EFFECTENKAART AANPAK WOONFRAUDE
Auteurs: W-F. Metzelaar A. Pellikaan C. Stuart
Dit is een publicatie uit het SEV-programma: vernieuw(d) maatschappelijk ondernemerschap U kunt SEV-publicaties vinden op www.sev.nl, of bestellen bij: SEV Postbus 1878 3000 BW Rotterdam telefoon 010 - 282 50 50
[email protected] De SEV ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen. Wij zijn onafhankelijk, maar kunnen niet zonder initiatiefrijke netwerkpartners. Samen met hen beproeven we ideeën voor innovaties in de praktijk.
2
Effectenkaart aanpak woonfraude
VOORWOORD
Voor u ligt de publicatie “Effectenkaart woonfraude”. Een publicatie waarin met behulp van de effectenkaart het maatschappelijk rendement van woonfraudebestrijding in beeld wordt gebracht. Resultaten van de effectenkaart worden toegelicht, maar ook de ervaringen bij de totstandkoming ervan.
De effectenkaart is één van de instrumenten die zijn ontwikkeld in het kader van het SEV-offensief ‘Het Maatschappelijke Harder’. Binnen dit offensief probeert de SEV via experimenten om het zachte en soms onzichtbare ‘maatschappelijke’ te emanciperen en net zo hard te maken als stenen en euro’s. De effectenkaart is een van de krachtigste middelen gebleken om snel inzicht en overzicht te krijgen in het rendement van investeringen. Het brengt de verschillende aspecten van een maatschappelijke investering in verband met elkaar en presenteert het op een overzichtelijke wijze.
Metzelaar Pellikaan woonfraude adviseurs – voorheen MB-All – is al sinds het eerste offensief betrokken bij de ontwikkeling van methoden van maatschappelijke rendement. Daarvoor ontwikkelden ze in samenwerking met de SEV een methodiek voor woonfraudebestrijding. In deze publicatie laten de auteurs met gebruik van de effectenkaart zien wat de verschillen zijn in investeringen en rendement van twee verschillende methoden om woonfraude aan te pakken. Dit levert een interessant beeld op van de effecten van de aanpak, zoals een betere doorstroming op de woningmarkt, een verbeterde samenhang in buurten en wijken, en het beperken van andere vormen van fraude. Ook worden financiële effecten in beeld gebracht, en dat zijn er meer dan de beperking van gemiste huurharmonisatie.
De auteurs roemen de zuiverende werking van de effectenkaart. Het haalt het fileermes door redeneringen doordat er scherp onderscheid gemaakt moet worden tussen oorzaak en gevolg, en vanuit meerdere personen naar de materie gekeken moet worden. Soms is het ook erg lastig, een effect is vaak niet aan interventie toe te schrijven. Het zoeken naar betrouwbare indicatoren wordt als een uitdaging omschreven. Maar de algemene conclusie is dat de aanpak woonfraude effect sorteert en de veranderingstheorie blijkt te kloppen.
De SEV bedankt de heren van Metzelaar Pellikaan woonfraude adviseurs hartelijk voor hun inzet om de effectenkaart ingevuld te krijgen en de ervaringen hierbij in deze publicatie te verwoorden.
Marnix Groenland, Programmamedewerker ‘Vernieuw(d) maatschappelijk ondernemerschap’
Mocht u geïnspireerd raken om ook effectenkaarten in te vullen, dan ontvangt de SEV deze graag! We verzamelen ingevulde effectenkaarten zodat deze als voorbeeld kunnen dienen, én als bewijsvoering van het maatschappelijke rendement van diverse maatschappelijke investeringen. Ingevulde effectenkaarten stuurt u naar
[email protected]
3
4
Effectenkaart aanpak woonfraude
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding ...................................................................................................................................................... 7
2.
Effectenkaarten........................................................................................................................................... 9
3.
