..
.■•
JV.r.j^v:^^JM.,^^_,iJW^iW.^j!i,,,,ijJi
Qg^ygarT^rrg^s.^ srjgZASi.vzr-sezTzsfirzrz
il,!,
J
j
UI_IJ.
«.«w—^^^^^^^^^^^^^^^^mmmmmmmimmÊmm
TTzrTvr^a/ ,r ;T -.\s^oy.T;T^g?S3^:T .y.NgrTac^.t. ■g?a3rT^^g3gKTr\g^<3>g
ZOOLANG- A3LS 036 3LBPB3L IN OEN BREÏPOT STAAT ZOOLANG TRBOREN WU NOO NÏBT! EEN DALLESLIED MET TEKST EN MUZIEK VAN ALEXANDER DE HAAS "Riltlitni5cli deinend.
,
en. weerlomt .-ie altjdtivn.wé i-ti weer.eMdaM kik ...keft heelde toeWr cp
het
niet,
5chw.ne
lied
til.de.ra. ivant Zöö. ktig als de
mm mm
kZowmm t^-neMdn^waar <|u. ren .o.ver lioog.sfevlwnjferd
v&h zo o..anaals de Ie pel in de breL.pot fbui, zoa.lana tneit.ren
W^ PP m
le.pel in de brei.. pet
stzxt, ZOCAMQ treu . ren
wjj
naß
2 51 Zoo je weet, mijn waarde makker: Als je huilt ben je een stakker, Als je lacht dan ben je echter rijk! Lig dus niet te lamenteeren, Om je dalles, om je beeren, Zet je zorgen gladweg aan den dijk. Na het allergrauwste onweer Komt de èltijd-trouwe zon weer, En dan kikkert héél de boel weer op. 'k Zou mijn tranen dus maar sparen. Over hoogstens honderd jaren Hebben w' allemaal een kalen kop!
Heb je trek in versehe broodjes, Boerenkool of spek met krootjes, Maar je krijgt geen steek meer op crediet. Eet desnoods dan droge korsten, Kale velletjes van worsten, Doch je VTOolijkheid, verlies die niet. Wie zich nooit eens zwaar gesjochten Blauwe plekken heeft gevochten Om een heel bescheiden stukje brood, Zal ook verder in zijn leven Nooit het wäre leeren geven Aan zijn arme makker in den nood.
tvij Mö^
iC
*
Ü"
Loop je zóó te fantaseerén, Om je beeren te bezweeren, Dat je zelf gaat g'looven wat je zegt, Als de deurwaarder geregeld Heel je rommeltje verzegelt, Laat maar gaan, want alles komt terecht I 'n Kleine dallesperiode Is voor ieder mensch van noode, En al wordt je'r slank van als een mug, Gaat het zonnetje weer schijnen, Je beslommeringen kwijnen, Denk je'r altijd lachend aan terugI
êgypbiein. Cigarette! •,;:.,-.-ï::T -*:".», x;<-•:: .-■;-■-■■., ■■^■■-/■.
'<-ï'-:\-!iV:^':.ï~.: • ■;"'-
——~—
■
■
"
.
'.-
l,L
L
'
.
.-,.
:H^^^.Wm#P^^^
=
ndien gij prijs stelt
VAN VEEKTDT WEEK
op een hygiënische en vlugge wijze van inzeepen, gebruik dan
HET IDEALE HUWELIJK
De man, voor het huwelijk, slooft zich af, om z'n goede eigenschappen te laten zien. Dat was vroeger zoo. En tegenwoordig is het min of meer nog zoo. Doch eerst na het huwelijk komt de vraag: Zeg schat, help me ereis dat schilderij ophangen ? of mannie, zou je ereis willen kijken naar de kraan van de badkamer? Die lekt. ♦ * * En wee het gezin, waar de man zoo onbedreven, zoo onhandig is, dat hij met een hamer alleen een gat, maar geen spijker in den muur kan slaan, waar voor elke kissebis een werkman over den vloer moet komen. De vrouw ziet, ook wanneer ze kort haar draagt, in den man nog altijd den helper, den vertrouwden steun. En het gezin, waar de man deze geschiktheid in 't kleine bezit, is gelukkiger, dan het huishouden, waarvan het mannelijke hoofd een genie, doch verder een hopeloos onhandig wezen is, ongeschikt voor alles wat in den regel als „huishoudelijk" wordt aangeduid.
Onlangs is er in ons land een boek verschenen, dat bovengenoemden titel draagt. Een werk, dat ik graag ter lezing zou aanbevelen aan alle ernstige mannen en vrouwen, maar dat ik hier niet kan gaan beoordeelen. Het is alleeA den titel, dien ik voor m'n wekelijksch praatje gebruik. En dan nog wel om het zoo belangrijke vraagstuk, op een héél andere manier te behandelen.
\
Het belangrijke vraagstuk. Want het is werkelijk allertreurigst, hoe het aantal echtscheidingen, helaas ook in ons land toeneemt. Noem me ouderwets, ik zal er mij niet tegen vei zetten, doch telkens wanneer ik hoor, dat echtelieden vrijwillig elkaar voor goed willen gaan verlaten, doet mij dit leed, zeker wanneer er kinderen zijn.
is direct voor het gebruik gereed en maakt water overbodig, waardoor het schuimslaan geheel vervalt. is volkomen Al kali vrij en antiseptisch, maakt de huid blank en elastisch, terwijl zelfs bij het ruwste weder, het gelaat na het scheren zacht en gaaf blijft.
Onlangs had ik over dit onderwerp een aardig gesprek met een oudere dame, een vrouw van ondervinding. Och zei ze, d'r rijn verschillende gronden, waarom de menschen gelooven, dat ze met elkaar niet kunnen opschieten. Je hebt in vele gevallen de „andere", meestal „ideaal", omdat hij of'zij anders is, doch au fond even menschelijk, evenzeer met gebreken als de „tegenwoordige". Dan zijn de klippen, het humeur, de familie, de stille fouten, het pecuniaire. Doch, zoo concludeerde de dame in kwestie, het meest hinderlijke voor de vrouw is, ccn man thuis van ([eenerlei nut.
wordt liefst met de vingers ingewreven, waardoor zelfs 't geringste cream-verlies vermeden wordt. spaart door zijn volkomen zuivere alkali-vrije samenstelling het scheermes of apparaat en houdt dit veel langer scherp dan bij gebruik van de bijtende scheerzeep. vermijdt ieder pijnlijk gevoel en is dus geschikt voor een delicate huid.
Een groote pot bevattend EEN Kg. kost franco door het geheele land f3.— > Bij alle Coiffeurs verkrijgbaar of direct na toezending van postwissel
Haagsche Zeepziederij Een dunne laag, met de vingers op de baard gebracht, maakt
't Is vreeselijk, wanneer je opgescheept bent met een man, die huishoudelijk een non valeur moet worden genoemd. En het gekke van het geval is daarbij, dat de meeste meisjes vóór het huwelijk geen gelegenheid hebben om na te gaan, in hoeverre de man al of niet met deze fout behept is.
het
,rDE OOIEVAAR" Z. BINNENSINGEL 211, DEN HAAG POSTCHEOUE No. 63197
haar zoo zacht, dat
VAN QVERAIT De hooge hak wordt bedreigd. Pogingen worden aangewend om de schoentjes met lage hakken voor avond- zoowel als voor wandeldracht ingevoerd te krijgen. Voor het eerstgenoemde doel worden zoowel satijn, als gekleurd brocade en metaalweefsel gebruikt. Een groep engelsche filmmenschen hebben aan Mussolini gevraagd een film te mogen vervaardigen van het fascisme. Het scenario is geschreven door majoor H. C. Mac Neile en eischt niet alleen de medewerking van eenige duizenden „zwarthemden", maar ook van Mussolini zelf. Qpk de Fox-film zal „Carmen" op het doek brengen en wel met Dolores dei Rio als hoofdrolvertolkster. Het werk zal opgenomen worden in Hollywood.
het scheren geen pijn veroorzaakt
Een schotsche sterrenkundige Duncan Mc Ewan heeft op een typische manier geprobeerd van de parapluie gebruik te maken om ren trcmakkelijk bruikbare -•• r
POETSEXTRACT „GLIM" C^een, SesfTu&étÜTjq^ l^^zen, besmje&ïrtjqs qéocuzt mee?-
4 Ar* si^ .
*" V'T
even goed als het buitenlandsch fabrikaat, maar goedkooper.
♦
Een aardig paar Peggy Beatty en Lovely Lee, die in het Winter Cirden Theater te Londen optreden en een rol vervullen in Tip-toes, de nieuwe .musical comedy'*, welke daar wordt opgevoerd.
renkaart te construeeren. Het hemelbeek? is in evenveel stukken onderverdeeld als er ruimten tusschen de balijnen zijn, en op die strooken zijn de sterrenbeelden, welke men daarin moet zoeken, aangegeven. De beschouwer heeft nu alleen maar er voor te zorgen, dat de poolster in de juiste richting te vinden is en de rest zal dan gemakkelijk op te sporen zijn.
M'n vriendin met de lange ervaring (zij is tweemaal weduwe geweest en voor kort met haar derden man getrouwd) adviseert: Laat iedere jonge man, voor hij gaat trouwen een cursus in slojd volgen. Een maand daaraan besteed, is 'n garantie voor een ideaal huwelijk en welgebruikten tijd dus.
^NAik£/WAT No No Nanette, het engelsche coraediestuk, dat ook in ons land bekend is, heeft ononderbroken van n Maart 1925 in Londen geloopen. De laatste voorsteMing in het „Palace" gebouw, zal op 16 Oct. plaats vinden, 't Is dan gedurende 19 maanden opgevoerd. De financieele resultaten zijn schitterend geweest. De zoon van den bekenden engelschen schrijver Wells is met eén vriend naar Amerika gegaan, o.m. om het scenario, dat hij naar zijn vaders werk Through a window samenstelde, naar de States te brengen. Toen in 1874 de italiaan Lunardi met den eersten ballon, die ooit in Engeland was gezien, in Herfordshire moest dalen, dorsten de bewoners hem niet te helpen, omdat ze hem voor een bovenroenscheldjk wezen hielden. En nu lachen we tegenwoordig om den angst der kaffers voor vliegmachines. 224 CKl CINEMA PALACE 5Katverstraat Teleroon 42009 ^^ Nieuwen dijk 186 PASSAGE BIOSCOOPJ Tel. 30103 A'dam Verloonen vanaf 10 September de phenomenale dreusfiim
MACISTE ALS LEEUWENTEMMER Maciste op zijn best!!!!
■*■-
—-9-9— .
„Ik geloof in Mary Philbin de grootste actrice van dezen tijd te hebben gevonden", verklaart de beroemde EJuropeesche fümregisseur Svend Gade, de man, die „Romeo en Julia" en andere verd'ienstelijke deensche en fransche fiüns heeft vervaardigd en die nu door Universal in Amerika is geëngageerd om het filmwerk „Miss Vanity" met Mary Philbin in de hoofdrol op het doek te brengen. „Nu ik met miss Philbin gewerkt heb, besef ik pas ten volle hoe diep haar talent is en wat zij vermag te geven. Ik geloof, dat geen rol ter wereld te zwaar voor haar is. wait ik nog niet inzag toen ik haar spel bewonderde in „Merry go round" of andere films, die ik volgde. Natuurlijk merkte ik dadelijk op, dat zij talent had, maar sinds ik zeli met haar werk, heb ik pos ingezien welke capaciteiten zij bezit en zij wekt meer en meer mijn belangstelling. Ik zou haar zoo graag eens zien in „Hamlet", een van de grootste rollen van Sara Bernhardt, een werk, dat ik reeds op 't doek bracht met Asta Nielsen. ADes is aan haar natuur, zij weet niets van techniek, zij is een geboren actrice, misschien de eenige, die er op het oogenblik bestaat". Mary Philbin zelf heeft niet zooveel lust om Ophelia uit te beelden, zij heeft andere ambities, zij, is een groote bewonderaarster van Lon Chaney en zijn creaties en het liefste zou zij eens een vrouwelijke rol spelen zooals hij er zooveel mannelijke het licht heeft doen zien; of het een onsympathieke rol is kan haar niet schelen. Zij heeft reeds een rol in haar gedachten, die zij dolgraag zou uitbeelden en waarin zij zich reeds volkomen ingeleefd heeft, het is de hoofdrol uit het werk van Ouida „FolleFarine"; een boek, dat zij reeds vijf maal gelezen heeft. „Ik ken op het oogenblik geen enkel ander stuk, waarin ik grootscher werk zou kunnen geven, iederen keer, dat ik het boek lees, krijg ik meer trek om de hoofdpersoon uit te beelden", zei de jonge actrice. Om capabel te blijven voor de zware rollen, die zij dikwijls te creëeren krijgt, leidt Mary Philbin een zeer eenvoudig leven. Vijf van de zeven avonden begeeft zij zich reeds om negen uur ter ruste, soms nog eerder als zij erg moe uit het studio thuis komt, dan brengt haar moeder haar het middagmaal op haar slaapkamer doet zij niets anders dan rusten. Moe is Mary-tje nogal eens, want zij leeft zich volkomen in
haar rollen in en niets is er wat meer vermoeit dan den heelen dag emoties te doorleven, maar thuisgekomen staat moeder daar om haar met volle liefde te verzorgen. Toen Mary zoo gelukkig was den eersten prijs te winnen in een schoonheidswedstrijd en daarop voor de film geëngageerd werd, stond haar moeder dadelijk klaar oni haar te vergezellen naar het land van de „movies" en het tweetal leeft geheel voor elkaar. Moeder doet al het mogelijke om haar beroemd geworden dochtertje zoo goed mogelijk te verzorgen en doch-
terlief laat niets onbeproefde«! het haar moeder naar den zin te maken. Zij bewonen samen een heerlijke woning en zijn dol op haar poes en haar mooien hond, die moeder dagelijks gezelschap houden. En als er eens niets te doen is, wordt in den huize Philbin door de dames iets lekkers klaar gemaakt. Moeder Philbin kan heerlijk koken en bakken en Mary is er dol op om dat ook goed te leeren. Zij heeft een groote vereering voor de kookkunst van haar moeder en wil het op den duur net zoo goed kennen als deze, want,
■
zegt zij, als ik eens ga trouwen, wil ik, dat ik zelf voor mijn echtgenoot eens iets kan hereiden. Zij vindt niets erger dan wanneer een vrouw mets van huishouden en koken afweet en het 'personeel niet kan zeggen hoe zij het wil, omdat zij het zelf niet kent. „Ik wil todh mijn heele leven geen filmster blijven en hoop eens een gezellig thuis met mijn man te hebben en dat zoo aantrekkelijk voor hem te maken, dat hij zich de gelukkigste man op de wereld gevoelt", zegt het aardige melske, dat zich zelf „ouderwets" noemt, ook omdat zij niet altijd van jazz-mmiek en dansen houdt, maar zich dikwijls in haar eentje vermaakt met klassieke muziek. Zij speelt dan Beethoven en Mendelssohn voor haar eigen genoegen. De moeilijke muziek van deze componisten is zij niet meester, maar de gemakkelijkere verschaffen haar veel genot. Niettegenstaande haar drukke bezigheden heeft zij altijd zoo goed en zoo kwaad als het ging haar pianolessen bijgehouden en haar liefste verstTooiingsavonden zijn dan ook die waarop zij naai een qaooi concert kan gaan. Veel avonden gaat zij niet uit, maar een enkelen keer heeft de mensch wel eens zoo'n verzetje noodig en Mary vindt 'het bovendien nuttig om op de hoogte te blijven. De liefde voor goede muziek zit haar, evenals haar talent voor het mimische spel, in het bloed en zij profiteert dan ook, als het eenigszins gaat, van de gelegenheid om deze te hooren. Dat het filmspel niet altijd even pieizierig is, weet ook Mary Philbin te vertellen, daar zij onder andere in „Stella Maris", waarin zij een dubbelrol moest vervullen, een omhulsel van celluäoid te dragen kreeg in de rol van het mooie meisje, maar het tweede lichaam sloot natuurlijk zeer vast om haar heen en daar het in de dagen van de opnamen bovendien nog zeer warm was ock, kwam zij iederen keer zoo goed als gekookt uit haar twteede ik. „En dan denkt iedereen", zucht het aardige filmsterretje, „dat ihet spelen voor het witte doek 'altijd even leuk is". Toch zou zij er geen afstand van willen doen, zoo is zij gehecht aan de studio's en alles wat er met haar werk in verband staat. En het publiek zou haar ook nog niet gaarne willen missen, zoodat het maar te hopen , is, dat de man, dien Mary met haar kookkunst het leven aangenaam wil maken, nog maar geruimen tijd uit haar buurt blijft....
