ZONNEPANELEN OP DE GROND

Zonnepanelen op de grond

ZONNEPANELEN OP DE GROND

Knelpunten en Mogelijkheden bij Initiatieven voor Zonnepanelen op de Grond

Drs. F.J. Jonker Afdeling Ruimte & Economie Gemeente Venlo 12 mei 2014 [email protected] 077-359 68 60

1


INLEIDING, PROBLEEMSTELLING EN DOEL In het buitengebied van Velden, gemeente Venlo bestaat een initiatief voor een kleine zonneinstallatie (24 panelen) op een perceel dat formeel de bestemming “agrarische doeleinden” heeft. Er zijn geen mogelijkheden om de zonnepanelen op de nabijgelegen woning te plaatsen i.v.m. de oriëntatie van het dak. De eigenaar had de oriëntatie van het dak graag anders gewild voor het plaatsen van zonnepanelen. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft over die dak-orientatie echter negatief geadviseerd en het College heeft dat advies overgenomen. De eigenaar wil daarom zonnepanelen plaatsen naast zijn huisperceel aan de rand van het dorp, op een ponywei waar formeel de bestemming “agrarische doeleinden” op zit. Eerder is voor het plaatsen van deze zonne-installatie in de ponywei een bouwvergunning geweigerd, en is het daartegen ingestelde bezwaar verworpen. Ondertussen heeft de gemeente Venlo nieuw beleid vastgesteld: Energiebeleid, Welstandsbeleid, Uitgangspunten voor de Ruimtelijke Structuurvisie en het Ontwerp van de Ruimtelijke Structuurvisie. Ook hebben inmiddels gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden, is een nieuw college geformeerd en een nieuw Coalitie-Akkoord gesloten. Al deze zaken scheppen nieuwe inzichten voor de manier waarop doelen op het gebied van duurzaamheid en ruimte gerealiseerd kunnen worden, en voor de manier waarop dit soort initiatieven beoordeeld kunnen worden. Doel van deze notitie is om meer kennis te verwerven over het plaatsen van zonnepanelen op de grond, en om na te gaan of en hoe het initiatief in Velden kan worden gerealiseerd. AANPAK Alle gemeenten in Limburg zijn per mail om informatie gevraagd over het plaatsen van zonnepanelen op de grond en in gebieden met een agrarische bestemming. Via internet is bovendien informatie gezocht van casussen van gemeenten buiten Limburg. Van 8 Limburgse gemeenten is een reactie ontvangen; van 7 gemeenten buiten Limburg is informatie gevonden. Alle reacties zijn opgenomen in bijlagen 1 en 2. Daarnaast zijn de relevante Venlose beleidsdocumenten en het coalitie-akkoord gescreend. Een samenvatting van de relevante passages of uitgangspunten is opgenomen in bijlage 3. Ook is een veldinspectie uitgevoerd, is op locatie uitgebreid gesproken met de initiatiefnemer en hebben gesprekken plaatsgevonden met ambtenaren van de gemeente Venlo.

