Effluentpolishing met kroos
Deelrapport 4. Pilotstudie
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Verantwoording Titel
Effluentpolishing met kroos
Auteur(s)
Van Hoorn van Dulleman, M., Waterschap Noorderzijlvest 4716656
Projectnummer Aantal pagina's Datum
36 (exclusief bijlagen) 1 juli 2012
Effluentpolishing met kroos
5\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
6\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Inhoud Verantwoording ............................................................................................................................. 5 1
Algemene inleiding........................................................................................................ 9
2
Inleiding kroospilot ..................................................................................................... 13
2.1
Doelen en onderzoeksvragen ....................................................................................... 14
3
Materialen en Methoden ............................................................................................. 17
3.1 3.2 3.3
Opzet & materiaal.......................................................................................................... 17 Monstername & analyses .............................................................................................. 19 Data voorbewerking en analyse .................................................................................... 23
4
Resultaten en discussie.............................................................................................. 25
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Verkenning .................................................................................................................... 25 Optimale oogstfrequentie 1 ........................................................................................... 26 Vergistingsexperiment ................................................................................................... 28 Optimale oogstfrequentie 2 ........................................................................................... 28 Metalenonderzoek ......................................................................................................... 30 Bijverlichting .................................................................................................................. 31
5
(Voorlopige) conclusies & vervolg ............................................................................ 33
6
Referenties ................................................................................................................... 35
Effluentpolishing met kroos
7\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
8\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
1 Algemene inleiding Ondanks dat de waterkwaliteit in Nederland de afgelopen decennia sterk is verbeterd, kent Nederland nog een forse opgave om aan de vereisten te voldoen die gesteld worden vanuit de Kader Richtlijn Water (KRW). Hiervoor zijn meerdere maatregelen mogelijk, variërend van natuurvriendelijke oevers, tot het verbeteren van het zuiveringsrendement van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Om de zoektocht naar innovatieve en kostenefficiënte maatregelen te stimuleren, heeft het ministerie van I&M subsidie beschikbaar gesteld vanuit het KRW-Innovatieprogramma. Eén van de innovatiemaatregelen waar onderzoek naar wordt gedaan is het nazuiveren van effluent met kroos: Effluentpolishing met kroos. Het onderzoek is uitgevoerd door een consortium bestaande uit waterschap Noorderzijlvest, advies- en ingenieursbureau Tauw, Bioniers, de Radboud Universiteit Nijmegen en Wageningen UR Livestock Research. Kroos kan zeer efficiënt nutriënten verwijderen en wordt onder andere in de Verenigde Staten en Australië ingezet als waterzuiveraar in professioneel opgezette kweekvijvers. Het gaat daarbij primair om het verkrijgen van een goede waterkwaliteit. Kroos produceert naast schoon water tevens biomassa en waardevolle eiwitten. Hierdoor heeft kroos potentie om te worden hergebruikt als biobrandstof, groenbemester of component in veevoer.
Effluentpolishing met kroos
9\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Kroos
Kroos kent twee families met de wetenschappelijke namen Lemnaceae en Azollaceae. Het zijn drijvende waterplanten die doorgaans indicatief zijn voor nutriëntenrijk water (de Lyon en Roelofs, 1986). Onder de juiste omstandigheden zijn ze in staat om hun biomassa in 3 tot 5 dagen te verdubbelen (STOWA, 1992) waarbij ze nutriënten zoals stikstof en fosfaat direct op nemen uit het water. In Nederland zijn binnen de familie van de Lemnaceae, Lemna gibba, Lemna minor en Spirodela polyrhiza het meest voorkomend. Binnen de familie van de Azollaceae is dit Azolla filiculoïdes (Figuur 1.1) (STOWA, 1992).
