EIGENBOUWER TIODSCHRIFT
VOOR
DE
GOEDE
SMAAK
NUMMER
1
OKTOBER
2013
Herman v a n B e r g e i j k
- F
F
ONGEZOUTEN KRITIE Gan V e r h e u l e n de g e v e l v a n h e t c a f é - r e s t a u r a n t De U n l e v a n J . J . P . Dud In de eerste drie decennia van de twintigste eeuw waren er veel bouwactiviteiten aan de Coolsingel in Rotterdam. Vanaf 1913 werd de singel gedempt en getransformeerd tot een belangrijke verkeersweg, die een toekomstige 'wereldboulevard' moest worden tussen het Hofplein en het Van Hoogendorpsplein waar Albert Otten een enorm hotelgebouw had ontworpen.^ Bovendien verrezen er grote openbare gebouwen zoals het Stadhuis en het Postkantoor, warenhuizen, cafés en talloze andere hotels. De in het leven geroepen Maatschappij Coolsingel verkocht beetje bij beetje de terreinen in haar bezit aan maatschappijen die zich bezighielden met de exploitatie van onroerende goederen.^ Er werd druk gespeculeerd door zowel de stad als door particulieren. De Coolsingel was 'the place to be'. Vele architecten van allerlei pluimage bemoeiden zich met de ontwikkeling van deze nieuwe verkeersader. Dat i n Nederland sinds lange t i j d een grote overheidsbemoeienis met de kunst en architectuur te bespeuren valt zal niemand echt kunnen verwonderen. Ondanks h u n schijnbare liberale standpunten heeft de regering en haar controle-instituten a l t i j d al een belangrijke vinger i n de pap van het artistieke leven i n Nederland. Het land b e d r i j f t propaganda - je zou ook kunnen zeggen terreur - door zijn visuele beeldcultuur die i n feite maar door een kleine groep wordt bepaald. Nergens k o m t d i t zo duidelijk tot u i t i n g als i n het gevelontwerp dat J.J.P. Oud (1890-1963) maakte voor een lunchroom aan de Coolsingel 61 i n Rotterdam.^ [afb. 1] De gevel was als semi-permanent bedoeld en zou na enkele jaren weer u i t het
stadsbeeld moeten verdwijnen. Nadat de meest opvallende delen van het bouwwerk reeds voor de oorlog grotendeels waren verdwenen werd het gebouw i n de j a r e n tachtig met veel tamtam weer opgetrokken, d i t keer op een andere locatie, zo'n 500 meter van de oorspronkelijke plaats. Aan de Mauritsweg kon het weliswaar niet meer zo ronken als aan de Coolsingel, maar elke toerist die de Westersingel afliep vanuit het station werd toch getroffen door d i t zo i n het oog springend gemaskerd gebouw. Zonder dat zijn naam ooit wordt genoemd wordt er binnen de Gemeenteraad van Rotterdam i n 1925 een hetze gevoerd tegen Oud. Dat heeft niet alleen te maken met
2. Jan Verheul,
Groote Schouwburg,
de gevel aan de Coolsingel maar ook met de architectuur die h i j voor Hoek van Holland had ontworpen en de vele transformator- en schakelhuisjes die er op dat moment i n Rotterdam werden gebouwd en waarvan men vond dat ze het straatbeeld ontsierden. Een van de belangrijkste woordvoeders van deze gedachte was de Rotterdamse architect Jan Verheul (1860-1946) die van 1902 tot 1935 namens de liberale staatspartij 'De Vrijheidsbond' i n de gemeenteraad zat. Dat Verheul geen waardering kon opbrengen voor de moderne bouwkunst vanwege zijn leeftijd, zoals Schmitz suggereert, is n a t u u r l i j k een cliché dat graag gebruikt wordt om andere opvattingen te rechtvaardigen." Het is wel al te gemaldcelijk om het verschil i n smaak als een generatieprobleem af te doen ook al zal het generatieconflict elke zoveel jaar de kop opsteken i n de twintigste eeuw waarbij de een zal beweren dat hij niet begrepen wordt en de ander dat er niets te begrijpen valt. Verheul had eenduidig interesse
Rotterdam
1930
voor de geschiedenis van de bouwkunst en zal zich vooral met die van Rotterdam en omgeving intensief bezighouden. Zijn aversie tegen de moderne architectuur was vooral gebaseerd op het feit dat h i j deze als een a f f r o n t zag tegen elke traditie. In de gemeenteraad was h i j vaak de aanjager van de discussies over architectonische en stedenbouwkundige vraagstukken. Hij fulmineerde graag tegen allerlei misstanden en zorgde er ook voor dat i n 1926 welstandseisen i n de bouwverordening werden opgenomen en i n 1928 een welstandscommissie werd ingericht met hem als voorzitter.^ Oud was slechts een ambtenaar. In de ogen van de tegenstanders van het moderne bouwen had de architect, die op voorspraak van Verheul i n dienst was genomen, zich al eerder, i n 1923, bezondigd met zijn ontwerpen voor een transformatorhuisje en met de bouw van een keet bij het "witte Dorp' i n Rotterdam. Van deze laatste werd i n het Rotterdamsch Nieuwsblad i n een arti-
kei over het dorp alleen maar geschreven: 'Een curiositeit op het bouv^^terrein is de kubistische keet, die de architect Oud er voor de directie laat bouwen'.*^ Voor het transformatorhuisje i n het Witte Dorp had h i j eerst aan een kubistische compositie gedacht maar uiteindelijk koos h i j voor een minder opvallende vorm. Het steile dak sloot aan bij de aangrenzende bebouwing. Bij de directiekeet had Oud echter uitgehaald. Het geheel bestond u i t enkele tegen elkaar geplaatste volumes zodat hier wel een kubistische compositie ontstond. Bovendien was het i n felle primaire kleuren geschilderd zodat het relatief kleine gebouwtje sterk afstak tegen de omliggende, door de witte kleur gedomineerde, bebouwing. Door het platte dak viel het gebouwtje nog meer op naast alle woninkjes met steil dak. Het was als een klein tempeltje ontworpen waarbij het niet duidelijk was welke godsdienst er werd uitgeoefend. Het vormde een middenweg tussen de architectuur die De Stijl-aanhangers wilden en een meer kubistische bouwkunst. Ook de betimmeringen waren bijzonder. De meanderende beschutting rondom onder meer de kachel deed sterk aan het werk van J.L.M. Lauweriks denken en versterkte de 'tempelachtige' i n d r u k die het bouwwerkje kon opwekken. Het geheel was met veel zorg ontworpen en gebouwd. Niettemin stond het complex dermate ver van de stad en was de bouwkeet door zijn centrale positie i n het midden van het complex zodanig geheel aan het zicht onttrokken dat niemand zich er echt aan kon storen. Bij het café-restaurant op de meest centrale plek i n de stad was dat anders. In de Gemeenteraad werd Oud de kop van j u t . De woonblokken i n Tusschendijken werden als 'abstracte bouwerij' betiteld die de vreemdeling niet echt weet te waarderen.' Al eerder was gesteld dat de gemeentelijke wonlngdienst i n Spangen en Tusschendijken aan het experimenteren was ' i n de uiterste mogelijkheden van nuchterheid'." In de gemeenteraad werd dilcwijls over het blokbouw gesproken, dat ondanks esthetische bezwaren toch als beter dan de zigzagdalclijnen van de eigenbouwers werd beschouwd. In het jaar 1923 was Oud overladen met werlc want sinds
3. Het café De Unie tussen
de andere
gebouwen
lange t i j d was zowel de wonlngdienst als de bouwpolitie zonder leidinggevende directeur zodat veel van de verantwoordelijkheden op z i j n schouders Icwamen. De p r e s e n t a t i e van de gevel aan het C a l a n d p l e i n l n de ogen van G ü n t h e r Stamm toonde Oud i n de directielceet een virtuoze handhaving van het De Stijl-canon, maar De Unie was volgens hem tot 1930 toch wel de meest interessante schepping van de Rotterdamse architect.' De opening van het lunchroomgebouw i n het centrum van de stad op 27 j u n i 1925, moet sensationeel z i j n geweest. Enlcele weken eerder was j u i s t een gemeentelijke ondergrondse t o i l e t i n r i c h t i n g aan het Calandplein voor het publiek opengesteld. Terwijl d i t gebouwtje zo weinig mogelijk moest opvallen was het karakter van de gevel van De Unie geheel anders van aard. Oud had zich op een opvallende plek met een bijzonder ontwerp weten te afficheren.