2


BEVINDINGEN Enquete en internet Het algemene beeld uit de enquête en de internetzoektocht is dat de meerderheid van de gemeenten terughoudend omgaat met het toestaan van zonnepanelen op gronden met agrarische bestemming. De argumenten: - Agrarische productiegrond is schaars (functie die in NL meeste oppervlak inneemt, maar met het oog op de toekomst zullen we zuinig om moeten gaan met agrarische gronden); - Er is voldoende ruimte op andere plekken, combigebruik op daken etc; - Openheid van het landschap behouden (het gevoel van ruimte verandert); - Ruimtelijke kwaliteit behouden (grootschalige zonnevelden hebben industriële uitstraling, vergelijkbaar met kassenbouw); - Risico op verschuiving van functies – nu zonnepanelen, later bebouwen? - Agrarische grond kent meerdere bestemmingen (waterbergend, landschappelijk, met natuurwaarden etc.) die niet altijd te verenigingen zijn met energieproductie/ zonnepanelen. Toch zijn er ook enkele gemeenten die met de nodige voorbehouden wel zonnepanelen toestaan op agrarische grond. De argumenten: - Als eenmalige proef; - Onder de voorwaarde dat e.e.a. in groen wordt ingekleed (randbeplanting); - Tijdelijke bestemming; - Energieopwekking moet ondersteunend zijn aan de agrarische functie (= directe levering aan het agrarische bedrijf, geen energieproductie voor het net); - Toestaan op landbouwgronden die geen landschappelijke waarde hebben; - Stimulering duurzame energie. Locatiebezoek en gespreken met ambtenaren gemeente Venlo Uit het locatiebezoek, het gesprek ter plaatse met de initiatiefnemer en uit gesprekken met betrokken ambtenaren is het volgende gebleken. Eerder heeft de eigenaar een bouwvergunning aangevraagd voor het plaatsen van 24 zonnepanelen in een ponywei. Die vergunning is geweigerd, en het daartegen ingestelde bezwaar is verworpen. Eén van de belangrijkste argumenten destijds was dat de activiteit niet past binnen de geldende bestemming, én dat het plaatsen van objecten of bouwwerken niet mogelijk was i.v.m. ligging in het waterbergend winterbed van de Maas. Dat laatste was feitelijk het hardste argument om de gevraagde vergunning te weigeren. Inmiddels heeft Rijkswaterstaat vergunning verleend om de zonnepanelen te mogen plaatsen op de betreffende locatie in het waterbergend winterbed. Ook heeft de gemeente inmiddels nieuw beleid vastgesteld: de Energiestrategie, de (ontwerp)-Ruimtelijke Structuurvisie en de Welstandsnota. Deze beleidsstukken geven meer aanknopingspunten voor het beoordelen van dit soort initiatieven. Op dit perceel is formeel sprake van een agrarische bestemming, maar het perceel is feitelijk al jaren in gebruik is als ponywei. Ook vindt op deze percelen al jaren opslag van LPG plaats voor het verderop gelegen tankstation, en is elders op deze percelen een opstelplaats voor LPG-tankautos’s in combinatie met een vulpunt voor de LPG-tank aanwezig. De LPG3


installatie is juist hier geplaatst om een grotere afstand tot woonbebouwing te hebben. Eerder lag deze installatie vlak bij het tankstation, midden tussen woonhuizen. Bovendien is er op deze plaats reeds sprake van een erfafscheiding. De verschijningsvorm van die afscheiding verandert door het plaatsen van zonnepanelen hooguit, zonder dat sprake hoeft te zijn van afwijking van het bestemmingsplan. Er zijn goede argumenten om op agrarische percelen géén grootschalige productie van zonne-energie toe te staan. Maar er zijn ook voldoende argumenten om in bepaalde gevallen wél kleinschalige zonne-installaties toe te staan op of aan de rand van agrarische percelen: om te voorzien in de eigen energiebehoefte in gevallen waar redelijkerwijs geen andere mogelijkheden zijn én op plaatsen waar dit ruimtelijk goed inpasbaar is. De vraag is of daarvoor procedures nodig zijn, of onder welk voorwaarden wellicht géén procedures nodig zijn. Het betreffende perceel en woning liggen er keurig bij en de eigenaar is bereid om samen te werken met de gemeente zo is onlangs gebleken bij een locatiebezoek. Mede daarom is de beoogde locatie in deze situatie zeer geschikt om een pilot uit te voeren waarbij wordt gekeken naar landschappelijke inpasbaarheid, beeldkwaliteit etc. Op de volgende pagina staat een tabel waarin diverse argumenten zijn opgesomd, en waarin is aangegeven in hoeverre elk argument voor of tegen initiatieven voor zonepanelen op de grond of agrarische percelen pleiten.

4


Voor- en tegenargumenten zonnepanelen op de grond op een perceel in Velden Argument Schaarste agrarische productiegrond.

