deelrapport
Ziektepreventie
Regionale Volksgezondheid
Toekomstverkenning Zeeland 2012
Inhoud Kernboodschappen
3
Het rijksvaccinatieprogramma
4
Zoönosen
7
Doelgroepen en settings van ziektepreventie
9
Seksuele gezondheid
11
Literatuur en websites
13
Gegevensbronnen
13
Afkortingen
13
H.J. Bos, GGD Zeeland F. Groenendijk, GGD ZeelandGoes Goes, mei 2012 2
Kernboodschappen Reële dreiging van infectieziekten
Zeker in Zeeland blijft ook altijd de dreiging van (nieuwe uitbraken van) infectieziekten bestaan. Door de internationale havens in Terneuzen en Vlissingen ligt het gevaar van verspreiding van infectieziekten op de loer. Daar komt bij dat Zeeland met 90% een lage vaccinatiegraad heeft. Om die reden moet Zeeland voorbereid zijn op uitbraken van infectieziekten en dan met name de gemeenten Borsele, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland en Tholen. Een uitbraak is ernstiger en omvangrijker als de vaccinatiegraad te laag is. In Zeeland is al enige tijd geen epidemie meer geweest, dus de bevolking is ook een tijd niet op de natuurlijke manier in aanraking gekomen met het virus. De onbeschermde groep wordt dus steeds groter.
In Zeeland vormen
Ook reizigers en
bepaalde beroepsgroepen
lopen extra risico op een infectieziekte Sommige mensen lopen extra risico lopen op een infectieziekte. Denk bijvoorbeeld aan reizigers en bepaalde beroepsgroepen. Zij hebben extra voorlichting en bescherming nodig om een infectie te voorkomen. Dat geldt ook voor settings als kinderdagverblijven, seksinrichtingen en schepen. Deze locaties worden extra gecontroleerd door de gemeente.
teken en de ziekte van Lyme
een serieus probleem Er zijn in Zeeland meer dingen die de gezondheid bedreigen. De laatste jaren is in Zeeland een duidelijke toename te zien van het aantal mensen dat de huisarts consulteert voor de ‘rode ring’ na een tekenbeet. Dit kan ontstaan door een besmetting met de Lyme-bacterie. Schouwen-Duiveland, Veere en Middelburg zijn de gemeenten met de meeste besmettingen met de Lyme-bacterie. De ziekte van Lyme kan zonder behandeling leiden tot chronische klachten aan hart, zenuwstelsel, gewrichten en huid. De verwachting is dat het aantal besmette teken zal toenemen waardoor meer mensen de ziekte van Lyme krijgen.
voorlichting
Goede over gezond seksueel gedrag is nog steeds nodig
Seksueel gedrag kan positieve en negatieve effecten op de gezondheid hebben. Een negatief gevolg van onveilig vrijen kan een seksueel overdraagbare aandoening (soa) zijn. Jaarlijks lopen ongeveer 100.000 Nederlanders een seksueel overdraagbare aandoeningen op. Meestal vindt de overdracht plaats door onbeschermd seksueel contact. Maar soa kunnen ook van moeder op kind worden overdragen tijdens de geboorte (Koedijk & Eysink, 2011) . De meeste soa zijn gelukkig makkelijk te genezen. Helaas zijn er ook enkele soa waarvoor geen goede behandeling bestaat. In Nederland zijn chlamydiainfecties, gonorroe, genitale wratten, herpes genitalis, syfilis, hepatitis B en hiv de belangrijkste soa. Goede voorlichting blijft belangrijk om soa’s te voorkomen.