4. J.J.P. Oud, Eerste
De opdrachtgever was A. Storm, die i n Rotterdam verschillende cafés exploiteerde.
schetsen
voor café De Unie
kosteloos door een architekt van gemeentewege ter zijde de doen staan'." J.J.P. Oud kreeg de
In 1922 had h i j op de Coolsingel al een nieuw
opdracht o m een gevel te ontwerpen. Na enkele
etablissement met de naam De Unie geopend.
potloodschetsjes te hebben gemaakt die laten
De krant Voorwaarts meldde: 'Op den Coolsingel
zien dat aanvankelijk de opbouw gecompli-
tegenover het Stadhuis is de nieuwe l u n c h r o o m
ceerder en de kleurstelling anders was, Icwam
"De Unie" geopend door den heer A. Storm,
Oud met zijn bekende oplossing." Daar het
die reeds de l u n c h r o o m "De Melkkop" op de
om een t i j d e l i j k bouwwerk ging vond h i j dat
Hoogstraat exploiteert. De nieuwe zaak is
h i j felle kleuren kon gebruiken. Het gebouwtje
schitterend ingericht. In de zaal bieden rieten
moest bovenal opvallen en zich door kleur en
meubelen, evenals i n de serre een prettig zitje.
articulatie verzetten tegen de d r u k van de twee
Een mooie t u i n biedt voor velen plaats. Op
belendende panden. I n feite was er sprake van
het p o d i u m geeft een strijkje iederen avond
een moderne v o r m van schortjesarchitectuur.
onder leiding van de heer Peers, prettige muziek. De verbouwing werd uitgevoerd door de f i r m a Smit en Hennik, t e r w i j l de electrische installatie geleverd werd door de f i r m a Roos. Een schat van bloemen gaf bij de opening de nieuwe l u n c h r o o m een feestelijk aanzien'.i° Enkele j a r e n later moet h i j hebben besloten om het gat tussen twee statige gebouwen aan het Calandplein te gebruiken om een zaak te openen die i n verbinding stond met z i j n zaak aan de Hoogstraat. Nadat verschillende voorstellen voor de gevel waren ingediend adviseerde de Commissie van Plaatselijke werken 'de bouwer
Nog voordat de o m h e i n i n g was weggehaald werd de zaak aan de Hoogstraat geopend. Bij de opening werd het interieur beschreven i n Voorwaarts maar over de zaak aan het Calandplein werd niet gesproken." Dat is vreemd. De gevel van Oud moest toen al bekend zijn geweest maar er werd niet over gerept en we kunnen ons afvragen o f de heer Storm er wel zo tevreden over was. De bewaard gebleven tekeningen van Oud laten zien dat h i j de relatie met de aangrenzende panden geheel buiten beschouwing had gelaten. De gevel was ontwor-
pen als een autonome eenheid. Door kleur en vorm veroorzaakte zij veel drukte. Hoe het ook z i j , nog voordat Oud z i j n gevel i n het Bouwkundig Weekblad had k u n n e n publiceren werd het i n datzelfde t i j d s c h r i f t door een onder pseudoniem schrijvende collega de grond i n geboord. Daar bleef het niet bij. I n de lokale krant, die door de plaatselijke bevolking ongetwijfeld veel werd gelezen, werd het artikel ten dele overgenomen, de aanval breeduit uitgemeten, becommentarieerd en geciteerd. Nadat er werd gevraagd o f wel belangstelling getoond moest voor architectuur alleen vanwege haar 'interessantigheid' viel er te lezen: 'Maar de Rotterdamsche correspondent van het blad [Bouwkundig Weekblad], die zich Periscopius noemt, schijnt het antwoord op deze vraag w e l te weten, althans hij richt i n hetzelfde n u m m e r een forschen duikbootaanval op de "Bauberatung" en vraagt om "een commissie van advies", want naar zijn meening overschrijdt de cafégevel des heeren Oud aan den Coolsingel de grenzen der architectonische welvoegelijkheid en h i j noemt dien een ongebonden demonstratie van ultra-moderne w a n h o o p s t h e o r i e ë n . Het bovengedeelte van den gevel - meent Periscopius - geeft een kwaadwilligen schreeuw i n het stadsbeeld, i n vergelijking waarmee de meest ongemanierde particuliere reclame stil wordt. Het ene accent verslindt het andere; de niet te beschrijven kleuren bezorgen het oog lichamelijke p i j n . De lichtreclame met het opschrift café restaurant doet weinig p r e t t i g aan, ook al z i j n de letters op zich zelf goed en aan "De Bazel ontleend". Aan Persicopius l i j k t het interessante van het geval dus niet genoeg en h i j s c h r i j f t , dat h i j alle hoop heeft gevestigd op de zomerzon wat b e t r e f t het verschieten der gebruikte felkleurige verven'." Weggelaten werd een belangrijke passage i n het oorspronkelijke artikel. Daarin stond: 'Aan de frissche onderpui i n Berlagiaansche geest herkent m e n een cafégevel van goeden stijl, ook al d r u k k e n de materialen de t i j d e l i j k h e i d van het geval u i t . [...] De lichtreclame met het opschrift: CCaaffeerreessttaauurraanntt, doet
weinig p r e t t i g aan, ook al z i j n de letters op zichzelf goed en aan de Bazel ontleend. Onze f i j n e grijze Hollandsche atmosfeer leent zich k w a l i j k tot dergelijke uitheemsche proefnemingen. Het is te vreezen dat de gemeente met d i t overmoedig d a d a ï s t i s c h voorbeeld de zeven duivelen zal oproepen u i t de massa der reclamezuchtigen, i n een stad als Rotterdam vinden onkunde, onmacht en gewichtigdoenerij i n het d a d a ï s m e een al te vruchtbaren voedingsbodem'." De auteur keerde zich tegen de dominantie van deze gevel i n het stadsbeeld, maar w i l d e toch aangeven dat er zowel elementen van H.P. Berlage als K.P.C. de Bazel z i j n terug te vinden, en er dus sprake is van een zekere traditie. Waarom h i j dat doet is onbekend. Bovendien k u n n e n we ons afvragen o f de p u i wel de geest heeft die h i j het toedicht. D u i d e l i j k is dat de gevel de rust verstoorde en zelfs i n de belettering een zekere dynamiek leek u i t te stralen, waarbij rekening was gehouden met het feit dat het verkeer er langs zou denderen. Het refereren aan de dada-beweging zal enerzijds wel samenhangen met de veldtocht van Theo van Doesburg die i n 1923 ook Rotterdam had aangedaan, anderzijds met het destructieve karakter dat aan deze beweging werd toegeschreven. Wat de auteur het meeste stoorde was de reclamezucht. De gevel was ten prooi gevallen aan de roep naar consumptie. De chaos i n het straat- en stadsbeeld was een gevolg van de concurrentie o m de aandacht van de beschouwer te trekken.