Eerst andere ruimte benutten Openheid landschap

Ruimtelijke kwaliteit

Voor Landbouwgrond neemt in Nederland de meeste ruimte in. Daarom geen bezwaar om delen landbouwgrond anders te benutten In dit geval: dak van woning niet geschikt In dit geval: goed te combineren met bestaande erfafscheidingen en groenstructuren In dit geval: beperkte installatie (24 panelen) die goed inpasbaar is in de bestaande structuren

Grootschalige energieproductie op agrarische percelen

In dit geval geen sprake van

Eenmalige proef

Geen precedentwerking

Inkleden in groen

In dit geval inkleding niet nodig door aan te sluiten bij de bestaande erfafscheidingen In dit geval geen bestemmingsplanpricedure nodig indien installatie beperkt blijft tot 24 zonnepanelen en wordt aangesloten bij bestaande perceelsafscheidingen In dit geval wordt de energieproductie gekoppeld aan het gebruik van het naastgelegen perceel: woondoeleinden. Is op deze plek laag. Bij goede inpassing en aansluiting bij bestaande structuren is geen sprake van verrommeling. Rijkswaterstaat heeft voor dit initiatief vergunning verleend voor het plaatsen van de zonneinstallatie onder voorwaarde dat grond wordt ontgraven ter compensatie I.k.v. pilot uitzondering maken

Tijdelijke bestemming

Energieproductie ondersteunend aan (agrarische) functie

Landschappelijke waarde

Waterbergend Winterbed Maas

Bouwvergunning en bestemmingsplanprocedure nodig

Stimulering Duurzame Energie en gemeentelijk energiebeleid

Gemeente is afhankelijk van initiatieven van particulieren en bedrijven die zelf energie opwekken. Ondanks de mindere kosteneffectieviteit van zonneenergie, steekt Venlo sterk in op deze techniek vanwege de zichtbaarheid en de eenvoud van de techniek in relatie tot de mogelijkheid voor particulieren om dit zelf aan te brengen

5

Tegen Areaal op Venloos grondgebied is klein. Beschikbaar houden voor toekomst, mede voor openhouden innovatieruimte Algemeen: Voldoende ruimte beschikbaar op daken etc. Algemeen: Gevoel van ruimte verandert door plaatsen zonnepanelen Algemeen: Grootschalige zonneinstallaties hebben industriële uitstraling, vergelijkbaar met kassenbouw Is uitgesloten in Ruimtelijke Structuurvisie Venlo 2014 op bovengenoemde argumenten en ter voorkoming van concurrentie met voedselproductie

Gaat ten koste van openheid en beleving van landschap Periode tijdelijke bestemming sluit niet aan bij de langere periode die zonne-installaties nodig hebben om rendabel te zijn.

Er is geen sprake van agrarische bedrijfsvoering op of nabij het perceel Dorpsrandzone: in Ruimtelijke Structuurvisie is bepaald dat daar verrommeling tegengegaan moet worden Maasdal Velden wordt ontdaan van bebouwing om ruimte te bieden voor de Maas.

Volgens vakspecialisten op het gebied van bouwen en ruimtelijke ordening zijn deze procedures zondermeer nodig In Venlose energiebeleid ligt focus op technieken die met lage kosten een grote bijdrage leveren aan productie duurzame energie. Van alle technieken levert zonneenergie per geïnvesteerde euro de minste hoeveelheid energie.