3
Het Rijksvaccinatieprogramma In Nederland doen zich telkens nieuwe infectieziekten voor of duiken bestaande infectieziekten plotseling weer op. Gezamenlijk zorgen infectieziekten voor een flink ziekteverzuim. De ontwikkelingen rond SARS en vogelgriep tonen dat infectieziekten voor wereldwijde problemen kunnen zorgen. Ook Nederland is daarvoor kwetsbaar. Naast een goede voorbereiding op het voorspelbare, is het daarom belangrijk om alert te zijn op het onvoorspelbare, bijvoorbeeld door vroegtijdige signalering van plotselinge toenames van infectieziekten. De burgemeester is op basis van de Wet publieke gezondheid verantwoordelijk voor de infectieziektebestrijding in zijn gemeente. In dit hoofdstuk staat het Rijksvac-
Zeeland heeft een lage vaccinatiegraad De provincie Zeeland heeft te maken met een lage vaccinatiegraad (zie tabel 1). Dit percentage duikt zelfs regelmatig onder de 90%. Een vaccinatiepercentage tussen de 90 en 95% binnen een bevolkingsgroep biedt bescherming tegen de betreffende infectieziekten van de ongevaccineerden. Dit noemen we de zogenaamde groepsimmuniteit. Het probleem van de lage vaccinatiegraad in de provincie wordt versterkt doordat de ongevaccineerden niet alleen geografisch maar ook sociaal-demografisch geclusterd zijn. Deze groep is dus extra kwetsbaar voor op de loer liggende epidemieën. Sommige groepen zijn extra kwetsbaar voor infectieziekten De zogenaamde ‘Bible-belt’ strekt zich uit van de Zeeuwse eilanden via het Zuid-Hollandse en Utrechtse platteland naar de Noord-Veluwe en de kop van Overijssel. Dit is een gebied met een relatief grote vertegenwoordiging van bevindelijk gereformeerden. In hun kringen bestaat weerstand tegen de (volledige) uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma. Zij zijn niet alleen geografisch maar ook sociaal-demografisch geclusterd. Dat wil zeggen dat het sociale leven (kerk, school, werk en ontspanning) zich grotendeels binnen eenzelfde groep afspeelt met een sterke mate van onderling contact. Juist doordat mensen die niet gevaccineerd zijn, regionaal en ook sociaal-demografisch geclusterd zijn, kunnen epidemieën ontstaan: polio zowel in 1978 als in 1992/1993; mazelen in 1999/2000 en 2008, rodehond in 2004/2005 en de bof in 2007 en 2009/2011.
cinatieprogramma centraal. Tabel 1: Opkomst bij het rijksvaccinatieprogramma in 2010 (Bron: www.zorgatlas.nl).
Nederland (%)
Zeeland (%)
Gemeente2
Gemeente2
Hoogste
Laagste
waarde (%)
waarde (%)
Rijksvaccinatieprogramma DKTP-vaccinaties 20111 BMR-vaccinaties 2011 Hib-vaccinaties 2011
1
1
Meningokokken C vaccinaties 2011
1
95.4
90.1
97.3 (Vliss)
77.7 (Rwaal)
95.9
90.8
98.2 (Vliss)
79.2 (Rwaal)
96.0
90.8
98.2 (Vliss)
78.9 (Rwaal)
95.9
90.7
97.8 (Vliss)
79.2 (Rwaal)
Pneumo 20111
94.8
89.4
96.6 (Vliss)
78.0 (Rwaal)
DTP Kleuters 2011
92.0
88.5
95.6 (Vliss)
72.9 (Rwaal)
DTP Schoolkinderen 2011
92.2
86.0
92.7 (Vliss)
71.0 (Rwaal)
BMR Schoolkinderen 2011
92.1
85.8
92.6 (Vliss)
70.7 (Rwaal)
HPV-vaccinatie 1e ronde 2010
58
58
75.2 (Sluis)
38.4 (Rwaal)
1 Verslagjaar 2011, cohort zuigelingen 2008 vaccinatietoestand op 2-jarige leeftijd, cohort kleuters 2005, cohort schoolkinderen 2000 2 Vliss: Vlissingen, Rwaal: Reimerswaal
4