In z i j n artikel over de gevel gaf Oud z i j n beweegredenen aan. Z i j n betoog was uiterst rationeel. Hij begon, i n de traditie van Berlage, met de maxime van Goethe als motto: ' I n Kunst u n d Wissenschaft sowie i m Tun u n d Handeln k o m m t alles darauf an, dass die Objekte r e i n aufgefasst u n d ihrer Natur gemaU behandelt werden'. Hij had net zo goed een andere maxime k u n n e n kiezen; waar het om gaat is dat werd aangegeven dat er geen andere weg was en het resultaat een consequent gevolg van een bepaalde denktrant. H i j
vond dat het ontoelaatbaar was o m de gevel als een verbindend element tussen de twee aangrenzende gebouwen te maken. Wel was het noodzakelijk 'den j u i s t e n aard van de onderlinge verhouding der gevelaanzichten vast te stellen'. De beschrijving van de gevel was lang en gedetailleerd. Vooral de foto's verduidelijken veel. Een van de foto's laat zien hoe het gevelvlak u i t s p r i n g t en zich voegt naar de r o o i l i j n . Oud heeft ongetwijfeld lang over het ontwerp nagedacht, de details en gevelindeling zorgvuldig ontworpen en het gemaakt tot een teken van z i j n k u n n e n en van z i j n intenties. Aan het einde van z i j n betoog schreef de architect concluderend: 'De rest is logica van b u i t e n naar b i n n e n : reclame! "Van b u i t e n naar binnen", het is misschien goed hier nog even den n a d r u k op te leggen, w a n t het van b i n n e n naar b u i t e n van een functioneele bouwkunst is soms ook het van buiten naar binnen. Maar een uiteenzetting van d i t woordenspel wordt al te z w a a r w i c h t i g bij d i t simpele geval'." Het zou ongetwijfeld interessant z i j n geweest wat Oud met die laatste o p m e r k i n g bedoelde. Geeft h i j daarmee een zekere relativiteit aan i n z i j n werk? Hij had i n het artikel al aangegeven dat de levensduur van de gevel t i e n jaar moest z i j n 'niet langer, niet korter'. Was het einde al mee ontworpen en wat zou er dan voor i n de plaats moeten komen? Ook de directiekeet i n Oud Mathenesse moest maar een k o r t bestaan kennen. Het is de ironie van de geschiedenis dat j u i s t deze werken een tweede leven kennen als replica's. Ironie, maar ook tekens van de designwereld die aan het ontstaan was en w a a r i n aan oorspronkelijke bedoelingen weinig waarde kon worden gehecht.
Toen Oud de gevel van het café De Unie ontwierp opereerde h i j als een bouwadviesbureau, op dezelfde wijze als i n Duitsland sinds 1905 de 'Bauberatung' van elke gemeente deed. Hij corrigeerde niet zozeer maar n a m het h e f t i n eigen handen en nam de gelegenheid te baat een i n z i j n ogen f u n c t i o n e l e gevel te ontwerpen die vooral als b i l l b o a r d k o n fungeren voor het etablissement.
De a a n v a l van het r a a d s l i d Verheul op de gevel van Oud Deze kant van de zaak Icwam oolc i n de Gemeenteraad verschillende leeren uitvoerig ter spralce. I n de z i t t i n g van de raad van 12 november 1925 gaat Verheul te keer tegen de gevel van De Unie na eerst zijn gal te spuien op de hoogspannings- en transformatorhuisjes die overal i n de stad verschenen en die i n zijn ogen van weinig esthetische smaak getuigden. Bovendien stonden ze v r i j w e l a l t i j d volgens hem op de verkeerde plaats waardoor het zicht op de mooie dingen van de stad werd ontnomen. Van de transformatorhuisjes sprong h i j naar verschillende pleinen i n de stad. De kern van zijn betoog was gericht op het stadbeeld en de wijze waarop de eenheid daarvan werd ond e r m i j n d door allerlei bouwsels: 'Opeenhoping op den publielcen weg van utiliteitsgebouwtjes, getimmerten, en inrichtingen van allerlei aard t r e f t men daar aan [...]. Ik wijs i n het bijzonder op verschillende, schunnige, terrasuitbouwen van enkele nieuwe cafés, die i n den laatsten t i j d de trottoirs van de Coolsingel innemen, op de aanbrenging van wansmakelijke reclameborden, op de groote stellingen voor lichtreclames, op de plaatsing van bonkerige advertentiezuilen, op de saaie transformatorhuisjes, de massieve steenen urinoirs, de groote en leelijke openbare privaatgebouwtjes, de aanplakborden, de wegwijzers, de zware, hooge en groote politieposten, de brandspuithuisjes, de tramhuisjes, de masten van de tram, de straatlantaarns, de bloemenkraampjes, de veel besprolcen hoogspanningshuisjes en meerdere dergelijke fraaiigheden'. Het lijlct alsof hij over Berlijn spreekt waar een dergelijke chaos het stadsbeeld beheerste. Over de gevel aan het Calandplein schreef h i j . 'Schandelijker ontsier i n g van een pleinwand is m.i. niet u i t te denlcen ... Toen de Uniegevel bijna gereed was, was het j u i s t i n de verkiezingsdagen en iedereen, die hem zag, dacht aan verlciezingsreclame'. Belangrijlcer voor hem was de vraag: 'Wie heeft aan de Wonlngdienst het recht gegeven om hier op zulk een wijze i n te grijpen, om het bouwplan van de eigenlijke architect - een plan dat ook niet fraai was - op zij te schuiven om
dit gebouwd project Iiiervoor i n de plaats te zetten, waardoor w i j Icwamen van den regen i n
m a n een teerder kleurtje, maar het gaat niet aan, daarover n u op den architect te blijven
den drup'. In de k r a n t Voorwaarts werd de rede
hakken'.2°
van Verheul gepubliceerd. Hij benadrukte 'hoe alle pleinen en straten i n Rotterdam door Pl. Werlcen [Dienst van Plaatselijke Werken] bedor-
De bezwaren van Verheul tegen de moderne architectuur Icomen ook naar voren bij de
ven z i j n ' . I n de tekening die b i j Verheuls artikel
bespreking i n de Rotterdamse gemeenteraad
werd gepubliceerd zien we hoe de architect les
van het ontwerp van Oud voor de arbeiders-
geeft i n de 'esthetica'."