CONCLUSIE Voor het bereiken van doelen van het energiebeleid is de gemeente Venlo sterk afhankelijk van initiatieven van inwoners en bedrijven die zelf hun energie willen opwekken uit duurzame bronnen. Voorlopende ondernemers en inwoners pakken die rol ook op, zo is te zien aan initiatieven op het gebied van windenergie, waterkracht en zonne-energie. Inmiddels doen zich ook situaties voor waarbij initiatiefnemers zonne-installaties op andere plekken willen plaatsen dan de “gebruikelijke” plaatsing op daken van gebouwen. Vanuit het ruimtelijke beleid heeft het voor de gemeente geen prioriteit om ruimte te geven aan grootschalige zonne-energie-initiatieven op agrarische percelen, zolang elders nog genoeg ruimte beschikbaar is en zolang dergelijke initiatieven op gespannen voet staan met andere beleidsvelden. Het gemeentelijk beleid in Venlo op het gebied van Ruimtelijke Ordening, Welstand, Energie, Natuur en Landschap geeft in algemene zin geen ruimte voor grootschalige zonneinstallaties of permanente productie van energiegewassen op agrarische percelen. Argumenten van enkele andere gemeenten vóór het toestaan van zonne-installaties, en een maatwerkbeoordeling voor meer kleinschalige initiatieven zoals in Velden, zijn echter van een andere orde. Juist deze laatste argumenten, in combinatie met de specifieke feiten en omstandigheden op en om het betreffende perceel in Velden én in combinatie met nieuwe beleidskaders in Venlo, geven aanleiding om op deze locatie een pilot uit te voeren. Naast het feit dat de beleidskaders hier ruimte voor bieden, past een pilot als deze ook uitstekende binnen de kaders van het nieuwe coalitietakkoord 2014-2018.

Bijlagen: 1. Overzicht reacties Limburgse gemeenten 2. Beleidsvoorbeelden van buiten Limburg 3. Samenvatting relevante beleidsnota’s gemeente Venlo

6


BIJLAGE 1: reacties Limburgse gemeenten Gemeente

gereageerd

Bergen

nee

Echt-Susteren

nee

Eijsden-Margraten

ja

reactie

Van de collega's van milieu heb ik uw e-mail van 3 februari 2014 ontvangen met de vraag aangaande het plaatsen van kleine zonne-installaties op landbouwpercelen. Naar aanleiding hiervan kan ik u mededelen dat dit zich in onze gemeente nog niet heeft voorgedaan. Zodoende hebben wij hieromtrent ook nog geen vastgesteld beleid en ook niet in voorbereiding.

Meerssen

nee

Onderbanken

nee

Schinnen

nee

Simpelveld

nee

Voerendaal

nee

Beek

nee

Beesel

ja

Bij ons heeft een agrarier een perceel zonnepanelen geplaatst (circa 50m2). Eerst wilde hij het op perceel met agrarische bestemming. Daarop kwamen bezwaren van omwonenden. Nu heeft hij het perceel binnen het bouwblok gerealiseerd. Er zijn nog geen regels over percelen zonnenpanelen in ons bestemmingsplan, maar we kijken naar de regels voor teeltondersteunende voorzieningen. Hierbij gaat de voorkeur uit naar realisatie op het bouwblok of direct aansluitend op het bouwblok.

Brunssum

ja

Dit hebben wij nog niet aan de hand gehad, bij ons speelt op dit moment alleen een onderzoek naar een zonneweide in een woonwijk. Ik ben benieuwd wat er bij jou uitkomt!

Gennep

nee

Gulpen-Wittem

ja

Een dergelijk verzoek hebben wij ook eens gehad in onze gemeente. We hebben het verzoek afgewezen (het was nog geen officieel verzoek alleen navraag), omdat we in onze strategische visie de nadruk hebben gelegd op de hoge waarde van ons landschap en behoud ervan. We willen vooralsnog alleen zonnepanelen op gebouwen toestaan.

Heerlen

nee

Horst aan de Maas

nee

Kerkrade

nee

Landgraaf

nee

Leudal

nee

Maasgouw

nee

Maastricht

ja

Vanuit Maastricht is een dergelijk initiatief niet aan de orde, beleid hieromtrent is er dus niet. Waar ik wel behoefte aan heb is kennis op dit punt. Is het een idee om deze kennisvraag met een aantal mensen op te pakken en een soort blauwdruk te maken voor andere gemeenten?