Methoden van aanpak woonfraude........................................................................................................... 21 3.1 Wat is woonfraude? ........................................................................................................................... 21 3.2 De aanpak van woonfraude............................................................................................................... 21 3.3 Van passief naar proactief ................................................................................................................. 24 3.4 Aanpak woonfraude, een multiperspectief......................................................................................... 25
4.
Investeringen in de aanpak van woonfraude ............................................................................................ 27 4.1 Corporaties ........................................................................................................................................ 27 4.2 Gemeente.......................................................................................................................................... 28
5.
Effecten van de aanpak van woonfraude.................................................................................................. 31 5.1 Voor de woningmarkt......................................................................................................................... 31 5.2 Voor buurt en wijk .............................................................................................................................. 31 5.3 Algemeen nut .................................................................................................................................... 32 5.4 Financiële en bedrijfseconomische effecten woonfraude .................................................................. 33
6.
Het invullen van de effectenkaart.............................................................................................................. 35
Literatuur en bronnen....................................................................................................................................... 39 Colofon ............................................................................................................................................................ 40
5
6
Effectenkaart aanpak woonfraude
1. INLEIDING
In deze publicatie is het door de SEV ontwikkelde instrument Effectenkaart toegepast op de aanpak van woonfraude. Daarmee kent de publicatie twee doelen: 1.
Het is een goed en inspirerend voorbeeld van het gebruik van de effectenkaart.
2.
Het geeft inzicht in het de maatschappelijke opbrengst van de aanpak van woonfraude.
De Effectenkaart is een instrument om vanuit het perspectief van verschillende stakeholders te beredeneren en te laten zien wat de maatschappelijke effecten zijn van een beoogde aanpak of activiteit. De Effectenkaart is als instrument ontwikkeld in het kader van het SEV-offensief ‘Het maatschappelijke harder’ en staat beschreven in het Praktijkboek Maatschappelijk Rendement. Het is het basisinstrument om vat te krijgen op het maatschappelijk rendement van een maatschappelijke investering.
Woonfraude kan op verschillende manieren worden tegengegaan. Wij beschrijven twee verschillende manieren: een passieve aanpak en een pro actieve aanpak. Ook geven wij aan hoe een organisatie (corporatie) vanuit de passieve aanpak de omschakeling naar de pro actieve aanpak kan maken. Centraal in deze publicatie staan de ingevulde effectenkaarten voor de passieve en de pro actieve aanpak. De effectenkaart is ingevuld voor de corporatie zelf en voor de directe stakeholders gemeente, huurder / bewoner, woningzoekende en woonfraudeur. In eerdere SEV-publicaties is reeds de aanpak van woonfraude beschreven: onder andere Beleid bij Bewezen Woonfraude en Rendement Aanpak Woonfraude.
Het invullen van de effectenkaart is afhankelijk van de lokale situatie en zal dus ook per organisatie en locatie verschillend zijn. De effectenkaarten in deze publicatie is in die zin een oefening in droogzwemmen en is gebaseerd op de ‘doorsnee-ervaring’ van de auteurs.
Wij willen Jochum Deuten (SEV) bedanken voor zijn input en commentaar op de effectenkaarten en de publicatie.
Hoofdstuk 2 bestaat uit twee reeksen ingevulde effectenkaarten. Eén reeks ingevulde kaarten voor de passieve aanpak van woonfraude en één reeks voor de pro actieve aanpak van woonfraude.
Hoofdstuk 3 beschrijft een passieve aanpak van woonfraude en de pro actieve aanpak van woonfraude. De verschillen tussen de twee aanpakken worden duidelijk in beeld gebracht en we geven weer hoe een corporatie van een passieve aanpak tot een proactieve aanpak kan komen.
Hoofdstuk 4 geeft kort weer welke investeringen corporaties en gemeente moeten doen om te komen tot een gezamenlijke en proactieve aanpak van woonfraude. Samen met de maatschappelijke effecten, zoals beschreven in de effectenkaart, geven de investering zicht op het maatschappelijk rendement: de verhouding tussen input en het totaal van maatschappelijke effecten (zie het Praktijkboek Maatschappelijk rendement voor meer informatie hierover). Juist bij de keuze voor een passieve, actieve of pro-actieve aanpak is die rendementsafweging uiteindelijk bepalend.