Gemeenten met een lage vaccinatiegraad moeten voorbereid zijn In Zeeland zitten de gemeenten Borsele, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland en Tholen structureel in de gevarenzone met een vaccinatiegraad van onder de 90%. Deze gemeenten moeten dus extra aandacht besteden aan het mogelijke ontstaan van epidemieën. De meest gevaarlijke ziekten zijn mazelen en rode hond. Een mazelenepidemie heeft met name gevolgen voor zeer jonge kinderen en volwassenen. Deze leeftijdsgroepen hebben immers meer kans op complicaties. Een rode hond epidemie heeft voornamelijk gevolgen voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen. Bij hen is het risico op complicaties het grootst. Doordat we al enige tijd geen epidemie meer hebben gehad, is de bevolking ook niet op een natuurlijke manier in aanraking gekomen met het virus. Hierdoor wordt de onbeschermde groep steeds groter. De gemeenten, GHOR (veiligheidsregio) en GGD dienen voorbereid te zijn op een mogelijke uitbraak. GGD Zeeland Figuur 1 Percentage kinkhoestmeldingen in 2011 per leeftijdscategorie 0-1 jaar 3% 2-5 jaar 4%
> 40 jaar 29% 6-15 jaar 35%
31-40 jaar 10% 16-30 jaar 19%
doet door, in samenwerking met de GHOR, een GROP (= GGD rampen opvangplan) te ontwikkelen. De medewerkers krijgen onderwijs, trainingen en oefeningen zodat zij weten hoe ze in dergelijke situaties moeten handelen en welke taken ze hebben.
5
Kinkhoest komt steeds vaker voor De infectieziekte die in Zeeland de afgelopen jaren het meest wordt gemeld, is kinkhoest. Om de 2 tot 3 jaar vertoont het aantal meldingen van kinkhoest, zowel landelijk als in Zeeland, een piek. De laatste sterk toegenomen incidentie in Zeeland zagen we in 2008. Voor de rest van Nederland
kwam deze piek een jaar later. In Zeeland zien we in 2010 weer een lichte stijging van de incidentie van kinkhoest (2009: 26,6 en 2010: 30,3). In 2011 stijgt de incidentie verder naar 50,5 per 100.000 inwoners. In Nederland is ook een stijging waarneembaar, van 27,4 in 2010 naar 37,8 in 2011 per 100.000 inwoners. Kinkhoest is vooral voor zuigelingen gevaarlijk Het belangrijkste risico van een verhoogde incidentie van kinkhoest is de besmetting van zuigelingen. Kinderen jonger dan één jaar vormen de belangrijkste risicogroep voor (ernstige) complicaties van kinkhoest, zoals longontsteking, hersenbeschadiging en sterfte. Zuigelingen worden namelijk niet of nauwelijks beschermd door antistoffen van de moeder. Vaccinatie biedt wel bescherming. De algemene vaccinatie van de bevolking tegen kinkhoest is dan ook vooral bedoeld om complicaties bij zuigelingen te voorkomen. Zolang er dus sprake is van een epidemie en een falende groepsimmuniteit vinden meer infecties van de jongste groepen kinderen plaats. Het aantal meldingen in Zeeland onder de zeer jonge (dus vaak onvolledig of nog niet gevaccineerd) kinderen is in 2010 laag (1%). In 2011 loopt dit percentage iets op naar 3%. Zie figuur 1 voor de leeftijdsverdeling. De bescherming van vaccinaties tegen kinkhoest neemt in de loop der tijd af. Het rijksvaccinatieprogramma is vanwege kinkhoest in 2001 uitgebreid. Vanaf dat jaar ontvangt de groep vierjarigen een boostervaccinatie. In de leeftijdsgroep 4-6 jarigen was namelijk sprake van een piekincidentie. Het vaccinatiebeleid is in 2005 opnieuw aangepast, namelijk door invoering van een nieuw, vervangend vaccin. Geen van beide vaccins geven langdurige bescherming. Ook na een natuurlijke infectie houdt de immuniteit slechts enkele jaren aan. De GGD Zeeland inventariseert de komende periode of het aanbieden van een boostervaccinatie voor medewerkers van kinderdagverblijven en jonge (aanstaande) ouders mogelijk is. Deze doelgroep heeft immers (intensief) contact met zuigelingen.