Mook en Middelaar

nee

Nederweert

ja

Nuth

nee

Onze gemeente heeft er geen beleid voor maar de RO mensen zijn wel van mening dat het moet kunnen als de installaties maar binnen de bouwvlakken liggen.

Peel en Maas

nee

Roerdalen

nee

Roermond

ja

Ik heb geen ervaring met een dergelijk verzoek, echter planologisch is er denk ik een “probleem” als voor de pv-installatie een omgevingsvergunning (bouwvergunning) vereist is. Jouw RO-maten in het Venlose gemeentehuis zouden je dat zo moeten kunnen vertellen, c.q. een oplossing aan moeten kunnen dragen (vrijstelling??).

Sittard-Geleen

nee

Stein

nee

Vaals

nee

Valkenburg aan de Geul nee Venlo

ja

Venray

nee

Weert

ja

geen beleid

7


BIJLAGE 2: Beleidsvoorbeelden van buiten Limburg Zonnepark Abcoude In dit gebied wordt aan de agrarische bestemming de mogelijkheid toegevoegd om zonnepanelen en bijbehorende voorzieningen te plaatsen. Appellanten vinden dit een ongewenste ontwikkeling op deze plek. Appellanten zijn bevreesd dat met het toestaan van deze ontwikkeling sprake zal zijn van precedentwerking waardoor meerdere agrarische percelen in dit landbouwkerngebied aan het agrarische gebruik onttrokken zullen worden. Het is merkwaardig dat de gemeente ervoor heeft gekozen om de agrarische bestemming voor deze nietagrarische ontwikkeling, te behouden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt maakt van een nadere aanduiding “specifieke vorm van agrarisch-energiepark”. Appellanten zijn van mening dat het plaatsen van zonnepanelen op landbouwgronden geen enkele relatie kan hebben met het agrarische gebruik. Appellanten zijn dan ook van mening dat zonnepanelen niet op landbouwgronden kunnen staan waardoor het agrarische gebruik niet meer kan plaats vinden.

Gemeente Sud West Fryslan Hoe om te gaan met de plaatsing van zonnepalen in het landschap? De voorkeur verdient de ontwikkeling van zonnestroom te koppelen aan de gebouwde omgeving en in te zetten op meervoudig ruimtegebruik. Zowel bij agrarische stallen en schuren als op bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen liggen grote kansen voor substantiële opbrengsten van zonnestroom. De toepassing van zonnepanelen in het open landschap, in weilanden, wordt uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit sterk ontraden. Het plaatsen van panelen op daken is ‘vergunningtechnisch’ meestal geen probleem. Het plaatsen van panelen in een weiland is meestal in strijd met de agrarische bestemming. In de laatste situatie zal de gemeente dus een belangenafweging moeten maken. Enerzijds is er de behoefte aan duurzame energie, anderzijds spelen de ruimtelijke kwaliteitsaspecten. Er is tot nu toe nog relatief weinig aandacht voor de ruimtelijke implicaties van de grootschalige toepassing van zonnepanelen. Er is bijvoorbeeld geen wettelijke regeling op dit vlak. -het zonneweiland. In tegenstelling tot de windturbine in het weiland kent een zonnepanelenweiland geen meervoudige gebruiksmogelijkheden. Hooguit kunnen schapen tussen de panelen doorlopen hoewel de grasgroei minimaal zal zijn. Bij schaarste aan goede agrarische gronden is het uit productie halen van weiland vanuit de economische gebruikswaarde moeilijk te verdedigen. Maar bovenal heeft een zonneweiland een industriële uitstraling, vergelijkbaar met kassenbouw. Het gevoel van ruimte verandert enorm. wanneer de toepassing van zonnepanelen strijdig is met het bestemmingsplan: • in beginsel wel meewerken aan zonnepanelen op daken van schuren, stallen en op bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen; • niet mee te werken aan grootschalige toepassing van zonnepanelen in weilanden. Gemeente Noordoostpolder (Marknesse) De zonnepanelen kunnen niet op de dakvlakken geplaatst worden, door de ongunstige oriëntatie van de verschillende aanwezige dakvlakken op de zon en vanwege de schaduw van daken onderling. Daarom wil initiatiefnemer de zonnepanelen in het aangrenzende open veld plaatsen. Dit past niet binnen het geldende bestemmingsplan. Daarom heeft initiatiefnemer een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan ingediend. Zonnepanelen worden gezien als ander bouwwerken en mogen bij de bestemming ‘Agrarisch gebied’ buiten het bebouwingsvlak een maximale bouwhoogte van 1,5 meter hebben. Initiatiefnemer heeft aangegeven dat de zonnepanelen een maximale hoogte van 2 meter. Daarnaast moet het andere bouwwerk ten diensten staan van de geldende bestemming, in dit geval Agrarisch gebied. Onduidelijk is of de opgewekte energie volledig gebruikt gaat worden door het bedrijf of dat de energie doorgezet wordt naar andere bedrijven danwel woningen. De gemeente staat in principe positief tegenover de ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid. Maar ruimtelijk gezien is het momenteel niet mogelijk om aan het verzoek mee te werken.

