overtredingen en illegale situaties of acties; vaardigheid in het uitvoeren van controles en het opstellen van proces verbaal; vaardigheid in het adviseren en bemiddelen bij klachten.
6. Contacten • •
•
met juridisch medewerkers over te verstrekken lastgevingen en over het opmaken van processen-verbaal om af te stemmen; met externe partijen over het toezicht op de naleving van wetgeving, voorschriften en wetgeving om de overtreding vast te stellen, de resultaten van onderzoek te bespreken, oplossingsvoorstellen af te stemmen en adviezen te geven; met externe partijen over klachten om deze op te lossen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Secretaresse van de Gezaghebber (Secretaresse A) 8 32233 33233 33 33 39 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Managementondersteuning • beheert de agenda van de gezaghebber, onderhoudt daartoe in- en externe contacten (nationaal en internationaal) en stelt prioriteiten bij het maken van afspraken; • coördineert de informatiestroom naar interne en externe relaties over gemaakte afspraken met de gezaghebber; • bewaakt de voortgang in de afdoening van gemaakte afspraken en genomen besluiten; • beoordeelt uitnodigingen, geleidt de relevante uitnodigingen door naar de gezaghebber en zorgt voor adequate voor-informatie; • attendeert de gezaghebber op bijzondere omstandigheden die zijn persoonlijke bemoeienis of aandacht vragen; • draagt zorg voor adequate aanlevering van stukken en voor aanvullende informatie en stelt nadere prioriteiten voor de gezaghebber bij de afhandeling op basis van kennis van de inhoud van de dossiers; • fungeert als eerste aanspreekpunt/vraagbaak voor in- en externe relaties en instanties en vervult de bufferfunctie tussen de gezaghebber en externe instanties; • beoordeelt binnenkomende telefoongesprekken op inhoud en importantie, verstrekt indien mogelijk zelf de benodigde informatie of verwijst naar het betrokken onderdeel; • informeert de gezaghebber actief, volgt actief de ontwikkelingen op de eilandelijke beleidsterreinen en in de pers, treedt zonodig in overleg met het betrokken onderdeel om de gezaghebber op de juiste tijd van de juiste informatie te kunnen voorzien; • ondersteunt de gezaghebber in diens voorzitterschap/deelname aan (inter-) nationale overlegorganen door onder meer zorg te dragen voor het verkrijgen van adviezen van betrokken directies of instanties; • bereidt reisschema’s voor, maakt hotel- en reisreserveringen, draagt eventueel zorg voor valuta, visa en informatie over inentingen en overige reisinformatie; • koopt attenties en relatiegeschenken in.
3.2. Secretariële ondersteuning • bewaakt de voortgang van, signaleert stagnaties in de uitvoering van de werkzaamheden en denkt mee over mogelijke verbeteringen; • schat binnengekomen correspondentie op belang en urgentie in en voegt op eigen initiatief en naar eigen inzicht de voor de afhandeling benodigde informatie toe; • verzamelt en ordent gegevens over specifieke onderwerpen; • concipieert naar eigen inzicht brieven (ook in vreemde talen) en verzamelt en bewerkt daartoe (aanvullende) informatie; • houdt een vertrouwelijk archief bij, legt dossiers aan van actuele onderwerpen/projecten; • organiseert naar aard en samenstelling uiteenlopende vergaderingen en bereidt deze voor, completeert de vergaderstukken, voegt relevante achtergrondinformatie bij en attendeert de gezaghebber op bijzondere aandachtspunten.
4. Speelruimte •
• •
de secretaresse van de gezaghebber neemt beslissingen bij het plannen van afspraken voor de gezaghebber, bij het bepalen van prioriteiten, bij het voorbereiden van vergaderingen, bij het uitzetten van vragen bij en het verkrijgen van adviezen van betrokken directies; administratieve en algemene richtlijnen en procedures vormen het kader; de secretaresse van de gezaghebber legt verantwoording af aan de gezaghebber voor wat betreft de kwaliteit van de management en secretariële ondersteuning.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • •
kennis van management-ondersteunende technieken en methoden; kennis van reguliere archiverings- en documentatietechnieken; kennis van de organisatie; kennis van moderne talen; inzicht (op hoofdlijnen) in de beleidsvelden van het eilandgebied; vaardigheid in het op een volledige en toegankelijke wijze vormen en bijhouden van (vertrouwelijke) werkdossiers of werkarchieven; improviserende, communicatieve, adviserende en organisatorische vaardigheden; vaardigheden in het omgaan met geheime informatie tussen ambtenaren en de politieke top.
6. Contacten • • • •
met het management en medewerkers van het eilandgebied over dossiers die in behandeling zijn om de (inhoudelijke) stand van zaken van behandeling door te geven en om aanvullende informatie op te vragen; met secretaresses van andere afdelingen/directies om de agenda en de voortgang van dossiers af te stemmen; met andere overheden en bedrijven over in behandeling zijnde onderwerpen om te bezien welke informatie dient te worden verstrekt; met andere overheden en met politieke, ambtelijke en maatschappelijke organisaties over agenda-aangelegenheden om tot afstemming te komen, ook internationaal.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Veiligheidsinspecteur 8 33333 33233 33 33 41 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1 Veiligheidsinspectie • houdt toezicht op naleving van de veiligheidslandsverordening, veiligheidsbesluiten, en vergunningen aangaande veiligheid en arbeidshygiëne en het opsporen van overtredingen; • overlegt met overtreders over noodzakelijke aanpassingen; • verricht onderzoek naar de toedracht en mogelijke oorzaken van bedrijfsongevallen en rapporteert hierover; • verricht onderzoek naar de arbeidssituatie; • controleert apparatuur, veiligheidsmiddelen, gebruikte materialen, transportmiddelen e.d. (keuren van reservoirs en drukvaten, afgeven van certificaten voor hijstoestellen, e.d.); • rapporteert ter zake geconstateerde afwijkingen, dan wel ingekomen klachten; • levert een bijdrage aan de ontwikkeling van protocollen, keuringsrichtlijnen, procedures, aanschrijvings- en sanctioneringsbeleid e.d.; • het aanschrijven van overtreders, het opmaken van proces verbaal en het (binnen de bevoegdheden) toepassen van bestuursdwang. 4. Speelruimte •
•
•
de veiligheidsinspecteur neemt beslissingen bij het uitvoeren van veiligheids- en arbeidshygienische controles en bij het toezien van de naleving van voorschriften en wetten bij het nemen van (repressieve) maatregelen en bij het (binnen de bevoegdheden) toepassen van bestuursdwang; wet- en regelgeving, veiligheidsvoorschriften en vergunning vormen het kader; de veiligheidsinspecteur legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de veiligheidsinspecties, over de effectiviteit van het toezicht op overtredingen, over de inhoud en kwaliteit van de rapportages en het proces verbaal.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • •
praktisch theoretische op het vakgebied veiligheid, bouwkunde en arbeidshygiëne; kennis van wet- en regelgeving, voorschriften, vergunningen, bepalingen, voorwaarden; kennis van de relevante juridische procedures op veiligheidsgebied; inzicht in (bouw)processen, in de situatie bij bedrijven en de juridische aspecten daarvan; vaardigheid in het voeren van overleg en het geven van adviezen over te nemen maatregelen; vaardigheid in het opsporen van veiligheidsovertredingen en illegale activiteiten; vaardigheid in het uitvoeren van controles en het opstellen van proces verbaal.
6. Contacten • •
met juridisch medewerkers over te verstrekken lastgevingen en over het opmaken van processen-verbaal om af te stemmen; met externe partijen over het toezicht op de naleving van de veiligheidswetgeving, voorschriften en vergunningen om de overtreding vast te stellen, de resultaten van onderzoek te bespreken, oplossingsvoorstellen af te stemmen en adviezen te geven.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Beleidsondersteunend medewerker preventieve gezondheidszorg 9 33333 33333 33 33 42 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van preventie- en voorlichtingsprogramma’s • vervaardigt voorlichtingsmateriaal (folders, vlugschriften, e.d.) en draagt zorg voor het produceren van video documentaires, slide programma’s, foto reportages, audiocassettes, organiseren van informatiebijeenkomsten, symposia, tentoonstellingen, e.d.; • ontwikkelt, organiseert en neemt deel aan doelgroep- en onderwerpgerichte (collectieve) preventie en voorlichtingscampagnes op scholen, in buurtcentra e.d.; • geeft gerichte voorlichting aan doelgroepen en registreert gegevens; • overlegt met patiënten organisaties of belangengroeperingen over een gezamenlijke uitvoering van activiteiten en campagnes; • levert een bijdrage aan de evaluatie van preventie/voorlichtingsplannen en projecten.
3.2. Complexere beleidsmatig ondersteuning • stelt in overleg met de opdrachtgever het doel van de vraagstelling of van de informatiebehoefte vast; • levert een bijdrage aan de beleidsvoorbereiding en -evaluatie door gegevensbewerking, (statistisch) onderzoek, doet aanbevelingen en geeft adviezen op basis van geaggregeerde informatie; • voert periodiek onderzoek van specifieke doelgroepen uit; • ontwikkelt screeningsprogramma’s en specifieke projecten en voert deze uit; • stelt in overleg met beleidsfunctionarissen rapportages, overzichten, samenvattingen, evaluaties, specificaties, toelichtingen en prognoses op; • licht de onderzoeksresultaten voor projectgroepen en commissies toe; • voert overleg over het verkrijgen van informatie en het onderhouden van een contacten netwerk.
3.3. Complexere beheersmatig ondersteuning • bewaakt de voortgang van de beleidswerkzaamheden, van de verschillende (inen externe) overleg- en besluitvormingscircuits, de levering van bijdragen aan verslagen, etc., signaleert dreigende knelpunten en verzorgt de algemene voortgangsinformatie terzake; • controleert- op basis van de betreffende wet- en regelgeving uitvoeringsrapportages op juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid van de bestedingen en rapporteert de bevindingen; • bereidt overlegsituaties inhoudelijk voor waarin de betreffende rapportages worden doorgesproken; • voert het secretariaat bij projecten, bereidt vergaderingen voor, maakt verslagen en bewaakt de voortgang van afspraken van diverse werk-/projectgroepen; • coördineert projecten procesmatig.
4. Speelruimte •
• •
de beleidsondersteunend medewerker preventieve gezondheidszorg neemt beslissingen bij het ontwikkelen en uitvoeren van preventie- en voorlichtingsprogramma’s, bij de selectie en ordening van informatie, het maken van berekeningen en over de inhoud van rapportages, samenvattingen, e.d., het voeren van het secretariaat van werkgroepen of projecten; richtlijnen voor opzet en inrichting van het onderzoek en de opdrachtformulering, het bestaande beleid en het (beleids)projectplan vormen het kader; de beleidsondersteunend medewerker preventieve gezondheidszorg legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de preventie- en voorlichtingsprogramma’s, over de aanpak van het ondersteunend onderzoek en de inhoud en kwaliteit van de rapportages, de kwaliteit van de secretariaatswerkzaamheden voor projectgroepen en de beheersmatige ondersteuning.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • • •
algemene theoretische en praktische kennis van het betreffende beleids- en vakgebied; kennis van methoden en technieken voor het opzetten van onderzoeken; inzicht in de ontwikkelingen op het vakgebied en in relevante wet- en regelgeving; vaardigheid in het interpreteren van de vraag van de opdrachtgever en in het opzoeken en selecteren van relevante gegevens; vaardigheid in het opstellen van rapporteren; vaardigheid in het ontwikkelen en vervaardigen van voorlichtingsmateriaal; vaardigheid in het ontwikkelen en uitvoeren van preventie- en voorlichtingscampagnes; vaardigheid in het geven van voorlichting en het overdragen van informatie; vaardigheid in organiseren van informatiebijeenkomsten, symposia, tentoonstellingen, e.d.
6. Contacten • • • • •
met opdrachtgevers over de inhoud van de opdracht om de benodigde informatie te bepalen; met beleidsmedewerkers om de voortgang van de werkzaamheden, om de resultaten te bespreken en af te stemmen; met (binnen- en buitenlandse) instanties, bibliotheken en kenniscentra om literatuur- en bronnengegevens op te vragen; met huisartsen, AIDS foundation, Family Planning Foundation, departement VOMIL, GGD, Curaçao e.a., ter uitwisseling van relevante gegevens en het afstemmen van campagnes; met het publiek over actuele thema’s om voorlichting te geven en gedragsverandering te bewerkstelligen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functie Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Bevelvoerder / ploegleider 9 33333 33333 33 33 42 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Bepaling van het operationele beleid binnen de ploeg met betrekking tot de basis brandweerzorg binnen de vastgestelde kaders • bepaalt in overleg met het sectiehoofd repressie het operationele beleid in zijn ploeg; • draagt zorg voor een zorgvuldige en regelmatige afstemming hiervan op operationeel en beheersmatig niveau met de collega ploegchefs en het sectiehoofd repressie; • is verantwoordelijk voor tijdige en zorgvuldige informatie aan het sectiehoofd repressie en de collega ploegchefs; • neemt regelmatig deel in het repressief overleg tussen ploegchefs en sectiehoofd repressie; • is mede verantwoordelijk voor het bereiken van gewenste en afgesproken beleidsdoelstellingen van de sectie repressie; • levert regelmatig rapporten, gegevens en kengetallen met betrekking tot het meten van de beleidsresultaten. 3.2. Leiding van de uitrukploeg • draagt zorg voor ordentelijk verloop van de dienst en de paraatheid van de ploeg; • draagt zorg voor de uitvoering van de werkzaamheden in de alarmcentrale; • draagt zorg voor de uitvoering van werkzaamheden zoals is opgesteld door de medewerker sectie techniek en logistiek en de medewerker preventie, preparatie en opleidingen; • verdeelt de werkzaamheden over de ploegleden en controleert de uitvoering hiervan; • draagt zorg voor de fysieke conditie van zijn ploeg; • voert regelmatig werkoverleg met zijn ploeg en rapporteert hierover aan het sectiehoofd repressie; • is verantwoordelijk voor de communicatie en informatie binnen de ploeg, en tussen de medewerkers van de ploeg en de rest van de organisatie; • voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met leden van zijn ploeg;
•
rapporteert periodiek aan het sectiehoofd repressie aangaande personele, materiele en operationele aspecten van zijn ploeg.
3.3. Bevelvoering • geeft leiding aan zijn uitrukeenheid bij brandbestrijding, hulpverlening redding, ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen en grootschalig optreden; • bepaalt in te zetten acties en hulpmiddelen tijdens operaties en stelt prioriteiten; • onderhoudt contact met de alarmcentrale; • schat de risico’s in en draagt zorg voor veiligheid van manschappen en materieel. 3.4. Leiding bij opschaling aan meerdere bluseenheden en ondersteuningsvoertuigen tot aankomst van de OVD • draagt zorg voor de paraatheid van zijn uitrukploeg en materieel voor en na een incident; • coördineert het brandweeroptreden met de andere parate diensten zolang de Officier van Dienst of Commandant (van dienst) (nog) niet aanwezig is; • adviseert gevraagd en ongevraagd de OVD bij incidenten; • adviseert en informeert de overige hulpdiensten ter plaatse bij een incident. 3.5. Administratie van dagrapporten • administreert verlof en verzuim van de ploegleden; • maakt van iedere uitruk een rapport op; • signaleert en rapporteert zaken die een bedreiging vormen voor de openbare brandveiligheid. 3.6. Opstelling trainingsschema’s voor de ploeg(-leden) en zorg dragen voor de uitvoering hiervan • maakt een oefenschema voor zijn ploeg en de ploegleden en legt dit ter goedkeuring voor aan het hoofd van de sectie repressie; • draagt zorg voor de uitvoering van het oefenschema; • evalueert de trainingen en maakt hiervan een rapportage op; • draagt zorg voor bekendheid van de ploegleden met bijzondere risico-objecten. 3.7. Voorbereiding op de uitvoering van de brandweertaken door zich te bekwamen in theoretische kennis en technische vaardigheden en het op peil houden van de fysieke gesteldheid • beoefent regelmatig alle voorkomende brandweertaken en onderdelen daar van; • houdt zijn fysieke conditie op peil door dienstsport; • vergroot de theoretische kennis op het gebied van de brandweertaken door het volgen van lessen of zelfstudie. 3.8. Verrichting van de uitvoeringstaken van een senior medewerker repressie indien nodig • zie taken senior medewerker repressie. 3.9. Verrichting van werkzaamheden ten behoeve van de sectie preventie, preparatie en opleidingen • verricht preventie inspecties; • verzorgt instructies; • bezoekt risicovolle objecten en adviseert hierover en stelt aanvalsplannen hiervoor op; • actualiseert gegevensbestanden voor de alarmcentrale en de voertuigen.