Zoönosen Mensen die direct contact hebben met dieren, lopen een verhoogd risico op zoönosen (infectieziekten die dieren op mensen kunnen overdragen). Dit zijn veehouders en personeel op veehouderijen maar bijvoorbeeld ook bezoekers van kinderboerderijen en zorgboerderijen. Daarnaast lopen omwonenden van veehouderijen een verhoogd risico op sommige zoönosen. In Zee-
Meeste besmettingen met de Lyme-bacterie in Schouwen-Duiveland, Veere en Middelburg Een onderzoek van GGD Zeeland, in 2007 uitgevoerd in samenwerking met drie laboratoria1, laat zien dat in de gemeenten Schouwen-Duiveland, Veere en Middelburg de meeste mensen besmet zijn met de Lyme-bacterie. Dit hoeft niet te betekenen dat ze ook daadwerkelijk ziek zijn geweest. De meeste meldingen van tekenbeten zijn gedaan door mensen in de leeftijdscategorie 55-65 jaar. De meeste tekenbeten werden opgelopen in het bos (41%), in de eigen tuin (34%) en in de duinen (9%). Wandelen (32%) en tuinieren (25%) waren belangrijke activiteiten waarbij een tekenbeet werd opgelopen. In 2006 en in 2007 is er door de Universiteit van Wageningen onderzoek verricht naar het
land speelt intensieve veehouderij een uiterst marginale rol, zeker in vergelijking met onze naast gelegen provincie Brabant. In de provincie domineren akkerbouwbedrijven, waar onder andere vogels hun rust- of verblijfplaats kunnen vinden (CBS, 2009). Maar ook die vogels kunnen een belangrijke bron van (nieuwe) opduikende infectieziekten zijn. Zoönosen kunnen ook in Zeeland een probleem zijn of worden. In Zeeland is de ziekte van Lyme een serieus probleem In Zeeland is de ziekte van Lyme een belangrijke zoönose. Deze ziekte wordt overgebracht door teken. Zonder behandeling kan Lyme leiden tot chronische klachten aan hart, zenuwstelsel, gewrichten en huid. In 2006 zijn in Schouwen-Duiveland verhoudingsgewijs de meeste tekenbeten gemeld. Een teek kan de ziekte van Lyme veroorzaken als de teek zelf is besmet met de Lyme-bacterie. Hiervoor moet de teek voldoende lang op de huid zitten. Als de teek snel wordt verwijderd, in ieder geval binnen 24 uur, is de kans op het overbrengen van de bacterie die Lyme veroorzaakt klein. Een uiting van de ziekte van Lyme is de zogenaamde ‘erythema migrans’, een ringvormige rode uitslag of (blauwachtige) vlek rond de plaats van de beet van de teek. De ziekte van Lyme gaat echter niet altijd gepaard met het verschijnen van een ringvormige rode vlek. De laatste jaren is in de provincie Zeeland een duidelijke toename te zien van het aantal mensen dat de huisarts hiervoor consulteert. De verwachting is dat het aantal besmette teken in de toekomst zal toenemen, waardoor meer mensen de ziekte van Lyme oplopen.