7
Wij beschrijven in hoofdstuk 5 de effecten van het aanpakken van woonfraude voor buurt en wijk, de (lokale) woningmarkt en voor corporatie en gemeente algemeen. Ook beschrijven wij in dit hoofdstuk de gevolgen vanuit een (bedrijfs-)economisch perspectief.
We besluiten de publicatie met de ervaringen en aandachtspunten bij het invullen van de effectenkaarten.
8
Effectenkaart aanpak woonfraude
2. EFFECTENKAARTEN
9
Pro actief corporatie
Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Meer woningen beschikbaar
De aanpak van woonfraude draagt bij aan het beter functioneren van het woonruimteverdeelsysteem en geeft inwoners van de gemeente eerlijker kansen op passende woonruimte
# Vrijgekomen woningen uit onrechtmatige situaties
Administratie woonfraude
Leefbaarheidsindex
Enquête
Minder onderhuur, overbewoning en criminele activiteiten
De aanpak van woonfraude draagt bij aan de leefbaarheid (schoon, heel en veilig) in de buurten omdat daardoor onderhuur en overbewoning (de buurt wordt schoon en heel) en criminaliteit (de buurt wordt veilig) afnemen. Ook draagt de aanpak bij aan een positiever sociaal klimaat; woonfraudeurs onttrekken zich vaak aan de sociale omgang in de buurt en omwonenden raken door woonfraude het zicht kwijt op wie er in hun buurt wonen.
Buurt/bewonersonderzoek
Interviews
Eerlijke verdeling en bewoning van woningen
Toegenomen leefbaarheid en sociale cohesie
Leefbaarheidsklachten en signalen frontwerkers (huismeesters, opbouw- en welzijnswerk)
Kennis: Goed inzicht in omvang woonfraude Woonfraude vervuilt de huurderbestanden en Kennis: Zicht op huurders en Correcte administratie: administratieve vertroebelt daarmee het zicht op de werkelijke bewoners werkelijkheid (huurderadministraties, huurders. Het opschonen van de bestanden geeft wachtlijsten) en realiteit komen overeen een correct beeld. Kennis: Beter inzicht in werkelijke huurdersvraag Financieel: Besparing op kosten, uitgaven
Meer rechtmatige bewoning Corporatie
Financieel: Extra inkomsten
De aanpak van woonfraude levert geld op omdat door afnemende fraude in het bezit besparingen op uitgaven en kosten worden gerealiseerd (bijvoorbeeld onterecht uitgekeerde verhuiskostenvergoeding, kosten voor achterstallig onderhoud) en extra inkomsten worden genereerd (bijvoorbeeld meer huurharmonisatie, meer en snellere verkoop van woningen en geïnde boetes wanneer sprake is van een boetebeding in geval van geconstateerde woonfraude)
% Vervuiling in huurdersadministratie
Professionele bestandsvergelijkingen en analyse
Financiële waarden voor de opgepakte en afgehandelde dossiers met vermoedens van woonfraude per maand /periode
De beoordeling van dossiers op financiele aspecten is structureel onderdeel van het werkproces in een proactieve aanpak. Financiële risico's worden opgenomen bij de dossiers en in de woonfraude administratie. Voorbeeld: een adres waar verhuiskostenvergoeding moet worden uitgekeerd, wordt voordat tot uitkering wordt uitgegaan gecontroleerd op mogelijke fraude
Werkproces: Toegenomen welbevinden van medewerkers