woningen i n Hoek van Holland. Toen het voorstel i n de gemeenteraad werd besprolcen,
De zaak was daarmee nog niet afgedaan.
hield Verheul een lang betoog waarin h i j zei
Vier dagen later sprak de heer H.E. Reeser van
dat de plattegronden niet zonder verdienste
de 'onoogelijke steenklompen ]...] die vaak
waren maar dat h i j bezwaar maalcte tegen de
een geheele stadswijk o f straat' bedierven.
'quasi-moderne' architectuur en vooral tegen
Vervolgens haalde h i j u i t naar de gevel van De
de gevelbehandeling. Hij vond dat i n de betref-
Unie en stelde dat deze 'vloekt tegen de andere
fende omgeving een schuin pannendak paste.
gevels'. Hij vroeg zich af wat men zou k u n n e n
Bovendien had h i j veel op te merken over de
doen om deze gevel te veranderen of te doen
dicht gemetselde borstwering van het betonnen
verdwijnen."
balkon dat het zicht belemmerde en van weinig n u t zal z i j n . Niet alleen hield Verheul meer
Behalve i n de Handelingen
van de
van het i n het zicht laten van de baksteen,
Gemeenteraad werden de notulen van de ver-
maar oolc de mogelijlce consequenties van een
gaderingen soms oolc gedeeltelijk i n de krant
dergelijk ondoordacht bouwdetail stoorde hem.
gepubliceerd. Dat verhoogde wel de effectiviteit van wat er beweerd werd. Zo publiceerde de Nieuwe Rotterdamsche
Courant uitgebreid u i t het
betoog van wethouder Schouten dat iemand van de transformatorhuisjes 'grijs haar zou kunnen k r i j g e n ' en dat ze beter elders zouden kunnen worden geplaatst en de v o r m en kleur van die huisjes niet verdedigd konden worden 'met een beroep op de moderne bouwkunst'." Er werd dus een verband gelegd tussen de
'Spoedig zal zulk een balcon dan oolc gebruilct worden voor het houden van honden, katten, duiven, en konijnen, als bergplaats voor kisten, hokken, en waschdrogerij, waardoor de aanblik van b u i t e n af niet bevorderd w o r d t ' . O o l c maalcte h i j bezwaar tegen de half-cirkelvormig gebogen w i n k e l r u i t e n , die duur waren en waarschijnlijk i n een dergelijke b u u r t geen lang leven zouden kennen. Het raadslid T. de Meester viel hem b i j .
lelijkheid van deze gebouwtjes en de moderne architectuur, die afzag van elk decoratief
De aanvallen en het geschimp op Oud bin-
element en door volumetrische opbouw een
nen de Gemeenteraad bleven lang aanhouden
effect probeerde te bereiken. Ook de meer
en Oud Icon zich niet verweren. Wethouder
lokale krant, het Rotterdamsch
Nieuwsblad,
Heijlcoop vond dat gezien het t i j d e l i j k karakter
volgde de discussies i n de raad op de voet en
van de bouw de opgave beslist geslaagd was.
liet weten dat i n de vergadering van de raad
' D i t gebouwtje, ilc w i l d i t wel tusschen haakjes
op woensdag 18 november 1925 de wethouder
zeggen, heeft absoluut een tentoonstellingach-
A.W. Heijlcoop het volgende had beweerd: 'Over
tig, een Wembley-achtig karakter. Als zoodanig
het noodgeveltje van de Unie heeft spr. reeds
verdient dus de architect alle l o f . Maar
eerder i n den Raad z i j n meening gezegd. Hij
niemand anders Icwam voor de architect op,
gelooft, dat hier de heer Oud, die een knap
al werd dikwijls gewezen op de internationale
architect is, heeft misgetast, althans wat de
roem die Oud leende. Heijlcoop, die zichzelf
kleur betreft. De gevel is wat schetterend, maar
als leelc beschouwde, zei over de woningbouw
wie kan dat de eigenaar beletten? Verzoelc den
i n Hoek van Holland wel het volgende: Deze
5. Gebouw
van de Haagscbe
Automobiel
Maatschappij,
woningbouw Icwam liem 'wat vreeselijk streng en hypermodern' voor, zeker qua locatie i n een 'betrekkelijk klein landelijk duingebied'. H i j zou het prettiger hebben gevonden 'als hier iets was gekomen van een eenvoudiger, rustiger en misschien wel van rustieker architectuur. W i j waren het toen roerend eens en w i j hebben toen den Directeur gevraagd of hij onzen eersten architect van den Wonlngdienst eens wilde verzoeken o f hij i n die r i c h t i n g niet eens iets wilde pogen. De eerste architect van den Wonlngdienst, die een zeer begaafde en alleszins b i j n a door heel Europa geprezen knappe jonge man is, heeft daar z i j n best op gedaan en met z i j n allen vonden w i j toen het tweede project, dat daarop gekomen is; minder geslaagd dan het eerste. Toen heb i k met m i j n leekengemoed m i j n bezwaren tegen het eerste plan opgegeven. Ik zeg nog: i k kan per slot van rekening een kunstenaar n i e t dwingen, het past een verfjongen n i e t o m op Rembrandt te smaden en het past m i j allerminst o m een zeer groot architect, die w i j als eersten archi-
Den Haag,
ontworpen
rond
1911
tect aan den Wonlngdienst hebben verbonden, van m i j n standpunt af zoozeer naar beneden te halen'. Wel sprak hij van de 'kubistische uitingen' van de dienst waartegen zowel de Directeur van Gemeentewerken als ook de Wethouder van Plaatselijke Werken wel eens bezwaar zullen hebben gehad. Verheul was het met de wethouder eens dat Oud een bekwaam en competente architect was 'doch ieder belcwaam man maakt niet onder alle omstandigheden iets moois. Van t i j d tot t i j d zal h i j wel eens iets minder mooi, iets m i n d e r geslaagd maken'. En h i j voegde eraan toe: 'Al is die architect - vermoedelijk i n z i j n eigen meening - van Europeesche vermaardheid, voor m i j is dat niet het geval. Waar die vermaardheid b i j zulk een j o n g architect vandaan moet komen, een architect die nog v r i j w e l aan het begin van z i j n loopbaan staat, is m i j momenteel onbegrijpelijk. Over Berlage, die heel wat hooger staat en oneindig meer gepresteerd heeft op allerlei gebied, kan
6. Het CatandpUin
in Rotterdam,
men nog niet eens sprelcen van "Europeesche
omstreeks
1939
een negatieve w e r k i n g u i t te oefenen, geen
vermaardheid'". Verheul Icon het n i e t bevatten
sterveling ging het café binnen'.2" Of het waar
dat de k l e m t o o n verschoof i n de r i c h t i n g
is dat de bedoeling van Oud - reclame te maken
van de jeugd. Die beheerste steeds meer de
- zich tegen het gebouw richtte is onbekend.