1
6
Het laboratorium voor medische microbiologie te Goes (ADRZ), het laboratorium voor medische microbiologie te Terneuzen (ZorgSaam) en stichting huisartsen laboratorium (SHL) te Etten- Leur
aantal met Lyme-bacterie besmette teken. In 2006 bleek tussen de 20- 30 % van de teken besmet te zijn en in 2007 was dit percentage beduidend lager (0-13%). Voor dit verschil is geen duidelijke oorzaak bekend. Voorkom tekenbeten door goede voorlichting en landschapsbeheer Gemeenten kunnen in de preventie van tekenbeten een rol spelen door burgers te wijzen op de risico’s van tekenbeten bij henzelf en hun huisdieren, bijvoorbeeld door informatieborden te plaatsen bij gebieden met hoge tekenconcentraties. Recreanten profiteren ook van deze informatie. Daarnaast kunnen landschapsbeheerders specifieke aandacht besteden aan de mogelijkheden van landschapsinrichting bij de populatieregulering van teken. Bijvoorbeeld waar mogelijk het gras kort houden. Het RIVM doet onderzoek naar gebruiksmogelijkheden van bestrijdingsmiddelen in de natuur, zoals directe toepassing hiervan op de vacht van reservoirdieren.
7
Doelgroepen en settings van ziektepreventie Sommige bevolkingsgroepen worden extra gecontroleerd door middel van de bevolkingsonderzoeken. Er zijn drie soorten onderzoek: naar borstkanker, baarmoederhalskanker en vanaf 2013 ook darmkanker. Ook wordt extra aandacht besteed aan groepen die extra risico lopen op een infectieziekte. Denk bijvoorbeeld aan reizigers en bepaalde beroepsgroepen. Zij hebben extra voorlichting en bescherming nodig om een infectie te voorkomen. Dat geldt ook voor settings als kinderdagverblijven, seksinrichtingen en schepen. Deze locaties worden extra gecontroleerd door de gemeente. Vroege opsporing van kanker door bevolkingsonderzoeken Het doel van de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker is het opsporen van deze ziekten in een vroegtijdig stadium. De opkomst in Zeeland ligt respectievelijk rond de 77 en 67% en verschilt niet van die van Nederland. Vanaf 2013 wordt ook het bevolkingsonderzoek naar darmkanker ingevoerd. Dit onderzoek is bedoeld voor mannen en vrouwen tussen 55 en 75 jaar. Voor een goede opkomst is goede communicatie noodzakelijk. Reizigers en bepaalde beroepsgroepen hebben extra bescherming nodig Twee speciale groepen die gevaar lopen op een infectieziekte of ander gezondheidsprobleem zijn reizigers en mensen die in bepaalde beroepsgroepen een infectierisico lopen. Deze beroepsbeoefenaars worden gevaccineerd en krijgen gerichte informatie over de infectierisico’s die zij in hun werk lopen. De werkgever is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen. De praktijk wijst helaas uit dat deze bewustwording niet altijd aanwezig is. Ook veel reizigers treffen niet de nodige preventieve maatregelen. Uit onderzoek van TNS NIPO (2010) blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders zich niet laat vaccineren voor een vakantie naar Turkije, Egypte, Marokko of Kroatië. De belangrijkste reden om niet te vaccineren is dat deze reizigers de noodzaak niet inzien (46%) en de kosten te hoog vinden (26%).