8


De raad is bevoegd een bestemmingsplan te herzien, maar daaraan dient wel een goede ruimtelijke onderbouwing ten grondslag te liggen. Deze ruimtelijke onderbouwing is onder meer gebaseerd op gemeentelijk beleid.

9


Gemeente Sluis Zonne-energie is aan een grote opmars bezig. Door de snelle ontwik¬keling van zonnepanelen en de subsidies bij opwekking voor eigen gebruik ontstaat er een behoefte om zonnepanelen niet alleen op daken te leggen maar ook bijbehorende akkers. De ontwikkelingen gaan snel en de kosten dalen. Zonne-energie op daken en binnen bouwblokken is mogelijk. Omdat het vooraf moeilijk is in te schatten wat de impact is van enkele hectares aan zonnepanelen, wordt er maximaal één proefproject toegestaan met een maximale oppervlakte van 3 hectare. Voor het plaatsen van zonnepanelen op daken van bestaande gebouwen en op platte daken is in het algemeen geen vergunning nodig, behalve als het gaat om beschermde stads- of dorpsgezichten en monumentale panden. In deze gevallen is een omgevingsvergunning nodig en moet voldaan worden aan redelijke eisen van welstand. Zonnepanelen worden onder een hoek ongeveer 35° geplaatst en hebben bij grootschalige toepassing een hoogte tot 1,5 meter. In open landschappen zijn ze reeds van verre zichtbaar. Door randbeplanting aan te brengen, is de visuele overlast door de beperkte hoogte beperkt. Burgerwoningen in het buitengebied Bouwblokken bij burgerwoningen in het buitengebied zijn meestal aanzienlijk kleiner dan bij agrarische bedrijven. Indien deze burgers volledig willen overstappen op zonne-energie voor eigen gebruik is er niet altijd voldoende ruimte aanwezig of is er geen geschikte locatie binnen het bouwblok. In deze gevallen bestaat de mogelijkheid om aansluitend aan het bouwblok zonnepanelen te plaatsen op een oppervlakte van maximaal 500 m2. Dit levert tot 20.000 KWh op en is voldoende voor eigen gebruik. Zonnepanelen in het buitengebied Bedrijven die meer dan 5000 m2 aan zonnepanelen willen zullen dit doen om de energie te verkopen. Ze worden dan energieleverancier. Op dit moment is het niet rendabel. Het grootschalig opwekken van zonne-energie kost ongeveer 22 cent per KWh en levert 6 cent op. Zonnepanelen mogen alleen op landbouwgronden met de bestemming agrarisch worden geïnstalleerd. Dit zijn landbouwgronden die niet als landschappelijk waardevol zijn bestempeld. Hiermee wordt voorkomen dat landschappelijk waardevolle gebieden worden aangetast.

