Antwoordblad Hoofdstuk 7 7.1
Blues
04 a
AABBA
Blue Notes, Swing en Changes
b
De rechterhand begint een octaaf hoger.
c
Kenmerken van de ragtime: De rag wordt op piano gespeeld. De gesyncopeerde melodie gecombineerd met de strakke begeleiding op de tel (de ‘ragged time’).
05 a
In maat 5
b
Twaalf maten
c
Akkoorden
d
Eigen mening op grond van bijvoorbeeld: de uitvoeringspraktijk, opzwepend ritme, hoog tempo, opgewekt karakter.
06 a
Hij geeft accenten aan met zijn gitaarhals, vooral aan het einde van het nummer, zodat de muzikanten weten wanneer ze moeten invallen.
b
Drums, bas, elektrische gitaar en orgel
c
Slow
d
Hij duwt de snaren soms op met zijn linkerhand, hij maakt met zijn linkerhand een vibrato op lange tonen en speelt met de volumeknop van zijn gitaar.
e
De drummer speelt een aantal breaks en gaat steeds harder en drukker spelen, er komt een orgel bij, tegen het einde van het fragment speelt B.B. King steviger of ruiger.
f
a
07 a
I IV V
I IV IV
I I I
I I I
b
Son House speelt na de vierde maat nog twee tellen de eerste trap. Daarna wisselt hij pas naar de vierde trap.
c
Son House gebruikt een bottleneck, een buisje waarmee hij over de snaren glijdt. Deze techniek wordt ook wel ‘slide guitar’ genoemd.
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
08 a b
Ze is boos. Ze waarschuwt Ernestine haar man met rust te laten en zegt dat ze een eigen man moet gaan zoeken. e
1. 1 trap 2. trap akkoord
I G
IV C
I G
I G
trap akkoord
IV C
IV C
I G
I G
trap akkoord
V D
IV C
I G
V D
3. Door de zwart-witbeelden, de grove korrel en het vaak troebele of onscherpe beeld. 09 a
Drie keer
b
Twee keer
c
B Hij soleert er ook vrolijk op los.
d
Bluesrock, je hoort duidelijk de rockinvloeden, de gitaar klinkt rauw, vrij stevige drums, niet in swing.
10 a
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: om de aandacht trekken met een bekende melodie.
b
De blues is hier heel herkenbaar, onder andere aan de blue notes in de zang, de bluesy gitaar, het bluesschema als akkoordenschema, het gebruik van blazers, de pianosound.
c
C Basgitaar
11 Bij Stap 2 uit het Stappenplan: [s1]
7.2
Jazz
13 b
De grondtoon zit op de eerste tel en de terts op de derde tel.
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
c
Maat 18
d
Overeenkomst: het ritme is gelijk. Verschil: de toonhoogte en de richting van de melodie zijn anders. d, cis, c in maat 1 tot en met 3
14 a b
d-f-a-cis
c
De cis in de alt/baspartij
d Dm Dm maj7 Dm7 G9
grondtoon d d d g
terts f f f b
e
De a in de sopraan/tenorpartij
f
V-I
kwint a a a d
septime * cis c f
none * * * a
15 Eigen antwoorden
16 a
Eigen antwoord; veel leerlingen zullen voor Morcheeba kiezen.
b
Al Jarreau
c
Great Jazz Trio
17 a
Er wordt een elektrische basgitaar gebruikt, een instrument dat pas later (jaren ’50) op de markt kwam. In de oorspronkelijke muziek wordt de baspartij op contrabas, tuba of sousafoon gespeeld.
b
B Ritme-instrument en akkoordinstrument. In dit soort bezettingen, maar ook in bigbands en andere jazzformaties worden niet alleen bas en drums maar ook de piano en de gitaar of de banjo tot de ritmesectie gerekend.
c
C AA
d
Hoofdmelodie: trompet Geïmproviseerde tegenmelodieën: klarinet en trombone
18 a
De muziek wordt uitgevoerd door een bigband; een deel van de blazers speelt de melodie, andere blazers spelen riffs; swingritme; geen collectieve improvisaties.