Lemna gibba
Lemna minor
Spirodela polyrhiza
Azolla filiculoides
Bultkroos
Klein kroos
Veelwortelig kroos
Kroosvaren
Figuur 1.1 Tekeningen van Lemna gibba, Lemna minor, Spirodela polyrhiza en Azolla filiculoïdes (Bron:www.commons.wikimedia.org;www.wisplants.uwsp.edu;www.plants.ifas.ufl.edu;www.alienplan tsbelgium.be)
10\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Het project Effluentpolishing met kroos richt zich op zowel het kweken van kroos, het zuiveren van effluent als op de toepassingsmogelijkheden van kroos. De uitkomsten zijn gebundeld in een aantal rapporten. Voor u ligt ´Deelrapport 6, Ontwerpmodel´ als onderdeel van de volgende serie:
Deelrapport
Onderdeel
Doel
Uitvoerende partij
1
Literatuurstudie
Een inventarisatie van reeds gedane
Tauw
onderzoeken naar kroosgroei en krooszuivering 2
Laboratorium-experimenten Het vullen van leemten in kennis uit de
Radboud Universiteit
literatuurstudie. Eerste testen voor groei van
Nijmegen
kroos op effluent. Onderzoeken meest geschikte kroossoort 3
Kroos als veevoer
Het analyseren van de kroossamenstelling
Wageningen UR Livestock
voor het bepalen van de geschiktheid als
Research
veevoer of andere toepassingen. Het in kaart brengen van regelgeving omtrent veevoer 4
Pilotstudie
Ontwikkelen van kennis over het kweken van
Waterschap Noorderzijlvest
kroos onder Nederlandse omstandigheden op rwzi-effluent 5
Modelberekeningen
Opstellen mathematisch model voor het
Tauw
berekenen van het meest optimale kweeksysteem voor zuivering 6
Ontwerp
Het ontwerpen van een haalbaar en
demonstratiesysteem
betaalbaar krooskweeksysteem op basis van
Bioniers
de opgedane kennis in de eerdere onderzoeksfasen Koepelrapport
Synthese
Tauw
Effluentpolishing met kroos
11\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
12\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
2 Inleiding kroospilot Het waterbeheerplan van waterschap Noorderzijlvest (2010-2015) behandelt alle nationale (waterwet) en internationale (Kaderrichtlijnwater; KRW) verplichtingen die het waterschap heeft en vertaalt deze in eigen beleidsdoelen. In het thema schoon en gezond water van dit beheerplan staat dat het waterschap aan kennisontwikkeling door het uitvoeren van KRW onderzoeken ten behoeve van toekomstige maatregelen zal werken. Binnen dit kader is in de jaren 2009 tot en met 2012 onderzoek verricht naar de potenties van kroos als zuiveringstechnologie verricht. Dit project is mede gefinancierd door het ministerie van I&M via de uitvoeringsinstantie Agentschap NL. Op dit moment zijn in het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest enkele rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) waarbij de kwaliteit van het geloosde effluent verbeterd dient te worden. Deze zuiveringen zullen met duurzame nazuiveringstechnieken kunnen worden uitgebreid waarmee de effluentkwaliteit verbeterd en het ontvangende oppervlaktewater niet verder belast wordt. De doelstelling hierbij is om water te lozen dat bijna of volledig voldoet aan de kwaliteitsdoelstellingen voor oppervlaktewater die verplicht gesteld zijn volgens de KRW. Voor wateren waarvoor een strenge opgave ligt voor stikstof en/of fosfor zou het nazuiveren met kroos van meerwaarde zijn. Tabel 2.1. geeft een overzicht van de rwzi’s in het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest met de bijbehorende normen voor oppervlaktewater.
Tabel 2.1 Rwzi’s met strengste eisen voor ontvangend oppervlaktewater. GEP = goed ecologisch potentieel
GEP (totaal P;
GEP (totaal N;
Rwzi
oppervlaktewater
Ontvangend KRW waterlichaam
mg/L)
mg/L)
Onderdendam
Boterdiep
Maren Reitdiep
0,25(0,2)
3(3)
Uithuizen
Helwerdermaar
Maren Reitdiep
0,25
3
Uithuizermeeden
Meedstermaar
Maren Reitdiep
0,25
3
Ulrum
Hunsingokanaal
Maren Reitdiep
0,25
3
Wehe‐Den‐Hoorn
Hoornse Vaart
Maren Reitdiep
0,25
3
Winsum
Winsumerdiep
Boterdiep‐Winsumerdiep
0,2
3
Marum
Oude diep
Oude diep‐dwarsdiep/dwarsdiepgebied
0,14
4
Kroos kan zeer efficiënt nutriënten verwijderen en wordt onder andere in de Verenigde Staten en Australië ingezet als waterzuiveraar in professioneel opgezette kweekvijvers. Het gaat daarbij primair om het verkrijgen van een goede waterkwaliteit. Kroos produceert naast schoon water tevens biomassa en waardevolle eiwitten.