8
Seksinrichtingen Het werken in een seksinrichting brengt voor de medewerker/prostituee gezondheidsrisico's met zich mee. Ook de klant loopt gezondheidsrisico's. Dit betreffen vooral risico's op het gebied van de seksueel overdraagbare aandoeningen. Het is daarom van belang dat prostituees/medewerkers en klanten zich aan een aantal hygiënemaatregelen houden. In 2010 zijn twee seksinrichtingen geïnspecteerd. Na deze inspectie kregen deze inrichtingen een vergunning. Er zijn vier gemeenten in Zeeland met seksinrichtingen, namelijk Terneuzen, Vlissingen, Hulst en Goes. Omdat er geen officiële wetgeving voor prostitutie is, verschilt de duur van een vergunning per gemeente. Gemeente Vlissingen geeft vergunningen per vijf jaar af. In gemeente Goes is dit om de drie jaar en in gemeente Terneuzen wordt gewerkt met het uitsterfbeleid. Dit houdt in dat als een seksinrichting weggaat er geen nieuwe voor in de plaats komt. Niet alle gemeenten volgen advies tot handhaving van regels bij kinderdagverblijven op Veel kinderen zitten op een kinderdagverblijf. Het is belangrijk dat dit een gezonde en veilige omgeving is. In Zeeland worden locaties van kinderopvang geïnspecteerd. Naar aanleiding van een inspectie kan de GGD Zeeland de gemeente adviseren te handhaven. Vrijwel altijd betreft dit de onderwerpen veiligheid en hygiëne, verschuiving van kinderen, groepsgrootte en accommodatie. De adviezen tot handhaving gaven in 2010 in nog geen 17% van de gevallen aanleiding tot het doen van nader onderzoek. Het grootste gedeelte van de gemeenten volgt niet alle adviezen tot handhaving van de regels op. Internationale schepen kunnen gevaar opleveren voor de gezondheid Internationaal varende schepen dienen sinds 15 juni 2007 een Ship Sanitation Certificate (SSC) aan boord te hebben. Het SSC is ingevoerd om te voorkomen dat infectieziekten zich wereldwijd kunnen verspreiden. Eén van de belangrijkste punten daarbij is hygiëne. Een schip kan aanvraag doen voor een inspectie om het SSC te verkrijgen. De inspectie wordt uitgevoerd op basis van de gestelde eisen door de World Health Organisation (WHO) en in Nederland zijn deze eisen vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid (Wpg). In 2010 zijn door de GGD Zeeland 46 schepen gecontroleerd in de haven Terneuzen. Zes schepen voldeden aan de volledige eisen. De overige 40 schepen hadden in totaal 21 verschillende overtredingen geregistreerd. De meeste voorkomende overtredingen waren: geen naaldenbeker aanwezig (70%), niet of onvoldoende gecontroleerde drinkwaterkwaliteit (40%), handzeepjes in plaats van zeepdispensers (33%), geen schoonmaakprocedure voor de keuken (30%).
Seksueel overdraagbare aandoeningen Seksueel gedrag kan positieve en negatieve effecten hebben. Door onveilig seksueel gedrag kunnen mensen bijvoorbeeld een seksueel overdraagbare aandoening (soa) oplopen. Jaarlijks krijgen ongeveer 100.000 Nederlanders een soa. Meestal vindt de overdracht plaats door onbeschermd seksueel contact. Maar soa kunnen ook van moeder op kind worden overdragen tijdens de geboorte (Koedijk & Eysink, 2011) . De meeste soa zijn gelukkig makkelijk te genezen. Helaas zijn er ook enkele soa waarvoor geen goede behandeling bestaat. In Nederland zijn chlamydia-
Tabel 3. Gediagnosticeerde soa bij Zeeuwse jongeren (14 t/m 25 jaar) in 2011 (Bron: soa spreekuren GGD Zeeland en ORION, 2011).
infecties, gonorroe, genitale wratten, herpes
Diagnose
Aantal bij Aantal bij Soa-spreekuur GGD huisartsen
genitalis, syfilis, hepatitis B en hiv de belangrijk-
Chlamydia
76
190
Gonorroe
5
30
Syfilis
0
0
Hepatitis B
6
0
HIV
0
0
Totaal
87
220
ste soa. In Zeeland zijn in 2011 ruim 470 seksueel overdraagbare aandoeningen vastgesteld. Van de 821 mensen die in 2011 op het soa spreekuur van de GGD zijn gekomen, heeft 25% soa-gerelateerde klachten. In tabel 2 staat het aantal soa’s dat is gemeld door de GGD en de huisarts. In totaal zijn dus 474 soa’s vastgesteld in 2011. Tabel 2. Gediagnosticeerde soa bij Zeeuwen in 2011 (Bron: soa spreekuren GGD Zeeland en ORION, 2011).