rar
lv£V
i
i
Door het bureau voor Cine- ' matografie „Filma" te Amsterdam, wordt een film in omloop gebracht, die het romantisch leven van een danseresje behandelt en Margaret Livingston in de hoofdrol laat zien. Het is een moderne film met feesten, wedrennen, jazzband, balletten, charleston en revue-girls en vervaardigd naar den beroemden roman .„The Chorus Girl". De korte inhoud willen we hier even weergeven: Somber en onheilspellend weerklinken de brandklokken van de Mallory-staHen in den duisteren nacht. Hoog op laaien de vlammen en met de grootste moeite redden de mannen de verschrikte paarden uit de vuurzee. Tevergeefs tracht Dan Mallory, de jonge eigenaar van de stallen, het beroemde renpaard „Lady Bella" in veiligheid te brengen. Plotseling rent een meisje de stallen binnen, maar ook haar lukt het niet en half bedwelmd wordt zij naar buiten gedragen. Zij is Patricia O'Brien,, Dan Mallory's verloofde, een gevierd actrice in*de cabaretwereld van New-York. Mallory beseft, dat al zijn toekomstplannen in rook vervliegen. Lady Bella, toch nog uit den brand gered, heeft het gezichtsvermogen verloren en zal dus niet kunnen meeloopen in den Grand Prix. Vast en zeker heeft Dan er op gerekend, dat zij de race zou winnen en hij de 20.000 dollar, die er als prijs aan verbonden waren, had hij bestemd voor zijn huwelijk. Ook zou hij nu de hypotheekschuld aan Crawford niet kunnen aflossen. Pat belooft Dan te zullen wachten en met haar jonger zusje Nora keert zij weer naar New-York terug. Zij wil Nora onttrekken aan de
attenties van Crawford, maar zij ontmoeten elkaar weer op een avondfeest waar Pat weer tusschenbeide komt. De dag van den Grand Prix breekt aan en ondanks haar blindheid loopt Lady Bella toch mede en wint. Nora en haar vriendinnen hadden 300 dollar op het dier gezet, doch Crawford beweert, dat hij het geld op n mêdedingster had geplaatst. Dien avond begeeft Nora iich naar zijn .vertrekken om het
geld voor de meisjes op te eischen. Maar plotseling verschijnt ook Pat, zij vermoedde waar zij haar ruster vinden kon. De situatie wordt pijnlijk als Pat's moeder en Dan ook worden aangediend. Dank zij de gewonnen race is Pat in staat zijn hypotheek af te lossen. Om Nora te redden offert Pat zich op en diep bedroefd over haar vermeende ontrouw gaan haar moeder en Pat weer heen. Thuisgekomen treffen zij
Nora, die door Pat in een taxi naar huis is gestuurd. Als deze later ook thuis is gekomen, ziet Dan aan Nora's arm een welbekenden armband. Het is dezelfde,, die hij aan den meisjeaarm heeft gezien in Crawford's kamer. Thans weet hij dat Pat onschuldig is en overgelukkig sluit hij haar in de armen. Het Wi. B. Theater zal deze film te Rotterdam op het witte doek brengen.
-■^^^""
^^"
—^—
^^^—
C^MrZ).£ STUDIO'S BmNGfN^cy de laatste vijand sneuvelt of een overhaasten aftocht blaast. Intusschen heeft ook Tommy op de bovenverdieping zijn best gedaan en op eigen houtje een veldslag geleverd met dezelfde schitterende resultaten als een verdieping lager. Over alle liniën is de slag gewonnen, het meisje is bevrijd en trotsch op hun zoo moeilijk bevochten zegepraal, verklaren de oude beeren thans plechtig, te zullen blijven wat zij altijd waren, n.m, ,,de onoverwinlijken."
VRÜGEZELLENCLUB>>DE NACHTPIT" In het jaar 1896 waren de „Onoyerwinlijken" wijd en zijd bekend als de beste baseball-spelers, die het als een heel gewone prestatie beschouwden om in één seizoen 1632 doelpunten en 119 blauwe oogen te maken. Doch dertig jaar later, in 1926, is de eens zoo beroemde club gedegenereerd tot een wanhopig stel rheumatische oude beeren, door journalisten spottend „Vrijgezellen-club ,,De Nachtpit genoemd. En inderdaad, niets scheen in staat deze rampzalge overschotten van een sportief leven uit hun troosteloos bestaan op te wekken, tot op zekeren dag de voorzitter der club, Johny Walker, de eenige wiens levensvlam nog niet heelemaal tot een nachtpit verduisterd is, bij toeval het bestaan onti dekt van Tommy Tucker, den zoon van eert overleden lid der club, een kappersbediende te Greenwood. Reeds dadelijk na zijn aankomst in New York beginnen zijn komische avonturen. In een minimum van tijd staat de geheele club op stelten en heeft hij de oude sukkels de stuipen op hun lijf gejaagd. En tot overmaat van ramp komt Tommy, dien ze eindelijk met vereende krachten de deur uitgewerkt hebben, tot de ontdekking dat de geliefde zijns harten, Elle Stanton, met haar oom eveneens uit Greenwood naar New York vertrokken is, waar deze laatste een nachtgelegenheid heeft geopend en zijn nicht wil dwingen tot het plegen van onwettige handelingen, hetgeen haar reeds dadelijk in handen der politie dreigt te brengen. Doch Tommy treedt op als de reddende engel, die het ^meisje in een waschmand verstopt, welke hij metjbehulp van een agent het clubgebouw binnensjouwt, waarna er voor de oudjes weer nieuwe onaangenaamheden volgen. Maar Tommy verdwijnt, hij geeft er de brui aan. Na een stormachtige toegejuichte rede van een hunner, besluiten de oudjes om Tommy weer te gaan terughalen, dien zij eindelijk aantreffen in het nachtcafé „Het Uilsoog", waar hij pogingen in het werk stelt om Ellen Stanton uit de handen van haar oom te bevrijden. Met beide handen aanvaardt hij de gul aangeboden hulp der thans in echte kemphanen veranderde oude heertjes en in het nachtcafé wordt thans een slag geleverd, zooals in de geheele wereld-geschiedenis nooit is voorgekomen. Dank zij hun meerder intellect weten de „nachtpitten" een nuttig gebruik te maken van elk strategisch punt, waarbij van stoelen en door middel van bretels katapullen wor-
HET EILAND DER HOPE Het Dubbelheerenkwartet
den gemaakt.Doch ook de in het café aanwezige boeven laten zich niet onbetuigd en, aanvankelijk overtuigd van hun meerdere kracht en gevechtswaardigheid, verdedigen zij zich tenslotte met den moed der wanhoop. Tot ten laatste de zegevierende oudjes op onnavolgbare wijze een charge uitvoeren, waarbij
Richard Talmadge vervult in deze nieuwste films de rol van een schrijver, Robert Mac Kay, die terwille van een lief meisje een reis medemaakt op een schip dat naar schatten zoekt. Het meisje bevindt zich eveneens aan boord, want de kapitein is haar oom. Een aangenaam man is deze echter niet,, de bemanning heeft dan ook een echten hekel aan hem en de haat, maar ook de zucht naar het begraven goud gaan zoo ver, dat er muiterij ontstaat. Robert verdedigt het jonge meisje met waren heldenmoed. Toch zou hij weinig hebben kunnen uitrichten tegen de overmacht, als niet het schip vergaan was. Robert en het meisje spoelen aan op het Eiland der Hope, waar zij onderdak vinden in een oud, bouwvallig kasteel, waar jaren en jaren geleden de zeeroovers verblijf hielden en waar zich ook de begraven schat moet bevinden.. Ook de kok en zijn maat zijn op het eiland en zoeken onderkomen in de ruïne, doch beleven daar een allesbehalve pleizierigen nacht vol spookachtigheden en geheimzinnigheden. De overige bemanning is op een ander deel van het eiland, doch heeft al spoedig het spoor van Robert en het meisje gevonden. Tijdens een verschrikkelijk onweder dringen zij het oude kasteel binnen en een reeks van gevechten ontstaat, waarbij Richard Talmadge gelegenheid genoeg heeft zijn kracht, en weergalooze vlugheid ten toon te spreiden. Eenige vrienden van Robert zijn inmiddels er op uit getrokken met een schip om hem te zoeken. De bladen hadden wrakhout gemeld, op drie mijlen afstand van het Eiland der Hope, dus weten de redders waar zij zoeken moeten. Gelukkig weten zij Robert en het meisje te vinden en gedachtig aan het: „Samen uit, samen thuis", keeren deze beiden terug naar het vaderland, om zich daar.... in den echt te laten verbinden.
^HSówe
Het cabaret is in de laatste jaren in verval geraakt, niet alleen in ons land, maar in geheel Europa. Het is een gewoon verschijnsel, dat samengaat met den bloei van de plankentechniek en van de revue. Over de geheele linie heeft de revue de kleinkunst verdrongen en deze zal wel niet eerder herleven, dan wanneer het publiek van de aanbidding van de afgod techniek, is terug gekomen, een verschijnsel, dat zich bij de film al heel eventjes begint voor te doen, maar dat toch wel eenige jaren zal noodig hebben om baan te breken. Een van de weinige kleinkunstensembles, die zich hebben weten te handhaven en op peil te houden, is ,,De Blauwe Vogel", het beroemde Russische ensemble van J, Jushny. Reeds het vorige jaar schreef ik een en ander over dit gezelschap, dat tot een wonderlijke eenheid is gegroeid, zich een eigen genre heeft weten te scheppen en over de eenvoud van hun nummers. Waaruit deze bestaan? Jushny schrijft het zelf met groote duidelijkheid: „De ensceneering van een humoreske, de stiüseering van een beeld uit het dagelijksch leven, het parodieeren van een kunstuiting en het dramatise^ren van een chanson wisselen elkaar af." De groote schlager van dit programma is „Eine Kompagnie Soldaten", een zestal als uit marmer gehouwen figuren tegen een witte achtergrond, zingende een melodie van sombere gelatenheid, een beeld, dat men niet licht vergeet. Schitterend was ook het Dubbelmannenkwartet .van aan lager wal geraakte intellectueelen, die zich nog maar steeds niet kunnen voorstellen, wat het beteekent, op de planken te staan. Het tragische en het komische naderen elkaar hier wel heel dicht 1 Nummers van humor, nummers van bonte monteering wisielen deze weder af. Schel parlando gillende stemmetjes en als poppen bewegende figuren, daar zijn deze Russen o, zoo' sterk in, getuige het verrukkelijke ,.Katinka", dat als van zelf sprekend herhaald werd. Men zou over alle nummers pagina's kunnen schrijven, maar ik moet mij tjt het
INSTITUUT
Lcidschckade 102 bi) het Lddscheplein
Beatrice Joyce n«eft een misstap gedaan. Heel erg zijn de gevolgen blijkbaar niei. Zij lacht nog!
Amsterdam - Tel. 36047 The Nlblets De heer en mevrouw Niblet hebben zich bij hun optreden, oolc hier te lande, als een zangerspaar van zeer groote en bijzondere verdienste, doen kennen.
Dorothy Devore in „The man upstairs"
[JlTimiÄTOCTRITll
belangrijkste beperken. „Wolgaschlepper" en „Leierkasten" werden op verzoek dit jaar weer vertoond. Eén nummer miste ik (ben ik de eenige?), dat was „Und das Leben Siegt", de scène van de ballingen, di^ naar Siberië getransporteerd worden, met de Kompagnie Soldaten en de beide vorige nummers, de sterkste van het ensemble. Een violiste dook op uit het orchestra en speelde, brillant. Direktor Jushny was geestig als altijd; als conferencier schijnt hij zelfs school te maken. Hij vertelt: Een heer bezoek4
hem in Berlijn in zijn kleedkamer en stelt zich voor: „Doctor Wilty Kaufmann, arts", hij antwoordt : „Jacob Jushny, gezond!" Zoo gewoon, alsof het de eenvoudigste zaak der wereld is. Eenvoud en naïviteit zijn de kenmerken van al, wat „De Blauwe Vogel" brengt. Daarmee hebben zij Europa veroverd. Slechts twee maanden blijven zij in ons land, dat is maar heel kort, wat er toe zal bijdragen, dat het publiek hen zal blijven waardeeren. Opdat zij een volgend jaar weer terugkomen I ALBERT HERFRED.