Effluentpolishing met kroos
13\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Hierdoor heeft kroos potentie om te worden hergebruikt als biobrandstof, groenbemester of component in veevoer. Daarnaast is het gebruik van kroos beduidend goedkoper dan de gangbare technologieën voor nazuiveren, zoals zandfiltratie. Vandaag de dag wordt kroos tevens in relatief primitieve natuurlijke omstandigheden in deltagebieden zoals in Bangladesh en Thailand ingezet als bron voor de productie van visvoer en veevoer. Waterschap Noorderzijlvest heeft van mei 2010 tot mei 2012 op de rwzi in Eelde een pilotonderzoek uitgevoerd waarmee onderzocht is wat de zuiverende werking van kroos is.
2.1
Doelen en onderzoeksvragen
Het doel van dit project is het ontwikkelen van een systeem voor vergaande verwijdering van N en P uit afvalwater met behulp van kroos. Subdoel van dit project is om onderzoek te doen naar de neveneffecten van effluentbehandeling met kroos. Bijvoorbeeld in welke mate andere stoffen uit het afvalwater worden verwijderd (zware metalen en organische microverontreinigingen) waardoor de nazuiveringsstap efficiënter gedimensioneerd kan worden. Ook wordt onderzocht of het geoogste kroos inzetbaar is als veevoer en of het kroos vergist kan worden tot biogas. De algemene onderzoeksvraag luidt: “Hoe kan het kweken van kroos in de Nederlandse zuiveringssituatie, als energiezuinige en kostenefficiënte, nageschakelde maatregel voor N en P verwijdering worden ingezet om daarmee een bijdrage te leveren aan een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlaktewater in het jaar 2015?” Bijkomende secundaire vraag is: “Hoe kan kroos als product worden afgezet en welke afzetmogelijkheid levert de meeste baten op?” In het pilotonderzoek streven we naar het verkennen van randvoorwaarden voor het opkweken van kroos op effluent (zie intermezzo 1) met als subonderzoeksvraag: Onder welke klimatologische omstandigheden kan kroos duurzaam (zonder toevoeging van energie) worden gekweekt op effluent? De opzet van het pilotonderzoek wordt gestuurd door de resultaten van het laboratoriumonderzoek. Intermezzo 2: Natuurlijk nazuiveren Voor natuurlijke nazuiveringsexperimenten, zoals bijvoorbeeld met behulp van watervlooien, kroos of rietvelden (helofytenfilters) wordt gebruik gemaakt van biologische mechanismen. Vaak zitten er teveel voedingsstoffen (stikstof; N-verbindingen of N- totaal, fosfor; P-verbindingen of Ptotaal ) of zwevende stof in gezuiverd water. Zo’n overschot kan er toe leiden dat het ontvangende oppervlaktewater uit balans raakt. Met andere woorden dat het minder goed zal functioneren. Om deze belastingen te verkleinen gebruiken we de functies uit de natuur in een nazuiveringssysteem. Onderstaande schematische weergave laat zien dat bepaalde functies kunnen zorgen voor verwijdering van ongewenste delen uit het water.
14\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
1: Watervlo . Functie: filteraar (zwevend slib en algen consument). Zet (slib)deeltjes om in gemineraliseerde opgeloste stoffen 2: Kroos. Functie: zet overmaat aan opgelost stikstof en fosfor om in plantaardig materiaal (biomassa) 3: Slak. Functie: Detritus consument (bodem sediment). Zet deeltjes om in gemineraliseerde opgeloste stoffen 4: Riet. Functie: Zet stikstof en fosfor uit bodem en oppervlaktewater om in plantaardig materiaal (biomassa)
Effluentpolishing met kroos
15\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
16\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
3 Materialen en Methoden 3.1
Opzet & materiaal
De proefopstelling van het pilotonderzoek ligt op de rwzi te Eelde en bestaat uit twee parallelle sloten. Een kleine stroom van het effluent wordt opgepompt uit de effluent slingergoot van de rwzi en komt vervolgens in een buffervat. Het te veel aan opgepompt water wordt door een andere opening weer terug gevoerd in het effluent van Eelde. Van daaruit worden de beide proefsloten continu gevoed. Het influent van de proefsloten wordt gereguleerd door kraantjes waarmee de stroomsnelheid kan worden ingesteld. Sinds mei 2010 zijn diverse experimenten uitgevoerd waarbij met verblijftijden, kroossoorten, licht, temperatuur en oogstfrequenties is gevarieerd (zie figuur 3.1).