9
Chlamydia is de meest gediagnosticeerde soa onder jongeren In 2011 hebben 421 jongeren tussen de 14 en 25 jaar oud zich laten testen tijdens het soa-spreekuur van de GGD Zeeland op een geslachtsziekte. Van deze groep had een kwart soa gerelateerde klachten (24%). Uit de testen zijn 87 soa vastgesteld (zie tabel 3). Oftewel 21% van de door GGD Zeeland geteste Zeeuwse jongeren heeft een soa. Chlamydia komt veel voor bij jongeren tussen de 15 en 35 jaar. Naar schatting raakt één op de vier jongeren ooit besmet. Bij meer dan de helft geeft chlamydia geen duidelijke klachten maar richt de infectie toch (ernstige) schade aan. Net als gonorroe kan deze ziekte bij vrouwen leiden tot onvruchtbaarheid als geen behandeling plaatsvindt. Uit de huisartsenregistratie in 2011 blijken 220 soa te zijn vastgesteld bij Zeeuwse jongeren tussen de 14 en 25 jaar. In totaal zijn er in 2011 307 soa vastgesteld, oftewel bij 0,6% van de totale groep 14-25 jarigen in Zeeland.
Registratie
Aantal bij Soa-spreekuur GGD
Aantal bij huisartsen
Chlamydia
96
283
Gonorroe
10
42
HIV
1
0
Syphillis
0
11
Dubbeldiagnose chlamydia en gonorroe
16
9
Totaal
119
355
Gemeenten kunnen de seksuele gezondheid van burgers bevorderen Jongeren kunnen met hun vragen over seks, relaties, hun lijf, anticonceptie en soa in Zeeland terecht bij de Sense spreekuren. Deze spreekuren worden uitgevoerd door SOA/Sense verpleegkundigen. In Zeeland worden de spreekuren uitgevoerd door de GGD Zeeland in samenwerking met CASA (Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit en Abortus). In de Handreiking Gezonde Gemeente staat beschreven wat gemeenten nog meer kunnen doen om de seksuele gezondheid van hun burgers te vergroten.
Literatuur en websites Bruijne de LM. Themarapport seksuele gezondheid jongeren in Zeeland. Goes: GGD Zeeland, 2012. Koedijk FDH (RIVM), Eysink PED (RIVM). Wat zijn soa en welke factoren beïnvloeden de kans op soa? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, www.nationaalkompas.nl, Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Ziekten en aandoeningen\Infectieziekten en parasitaire ziekten\Soa, 12 december 2011.
Gegevensbronnen CBS StatLine GGD Zeeland
TNS NIPO
De elektronische databank van het CBS; statistieken gezondheidstoestand Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jarigen (2010), registraties van het SOA Sense spreekuur, preventieve Gezondheidsonderzoeken van de Jeugdgezondheidszorg TNS Healthcare (2010)
Lijst met afkortingen CASA GHOR GROP SARS Soa SSC WHO
Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit en Abortus Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio GGD rampen opvangplan Severe Acute Respiratory Syndrome Seksueel overdraagbare aandoening Ship sanitation certificate World Health Organization
Colofon Op uw gezondheid! Deelrapport van de Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2012 Tekst: GGD Zeeland Vormgeving: de Wilde Zeeuw Tekstredactie: Caroline Houmes, MAPlus In samenwerking met Scoop en RIVM Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Zeeland
10
burgers
jeugd
omgeving jongeren
alcohol weerbaarheid vergrijzing water
visie overgewicht
teek
lyme
kwetsbaar
krimp
vergrijzing participatie
ziek parel roken gemeente
zorgverzekeraars
ouderen
provincie Zeeuw
groen
lokaal
havens
weerbaar
integraal
ses
wmo
gezond
buurt werk
gedrag beleid
volwassenen
preventie
signaleren
ketenzorg
transitie
Zeeland
bewegen
zorg wijk
sociaaleconomische status
school
risicogebied
innovatie