Gemeente Deventer In de structuurvisie zonnestroom is de mogelijkheid voor zonnepanelen op landbouwgrond afgewezen

Gemeente Tholen Een stuk of drie zonneparkpilots (goed voor enkele tientallen hectaren aan zonnepanelen) op landbouwgrond.

Gemeente Twenterand Er wordt onderscheid gemaakt in kleine velden zonnepanelen met een oppervlakte van maximaal 1 ha, en grote velden zonnepanelen met een oppervlakte van meer dan 1 ha. Zonnepanelen op daken van woningen, andere gebouwen, carports, afdaken of in het vrije veld hebben een relatief kleine ruimtelijke impact. Voor het plaatsen van deze zonnepanelen mag maximaal 2 meter hoger worden gebouwd dan de nu geldende maximale hoogte van gebouwen. Dit wordt geregeld in te actualiseren bestemmingsplannen (middels een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid). Bij woningen in het buitengebied waar geen mogelijkheden zijn om de zonnepanelen goed op het dak te plaatsen (moet worden gemotiveerd), kunnen een beperkt aantal zonnepanelen onder de voorwaarde van een goede ruimtelijke inpassing binnen het bouwblok worden gerealiseerd. Wanneer dit ook niet mogelijk is kunnen een beperkt aantal zonnepanelen, mits de goede ruimtelijke inpassing wordt gegarandeerd, aansluitend aan het bouwblok worden gerealiseerd. Ook worden kleine velden zonnepanelen toegestaan binnen bestaande bouwpercelen van agrarische bedrijven in het buitengebied. Eerst dient daarbij echter onderzocht te worden of de zonnepanelen niet op de daken gerealiseerd kunnen worden.

10


Bijlage 3 – Relevante beleidsdocumenten Venlo Ambitiedocument Cradle-to-Cradle (Raadsbesluit 2009) Venlo onderkent het gegeven dat grondstoffen en fossiele brandstoffen opraken, dat de concurrentie om die stoffen mondiaal steeds groter wordt, wat leidt tot hogere prijzen. Vanuit economisch oogpunt is het essentieel om minder afhankelijk te zijn van dit soort invloeden. Venlo zet daarom in op C2C als innovatief economisch principe, waarbij afval niet meer bestaat en materiaal in continue kringlopen worden gehouden. Ook wordt daarbij volledig overgeschakeld op duurzame energie. Doel is om de uitgangspunten van C2C te verwerken in alle beleidsdocumenten en toe te passen in alle projecten. Energie voor Groene Groei – Energiestrategie Venlo-Beesel Venlo (Raadsbesluit 2013) Het doel is een klimaat neutrale gemeente in 2030, te bereiken door 35% energiebesparing t.o.v. het gebruik in 2013, in combinatie met het doel dat in 2030 ca. 30% van de energiebehoefte wordt ingevuld met duurzame energie die lokaal wordt opgewekt. Voor het bereiken van die doelen is de gemeente sterk afhankelijk van initiatieven van inwoners, instellingen en het bedrijfsleven. Speerpunten zijn daarom “economische kansen”, “de samenleving aan zet” en “overheid faciliteert en feliciteert”. Ruimtelijke Structuurvisie (Raadsbesluit 2013 en 2014) C2C is één van de speerpunten binnen de uitgangspunten voor de ruimtelijke structuurvisie. In die uitgangspunten wordt sterk ingezet op een gemeente die op termijn onafhankelijk is van vervuilende energiebronnen, door een overgang naar schone energie die zoveel mogelijk lokaal wordt geproduceerd en ruimtelijk wordt ingepast. Het ontwerp van de Structuurvisie heeft inmiddels ter inzage gelegen; er worden ambtshalve nog een aantal wijzigingen in doorgevoerd. Over de paragraaf over energieproductie op landbouwgronden zal worden geadviseerd om deze te nuanceren, waarbij grootschalige installaties voor zonne-energie op landbouwpercelen nog steeds als ongewenst worden gezien, maar tegelijkertijd meer ruimte wordt gegeven aan kleinschalige installaties onder voorwaarden van goede ruimtelijke inpassing, ter dekking van het eigen energiegebruik, in situaties waar het niet anders kan. Welstandsnota (Raadsbesluit 2014) In de welstandsnota is een aparte C2C-bijlage opgenomen. De meest van toepassing zijnde passages stellen: Klimaatverandering en het schaarser worden van grondstoffen en fossiele brandstoffen stellen wereldwijd steeds meer eisen aan de gebouwde omgeving. Een radicale systeemverandering is daarom essentieel en Venlo geeft daar invulling aan door het omarmen van Cradle to Cradle (C2C) als ontwerpprincipe. C2C zit in de genen van de stad, is onderdeel van het imago en is als verdienmodel een belangrijke motor in de economische ontwikkeling van de stad. Er wordt gestuurd op het toevoegen van kwaliteiten die bijdragen aan het imago van de stad en de functies die van de stad worden verlangd, en op het feit dat C2C daarin een belangrijk onderdeel vormt. De vereiste systeemveranderingen hebben gevolgen voor de uiterlijke verschijningsvorm en materialisatie van de gebouwde omgeving. Vormgeving komt steeds meer in het teken te staan van de aanvullende functies en kwaliteiten die …verlangd worden (verbreding van het gebruik). Denk aan het toepassen van zonnepanelen. Zowel voor de ontwerpers als voor de beoordelaars vergt dit een verandering in het denken. Van de beoordelaars wordt gevraagd om een ruime blik te hebben en om ruimte te geven aan nieuwe mogelijkheden en anderen te enthousiasmeren voor Cradle to Cradle oplossingen. De welstandsnota faciliteert hiermee de transitie naar een duurzamere stad.