Figuur 3.1 Links: de proefsloten in mei 2010. Rechts: de proefsloten in geoptimaliseerde proefsloten in mei 2011 met andere kroossoorten, meetapparatuur en een tunnelkas eromheen
In 2010 was de verblijftijd van het influent twee dagen in de proefsloten. De inhoud van een proefsloot is 5200 liter. Er stroomt per etmaal 2600 liter door de proefsloot. Dit geeft een debiet van 1,8 L/p minuut. Een proefsloot is opgedeeld in vier compartimenten. Dit houdt het kroos per segment van elkaar gescheiden. In de planken die de segmenten gescheiden houden zitten diagonaal tegenover elkaar openingen zodat het water hierdoor een mogelijkheid heeft om door te stromen. Op deze manier wordt een propstroom karakter gegenereerd. Deze segmenten zijn er om te testen of er eventueel ook polishing plaats vindt (Otte, 2010) (zie figuren 3.1 en 3.2).
Effluentpolishing met kroos
17\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Figuur 3.2 Schematische weergave van de opstelling van de proefsloten met kroos, anno 2011
In de zomer van 2010 zijn de proefsloten geënt. Deze ent bestond uit verschillende soorten kroos zoals Veelwortelig kroos (Spirodela polyrhiza), Klein Kroos (Lemna minor), en Bultkroos (Lemna gibba). Het Bultkroos leek langzaam weggeconcurreerd te worden door het Veelwortelig kroos. Veelwortelig kroos was in de zomer de dominante soort. Naarmate het jaargetijde vorderde en de herfst zijn intrede nam, werd het Veelwortelig kroos weggeconcurreerd door het Klein kroos. Klein kroos is in het najaar waarschijnlijk de dominante soort geweest in beide proefsloten.
18\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
3.2
Monstername & analyses
Bij de toevoer, halverwege en aan het einde van beide sloten wordt de waterkwaliteit bemeten (figuur 3.2). Afhankelijk van de gekozen verblijftijden werd de bemonsteringsfrequentie geprogrammeerd. Indien de verblijftijd twee dagen was, werd om de twee dagen een verzamelmonster van de afgelopen 24 uur genomen. Ter controle werd de hoeveelheid koolstofdioxide, licht en temperatuur in de kas gemeten. Echter de koolstofdioxide en temperatuurmetingen hebben niet gefunctioneerd (zie figuur 3.2). Boven de eerste sectie van proefsloot 1 is een rij LED-lampen (in het blauwe spectrum) aangebracht. De parameters die geanalyseerd werden zijn geselecteerd op basis van relevantie voor effluent kwaliteit en voor de KRW eisen. Voor het onderzoek naar zware metalen werd een scala aan metalen geanalyseerd. Voor de oogstonderzoeken zijn dichtheidsbepalingen gedaan van het kroosdek.
Effluentpolishing met kroos
19\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
20\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Schema 3.1: overzicht van kroosexperimenten. Kroosmix 2010 bestaat uit Veelwortelig kroos, Klein Kroos, en Bultkroos en is afkomstig uit sloten uit het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Kroosmix 2011 bestaat uit nagenoeg alleen Klein kroos met mogelijk een enkel spoor van Veelwortelig kroos
Experiment
Tijd
Variabelen daglengte verlenging
Nummer
Titel Verkenning
1 optimalisatie 2 oogstfrequentie 1
Start 31-7-
Eind
Sloot 1
15-11- Kroosmix 2011
2010
2010
20-5-
30-9- Kroosmix 2011
2011
2011
Vergistingsexperiment
Kroosmix
kroosvaren
Kroosvaren
3 27-1- Kroosmix 2011
oogstfrequentie 2
2011
2012
Bijverlichtingsexperiment
tot 3 kg/m2 terugoogsten -
1 en 2
-
2 en 4 compartimenten 1 van beide sloten telkens terugoogsten tot 4 kg/m², comp. 2 tot 3 kg/m²,
4 5 Metalenonderzoek
2 Oogst dichtheden bepalen
Kroosvaren
Kroosmix 2011
1-10-
oogstfrequentie
Sloot 2
-
Optimalisatie
dagen verblijftijd
Kroossoorten
-
2 en 4 vakken 3 tot 2 kg/m² en comp.4 tot 1 kg/m² 2 en 4
Kroosmix 2011
kroosvaren
-
1-10-
27-1- Kroosmix 2011
kroosvaren
segment 1, sloot 1
2011
2012
bijverlichting tot 13 uur met een lichtintensiteit van minimaal
6
150 W/m2
2 en 4
Effluentpolishing met kroos
21\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Experiment
Tijd
Variabelen daglengte verlenging Kroossoorten
1-42012
1-5- Kroosmix 2011
dagen
oogstfrequentie
verblijftijd
kroosvaren
Terugoogsten tot 750 gram/m2, verblijftijd 2
2012
dagen
Optimalisatie 7 oogstfrequentie 3
22\36
Effluentpolishing met kroos
-
2 en 4
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
3.3
Data voorbewerking en analyse
Voor de resultaten van het kroosexperiment is alleen gebruikt gemaakt van beschrijvende statistiek door gemiddelden per tijdsperiode te berekenen.