Snellere en effectievere afwikkeling van Gemiddelde en uiterste doorlooptijden dossiers en probleem dossiers en probleemdossiers dossiers Een proactieve aanpak van woonfraude, waarbij het beleid bij bewezen woonfraude, de werkprocessen en de escalatiemogelijkheden zijn Werproces: Helder inzicht in vastgelegd, zorgt voor korte doorlooptijden voor werkvoorraad, Voor alle medewerkers en de het volledig afwikkelen van een dossier, geeft een werkmethoden, beleid en organisatie duidelijkheid over de grote slagingskans per dossier (de fraude wordt escalatie mogelijkheden escalatie mogelijkheid bij problemen Gemiddelde door advocaat gedeclareerde tijd per dossier ongedaan gemaakt en de woning opgeleverd) en met frauderende huurder en de te een groter weerstandsvermogen (potentiële volgen werkprocessen fraude wordt snel herkend en voorkomen). Dit heeft een positieve uitwerking op het welbevinden Werkproces: Groter van de betrokken corporatiemedewerkers; zij zien weerstandsvermogen van dat het werk resultaat oplevert. Verhouding tussen het aantal dossiers dat door eigen medewerkers Kans dat bij een huisbezoek sprake is de corporatie tegen is opgelost en het aantal dossiers waarbij externen zijn ingeschakeld van woonfraude groter dan 90 procent (potentiele) frauderende + welbevinden medewerkers huurders
Extern: Betere relatie met huurders en instanties
Extern: Imago-verbetering tov huurders en instanties
(Tussentijdse) audit en evaluatie aanpak woonfraude en enquete medewerkers
Het werkproces is op orde
Doordat het werkproces bij de corporatie op orde is, groeit het vertrouwen van partners in de aanpak en neemt de bereidheid toe samen te werken.
Huurders / bewonerstevredenheidsonderzoek
Enquete / interviews
intensieve communicatie naar bewoners en externen
Door woonfraude effectief en eerlijk aan te pakken laat verhuurder zien 'het goed verhuren' (en het welbevinden van haar huurders) serieus te nemen
(Evaluatie samenwerking) tevredenheid partners samenwerking
Evaluatie als onderdeel werkproces
11
Pro actief gemeente
Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
# Meer woningen rechtmatig beschikbaar
De aanpak van woonfraude draagt bij aan het beter functioneren van het woonruimteverdeelsysteem en geeft inwoners van de gemeente eerlijker kansen op passende woonruimte
# Vrijgekomen woningen uit onrechtmatige situaties
Administratie woonfraude
Leefbaarheidsindex
Enquête
Minder onderhuur, overbewoning en criminele activiteiten
De aanpak van woonfraude draagt bij aan de leefbaarheid (schoon, heel en veilig) in de buurten omdat daardoor onderhuur en overbewoning (de buurt wordt schoon en heel) en criminaliteit (de buurt wordt veilig) afnemen. Ook draagt de aanpak bij aan een positiever sociaal klimaat; woonfraudeurs onttrekken zich vaak aan de sociale omgang in de buurt en omwonenden raken door woonfraude het zicht kwijt op wie er in hun buurt wonen.
Buurt/bewonersonderzoek
Interviews
Eerlijke verdeling en bewoning van woningen
Toegenomen leefbaarheid en sociale cohesie
Analyse en rapportage van de omvang van woonfraude
Gemeente
Leefbaarheidsklachten en signalen frontwerkers (huismeesters, opbouw- en welzijnswerk)
Data analyse met gebruik van meerdere externe bestanden brengt de GBA beter op orde, waardoor beter inzicht in de werkelijke bewoning ontstaat.
Beter inzicht in de werkelijke bewoning
% Vervuiling in de gemeentelijke administraties
Professionele bestandsvergelijkingen en analyse
Mutaties van onrechtmatige naar rechtmatige bewoning en correcte inschrijving
Door mutaties van onrechtmatig naar rechtmatig weerspiegelt de GBA de werkelijke woonsituatie beter
Handhavingstaken kunnen beter worden vervuld (wat meer inkomsten kan opleveren door belastingen e.d.)