4. Speelruimte •
• • •
de bevelvoerder ploegleider neemt beslissingen over de inhoud van zijn operationele beleidsvoorstellen en -adviezen, bij de aanpak van een brand of hulpverlening, over het efficiënt indelen van de beschikbare ploegleden, bij het opstellen van aanvalsplannen en bij het leidinggeven en coachen van medewerkers; wet- en regelgeving, rampen- en aanvalsplannen, verordeningen en nationale en internationale voorschriften op het gebied van brandveiligheid en rampenbestrijding vormen het kader; de bevelvoerder ploegleider legt hiërarchisch verantwoording af aan het hoofd over de dagelijkse gang van zaken en het leidinggeven aan een ploeg en over de kwaliteit van de operationele beleidsvoorstellen en adviezen; de bevelvoerder ploegleider legt functioneel verantwoording af aan de OVD over de aanpak van incidenten, de inzet van materieel en manschappen en over het functioneren van zijn ploegleden.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • • •
kennis van brandveiligheid en rampenbestrijding; kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden om brand en hulpverleningen incidenten adequaat te kunnen bestrijden; kennis van de procedures en werkwijzen; kennis van gevaarlijke stoffen en de methodiek van de bestrijding; kennis van risicogebieden en gevaarsobjecten binnen het verzorgingsgebied; inzicht in de organisatie- en rampenbestrijdingstructuur; vaardigheid in het bedenken van (creatieve) oplossingen in acute omstandigheden; vaardigheid in het leidinggeven in verschillende omstandigheden en in het delegeren; vaardigheid in het adviseren en communiceren.
6. Contacten • • • • • •
met de officier van dienst tijdens grotere incidenten om de operationele inzet tussen de eenheden af te stemmen. met leidinggevenden van andere (hulpverlenende) instanties die bij brand en hulpverlening optreden over het incident om samen te werken; met bewoners, omwonenden en getroffenen over het incident om informatie over de acute situatie te verkrijgen; met andere ploegchefs en het hoofd tijdens het repressief overleg om informatie uit te wisselen en aanpak te synchroniseren; met leidinggevende van andere secties om werkzaamheden af te stemmen; met het publiek tijdens dienstverleningen om informatie te verschaffen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Hoofdmedewerker invordering 9 33333 33333 33 33 42 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1.Debiteurenbewaking van complexe openstaande posten • registreert fiscale vorderingen/te incasseren posten als invorderingsopdracht; • verzorgt de klantdocumentatie en houdt een lijst bij van vervolgingsacties; • bewaakt wettelijke termijnen voor wat betreft vervaldata, aanmaningen, dwangschriften, verkoopdata en dergelijke aan de hand van de lijst van vervolgingsacties; • verstrekt op verzoek van klanten mondeling danwel schriftelijk informatie over de schuld en de aflossing daarvan; • voert correspondentie met klanten, andere overheden en bedrijven. 3.2. Invordering van complexe openstaande posten • maant schuldenaars aan; • beoordeelt invorderingsvraagstukken in overleg met het hoofd; • voert de (dwang)invordering uit van alle bij debiteuren uitstaande gelden; • treft dwangmaatregelen (waaronder loonvordering) en betalingsregelingen, voert overleg hierover met debiteuren en verzorgt de administratieve afhandeling hiervan; • stelt rapportages op omtrent het verloop van openstaande posten; • wikkelt oninbare posten af in overleg met het hoofd; • beoordeelt uitstelverzoeken onder meer aan de hand van jaarstukken en risicofactoren (liquiditeit en onvermogen) en beslist hierover; • verricht activiteiten in het kader van de invordering voorafgaande aan de inschakeling van een deurwaarder; • verstrekt informatie aan burgers, instellingen en bedrijven over invorderingsactiviteiten. 3.3. Dagelijkse coördinatie van de unit.
4. Speelruimte •
• •
de hoofdmedewerker invordering neemt beslissingen bij het uitvoeren van de (dwang)invorderingen en het treffen van dwangmaatregelen, over de inhoud van betalingsregelingen en bij de dagelijkse coördinatie van de werkzaamheden van de unit; richtlijnen, regelgeving en invorderingsregels vormen het kader; de hoofdmedewerker invordering legt verantwoording af aan het hoofd over de debiteurenbewaking en het ten uitvoer leggen van (dwang)invordering, de getroffen dwangmaatregelen en betalingsregelingen en over de kwaliteit van de unitresultaten.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • •
praktisch theoretische kennis van het vakgebied; kennis van de invorderingsregels en dwangmaatregelen; kennis van de relevante delen van geldende belastingwetten, Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Rechtsvordering; inzicht in de werkwijzen en administratieve processen van de afdeling en met name het aspect innen en invorderen van belastingen; vaardigheid in het adviseren; vaardigheid in het omgaan met lastige debiteuren; vaardigheid in het treffen van betalingsregelingen; vaardigheid in het coördineren van de werkzaamheden van de unit.
6. Contacten •
• •
met debiteuren en hun vertegenwoordigers over het treffen van (dwang)invorderingsmaatregelen en dwangmaatregelen om te informeren, de gronden toe te lichten en om overeenstemming te verkrijgen over betalingsregelingen. met de deurwaarder om informatie te verstrekken, toe te lichten en afstemming te verkrijgen over de te volgen procedure; met de inspectie der belastingen en andere overheidsafdelingen over de juistheid van de desbetreffende aanslagen of vorderingen om informatie uit te wisselen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Beleidsmedewerker C 10 43343 43333 33 33 45 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Beleidsadvisering op een deel van een beleidsterrein • verzamelt en analyseert gegevens over in- en externe ontwikkelingen op het beleidsterrein; • verricht gericht nader onderzoek inzake relevante ontwikkelingen en landelijke regelgeving door middel van het bestuderen van gegevens met betrekking tot zowel het eigen als aanpalende beleidsterreinen; • voert overleg, maakt berekeningen en toetst regelingen, procedures e.d. op gebruikersvriendelijkheid, efficiency, consistentie, (juridische) correctheid en op de mate van acceptatie door de gebruikers; • verricht (statistische) onderzoeken en draagt bij aan het ontwikkelen van (reken)modellen; • stelt beleidsadviezen, voorstellen tot bijstelling van het beleid, notities, rapportages en nota's op; • draagt bij aan het ontwikkelen en uitvoeren van een plan van aanpak; • onderhoudt contacten met informanten en voert overleg met verschillende in- en externe functionarissen die betrokken zijn bij het beleidsproces inzake de aanlevering van informatie; • stelt toelichtingen op inzake beleidswijzigingen en wijzigingen van regelgeving, verzorgt mondeling toelichtingen; • adviseert over de productontwikkeling en levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg op het aandachtsgebied. 3.2. Bijdrage aan de beleidsimplementatie op het betreffende (deel)beleidsterrein • levert een bijdrage aan de procedures voor de implementatie van het beleid • bewaakt de voortgang van de beleidsmatige werkzaamheden binnen de projecten, van de verschillende (in- en externe) overleg- en besluitvormingscircuits, signaleert dreigende knelpunten en verzorgt de algemene voortgangsinformatie terzake; • levert in overleg met het hoofd een bijdrage aan aanbestedings- en gunningsprocessen, stelt conceptcontracten op;
• •
bewaakt de voortgang van de beleidsuitvoering en stelt voortgangsnotities op; levert een bijdrage aan kerngegevens voor de budgetbewaking, begroting en meerjarenraming.
3.3. Advisering over eenvoudige bestuurlijk-juridische aangelegenheden • adviseert - in overleg met het hoofd - aan het BC of organisatie-onderdelen bij eenvoudige bestuurlijk-juridische aangelegenheden; • bestudeert en analyseert de juridische aspecten van de problematiek die zich voordoet in de betreffende beleidsterreinen van het eilandgebied; • levert een bijdrage aan voorstellen op bestuursrechtelijk en/of civielrechtelijk terrein (bijv. aansprakelijkheidstellingen, bouwprojecten, aanbestedingen, e.d.); • stelt (concept)besluiten, -vergunningen, -subsidietoekenningen en –verordeningen op; • controleert op de naleving van verleende vergunningen, subsidietoekenningen, overeenkomsten, statuten en convenanten, verordeningen, e.d.; • levert een bijdrage aan voorstellen tot wetswijzigingen; • draagt bij aan informatiebijeenkomsten bij wijzigingen van wetgeving of jurisprudentie. 3.4. Financieel beheer • verricht financieel administratieve werkzaamheden en houdt de begrotingsuitputting van de beleids(uit)voering en actieplannen bij; • verricht financieel administratief onderzoek, stelt financiële analyses en overzichten op, maakt statistische berekeningen en signaleert knelpunten; • adviseert over de regels op grond waarvan toelagen of subsidies worden verstrekt; • draagt zorg voor systematische informatievoorziening en voorlichting inzake de bekostigingsregelingen en –procedures; • verricht financiële toetsing en eindcontrole van budget, regelingen, e.d.; • initieërt en bewaakt o.a. inningsprocedures; • controleert financiële aspecten van de taakuitvoering en adviseert op het gebied van alle financiële zaken (w.o. financiële consequenties en financieringsmogelijkheden van beleidsvoornemens) ten behoeve van het hoofd. 3.5. Bijdrage aan de planvorming en bouwplanbeoordeling • inventariseert en analyseert ontwikkelingen, beoordeelt relevante onderzoeken en adviseert over gevolgen voor planvorming; • levert een bijdrage aan structuurplannen, ontwikkelingsplannen, bestemmingsplannen, uitvoeringsgerichte beheerplannen, e.d. en aan het toepassen van de inspraakprocedures; • verricht minder complexe onderzoeken en risico-inventarisaties; • levert een bijdrage aan de beoordeling, implementatie of realisatie van plannen; • neemt deel aan haalbaarheidsstudies en verricht kwantitatief onderzoek; • levert een bijdrage aan de ontwikkeling van een instrumentarium (subsidies, regelgeving, leges); • beoordeelt bouwplanaanvragen op ontvankelijkheid en voert de technische en juridische beoordeling uit; • stelt bouwleges vast en verleent vergunningen; • behandelt bezwaarschriften en klachten.
3.6. Neemt deel aan projecten • neemt deel aan beleidsprojecten; • brengt de eigen discipline in en zorgt daarbij voor afstemming.
4. Speelruimte •
• •
de beleidsmedewerker C neemt beslissingen bij het opstellen van notities, adviezen, rapportages en beleidsnota's, bij het opstellen van (concept)besluiten, vergunningen, -subsidietoekenningen, plannen en verordeningen en bij het controleren op de naleving daarvan, bij het verrichten van financiële toetsen en bij het deelnemen aan projecten; wet- en (financiële) regelgeving, beleidsplannen, eilandsbesluiten, vergunningen, e.d. vormen het kader; de beleidsmedewerker C legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit van de onderzoeken, beleidsadviezen, rapporten, beoordelingen, e.d., over de bijdrage aan de implementatie en over de beheersmatige ondersteuning van beleid en projecten.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • •
kennis van het betreffende beleidsterrein en de daaraan gerelateerde wet- en regelgeving; inzicht in de politieke en maatschappelijke verhoudingen op het vakgebied; inzicht in het functioneren van het openbaar bestuur en de organisatie; vaardigheid in het analyseren van (beleids)ontwikkelingen en het opstellen van beleidsadviezen, notities, rapporten, e.d.; vaardigheid in het toetsen van regelingen en procedures en het vertalen van bevindingen naar aanpassingsvoorstellen; vaardigheid in het beoordelen van (bouw)plannen.
6. Contacten • •
met (beleids)medewerkers binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen beleidsterrein en over de voortgang van beleidsprocessen om standpunten toe te lichten, informatie uit te wisselen en tot afstemming te komen; met vertegenwoordigers van andere overheden over beleidswijzigingen dan wel wijzigingen in de regelgeving om een en ander toe te lichten, advies of informatie te verstrekken.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Beleidsmedewerker communicatie 10 43343 43333 33 33 45 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1 Beleidsadvisering • levert – in afstemming met de beleidsmedewerker - een bijdrage aan het ontwikkelen en actualiseren van het communicatiebeleid van het eilandgebied; • levert een bijdrage aan onderzoek naar de maatschappelijke effecten en consequenties van specifieke communicatieactiviteiten; • signaleert knelpunten in de communicatie in de organisatie stelt adviezen op over communicatievraagstukken; • ontwikkelt een samenhangend advertentiebeleid; • adviseert bestuurders en ambtenaren over publiciteit, communicatie en voorlichting. 3.2 Communicatieplannen en voorlichting • stelt in- en externe communicatieplannen, -programma's en -campagnes op, rekening houdend met het beleid van het eilandgebied en levert een bijdrage aan de uitvoering; • levert een bijdrage aan het rampen communicatieplan; • ontwikkelt en onderhoudt voorlichtingsmateriaal en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de huisstijl; • voert het eilandsbesluit op de openbaarheid van bestuur uit, in de zin van het behandelen van verzoeken en klachten en advisering ter zake; • schrijft (jaar)verslagen, stelt persberichten op en geeft deze uit en organiseert persconferenties en PR campagnes; • neemt vanuit het vakgebied deel aan externe overlegorganen; • geeft in- en externe voorlichting over diverse onderwerpen/aandachtsgebieden en ondersteunt bij voorlichtings- en representatieactiviteiten; • levert een bijdrage aan de regie van een o.a. op de burgers gericht tv programma en aan de redactie van nieuwsberichten; • bouwt een relevant medianetwerk op.
4. Speelruimte •
• •
de beleidsmedewerker communicatie neemt beslissingen over de bijdragen aan het communicatiebeleid, over de inhoud van de adviezen op het vakgebied, over de inhoud van de communicatieplannen, bij het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal, bij het opstellen van persberichten en over de wijze van verstrekking van informatie; eilandelijke beleidslijnen en procedures voor communicatie en voorlichting vormen het kader; de beleidsmedewerker communicatie legt verantwoording af aan het hoofd over de afstemming van communicatieplannen op de doelgroepen, de kwaliteit van de adviezen, bijdragen, persberichten, e.d. en over de wijze van uitvoering van de voorlichting.
5. Kennis en vaardigheden • • • • •
kennis van communicatietechnieken en van voorlichtingsmethoden en technieken; inzicht in de beleidsterreinen en actiepunten van het eilandgebied; inzicht in de politiek-bestuurlijke verhoudingen; vaardigheid in het ontwikkelen en opstellen van communicatieadviezen, beleidsbijdragen, persberichten en voorlichtingsmateriaal; vaardigheid in het omgaan met de pers en publiek.
6. Contacten •
• • • •
met het management en de beleidsmedewerkers van de eilandelijke organisatie om af te stemmen over de inhoud en redactie van communicatieplannen en – campagnes en over het voorlichtingsmateriaal en om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen; met externe communicatieadviseurs over het uitdragen van het beleid om af te stemmen; met de pers en het publiek over openbare specifieke onderwerpen om de eilandelijke standpunten toe te lichten; met grafici over de productie van het voorlichtingsmateriaal om afspraken te maken en af te stemmen; met portefeuillehouders en management om adviezen te geven over de inhoud van de voorlichting en de wijze van presentatie.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Sectiehoofd C 10 43343 43333 33 33 45 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Leiding aan de sectie • draagt zorg voor de planning en coördinatie van de uitvoering, stelt prioriteiten, verdeelt, controleert en ziet toe op de voortgang en de kwaliteit van de werkzaamheden (doel-, resultaat- en clientgericht); • bevordert de efficiency, effectiviteit en kwaliteit van de sectiewerkzaamheden; • initieert en voert werkoverleg en ondersteunt en coacht medewerkers vakinhoudelijk; • draagt zorg voor de bedrijfsvoering van de sectie, draagt zorg voor de selectie van nieuwe medewerkers, voert functionerings- en beoordelingsgesprekken en doet voorstellen inzake rechtspositionele aangelegenheden; • stelt op basis van het afdelingsplan de jaarlijkse planning en begroting op en geeft prioriteiten aan, verstrekt periodieke rapportages aan het hoofd van de afdeling. 3.2. Coördinatie van (beleids)uitvoering op een deel van het beheer- of uitvoeringsterrein en invulling geven aan de beleidsvrije ruimte • levert substantiële bijdragen aan het opstellen van jaarlijkse beheer- en uitvoeringsplannen; • analyseert voor het werkterrein relevante ontwikkelingen in het betreffende beheer- of uitvoeringsterrein en beziet de daaruit voortvloeiende consequenties voor het uitvoeringsterrein van de sectie; • stelt projectvoorstellen en -plannen en adviezen op en adviseert over inhoudelijk bijzondere of publieksgevoelige vraagstukken; • draagt zorg voor de evaluatie van het beleid of de uitvoering, signaleert aandachts- en knelpunten en geeft oplossingen aan, rapporteert inhoudelijk aan het afdelingshoofd; • dient verzoekschriften in en voert (in samenwerking met JZ) eenvoudige procedures voor de rechtbank; • neemt deel aan beheer- of uitvoeringsprojecten; • neemt deel aan het afdelingsoverleg en doet voorstellen met betrekking tot het beheer- of uitvoeringsterrein en adviseert over afdelingsvraagstukken.