Effluentpolishing met kroos
23\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
24\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
4 Resultaten en discussie In dit hoofdstuk wordt per relevante parameter besproken wat het verschil is tussen de concentraties in effluent van de huidige, reguliere zuivering van de rwzi Eelde in vergelijking met de concentraties in effluent dat is nabehandeld met kroos in het pilotonderzoek. De resultaten focussen zich op de zuiveringscapaciteiten van het kroos. Tevens wordt kort belicht wat er met concentraties metalen in effluent gebeurt na nabehandeling met kroos. De volgorde van beschrijving van de resultaten is gebaseerd op schema 3.1.
4.1
Verkenning
De kroosmix die in mei 2010 is uitgezet in de proefsloten is onderzocht op zuiveringscapaciteit voor totaal stikstof (Ntotaal) en totaal fosfor (Ptotaal). Van mei tot juli is het kroos opgekweekt tot de sloten helemaal bedekt waren met de kroosmix 2010 waarna tussen juli en november 2010 de analyses zijn gestart. Vanaf het moment dat de sloten dichtgegroeid waren is met een maximale frequentie van drie keer per week terugoogsten tot een dichtheid van drie kg natgewicht per m2 (is circa 180 gram drooggewicht (6 %)) gewerkt (Otte, 2012). In het najaar is de frequentie teruggebracht naar twee tot één keer per week terugoogsten. Doordat de groei langzamer ging onder deze omstandigheden hoefde minder vaak geoogst te worden om op de gewenste dichtheid te komen. Met deze oogstfrequenties zijn van juli tot en met september zuiveringsrendementen van tussen de 27 en 43 % voor Ntotaal behaald bij twee dagen verblijftijd. Voor Ptotaal vond juist een toename plaats (zie tabel 4.1). Dit zijn extra zuiveringen door het krooskweeksysteem die bovenop de middels conventionele zuivering behaalde effluentkwaliteit komen. Deze oogstervaringen zijn gebruikt als input voor het onderdeel Modelberekeningen voor een optimaal krooskweeksysteem; rapportages DuPol en Ontwerpmodel (de Vreede, 2011 en Otte, 2011).
Effluentpolishing met kroos
25\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Tabel 4.1 Zuiveringsrendementen (fracties) van de proefsloten met de Kroosmix 2010. Negatieve rendementen geven een toename van betreffende parameter weer. Deze zijn rood gearceerd. Extra zuiveringsrendementen zijn positief, deze zijn groen gearceerd
Kroosmix 2010 (Veelwortelig kroos, Klein kroos en Bultkroos) rendement 2 dagen verblijftijd
rendement 2 dagen verblijftijd (sloot 2)
Afname van
rendement 1 dag verblijftijd
(sloot 1)
N
0,16
0,27
0,43
kjN
0,34
0,31
0,18
P
-0,70
-0,17
-0,17
PO4
-0,66
-0,12
-0,15
De zuiveringsrendementen van de maand oktober zijn iets lager dan de rendementen van juli tot en met september. Verdere metingen zijn niet verricht door de plotselinge inval van de winter (half november) in het jaar 2010.
