2013 Wie zijn wij? We bestaan al bijna 40 jaar (sinds ’74). We waren het eerste dierenpension dat huisdieren op professionele manier huisvestte. Bovendien waren wij het eerste pension dat honden gezamenlijk huisvestte vanuit de gedachte dat het groepsdieren dus sociale dieren zijn die verkommeren als ze alleen zijn. Tien jaar later nam in navolging van ons (ik zat in het asielbestuur van de DB) de Dierenbescherming deze gezamenlijke huisvesting als verplichting op in het wettelijk Honden- en Kattenbesluit. Vijf jaar na ons begin starten wij met het intern opvoeden van probleemhonden. Dat was uniek in heel de wereld. Honden werden vanuit heel de wereld (we zaten vaak op de wereldomroep) bij ons ingevlogen met op video hun probleemgedrag en als ze teruggingen op video de oplossing en noodzakelijke training van hun (nu opgeloste) probleemgedrag. Tien jaar na ons begin werkten we een vijftal jaren samen met Drs. F. Frijlinck, gedragsbioloog van de Universiteit van Utrecht. Zij wilden onderzoek doen naar het leervermogen van probleemhonden om ander gedrag aan te leren en wilden meer inzicht in de motivaties tot probleemgedrag. Wij deden dus bij ons samen met Drs. H. Frijlinck bij ons gedragsspreekuren. Ook dat was toen uniek, in ieder geval voor Nederland. Later startte de Kliniek voor Kleine Huisdieren een eigen gedragsspreekuur. Verschil was toen - en ook nu nog - dat daar gedragsdeskundigen zitten maar het zijn geen trainers. Dat geeft een totaal andere kijk op de honden. Vanaf die samenwerking met de Universiteit van Utrecht volgden coassistenten (dierenartsen in hun laatste jaar bij ons jaarlijks bijscholingsdagen. Wij waren de enige met zoveel ervaring, in hun opleiding zat eerst helemaal niets over gedrag van honden en de mogelijkheid dat gedrag actief bij te sturen. Tegenwoordig krijgen de dierenartsen in opleiding daar drie
studiedagen over. Reden dat ook steeds vaker dierenartsen die zich wel interesseren voor gedrag en zich daarin willen verdiepen bij ons op de MG-Academie (zie hieronder) de studie tot Gedragstherapie volgen. Sinds die eerste jaren voeden wij zo’n 600 honden per jaar intern op. Niet de lieverdjes. Dat maakt dat we ondertussen ruim 20.000 probleemhonden hebben opgevoed binnen ons gedragscentrum, dus intern. Dat geeft een enorme voorsprong op anderen en een nooit in te halen praktijkervaring. We zetten een trend door de uitzendingen op de TROS-tv, Dierenmanieren. Nederland kreeg in de gaten dat je honden kon opvoeden. Hondenscholen en –clubs schoten als paddestoelen uit de grond. Daaruit ontstond landelijk de behoefte aan instructeurs/trainers. In 1990 starten we als eerste en enige de eerste opleidingen tot instructeur/trainer. Deze opleidingen zijn begin 2000 uitgebreid naar de (op HBO niveau) opleiding Gedragstherapeut voor honden en katten, te volgen via de Martin Gaus Academie. Die opleiding is erkend door een overkoepelende organisatie die strenge aansluitingsvoorschriften heeft. Bij hen aangesloten gedragstherapeuten zijn uiteraard gediplomeerd en zijn verplicht tot jaarlijke bijscholing. Controle daarop is sluitend. Eind jaren negentig begonnen we een keten van franchisescholen onder de naam Martin Gaus. Momenteel zijn dat ruim dertig scholen door heel Nederland en in Belgie. Zij hebben iedere maand een cursistenaanbod van ruim 600 per maand. Dat is ruim 6000 cursisten per jaar, veel meer dan de reguliere kynologenverenigingen of Dierenbescherming. Bovendien betalen de cursisten graag het veel hogere cursusgeld dan bij andere organisaties. Omdat wij eigenaars veel meer waar voor hun geld geven: opgeleide en voortdurend geschoolde instructeurs/trainers, uitgebreide theorie en kennis van honden en leerprincipes. Een eigen cursusboek. De formule was uniek in de wereld maar begint steeds meer navolging te krijgen.