4. Speelruimte •
• •
het sectiehoofd C neemt beslissingen bij het geven van leiding aan de sectie, het coördineren van de uitvoering, het leveren van substantiële bijdragen aan het opstellen van jaarlijkse beheer- en uitvoeringsdeelplannen en bij het opstellen van projectvoorstellen en -plannen en adviezen; specifiek geformuleerde beleidslijnen vormen het kader; het sectiehoofd C legt verantwoording af aan het hoofd van de afdeling voor wat betreft het leiding geven aan de sectie en de coördinatie van de beleidsuitvoering op een deel van het beheer- of uitvoeringsterrein en het invulling geven aan de beleidsvrije ruimte.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • •
kennis van het beleids- of uitvoeringsterrein van de sectie; relevante praktisch-theoretische kennis van het vakgebied; inzicht in de beleids- of uitvoeringsterreinen van de afdeling waarbinnen de sectie functioneert; inzicht in het politiek en bestuurlijk krachtenveld en de maatschappelijke omgeving; vaardigheid in het opstellen van beheer- en uitvoeringsplannen; vaardigheid in het leiding geven en het adviseren.
6. Contacten • •
met medewerkers van de eilandelijke overheid over beheer- of uitvoeringsaspecten om de standpunten van de sectie af te stemmen, bekend te stellen en ervoor zorg te dragen dat de sectietaken worden uitgevoerd; met aannemers en onderhoudsbedrijven over het uitbesteden van werkzaamheden en over termijnen en prijzen om af te stemmen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Eilandbemiddelaar 11 43343 44334 43 44 50 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Bevordering arbeidsrust (preventief) • bewaakt de arbeidsrust en vrede op het eilandgebied; • houdt zich op de hoogte van de gang van zaken met betrekking tot arbeidsgeschillen, (dreigende) stakingen, COA onderhandelingen, vakbondsuitspraken e.d.; • informeert de autoriteiten over een staking of uitsluiting of de dreiging daarvan; • staat partijen zonodig bij bij CAO onderhandelingen. 3.2. Bemiddeling bij arbeidsgeschillen • pleegt bij een geschil vooroverleg met betrokken partijen, inventariseert standpunten, meningen en argumenten, verkent de achtergronden en analyseert het geschil (socio-economisch, psychosociaal, juridisch e.d.) • overlegt met het hoofd van de afdeling over de te volgen koers en brengt adviezen uit; • stelt een plan van aanpak op, brengt partijen bij elkaar, maakt werkafspraken en initieert en begeleidt bemiddelingsbijeenkomsten; • treedt op en bemiddelt bij stakingen en uitsluitingen; • adviseert over de mogelijke oplossingsrichtingen en probeert beide partijen nader tot elkaar te brengen; • bewaakt de termijnen van de procedures. 3.3 Organisatie referendum • roept na verzoek om een referendum door een van de partijen alle betrokken partijen op ter verkrijging van meer informatie; • analyseert de situatie en argumenten en beslist of er voldoende gronden zijn voor een referendum; • coördineert en organiseert het referendum en neemt alle administratieve maatregelen (mededeling aan partijen en werknemers, kiezerslijst, bekendmaking, datumbepaling, uitnodigingen, handtekeningen lijsten, stembiljetten, e.d.;
• •
houdt het referendum, legt de uitslag vast in een proces verbaal en brengt de uitslag ter kennisname van de betrokken partijen; brengt verslag uit aan het hoofd.
3.4 Bijdrage aan het (sociaal- en arbeids-) beleid • brengt beleidsadviezen uit over het te voeren beleid op het gebied van arbeidsaangelegenheden; • adviseert over aanpassing van wet- en regelgeving • rapporteert aan het hoofd en verzorgt managementoverzichten.
4. Speelruimte •
• •
de eilandbemiddelaar neemt beslissingen bij het ondersteunen van partijen bij COA onderhandelingen, bij het analyseren van en bemiddelen bij geschillen, bij het adviseren over oplossingsrichtingen, bij de organisatie van een referendum en over de inhoud van de beleidsadviezen; wet- en regelgeving, eilandsbesluiten en beleid op het aandachtsgebied vormen het kader; de eilandbemiddelaar legt verantwoording af aan het hoofd over de kwaliteit en bruikbaarheid van de adviezen en bemiddelingspogingen, over de werkwijze en aanpak van bemiddelingspogingen, over de aanpak van de organisatie van het referendum en over de bruikbaarheid van de beleidsadviezen.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • •
kennis van het arbeidsverhoudingen en het -klimaat op het eilandgebied; kennis van het beleid op het aandachtsgebied; kennis van relevante wet- en regelgeving; inzicht in de politieke verhoudingen en de politieke gevoeligheden binnen de arbeidsverhoudingen; vaardigheid in het analyseren van (dreigende) geschillen; vaardigheid in het bemiddelen en het komen tot oplossingsrichtingen; vaardigheid in het tactisch communiceren en formuleren.
6. Contacten • • •
met partijen om (dreigende) conflicten voor te bespreken en te analyseren en tot oplossingsrichtingen te komen om af te stemmen en draagvlak voor oplossingen te bereiken; met vakbonden over de arbeidsverhoudingen om deze te bespreken en gevoeligheden te onderkennen; met juristen over conflicten om de juridische kanten van een conflict te bespreken en de oplossingsrichtingen af te stemmen.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Projectleider B 11 43343 44334 43 43 49 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Management van (beleids)projecten met complexe uitvoeringsproblematiek • inventariseert en analyseert maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in het betreffende beleidsterrein en beoordeelt het belang ervan voor het project; • formuleert voorstellen inzake noodzakelijke maatregelen ter ontwikkeling en/of bijstelling van het beleid en draagt zorg voor een operationele vertaling van geformuleerde doelstellingen; • evalueert de knelpunten bij de beleidsuitvoering en de effectiviteit van de beleidsmaatregelen en doet, op grond hiervan, voorstellen ter bijstelling van beleid; • stelt de projectplanning, -administratie en –financiering op; • draagt zorg voor de juiste randvoorwaarden (vergunningen, ontheffingen, e.d.); • draagt zorg voor voorlichting en communicatie over het project; • stemt het projectplan af binnen de beleidsterreinen en draagt zorg voor een gedetailleerd uitvoeringsplan; • stuurt deelprojectleiders aan; • onderhoudt in- en externe contacten, onderhandelt met vertegenwoordigers van doelgroepen, branches overheden en adviesbureaus; • draagt zorg voor de uitwerking van de financiële componenten van het projectplan; • zet de projectorganisatie op, stelt de projectplanning op, stelt prioriteiten en draagt zorg voor de beheers- en besluitvormingsdocumenten; • coördineert de inzet van de projectmedewerkers en lost knelpunten in de uitvoering op; • bewaakt budget, organisatie tijdigheid, informatievoorziening, communicatie en kwaliteit (GOTICK); • levert het eindproduct op.
3.2. Leiding civieltechnische projecten (nieuwbouw of groot onderhoud) • maakt werkplannen, begrotingen en bestekken voor nieuwbouw of groot onderhoud, beoordeelt de inhoud van bestekken en werkplannen van derden, adviseert over de uitvoering en bespreekt eventuele knelpunten daarin; • geeft consequenties aan van civieltechnische werkzaamheden en projecten voor andere beleidsterreinen en adviseert daarover; • vraagt offertes op, beoordeelt deze, verzorgt aanbestedingsprocedures en verstrekt opdrachten; • voert (voor)overleg met bij de uitvoering van het project betrokken partijen, instanties en derden; • coördineert de voorlichting en inspraakprocedures voor belanghebbenden; • verricht of laat aanvullend (terrein)onderzoek verrichten, controleert de resultaten hiervan, toetst de resultaten aan het bestek en maakt zonodig aanvullende berekeningen en nacalculaties; • draagt zorg voor de benodigde vergunningen om tot uitvoering van het project over te gaan; • voert contractbesprekingen met hoofdaannemer(s) en uitvoerende bureau’s; • voorziet facturen van geaccordeerde prestatieverklaring; • stelt een projectopzet en financieringsvoorwaarden op in multidisciplinair verband; • beoordeelt ingediende meer- en minderwerkposten en adviseert de opdrachtgever; • houdt toezicht op door derden uit te voeren civiel-technische werken; • verricht de eindinspectie bij projectoplevering en draagt het project over aan de opdrachtgever; • verzorgt de administratieve en financiële afronding; • bewaakt budget, organisatie tijdigheid, informatievoorziening, communicatie en kwaliteit (GOTICK); • coördineert de voorlichting tijdens de projectuitvoering en handelt klachten en vragen af; • formuleert opdrachten en overeenkomsten m.b.t. externe inspecties, onderzoeken en onderhoud, beoordeelt offertes op prijs/kwaliteitverhouding en voert overleg daarover. 3.3. Bijdrage aan de beleidsadvisering • verzamelt en analyseert gegevens over gesignaleerde knel- en aandachtspunten (op grond van evaluaties) en in- en externe ontwikkelingen relevant voor het project; • levert een bijdrage aan notities, rapportages en beleidsnota's en –adviezen; • neemt deel aan overleggroepen over de ontwikkeling en afstemming van beleid.
4. Speelruimte •
de projectleider B neemt beslissingen bij het inventariseren en analyseren van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in het betreffende beleidsterrein en het beoordelen van het belang ervan voor het project, het formuleren van voorstellen inzake noodzakelijke maatregelen ter ontwikkeling en/of bijstelling van het beleid, bij het opstellen van de projectplanning en bij het opzetten van de projectorganisatie;
• •
specifieke beleidslijnen, relevante wet- en regelgeving alsmede het beleidsplan of het bestek vormen het kader; de projectleider B legt verantwoording af aan het hoofd voor wat betreft de leiding aan projecten met een complexe uitvoeringsproblematiek of over de afronding van civieltechnische projecten.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • •
brede kennis van het betreffende beleidsterrein of vakgebied; inzicht in het functioneren van het openbaar bestuur, de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; inzicht in bestuurlijke verantwoordelijkheden en posities van belanghebbende partijen; vaardigheid in het leiden van projecten; vaardigheid in het inschatten van de bestuurlijke verhoudingen en de bestuurlijke/politieke en technische haalbaarheid van projectresultaten; communicatieve en adviesvaardigheden (onder meer voor de presentatie van projectplannen en eindproducten).
6. Contacten • • • •
met opdrachtgevers over de inhoud van het projectplan om eisen en wensen af te stemmen, over de projectuitvoering om bij afwijkingen wijzigingen in het projectplan aan te brengen en over het eindproduct om te kunnen opleveren; met beleidsmedewerkers over de onderlinge raakvlakken van de beleidsvelden en het project om te komen tot afstemming bij de projectuitvoering; met bedrijfsleven en andere organisaties en werkgroepen in de regio over de uitvoering van het project om overleg te voeren en adviezen te geven; met werkgroepen, belangengroeperingen, stichtingen en verenigingen op het beleidsterrein om overleg te voeren, het standpunt toe te lichten en voorlichting te geven.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Projectleider nieuwe werken 11 43343 44334 43 43 49 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Projectvoorbereiding • omschrijft de uit te voeren projectwerkzaamheden en eindproducten; • stelt projectbegrotingen, -ramingen en –planningen (incl personele en materiele inzet) op; • stelt BC adviezen op ter goedkeuring van de projecten; • stelt uitvoeringsbestekken voor (bouw)projecten op; • voert besprekingen met architecten en aannemers over het voorbereiden van de werkzaamheden; • bereidt de aanbesteding voor en stelt gunningsadviezen voor het BC op; • voert contractbesprekingen met hoofdaannemer(s) en uitvoerende bureaus; • stelt concept contracten op en maakt deze gereed voor ondertekening door het Bestuurscollege. 3.2 Projectuitvoering • stelt projectdossiers op en houdt deze bij; • stelt een implementatieplan op; • bewaakt de projectplanning en uitputting van het projectbudget; • draagt zorg voor de naleving van voorwaarden en de veiligheidsrichtlijnen • zit het bouwoverleg voor, beoordeelt tussenproducten, bewaakt de kwaliteit van het eindproduct en voorziet facturen van geaccordeerde prestatieverklaring; • rapporteert periodiek over voortgang werkzaamheden en uitputting projectbudget 3.3 Projectoplevering • beoordeelt en formaliseert de opleveringen door externe bureaus en aannemers; • complementeert de projectadministratie; • draagt zorg voor het opstellen van de eindafrekening(en); • bereidt de oplevering aan de dienst die de voorziening gaat beheren voor; • stelt het proces verbaal van overdracht op; • stelt het overdrachtsdossier op (verhuur- en onderhoudscontracten, vergunningen, garantiebewijzen, proces-verbaal van opneming etc).
4. Speelruimte •
• •
de projectleider nieuwe werken neemt beslissingen bij het voorbereiden van projecten, over het inrichten en opstellen van bestekonderdelen en het controleplan, over meer- en minderwerk, over de dagelijkse afstemming en interpretatie van de diverse bestekken, bij de kwaliteitsborging en over het oplossen van problemen met derden; het algemene programma van eisen, bouwplannen, gebruikerseisen en diverse uitvoerings- en veiligheidsrichtlijnen vormen het kader; de projectleider nieuwe werken legt verantwoording af aan het hoofd over de mate waarin de bestekken en plannen voldoen aan de wensen van de opdrachtgever, over voortgang en kwaliteit van de werkzaamheden, de aanpak bij zich voordoende uitvoeringsproblemen.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • •
algemene praktische en theoretische technische (bouwkundige) kennis; kennis van de aanbestedings- en gunningsprocedures; kennis van de richtlijnen en bepalingen voor de (planmatige en inhoudelijke) voorbereiding en uitvoering van civiel-technische projecten; kennis van en vaardigheid in het opzetten en onderhouden van een plannings- en beheerssysteem voor bouwprojecten; inzicht in de financiële, personele en organisatorische en uitvoeringsgerichte aspecten van civiel-technische projecten; organisatorische en coördinerende (management-)vaardigheden; vaardigheid in het voorbereiden en coördineren van en toezicht houden op (bouwkundige) werken; vaardigheid in het oplossen van uitvoeringsproblemen.