4.2
Optimale oogstfrequentie 1
Uit de laboratoriumexperimenten met kroossoorten is gebleken dat Kroosvaren en Klein kroos efficiënt nutriënten uit effluent halen (deelrapport xx van Kempen, 2010 en van Kempen 2011). Daarom is in mei 2011 sloot 1 geënt met Klein kroos en sloot 2 met Kroosvaren. Gedurende de zomer is telkens teruggeoogst tot 1 kg natgewicht per m2. De productie van Klein kroos was in de periode van 12 mei t/m 4 oktober gemiddeld 79 kg ds/ha/d en voor Kroosvaren 108 kg ds/ha/d. Dit komt overeen met 29 ton ds/ha/j voor Klein kroos en 40 ton ds/ha/j Kroosvaren (Otte, 2011). De bijbehorende zuiveringsrendementen zijn terug te vinden in tabel 4.2.
26\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Figuur 4.1 Zuiveringsresultaten zomer 2011: sloot 1, Kroosmix 2011
6,00
Nabehandeling‐In Sloot 2‐Deels
concentratie (mg/L)
5,00
Sloot 2‐Uit
GEP N (4 mg/L) 4,00
3,00
2,00
1,00
GEP P (0,2 mg/L) 0,00 N
P
Figuur 4.2 Zuiveringsresultaten zomer 2011: sloot 2, Kroosvaren
Effluentpolishing met kroos
27\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Tabel 4.3 Zuiveringsrendementen van de proefsloten met de Kroosmix 2011
Kroosmix 2011 Klein kroos + Veelwortelig kroos
Kroosvaren
rendement 1 dag
rendement 2 dagen
Afname
rendement 1
rendement 2 dagen
Afname van
verblijftijd
verblijftijd
van
dag verblijftijd
verblijftijd
N
0,20
0,37
N
0,19
0,10
OB
0,54
0,75
OB
0,49
0,73
P
0,27
0,44
P
0,20
0,20
PO4
0,20
PO4
0,12
0,12
0,38
Met deze oogstfrequenties blijkt met de Kroosmix 2011 waarin met name Klein kroos zit de beste rendementen gehaald zijn voor Ntotaal bij twee dagen verblijftijd (extra zuiveringsrendement is 37 %). Voor Ptotaal worden nog hogere zuiveringsrendementen gehaald (tot 44 %) bij twee dagen verblijftijd. Maar de nieuwe gemiddelde concentratie van 61 ug/L is nog steeds hoger dan de eis voor het betreffende oppervlaktewater (het Noord Willemskanaal) waar de rwzi op loost. De verhouding N:P is 5,2:1 in de zomermaanden. De ratfieldratio geeft aan dat de verhouding 7,2:1 zou moeten zijn. Indien lager dan zal stikstof de groeibeperkende factor zijn. Het toevoegen van stikstof kan de krooszuivering optimaliseren.--> later toegevoegd.
4.3
Vergistingsexperiment
Het vergistingexperiment is uitgevoerd in juni 2011. Omdat de soorten Klein kroos en Kroosvaren de beste zuiveringsrendementen opleveren, zijn deze soorten in vergistingsexperimenten onderzocht met verschillende voorbehandelingen. De biogasopbrengst van beide kroossoorten was afhankelijk van een eventuele voorbehandeling en was maximaal circa 300 liter/kg.org. Het onbehandelde Klein kroos is de beste grondstof voor biogasproductie omdat deze een iets hogere biogasproductie levert dan het onbehandelde Kroosvaren. Voor details zie Banning, 2011.
4.4
Optimale oogstfrequentie 2
De eis voor oppervlaktewater wat betreft Ptotaal is nog niet bereikt. Daarom wordt van oktober 2011 tot en met februari 2012 een experiment gedaan met variatie in verblijftijden. De verblijftijd is verhoogd naar vier dagen en de dichtheid van de compartimenten 1 van beide sloten naar 4 kg/m², vakken 2 naar 3 kg/m², vakken 3 naar 2 kg/m² en vakken 4 naar 1 kg/m² (zie ook schema 3.1).
28\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Figuur 4.3 Zuiveringsresultaten winter 2011/2012: oktober tot en met januari 2012 sloot 1, Kroosmix 2011 (Klein kroos, Veelwortelig kroos)
Kroosmix 2011 zuivert minder dan 20 % en Kroosvaren zuivert zelfs minder dan 10 %. De eisen voor Ntotaal en Ptotaal oppervlaktewater worden niet gehaald gedurende de wintermaanden door ontoereikende omstandigheden.