Actiever meldgedrag door bewoners en corporatie
De actieve rol van de corporatie genereert meer meldingen van bewoners (door de communicatie) en corporatie (door procatief werkproces). De corporatie stuit in haar aanpak op dossiers die een publieksrechtelijke opvolging vereisen. Ook geeft een schoon GBA - resultaat van bestandsvergelijking geeft meer mogelijkheden om goed te handhaven
Aantal meldingen van woonfraude en aantal opvolgingen en handhavingsactiviteiten
Grotere belasting gemeentelijk handhavings apparaat
Actiever meldgedrag door bewoners en corporatie
De actieve rol van de corporatie genereert meer meldingen van bewoners en corporatie. De corporatie stuit in haar aanpak op dossiers die een publieksrechtelijke opvolging vereisen
Aantal meldingen van woonfraude
Registratie meldingen van woonfraude
Actiever meldgedrag door corporaties
Door de actieve rol van de corporatie stuit deze in haar aanpak op dossiers die een publieksrechtelijke opvolging en dus een actieve rol van de gemeente vereisen. Woonfraude gaat vaak samen met uitkeringsfraude. De bestrijding van woonfraude heeft daarmee een positieve invloed op het tegengaan van uitkeringsfraude
Aantal beëindigde uitkeringen wegens fraude
Administratie uitkeringen
Vermindering uitkeringsfraude
12
Effectenkaart aanpak woonfraude
Pro actief buurtbewoners Wie ondervindt Welk effecten zijn effecten? dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Toegenomen leefbaarheid en sociale cohesie
De aanpak van woonfraude draagt bij aan de leefbaarheid (schoon, heel en veilig) in de buurten omdat daardoor onderhuur en overbewoning (de buurt wordt schoon en Minder onderhuur, heel) en criminaliteit (de buurt wordt veilig) overbewoning en afnemen. Ook draagt de aanpak bij aan een criminele positiever sociaal klimaat; woonfraudeurs activiteiten onttrekken zich vaak aan de sociale omgang in de buurt en omwonenden raken door woonfraude het zicht kwijt op wie er in hun buurt wonen.
Buurtbewoners
Proactieve Bewoners zien en horen dat de corporatie Betere relatie en communicatie de aanpak van woonfraude serieus neemt meer vertrouwen in (nieuwsbrief, en resultaten boekt. Ongewenst gedrag de corporatie als persberichten) wordt aangepakt waardoor het vertrouwen 'goede huisbaas' over de activiteiten in de corporatie toeneemt wat betreft het (alleen voor en resultaten van het tegengaan van woonfraude en het huurders) de aanpak borgen van het woongenot van haar woonfraude huurders.
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 4
Indicator
Meetmethode
Leefbaarheidsindex
Enquête
Buurt/bewonersonderzoek
Interviews
Leefbaarheidsklachten en signalen frontwerkers (huismeesters, opbouw- en welzijnswerk)
Aantal meldingen van woonfraude door bewoners
Registratie meldingen van woonfraude
Klanttevredenheidsonderzoek
Enquête
13
Pro actief fraudeur Wie ondervindt Welk effecten zijn effecten? dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Aantal opgelegde sancties
Administratie en dossiers woonfraude
Bij de fraudeurs toegenomen onzekerheid over het eigen fraudegedrag.
Fraudeur
Sancties en consequenties (verlies van woning, verlies van inkomen uit fraude, eventuele boete / schadevordering)
14
Zichtbare resultaten (huisuitzettingen) van de aanpak van woonfraude door de corporatie Actieve communicatie door corporatie over de aanpak en de resultaten
Woonfraudeurs worden actief opgespoord
Fraudeurs zien dat de corporatie werk maakt van de aanpak van woonfraude en resultaten boekt en dat ze een grotere kans hebben om tegen de lamp te lopen.
De aanpak van woonfraude houdt in dat woningen waarmee wordt gefraudeerd, weer worden teruggebracht in een rechtmatige situatie. De fraudeur verliest daarmee zijn of haar woning.