6. Contacten •
•
met opdrachtgevers over de inhoud van het projectplan om eisen en wensen af te stemmen, over de projectuitvoering om bij afwijkingen wijzigingen in het projectplan aan te brengen, knelpunten in de uitvoering op te lossen en over het eindproduct om te kunnen opleveren; met bedrijfsleven en andere organisaties en werkgroepen in de regio over de uitvoering van projecten om overleg te voeren en adviezen te geven.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Beleidsmedewerker A 12 44443 44444 43 43 53 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Beleidsontwikkeling op een breed en complex beleidsterrein • volgt en analyseert maatschappelijke en politieke ontwikkelingen op lange en middellange termijn en beziet de gevolgen daarvan voor het beleidsterrein; • initieert en verricht (literatuur) onderzoek naar deze ontwikkelingen en doet voorstellen voor de beleidsvorming; • initieert, verricht of coördineert (statistische) onderzoeken, stelt complexe onderzoeksvoorstellen op en begeleidt onderzoeken door derden; • signaleert en analyseert knelpunten in het bestaande beleid, formuleert beleidsalternatieven, en stelt beleidsnota's, -adviezen, -rapporten, plannen, risicoanalyses, scenario's, plannen van aanpak, projectvoorstellen, e.d op; • draagt zorg voor productontwikkeling en kwaliteitszorg; • stemt binnen de organisatie de verschillende deelgebieden van het betreffende beleidsterrein op elkaar af en draagt zorg voor de integrale samenhang van het beleidsterrein; • ontwikkelt modellen, beleidskaders en instrumenten voor de implementatie, kwaliteitsborging en evaluatie van het beleid en doet voorstellen voor (aangepaste) wetgeving; • ontwerpt voorschriften en systemen naar aanleiding van beleidswijzigingen of past deze aan; • voert overleg met relevante instanties en organisaties binnen en buiten het organisatieonderdeel en draagt beleidsstandpunten uit; • onderhoudt een contactennetwerk.
3.2. Implementatie en evaluatie van het betreffende beleid • ontwikkelt instrumenten en procedures voor de implementatie van het beleid en geeft voorlichting; • adviseert over de uitvoeringsaspecten van beleidsvoornemens en het oplossen van knelpunten op het betreffende beleidsterrein; • monitort en begeleidt de uitvoering van beleid(splannen en -activiteiten) en veranderingstrajecten en adviseert over aanpassingen daarvan;
• • • • • • •
controleert en toetst aan de hand van verantwoordingsrapportages de beleidsuitvoering; stelt ‘terms of references’, financieringsverzoeken, bestekken, plannen van aanpak, e.d. op, beoordeelt offertes, stelt gunningsadviezen op en voert voorbereidende contractbesprekingen en beheert contracten; stelt regelgeving, uitvoeringsbesluiten, vergunningen, subsidietoekenningen en verordeningen op; voert vooroverleg met belanghebbenden over de uitvoering van beleid, bewaakt de voortgang van de beleidsuitvoering en stelt voortgangsnotities op; levert kerngegevens voor de budgetbewaking, begroting en meerjarenraming; draagt zorg voor een gestructureerde evaluatie van het beleid, toetst de effectiviteit van de beleidsmaatregelen en adviseert over continuering of aanpassing van beleid of regelgeving; levert een inhoudelijke bijdrage aan managementrapportages.
3.3. Advisering over complexe bestuurlijk-juridische aangelegenheden • adviseert aan het BC of organisatie-onderdelen bij complexe bestuurlijkjuridische vraagstukken; • bestudeert en analyseert de juridische aspecten van de problematiek die zich voordoen in de betreffende beleidsterreinen van het eilandgebied; • stelt bestuursrechtelijke en/of civielrechtelijke voorstellen op (bijv. aansprakelijkheidstellingen, bouwprojecten, aanbestedingen, e.d.); • coördineert en participeert in beleidsprojecten en bewaakt de juridische kwaliteit van het beleid; • vertegenwoordigt de ambtelijke organisatie bij complexe geschillen, complexe gerechtelijke procedures, schadeclaims en voert correspondentie met derden; • stelt complexe verordeningen, subsidieregelingen, overeenkomsten, statuten en convenanten op en voert onderhandelingen daarover met betrokken partijen; • adviseert over relevante wetswijzigingen en jurisprudentie; • stelt nota's op ten behoeve van de dienstonderdelen op het gebied van bijvoorbeeld overheidsaansprakelijkheid en civielrechtelijke aansprakelijkheid; • organiseert informatiebijeenkomsten bij wijzigingen van wetgeving of jurisprudentie; • voert overleg met adviesbureaus, advocaten, of anderen over complexe juridische aangelegenheden; • anticipeert op majeure wetswijzigingen met als doel een adequate advisering van het eilandelijk apparaat; • verzorgt juridische inbreng in zwaardere, organisatiebrede projecten of beleidsonderwerpen. 3.4. Planvorming • inventariseert en analyseert ontwikkelingen, beoordeelt relevante onderzoeken en adviseert over gevolgen voor planvorming; • vertaalt landelijk en eilandelijk beleid naar omvangrijke of complexe structuurplannen, ontwikkelingsplannen, bestemmingsplannen, uitvoeringsgerichte beheerplannen, e.d. en past inspraakprocedures toe; • verricht onderzoeken en complexe risico-inventarisaties en begeleidt onderzoeksen adviesbureaus; • adviseert over planvorming en neemt deel aan interdisciplinaire teams die plannen ontwikkelen; • draagt zorg voor de beoordeling, implementatie of realisatie van plannen;
• •
laat haalbaarheidsstudies en kwantitatief onderzoek verrichten; ontwikkelt een instrumentarium (subsidies, regelgeving), berekent leges en stelt complexe verordeningen op.
3.5. Leiding van multi-disciplinaire projecten • ontwikkelt het projectplan, geeft prioriteiten aan, stelt de projectplanning op en draagt zorg voor de beheers- en besluitvormingsdocumenten; • coördineert de bijdrage van de verschillende disciplines, de onderlinge afstemming van deelprojecten en de inzet van de projectmedewerkers; • lost knelpunten in de uitvoering op; • bewaakt kwaliteit, tijdigheid, budget, organisatie en informatievoorziening; • neemt deel aan projecten. 3.6. Advisering van het Bestuurscollege • volgt, analyseert en beoordeelt ontwikkelingen op het beleidsgebied, regionaal en landelijk, op (middel)lange termijn en formuleert aan de hand daarvan beleidsvoorstellen voor het BC en/of commissies; • beoordeelt de politieke haalbaarheid van voorstellen; • analyseert en becommentarieert beleids- en adviesnota's, stelt adviesnota's op en draagt beleidsalternatieven aan. 3.7. Dagelijkse aansturing van medewerkers • bereidt werkzaamheden voor, stelt prioriteiten, verdeelt, controleert en ziet toe op de voortgang van de werkzaamheden; • ondersteunt en coacht de medewerkers bij de dagelijkse vakinhoudelijke uitvoering van de werkzaamheden; • fungeert als aanspreekpunt en vraagbaak voor de medewerkers.
4. Speelruimte •
• •
de beleidsmedewerker A neemt beslissingen bij het binnen het eilandgebiedorganisatie afstemmen van de verschillende deelgebieden van het betreffende beleidsterrein, bij het opstellen en controleren van de naleving van complexere vergunningen, subsidietoekenningen, verordeningen, e.d. en bij het opstellen van rapportages, het controleren van de beleidsuitvoering en het adviseren van het BC ten behoeve van de beleidsbepaling; beleidsuitgangspunten van de directie en het BC, strategische beleidslijnen, wetgeving en (inter)nationale regelingen, formeel juridische aangelegenheden van algemene aard vormen het kader; de beleidsmedewerker A legt verantwoording af aan het hoofd voor wat betreft de coördinatie van voorbereiding, ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het beleid op het betreffende beleidsterrein, de bruikbaarheid van de beleids- en juridische adviezen en de advisering van het BC ten behoeve van de beleidsbepaling.
5. Kennis en vaardigheden • • • •
• •
diepgaande kennis van het betreffende brede en complexe beleidsterrein van overheidszorg en van alle relevante aanverwante aandachtsgebieden en beleidsterreinen; specialistische kennis van het Nederlands Antilliaans recht, zowel op bestuursen staatsrechtelijk als op civielrechtelijk terrein; inzicht in het functioneren van het openbaar bestuur, de eilandelijke organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits en gevoeligheden; vaardigheid in het door overtuiging tot afstemming komen met betrekking tot het opstellen van adviesnota's, wijzigingen in regelgeving en beleidsvoorstellen, alsmede in het kunnen afstemmen van verschillende deelgebieden en het afstemmen op andere beleidsterreinen en het daarbij houden van overzicht ten aanzien van alle actiepunten; vaardigheid in het afstemmen en opstellen van onder meer adviesnota's, processtukken, wetswijzigingen, beleidsvoorstellen, verzoeken, plannen; vaardigheid in het inschatten van de bestuurlijke verhoudingen en de bestuurlijke/politieke en technische haalbaarheid van adviezen of voorstellen.
6. Contacten •
• • •
met beleidsmedewerkers van andere organisatieonderdelen en andere eilanden over de onderlinge raakvlakken van de beleidsvelden om advies te verlenen, standpunten te verduidelijken, beleidsmatige of juridische knelpunten op te lossen en/of te komen tot afstemming bij de beleidsontwikkeling; met het bedrijfsleven en andere organisaties en werkgroepen in de regio over de ontwikkeling en afstemming van beleid en activiteiten om overleg te plegen en adviezen te geven; met (inter)eilandelijke werkgroepen, belangengroeperingen, stichtingen en verenigingen op het beleidsterrein om overleg te voeren, het eilandelijk standpunt toe te lichten en voorlichting te geven; met vertegenwoordigers van overheden en instellingen, advocatuur, rechtelijke colleges, over juridische aangelegenheden om te komen tot oplossingen voor juridische problematieken.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Afdelingshoofd B 13 44444 44444 44 44 56 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Aansturing van de beleidsontwikkeling en -uitvoering op een beheer- of uitvoeringsterrein of op een afgebakend beleidsterrein • vertaalt de beleidsuitgangspunten van de sector of directie naar de afdeling, waarbij de uitvoeringsdoelstellingen op langere termijn worden vastgelegd (in het multi-annual policy plan, w.o. vertaalslag collegeprogramma, tot stand brengen van prioriteitenprogramma's en bestedingsprogramma's); • speelt in op gerichte maatschappelijke ontwikkelingen en coördineert onderzoek; • ontwikkelt beleids- of uitvoeringskaders stelt ontwikkelingsplannen op; • bewaakt het verband tussen ontwikkelingsplanning en de begrotingscyclus en adviseert daarover; • stuurt de totstandkoming van het afdelingsbeleid en beleids- of uitvoeringsinstrumenten aan, draagt zorg voor de evaluatie daarvan en pleegt afstemmingsoverleg met de gedeputeerde; • dient verzoekschriften in en voert procedures voor de rechtbank; • informeert en adviseert de politieke en ambtelijke leiding van het eilandgebied over alle vraagstukken gerelateerd aan het afdelingsbeleid en ondersteunt hen beleidsinhoudelijk bij verschillende overleg- en onderhandelingssituaties. 3.2. Bijdrage als lid van het managementteam aan de beleidsontwikkeling, advisering en -uitvoering binnen de sector of directie • draagt mede zorg voor de kaderstelling, ontwikkeling en afstemming van een geïntegreerde interdisciplinaire beleidsontwikkeling, -advisering en -uitvoering op de verschillende beleidsterreinen binnen de sector of directie; • bepaalt mede prioriteiten tussen de verschillende beleidsdossiers; • toetst afdelingsvoorstellen op politiek-bestuurlijke haalbaarheid en op afstemming op beleidsdossiers van andere afdelingen; • adviseert de directeur over afdelingsoverstijgende zaken.
3.3. Deelname aan of leiding van (inter)eilandelijke project-/werkgroepen en overlegkaders • stuurt aan, realiseert en bewaakt projecten en programma's, die door de afdeling worden uitgevoerd (opstellen projectdossiers, proces- en budgetbewaking en evaluatie van eindoplevering); • stimuleert overleg tussen eilandelijke organisatie-onderdelen onderling, evenals tussen de sectoren en afdelingen en de particuliere sector en de nongovernmental organisations met betrekking tot ontwikkelingsplanning. 3.4. Management van de afdeling • bereidt voor, stelt prioriteiten, verdeelt, controleert en ziet toe op de voortgang en de kwaliteit van de werkzaamheden (doel-, resultaat- en clientgericht); • bevordert de samenhang tussen de verschillende activiteiten ter verhoging van de efficiency en effectiviteit en ter verbetering van de kwaliteit; • initieert en voert werkoverleg en ondersteunt en coacht medewerkers vakinhoudelijk; • draagt zorg voor de selectie van nieuwe medewerkers, voert functionerings- en beoordelingsgesprekken en doet voorstellen inzake rechtspositionele aangelegenheden; • draagt zorg voor de organisatie en de bedrijfsvoering van de afdeling en begeleidt de implementatie van veranderingen en vernieuwingen (voorbeeldfunctie); • draagt zorg voor een jaarplan, een jaarverslag, het aanleveren van gegevens voor de begroting en bewaakt de uitputting van de afdelingsbudgetten.
4. Speelruimte •
• •
het afdelingshoofd B neemt beslissingen bij het vertalen van de beleidsuitgangspunten van de directie naar de benodigde aanpak en werkwijze voor de afdeling, waarin op hoofdlijnen de doelstellingen op langere termijn worden vastgelegd, het mede zorgdragen voor de kaderstelling, ontwikkeling en afstemming van een geïntegreerde beleidsontwikkeling, -advisering en uitvoering op de verschillende beleidsterreinen binnen de sector of directie en bij het innemen van standpunten; in algemene termen geformuleerde strategische beleidsuitgangspunten en het beleids- en begrotingsplan van de sector of directie vormen het kader; het afdelingshoofd B legt verantwoording af aan de directeur voor wat betreft het behartigen van het management van de afdeling, de bijdrage aan de beleidsontwikkeling en -uitvoering op het beleidsterrein van de afdeling of ten behoeve van de ondersteuning van de organisatie, de bijdrage aan de beleidsontwikkeling, -advisering en -uitvoering binnen de sector of directie en de deelname aan (inter)nationale project-/werkgroepen en overlegkaders.
5. Kennis en vaardigheden • • •
brede kennis van de bestuurlijke, beleidsmatige en strategische uitgangspunten inzake het beleidsterrein van de afdeling; kennis van en inzicht in voor de afdeling beleidsontwikkeling relevante aspecten van het betreffende beleidsterrein; inzicht in het politiek en bestuurlijk krachtenveld en de maatschappelijke
• • •
omgeving; vaardigheid in het omgaan met situaties waarin sprake is van tegengestelde, principiële en fundamentele belangen op het beleidsterrein en aangrenzende beleidsterreinen; vaardigheid in het formuleren, uitdragen en verdedigen van beleid en in het richting geven aan (inter)eilandelijke beleids- en wetgevingsprocessen; vaardigheid in het onderhandelen met verschillende overlegpartners waarbij een diversiteit aan (tegenstrijdige) politieke, bestuurlijke, economische en commerciële belangen een belangrijke rol kunnen spelen.
6. Contacten • •
•
met leden van het Bestuurscollege over lange termijn ontwikkelingen, vraagstukken en knelpunten om te adviseren over oplossingsrichtingen; met overheidsfunctionarissen en met vertegenwoordigers van ministeries en andere eilandelijke overheden, maatschappelijke organisaties, e.d. teneinde een gemeenschappelijke basis te creëren voor het uitvoeren van het beleid en de resultaten van beleidsmaatregelen ingevoerd te krijgen; met belangenorganisaties en externe instellingen voor het verzamelen van informatie en voor het verkrijgen van medewerking bij de formulering en invoering van beleidsplannen en beleidsuitgangspunten.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Programmamanager 13 44444 44444 44 44 56 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Management van complexe en/of majeure programma’s • volgt maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en bestuurlijke standpunten van andere overheden/partijen inzake de (samenwerkings)programma’s en projecten en beoordeelt het belang ervan voor de voorbereiding en realisatie daarvan; • ontwikkelt (mede) programma’s en projecten, coördineert de uitvoering, stelt prioriteiten en bewaakt de kwaliteit; • draagt zorg voor een operationele vertaling van geformuleerde doelstellingen en formuleert opties voor noodzakelijke maatregelen voor de realisatie van programma’s en projecten; • stemt programma’s en projecten af op aangrenzende beleidsterreinen; • stelt een meerjaren programmaplanning en –financiering op en borgt de kwalitatieve fondsenwerving; • werkt programma- of projectorganisatie en een gedetailleerd uitvoeringsplan uit; • draagt zorg voor de uitwerking van de financiële componenten van het uitvoeringsplan en schrijft financieringsverzoeken; • stelt risico-analyses op, signaleert trends en bevordert de juiste randvoorwaarden voor de uitvoering (besluiten, vergunningen, e.d.); • bevordert het totstandkomen van projectvoorstellen; • adviseert de politieke en ambtelijke top en stelt adviezen, nota's, projectvoorstellen en -plannen en voortgangsrapportages op; • draagt zorg voor de evaluatie van de projecten, signaleert aandachts- en knelpunten en geeft alternatieven aan; • levert een bijdrage aan de voorbereiding, ontwikkeling en coördinatie van het eilandelijk ontwikkelingsplan; • evalueert de knelpunten bij de programma- en projectuitvoering en van de effectiviteit van de genomen maatregelen en stelt op grond hiervan het programma of het beleid bij; • bewaakt budget, organisatie tijdigheid, informatievoorziening, communicatie en kwaliteit (GOTICK); • verantwoordt projecten en programma’s en levert het eindproduct op.