Figuur 4.4 Zuiveringsresultaten winter 2011/2012: oktober tot en met januari 2012 sloot 2, Kroosvaren
Effluentpolishing met kroos
29\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
In het algemeen gold dat het terugoogsten van kroosvaren bewerkelijk is. Na het verwijderen van planten moet het dek opnieuw verdeeld worden over het wateroppervlak. Na het terugoogsten van Klein kroos vond herverdeling over het wateroppervlak vanzelf plaats. In de winter stagneerde de kroosgroei in beide sloten. In beide sloten trad ook schimmelvorming op welke bij het Kroosvaren op in grote delen (tot circa 1/8e van het kroosoppervlak) uitspreidde. In het Klein kroos was de aanwezigheid van schimmel minimaal.
4.5
Metalenonderzoek
In oktober 2011 is een metalenonderzoek uitgevoerd. De gehalten metalen in kroos en effluent zijn bepaald in de propstroom. Voor uitgebreide beschrijving van de prestaties wordt verwezen naar het deelrapport metalen onderzoek van van Kempen en Smolders, 2012. Ten aanzien van de eisen die gesteld zijn aan het oppervlaktewater vanuit de KRW geldt dat zink onvoldoende verwijderd wordt uit de zuivering. Kwik redt het net maar daarvoor is de nazuivering nodig. Dit is een waardevolle extra functie van de kroosnazuivering omdat kwik een prioritaire stof is waarvoor geldt dat betreffende waterbeheerder géén overschrijdingen mag hebben in het oppervlaktewater. Tabel 4.4 Zuiveringsrendementen, concentraties na kroosnabehandeling en normen voor oppervlaktewater relevante metalen. *alle concentraties zijn in ug/L. De normen zijn MAC EQS uit amending directives 2008/60/EC and 2008//105/EC met uitzondering van zink en koper . Hiervoor gelden de normen van specifiek verontreinigende stoffen uit de Ministeriele regeling Regeling monitoring kaderrichtlijn water. Voor zink: de MAC en voor Koper de MTR
Concentraties na nabehandeling
zuiveringsrendement
Zink Nikkel
Type stof KRW Kroosmix 2011 Kroosvaren specifiek verontreinigende stof -0,2
Kroosmix 2011
Kroosvaren
-1,6
43,8
93,8
15,6
1
prioritaire stof specifiek verontreinigende stof
0,0
0,6
4,49
1,90
34,00
0,7
-0,2
1,00
3,51
3,80
Kwik
prioritaire stof
0,8
1,0
0,20
0,05
0,07
Lood
prioritaire stof
0,8
0,2
0,14
0,51
14,00
Cadmium
prioritaire stof
0,8
0,8
0,01
0,01
0,45
Koper
Ten aanzien van de afzetmogelijkheden voor kroos tot veevoer staan lood, kwik, arseen en cadmium als ongewenste stoffen aangemerkt. Uit normtoetsingen (drinkwaternormen) van concentraties van deze stoffen in kroos blijkt dat alleen kwik overschrijdend is. Voor de meeste elementen bestaat er een directe relatie tussen de concentratie in de biomassa en die in het effluent (van Kempen en Smolders, 2012).
30\36
Normen
Effluentpolishing met kroos
2
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Kwik geeft vooralsnog de grootste tegenstrijdige doelen. Hogere concentraties van kwik in het water (primaire doel) zijn ongewenst maar voor het veevoer zitten er tevens in het kroos zelf al hoge concentraties. Qua waterzuiveringscapaciteit presteert al met al de Kroosmix 2011 het beste.
4.6
Bijverlichting
Vak 1 van sloot 1 is in de maanden oktober tot en met december 2011 bijverlicht tot een daglengte van 13 uur. Maar daar trad al gauw een dominantie van algen op. Het zuiveringsrendement van 13 % is het rendement na vak 1 voor totaal stikstof. Dit rendement is te marginaal om als nazuivering te fungeren en is mogelijk veroorzaakt door de aanwezige algen omdat er geen Klein kroos meer aanwezig was. Bijverlichting in het rode spectrum zou beter zijn omdat het minder doordringt in het water. Hierdoor kan kroos een beter dek vormen en de algen zullen minder licht ontvangen.