De vrouwen gaan te ver. D'r moet ereis „halt" geroepen worden. Een tijd lang was het nog te verdragen, maar nou is er een etiketje noodig achter op den bol geplakt metdit is'n meisje, om te weten of je jongejuffrouw of jongeheer moet zeggen. Je kunt't den badmeester van Obelt heelemaal niet kwalijk nemen als hij van tijd tot tijd een kortgeknipte juffrouw het dame&bad uitjaagt met z'n kernig amsterdamsch: Wil je wel ereis moaken dat je 't doampesbassem uitkomt, kwoajangenl Je kunt het ook niet ontactvol noemen, wanneer een jongmensch in de gemengde baden tegen een ander zegt: d'r zijn niet heel veel aardige meisjes vin je wel ook als later blijkt, dat die „ander" een jonge dame is. Het wordt te gekl
/»ens op de portretten van Mary Phübin en Mary Pickford. Toch wei lieve snuitjes met die lange lokken. Wilt ge een goeden raad ? Gooit dan dien alles en allen onder een helm drukkenden modernen hoed, die veel te lang mode bleef, weg. Het moet op den duur hinderlijk voor de oogen zijn om altijd ergens onder uit te kijken. Wilt ge het verkeerde van den clochehoed vaststellen, zet u dan in een volle tram met veel dames er in en kijk eens goed naar de rare manier waarop ze met oogen en hoofden draaien moeten om iets te zien. Wilt ge een andere hoofdbedekking, doch niet te zwaar, wat denkt ge dan van de mantille, het luchtige, sderlijke kanten doekje, met de haardracht zoo dat lokken aan de beide zijden coquet opkrullen. Dacht u dat dit soms niet flatteerend zou zijn? Ik kan u verzekeren, dat wij, mannen, weer terugverlangen naar den open blik. Wat is er aardiger dan rechtuit te kunnen staren in de vrouwenoogen. Het verbaast me niet, wanneer ermannen gevonden worden, die er beu van zijn om eerst te moeten bukken om te zien „wat er onder dien hoed zit." Doet ge het niet om de mannen, uitstekend, doet het dan om uzelve en weest eerlijk, geeft toe dat ge den vluggen sombrero, die zoo elegant, zoo „persoonlijk" gedragen kan worden, allerliefst vindt. Natuurlijk behoeft ge ook bij de wijziging der dracht niet tot de excessen te, vervallen, welke den al te sierlijken en ingewikkelden opbouw van het kapsel met zich meesleept, doch omdat het eene verkeerde moet vermeden worden, hoeft ge de andere overdrevene toch niet te blijven dulden. Daar waakt uw gezond verstand zeker wel voor. L. E. KOS.
Scherts ter zijde het geforceerde, dat onzen tijd kenmerkt, het geforceerde vooral in het optreden der moderne jonge en oude vrouwen moet teruggedrongen worden. Op z'n minst moeten de mannen probeeren de verstandigsten te zijn en met tact en overleg zeker den stilstand, wellicht den terugkeer bewerken. Om niet verkeerd begrepen te worden, moet ik nadrukkelijk verklaren, dat ik geen principieel tegenstander ben van het kortgeknipte dameshaar. Doch waar ik tegen op kom, dat is tegen de excessen. Tegen de te algemeene doorvoering. Men moet niet vervallen tot de dwaasheid, die er in de opvatting ligt, dat alleen het kortgeknipte haar aardig, flatteerend staat of geschikt is om gedragen te worden. Wie iemand van zijn gelijk wil overtuigen, die gebruike er het voorbeeld voor. Kijkt nu eens goed, lezeressen, naar de aardige plaatjes, die we hier brengen. Let 1
Het verloofde paar Prins Leopold, do kroonprins van BelgiS, met zijn bruid prinses Astrid van Zweden*
OB HBRFSTMANOEOVRBS
^^^.fS
De nalaarslegeroefeningen
Overste van den Brandhof
De koningin woonde donderdagmorgen op de Leusder heide nabij Amersfoort, een gedeelte van de groote legeroefeninqen bij. Folo van H. M. gekleed in soortcostuum. Naast H. M. loont vice-admitaal Bauduin, derde persoon van links is de opper-staimeester Graaf Bentinck. Achter het gezelschao draagt een onderofficier den koninklijken Standaard.
Het was in het regiment dat onder zijn leiding stond, dat de reiietjes begonnen welke in de kazerne te Assen aan den serg, L. G. v. Munmke het leven kostten.
•^■
t-JSÉ&ffi-iJJi
1
jét'-
De opening van de Staten-Qeneraai Een overzicht van de zaal, terwijl de koningin de troonrede voorleest.
De slag bi) de Maas Een schilderachtig kiekje. Men ziet hoe een vliegtuig een aanval op de brug doet.
B
De radiodienst op de Leusder helde Het boertje begrijpt er blijkbaar niets van.
^P^IWéJI
»"• J^BM
^r IB
K
:£K
S ^S ' )^^H^ i^^P U F S ■
■
^W^^
Pjlg3* ^BiBSSw^Ri»
Hotel -Café - Restaurant „TRIANON" G. VAN LIT
•
VRIJSTRAAT 14 - TEL. 843 EINDHOVEN
Mary Philbin
Kamers met stroomend water met ontbijt vanaf f 2.50
laat heur haar niet shinglen.
Diner f 1.75 - Lunch f 1.25 - Koffietafel f 1-
De ingestorte brug bil Gartz In Duitschland had een ernstig ongeluk plaats. Bij Ganz stortte de pas gebouwde brug over de rivier de Oder, in.
Nary Pickford behoudt haar krullen.
._
Het moment van afscheid Een kijkje aan boord van de Sumatra. De Jantjes nemen afscheid van hun familie, zoowel aan boord als aan den wal.
—T Kort voordat de oude markiezin de Tièfles gestorven was, had zij Edbuard d'Alanbourg bij zidh laten komen en een ernstig onderho-ud met hem gehad. Eddy, zei ze, en het was den jongen rechtsgeleerde alsof hij die lieve stem van zijn moedier hoorde, je bent altijd een goed1 vriend van Johnny geweest. Wij tweeen hebben hem voor heel wat gekke dingen weten te bewaren. M'n eindle is nabij en daarom moet ik je vragen om voortaan alleen op hem te passen. In m'n testament heb ik die noodige maatregelen genomen, waarDe Trèfles was nog niet gedoor je de macht hebt om op zeten, of d'Alanbourg begreep, te treden, wanneer het noodig dat zijn plannen om een midi&. Wil je m'n goeden, dommen dag te gaan tennissen, verjongen ook helpen wanneer ik loren waren. er niet meer ben ? En wie is het nou weer. Edbuard had de hand van Is zij aan de Grand Opera zijn oude vriendin gekust en of bii de Folies. haar de verzekering gegeven, Heelemaal niet. 't Is een waarom zij hem had gevraagd. buitengewoon geval.... Kort daarop was zij geMr. Edouard was heelemaal storven. niet verbaasd over deze medeHeur zoon Johnny had haar deeling. 't Waren altijd buitenbetreurd. Hij had veel van zijn gewone gevallen geweest. Daarmoeder gehouden. Net als zijn om luisterde hij naar het vervader. Doch evenzeer als ziijn haal. Doch 't bleek ditmaal vader was hij als een vlinder werkelijk een avontuur, dat sterk van bloem tot bloem gevlogen. afweek van het gebruikelijke. Alleen met dit verschil, dat Het begin was al héél anders. de fraai-vleugelige vlieger don De jonge dame in kwestie, een honing voor niets krijgt en danseres, die in l'Université opJohnny er zwaar voor moest be- trad, had gladweg geweigerd talen. met Johnny mee te gaan. Eenige En telkens weer was hij de dagen achtereen had hij haar trappen van het dteftige kan- met bloemen en andere attenties toor van Maitre Nautème, ad- bestormd en toen zij eindelijk vokaat en notaris beklommen, er in toestemde den jongen wiens jongste partner EdOuard markies te ontvangen, was het d'Alanbourg door den invloed niet in een der chique restauvan dfe gestorven markiezin was rants maar bij zich thuis. Omgeworden. Meestal wel om diens dat zij, zooals ze beweerde, zijn vrkndenhulp te krijgen, ten- ziel wilde verheffen. einde uit de een of andere Johnny was toen in 'n stemnetelige positie gered te worden. ming, dat hij zelfs voor haar Edouard had geweldig het op z'n hoofd had willen staan, land aan dit baantje. Voor hem dus zeker zijn ziel deze manizat er iets degouteerends in het pulatie wilde laten doen. marchandeeren met teleurgeEdouard amuseerde zich, stelde danseresjes of koor- zonder het te laten merken, dametjes. Zeker was dit nu niet met het relaas van Johnny's bepaald datgene wat het meest avonturen. met zijn aard en aanleg in overDelia beweerde, dat ze mij eenstemming kwam. heelemaal zou veranderen. Mijn Hij was nooit verliefd ge- levende ziel was dood, zoo zei weest, doch voor hem' was ze en m'n lichaam was alleen liefde een zoo hoogstaand be- maar een kapstok waar de grip, dat hij Johnny's surrogaat kleermaker z'n jassen ophing. er slechts een besmeuring van Al z'n geld was een bezoeking. vond. Hij moest het dichterbjke in Doch telkens was hij weer zich zelf cultiveeren en als ze ter beschikking van zijn vriend'. trouwden, zouden ze in een Het beeld van diens moeder klein huisje wonen met geen stond levendig voor zijn geest andere inkomsten dan uit hun als de jonge markies hem ter poëzie. hulpe riep. En, merkte Edouard droogKoel en nuchter behartigde jes op, was ze nog al tevreden hij diens zaken. Een uitbundige met je vorderingen ? dankbaarheid volgde, wanneer Eerlijk gezegd, ik geloof, hij succes had gehad. dat ik beter verzen maakte dan Want Johnny was een harte- zij. 't Was niet te lezen.. Echt lijke kerel, een beste vent, nieuwe kunst. En het ergste alleen wat gauw in het ont- was, dat ze al den tijd dat ze vlammen en laat in 't bezinnen. dichtte, zoo'n amerikaanschen 't Was op een warmen zater- dikken bril droeg. Affreus. Wil dagmorgen in de maand sep- ik je ereis voorlezen wat ik tember, dat het gebruikelijke haar vorige week voor een gebezoek weer plaats vond. dicht met 'n bouquet rozen zond ?
^öäPVTöEJS-
Dees rozen zijn slechts wit en rood. Mijn liefde is nog eens zoo groot. Wil dit gedicht met liefde lezen, Neen, be:er nog de mijne wezen. Ik moet zeggen, Johnny, dat je jezelf hebt overtroffen. Vind je het niet een fijn stuk poëzie ? Neen. Zoo bedoel ik het niet. 't Is een verklaring, die voor het gerecht gebracht, je minstens f lo.ooo zal kosten. Maar zeg ereis, waarom wil je zoo plotseling van je hoog vereerde en dichterlijk geprezen Delia af? Och, 't wordt me te erg. Niet alleen dat ze al m'n geld wil weggeven, ze spreekt ervan, dat ik m'n kleeren moet veranderen en niets mij beter zou staan, dan zoo'n openstaand hemd met een breeden kraag, een fluweelen buis en een dito korte broek. Al m'n voorouders en m'n tegenwoordige vrienden komen in opstand tegen zooiets. Eddy, je moet me eraf helpen. En zoo .gebeurde het, dat Mr. Edouard z'n F.N. dien zaterdagmiddag naar het aardige voorstadje richtte, waar Miss Delia Calny, de amerikaansche danseres, met poetischen aanleg, woonde, waarvan de markies de Trèfles zijn hart, z'n compromitteerende brieven en gedachten terug wilde hebben. Zij bewoonde kamers in een flat en de concierge zei, dat hij wel naar boven kon gaan. Z'n kloppen werd met een verstrooid klinkend binnen beantwoord. Toen hij binnentrad zag hij een jonge vrouw aan ee© groote, tafel zitten met haar rug naar hem toe. De kameri was modem, maar smaakvol, gemeubeld, dat zag hij met een oogopslag en het deed hem aangenaam aan, dat overal bloemen stonden te prijken. Ga zitten, commandeerde het meisje zonder op te kijken. Edouard begreep, dat hij in gezelscihap van de Delia was, daar de jonge vrouw 'n grooten hoornen brü droeg, net zooals Johnny verteld had. Blijkbaar was zij in haar litteraire werk verdiept. Houd ook even je mond.
^^^^^" ^"^"
ik zoek naar het rijmwoord ... Al was haar stem bevelend, toch klonk zij aangenaam. Edouard nam een stoel en ging in afwachtende houding zitten. Johnny, luister goed, ik zal je mijn nieuw gedicht voorlezen .... Het spijt me, viel Edouard haar in de rede, het spijt me, dat ik u moet teleurstellen. Ik ben Johnny niet. Doch als ge mij uw gedicht wilt voorlezen, zal ik wel even luisteren. Het lijkt me, zei zie, zich snel omdraaiend en direct haar zwaren bril afzettend, dat ik u, daarmee geen genoegen doe. Wanneer ge Johnny met zijt, ging ze lachend voort, dan hoop ik, dat ge even den brutalen inbreker zult wezen, die bij dag z'n slag poogt te slaan. Edouard merkte dat zij geest had en dat stemde hem een oogenblik toegeeflijker. Doch hij herstelde zich direct. Zij had het wisselen zijner gevoelens van zijn gezicht kunnen lezen en lachend riep ze uit: Ik weet het. Ge bent Johnny's verstandige vriend en hij heeft u gezonden als den professioneelen .spellebreker. Edouard was lichtelijk uit het veld geslagen. Delia was, net zoo goed voor hem als voor Johnny, een blijkbaar heel nieuw type. Hij probeerde zich tQ oriënteeren. Johnny heeft me verteld, dat ge een ander mensch van hem wil de t maken. Och, zei ze glimlachend, iedere man heeft een vrouw noodig om hem ten goede te veranderen. Onze Lieve Heer schiep Adam, doch Eva maakte een man van hem. Ja, maar m'n vriend de markies de' Trèfles wilde liever blijven zooals hij is. Ja, zuchtte ze comisch, zoo zijn de mannen. De meeste vrouwen zeggen daarom niet wat zij van plan zijn. Ik was altijd te eerlijk.... Dus u is vroeger ook al getrouwd geweest ? Getrouwd ? Heeft Johnny u dat ook al verteld ? Hij heeft deze details overzien. Och, meestal houd ik er maar stil over. Mannen zijiv zoo eiganaardig, weet u. M'n vorige mannein waren allen wat je noernat, volmaakte gentlemen, eien beetje op leeftijd. Mlaar och, wat is ouderdom voor verschil voor eien man... Ik weeit zeker, dat ze allemaal op het oogenblik vol respect over mij spreken met hun tegenwoordige vrouwen. Allemaal riep Eduard lichtelijk verbaasd uit. Het warem er twee. Oude heeiren. Och, jonge meisjes hebben daar vaak een zwak voor. Later veranderen ze....