3.2. Communicatie en overleg • coördineert voorlichting en communicatie van programma’s en projecten; • onderhoudt een in- en extern contactennetwerk, onderhandelt met vertegenwoordigers van doelgroepen, belangenverenigingen, overheden en externe adviesbureaus; • verdedigt standpunten tijdens gecompliceerde overlegsituaties; • participeert in stuur- en werkgroepen; • rapporteert over de voortgang en informeert het management; • onderhoudt bestuurlijke relaties en verwerft in- en extern draagvlak voor de realisatie van programma’s en projecten. 3.3. Aansturing eilandelijke projecten • zit het projectenoverleg voor; • stuurt de eilandelijke projectleiders functioneel aan; • draagt projecten over aan de ‘vak’afdelingen; • coördineert de totstandkoming van de projectplanning(en) en de uitvoering daarvan; • houdt toezicht op de voortgang en de kwaliteit van de projectwerkzaamheden; • schat risico’s in en neemt risicobeperkende maatregelen; • evalueert de projectresultaten en rapporteert daarover.
4. Speelruimte •
• •
de programmamanager neemt beslissingen bij het maken van de operationele vertaling van geformuleerde programmadoelstellingen, bij het formuleren van opties inzake noodzakelijke maatregelen ter realisering van de programma’s en projecten, bij het opstellen van de meerjaren programmaplanning, bij het opstellen van adviesnota's, voorstellen en plannen, bij het coördineren van de voorlichting en de communicatie, bij het innemen en verdedigen van standpunten tijdens gecompliceerde overlegsituaties en bij het aansturen van de eilandelijke projecten; in algemene termen geformuleerde, strategische uitgangspunten, samenwerkingsprogramma’s, Landsverordeningen e.d. vormen het kader; de programmamanager legt verantwoording af aan de directeur over de resultaten van het gevoerde programmamanagement (voorbereiding en realisatie), over de effectiviteit van de communicatie en het gevoerde overleg en over de effectiviteit van de aansturing van de eilandelijke projecten.
5. Kennis en vaardigheden • • • •
brede kennis van het betreffende beleidsterrein van overheidszorg en van programmamanagement; inzicht in relevante aanverwante beleidsterreinen; inzicht in het functioneren van het openbaar bestuur, zowel op landsniveau als op het niveau van de eilanden, en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits en gevoeligheden daarbinnen; inzicht in bestuurlijke verantwoordelijkheden en posities van belanghebbende partijen;
• • • • •
vaardigheid in het leiden van complexe programma’s; vaardigheid in het inschatten van de bestuurlijke verhoudingen en de bestuurlijke/politieke en technische haalbaarheid van programmaresultaten en van adviezen; vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigen van het programma en het creëren van draagvlak; vaardigheid in het door overtuiging tot afstemming komen van de diverse programmaonderdelen en het daarbij houden van overzicht over alle actiepunten; communicatieve en adviesvaardigheden (o.m. voor de presentatie van programma’s en projectplannen en eindproducten).
6. Contacten • •
•
•
• •
met de eilandelijke projectleiders over de opzet, voorbereiding en uitvoering van eilandelijke projecten om knelpunten, voortgang, kwaliteit en resultaten te bespreken en oplossingen te realiseren; het met programmacommissie en de vertegenwoordigers van USONA, over de inhoud van het (meerjaren) programma om draagvlak te creëren, over de programma- en projectuitvoering om bij afwijkingen wijzigingen in het programmaplan en de eilandelijke uitvoeringsplannen aan te brengen; met de politiek en overheden, om besprekingen voor te bereiden, presentaties te geven, overleg te voeren namens de directeur en draagvlak te verwerven voor ontwikkelde scenario's en alternatieven en om de programma- en projectresultaten uit te dragen en te verdedigen; met beleidsmedewerkers van andere ministeries/directies en overheden over de raakvlakken van het programma met andere beleidsvelden en over de programma- en projectuitvoering om advies te verlenen en te komen tot draagvlak voor de realisatie; met bedrijfsleven en andere organisaties en werkgroepen op Lands- en eilandsniveau over de ontwikkeling en uitvoering van programma en projecten om overleg te voeren, adviezen te geven en medewerking te verkrijgen; met vertegenwoordigers van eilandelijke overheden, belangengroeperingen, ed., om overleg te voeren, de standpunten toe te lichten en voorlichting te geven.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Afdelingshoofd A 14 45444 45544 44 45 60 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Aansturing van de beleidsontwikkeling en -uitvoering op een complex en omvangrijk beleidsterrein • vertaalt beleidsuitgangspunten van de sector of directie naar de afdeling, waarbij de strategische doelstellingen op langere termijn worden vastgelegd in het meerjaren beleidsplan; • speelt in op een breed scala van maatschappelijke ontwikkelingen en coördineert onderzoek; • ontwikkelt strategische beleidskaders en stelt ontwikkelingsplannen op; • bewaakt het verband tussen ontwikkelingsplanning en de begrotingscyclus en adviseert daarover; • stuurt de totstandkoming van het afdelingsbeleid en de bijbehorende beleids- en uitvoeringsinstrumenten aan, draagt zorg voor de evaluatie daarvan en pleegt afstemmingsoverleg met de gedeputeerde; • dient verzoekschriften in en voert procedures voor de rechtbank; • informeert en adviseert de politieke en ambtelijke leiding van het eilandgebied over alle vraagstukken gerelateerd aan het afdelingsbeleid en ondersteunt hen beleidsinhoudelijk bij verschillende overleg- en onderhandelingssituaties. 3.2. Bijdrage als lid van het managementteam aan de strategische interdisciplinaire beleidsontwikkeling, -advisering en -uitvoering binnen de sector of directie • draagt mede zorg voor de strategische kaderstelling, ontwikkeling en afstemming van een geïntegreerde interdisciplinaire beleidsontwikkeling, -advisering en uitvoering op de verschillende beleidsterreinen binnen de sector of directie; • bepaalt mede de prioriteiten tussen de verschillende beleidsdossiers; • toetst afdelingsvoorstellen op politiek-bestuurlijke haalbaarheid en op afstemming op beleidsdossiers van andere afdelingen; • adviseert de directeur over afdelingsoverstijgende zaken.
3.3. Deelname aan of leiding van complexe (inter)eilandelijke project/werkgroepen en overlegkaders • stuurt aan, realiseert en bewaakt projecten en programma's, die door de afdeling worden uitgevoerd (opstellen projectdossiers, proces- en budgetbewaking en evaluatie van eindoplevering); • stimuleert overleg tussen eilandelijke organisatie-onderdelen onderling, evenals tussen de sectoren en afdelingen en de particuliere sector en de nongouvernementele organisaties met betrekking tot ontwikkelingsplanning. 3.4. Management van de afdeling • bereidt voor, stelt prioriteiten, verdeelt, controleert en ziet toe op de voortgang en de kwaliteit van de werkzaamheden (doel-, resultaat- en clientgericht); • bevordert de samenhang tussen de verschillende activiteiten ter verhoging van de efficiency en effectiviteit en ter verbetering van de kwaliteit; • initieert en voert werkoverleg en ondersteunt en coacht medewerkers vakinhoudelijk; • draagt zorg voor de selectie van nieuwe medewerkers, voert functionerings- en beoordelingsgesprekken en doet voorstellen inzake rechtspositionele aangelegenheden; • draagt zorg voor de organisatie en de bedrijfsvoering van de afdeling en begeleidt de implementatie van veranderingen en vernieuwingen (voorbeeldfunctie); • draagt zorg voor een jaarplan, een jaarverslag, het aanleveren van gegevens voor de begroting en bewaakt de uitputting van de afdelingsbudgetten.
4. Speelruimte •
• •
het afdelingshoofd A neemt beslissingen bij het vertalen van de beleidsuitgangspunten van de sector of directie naar de benodigde aanpak en werkwijze voor de afdeling, waarin op hoofdlijnen de strategische doelstellingen op langere termijn worden vastgelegd, het mede zorgdragen voor de kaderstelling, ontwikkeling en afstemming van een geïntegreerde interdisciplinaire beleidsontwikkeling, -advisering en -uitvoering op de verschillende beleidsterreinen binnen de sector of directie, bij het projectmanagement en bij het innemen van standpunten; in algemene termen geformuleerde strategische beleidsuitgangspunten en het beleids- en begrotingsplan van de sector of directie vormen het kader; het afdelingshoofd A legt verantwoording af aan de directeur voor wat betreft het behartigen van het management van de afdeling, de bijdrage aan de strategische beleidsontwikkeling en -uitvoering op het beleidsterrein van de afdeling of ten behoeve van de ondersteuning van de organisatie, de bijdrage aan de strategische, interdisciplinaire beleidsontwikkeling, -advisering en -uitvoering binnen de sector of directie en de deelname aan (inter)nationale project/werkgroepen en overlegkaders.
5. Kennis en vaardigheden • •
kennis van de bestuurlijke, beleidsmatige en strategische uitgangspunten en ontwikkelingen inzake het beleidsterrein van de afdeling; inzicht in het politiek en bestuurlijk krachtenveld en de maatschappelijke omgeving;
• • •
vaardigheid in het omgaan met situaties waarin sprake is van tegengestelde, principiële en fundamentele belangen op het beleidsterrein en aangrenzende beleidsterreinen; vaardigheid in het formuleren, uitdragen en verdedigen van beleidsvisies en in het richting geven aan (inter)eilandelijke beleids- en wetgevingsprocessen; vaardigheid in het onderhandelen met verschillende overlegpartners waarbij een diversiteit aan (tegenstrijdige) politieke, bestuurlijke, economische en commerciële belangen een belangrijke rol kunnen spelen.
6. Contacten • •
•
met leden van het Bestuurscollege over strategische ontwikkelingen, vraagstukken en knelpunten om te adviseren over oplossingsrichtingen; met overheidsfunctionarissen en met vertegenwoordigers van ministeries en andere eilandelijke overheden, maatschappelijke organisaties om een gemeenschappelijke basis te creëren voor het uitvoeren van het beleid en de resultaten van beleidsmaatregelen ingevoerd te krijgen; met belangenorganisaties en externe instellingen bij het verzamelen van informatie en voor het verkrijgen van medewerking bij de formulering en invoering van strategische beleidsplannen en beleidsuitgangspunten.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Directeur 16 55455 45555 54 45 66 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Bijdrage aan de integrale sturing van de gehele organisatie, als lid van het DT • levert een bijdrage aan het formuleren van de strategische doelstellingen, het strategisch beleid en de integrale bedrijfsvoering van het eilandgebied en bewaakt de uitvoering daarvan; • adviseert het BC over integrale strategische kwesties, politiek bestuurlijk gevoelige zaken, interventiemogelijkheden en fungeert als klankbord; • initieert en bevordert de integrale beleidsontwikkeling, -uitvoering en –evaluatie; • draagt mede zorg voor een optimale (beleids)afstemming, samenwerking en informatie-uitwisseling tussen het ambtelijk en bestuurlijk apparaat en tussen de sectoren en directies onderling; • coördineert, in samenwerking met de Eilandsecretaris, sectoroverstijgende projecten en bestuursopdrachten. 3.2. Totstandkoming en uitvoering van het strategisch sector- of directiebeleid • vertaalt het eilandelijk strategisch beleid naar strategische beleidsuitgangspunten voor de sector of directie; • adviseert het BC en de portefeuillehouders over het sector-/directiebeleid en de beleidsvelden daarbinnen; • volgt en becommentarieert externe ontwikkelingen en de effecten ervan gerelateerd aan de doelstellingen van het sector-/directiebeleid; • initieert, ontwikkelt en stimuleert nieuw beleid op de beleidsvelden binnen de sector of directie; • doet voorstellen voor contracten, regelingen, overeenkomsten, e.d. en biedt deze aan aan de Eilandsecretaris; • draagt zorg voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het sector- of directiebeleid, stelt prioriteiten daarbinnen en stemt het beleid af op dat van andere sectoren/directies en draagt zorg voor afstemming met het BC; • behartigt (in lijn met de politieke uitgangspunten van het BC) gevoelig liggende belangen van de sector of directie, participeert in overlegstructuren en voert overleg met andere overheden, bedrijven, instellingen en dergelijke.
3.3. Vertegenwoordiging van de eigen sector of directie • vertegenwoordigt of ondersteunt het bestuur bij het voeren van overleg en het sluiten van overeenkomsten met (bestuurders van) het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen, belangengroeperingen of burgers; • treedt, met toestemming van het BC, namens het eilandgebied op als woordvoerder, bemiddelaar of gemandateerd onderhandelaar in uiteenlopende (inter)nationale gremia waar politiek-maatschappelijk gevoelige onderwerpen aan de orde zijn; • draagt bestuurlijke standpunten uit en verdedigt deze. 3.4. Projectleiding omvangrijke strategische projecten • geeft sturing aan omvangrijke strategische (inter)nationale en/of eilandelijke project-en werkgroepen en overlegkaders; • bepaalt de strategische uitgangspunten, kaders en instrumenten voor de besluitvorming binnen het project. 3.5. Integraal management van de sector of directie • stelt het (meerjaren) strategisch beleids- en beheersplan op, draagt zorg voor de uitvoering ervan en rapporteert hierover en legt dit vast in een managementcontract; • behartigt het management van de sector of directie ten aanzien van personele, financiële en materiële aspecten van beheer en bedrijfsvoering; • draagt zorg voor de selectie van nieuwe medewerkers, voert functionerings- en beoordelingsgesprekken en doet voorstellen inzake rechtspositionele aangelegenheden; • implementeert en bewaakt de integrale planning en controlfunctie en bevordert en bewaakt de toepassing van het overige managementinstrumentarium; • draagt bij aan en bevordert organisatieontwikkelingsprojecten, bevordert de interne communicatie en draagt de gewenste bedrijfscultuur uit; • overlegt met de concerncontroller over het gevoerde sector- of directiebeleid en beheer; • geeft leiding aan de sector/directie en coacht de leden van het managementteam.
4. Speelruimte •
• • •
de directeur neemt beslissingen over de inhoud van de bijdrage aan de integrale sturing van de organisatie, over de vernieuwing van en prioritering binnen het eigen beleidsveld, bij het vertegenwoordigen van de eiland, het leiden van omvangrijke strategische projecten en bij de uitvoering van het integraal management volgens het managementcontract; politieke uitgangspunten, het Collegeprogramma, de organisatieverordening en het managementcontract vormen het kader; de directeur is (hiërarchisch) verantwoording schuldig aan de eilandsecretaris over de bijdrage aan de integrale sturing van de organisatie, over de inhoud van het beleid en over de uitvoering van het managementcontract; de directeur is (functioneel) verantwoording schuldig aan de portefeuillehouder over de ontwikkeling van strategische beleidsuitgangspunten voor de sector of directie, de inhoud van onderhandelingsresultaten en de wijze van vertegenwoordiging van de eilandelijke standpunten.
5. Kennis en vaardigheden • • • • • • • • • •
kennis op hoofdlijnen van het beleidsterrein van de sector of directie; kennis van de door de eilandsecretaris en het BC geformuleerde strategische uitgangspunten en doelstellingen; kennis van management- en planningsmodellen en technieken; inzicht in de relevante beleidsgebieden van sectoren en directies waarmee moet worden samengewerkt; diepgaand inzicht in de politieke en bestuurlijke verhoudingen op eilandelijk en hoger niveau; inzicht in de relevante wet- en regelgeving, beleids- en begrotingscyclus en bedrijfsvoering; vaardigheid in het uitdragen en verdedigen van sector of directiebeleid en het beïnvloeden van politieke bestuurders inzake voorgestelde of gekozen strategische oplossingsrichtingen; vaardigheid in het onderhandelen met verschillende overlegpartners waarbij een diversiteit aan (tegenstrijdige) politieke, bestuurlijke, economische en commerciële belangen een belangrijke rol kunnen spelen; vaardigheid in het omgaan met soms gevoelige of tegengestelde politieke en maatschappelijke belangen (in- en extern) en in het aansturen van overlegkaders op hoog bestuurlijk niveau; vaardigheid in het integraal managen van de sector of directie.