Effluentpolishing met kroos
31\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
32\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
5 (Voorlopige) conclusies & vervolg Uit het pilotonderzoek zijn een aantal randvoorwaarden voor het kweken van kroos duidelijk geworden. Zo blijkt kroos in een ondiepe sloot met een kas eroverheen niet in leven te kunnen blijven de winter. Kroos kan alleen energiezuinig (zonder extra toegevoegde warmte) in de zomermaanden gekweekt worden. De bijverlichting (in de vorm van daglengte verlenging) door middel van zuinige LED verlichting in het blauwe spectrum werkte averechts ten opzichte van de wens: het Klein kroos stierf snel af en werd gedomineerd door algen. Bijverlichting in het rode spectrum biedt waarschijnlijk een verbetering. De verwijderingsrendementen van Ntotaal waren in de zomermaanden tot 36 %. Daarmee lagen de waarden in het geoptimaliseerde systeem in 2011 ruim onder de norm voor Ntotaal in het Noord Willemskanaal. Bij een verblijftijd van twee dagen werd dit bereikt met een kroosdichtheid van 1 kg/m2. De verwijderingsrendementen voor Ptotaal zijn nog hoger dan die van Ntotaal maar halen daarmee nog niet de eisen voor oppervlaktewater. Interne P waarden van de planten waren 4 (Kroosvaren) tot 8 (Klein kroos) keer hoger dan wat de kroosplanten minimaal nodig hebben. Interne voorraden waren daarmee waarschijnlijk een heel eind verzadigd. De opname van nutriënten uit het effluent wordt in die situatie bepaald door de groei. De groei is blijkbaar beperkt door iets anders dan het nutriëntenaanbod. Mogelijkheden zijn gelegen in de temperatuur, licht of crowding (over elkaar heen groeien van planten door ruimtegebrek). Temperatuur en licht waren echter gedurende de zomerperiode gunstig. Mogelijk kan met een lagere dichtheid een snellere groei worden bewerkstelligd (in de exponentiële fase) met snelste vermenigvuldiging. De dichtheden lager inzetten (tot 750 gram per m2) zal dit mogelijk maken. Door de ontoereikende situatie in de winter zal de focus voor het vervolg onderzoek liggen op de groeiperiode in de zomermaanden. In het groeiseizoen (vanaf april 2012) zal met een dichtheid van 750 gram per m2 en een verblijftijd van 2 dagen het laatste pilotexperiment: optimalisatie oogstfrequentie 3 worden ingezet. In mei zal een onderzoek gedaan worden naar de verdeling van hormoonverstorende stoffen in water en kroosplanten. Tot slot wordt er gewerkt aan een opschalingontwerp om op de rwzi’s van Marum en Winsum een krooszuiveringsinstallatie te bouwen op semi grote schaal. Om het systeem in het vroege voorjaar te kunnen starten is een winteropslag met kroos nodig. Deze winteropslag kan al dan niet met LED verlichting in het rode spectrum worden bijverlicht en eventueel met restwarmte worden bij verwarmd tot boven het vriespunt. Door de klimatologische variatie van een zomer zal de pilotopzet in ieder geval drie jaar blijven draaien in de meest geoptimaliseerde vorm. Qua hanteerbaarheid gaat de voorkeur uit naar een zuivering met Klein kroos.
Effluentpolishing met kroos
33\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
Kroosvaren leeft in symbiose met een micro-organisme waardoor ze in water kan leven met relatief weinig N en P. Klein kroos is voor de groei meer afhankelijk van N & P wat een mogelijke oorzaak is van de betere zuiveringscapaciteit van deze soort.
34\36
Effluentpolishing met kroos
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
6 Referenties Banning, J.W.T. 2011. Vergisten van eendenkroos. Rapport 111016.PROCES-Groningen BV, Groningen.
De Vreede, B.A.J. (2011) Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 5: Modelberekeningen. Tauw bv.
European commission. 2011. Directive of the European parliament and of the council. Amending Directives 2000/60/EC and 2008/105/EC as regards priority substances in the field of water policy. 2011/0429. Brussels.
Ministeriele regeling. 2010. Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009. Staatsblad 15. Otte, A. (2010) Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 1: Literatuuronderzoek. Tauw bv. van Kempen, M.L. & Fons Van Kempen, M.M.L., Verhofstad, M.J.J.M., Smolders, A.J.P. (2012) Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 2: Laboratorium experimenten. Radboud Universiteit Nijmegen.
Effluentpolishing met kroos
35\36
Kenmerk R005-4716656BVX-shp-V02-NL
36\36
Effluentpolishing met kroos