^^"
.^y^s^f-w
\
f
!
I
6en komisch momentje uit de film „öe Orie Vagebonden"
^™^" En nemen' een net zoo vetóriderlijken jongen man. /s Johnny veranderlijk ? Edouard glimlachte even. Och, hij lijkt lichtelijk op 'n stad&tram„ de eene halte is nog niet voorbij, of om de andere wordt alweer gebeld. Laat ik er maar niet lang omheen draaien. Ik heb 'n opdracht... Wat zegt u. Wil John me niet trouwein? En hij heeft het me zoo beloofd. Ik heb schriftelijke bewijzen.... Juist. Dus u zoudt in staat zijn een actie tegen hem in te stellen. Hecht ge veel aan een proces? Dat hangt er van af. Mag ik u vragen, treedt gij op als de Trèflee advocaat ?
krijgeii vän haar edelmoedigheid. Doch d'Alenbourg was niet in een stemming om pp ILeye gezichtjes te letten. Zondagmorgen sprak hij zijn vriend de Trèfles. Ze vraagt een ton. Wist je, dat ze tweemaal getrouwd geweest was ? Tweemaal getrouwd ? Wat 'n geraffineerde. Maak me los en betaal wat ze vraagt. Had je gedacht dat het zoo'n bijdehand] e was? Stellig, zei Edouard droogjes. Den anderen dag liet hij een van de bedienden komen, die gewoonlijk het informatieve werk deed en gaf hem opdracht naar Delia Calny een nauwkeurig onderzoek in te JßKent ge de verzen en zijn stellen. Den heelen dag was Edouard poëtische brieven ? Wüt ge ze onrustig. In den regel werkte ereis lezen ? deze onderzoeker vlug, doch De Hemel beware . .. Och, 't is alleen maar om ditmaal was hij te Iaat. Om een beter begrip te hebben van vijf uur zou hij hebben te beslissen en het liep al naar vier. wat ze waard zijn. Het onderhoud begon zake- Edouard besloot niets van zich te laten hooren. In het slechtste lijk te worden. geval zou zij de zaak uit hanZegt u hot maar liever. Ik had gedacht 'n honderd- den geven. En eerlijk gezegd, had hij liever te doen met een duizend gulden. . D'Alanbourg keek haar vol advocaat dan met dit meisje. Doch om kwart over vier verbazing aan. Die was happig, dacht hij. ging de telefoon: Is u het, Och, zei Delia met een ge- mijnheer d'Alenbourg ? Hier zicht als een schoolmeisje, dat Delia Calny. Hebt u al een is toch wel het gebruikelijke beslissing genomen, de tweemaal' vier en twintig uur zijn bedrag. Misschien bij u. M|aar mij bijkans om en ... Ik ben nog niet besloten lijkt f 10.ooo een magnifiek om u f 100.000 te geven. aanbod. Dat dacht ik wel. ZaterdagShylock, zei ze lachend, hebt u een idee wat een prachtige) middag trokt u net een gezicht reklame een proces zou zijn. alsof u liever uw tong zoudt De jonge markies de Trèfles^ opeten dan het geld betalen. een der meest bekende per- Daarom heb ik één van de sonen uit de jeunessc doree parijsche collega's van mij gevan Parijs, die op hartstoch- vraagd en die heeft mij aangetelijke wijze aan een danseres raden uw collega, Mr. FiEour, het hof maakte, wil haar nu te'raadplegen. Kent u Fillour ? Gelukkig kon Delia door de schandelijk verlaten.... Een titel voor een krantenartikel telefoon d'Alenbourg's gezicht om van te watertanden. De niet zien. Iedereen zegt^ dat het een theaterdirecteuren zouden vechten om de danseres in kwestie kraan is in zulke zaken. Ik zal als nummer op het programma m'n woord houden. Doch voor alle zekerheid arrangeer ik te hebben. Edouard deed alsof hij voor vijf uur een onderhoud verder ondertiandelen over- met uw collega. Edouard was woest. Fillour. bodig hield. Dus u blijft bij f loooo ... De gevaarlijkste kerel in heel Ik wil er ia dit speciale ge- Parijs. Een meester in de chantage. Een kerel zonder geval f 25.000 van maken... weten en fel gebeten op alles — Te weinig, hoor. — Overdenk het aanbod. wat adel was. Hij zou Johnny Zelfs als ge voor de recht- gewoon uitpersen. Kan ik u nog niet eerst even bank f 50.000 zoudt krijgen, waren de kosten toch zeker een spreken, vroeg d'Alenbourg, kunt u niet even bij mij komen. f 25.000. Waarom komt u niet liever — Knap gerekend. Doch ik ga er niet op in. f 50,000 is bij mij. Een oogenblikje wilde het minste waarmee ik tevreden ben. Ik geef u precies twee- Edouard nijdig worden, doch maal 24 uren den tijd. Denik hij beheerschte zich. Waar is u ? er aa.n dat ge door ja te zeggen uw vriend een vermogen In een telefooncel. Dodh die bespaart. Ben ik ma werkelijk is niet groot genoeg voor ons tweeën. Neem daarom uw niet lief en royaal ? Wie haar op dat oogenblik wagen en kom naar me toe. Goed.... had aangezien, zou wel de Zal ik voor thjee zorgen P1 overtuiging h.ebben moeten
Liever niet. Maar toen hij kwäöi was de thee er. En toen hij wegginjg was de cheque van f 50.000 in haar bezit. Doch het was nog niet zooi gemakkelijk gegaan. De geestige bij-de-hande Delia had met hem, den jongen, knappen, slagvaardigen advocaat gespeeld als de poes met de muis. En zij had hem zoover gekregen, dat hij haar heel beleefd en onderdanig had gevraagd om „alsjeblieft" de cheque van f 50.000 aan te nemen,. Hier zijn Johnny's gedichten, geef ze hem en hier is m'n hoornen bril ook. 't Lijkt me een aardig aandenken. Den volgenden dag, net 12 uur te laat, kwam het bericht omtrent Delia Calny. Edouard las het eigenlijk meer om den man, die het had opgesteld, niet te ontmoed.gen, dan omdat het hem interesseerde. Doch hoe verder hij kwam„ hoe meer het hem bezighield. Delia, zoo werd medegedeeld, was een amerikaansche en stamde uit een der eersite bostonschc families. Haar vader was een bekend rechtskundige geweest. Toen hij stierf was zij danseres geworden. Dit was haar hartstocht, haar roeping. Overal stond zij bekend om haar buitengewone beschaving. Edouard stond paf. En dien avond gebeurde er iets wat nog nooit geschied was. Mr. Edouard d,Alenbou(rg, de serieuze rechtsgeleerde, ging.... naar de Université en kocht een plaats in de stalles van een opkooper, die hem tweemaal te veel Met betalen. Hij zat er en verveelde zich tot het derde nummer werd opgevoerd: Delia Calny Hij keek, hij genoot, er veranderde iets in hémHaar dansen was iets buitengewoons, haar lenig, jong lichaam scheen de acoordep te doen leven, de muziek uit te beelden. D'Alenbourg was een ander mensch. En zonder dat hij het zelf wist waarom, zocht hij nadat Delia voor het laatst dien avond was opgetreden, den weg naar den uitgang, waarlangs de artisten het theater verlaten. Delia zag hem direct staan, z'n scherp intelligent gezicht beschenen door het electrisch licht waarbij hij had postgevat. Zij groette hem en lachte. Toen hij dat zag., ging hij naar haar toe en nam haar hand. We zullen maar een taxi nemen.
Delia keek hem aan. Waarom, vroeg ze, ik loojp liever.
Hij nam haar afni, zónder» dat zij protesteerde. En zij wandelden den langen weg. Die tocht was haar wrake. Maar een mooie em •... eenj heerlijke. Zij vertelde hem, waarom" zij het geld had genomenMannen als de Trèflesi, die genoten zonder ma te denken,, moesten hun straf hebben. Zij had het geheele bedrag aafi het fonds voor behoeftige artisten geschonken. Hun zieien omtmoetten elkaar en hij begreep hoe er van het heelle verhaal dier twee echtgenooten geen. woord waar was. Heeft Johnny je ooit gekust ? Ja vaak. Je weet hoe hij is,Zijn gezicht verstarde. Voi schnk zag ze zijn hard profiel. Weet je hoe dat kwam? Johnny dacht dat we zoo goed als verloofd waren. Maar ik zei hem, dat kussen, behalve op de hand , erg onpoëtisch was. Dus 'kuste hij mijn hand en .... telkens heb ik als hij weg was, m'n handen extra gewasschen. Het gelaat verloor zijn starheid, een gjimlach kruide om de lippen, 't Was stil in de straat en donker. Hij trok haar gezichtje naar zich toe en kuste haar. Weet je wel, dat ik na mijn vaders dood gezworen heb, dat alleen m'n echtgenoot mij zou mogen kussen ? Is dit het ja, waarop ik wachtte ? Vind je niet, dat je héél wat verwacht, voor zoo'n korte kennismaking ? En hij vond het. Onderdanig vroeg hij: Mag ik dan hopen, dat ik een kansje heb .... ? Zij voerde een strijd. Waarom zou ze hem niet wat langer laten hunkeren. Maar toen ze hem in de oogen keek, in z'n mooie, eerlijke, ernstige oogen, toen. kon ze het niet over zich krijgen. En.... Ze kuste hem terug. (Vrij naar het engelsch.)
CIGAPETTES
1
1
um \1 ■■■
\
es?
. 'Vl >n. 1 'S
XJaar den beroemden roman van Emile Zola ■^ ' is een film vervaardigd, die op het doek is gebracht door Jan Renoir en in ons land is gebracht door het bureau voor cinematografie „Filma" te Amsterdam. De hoofdrollen worden vervuld door artisten van naam als Werner Krauss, Jean Angelo, Raymond Guern Catelain en Claude Moore, terwijl voor de titelrol uitgekozen is de bekoorlijke Fransche actrice Catherine Hesseling. Zooals bekend, spselt het werk in de jaren 1868—1870 en de vervaardigsrs van de film hebben dan ook de gelegenheid te baat genomen om een schitterende weergave te geven van dit laatste tijdperk van het Tweede Keizerrijk. Prachtige decors, luxueuse kleeding, smaakvolle irtterieurs geven duidelijk een beeld van de hoogste Parijsche kringen in die dagen. In het jaar 1868 vond in het theatre des Variétés te Parijs de honderdste voorstelling plaats van de ,.Blonde Venus", het stuk waarin de nieuwe Parijsche operette-ster Nana avond aan avond triomfen viert. Graaf Muffat, die de voorstelling bijwoont, komt onder de bekoring van de aantrekkelijke Nana. Zijn boezemvriend,-graaf de Vandeuvres, is daar ook met zijn jongen neef Georges Hugon en ook deze kan zijn bewondering niet voor zich houden. Na de voorstelling gaat Muffat in de kleedkamer Nana zijn compliment maken en hij wordt geheel ingepalmd door haar lieftalligheid. Korten tijd daarna gaat het meisje zich aan scrieuse kunst wijden, maar niettegenstaande den finantieelen steun van Muffat lijdt zij échec, zij heeft daarvoor geen stem en geen talent. Ontmoedigd zegt zij het tooneel vaarwel en wordt de geliefde van Muffat, die haar een schitterende woning schenkt. Doch ook Georges Hugon kan men in haar woning vinden als Muffat er niet is en zelfs Vandeuvres verkoopt al zijn bezittingen om aan haar toomelooze verkwisting te voldoen. Hij bevindt zich ten slotte aan den rand van den afgrond en neemt in zijn wanhoop zijn toevlucht tot frauduleuze handelingen gedurende de wedrennen te Longchamps. Hij maakt zich geheel onmogelijk en ziet slechts één toekomst: trouwen met Nana en samen een nieuw leven beginnen. Doch Nana wenscht geen man, die niet rijk is en vol minachting wijst ze hem af. Ook Georges Hugon waagt het haar zijn Hef de te verklaren, ook hem maakt zij slechts bespottelijk. Vlak daarop komt de derde bezoeker, Muffat, in gala-tenue, alvorens zich naar de Tuilerieën
P
te begeven. Nana vindt het hoogst amusant haar vriend in zijn schitterende uniform op alle mogelijke wijzen te vernederen. Muffat, beangst haar liefde te verliezen, laat zich alles welgevallen.... Plotseling weerklinkt een doffe slag; Georges, die in een kast verborgen was, heeft daar zelfmoord gepleegd. Dan gaan Muffat de oogen open en vol afschuw stoot hij haar van zich af. Den zelfden dag komt Vandeuvres om. Nana's oude tooneelvrienden komen haar troosten over het verlies en troonen haar mede naar het bal Mabille, waar zij weldra haar verdriet vergeet en te midden van h'aar kennissen den beroemden cancan danst. Intusschen heeft Muffat zich vol wroeging weer naar haar woning begeven, waar hij verneemt, dat zij zich op het bal bevindt. Voor de tweede maal is hij getuige van haar uitspattingen en weer verstoot hij haar, haar aan een hevigen zenuwcrisis ten prooi latend. Deze aanval is de voorbode van een ernstige ziekte: de pokken. Verlaten door iedereen, ook door haar bedienden, ligt Nana alleen in het groote huis, gekweld door hevige' koortsen en angstige nachtmerries, het is of Vandeuvres en Georges haar hun ongeluk verwijten. Plotseling nadert een hooge gestalte. Niet weerhouden door de waarschuwingen van den dokter en van de artisten schrijdt Muffat langzaam de kamer in, waar Nana lijdt. Niet geheel verlaten zal zij sterven, hij zal haar bijstaan in de ure van den dood. Een glimlach speelt om de lippen van de lijderes, als de graaf haar handen in de zijne neemt. .. dan drukt hij haar zacht de oogen toe.
/«'^..