architectonische wereld en kreeg het voor het
Nog i n 1986 memoreerde iemand dat publieke
zeggen. Even later g i n g h i j opnieuw tekeer
vrouwen dilcwijls i n het café een kopje thee
tegen de gevel van Oud die h i j als 'een mop op
dronken en dat achter de grote ramen op de
het gebied der architectuur' aanduidde.^^
begane grond 'vaalc souteneurs [zaten], nadat ze h u n protserige motorfietsen op het brede
Aanpassingen en aanhoudende
kritiek
Door alle stormen van verontwaardiging
t r o t t o i r hadden uitgestald'.^^ D i t moest wel tot ongenoegen leiden en het was niet vreemd
en negatieve k r i t i e k was het l o t van de gevel
dat de bestemming spoedig veranderde. In de
van Oud aan het Calandplein beslecht. Ook
lokale k r a n t werd op 19 april 1926 geschreven
Persicopius - misschien wel een schuilnaam
dat de gevel grondig was aangepast. We lezen:
van Verheul, hoewel niet waarschijnlijk
'Het café "De Unie", dat "wangedrocht aan den
aangezien h i j een keer een rede van Verheul i n
Coolsingel" - om met den heer Verheul i n den
de gemeenteraad besprak en een andere keer
Gemeenteraad te spreken - is verdwenen en
Verheul als 'collega' betitelde - bleef'het ver-
daarmee een kleuren cacophonie, wellce zeker
miljoen-roode, kanariegele café' te beschieten.
niet van genoemde Raadslid alleen de veront-
Volgens hem was 'naar de meening van 99,9 %
waardiging wekte. De bonte gevel stond ]...] als
van de Rotterdammers [...] De Unie van Oud
een schreeuwerige kermistent. Gelukkig is het
een ernstige misgreep. Bedoeld als reclame
pand ter beschikking gekomen van menschen,
voor den café-exploitant bleek de gevel slechts
die smaak en gevoel voor harmonie hebben en
die de Icalcelbonte bescliildering onmiddellijlc hebben doen verdwijnen en den houten gevel hebben doen schilderen i n denzelfden toon als beide huurlieden. Ook waar, i n het belang der bestemming van het pand, kleuren aangebracht moesten worden, zijn deze i n gedempten toon, zoodat zij niet te veel met de omgeving constrasteeren. Gouden letters, zooals er ook op de naburige gevels staan, duiden aan, dat d i t pand thans i n gebruik is bij de Haagsche Automobiel Maatschappij'. ^'^ [afb. 5] In de arbeiderskrant Voorwaarts werd veel aandacht aan de verandering besteed. Eerst schreef de krant: 'Het sedert korten t i j d i n gebruik genomen Café-restaurant "De Unie" aan den Coolsingel tusschen de Passage en het Erasmiaansch Gymnasium gelegen, is wederom verdwenen. De heer A. Storm heeft het verkocht aan de Haagsche Automobiel Mij., die er een toonzaal voor automobielen zal inrichten. De daarachter gelegen kegelbanen zullen intact blijven, t e r w i j l een aparte gang er heen zal leiden. Voorlopig zal de Korte Hoogstraat nog i n exploitatie blijven. De gevel, van het semi-permanente gebouw, die indertijd heel wat pennen i n beweging bracht zal n u een andere kleur krijgen en het "artistieke" geveltje zal dan niemand meert tot aanstoot z i j n ' . " Ook i n de Nieuwe Rotterdamsche Courant weid nadruldcelijk vermeld dat een van de eerste werkzaamheden 'die de nieuwe eigenares zal doen uitvoeren' het veranderen 'van den opzichtigen gevel' was. 'Men w i l hem meer i n overeenstemming brengen met de omgeving'.2>< Door de grijzige verflcwast was de provocatie verdwenen.2' Opmerkelijk is dat i n dezelfde periode Jan Verheul kwam met een plan om de Coolsingel te verfraaien met een door hem en W.F. Overeynder ontworpen stadsgehoorzaal die als monumentaal en imposante gebouw met weinig opvallende historische details naast het stadhuis moest komen te liggen.™ De kubistische opbouw laat zien dat Verheul, die zeker niet als erg stijlvast kan gelden, met zijn t i j d was meegegaan. Indien het gebouw zou zijn gerealiseerd, zou het substantieel hebben bijgedragen aan de stijlpotpourri aan de Coolsingel.