b
Saxofoons - koperblazers (trompetten en trombones)
c
Met een crescendo; met accenten; met dynamische verschillen
d
B open op 1 en 3; dicht op 2 en 4
19 a
Twee keer zestien maten
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
b
Complex thema; onverwachte accenten op, voor en na de tel; hoog tempo; melodie bestaat meestal uit korte frasen; doorlopende ritme wordt (meestal) op het ridebekken gespeeld.
c
Pianist - drummer - bassist
d
Walking bass
20 a
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: dit stuk wordt in een lager tempo uitgevoerd, er wordt veel beheerster of keuriger gepeeld, er zijn minder onverwachte accenten.
b
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: er wordt veel beheerster of keuriger gespeeld, er zijn minder onverwachte accenten, de melodieën liggen makkelijker in het gehoor.
c
B
d
AA’BA’’
21 a
Geen vast ritme, geen akkoordenschema, geen vaste vorm, atonaal, collectieve improvisaties.
b
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: imitatie, unisono-fragmenten, gelijke ritmes, gelijk stoppen en inzetten.
c
Bas
d
Eigen antwoord, bijvoorbeeld om het gevoel van ontbreken van een grondtoon te geven, om meer ruimte te creëren en meer vrijheid te hebben.
22 a
Off-beat Accent op de vierde zestiende van de vierde tel Accent op de tweede en vierde tel
b
Piano, saxofoon
c
Drums, basgitaar, elektrische gitaar
elektrische gitaar toetsen drums
23 a
Eigen antwoord: ja, want een akkoordinstrument zorgt voor harmonische ondersteuning die er nu niet is. Of: nee, want de bassist speelt geen walking bass, maar vult met zijn spel deels de akkoorden in. Er gebeurt zo veel dat een piano of een gitaar alleen maar in de weg zou zitten.
b
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: ze hebben meer vrijheid, ze moeten beter naar elkaar luisteren, ze hebben minder houvast.
c
Er wordt veel vrijer gespeeld, de drummer varieert meer en is duidelijker aanwezig, de bassist speelt geen walking bass, er is geen swing als basisritme.
24 a
Eigen antwoord met combinaties uit: drums, triangel, synthesizer, Indiase trommels (tabla), vervormde stem; house, funk, jazz.
b
B Funk
c
Disco, house
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
25 a
b
27 a
1. C Bebop 2. Eigen antwoord 3. Eigen antwoord. De drummer gaat onverstoorbaar door in het hoge tempo van het nummer en laat zich door Deelder niet van de wijs brengen. Op verschillende punten accentueert hij kleine pauzes in de tekst, soms met niet meer dan een minimaal accent. 1. Koebellen, conga’s, drums (snaredrum), timbales, shakers. 2. De congaspeler die het meest vooraan zit. 3. Een van de koebellen; de snaredrum 4. Eigen antwoord 1. Gitaar - bas; houtblazers - koperblazers 2. Houtblazers, koperblazers en slagwerk
b
c Vibrafoon
Guiro
Claves
Marimba
Triangel
Woodblock
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
Agogo bells
d
28 a
Eigen antwoord
b
In een stomme film zijn gebaren en mimiek groter, meer overdreven, meer karikaturaal. Tekst (die soms in beeld verschijnt) speelt een heel ondergeschikte rol. In de geluidsfilm is dialoog belangrijker geworden en er wordt dus meer van de stem van een acteur gevraagd. Daardoor kan hij wel minder groot gaan spelen.
c
Een humoristische scène met veel lichamelijke actie, gooi- en smijtwerk, waarbij meestal heel hard gelachen wordt om het ‘leed’ van de ander. Bijvoorbeeld: onder een ladder doorlopen en iets op je hoofd krijgen, uitglijden over een bananenschil, rennend tegen elkaar opbotsen.
d
Bijvoorbeeld in programma’s met grappig bedoelde homevideo’s.
e
Eigen antwoord
7.3
Masterclass
30 a
Eigen antwoord, afhankelijk van gevonden informatie
b
Eigen antwoord
31 a
b
c
d
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten
e
32 a
b
c
d
e
33 a
G3
f
G3
b
K3
g
G3
c
Octaaf
h
Kwint
d
Kwint
i
K3
e
K3
j
Octaaf
34 a
Groot
b
Klein
c
Groot
d
Klein
e
Groot
© Muziek op maat tweede fase, Noordhoff Uitgevers, Houten