Eigenaars komen bij ons om training van hun probleemhond, voor het testen van hun probleemhond en om de prognose voor de toekomst. We testen ook al jaren voor gemeenten honden met probleemgedrag of bijtincidenten. Die testen worden gefilmd en voorzien van schriftelijke uitleg en testverslag. IN BESLAGGENOMEN HONDEN Honden met euthanasieadviezen aan hun broek De afgelopen vijf is door Justitie aan eigenaars van drie-entwintig in beslaggenomen honden die niet door de agressietest (ontwikkeld door o.a. Drs. M. Schilder) waren heen gekomen en in het risico-assessment een euthanasieadvies hadden gekregen - waarvan sommige twee of zelfs driemaal door Utrecht (M. Schilder) getest waren met steeds hetzelfde negatieve resultaat (euthanasie, enkele keer uit huis plaatsing onder strenge voorwaarden als aanlijn- en muilkorfgebod) toegestaan om als een laatste kans onze expertise in te roepen. Die honden mochten gedurende een maand bij ons resocialiseren (bijkomen door actieve begeleiding van de schade die ze hadden opgelopen door maandenlange opsluiting, vaak in isolatie en zonder contact met mensen en honden) en werden dan opnieuw getest maar dan bij ons. Sommige opnieuw door M. Schilder 975 %), andere door ons zelf. Dat was afhankelijk van de advocaat van eigenaars: sommige zijn beter ingevoerd in de materie dan andere. Achttien honden mochten van Justitie alsnog terug naar eigenaar (sommige onder voorwaarden), drie (van dezelfde eigenaar) zijn door ons teruggestuurd naar de opslaghouder wegens gebrek aan vertrouwen van onze kant naar eigenaar en twee zijn op onze indicatie bij ons en in aanwezigheid van hun eigenaar geeuthanaseerd (in opslag krijgt eigenaar die al die maanden niets van zijn hond heeft mogen vernemen slechts een gortdroog briefje thuis: euthanasie, niet geslaagd voor agressietest) Van de achttien honden die allemaal naar eigenaar terug zijn gegaan na bij ons te zijn geweest en opnieuw te zijn getest werden er twaalf door de in opslag afgenomen (herhaalde)
testen van Schilder vijf als levensgevaarlijk betiteld. Die twaalf honden zijn nooit uit hun kennel geweest in opslag en werden bij ons onder verdoving en gemuilkorfd binnen gebracht door de opslaghouder. Verder wijzen wij u erop dat wij regelmatig voor gemeenten honden testen. En wij getuigen vaak voor rechtbank als deskundige en komen daarbij voor het belang van de in beslaggenomen (of daarmee bedreigde) honden op. Er zijn gemeenten die ons protocol ‘’Wat te doen bij bijtincidenten’’ navolgen. Honden met lichte of vermeende bijtincidenten hoeven daardoor niet in opslag maar krijgen dan een onmiddellijk muilkorfgebod en trainingsverplichting van hond en eigenaar. Afhankelijk van de hevigheid van het incident volgt dan na drie maanden of half jaar nieuwe beoordeling (voor eventuele verdere maatregelen maar ook indien verantwoord om muilkorf- en aanlijngebod weer op te heffen). Wellicht ten overvloede: wij zijn volstrekt eerlijk in onze verslagen. Wij kunnen en willen ons geen oneerlijke uitleg van testen of onze eigen waarneming van alle dag permitteren. We hebben door de jaren heen een zeer goede en betrouwbare naam opgebouwd. Die willen we wel graag zo houden. ZES ERVAREN EN OPGELEIDE TRAINERS STAAN KLAAR Recent hebben we zes mensen opgeleid, allen waren al ervaren in het zelf trainen van andermans probleemhonden. Allen hebben een hulptrainer die hen tijdens de training veiligheid voor henzelf garandeert, allen hebben opvangmogelijkheid (zelf of in samenwerking met pension/asiel), en allen hebben de noodzakelijke gedrevenheid om iets voor deze getraumatiseerde honden en hun eigenaars te betekenen zonder de veiligheid van de maatschappij uit het oog te verliezen. Allen zijn zich volledig bewust van hun verantwoordelijkheid en zullen geen hond ‘redden’ die ongeschikt is om naar wens en veiligheid te functioneren in onze maatschappij.
De heer Clemens Westerveld en Annette Koome van Stichting Hond in nood zijn twee van de zes trainers/instructeurs die we hebben opgeleid. Zij hebben ondertussen voor ons al drie honden uit de opslag terug bij hun eigenaars tot ieders tevredenheid begeleid. Zij werken net als wij volgens moderne inzichten van leerprincipes en passen positieve training toe. Zij zullen de aangenomen honden trainen op gewenst gedrag met extra aandacht voor de zwakke punten in het karakter van de hond. Ze zullen hen trainen in real life situaties wat inhoudt dat een hond dusdanig getraind wordt dat hij alledaagse situaties echt aan kan en zich gedraagt zoals de maatschappij van een hond verlangt (zoals geen agressie). Er wordt dus niet alleen maar op de gedragstest getraind want dat is geen zekerheid voor gewenst gedrag in het leven van alledag. Omgekeerd kan een hond die alledaagse situaties naar wens aan kan, wel de situaties in de gedragstest aan. Ondanks dat die test een ongewone en onalledaagse opeenstapeling van steeds ernstiger wordende bedreigingen inhoudt. Ook de eigenaar wordt meegetraind, een absolute must voor het doen slagen van een verantwoorde terugkeer in de maatschappij van een hond uit een opslagsituatie. Van de training en de resultaten ervan worden beelden van hond en eigenaar op DVD vastgelegd en met uitgewerkte schriftelijke verklaring aan Justitie afgeleverd. Helly Gaus Gediplomeerd gedragstherapeut/trainster probleemhonden 0629472026 Martin Gaus Gedragscentrum Bronsweg 9 8211 AL Lelystad