11


Coalitie-akkoord (2014) De meest van toepassing zijnde passages stellen: 1.1 Loslaten in Vertrouwen We willen inwoners de ruimte geven om zelf, vanuit de samenleving, keuzes te maken. We willen loslaten, in vertrouwen op de ander. Dit betekent dat we ook stevig zullen inzetten op minder regels en minder controle. 2.2 Ruimte voor de samenleving Loslaten ook in het volle bewustzijn dat daarmee dingen niet altijd zullen lopen zoals we dat zelf hadden gewild of bedacht en er zullen ook dingen fout gaan. Dat risico nemen we. We laten de beheersmatige rol van de overheid zoveel mogelijk los. Meer vertrouwen in de uitvoering van de samenleving. Waar nodig stimuleren we die samenleving om een actieve rol op zich te nemen, en ondersteunen we hen in het vervullen van die rol. Zichtbaar en voelbaar in onze dienstverlening, vanuit een positieve houding naar de burger en bedrijfsleven. 2.3 Ruimte aan de werkvloer De ambtelijke organisatie zal tegelijkertijd in staat moeten worden gesteld om meer mee te denken met burgers en ondernemers. Vanuit de leefwereld van mensen en niet vanuit de systeemwereld van de gemeente. Om mensen te voorzien van positieve adviezen en oplossingen. Daar zullen de ambtelijke organisatie en haar uitvoeringspartners ruim mandaat voor krijgen van het college en de gemeenteraad. Kan iets niet of is het te complex, dan pas zal het college en de raad de knoop doorhakken en een richting aangeven. Ook hier dus: loslaten in vertrouwen, vanuit een positieve grondhouding. 6.2 Duurzaamheid C2C en duurzaamheid zijn de belangrijke dragers waarop wij kansen willen creëren. Binnen de samenleving zullen we het draagvlak voor deze thema’s gaan versterken. Duurzaamheid en innovatie zijn globaal drijvende succesfactoren gebleken voor sterke steden. Tegen die achtergrond verwachten wij veel van de campusontwikkeling die in de komende raadsperiode vorm moet krijgen. We zullen ons maximaal inspannen om deze voor de stad zo belangrijke stap voorwaarts te faciliteren.

12

ZONNEPANELEN OP DE GROND

Recommend Documents