6. Contacten • •
•
met het BC en de portefeuillehouder(s) over strategische beleidsaangelegenheden, om fundamentele (politieke) beslissingen te realiseren en draagvlak te creëren voor grensverleggende nieuwe ideeën, alternatieve oplossingsrichtingen e.d.; met vertegenwoordigers van andere overheden, (inter)nationale overleggremia, regionale bestuurders, bedrijfsleven en belangengroeperingen, om richtinggevend invloed uit te oefenen ten gunste van strategische of vernieuwende beleidsvoorstellen en -keuzen, om deze in te passen in het sector of directiebeleid en om beleidsstandpunten uit te dragen en te verdedigen; met bedrijven over de levering of aanbieding van diensten en producten om binnen het mandaat te onderhandelen over kwaliteit, kwantiteit, levertijd en prijs.
Normfunctie FuwaSXM
1. Functie-informatie Systeem Functienaam Salarisschaal Kenmerkscores Somscore Datum Status
FuwaSXM Eilandsecretaris 17 55555 45555 55 55 69 Juni 2006 Definitief
2. Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de overheid van Sint Maarten.
3. Resultaatgebieden 3.1. Integrale beleidsadvisering aan het BC • adviseert en informeert het BC, commissies en de Eilandsraad over (strategische) politiek-bestuurlijk onderwerpen, standpuntbepaling en prioritering; • draagt zorg voor heldere besluitvormingsprocedures; • bevordert en coördineert bestuurlijk/ambtelijke relaties (brugfunctie) en een integrale beleidsontwikkeling en –uitvoering, toetst adviezen op sectoroverstijgende aspecten en werkt nauw samen met de bestuurder(s); • treedt op als woordvoerder van de ambtelijke leiding voor specifieke beleidsonderwerpen die politiek-maatschappelijk gezien sterk in de belangstelling staan; • coördineert de tot stand koming van geïntegreerde management- en bestuursrapportages. 3.2. Integraal management van de gehele organisatie • geeft leiding aan de vergaderingen van het MT; • bewerkstelligt als voorzitter van het managementteam het strategisch management van de ambtelijke organisatie en de afstemming en coördinatie tussen de sectoren, uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid van de directeuren voor vakinhoudelijke aspecten en het dagelijkse beheer van de eigen sector of directie; • zorgt als hoofd van het ambtelijk apparaat voor een integrale, strategische beleidsontwikkeling, -uitvoering en -evaluatie, conform de bestuurlijke uitgangspunten en de begroting van het Eilandgebied; • vertaalt de politieke uitgangspunten van het regeerakkoord naar de strategische beleidsuitgangspunten voor de gehele organisatie; • behartigt het management van de organisatie ten aanzien van personele, financiële en materiële aspecten van beheer en bedrijfsvoering en is als hoofd van de ambtelijke organisatie verantwoordelijk voor de integriteit, kwaliteit, dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van de ambtelijke organisatie als geheel;
• • • • •
draagt zorg voor en begeleidt voortdurende optimalisatie van de organisatie door het realiseren van veranderingen in werkprocessen en werkwijze en het creëren van een duidelijke bevoegdhedenstructuur; initieert en geeft leiding aan strategische projecten; formuleert de bedrijfscultuur en draagt deze uit; coacht en begeleidt management bij het doorvoeren van veranderingen; legt verantwoording af aan het BC over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
3.3 Secretariaat eilandsraad en bestuurscollege • draagt zorg voor een adequate voorbereiding (w.o.de toets op beslissingsrijpheid van voorstellen, agenda’s e.d) en uitwerking van vergaderingen van de eilandsraad, de centrale commissie, de vaste raadscommissies en het BC; • ondersteunt de voorzitters voor en tijdens de vergaderingen; • draagt zorg voor een zo optimaal mogelijke informatievoorziening aan de organisatie (interne communicatie); • draagt zorg voor het direct uitwerken, distribueren en afdoen van (spoed)besluiten; • bewaakt de voortgang bij de totstandkoming van adviezen en de afhandeling van besluiten; • coördineert de behandeling van inkomende en uitgaande post van de bestuursorganen.
4. Speelruimte •
• •
de Eilandsecretaris neemt beslissingen bij de aansturing van de integrale, strategische beleidsontwikkeling en –uitvoering, bij het vertalen van de politieke uitgangspunten naar de strategische beleidsuitgangspunten, bij het geven van (strategische) adviezen, bij het behartigen van het management van de organisatie ten aanzien van personele, financiële en materiële aspecten van beheer en bedrijfsvoering en bij het vormgeven en uitvoeren van het de secretariaten van de Eilandsraad en het BC; het collegeprogramma, richtinggevende politieke uitspraken en bestuurlijke concepten vormen het kader; de Eilandsecretaris legt verantwoording af aan het BC over de realisatie van de afgesproken strategische doelstellingen, over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de integrale aansturing van de organisatie en over de gevoerde secretariaten.
5. Kennis en vaardigheden • • •
algemene kennis van en diepgaand inzicht in alle, op strategisch niveau relevante politiek-bestuurlijke, maatschappelijke, financieel-economische en technische aspecten van de beleidsterreinen van de ambtelijke organisatie; kennis van en vaardigheid in het behartigen van het integraal management van een overheidsorganisatie met een samengesteld werkterrein dat een grote mate van politieke gevoeligheid en bestuurlijke complexiteit kent; kennis van en vaardigheid in het in de eilandelijke overheid te hanteren beleidsen beheersinstrumentarium;
• •
vaardigheid in het hanteren van veelal politiek-bestuurlijk tegengestelde belangen; vaardigheid in het functioneren onder de druk van het spanningsveld tussen politiek, ambtenarij en samenleving;
6. Contacten • •
•
met de raad en het BC om fundamentele discussies aan te gaan en besluiten voor te bereiden over de visie en de strategische uitgangspunten die sturend zijn voor het eiland op de lange termijn; met sectordirecteuren en de Chef van het kabinet van de Gezaghebber over de visie en de strategische beleidsconcepten en de vertaling daarvan naar de planning & control-cyclus om de strategie te implementeren rekening houdend met het spanningsveld tussen politiek en bedrijfsvoering; met andere overheden, externe organisaties en instanties over beleid en uitvoering van de eilandelijke overheid om standpunten uit te wisselen, het beleid te verdedigen en het eiland te vertegenwoordigen.
Kenmerkteksten FUWASXM
Kenmerk 1 Aard van de werkzaamheden De kenmerkende eigenschappen van de werkzaamheden die in de functie moeten worden uitgevoerd.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de mate van complexiteit van de werkzaamheden en in hoeverre een abstracte wijze van beschouwen nodig is om de werkzaamheden te verrichten. Een functie scoort hoger naarmate er sprake is van een grotere verwevenheid van factoren waarmee men bij het werk rekening moet houden. De scoreniveaus lopen langs twee nauw met elkaar samenhangende lijnen op. Langs de eerste lijn lopen de scoreniveaus op van het verrichten van op zich zelf staande werkzaamheden via het te maken krijgen met gangbare of nieuwe zaken en problemen naar het verrichten van integrale managementtaken. Langs de tweede lijn lopen de scoreniveaus op van in een vast patroon werken via interpretatie van zaken en problemen naar de ontwikkeling van strategieën, richtinggevend voor het gehele eilandgebied.
Score 1 Het betreft op zichzelf staande werkzaamheden die volgens een min of meer vast patroon worden verricht. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien het resultaat van de ene activiteit nauwelijks consequenties heeft voor de uitvoering van de andere activiteit. Het betreft eenvoudige, duidelijk gestructureerde activiteiten.
Score 2 Het betreft met elkaar samenhangende werkzaamheden, waarbij sprake is van beoordeling. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien de activiteiten niet los van elkaar kunnen worden uitgevoerd, maar met elkaar samenhangen. Er is een logisch verband, dat wil zeggen dat het resultaat van de ene activiteit automatisch gevolgen heeft voor de uitvoering van de andere. De activiteiten worden volgens een min of meer vast patroon verricht, waarbij de samenhang en de volgorde moeten worden beoordeeld. Onder “beoordelen” wordt verstaan het waarnemen van de feitelijke of vastgelegde situatie met het oog op de praktische uitvoering van de werkzaamheden.
DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
PAGINA 1 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Score 3 Het betreft gangbare zaken en problemen, waarbij eigen interpretatie is vereist en oplossingen moeten worden aangedragen. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden zaken en problemen een rol spelen waarvan de behandeling vastligt in procedures en richtlijnen. Voor het inschatten van problemen is wel interpretatie nodig en dient er op basis van deze interpretatie gekozen te worden uit verschillende bekende oplossingen. Ook het analyseren en interpreteren van (statistische) gegevens en op basis daarvan aandragen van oplossingen en adviezen scoort ook een 3.
Score 4 Het betreft minder gangbare of nieuwe zaken en problemen waarbij na analyse alternatieven, ontwerpen, adviezen, e.d. worden ontwikkeld, veelal in multidisciplinair verband. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden onbekende zaken en problemen een rol spelen. Alternatieven, nieuwe oplossingen, ontwerpen, adviezen e.d. kunnen pas worden ontwikkeld na analyse van de problematiek. Onder multidisciplinair verband wordt de interactie met andere beleids- of uitvoeringsterreinen verstaan. Een score 4 wordt ook toegekend aan een leidinggevende functie van een beleidseenheid of grotere uitvoerende eenheid.
Score 5 Het betreft het aansturen en ontwikkelen en vormgeven van theorieën, modellen, doelen en strategieën die richtinggevend zijn voor grote, complexe organisaties en/of als manager eindverantwoordelijkheid dragen voor grote complexe organisaties die omvangrijke strategische beleidsterreinen omvatten. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij functies waar de verantwoordelijkheid ligt voor het aansturen en ontwikkelen en vormgeven van theorieën, modellen, doelen en strategieën, bijvoorbeeld een directeur van een sector of directie.
PAGINA 2 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 2 Doel van de werkzaamheden Datgene wat bereikt moet worden met het verrichten van de werkzaamheden.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet twee afzonderlijke aspecten. Gescoord kan worden de mate waarin een bijdrage moet worden geleverd aan de realisatie van de taakstelling/doelstelling van de eenheid/organisatie. De scoreniveaus lopen op van het assisteren van individuele medewerkers via het realiseren van de taakstelling van de werkeenheid naar het verrichten van integrale managementtaken. Ook kan worden gescoord op de soort bijdrage die moet worden geleverd. De scoreniveaus lopen op van het verrichten van hand- en spandiensten via het verlenen van ondersteuning op het gebied van beleid, onderzoek of ontwerp naar strategieontwikkeling.
Score 1 Het betreft het assisteren van (individuele) medewerkers of het verlenen van hand- en spandiensten. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien het gaat om het behulpzaam zijn aan individuele medewerkers.
Score 2 Het betreft het bijdragen aan het realiseren van de taakstelling van de werkeenheid met een afgebakend werkgebied, danwel het realiseren van deelproducten. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien het gaat om het bijdragen aan het realiseren van de taakstelling van de werkeenheid met een afgebakend werkgebied, waarbij onder werkeenheid wordt verstaan de kleinste organisatorische eenheid onder hiërarchische leiding. Ook wordt een 2 gescoord bij het realiseren van deelproducten, waarbij het nog niet gaat om een bepalend deel van de taakstelling van de werkeenheid.
Score 3 Het betreft het realiseren van de taakstelling van de werkeenheid met een afgebakend werkgebied, dan wel het realiseren van een eindproduct van een werkeenheid of het verrichten van beleidswerkzaamheden of ondersteunende werkzaamheden op het gebied van beleid, onderzoek of ontwerp. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien het gaat om verantwoordelijkheid voor het realiseren van de taakstelling van de werkeenheid. Feitelijk betekent dit dat alle leidinggevenden minimaal een 3 scoren. Daarnaast scoren beleidswerkzaamheden en beleidsondersteunende werkzaamheden, onderzoeksondersteunende werkzaamheden en ondersteunende werkzaamheden op het gebied van (technisch) ontwerp een 3. PAGINA 3 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Onder eindproduct van de werkeenheid wordt verstaan een bepalend deel van de taakstelling van die werkeenheid. Onder beleidswerkzaamheden wordt verstaan dat invulling wordt gegeven aan de eigen beleidsruimte van een afgebakend of minder complex beleidsveld en vorm wordt gegeven aan de uitvoering van beleid en wetgeving welke door hogere organen zoals EU, Koninkrijk of Landsoverheid zijn voorgeschreven. Onder beleidsondersteunende werkzaamheden wordt verstaan het door verzamelen, groeperen, inventariseren en verwerken van gegevens, praktijkervaringen en relevante ontwikkelingen, creëren van geaggregeerde informatie. Onder onderzoeksondersteunende werkzaamheden wordt verstaan het voorbereiden van onderzoeken door onder meer het analyseren, interpreteren van gegevens en/of door het optimaliseren/ontwikkelen van in een laboratorium of bij veldonderzoek toe te passen methoden en technieken. Onder (technisch) ontwerp ondersteunende werkzaamheden wordt verstaan het voorbereiden van (technische) ontwerpen door onder meer het op basis van probleemstelling analyseren en interpreteren van bijvoorbeeld gegevens en waarnemingen.
Score 4 Het betreft het realiseren van de taakstelling van een beleidseenheid danwel het verrichten van beleidsontwikkelende werkzaamheden, het verrichten van technisch/wetenschappelijk onderzoek of het realiseren van multidisciplinaire projecten. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien het gaat om verantwoordelijkheid voor het realiseren van de taakstelling van een beleidseenheid of om het leiden van (grootschalige) multidisciplinaire projecten. Een functie scoort eveneens een 4 indien er sprake is van beleidsontwikkeling of technisch/wetenschappelijk onderzoek. Onder beleidsontwikkelende werkzaamheden wordt verstaan het vanuit de realiteit of op basis van geaggregeerde informatie formuleren van probleemstellingen alsmede het creatieve proces van het formuleren van doelen, het zoeken naar instrumenten en het bepalen van concrete activiteiten. Onder technisch/wetenschappelijk onderzoek wordt verstaan: het verrichten van fundamenteel of toepassingsgericht onderzoek betreffende de theoretische grondslagen, maatschappelijke verschijnselen en vraagstukken en technologische ontwikkelingen, inclusief het publiceren van onderzoeksresultaten; het verrichten van werkzaamheden op het gebied van complex technisch ontwerp.
Score 5 Het betreft het richtinggevend beïnvloeden van de ontwikkeling van strategische doelen en/of het managen van de uitvoering van dergelijke doelen.
PAGINA 4 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij functies van integraal manager of directeur die de ontwikkeling van strategische doelstellingen richtinggevend beïnvloeden, danwel de uitvoering van strategische doelen managen. In het algemeen betreft het de functie van (sector)directeur van het eilandgebied of afdelingshoofd van een beleidsmatig complexe afdeling.
PAGINA 5 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 3 Effect van de werkzaamheden De mate van invloed die de werkzaamheden hebben op de omgeving van de functie en de periode waarbinnen de effecten van de werkzaamheden zijn vast te stellen.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet twee aspecten. Ten eerste in welke mate de werkzaamheden invloed hebben op de omgeving van de functie waarbij de scoreniveaus oplopen van beperkte invloed via invloed binnen of buiten de eigen werkeenheid tot invloed van strategische aard buiten de organisatie. Ten tweede de periode waarover het effect van de werkzaamheden zich uitstrekt. De scoreniveaus lopen op van effecten die direct merkbaar zijn via effecten die zich uitstrekken tot een jaar, tot effecten die nog na enige jaren merkbaar zijn. Bij dit kenmerk geldt dat een functie aan beide criteria van een scoreniveau moet voldoen. Is dit niet het geval dan wordt er een niveau lager gescoord.
Score 1 De werkzaamheden hebben een beperkte invloed op de omgeving en het effect is vrijwel direct vast te stellen. Kenmerkscoretoelichting Het effect van de werkzaamheden strekt zich hoogstens uit tot een enkele medewerker.