In het artikel i n Voorwaarts werd een maand later meer gedetailleerd gewag gemaakt van de transformatie: 'De directie legde de hand op het vroegere c a f é - r e s t a u r a n t "De Unie" waarvan vooral de gevel nog al wat stof deed opwaaien i n d e r t i j d . Van dezen gevel om te beginnen is niets meer over. De binnen-architect Cor van der Sluys en de decorateur Jaap Gidding bleken een andere meening toegedaan, dan architect Oud, onder wiens l e i d i n g bedoelde gevel werd gebouwd en geschilderd. Het u i t e r l i j k van d i t semi-permanente gebouw is n u toch stemmigere geworden en dient thans voor de reclame van bovengenoemde Haagsche maatschappij. Ook het interieur heeft i n de enkele weken na de s l u i t i n g van het restaurant een grondige w i j z i g i n g ondergaan. Gidding, die bevriend was met Oud, hield de wanden i n grijze nuanceeringen en i n strakke l i j n e n , waardoor een rustig geheel werd verkregen. De entree van de nieuwe toonzaal is uiterst p r e t t i g en sjiek'.^^ Vooral de medewerking van Gidding die i n Rotterdam veel decoratief art deco-achtig werk deed en i n Den Haag aan het warenhuis De Bijenkorf een bijdrage had geleverd, zal Oud geen deugd hebben gedaan. Oud zelf g i n g van een voortbestaan van de gevel van De Unie u i t zoals de tekening van de Coolsingel b i j z i j n Beursontwerp i n 1926 bewijst. De architectuur van z i j n Beursontwerp vormde een tegenpool van die van De Unie. Hij koos voor een bijna nietszeggende vormgeving. Z i j n deelname aan deze prijsvraag zal echter op een grote teleurstelling voor de architect u i t l o p e n . Op een ansichtkaart u i t 1928 van het Calandplein zien we op de achtergrond het gebouw bekneld tussen twee hogere bouwwerken. De raamzetting laat nog moderniteit zien maar voor de rest doet behalve het hoogteverschil niets deze gevel echt opvallen. De provocatie was weggeschilderd, de kleuren verdwenen, maar de vormen bleven afwijkend. Daaraan kon weinig worden gedaan ook al werd dat wel geprobeerd.32 Oud bleef echter het centrum van veel kritiek.33 Zijn kerkgebouw voor de Hersteld Apostohsche Gemeente i n de w i j k Kiefhoek
in de Hillepolder zal verschillende keren het m i k p u n t van spot worden. In 1932 werd het door Henri Polak als een 'mislukte bloembollenschuur' afgedaan.^" Hoe het het pand i n de jaren dertig vergaat is moeilijk te achterhalen. Een foto die door Eva von Engelberg-Dockal i n haar boek over Oud wordt gepubliceerd laat zien dat het beeld behoorlijk was veranderd - het effect was verminderd - ook al contrasteerde de gevel nog volop met de belendende bebouwing. Behalve de kleurstelling was ook de belettering aangepast, maar nog steeds paste de gevel niet bij de sier en luister van de omgeving. Ondanks de 'aanpassingen' werd er nog steeds op het ontwerp van Oud afgegeven. In Schoon Schip!, het strijdblad van de lokale kringen van Anton Mussert en z i j n nationaalsocialistische beweging i n Nederland werd het monumentaal beleid van de gemeente Rotterdam gehekeld. De 'Coolsingel is intusschen een architectonisch gedrocht, dat ondanks z i j n grootsche allures den kleinburgerlijken, particularistischen geest verraadt van hen, die jaren lang het bestuur van de stad i n handen hadden [...] Het individualisme van het demo-liberale tijdperk heeft op den Coolsingel van Rotterdam hoogtij gevierd. [...] Een bloedarmoedig, would be dictator heeft er door een vriend een stadhuis laten neerzetten, dat alles is, behalve de persoonlijke schepping van een bouwmeester. Een aesthetisch totaal onbevoegd gemeentebestuur heeft goed gevonden, dat er een postkantoor Icwam, dat nog steeds naast d i t stadhuis te vloeken staat. En zoo is het voortgegaan. Geen moment is er spralce geweest van een leidende gedachte, van een pogen, eenheid en harmonie te scheppen, van een doelbewust streven, om aan het nageslacht iets moois te leveren, zooals dat eeuwen geleden geschiedde, toen Rotterdammers den prachtigen St. Laurens bouwden. Architect Oud experimenteerde lustig met zijn moderne architectonische t h e o r i e ë n en zette naast het klassieke gymnasium een luidruchtige moderniteit. Bankinstellingen lieten bouwsels naar eigen smaak neerzetten. En zoo voort en zoo voort'.™ De teneur is duidelijk; Oud k r i j g t
er van langs, maar eigenlijk is er niets op de Coolsingel dat deugde. Op 23 november 1936 meldde de Nieuwe Tilburgsche Courant het nieuws dat de oude Unie-lunchroom aan de Coolsingel van Rotterdam zou worden afgebroken en een nieuw meubelpaleis zou worden gebouwd. Daarmee zou 'een leelijke steen des aanstoots' verdwijnen. Het meubelpaleis zou worden ontworpen door 'den bekwamen architect J.P.L. Hendriks'. Er werd de hoop uitgesproken, 'dat het nieuwe gebouw dat voor de oude Unie i n de plaats k o m t , een symboliek moge z i j n voor een nieuwe betere t i j d , die Rotterdam tegemoet gaat'." Er werd zelfs een afbeelding bij geplaatst, die laat zien dat het waarschijnl i j k een ander l o k a l i t e i t op de Coolsingel betrof en niet dat tussen het Maria Catharina van Dooren's Liefdegesticht van Weldadigheid (naast de Passage) en het Erasmiaans gymnasiu m . Het eerste was i n 1908 gebouwd door Jac. van Gils en t o e n t e r t i j d door jonge architecten gelaakt.^* Het Erasmiaans gymnasium was i n 1884 gebouwd door de directeur van plaatselijke werken, w a a r s c h i j n l i j k G.J. de Jongh, i n neoklassieke stijl. N i e t t e m i n kleefde de smet van de gevel van Oud blijicbaar ook aan deze l u n c h r o o m die de naam De U n i e " droeg. Op 16 april 1940 verscheen er nog een artikel over de 'Rotterdamsche boulevard-architectuur' i n het Rotterdamsch Nieuwsblad. Daarin werd vermeld dat de w i l d h e i d van de gevel van Oud inmiddels was verdwenen. 'Sinds het i n gedekte k l e u r e n is overgeverfd bemerkt eigenlijlc niemand meer, dat het eens zoo hyper-modern leek'.'' Wat een l i k j e verf al n i e t kan doen. Een maand later was de situatie geheel anders. Door het bombardement op Rotterdam werden alle sporen van het gebouw verwijderd. De levensduur was u i t e i n d e l i j k 15 jaar geweest, daarna werd het i n d e j a r e n tacht i g g e m u m m i f i c e e r d opnieuw tentoongesteld aan de Mauritsweg.
Opmerkelijk is dat Oud ondanks de felle tegenstand binnen de gemeenteraad toch de mogelijlcheid kreeg om z i j n architectuur te ver-
werkelijken. Over smaak kan worden getwist en dat was hier dan ook duidelijk het geval. De een beredeneert vanuit de traditie, de ander vanuit een visie op de toekomstige ontwikkelingen. De ene bouwkunst voegt zich naar de directe omgeving, de ander contrasteert omdat het nieuwe denkbeelden w i l verkondigen en als vooruitstrevend w i l worden ervaren. Oud maakte duidelijk dat voor hem, na de Eerste Wereldoorlog, 'die Welt von Gestern' niet meer bestond, maar dat met een schone l e i moest worden begonnen om de wereld i n te richten en te representeren. Z i j n hang naar het decoratieve en monumentale i n d e j a r e n dertig verandert weinig aan het moderne imago dat er van hem is geschapen. Terwijl i n Nederland na de Tweede Wereldoorlog de positie van Oud kon worden begrepen vanuit z i j n positie binnen De Stijl-beweging en later b i n n e n de moderne architectuur was er i n ons land, dat meer dan ooit alle kaarten zette op innovatie en een ideologische bepaalde wederopbouw, weinig aandacht voor die van Verheul en voor z i j n architectuur.''" We kunnen slechts hopen dat tegenwoordig meer openheid en minder kortzichtigheid bestaat voor en ten aanzien van de verscheidenheid i n opvattingen en dat we ons niet b l i n d staren op de vermeende moderniteit van een gevel die u i t e i n d e l i j k niet meer dan een reclamestunt bleek te z i j n . Oud thematiseerde op duidelijke wijze de tijdelijkheid van de moderne architectuur. Tegelijkertijd moeten we begrijpen dat i n het geval van de gevel van De Unie twee zienswijzen op de stad diametraal tegenover elkaar staan, de contextuele van Verheul en de autonome van Oud. Uiteindelijk zou er een triomferen: die van Oud, k i j k de geschiedenisboeken er maar op na. Oud w o r d t i n elk boek over de twintigste-eeuwse architectuur i n Nederland vermeld, de naam Verheul w o r d t overal verzwegen.