.v ■
^^^
er
wmm
DER
GRooTE SCH9UWT00NEEL
Qalderon's bearoemd symboliek spei „Het groote Schouw to on e el der Wereld " — El gran Teatra del Mundo — is gedurende de laatste jaren in zeker opzicht in de mode gekomen. Waar diiit stuk geruimen tijd zelfs aan de opmerkzaamhaid van litteraire kringen ontgaan was, valt het aantal opvoeringon dat het tegenwoordig beleeft, des te moer op. Toch is, bii qns algemeener sitreven naar vergeestelijking in de kunst — en ook in het leven 1 — deze hernieuwde belaagstelling allcsziins verklaarbaar, want, mag d'it werk voor ons niet meer de directe religieuze be eekenis hebben, welke het voor het zeventierwie-eeuiwsche Spanje had, het neemt toch niet weg, dat dit symbolieke stuk; voor ons ^aan schoonheid nog niets heeft ingeboet. Zooalis het op het oogenblik in Zwitserland en Duitschland gespeeid wordt, bestaat het uit vijf — laten we zeggen — bedrijven. Het begint meü een „Voorspel",, waarin de „Meester" aan de,, door een speler voorgestelde „Wereld" het plan ontvouwt tot het schappen vian 'n groot Schouwspel. Daarna komt het „Eerste Tusschenspel", waarin de Meester aan de nog lichaamlooze zielen der menschen d'e rollen verdeelt, welke zij te spelen krijgen, waarna de Wereld hen vati oostmmes en requisieten voorziet. Dit tusschanspel gaat over in het „Hoofd- of Middenspel", wat ook werkelijk naar omvang, figurenaanlal en handleEng het beheerschend middle Ipuint vormt. Hier ontwikkelt zich namelijk op het „Schomvtooneel dier WereM" der menschen doen en laten; wel is waar worden zij door de „Wet" gesouffleerd en in toom gelhoudien, maar zie leven toch ia hoofdzaak volgens hun eigen wil. Hier tracht de „Wijsheid" door te dringen in het weten, hier laat de „Schoonheid" geen middel onbeproefd om tot glans en schittering te geraken, hier jaagt de „Koning" wereldsche macht, de „Rijkaard" wcrcldsrhe genoegens na, hier zwoegt de „Akkerman" en moraliseert de „Bedelaar". Tot op de meest ongeleden oogcnblikken de „Dood" de spelers komt storen met de roededeeling, dat hun rol ten einde is, en zij het tooneel moeten verlaten. Alls de Schoonheid, welke in eerzuchtig drijven sdch aan den Rijkaard koppeldet in dea spiegel blikt, aanschouwt zij daarin, in plaats der weerkaatsing vaa haar e'tgm
VEREI5
Dan komt het „Naspel*1. Baziuingeschal kondigt biet Laatste Gerecht aan. De graven openen zich. Dooden staan op. In de Troonkapel staat de CANNO 1(500- 1681 ) Meester met den Goddelijken kelk ia da haad. Oader orgeltonen aa Engeleazang schrijdea de maaschea tot voor het aaagezicht van dan Rechter. Bedelaar en Wijsheid, welke hun rol op het „Schouwtoomeel der Wereld" goed vervuldaa, worden aan den disch van den Meester genood. De Koning, de Schoonheid, en de Laadman moeten in helt Reinigingsoord de smetten van aardsche verkeerdheden afwasschen. Allaen den Rijkaard, welke in verzet en ongeloof in den Meester de eeuwigheid inging, treft diens banvloek. , De Wereld spreekt het slotwoord. Het spel eindigt met een Apotheose. Reeds lang is de opvoering vaa dit Mysteriespel ook in Holland aangekondigd. Het is De dood en de akkerman er echter nog steeds niet van gekomen. Waarom weet ik niet. De bijgaande foto's zijn van de jongste opvoeringen — in de open lucht — in Dudtschland, welke oader artistieke leiding vaa dea zwkserschen régisseur Peter Erkelenz te Godesberg bij Boaa worden gegeven. Deze voorstellingenreeks begon in Mei, om met October aans-taamde te eindigen. Driemaal per week wordt er gespeeld. Aan het hoofd van het comité dat daze onderneming mogelijk maakte, prijkt de naam vaa den Aartsbisschop van Keulen, Kardinaal Schulte. De waarlijk sublieme — 30 Meter hooge — tooneelbouw werd door de architecten Mass en Gilger ontworpen en uitgevoerd, terwijl, buiten de vertolkers der hoofdrollen, welke natuurlijk allen beroepsacteurs zijn, aan heit spel wordt meegewerkt door meer dan vierstralend schoon, het gelaat van Schoonheid bloemen en kran- honderd koristen en figuranten, den Dood, welke over haar sea, zelfs de Boer moet zijn welke uit alle lagen der Rijasohouders kijkt, en welke haar, spade wederom geven,, alles landsche burgerij zijn gerecruondanks jammerklachten en moet aan de Wereld gelaten teerd. Eenparig roemt de Duitsche tranen van laat-berouw, mee- worden. Als bij deze scène de pers- het hier tot stand gesleurt door de donkere poort Schoonheid oud en vervallen brachte werk, dat zelfs hooger van de eeuwigheid. Allen, de Landbouwer, de voor de Wereld komt te staan, geschat wordt dan de beRijkaard, de Beddaar en de en deze haar vraagt waar zij roemde Ober-Ammergauer PasWijsheid worden door den den haar toebedeelden tooi ge-* siespelenLate vacantiegangers kunnen Dood tot den' staat van gelijk- laten heeft, zegt Schoonheid er tot en met October nog van droef: heid teruggevoerd. Het „Schouwtooneei der „'t Zonk alles, alles, in de genieten, Godesberg ligt niet [groeve neder .... zoo héél ver van de HolaadWereld" is bijna afgelloopen. De Mees'ter kondigt het daar heb ik mond en wangen sche greps. En andere belang[zien verbleeken, stellendea ztillea dienen te laatste bedrijf aan. In het „Tweede Tusschen- daar vlood de flbnk'ring van waohten tot wij zelf ia Holland' [mijm mooie oogea, eens van één of aader stuk spel" roept de Wereld de ideaalVertooaiagen daar werd geen sprank van dergelijke spelers op tot het groote dé[schoonheid mij gelaten..." kunnen geven. masqué,, die teruggave van Maar dat zal nog wel! een Allleen datgene, wat de menaardsche dracht en bezit.paar wekeji dureal schen aan goede daden verVian den Koning vordart zij ALEXANDER DE HAAS. troon en soepter„ van de dienden, mogen zij behouden.
DON PEDRO CALDERON DE LA BARA
Pi
Twee zwervers, Johaay en Hicroaymus geaaamd, wordea 's aachts in dea Diereatuia, alwaar eea strooptocht wordt gehoudea, door politiehoadea gevoaden ea zij ziea zich genoodzaakt te vluchtea. Ia het bassia van eea foatein, waarheea zij ia allerijl gevlucht zijn, ontmoeten zij een derden zwerver, die naar den naam van Jacobsen luistert, waarmede zij vriendschap sluiten. Onderweg treffea zij coacurreatea aaa ia dea vorm van twee dieven, welke op hun commando „Hands up" de vlucht nemen en hun buit achterlaten. De drie vagebonden onderzoeken hetgeen achtergelaten is en viaden tot hua verbazing een keurcollectie vaa schittereade costuums plus f loo aaa coataaten. Zonder aarzelea verkleeden de drie vagebonden zich en verschijnen een poosje later als drie gentlemen-zwervers. Weer enkele minuten later komen zij 'n auto tegen, waarin gezeten is de bankier Richwald, die in Jacobson den millionnair Vandergould meent te herkennen, waarom hij de drie beeren uitnoodigt in zija wagea plaats te nemen. Zij worden in een der groote hotels gebracht en krijgen daar een schitterend appartement. Wanneer de bankier Richwald aan Jacobson-
MIJNHARDTs
\^^ ^ 1—Y-^'/fKMi? 1 J/^^*-' " '^ JLS Vs •
"^
ct
I Hoofdpijn-Tabletten 60 Laxeer-Tabletten.. 60ct I Zenuw-Tabletten . 75 * LStaal-Tabletten.90ct Maag-Tabletten 75* #
Bij Apoth. en Drogisten
cboodcn
Vandergould f 50.000 als garantie voor een nieuwe zaak overhandigt, besluiten de drie beeren hun naamlooze vennootschap naar Londen te verplaatsen, de rekening van het hotel voor Richwald achterlatend. Jacobson en consortium zijn op het oogenblik in Parijs, waar zij kenaisraaken met de beeldschoone dochter van markies d'Orsay, genaamd Diaa. Spoedig oatstaat eea liefdesverhouding tusschen Jacobson en Dina, maar wanneer de pipa hoort dat Jacobson maar gewoon Jacobson is en niet Vandergould de milldonair, wil hij hem laten arresteeren. Het smeeken van de dochter weerhoudt hem niet het plan te laten volvoeren. Eindelijk in Genua komt markies d'Orsay te weten, dat Jacobson toch Vandergould is, maar pas nadat deze zijn dochter heeft geschaakt en zij getrouwd zijn. Een succesvol filmwerk, dat vervaardigd is naar den roman van Paul Rosenhayn „Der Ritt in die Sonne" en dat door de maatschappij „Svea" in ons land is gebracht. De hoofdrollen worden vertolkt door Paul Heidemann en Hans Mierendorf, aamea, die er voor instaan dat er wat goeds te verwachten is.
FOTOSCHAAP&Co. SPUI 8 — AMSTERDAM
Leveranciers van CAMERA'S en FOTO-ARTIKELEN van Prima Fabrikaat
FILMPORTRETTEN A.v. d. B. ie Arnhem. Marcus Loewe, die door de fransche regeering tot ridder van het Legion d'honneur werd benoemd, is president-directeur van de Metro-Goldwyn Mayer Cy. Onder Loewe's leiding is de film Ben Hur tot stand gekomen.
-^^mn*
M^
R. L. v. C. te Leeuwarden. Emile Jannings gaat 8 October weer naar Amerika. Hij werkt bij Paramount. Ernst Lubitsch heeft de regie van Jannings, eerstvolgende film. Na afloop hiervan schijnt Jannings van plan weer bij de Ufa te zullen optreden.
i Me]. Bea v. A. te Dordrecht. Ge vraagt om een portret van Charlie, dat het u begrijpbaar maakt, hoe hij zoo verlegen is. Toevalligerwijze komt ons onderstaande foto in handen. Is deze geen genoegzaam bewijs ?
AÜATp\AK\ CXQAKEmJ
TURK|/HN?5 A.
^^Cl Op den duur bevalt
iSk ^
/JÊ^J^\
9een
13
^rr J'!ish Lki& o goe( J alsjurk N°5
zo
A.BATSCHARI CIGARETTES THE HAGUE
SPORTKffiKJBS Voetballers en Athletiek- Training. Toen ik dezen zomer ter gelegenheid van het 25-iarig bestaan der Koninklijke Nederlandsche Athletiek-Unie de eer had, voor dit blad den voorzitter dier Unie te mogen interviewen, lanceerde de heer Scharroo gedurende ons gesprek de volgende stelling: „De athletiek is de grondslag voor de beoefening van alle sporten" ..., behalve voetbal, meende ik te moeten opmerken. Onmiddellijk ging de heer Scharroo op deze opmerking in en betoogde met klem, dat juist het gebrek aan voldoende athletische ontwikkeling der spelers; de oorzaak was van het mindere succes van ons Ned. elftal. Ik achtte het nutteloos, tijdens dat interview mijn gedachten daaromtrent verder te ontwikkelen, reeds daarom, omdat het ons toen aan tijd ontbrak, doch ik nam mij voor, ter gelegener tijd op deze quaestie terug te komen. Nu, nu we aan den vooravond staan van de training en africhting van onze spelers voor den wedstrijd Nederland—Duitschland en nu de voorzitter der T.C. van den N.V.B.»zijn plannen omtrent 1928 aan de sportredactie van do N.R.Crt., ten deele althans, heeft geopenbaard, nu acht ik het den tijd, ook mijn zienswyze omtrent training en de plaats, die de athletiek daarbij hoogstens mag ifmemen, aan onze lezers duidelijk te maken. Ik zou de stelling van den heer Scharroo willen beantwoorden met een tweede stelling, nl. deze: ■ „Zooal niet een athletische training schadelijk is voor de technische ontwikkeling van den voetballer, dan mag de beoefening der athletiek hoogstens gaan naast die van voetbal, doch niet als grondslag ervan. Ik weet natuurlijk zeer goed, dat het succes van enkele voetballers, zelfs eerste klas spelers, geheel te danken is aan hun, door geregelde beoefening van athletiek verkregen snelheid, doch het staat voor mij niet vast, dat deze a. s. kampioenhardloopers voetballers zijn in de ware zin des woords, ook al spelen ze misschien in een elftal, dat het afdeelingskampioenschap der eerste klas no. zooveel behaalde. Ik kan bovendien niet inzien, wat speerwerpen, discusgcoien, hoog- en verspringen, om maar enkele onderdeelen der athletiek te noemen, voor belangrijken invloed zouden hebben op de technische ontwikkeling van den voetballer. Zeer zeker is de ontwikkeling van snelheiden uithoudingsvermogen van den voetballer broodnoodig, doch dat voor die ontwikkeling, athletiek het alleenzaligmakend recept zou zijn, wil er bij mij, zoo voetstoots, niet in. Veel eerder acht ik de beoefening van athletiek gelijktijdig met een technische training voor voetbal, schadelijk voor de gezondheid van den beoefenaar, schadelijk ook voor de technische ontwikkeling van den voetbalspeler. De gelijktijdige beoefening van beide takken van sport eischt m.i. zoo'n enorme dosis spierarbeid, dat die overdrijving, want anders kan ik het niet noemen, leiden moet tot een niet gezonde ontwikkeling van het menschelijk lichaam en zijn organen. Ik zou u dan ook voorbeelden kurtnen aanhalen van voetballers van naam, die na een betrekkelijk korte beoefening der athletiek, als voetballer technisch achteruit gingen en al heel spoedig uit de voetbal-arena verdwenen,.blijkbaar, omdat hun lichaamsgesteldheid een zoodanige afbeuling niet toestond. Een verdere uiteenzetting dezer beschouwingen zou mij voor de lezers van dit blad te ver voeren en mij bovendien brengen op het terrein van den medicus, op welk terrein, noch mijn opponent, noch ik ons mogen begeven, niet dan na grondige voorbereiding. Ik zal dus verder de ontwikkeling van het corpus, de spieren, de ademhaling enz. van den
voetballer buiten beschouwing laten. Deze is voorloopig in veilige handen bij de Medische Commissie van den N. V. B. en ik wil U hier alleen nog eehige opmerkingen maken over de training van den voetballer, gezien uit technisch oogpunt. Wanneer een voetbalvereeniging zich de luxe kan gaan permitteeren een tramer aan te schaffen, wordt onmiddellijk het oog geslagen in Engelsche richting. Niets is meer verklaarbaar, omdat Engeland het land is, van waaruit het voetbalspel, door toedoen van Willem Muiier, tot ons is gekomen en omdat in Engeland reeds in de vorige eeuw het spel een dusdanige hoogte had bereikt, dat onze beste club-elftallen, ja zelfs ons Ned. elftal, slechts een poover figuur kon slaan, tegeneen derde rangs specialiteit uit de toenmalige League. Verscheidene kapitaalkrachtige vereenigingen in ons land hebben in de loop der jaren zich zoo'n Engelsch wonder aangeschaft en ik zou haast zeggen, de meeste dier clubs zijn bedrogen uitgekomen. Alleen daar, waar de trainer tevens de kunst verstond zich bij de adspiranten van 12—15 jaar bemind te maken, heeft men als resultaat bereikt, dat een flinke reserve is aangekweekt. Voor de spelers van het eerste elftal is de trainer als regel niet meer dan de man, die hun bad klaar maakt, hun rug met den ruwen handdoek bewerkt en hun voetbal plunje in orde houdt. Wanneer U mij een verklaring van dat verschijnsel vraagt, moet ik U antwoorden, dat ik voor mij zelf als eenig antwoord heb kunnen vinden, dat een Hollander nu eenmaal een Hollander is, d.w.z. dat het vrijheidsgevoel van den doorsnee Hollander zich verzet tegen het gemasregel van den Engelschen trainer. Toen in 1924 kort voor de Parijsche Olympische spelen, de N.V.B, zich de medewerking verzekerde van den uitmuntenden Engelschen trainer Townley, de man, die èn in Duitschland èn in Zwitserland zulke schitterende resultaten had weten te bereiken, heb ik voorspeld, dat gezien de mentaliteit van den Hollandschen voetballer, het resultaat van Townley's bemoeiingen vrijwel nihil zou wezen. En ziet, reeds op een der eerste oefen-middagen lag de Engelschman overhoop met enkele der a.s. vertegenwoordigers van het Ned. voetbal en achtte een onzer voorwaartsen het het best, doodkalm heen te gaan en den trainer te laten, voor 't geen hij was. Ons succes te Parijs tegen Uraguay is m.i. dan ook alleen te danken aan het feit, dan men van dat elftal heeft willen winnen. Dezelfde elf spelers, die tegen Ierland beneden het middelmatige waren, hebben tegen de Zuid-Amerikanen een spel vertoond, dat terecht de algemeene bewondering heeft opgewekt. De meer of mindere voorbereiding door den beroemden Townley aan onze spelers gegeven, had met het vertoonde spel, in bovengenoemden wedstrijd, niets te maken. Ik meen hiermede duidelijk te hebben aange-. toond, dat de opleiding tot voetbalmachine onzen Hollandschen speler niet past. Voor den Hollander acht ik meer geschikt een technische training, zooals de Engelsche amateurs, o.a. de Corinthians, er op na houden, over welke training ik, ook in dit blad, eenige artikelen schreef in den jaargang 1924. VETERAAN
De match Sparta-H.V.V. tt Rotterdam Het lijkt wel een scène uit een .elegant" tooneelstuk met al de kniebuigingen.