Score 2 De werkzaamheden beïnvloeden de werkzaamheden van een beperkte groep medewerkers van de eigen werkeenheid en/of de omgeving buiten de eigen werkeenheid en het effect is binnen een termijn van enkele maanden vast te stellen. Kenmerkscoretoelichting Het effect van de werkzaamheden strekt zich uit tot een beperkte groep medewerkers van de eigen werkeenheid. Ook die werkzaamheden vallen hieronder die een groter en breder bereik hebben. Tevens is het effect binnen enkele maanden vast te stellen.
Score 3 De werkzaamheden beïnvloeden de werkzaamheden van de medewerkers binnen de eigen organisatie en /of de omgeving buiten de eigen werkeenheid of organisatie en het effect is na enkele maanden, maar binnen een termijn van een jaar vast te stellen. Kenmerkscoretoelichting Het effect van de werkzaamheden heeft invloed op de in- en/of externe omgeving. Daarnaast is het effect na enkele maanden, maar binnen de termijn van een jaar vast te stellen.
PAGINA 6 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Score 4 De werkzaamheden zijn gericht op beïnvloeding van de omgeving buiten de eigen werkeenheid en het effect is na de termijn van een jaar vast te stellen. Kenmerkscoretoelichting Het effect van de werkzaamheden is gericht op de beïnvloeding van externe werkprocessen en/of de omgeving buiten de eigen werkeenheid, met andere woorden het effect is extern gericht. Daarnaast is het effect na meer dan een jaar vast te stellen.
Score 5 De werkzaamheden zijn bepalend voor het strategisch functioneren van de organisatie als geheel én het effect na enige jaren vast te stellen. Kenmerkscoretoelichting Het effect van de werkzaamheden is gericht op de lange termijn strategie van een grote en complexe organisatie als geheel (in beleidsmatig en beheersmatig opzicht). Bepalend voor het strategisch functioneren van de organisatie als geheel impliceert een eindverantwoordelijkheid voor de totstandkoming van de lange termijn strategie van die organisatie.
PAGINA 7 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 4 Aanpak van de werkzaamheden De wijze waarop het werk moet worden vormgegeven.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet in hoeverre er sprake is van problemen die opgelost moeten worden bij de aanpak van de eigen werkzaamheden. Dit wordt enerzijds bepaald door de bekendheid danwel onbekendheid met situaties waar men op in moet spelen en anderzijds door de mate van analytisch denken en inventiviteit/creativiteit die nodig is bij de aanpak van de eigen werkzaamheden. De scoreniveaus lopen langs twee nauw met elkaar samenhangende lijnen op. Langs de eerste lijn lopen de scoreniveaus op van het werken in standaard situaties via het inspelen op bekende situaties naar het inspelen op nog niet eerder voorgekomen situaties. Langs de tweede lijn lopen de scoreniveaus op van een standaard aanpak via het kiezen uit theoretisch bekende oplossingen naar het beantwoorden van strategische vraagstukken.
Score 1 De aanpak van de werkzaamheden is bekend en er worden nauwelijks geen keuzen gemaakt. Kenmerkscoretoelichting Bij het aanpakken van de werkzaamheden staat het resultaat al op voorhand vast.
Score 2 De aanpak van de werkzaamheden vereist inspelen op bekende situaties, waarbij keuzen moeten worden gemaakt. Kenmerkscoretoelichting Bij het aanpakken van de werkzaamheden komen geen ingewikkelde problemen voor en kan worden teruggevallen op bekendheid met situaties, waardoor de keuze niet al te ingewikkeld is.
Score 3 De aanpak van de werkzaamheden vereist inspelen op nog niet eerder voorgekomen situaties, waarbij uit bekende oplossingen moet worden gekozen. Kenmerkscoretoelichting Bij het aanpakken van de werkzaamheden komen problemen voor die de functionaris nog niet eerder is tegengekomen. Voor de oplossing van de problemen kan weliswaar volledig worden terugvallen op kennis, maar is inventiviteit nodig om die kennis te gebruiken.
Score 4 De aanpak van de werkzaamheden vereist inspelen op nog niet eerder voorgekomen situaties, waarbij zelf alternatieve benaderingen moeten worden gezocht. PAGINA 8 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Bij het aanpakken van de werkzaamheden kan niet meer worden teruggevallen op gangbare benaderingen, maar moeten nieuwe benaderingen of methoden worden gezocht bijvoorbeeld door (literatuur)onderzoek of het betrekken van invalshoeken van andere disciplines.
Score 5 De aanpak van de werkzaamheden vereist inspelen op fundamenteel politiekbestuurlijke en fundamenteel maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij strategische vraagstukken worden beantwoord. Kenmerkscoretoelichting Bij het aanpakken van de werkzaamheden moet nadrukkelijk rekening worden gehouden met fundamenteel politiek-bestuurlijke en fundamenteel maatschappelijke ontwikkelingen, omdat de fundamenten van het strategisch beleid in het geding zijn.
PAGINA 9 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 5 Dynamiek van de werkzaamheden De afwisseling, variatie of verandering in de omstandigheden, waarop bij het verrichten van de werkzaamheden moet worden ingespeeld.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet in hoeverre bij de werkzaamheden moet worden ingespeeld op veranderende omstandigheden. De dynamiek loopt op van nauwelijks inspelen op omstandigheden via inspelen op onverwachte omstandigheden, op verschuivingen in beleid, op verschuivingen in beleidsdoelstellingen tot inspelen op maatschappelijke en/of politiek-bestuurlijke ontwikkelingen.
Score 1 Bij de werkzaamheden behoeft niet of nauwelijks te worden ingespeeld op veranderende omstandigheden. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien zich nagenoeg geen veranderingen voordoen tijdens de uitvoering van het werk.
Score 2 Bij de werkzaamheden moet worden ingespeeld op wisselende omstandigheden. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien sprake is van afwisseling bij het uitvoeren van de werkzaamheden door veranderende omstandigheden of indien sprake is van verschillende klanten met verschillende wensen waarop moet worden ingespeeld. Er is sprake van flexibiliteit in de functie. Ook wordt een score 2 toegekend indien de functie te maken heeft met onverwachte omstandigheden, maar waarop niet [direct] hoeft te worden ingespeeld.
Score 3 Bij de werkzaamheden moet worden ingespeeld op verschuivingen in beleid, technologische ontwikkelingen of onverwachte omstandigheden. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien sprake is van inspelen op veranderingen door nieuwe ontwikkelingen. Hiervan is sprake als een functie in de werkzaamheden te maken heeft met technologische en/of beleidsontwikkelingen, waarop moet worden ingespeeld. Daarnaast wordt ook een 3 gescoord indien sprake is van direct inspelen op onverwachte omstandigheden.
Score 4 Bij de werkzaamheden beleidsdoelstellingen.
moet
worden
ingespeeld
op
verschuivingen
in
PAGINA 10 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien rekening moet worden gehouden met veranderde beleidsdoelstellingen (op het managementniveau) als gevolg van maatschappelijke opvattingen, politieke wijzigingen, uitkomsten van (politieke) onderhandelingsprocessen. Over het algemeen betreft het beleidsaansturende werkzaamheden op "integrale" beleidsterreinen.
Score 5 Bij de werkzaamheden moet worden ingespeeld op maatschappelijke en/of politiekbestuurlijke ontwikkelingen met (inter)nationale reikwijdte. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord indien sprake is van maatschappelijke en/of politiekbestuurlijke ontwikkelingen, waardoor op de beleidsdoelstellingen op het managementniveau direct invloed moet worden uitgeoefend. Inspelen op maatschappelijke en/of politiek-bestuurlijke ontwikkelingen behoeft niet rechtstreeks gekoppeld te zijn aan integrale eindverantwoordelijkheid voor een beleids- of uitvoeringsterrein.
PAGINA 11 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 6 Keuzevrijheid De keuzevrijheid die aanwezig is bij het uitvoeren van de werkzaamheden.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de mate van keuzevrijheid bij het uitvoeren van de werkzaamheden. De scoreniveaus lopen op van weinig keuzemogelijkheden via ruimte om te kiezen uit diverse oplossingen naar ruimte om fundamenteel nieuwe ontwikkelingsrichtingen vast te stellen.
Score 1 Bij de uitvoering van de werkzaamheden is er enige vrijheid om keuzen te maken. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien de uitvoering van de werkzaamheden min of meer door anderen wordt bepaald en er dus enige ruimte bestaat om zelf keuzen te maken.
Score 2 Bij de uitvoering van de werkzaamheden is er vrijheid om - op basis van eigen beoordeling - een keuze uit meerdere bekende mogelijkheden te maken. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien bij de uitvoering van de werkzaamheden per situatie zelfstandig, op basis van eigen beoordeling, keuzen kunnen worden gemaakt uit meerdere, bekende mogelijkheden. Hierbij is nog geen sprake van interpretatie.
Score 3 Bij de uitvoering van de werkzaamheden is er vrijheid om - op basis van interpretatie van gegevens - consequenties van te kiezen oplossingen tegen elkaar af te wegen. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien de medewerkers bij de uitvoering van hun werk kunnen kiezen uit bekende of minder bekende mogelijkheden en dat zij tevens, op basis van interpretatie van gegevens, de consequenties van de te kiezen oplossingen tegen elkaar kunnen afwegen. Dit impliceert dat er een redelijke ruimte aanwezig is om de werkzaamheden zelfstandig uit te voeren. Er is nog geen vrijheid om nieuwe oplossingen/alternatieven te bedenken.
Score 4 Bij de uitvoering van de werkzaamheden is er vrijheid om - na analyse van de problematiek - benaderingen of alternatieven af te stemmen op gewijzigde of zich wijzigende omstandigheden.
PAGINA 12 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien er bij de uitvoering van de werkzaamheden vrijheid is om na analyse van de problematiek in te spelen op gewijzigde of zich wijzigende omstandigheden, waarbij nieuwe oplossingen/alternatieven moeten worden aangedragen.
Score 5 Bij de uitvoering van de werkzaamheden is er vrijheid om fundamentele verschuivingen in de strategische koers aan te brengen en nieuwe ontwikkelingsrichtingen vast te stellen. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord indien er sprake is van een zo grote mate van vrijheid dat zelf de strategische koers van het onderdeel ingrijpend kan worden gewijzigd.
PAGINA 13 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 7 Complexiteit van de beslissingen De duidelijkheid en verwevenheid van de keuzefactoren die een rol spelen bij het nemen van inhoudelijke beslissingen.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de mate waarin de keuzefactoren die een rol spelen bij de inhoudelijke beslissingen concreet zijn en elkaar beïnvloeden. Het gaat hierbij om de beslissingen waar de functievervuller direct op kan worden aangesproken. Een functie scoort hoger naarmate er sprake is van meer factoren én een grotere verwevenheid van die factoren waarmee men bij het nemen van inhoudelijke beslissingen rekening moet houden. Tevens is van belang de mate waarin de factoren duidelijk zijn gedefinieerd. De scoreniveaus lopen op van beslissingen op basis van het hanteren van eenduidige keuzefactoren via beslissingen na het interpreteren van niet duidelijk omlijnde keuzefactoren naar het nemen van strategische beslissingen.
Score 1 De beslissingen komen tot stand op basis van het hanteren van eenduidige keuzefactoren. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien er sprake is van situaties waarin de keuzefactoren die moeten worden gehanteerd eenduidig zijn en op zichzelf staan.
Score 2 De beslissingen komen tot stand na afweging van duidelijk omlijnde keuzefactoren. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien er sprake is van situaties waarin afweging van duidelijk omlijnde keuzefactoren nodig is, alvorens tot de inhoudelijke beslissingen te komen. Onder duidelijk omlijnde keuzefactoren wordt verstaan dat de grenzen van de keuzes zijn aangegeven, maar dat binnen de grenzen een afweging kan plaats vinden en variatie mogelijk is.
Score 3 De beslissingen komen tot stand na interpretatie van niet duidelijk omlijnde keuzefactoren. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien er sprake is van situaties waarin interpretatie van niet duidelijk omlijnde keuzefactoren nodig is, alvorens tot de inhoudelijke beslissingen te komen. Onder niet duidelijk omlijnde keuzefactoren wordt verstaan dat er bij het kiezen dient te worden geïnterpreteerd welke situaties van toepassing zijn of ermee te maken hebben. Het kan gaan om beslissingen bij de toepassing van wet- en regelgeving of het interpreteren van methoden en technieken.
PAGINA 14 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Score 4 De beslissingen vormen een besluitvormingsproces en komen tot stand na analyse van een verwevenheid van niet duidelijk omlijnde keuzefactoren. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien er sprake is van situaties waarin de inhoudelijk beslissingen die moeten worden genomen niet meer als op zichzelf staande beslissingen kunnen worden benoemd en waarin analyse van een verwevenheid van niet duidelijk omlijnde keuzefactoren nodig is, alvorens tot de inhoudelijk beslissingen te komen.
Score 5 De beslissingen vormen een besluitvormingsproces en zijn gericht op het ontwikkelen, helpen vaststellen en/of realiseren van strategische doelstellingen, waarbij de keuzefactoren niet bepaald zijn. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij die functies, die nadrukkelijk betrokken zijn bij het ontwikkelen, helpen vaststellen en/of realiseren van strategische doelstellingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de functie van sectordirecteur van het eilandgebied of afdelingshoofd van een beleidsmatig complexe afdeling.
PAGINA 15 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 8 Effect van de beslissingen De voorspelbaarheid van de gevolgen van beslissingen en de termijn waarop de gevolgen vastgesteld kunnen worden.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet twee aspecten. Ten eerste wordt gemeten in welke mate de effecten van de beslissingen voorspelbaar zijn, waarbij de scoreniveaus oplopen van: van tevoren bekend via min of meer voorspelbaar naar moeilijk voorspelbaar. Ten tweede wordt de periode gemeten waarbinnen het effect van de beslissingen vastgesteld kan worden. De scoreniveaus lopen op van effecten die onmiddellijk vastgesteld kunnen worden via effecten die op korte termijn vastgesteld kunnen worden naar effecten die pas op lange termijn vastgesteld kunnen worden. Bij dit kenmerk geldt dat een functie aan beide criteria van een scoreniveau moet voldoen. Is dit niet het geval dan wordt een niveau lager gescoord.
Score 1 Het effect van de beslissingen is van tevoren bekend en kan vrijwel direct worden vastgesteld. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien bij de beslissingen geen sprake is van een onzekerheid. De gevolgen zijn op voorhand bekend (staat voor 100% vast) en is vrijwel direct vast te stellen.
Score 2 Het effect van de beslissingen is duidelijk en kan op zeer korte termijn (binnen enkele maanden) worden vastgesteld. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien bij de beslissingen sprake is van een geringe onzekerheidsmarge met betrekking tot de gevolgen van de beslissingen en het effect nog duidelijk is. Wel zijn de gevolgen binnen enkele maanden vast te stellen.
Score 3 Het effect van de beslissingen is voorspelbaar en kan op korte termijn (na enkele maanden maar binnen de termijn van een jaar) worden vastgesteld. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien bij de beslissingen sprake is van een onzekerheidsmarge met betrekking tot de gevolgen van de beslissingen en het effect nog voorspelbaar is. De gevolgen zijn na enkele maanden maar binnen de termijn van een jaar vast te stellen.
PAGINA 16 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Score 4 Het effect van de beslissingen is in beperkte mate voorspelbaar en kan pas op middellange termijn (langer dan een jaar) worden vastgesteld. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien het bij de beslissingen gaat om het afwegen van een groot aantal onzekere factoren waardoor de uitkomst van de beslissingen moeilijk voorspelbaar is. Het resultaat van de beslissingen is pas na een jaar vast te stellen.
Score 5 Het effect van de beslissingen is nauwelijks voorspelbaar en is pas op lange termijn (enige jaren) vast te stellen.
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij die functies, waarbij sprake is van een duidelijk lange termijn effect bij de beslissingen. Het gaat bijvoorbeeld om functies die de strategische doelstellingen van het gehele eilandgebied, of van een zeer groot of complex beleidsonderdeel (doen) vormgeven.