Moten 1
Zie: 'Het n i e u w e h o t e l te R o t t e r d a m ' , i n : Algemeen Handelsblad, 29 j u U 1916. Zie ook: Jac. van Gils, Het Coolsingel-Ho/piein-VraagstuIc, R o t t e r d a m 1916. En voor h e t h o t e l v a n O t t e n : ' H e t groote h o t e l g e b o u w aan het Van H o g e n d o r p s p l e i n ' , i n : Rotterdamscli NieuwsWad, 31 j u l i 1961. Zie de gegevens i n : Rotterdamsch Jaarboekje (1918), p. X X I . Zie ook: 'Brieven over B o u w k u n s t . O n t e i g e n i n g C o o l s i n g e l - H o f p l e i n ' , i n : Nieuwe Rotterdamsche Courant, 14 j u h 1916, Ocht..
2
3
Zie voor de genoemde o n t w e r p e n v a n O u d en de locatie v a n h e t a r c h i e f m a t e r i a a l : Ed Taverne, e.a., J.J.P. Oud, poëtisch Juiictionalist 1890-1963. Compleet werk, R o t t e r d a m 2001; Eva v o n Engelberg-Dockal, J.J.P. Oud, zwischen De Stijl und klassischer Tradition. Arbeiten von 1916 bis 1931, B e r l i n 2006. Zie ook; A n Talie, 'Coolsingel, 8 m e i 1940. Een zonnige m i d d a g op de mooiste b o u l e v a r d v a n N e d e r l a n d ' , i n ; M a r l i t e H a l b e r t s m a & Patricia v a n U l z e n (ed.). Interbellum Rotterdam. Kunst en cultuur 1918¬ 1940, R o t t e r d a m 2001, p. 242-244. I n 1923 w e r d er ook een p r i j s v r a a g uitgeschreven voor een gevel-ontwerp v o o r h e t h o t e l - c a f é De Unie i n G r o n i n g e n , m a a r de zaken h e b b e n w a a r s c h i j n l i j k niets m e t elkaar te m a k e n . Zie: De Bouwwereld. 1923, nr. 48, p. 378-380.
4
Zie: H . S c h m i t z , 'Een Rotterdamse a r c h i t e c t , Jan V e r h e u l D z n (1860-1948)', i n : Rotterdams jaarboekje (1992), p. 192-221, c i t a a t op p. 207.
5
Zie; Iris v a n der Horst, J. Verheul Dzn (1860-1948). Voor iedere periode, locatie of functie een passend ontwerp, R o t t e r d a m 2003, p. 23-26.
6
Zie; ' H e t semi-permanente d o r p i n "OudMathenesse"',in: Rotterdamsch Nieuwsblad, 12 j u n i 1923. Zie ook; H.T.Z., 'De b o u w k u n s t i g e z i j d e v a n den m o d e r n e n w o n i n g b o u w IV', i n ; Algemeen Handelsblad, 30 september 1927, Av.. De auteur, w a a r s c h i j n l i j k Zwiers, sprak z i c h zeer l o v e n d u i t over d i t w i j k j e 'dat i n z i j n r i j k e a f w i s s e l i n g naar alle z i j d e n een b o e i e n d beeld geeft'. Op de t e k e n i n g v a n de i n t e r i e u r w a n d e n i n Het N i e u w e I n s t i t u u t (voorheen Nederlands A r c h i t e c t u u r i n s t i t u u t ) staat geschreven ' p e t i t e m a i s o n s e m i - p e r m a n e n t ' . W a a r s c h i j n l i j k w e r d geprobeerd h e t ook als w o n i n k j e te s l i j t e n .
7
Zie; ' K u n s t n i e u w s . Rotterdamsche en A m s t e r d a m s c h e w o n i n g - a r c h i t e c t u u r ' , i n ; Rottei'damsch Nieuwsblad, 21 november 1924.
8
'De b o u w k u n s t ' , i n ; Rottei-damsch Nieuwsblad, 31 augustus 1923.
9
Zie; G ü n t h e r S t a m m , J.J.P. Oud. Bauten und Projekte 1906 bis 1963, M a i n z / B e r l i n 1984, p. 80. 10 ' L u n c h r o o m "De U n i e ' " , i n ; Voorwaarts, 19 m e i 1922. 11 Zie; Hans O u d , J.JR Oud. Architekt 1890-1963. Feiten en herinneringen gerangschikt. D e n Haag 1984, p. 84. 12 I n de opstand k o m e n r o n d e e l e m e n t e n v o o r die doen d e n k e n aan de p l a t t e g r o n d v o o r de w o n i n g e n i n Hoek van H o l l a n d . 13 Zie: 'De U n i e l u n c h r o o m ' , i n ; Voorwaarts, 1925.
9 februari
14 ' K r i t i e k op het geval van "gemeentelijk bouwadvies" aan den Coolsingel'. i n ; Rotterdamsch Nieuwsblad, 13 j u l i 1925. 15 Periscopius, 'Rotterdamsche Post V I . ' , i n : Bouwkundig Weekblad. 1925, nr. 28, p. 369-370. I n een b r i e f aan Hannes Meyer s c h r i j f t O u d i n 1925: 'Also das Cafe' i s t eine B e f r e i u n g u n d (...] e i n W i t z , Dada aber d o c h ganz ErnstI'. Zie Het N i e u w e I n s t i t u u t , A r c h i e f O u d .