HET TOONBE3L
Het Ver. Tooneej voerde zaterdagavond te Amsterdam voor het eerst „De Gevangene" op. Foto van Cees Lasseur in een. der hoofdrollen.,'
i®
■f4]
OD
Earsta compatltlewadstrild N.V.ft. Houtruit te den Haag, apeelde HBS. tagtn V.O.C.
.
.m „Schwelsen" drama van Franz Weifel, dat door het nederl. tooneel wordt opgevoerd.
Wedloop Willem II Zondag werd door de Haagsche athletiek vereeniging Willem II een veldlooo georganiseerd, waarvan de start bij het Roomhuis plaats vond. Eer. moment uit den veldloop voor nieuwelingen.
„De Lood...Architect" dat in het Grand theater te Amsterdam door het tooneelgezelschap „De speeldoos'' wordt gegeven.
Hockey-das te Amsterdam Efi int-ress-'ite f-;o var
rif s-el in het stadion.
WELDRA VERWACHT: de eerste vartooninsen van de sroote Fransche succesflim
Concours de Carrosserie In Arnhem
naar den beroemden roman van EMILE ZOLA
Op het gemeentelijk sportterrein te Arnhem werd zaterdagmiddag een Concours de Carrosserie en d'elegance gehouden. Een overzicht tijdens het concours.
Een veertlsiarls bestaan
Zaterdag werd in het hotel des Pays Bas te Utrecht door de rederijkerskamer „Moliire-, het 40-jarig bestaan herdacht en ter gelegenheid hiervan een receotie gehouden. Een foto van bestuur en leden temidoen der feestbloemen.
^^
DeP><>ste M'n neef Janssen zegt, dat het leven tegenwoordig wel heel erg zwaar is. Geef je je inkomstenbelasting precies en eerlijk op, dan koen je in het armenhuis. Geef je het niet precies op, dan kom je in de gevangenis. Landelijke onschuld. Mevrouw: Kaatje, ben jij aan den barometer geweest ? Kaatje: Ja mevrouw, 't Is van avond m'n uitgaansavond en ik dacht, dat u 't wel niet erg zou vinden, als ik 'm op mooi weer plaatste.
Verzuchting Pimmit: ,lk wou dat u niet altijd .Iaat dat Pimmie" tegen mij zei. Kan ik nu niet eens mijn eigen kleine jongen zijn?" Thz Humorist
Rechtvaardige vrees. Mevrouw had met den hoteleigenaar staan te praten en vertelde aan d'r man, dat zij van den hotelier gehoord had, hoe er wel een honderd man personeel aan het hotel verbonden was. Goeie deugd, zei mijnheer, als die maar niet allemaal in de hal staan als we daar straks weg gaan. De „edelman". Hoe kom je er eigenlijk toe, vroeg de goedige oude dame, om landlooper te worden . . . ? Och mevrouwtje, dat rit zoo. Toen m'n vader stierf, merkte ik tot mijn teleurstelling en verbazing, dat hij mij geen cent had nagelaten. En eerlijk gezegd, ik was te trotsoh om werk te gaan zoeken
Handel Jongtn: „Heeft u een ijswafel van vijf cent?-* Koopiran: .Nee. die zij ailemaal verkocht, vent." Jongen: ..Geeft u dan maar een halve van een dubbeltje." Passing Show
Fritsje's opvatting Frltje in Artis: ..Kijk eens vader! Daar is een beest met een zijspan." Passing Sho'ti
Galgenhumor. Patiënt: Dokter, ik geloof dat ik een nieuwe kwaal krijg .... Arts: Zoo. Wat scheelt er dan aan ? Patiënt: Slapeloosheid. Dokter: En wanneer merkte u de eerste verschijnselen. Patiënt: Nadat ik uw rekening van de week in de bus vond. 'n Goeie man. Och, zei juffrouw van Kalker, de rechters zijn toch onbillijk. Daar heb je nou m'n nichie Eef d'r man. Ze hebben 'm een haff jaar gegeven. Zoo'n nette man. Alles wat die stal, bracht die direct bij z'n vrouw thuis. Nooit dronk ie er een borrel extra van .... De ongelukkige slager. Klant: Nou m'nheer Kalverbos, die ossenstaart, dien urne gestuurd heeft was ook niet groot. Kalverbos: Maar beste mevrouwtje, u vroeg ossenstaart, geen kangoeroesiaart.
Een duistere toekomst .Tante, als ik trouw, zou ik dan een man krijgen zoo als vader is?" „Ja waarschijnlijk wel, liefje.'' „En als ik niet trouw, wordt ik dan zooals U ?*' ■Ja." ,Er is toch eigenlijk niet veel keus voor ons vrouwen, tante." Passing Show
Een goede klant. Het boertje strompelde geleund op een parapluie van eerbiedwaardigen ouderdom, het station uit en keek met open mond, naar alles wat hem daar in wilde jacht voorbij stoof. Hij kuierde naar een electrisiohe tram, maar liet haar bedaard voor zijn neus weg rijden. Verbaasd draaide hij zich om
en beschouwde toen oplettend de rij taxi's, die onder den kap stonden. Een chauffeur zag het en reed naar hem toe en vroeg op zijn vehikel wijzend: „Taxi mijnheer?" Het boertje ging een stap achteruit en zei toen: ,,,0, ik dacht al wat zou dat voor een ding wezen."
Hij kon de huur betalen. De huurophaler van de \voningbouwvereeniging, was al vijf weken na elkaar door baas Pietersen, zonder dat hij de verschuldigde huurpenningen had ontvangen, weggestuurd. „Ik betaal je niet, voordat we een nieuwe kelderdeur gekregen hebben," zei Pietersen iedere week. Eindelijk kwam ■ de nieuwe kelderdeur en toen de huurophaler 's maandags nieuwsgierig of hij nu wat binnen zou krijgen, kwam, ontving hij al het geld dat hij hebben moest. „Blij, dat ik het nu eindelijk gekregen heb," zei hij, zijn geldzak dichtknoopend. Tusschen twee haakjes, baas Pietersen was niet thuis, maar zijn oudste zoon Manus hielp. „Ja mijnheer," zei Manus. „Maar het heeft moeite genoeg gekost. We hebben wat van ons • meubilair er voor moeten verkoopen." „Zoo, ik dacht anders dat jullie toch al niet te veel meubilair hadden." „Neen, dat hebben we ook niet, maar vader heeft de nieuwe kelderdeur verkocht," zei Manus onschuldig. Ze merkten het niet. Rechter: Wat. Wilt u beweren, dat die. man de vrou,w waarmee hij samen was in een dansgelegenheid, vol menschen, heeft vermoord.... Getuige: Zeker, edelachtbare. Rechter; Maar hoe komt het dan, dat niemand het heeft bemerkt ? Getuige: Ze dachten, dat ze een nieuw soort CiKarleston instudeerden. Waarom had hij dit ook niet gedaan. De vacantie-ganger, tikte den kop van zijn eitje, begon te pellen en haalde toen verdacht zijn neus op. Hij stak het lepeltje in 't ei en wüde den eersten hap naar zijn mond brengen, toen hij alles op zijn bord terug legde. Nijdig riep hij om de juffrouw. „Kijk me nou dat ei eens aan, het is totaal bedorven." Kostjuffrouw: „Dat ei is best geweest, maar u had uw vacantie eerder moeten nemen." Dat is de 'kwestie. Bobby: „Vader! Vader, moeder neemt de mattenklopper, zou ze hét kleed gaan kloppen of heeft ze iets met u uit V maken ?" N.V. INT. PERSFOTO-BUREAU Prins Hendrikkade 100 AMSTERDAM TEL.43814-43815
ß
"N
/ Pers r;
Industrie
ryr/yc /Reclame U IU J \ Particulieren
—
EENV
VEHÄSSEIHD OORDEEL
\1
oon E, PHDUPS OPPENHEBM Vertaald uit het Engelsch door J. DE HOOP SCHEFFER. Op het pleizierjacht, dat zich te midden van ven plaatselijken nevel, door den oceaan spoedt, bevindt zich een reisgezclscnap, bestaande uit vogels van diverse pluimage. Door een weinig bevaren gedeelte van den oceaan trekkende, passeert het jacht enkele onoewoonde eilanden en ontdekt de gasmeer plotseling, bij het optrekken van de mist, op een groote kale rots een kruis, dat vlammend tegen de heldere lucht uitkomt. De gastheer, gestoord in het geanimeerde onderhoud, dat hij had met Pauline, de dame, voor wier genoegen de tocht in hoofdzaak ondernomen was, riep den stuurman om hem te vraaen of hij ook wist, hoe het eiland heette waarop dit natuurwon'der zich vertoonde en of hij ook wist of het eiland bewoond was. Noen de stuurman, noch ook desgevraagd de kapitein, konden een bevredigende oplossing vinden. Hndyard. de eigenaar van het luxe-jacht, was echter onder den indruk gekomen, daar volgens de aanteekeningen in zijn familie-archief, zijn voorouders telkens een kruis zagen, ais hun stervensuur naderde, zoo ook o.a. Sir Francis, toen hij Monmouth tegemoet reed. Hiidyard geeft in stilte den kapitein bevel, zijn koers te veranderen en op het eiland aan te houden. 's Nachts brengt hij alleen een bezoek aan het eiland en ontdekt dat net niet onbewoond is. Hij ziet een huis in een sprookjesachtigen tuin. Hij verschuilt zich en ziet een meisje uit het huis komen dat vioolspelend en zingend den tuin inloopt. Later voegt zich een dwerg Andrew genaamd, bij haar. Hij wordt juist door het meisje ontdekt, als een heer den tuin inkomt en hem ziet. Hildyard maakt zijn excuus.