PAGINA 17 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 9 Kader Het geheel van werkinstructies, regels, voorschriften, richtlijnen, beleidslijnen en uitgangspunten dat het kader vormt voor de werkzaamheden.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de mate waarin het kader beperkingen oplegt ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden. Het gaat hierbij om de belangrijkste werkinstructies, regels, voorschriften, e.d. die relevant zijn voor de dagelijkse functievervulling. De scoreniveaus lopen op van gedetailleerde werkinstructies via algemene richtlijnen, procedures, wet- en regelgeving naar strategische, richtinggevende concepten/uitgangspunten.
Score 1 Er gelden gedetailleerde werkinstructies, regels of voorschriften voor vrijwel alle activiteiten van het werk. Kenmerkscoretoelichting Het gaat om functies waarbij precies bekend is welke acties moeten worden ondernomen. De regels en voorschriften hebben de vorm van gedetailleerde instructies en aanwijzingen.
Score 2 Werkafspraken, regels of voorschriften zijn bij de uitvoering van het werk van kracht. Kenmerkscoretoelichting Het gaat om functies waarbij doorgaans de wijze van handelen is bepaald.
Score 3 Met elkaar samenhangende richtlijnen, procedures, wet- en regelgeving en/of specifiek geformuleerde beleidslijnen zijn aanwezig als basis voor de uitvoering van het werk. Kenmerkscoretoelichting Het gaat om functies waarbij sprake is van een samenhang en verwevenheid van richtlijnen, procedures, wet- en regelgeving. Er is geen voorgeschreven wijze van uitvoering en er is ruimte voor eigen invulling bij uitvoering van de werkzaamheden.
Score 4 In algemene termen geformuleerde, strategische beleidslijnen of modellen zijn als uitgangspunten voorhanden.
PAGINA 18 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Het gaat om functies waarbij in algemene termen omschreven is aan welke (strategische) kaders men zich dient te houden.
Score 5 Fundamentele, richtinggevende concepten zijn geformuleerd als basis voor het opstellen van algemeen geformuleerde, strategische beleidslijnen of modellen. Kenmerkscoretoelichting Het gaat om functies waarbij fundamentele richtinggevende concepten door het politiek en/of ambtelijk topniveau zijn geformuleerd: daarbinnen bestaat voor de functionaris/functie de ruimte om algemeen gestelde, strategische beleidslijnen of modellen te formuleren die het kader vormen voor de organisatie.
PAGINA 19 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 10 Wijze van controle De controle/beoordeling door of namens het hoger echelon op de werkzaamheden of werkresultaten.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de mate van gedetailleerdheid van de controle/beoordeling van werkzaamheden door of namens het hoger echelon. De zwaarte wordt bepaald door het object en de aspecten van controle/beoordeling. De scoreniveaus lopen op van (nauwgezette) controle tijdens de uitvoering van de werkzaamheden via beoordeling (achteraf) van werkresultaten naar beoordeling (achteraf) van ontwikkeld (strategisch) beleid.
Score 1 Het betreft een nauwgezette controle op alle aspecten van de werkzaamheden. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien alle handelingen worden gecontroleerd.
Score 2 Het betreft een controle van de werkzaamheden op juistheid van de gevolgde aanpak en op naleving van regels en afspraken. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien het controle betreft op voortgang van de werkzaamheden en op juistheid, actualiteit, volledigheid en kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden, uitgaande van regels en afspraken. Het gaat bij deze score om controle tijdens het werk-/productieproces of om een controle op deelproducten, in tegenstelling tot score 3 waar alleen het eindresultaat gecontroleerd wordt.
Score 3 Het betreft een beoordeling van producten, onderzoeksresultaten of adviezen op overeenstemming met gestelde normen, criteria of specificaties. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien het een eindcontrole betreft van het product op overeenstemming met gestelde normen, criteria of specificaties, respectievelijk een beoordeling op inhoud van onderzoekresultaat of advies. In het algemeen betreft het een beoordeling op inhoudelijke kwaliteit.
Score 4 Het betreft een beoordeling van adviezen, plannen of wetenschappelijke programma's op bruikbaarheid of op afstemming op andere beleidsterreinen.
PAGINA 20 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien het gaat om een beoordeling op bruikbaarheid of externe afstemming van beleidsadviezen/-plannen of om technische adviezen/plannen in de sfeer van ontwerp en ontwikkeling. Ook kan een 4 worden gescoord indien het gaat om de primaire verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering van uitvoeringsorganisaties, waarbij het gaat om beleid en uitvoering op elkaar af te stemmen.
Score 5 Het betreft een beoordeling van ontwikkeld strategisch beleid op doeltreffendheid en/of van de mate waarin de strategische doelstellingen zijn gerealiseerd. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij functies van eilandsecretaris of directeur met name wanneer -veelal door het politiek-bestuurlijke niveau- wordt beoordeeld op gebleken effectiviteit van ontwikkeld strategisch beleid en/of de mate waarin strategische doelstellingen zijn gerealiseerd.
PAGINA 21 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 11 Kennis Door opleiding en/of ervaring verkregen kennis en inzicht nodig om de werkzaamheden uit te voeren.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet twee aspecten. Ten eerste wordt de mate van diepgang of breedte van kennis gemeten die daadwerkelijk aangewend dient te worden voor een normale functievervulling. De scoreniveaus lopen op van praktische kennis via algemeen theoretische, praktisch gerichte kennis van het vakgebied naar fundamenteel wetenschappelijk-theoretische kennis van het vakgebied. Ten tweede wordt de mate van inzicht gemeten dat nodig is om de werkzaamheden uit te voeren. Inzicht heeft betrekking op een samenhang van aspecten binnen het eigen vakgebied of met aspecten buiten het eigen vakgebied. Het gaat bij dit kenmerk niet om de vereiste opleiding maar om het werk- en denkniveau dat nodig is om de werkzaamheden uit te voeren.
Score 1 Praktisch gerichte kennis om gangbare procedures, hulpmiddelen, gereedschappen, instrumenten of apparaten te kunnen hanteren. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien het gaat om werkzaamheden waarvoor kennis van het werken met apparatuur of het werken aan de hand van procedures benodigd is. Het inzicht beperkt zich tot (de aanpak van) de verrichtingen als zodanig. Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een VBO werk- en denkniveau wordt vereist.
Score 2 Algemeen vaktechnische of administratief-technische kennis en inzicht in daaraan verbonden organisatorische en functionele verhoudingen. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien het gaat om werkzaamheden waarbij sprake is van de beheersing van een vak. Voor zover relevant voor de uitoefening van de functie is er inzicht nodig in welke aangelegenheden in de organisatie van belang zijn. Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een MBO werk- en denkniveau wordt vereist. Hieronder valt ook het VBO+ werk- en denkniveau.
Score 3 Algemeen theoretische, praktisch gerichte kennis van het vakgebied, waarbij inzicht in organisatorische, sociale, financiële, technische, economische of juridische samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein wordt vereist.
PAGINA 22 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien het gaat om algemeen theoretische kennis of tot op detailniveau benodigde praktijkkennis, maar nog niet tot op detailniveau benodigde gespecialiseerde theoretische kennis van het vakgebied: veelal betreft het kennis van methoden en technieken of van wet- en regelgeving binnen het vakgebied. Er is inzicht nodig in de samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen. Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een HBO werk- en denkniveau vereist wordt. Hieronder valt ook het MBO+ werk- en denkniveau.
Score 4 Brede of gespecialiseerde theoretische kennis van het vakgebied, waarbij inzicht in sociale, financieel-economische, technische, juridische of politiek-bestuurlijke aangelegenheden in bredere context dan alleen het eigen werkterrein wordt vereist. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien brede (generalistische) of gespecialiseerde (tot op detailniveau) theoretische kennis van het vakgebied nodig is om de werkzaamheden te kunnen uitoefenen. Er is inhoudelijk inzicht nodig in vraagstukken en problemen die zich op andere werkterreinen afspelen. Het gaat om werkzaamheden waarvoor in het algemeen een universitair werk- en denkniveau vereist wordt. Hieronder valt ook het HBO+ werk- en denkniveau, waarbij zware aanvullende kennis wordt vereist.
Score 5 Fundamenteel wetenschappelijk-theoretische kennis van het vakgebied en/of diepgaand inzicht in sociaal-maatschappelijke, financieel-economische en politiekbestuurlijke aangelegenheden. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij directeurs- en/of integraal managementfuncties waarbij diepgaand inzicht in sociaal-maatschappelijke, financieel-economische en politiekbestuurlijke aangelegenheden benodigd is. In het algemeen betreft dit managementteamfuncties in grote en/of complexe organisaties.
PAGINA 23 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 12 Vaardigheid De vaardigheden die nodig zijn om de werkzaamheden uit te voeren.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de aard van de vaardigheden die nodig zijn om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren. De scoreniveaus lopen op van praktische vaardigheden via communicatieve, organiserende en adviesvaardigheden naar het kunnen formuleren van grensverleggende ideeën.
Score 1 Handigheid, behulpzaamheid en praktische vaardigheid. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord wanneer sprake is van vaardigheid in bijv. typen, het hanteren van instrumenten of gereedschappen.
Score 2 Nauwkeurigheid, vaardigheden.
zorgvuldigheid
en/of
communicatieve
en
klantvriendelijke
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord wanneer sprake is van nauwkeurigheid bij het maken van tabellen, schema's, e.d. en van een normale communicatieve en klantvriendelijke opstelling bij het te woord staan van derden.
Score 3 Leidinggevende, improviserende, adviesvaardigheden.
communicatieve,
organiserende
of
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord wanneer sprake is van vaardigheden, nodig voor het tot stand brengen van een resultaat (product/advies).
Score 4 Vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigen van beleid, nieuwe ideeën of concepten. Er wordt een multidisciplinaire oriëntatie verlangd en veelal is vaardigheid vereist in het afstemmen met andere overheden en/of op organisaties/overheden op (inter-)nationaal niveau. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord wanneer sprake is van vaardigheden, nodig voor het ontwikkelen én uitdragen én verdedigen van beleid, nieuwe ideeën of concepten.
PAGINA 24 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Onder nieuwe ideeën en concepten kan ook worden verstaan nieuwe technieken, ontwerpen, e.d..
Score 5 Vaardigheid in het formuleren van fundamenteel wetenschappelijke, grensverleggende ideeën en/of het vormgeven van het strategisch beleid voor een omvangrijk maatschappelijk terrein in nationaal of internationaal verband. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord wanneer sprake is van vaardigheden, nodig voor het tot stand brengen van fundamenteel wetenschappelijke, grensverleggende ideeën. Onder vormgeven van strategisch beleid wordt verstaan het gehele proces van beleidsontwikkeling, tot beleidsimplementatie en -evaluatie inclusief het hanteren van politiek-bestuurlijke belangen, aansturen van overlegkaders, e.d.. Onder "omvangrijk maatschappelijk terrein" wordt in dit verband verstaan het totale, integrale beleidsveld van het eilandgebied.
PAGINA 25 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 13 Aard van de contacten De kenmerkende eigenschappen van de contacten in functionele relaties.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet de zwaarte van de problemen die zich in functionele, niet hiërarchische contacten voordoen. Het gaat hierbij om de diepgang van de contacten en de weerstanden die moeten worden overwonnen. De scoreniveaus lopen op van het verkrijgen of verstrekken van neutrale informatie, via contacten waarbij verschillende belangen spelen, naar contacten waarbij zich diepgaande politieke of maatschappelijke belangentegenstellingen of fundamentele verschillen van inzicht voordoen.
Score 1 Bij de contacten is sprake van het verkrijgen of verstrekken van eenduidige en neutrale gegevens. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien het gaat om contacten waarbij sprake is van éénrichtingsverkeer. Het betreft nog feitelijke, niet voor meer uitleg vatbare, gegevensverkrijging of gegevensverstrekking.
Score 2 Bij de contacten is sprake van informatie-uitwisseling, dienstverlening, en/of klantvriendelijkheid. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien het gaat om contacten waarbij sprake is van interactie (tweerichtingsverkeer) en/of het verwerven van belangstelling. Er is nog geen sprake van het omgaan met verschillende belangen.
Score 3 Bij de contacten is sprake van verschillende belangen. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien het gaat om contacten waarbij sprake is van uiteenlopende maar nog niet tegengestelde belangen. Er is sprake van het overtuigen van gemeenschappelijke belangen en van de noodzaak tot samenwerking. Hieronder valt omgaan met emoties (tactvol optreden/ invoelen/ afstemmen), dienstverlening of informatieoverdracht aan 'moeilijk te hanteren' groepen (klanten sociale dienst, inspectie).
Score 4 Bij de contacten is sprake van belangentegenstellingen.
PAGINA 26 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien er inzicht in de beweegredenen van de tegenpartij moet worden verworven om effectief met de tegenstellingen om te gaan. Het gaat hierbij om contacten waarbij de belangen, gelet op de aard van de werkzaamheden, tegengesteld zijn (d.w.z. de ene partij streeft een belang na dat strijdig is met het belang van de andere partij).
Score 5 Bij de contacten is sprake van diepgaande politieke of maatschappelijke belangentegenstellingen of van fundamentele verschillen van inzicht op beleidsmatig vlak. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord indien de kenmerkende eigenschap van het contact is dat moet worden omgegaan met politiek of maatschappelijk diepgaande belangentegenstellingen of van fundamentele verschillen van beleidsmatig inzicht teneinde de strategische beleidsdoelstellingen van de organisatie als geheel te ontwikkelen of te realiseren.
PAGINA 27 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Kenmerk 14 Doel van de contacten Datgene wat met functionele contacten tot stand gebracht of bereikt moet worden.
Kenmerktoelichting Dit kenmerk meet hetgeen in de functionele, (niet hiërarchische) contacten moet worden bereikt. De scoreniveaus lopen op van het verstrekken of verkrijgen van feitelijke gegevens, via het verkrijgen van afstemming naar het richtinggevend beïnvloeden van (politieke) beleidsmakers.
Score 1 De contacten hebben tot doel feitelijke gegevens te verstrekken of te verkrijgen. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 1 gescoord indien het gaat om het verstrekken of verkrijgen van feitelijke gegevens (éénrichtingsverkeer).
Score 2 De contacten hebben tot doel informatie te verkrijgen voor de voortgang van de werkzaamheden of voor het toelichten van gegevens aan derden. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 2 gescoord indien het gaat om een interactief proces van vraag en antwoord, gericht op het verkrijgen van informatie die nodig is voor de voortgang van de werkzaamheden of het toelichten van gegevens aan derden.
Score 3 De contacten hebben tot doel afstemming te verkrijgen over de wijze van toepassing van regelgeving, de uitvoering van beleid of de werkwijzen bij te leveren diensten voor het tot stand brengen van een resultaat. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 3 gescoord indien het gaat om het verkrijgen van afstemming. Draagvlak voor bijvoorbeeld de toepassing van regelgeving, de uitvoering van beleid, e.d. is aanwezig.
Score 4 De contacten hebben tot doel draagvlak te verwerven voor de ontwikkeling en implementatie van beleid, nieuwe ideeën, werkmethoden en technieken. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 4 gescoord indien een gemeenschappelijke basis moet worden gecreëerd voor de ontwikkeling en implementatie van beleid, nieuwe ideeën en technieken. PAGINA 28 VAN 29
KENMERKTEKSTEN FUWASXM DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Score 5 De contacten hebben tot doel ambtelijke, politieke of maatschappelijke bestuurders richtinggevend te beïnvloeden bij de formulering van strategische beleidsconcepten of het richtinggevend beïnvloeden van fundamenteel sectoraal onderzoek. Kenmerkscoretoelichting Er wordt een 5 gescoord bij die functies die ambtelijke, politieke of maatschappelijke bestuurders richtinggevend beïnvloeden bij de formulering van strategische beleidsconcepten. In het algemeen betreft het de functie van (sector)directeur van het eilandgebied of afdelingshoofd van een beleidsmatig complexe afdeling.
PAGINA 29 VAN 29
Conversietabel FUWASXM
DEFINITIEVE VERSIE JUNI 2006
Schaal
Conversie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
14 t/m 16 17 t/m 20 21 t/m 24 25 t/m 27 28 t/m 30 31 t/m 34 35 t/m 37 38 t/m 41 42 t/m 44 45 t/m 48 49 t/m 51 52 t/m 54 55 t/m 58 59 t/m 61 62 t/m 64 65 t/m 67 68 t/m 70
PAGINA 1 VAN 1