16 JJ- P- O " ' ' ' ' ^ ^ ^ c a f é ' , i n : Bouwkundig Weekblad, 1925, nr. 31, p. 397-400. ;17 Zie: Handelingen van de Gemeenteraad van Rotterdam, 12 november 1925, p . 880-882. (Gemeentearchief R o t t e r d a m [GAR] BNR 444.01-5919); K n i p s e l i n : GAR, H a n d s c h r i f t e n v e r z a m e l i n g nr. l l l l , p . 63, n r . 5 6 1 : U i t het weekeinde zaterdagavond-blad van de V o o r w a a r t s , 13 november 1925. Ook Periscopius sprak over de rede van V e r h e u l i n de gemeenteraad, zie: Periscopius, 'Rotterdamsche Post X . ' , i n : BouwkundigWeekblad, 1926, nr. 5, p. 4 7
35 Zie; Engelberg-Dockal, J.JR Oud, zwischen De Stijl und klassischer Tradition, i l l . 258. 36 Zie; G. G r o e n - W i t , ' M o n u m e n t a a l b e l e i d ' , i n ; Schoon Schip!, 7 augustus 1935. De n a a m Groen-Wit is een p s e u d o n i e m en r e f e r e e r t aan h e t w a p e n s c h i l d v a n Rotterdam. 37 'De o u d e U n i e - l u n c h r o o m aan d e n Coolsingel te R o t t e r d a m , die zal w o r d e n a f g e b r o k e n en w a a r v o o r een n i e u w meubelpaleis der N.V. Piet v a n R e e u w i j k i n de plaats k o m t ' , i n ; Nieuwe Tilburgsche Courant. 23 n o v e m b e r 1936.
18 Zie: Handelingen
38 Zie: Jos. T h . J. Cuypers, 'De a r c h i t e c t Jacques v a n Gils', i n ; Rotterdamsch Jaarboekje (1920), p. 68. Over h e t Erasmiaans g y m n a s i u m , zie: ' I n w i j d i n g v a n h e t n i e u w e Erasmiaansch G y m n a s i u m ' , i n : Rotterdamsch Nieuwsblad, 8 j u l i 1884. 39 ' R o t t e r d a m s c h b o u l e v a r d - a r c h i t e c t u u r ' , i n : Rotterdamsch Nieuwsblad, 16 a p r i l 1940. 40 O u d g o l d echter n i e t als een b i j u i t s t e k sociaal voelende a r c h i t e c t . Toen de gevel i n d e j a r e n t a c h t i g w e r d ' h e r b o u w d ' was dat een b e l a n g r i j k teken v a n de n i e u w e w a a r d e r i n g voor deze ' i c o n i s c h e ' en a u t o n o m e a r c h i t e c t u u r . Er was sprake v a n een w a r e Oud-revival. Vele boeken verschenen er over h e t w e r k v a n de a r c h i t e c t . De m o t i e v e n o m t o t w e d e r o p b o u w v a n de gevel over te gaan v a l l e n b u i t e n h e t o n d e r z o e k v a n ons onderwerp.
van de Gemeenteraad
van Rotterdam,
16
november 1925, p . 963. 19 Zie: Nieuwe Rotterdainsche Courant,
19 november 1925,
Ocht.. 20 Zie: Rotterdamscli Nieuwsblad, 19 november 1925. Het r a a d s l i d H.A.C. v a n der Kraan sprak v a n een ' h e l k l e u r i g w a n g e d r o c h t ' . De t e r m w a n g e d r o c h t k o m t steeds weer t e r u g . 21 Zie: Handelingen van de Gemeenteraad van Rotterdam. 17 september 1925, p. 769. (GAR BNR 444.01-5919.) 22 Zie: Handelingen van de Gemeenteraad van Rotterdam, 17 september 1925, p. 777. Zie ook: 'Avondvergadering. Gemeentelijke w o n i n g b o u w te Hoek v a n H o l l a n d ' , i n : Rotterdamsch Nieuwsblad. 18 september 1925. 23 Zie: Handelingen van de Gemeenteraad van Rotterdam, 17 september 1925, p. 781. 24 Zie: Periscopius, 'Rotterdamsche Post XIV.', i n : BouwkundigWeekblad, 1926, nr. 34, p. 342. 25 Zie; '"De Unie" op de Coolsingel: 'Ontslag na w e i g e r e n van twee cent f o o i " , i n : Het Vrije Volk, 12 j u l i 1986, p. 10. 26 Stadsnieuws. Een o p k n a p p i n g v a n d e n C o o l s i n g e l ' , i n ; Rotterdamscb Nieuwsblad, 19 a p r i l 1926. De Haagsche A u t o m o b i e l M a a t s c h a p p i j h a d reeds een gebouw i n 1921 door de a r c h i t e c t W J . M o m m a a l i n l ü - a l i n g e n l a t e n b o u w e n , zie; 'Haagsche A u t o m o b i e l M a a t s c h a p p i j ' , i n ; Rotterdamsch Nieuwsblad, 25 a p r i l 1921. I n D e n Haag h a d ze r o n d 1911 een garage aan de Van B e v e r n i n g k s t r a a t l a t e n b o u w e n . D i t p a n d v a l t n o g steeds te z i e n op nr. 229-239. De a r c h i t e c t u u r d a a r v a n k a n een m o g e l i j k e i n s p i r a t i e b r o n voor Jan W i l s z i j n geweest b i j h e t o n t w e r p e n v a n een garage i n A l k m a a r i n 1912. 27 Zie; ' C a f é - r e s t a u r a n t "De U n i e ' " , i n : Voorwaarts, m a a r t 1926. 28 Zie: 'De veel besproken gevel', i n : Nieuwe Courant, 20 m a a r t 1926, Av..
22
Rotterdamsche
29 Zie; ' N i e u w s op c a f é g e b i e d i n R o t t e r d a m ' , i n : Weekblad gewijd aan de Belangen van Rotterdam, 23 a p r i l 1932. 30 Zie: GAR, H a n d s c h r i f t e n v e r z a m e l i n g nr. l l l l , p. 67. Zie ook: 'Een n i e u w e stadsgehoorzaal', i n ; Rotterdamsch Nieuwsblad, 31 m a a r t 1926. 31 Zie; 'De "Haagsche"', i n : Voorwaarts, 19 a p r i l 1926. Zie voor de v r i e n d s c h a p tussen G i d d i n g en O u d : Sandra v a n D i j k , ' G i d d i n g en R o t t e r d a m ' , i n ; M i e n k e S i m o n Thomas, Elly A d r i a a n s z & Sandra v a n D i j k , Jaap Gidding. A r t Deco in Nederland, R o t t e r d a m 2006, p. 2 7 32 Zie p r e n t b r i e f l c a a r t i n ; (GAR, Catalogusnr. 1986-1410). 33 De D u i t s e a r c h i t e c t F r i t z S c h u m a c h e r spreekt v a n ' e i n e n m i t d e m Leben h a d e r n d e n Menschen'. Zie; F. Schumacher, Rundblicke. Ein Bucb von Reisen und Erfahrungen, S t u t t g a r t / B e r l i n 1936, p. 171. 34 Zie; Ben Rebel, Het nieuwe bouwen. Het functionalisme Nederland 1918-1945, Assen 1983, p. 165.
I
in