„'t Verwonderdt je natuurlijk mij hier aan te treffen," zei hij doodkalm. „Echt tooneelachtig, hèï Komaan, geef mij een handl" Hildyard haalde diep adem en stak zijn hand toe. 't Hinderde hem, dat zijn zclfbeheersching hem zoo plots in den steek had gelaten. Spoedig herstelde hij zich echter. „Owston! Allemachtig toevallig!" riep hij uit. „Ik dacht dat je in Zuid-Amerika aan 't klimaatschieten waart. Ringwood vertelde, dat hij gehoord had, dat je daar was en ik las 't in een courant een paar weken geleden, 't Is allermerkwaardigst!" De toegesprokene haalde de schouders op. „Voor zoover 't de couranten en de enkele honderden menschen, die wij noemen: de wereld, betreft, ben ik in Zuid-Amerika," antwoordde hij grimmig. „In werkelijkheid ben ik, zooals je ziet, hier. Maar wat kom jij in dit gedeelte van den aardbol uitvoeren?" „Ontloopen het gewone gangetje. Ik kruiste een beetje heen en weer en landde hier enkel en. alleen uit nieuwsgierigheid. Mijn God!" Die uitroep ontsnapte hem gelijk de knal van een pistoolschot. Een afschuwelijk denkbeeld — een denkbeeld verwant aan krankzinnigheid — doorkliefde zijn brein, 't Was' alsof het kleine plekje zachte, groene gras zich opende aan zijn voeten en te zien gaf een verschrikkelijken afgrond. Nauwelijks een zeemijl scheidde zijn jacht en gasten af van dezen man. Stel dat zij hem misten en hier
wmm
TOESTELLEN EN ONDERDEELEN
ANDERSEN EN POLAK P. C. HOOFTSTRAAT 40 AMSTERDAM Telefoon 26587
volgden! 't Was best mogelijk. Hij was een moedig man, doch een ijzige vrees bekroop zijn hart. En onderwijl staarden die koude, grauwe oogen hem zonder genade aan, als trachtten ze zijn gedachten te lezen. „Onze zenuwen zijn niet meer wat ze in onzen cricket-tijd wa_ren, Hildyard," merkte hij bedaard op. Hildyard haalde de schouders op. In ieder geval zou hij kunnen weggaan. Zoodra 't dag was of gauw daarna. Het bezwaar was opgeheven, met den schrik kwam hij vrij. „Ons nieuwerwetsch leven gedoogt haast niet de noodzakelijke zenuwen," antwoordde hij. „Ik verbaas mij erover, dat we er nog zenuwen op na houden." „Dat dit zoo is, verzoent mij met mijn eenzaamheid," verklaarde Owston. „Jij bent de eerste uit mijn verleden, die het toeval hier gebracht heeft. Kan je een paar dagen blijven? Ik zie wel kans je te logeereu en aan den anderen kant van het eiland is prachtige gelegenheid eenden te schieten." Hildyard weifelde. Onwillekeurig keek hij naar de plaats waar het meisje gestaan had. Die plaats was ledig. Stilletjes was zij afgedropen, maar op dit moment klonk hartstochtelijke muziek ergens van uit de struiken. Even luisterde hij; de teerling was geworpen. Dit was een gelegenheid om een tijdlang zichzelf en den kring zijner kennissen te ontloopen, zooals misschien nooit weer zou voorkomen. Voorbij scheen zijn levensmoeheid te zijn. 't Zou dwaas zijn te aarzelen. „Heel graag, als je heusch geen bezwaar ertegen hebt. Ik heb eenige gasten aan boord van mijn jacht, maar ik heb al lang genoeg van ze — even als zij vermoedelijk van mij zullen hebben. Laat mij een paar briefjes schrijven en ze verzenden." „Zooals je wilt. Ga mee het huis zien, dat ik voor mij ingericht heb." Hij keerde om en Hildyard volgde hem langs het kronkelpad, door het pijnboomenboschje en de laan, uitloopende op het lange, lage woonhuis. De voordeur die open stond gaf toegang tot een vierkanten hall, behangen met prenten en curiositeiten, zooals in oude Engelsche landhuizen. Owston draaide de kruk van een deur aan zijn linkerhand om en liet zijn gast binnen gaan. Hij stak licht aan en Hildyard keek nieuwsgierig rond. Drie wanden der ka. mer waren van boven tot onder bezet met boekenkasten. De vierde wand had hooger, opensluande ramen aan de laan. De zol dering was laag, waarvan de sparrehouten balken onbedekt waren. In 't midden der kamer stond een tafel vol papieren en boeken, 't Maakte den indruk van een studeerkamer te zijn. „Dit is mijn bibliotheek," zei Owston. „Hier slijt ik, of tracht ik mijn nieuw stuk leven te slijten. Elk dier boekenkasten heb ik zelf gemaakt. Ik hakte boomen, zaagde de planken, zette de kasten in elkaar. Dit is ook 't geval met al het overige huisraad, ja eigenlijk met het heele huis. Eerst heb ik een proef met de beschaving genomen, maar die beviel mij niet, en nu tracht ik zooveel mogelijk terug te keeren tot den primitieven toestand van den mensch." „Natuurlijk heb je daarbij hulp gehad?" viel Hildyard in de rede. „Eenigen handenarbeid van mijn eigen personeel. Butlin en zijn vrouw — je herinnert je Butlin zeker nog wel — wonen bij mij in. Voorts heb ik nog drie man: een voor mijn bootje en 't visschen: twee voor het land en den tuin. Zij wonen op het strand aan den anderen kant van het eiland. Er liggen papier en enveloppen op die tafel. Schrijf je briefjes." Hildyard ging zitten schrijven. Zijn
belangstelling voor t geen om nein neen was, duurde maar kort en vervloog gelijk een bliksemschicht tegenover de crisis, die hij nu doorleefde. De toename en evolutie zijner gewaarwordingen, gedurende het laatste half uur, vormden een gewichtig tijdperk in zijn leven. Bewust van slechts één krachtig, vurig verlangen, schreef hij vlug en zonder eenig bedenken zijn briefjes. Naast hem, gelijk een schaduw, stond Owston met een eigenaardigen glimlach op zijn kalm gelaat. Hildyard stoud op met de verzegelde brieven in zijn hand. „Ik zal ze zelf naar de boot brengen," zei hij. „Ik weet den weg. 't Is aan den anderen kant van den heuvel." „We zullen samen gaan," antwoordde Owston. „Ik ga niet weer slapen. We zullen op den terugweg de zon zien opkomen, 't Is een der voordeden van ons eenzelvig leven, dat we aan geen klok gebonden zijn. Vaak slapen we overdag en wandelen, werken en eten bij maanlicht. Je hebt misschien vreemd opgekeken, mijn pupil te zien rondwandelen vér na middernacht, 't Is doodgewoon. De nacht verliest hier zijn beteekeuis. We zijn aan geen banden gebonden. We hebben ze niet noodig. Ga mee!" Zij verlieten samen het huis en liepen onder het raam, waarachter het meisje een blij lied van triomfeerende muziek liet dansen door de gesloten luiken heen. Hildyard begreep, dat die tonen bestemd waren voor hem. Hij zette de tanden op elkaar. Een angst, erger dan de angst voor den dood, beving hem. Achter elkaar verlieten zij den tuin en beklommen den heuvel. Bovenop gekomen, konden zij het jacht voor anker zien liggen en hoorden in de schemering de stemmen der matrozen, die terugkaatsten tegen (IG rotsen. Hildyard bleef staan. Hij sprak afgemeten, bijkans onverschillig, hoewel er veel voor hem op 't spel stond. „Wil je liever niet, dat je verblijf hier bekend wordt, ga dan niet mee naar het jacht," stelde hij voor. „Er zijn een paar matrozen uit Devonshire, en Jonis is er — die vent van Cowes, die jaren geleden ons op dat zeiltochtje vergezelde. Hij is nu eerste stuurman bij mij. Al kennen de anderen je niet, hij zal je zeker wel herkennen, en zeelui zijn nogal praterig van natuur." Owston knikte toestemmend. „Ik zal je hier afwachten," zei hij. „Haast je maar niet." Hij leunde tegen een pijnboom, terwijl Hildyard vlug de hoogte afliep. Zoodra hij alleen was, haalde Owston een kleinen, in elkaar schuivenden telescoop uit zijn zak en keek er lang en gestadig door naar het sierlijke jacht, dat zachtkens op en neer deinde met het getij. Er was geen beweging aan boord. Heel veel meer dan de omtrek ervan viel niet te onderscheiden. De duistere, schaduwrijke schemering, een uur vóór den dageraad, wierp een gordijn over land en zee. De maan scheen niet meer. In 't oosten dreven reeds verlichte wolken; aan den horizon begon 't te schemeren, langzaam aan. heel lang(Wordt vervolgd).
Als Uw
Kinderen zich bezeerd hebben gebruik dan dadelijk
PUROL^
^—""^"T"'!"""^ ^p
mmmmmmmm
■^ m^mm'mm^
"
■PP
^^-■
■ ■•»•■■■■•■•■■■■•i»MMi«»tttiimm ■■■■>■> ■•»•■»■MMMmaa«a<mi
Dr. C. 3. K. van Aalst de schenker van een ambttwoning voor den burgemeester van Amsterdam.
Een vorstelijke gift Dr. C. J. K. van Aalst, president van de Nederlandsche Handelmaatschaooij, heeft het groote heerenhuis, Heerengracht 502. Amsterdam, thans door hem bewoond, aan de gemeente Amsterdam ten geschenke aangeboden, onder de conditie, dat deze schenking zal worden aanvaard als ambtswoning, voor den burgemeester.
De dultsche consul-generaal neemt zl|n ontslag
Een monument voor den toonkunstenaar Anton B. Verhey
De consul-generaal van het duitsche rijk in de nederlanden, prins Hermann von Hatzfeld Trachenberg, heeft tegen December a.s, ontslag gevraagd.
dat in het Park te Rotterdam werd opgericht en j.l. Zondag onthuld.
^■Plv"'r 9
*' >»■
■
Een 12! 2-larla feest
■■
\ ':,,||lk u ää-L. ffi^HB^B WÊÊÊk
w. * 4t± «
.,
.■
■
■
■
Voor de facultatieve llikverbrandlns
De afd, den Haag van de Ned. Ver. v. huisvrouwen hield ter gelegenheid var. haar 12>/2-iar'9 bestaan een receptie in huize Voorhout te den Haag
Zaterdag werd in de industrieele club te Amsterdam het 50-jarig bestaan herdacht, van de vereen, voor facultatieve lijkverbranding afd. Amsterdam.
De dahllatentoonstelllng te Den Haag
Een Zonnestraalcollecte
In den Dierentuin te den Haag werd een dahlia-tentoonstelling gehouden. Een hoekje van de tentoonstelling, met fraaie inzendingen.
Zaterdag werd in 56 gemeenten van ons land een collecte gehouden. Hetqaatom de nazorg voor T.B.C.-patiënten en de arbeidstheraphie. Onze foto toont een overzicht van de voorbereidende werkzaamheden in de 2e H.B.S. aan de Marnixstraat te Amsterdam:
De groote belangstelling voorde Potemklnfllm Men ziet hoe de menschen in groote getale opkwamen om in Cinema Royal te Amsterdam, de eerste oovoering van de veel besproken Potemkin film mee te maken.
Een feest bil Paramount
Receptie ter gelegenheid van de twee-jarige vestiging van het kantoor In Nederland.
Begrafenis van willen consul Merens die vele jaren lang het consulaat van Servië, in ons land waarnam.
Op 't laatst der 16de eeuw trok Slddha Rama. door den eerwaarde Koclloeka en 2 dienaren vergezeld door het HimaUyagebergte ten einde keizer Akbar belangrijke brieven te brcagtu. Zij komen bij den kluizenaar Gaurapada, die hen hartelijk omvangt, bij het afscheid beiooft Siddha Rama zich toe Gourapada te wenden als er in zijn leven moeilijkheden mochten voorkomen. Op den verderen tocht deelt Kocllaka aan Siddha in 't geheim mede dat de kluizenaar niemand minder is dan de vroegere koning van zijn land Nandigoepta. Na een stevigen rit bereiken zij de woonplaats van Siddha'a oom, Salhana. alwaar eerstgenoemde zijn vertootde Iravati begroet. Salhana waarschuwt Siddha te waken tegen de heerschzuchtige plannen van den grooten Akbar waarin een gevaar ligt voor zijn eigen land. Zij worden gestoord door de komst van den priester Gorakh. de Yogi een invloedrijk man aan wien Siddha wordt voorgesteld. Salhana verwijdert zich met den priester, terwijl Siddha naar een nabijgelegen vijver snelt, waar hij Iravati ontdekt had. Aan hun samenzijn wordt een eind gemaakt door een verzoek van Salhana, aan Siddha. om met hem en Koelloeka het avondmaal te gebruiken. Iravati gaat naar hare vertrekken. Den volgenden morgen wordt de reis voortgezet en de keizerstad bereikt, alwaar de reeds door Koelloeka gehuurde woning wordt betrokken. Hjt eerste bezoek gold den eersten minister; die hem zijn neef Parviz als vriend en leidsman aanbeveelt. Zij bezoeken samen bet keizerlijk paleis. Met Koelloeka gaat hij 's avonds naar Peizl, den broeder van den eersten minister, 'n zeer minzaam man. Den volgenden morgen neemt Siddha het bevel over de Radjpoet's over. Na den dienst ontmoet hem een dienares, die hem uitnoodigt bij hare meesteres te komen, aan welke uitnoodiging, later door hem gevolg wordt gegeven. Wanaelend door den grooten hof. heeft Siddha een onderhoud met Iemand, die, zooala later blijkt, de groote keizer zelf is. Het gesprek wordt afgebroken door de komst van Abdal Kadir, volgeling van den Profeet, met wien de keizer een onderhoud heeft, den godsdienst betreffende. Abdal Kadir waarschuwt den keizer voor mogelijke gevaren die hem van zijn naaste omgeving bedreigen. Onmiddellijk na dit onderhoud wordt Koelloeka aangediend en ook hij waarschuwt den keizer, daarbij nadruk leggend op zijn wantrouwen tegenover Selim, des keizers zoon. Gevolg gevend aan de ontvangen uitnoodiging. ontvangt Siddha van een dame een geheimen brief die door Koelloeka quasi aan eene vriendin moet bezorgd worden. Den volgenden morgen wordt Siddha door zijn vriend Parviz afgehaald voor een tocht naar Fattipoer Sikri, da bultenreaidentie van den Keiier. Siddha bezoekt, een oogenblik alleen zijnde, een Clva-tempel. Hij heeft een gesprek met Gorakh, den Doergapriester. die vragen stelt omtrent Gaurapada. Het gesprek eindigt met eene bedreiging voor Siddha. D-- Keizer houdt een wapenschonwing. Siddha wordt voorgesteld aan Hrins Selim, welke hem voor een feest ia z'n palels uitnoodigt. waar hij tol z£ verbazing l'n Oom Salhana treft. Met de schoont Rembha. die op 't feest in zijn nabijheid terecht komt. heeft Siddha een gesprek, waaruit haar beschaving en goedheid blijken. Eerst laat in den nacht laat Salhana met zijn eigen Palankijn, Siddha naar huis brengen. Te zelfder tijd van het feest in Sellm's paleis, ontvangt de Keizer in gezelschap van Felzi. bezoek van pater Aquaviva. die bescherming voor zijn godsdienst bij den Keizer zoekt. Siddha wordt opnieuw uitgeooodigd bij Rezla te komen, welke hem tracht Ie bewegen zich ter gelegener tijd met zijn troepen tegen den Keizer te keeren. Siddha geeft zijn woord als edelman, alles te zullen doen wat Rezia verlangt: en komt nadien veel in stilte met haar samen. Salhana ontvangt bezoek van Selim, tot ongenoegen van Iravati. Er hadden geheime besprekingen plaats tusschen Selim. Salhana co Gorakh ten doel hebbende ten gunste van Selim zich meester te maten van den troon en waarbij de Worgers een voorname rol zullen »pelen. De volgende avonden weerklonk veel feeslgedruisch, dan vermaakte de prins -zich met zijn vrienden en danseressen. Op zekeren avond zocht Selim Iravati op en vroeg haar hand. Zij weigerde, zeggende Siddha trouw te blijven. Kort na dit voorval, ontmoeten we Siddha in Agra, met Parviz bij de „Keizerwcging'. Siddha wordt tot mansabdar over duizend bevorderd. Onder de menigte ontdekt Siddha Rezia en Parviz vertelt, dat zij Goelbadan heet en de vrouw Is van Feizl. Nu blijkt dat Siddha zijn besten vriend heeft bedrogen, zoekt hij Rezia op en neemt voor goed afscheid. Heengaande ontmoet hij Selim. die door een dienares om te koopen, spoedig achter de geheimen van Rezia komt
Eens kwam de trouwe Nipoenika haar storen en naderde haar met bedrukt en onheilspellend gelaat. — Welnu ? — vroeg Iravati, — wat komt gij melden? Mij dunkt, gij brengt mij slechte tijding. En nu verhaalde de vertrouwde, hoe zij van een krijgsman, die uit Agra kwam, het een en ander omtrent Siddha vernomen had. — Wie heeft u dat alles verteld? Wie was die krijgsman? Spreek de waarheid 1 En geen omwegen, verstaat gij ? — Edele jonkvrouw I — antwoordde Nipoenika, — De man, die mij verhaalde wat ik u heb meegedeeld, was een dienaar van den Kroonprins. — Dan is alles ook gelogen I — riep Iravati uit. — Het is wèl, mijn gojede Nipoenika! Ik dank u voor uw bericht. Maar ik hecht er niet aan, nu de bron mij bekend iSj waaruit het voortkwam,. Toch had de wèl gerichte pijl beter getroffen dan Iravati wilde toegeven. Wederom echter voelde zij haar moed herleven, toen zij na eenigen tijd in een der galerijen Prins Selim zelf ontmoette, van wiens
terugkomst haar tot dusver niets was gemeld. — Iravati I — sprak deze nader tredend, — gij mocht reden hebben u te verwonderen over mijn terugkeer indien niet hetgeen ik door uwe getrouwe dienares u liet mededeelen u daaromtrent eenige verklaring gaf. — Ik begrijp zeer goed, — antwoordde Iravati — dat laster door u te baat is genomen, waar u blijkt dat overreding onvermogend is. — Laster! — hernam Selim, — ja, dat ware inderdaad al een heel verachtelijk middel. Maar daarenboven een zeer ijdel. Want welke waarde zoudt gij aan een dergelijk verhaal, een eenvoudig praatje, kunnen hechten, indien de waarheid niet door bewijzen kon worden gestaafd ? — Bewijzen ? Wat bedoelt gij ? — Zie deze brieven. En Selim overhandigde haar de beide stukken papier, welke de vertrouwde van Goelbadan hem verkocht had; vluchtig geschreven, hartstochtelijk gestelde, met allerlei uitroepen en betuigingen van liefde vervulde brieven van Siddha, waarin de naam der aangebeden Rezia herhaalde malen vooricwam. Haastig las Iravati dat alles, terwijl het haar vRor de oogen begon te schemeren. Eensklaps liet zij ze uit de hand vallen en ware bewusteloos neergestort, indien niet Selim haar snel had ondersteund en op een rustbank had neergevleid. Spoedig rees zij echter weder op en stelde zich tegenover den Prins, terwijl zij hem met vastheid m de oogen zag. — Mijn lot, — sprak zij, — is beslist. Eene andere heeft bezit genomen van het hart, dat tot heden mij behoorde en mij alleen. Het zij zoo, al wordt het mijn dood! doch meen niet, dat daarmede u den weg zou zijn gebaand, dien gij mét uwe ontdekkingen reeds zaagt geopend! — Hoe nu ? — riep Selim in verbazing uit, — de minnaar wiens ontrouw u thans wel gebleken is, verlaat u en offert u op aan eene andere, en gij zoudt u niet vrij achten en niet mogen luisteren, naar hem, die u boven alles lief heeft ? — Prims! — zeide Iravati — ik wil u smeeken om ééne gunst voor heden. Laat mij voor eenige oogenblikken over aan mij zelve I — Ik ware — antwoordde Selim, — mijn naam onwaardig, als ik een oogenblik langer van uwe goedheid misbruik maakte. En zich omwendend verliet hij, schoon met loome schreden, de galerij. Maar toen hij was heengegaan, zeeg zij uitgeput op de rustbank neder, en, het gelaat met de handen bedekkend, weende zij bitter. Kortstondig echter was hare betrekkelijke rust, en verschrikt zag zij op, toen na eenigen tijd zich weer een voetstap in de nabijheid deed vernemen. Het was Salhana, die haar naderde. — Mijne dochter! — sprak hij, — ik weet wat uwe gedachten bezig houdt en u 't hoofd laat buigen onder leed. De achting die ge u zelve niet alleen, maar ook mij en mijn huis verschuldigd zijt, gebiedt u alle herinneringen aan dien man te banne,n, die op zoo smadelijke wijze de nadere verbintenis met ons geslacht verworpen heeft. Ik wil, hoewel in geheim, u iets mededeelen wat, zooal niet aanstonds de wond zal heelen, die u geslagen werd, dan
toch in 't eind u tot troost zal strekken. Een heerlijke, eene schitterende toekomst wacht u nog, Iravati! Prins Selim bemint u en begeert u tot zijne echtgenoote! — Dat weet ik, — antwoordde Iravati. — Gij weet het ? en hoe ? — De Prins zelf heeft het mij verklaard, ook heden nog. — En uw antwoord ? — Ik heb het vereerend aanbod afgeslagen. — Hoe! Wat ? — riep Salhana met de grootste verbazing en ergernis uit, — afgeslagen! Zijt gij zinneloos? — Ik geloof het niet. Maar ik ben immers verloofd met Siddha. — Deze heeft immers zijne trouw gebroken en u daarmee reeds ontslagen van uw woord. — Zoo mogen anderen er misschien over denken, die in andere begrippen zijn opgevoed dan ik. Bovendien, ik wil er geen geheim van maken, nog blijf ik Siddha beminnen in weerwil van zijne handelwijs, en een ander zou ik nooit kunnen liefhebben ng. hem. — Maar er behoeft hier immers ook geene sprake te zijn van liefde! Het is genoeg, dat Stlim u bemint, en dat gij gebruik kunt maken van den invloed, dien gij op hem hebt. Een Koninkrijk wordt u aangeboden, een rijk, waarvan de wedergade nauw in de wereld valt aan te wijzen, en gij stoot het verachtelijk van u af, enkel om een droombeeld, een gril. — 't Mag zijn, dat ik ongelijk heb, — antwoordde Iravati gedwongen bedaard, terwijl haar vader zich al meer en meer begon op te winden, — maar uwe voorspiegelingen zullen mij daarvan niet overtuigen. — Uw besüuót schijnt dus te zijn, den wil van uw vader te weerstaan ? Mij dunkt, dat komt niet overeen met de beginselen van gehoorzaamheid van het kind aan zijne ouders. — Hoezeer 't mij ook leed is, dat ik u niet mag gehoorzamen, ik mag nu eenmaal niet en ik kan niet. Salhana balde zijne vuisten en beet van ongeduld op zijn knevel. Aan alle kanten geslagen! En door wie? Door een eenvoudig meisje, dat hij tot nog toe als het zachtzinnigste en onderdanigste wezen had gekend! Al zijne heerlijke plannen van den laatsten tijd, al zijne schitterende vooruitzichten door dat eigenzinnige, nu weerbarstige kind vernield! (Wordt vervolgd.)
WIE ZINGT DAAR? DE ..NRW EDISON'
NEW«HSON . COMPAHISON WlIHl THEiLIVING ARTIST^ REVEALS NO DIFFERENCE
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM '.
.
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 WITTE DE W1THSTRAAT 88
^^^^—mmmmm^^m^^ma
LKj WEEK üji AlkEMIliMQ
Amstelstraat - Amsterdam Telef. 43306
van een beleerend, doch vooral niet geleerd tijdschrift voor slechts
DIR.: F. A. NOGGERATH
Zaterdas 14 Augustus en volsende avonden, 8 uur
DE ZWERVER
2.75
Nieuwe operette, muziek van Margie Morris.
PER HALF JAAR
In de hoofdrollen: ELSE GRASSAD - EMILE ». BOSCH NAP DE LA MAR - JEAN JAHSSEMS
Plaatsbespreking dagelijks van 11 tot 7 uur.
ZULK
AMSTERDAM
de VRAAGBAAK voor den Radio-amateur
Brengt de pauze in het Flora Theater door in de WINDSOR BAR Na de voorstellingen gezellig uurtje SAMENKOMST VAN ARTISTEN.
plooien in den rok en moderne fichu op het lijfjeVerkrijgbaar in maat 42, 44, 46 en 48 of 90, 95. lOOof ilOc.m. buste. Benoodigd van 95c.m breedc stof 4,75 M.. van 100 cm. breed georgette 0,50 M.
No. 75673. Moderne en practische najurs- en wiolermanlel voor meisjes van 10—16 jaar. De kraag kan open en gesloten gedragen worden. Bsnoodigd van 135 cm. breede stof 2,50 M.
Van deze afbeeldingen, die met toestemming d*r firma Weldon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerr. zijn franco oer oost geknipte patronen verkrijjhsar
tegen toezending van f 0.75. en vermelding van het nummer aan mevrouw Milly Simons,2e Schuytstraat 261. Drn Haag.
Zelf een smakelijk snoepje maken door Luculles Gewone suikerborstplaatjes. Doe in een klein steelpannetje 500 gram. witte suiker. Doe er zooveel water op^ dat het juist onder staat, roer het even door en plaats het op een gasvlam, die niet hooger ma^ zijn dan de kihoud der pan. Dompel een schoon kwastje in koud water en strijk hiermede alle suiker van den zijkant der pan, zoodat alles geheel in het vocht kan oplotssen. Dek de pan met een deksel af en schep voorzichtig, even voor het kooksel omhoog komt., eventueele onreinheden eraf. Maak een gladde tafel met een schoonen doek vochtig, en leg er, netjes glad, een voohtig vel ersatz-pergament overheen. Probeer nu de dikte van het koioksel door er de steel van een vork in te steken en deze direct daarna in ijskoud water — in een pannetje oif kopje bij de hand staande — te dorfi^elen. Tusschen duim en wijsvinger wordt nu de suiker van den steel gestreken en weer in het water gehouden. Kan er nu een zacht balletje van gemaakt worden,
B;ven : No. 75550. Snoeiia kinderpartij-iurkje vösr kleintjes van 2 tot 8 jaar, voor rose, blauw of mauve crèpe de chine, gegarneerd met entredeux en roosjes van lint. Benoodigd van 95 cM. breede stof 1,50 M., tusschenzetsel 1,50 M., lint 2 M.
door en giet bij kleine beetjes het kooksel op het ptapder uil, to< kleine ronde plaatjes, die vlug wit opdrogen en na eenige minuten zijn» te verschuiven, waarna men ze onderste boven, dus met den bollen kant/ op een droog vel ersatz legt. De gelijkvormigheid berust op oefening. Het is werkelijk een heele kunst, om een serie zóó te gieten, dat ze mooi gelijk glanzend uitvallen. Wanneer men over kleine borstplaatringetjes beschikt, is het gieten eenvoudiger,, hoewel net toch ook vlug in zijn werk moet gaan, daar anders het laatste in de pan te stijf wordt.
TIJDSCHRIFT IS
ELECTRO-RADIO
WINDSOR-BAR Amstelstraat 20
EEN
GEEFT
U
ALS ABONNÉ OP
bij de Administratie van ELECTRO-RADIO, Hofwijckstraat 9, 's Qravenhage
Godfried de Groot yfrnstellaan 64 - Amsterdam Telef, 25474
VRAAGT
HET
NIEUWE
MERK
TUTTI-FRUTTI
Specialiteit in T^odeme en artistieke foto's
VRUCHTENDROPS IN ROLLEN HEERLIJK FRISCH — FIJN VAN SMAAK
FABR.:
VEKA
ROTTERDAM
IÖIE CAMIEi&A
TAen z.ie de vele reproducties van ons werk in „Wet Weekblad" Cinema S theater
HET IDEALE TIJDSCHRIFT VOOR AMATEUR-FOTOGRAFEN 24 nummers per jaar - f 1.50 per kwartaal Administratie: Hofwijckstraat 9. Den Haas
fi"| | ABONNEERT U OP DIT BLAD | [jj
Onder: No. 75475. Moderne japon voor eenr matrone. Het overblousende lijfje en de plooien io den rok geven het aardige effect. Benoodigd van 95 cM. breede stof 4,50 M. Verkrijgbaar in bustemaat 90. 95. 100. 110 of 120 cM. ^
■—— <3>»
dan is het kooksel goed. Men zet dus even de pan naast het vuur tijdens het profceeren, daar anders het kooksel intusschen te dik zou kunnen worden. Is dit toch het geval, dan wat water toevoegen en nog, even laten koken. Met eenige oplettendheid en oefening kan men spoedig zien of het kooksel de vereischte dikte heeft. Zet dan de pan van het
vuur, laat het kooksel even uitbruischen en begin met een dun houten lepeltje of spateltje voorzichtig langs den kant te wrijven, zooveel mogelijk zorgende, het kooksel niet te beroeren. De suiker, langs den kant gewreven, begint mi wit te worden ea zal, daar men langs den geheelen rand wrijft, geheel glazig-wit kleuren. Nu roert men voorzichtig even
/aiEp*^
Rinso het moderne waschmiddel dat U uren van afmattenden arbeid bespaart
Chyp»»e. Pam's. Opigan, enz.
Voldoet aan alle hedendaagsche eischen voor een werkelijk modern zeeppoeder DB LEVER'S ZEEP MIJ.. VLAABDINGEN
R62-26
~
—
wnußvmmm^
droo. men den Uh.gen^tlUeM
nucht
mm^.m
5^. ia , 5M.__J2t 5la4.fo mjfn km.de.k^
jftj^'Luinr door de boo. men 5^i5t het win.de.ke 5)aÄbhiaarin ie me^. ie zacht Ve.ve klei.he aceäenwM
w^^ De wind suist door de boomen, Mijn kindje sluimert zacht, En droomt zijn kinderdroomen Den langen, stillen nacht.
fy^X*^
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Suja, suja, slaap mijn kindeke, Door de boomen suist het windeke, Slaap maar in je wiegje zacht, Lieve kleine, goeden nacht.
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS
Adres van Redactie en .ffdmin.: Qaieewater 22, Seiden en Ch. de CoslerslraatlO-I2, Brussel,
In dit nummer bevindt zich een aardig liedje met woorden en muziek van TAonnickendam
ïtel Cinema © "ihealergedeelle slaat onder redactie van pier Westerbaon
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KÜNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM
DEN HAAG
ROTTERDAM
LEIDSCHESTRAAT 84
- . . . LANGE POTEN 15
.... WITTE DE WITHSTRAAT 88
5gy ptia^N. Cigarette!