Effectenkaart aanpak woonfraude
Pro actief woningzoekende Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Als er meer woningen beschikbaar zijn, dan neemt de kans op het krijgen van een woning toe. De aanpak van woonfraude levert een bijdrage aan meer woningen
# Vrijgekomen woningen uit onrechtmatige situaties
Administratie woonfraude
Woningzoekende
Grotere kans op een Meer beschikbare woning woningen
15
Corporatie Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Meer woningen beschikbaar
De aanpak van woonfraude draagt bij aan het beter functioneren van het woonruimteverdeelsysteem en geeft inwoners van de gemeente eerlijker kansen op passende woonruimte
# Vrijgekomen woningen uit onrechtmatige situaties
Administratie woonfraude
Leefbaarheidsindex
Enquête
Buurt/bewonersonderzoek
Interviews
Eerlijke verdeling en bewoning van woningen
Corporatie Toegenomen leefbaarheid en sociale cohesie
16
De aanpak van woonfraude draagt bij aan de leefbaarheid (schoon, heel en veilig) in de buurten omdat daardoor onderhuur en overbewoning (de buurt wordt schoon en heel) en criminaliteit (de buurt wordt veilig) Minder onderhuur, afnemen. overbewoning en Ook draagt de aanpak bij aan een criminele positiever sociaal klimaat; woonfraudeurs activiteiten onttrekken zich vaak aan de sociale omgang in de buurt en omwonenden raken door woonfraude het zicht kwijt op wie er in hun buurt wonen.
Leefbaarheidsklachten en signalen frontwerkers (huismeesters, opbouw- en welzijnswerk)
Effectenkaart aanpak woonfraude
Gemeente Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Meer woningen beschikbaar
De aanpak van woonfraude draagt bij aan het beter functioneren van het woonruimteverdeelsysteem en geeft inwoners van de gemeente eerlijker kansen op passende woonruimte
# vrijgekomen woningen uit onrechtmatige situaties
Administratie woonfraude
Leefbaarheidsindex
Enquête
Minder onderhuur, overbewoning en criminele activiteiten
De aanpak van woonfraude draagt bij aan de leefbaarheid (schoon, heel en veilig) in de buurten omdat daardoor onderhuur en overbewoning (de buurt wordt schoon en heel) en criminaliteit (de buurt wordt veilig) afnemen. Ook draagt de aanpak bij aan een positiever sociaal klimaat; woonfraudeurs onttrekken zich vaak aan de sociale omgang in de buurt en omwonenden raken door woonfraude het zicht kwijt op wie er in hun buurt wonen.
Buurt/bewonersonderzoek
Interviews
Eerlijke verdeling en bewoning van woningen
Gemeente Toegenomen leefbaarheid en sociale cohesie
Leefbaarheidsklachten en signalen frontwerkers (huismeesters, opbouw- en welzijnswerk)
17
Bewoners Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Leefbaarheidsindex
Enquête
Minder onderhuur, overbewoning en criminele activiteiten
De aanpak van woonfraude draagt bij aan de leefbaarheid (schoon, heel en veilig) in de buurten omdat daardoor onderhuur en overbewoning (de buurt wordt schoon en heel) en criminaliteit (de buurt wordt veilig) afnemen. Ook draagt de aanpak bij aan een positiever sociaal klimaat; woonfraudeurs onttrekken zich vaak aan de sociale omgang in de buurt en omwonenden raken door woonfraude het zicht kwijt op wie er in hun buurt wonen.
Buurt/bewonersonderzoek
Interviews
Bewoners
18
Toegenomen leefbaarheid en sociale cohesie
Leefbaarheidsklachten en signalen frontwerkers (huismeesters, opbouw- en welzijnswerk)
Effectenkaart aanpak woonfraude
Fraudeur Wie ondervindt effecten?
Welk effecten zijn dat?
Wat is het tastbare resultaat?
Wat is de onderliggende redenering?
Met welke indicatoren zijn de effecten eventueel meetbaar te maken?
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3a
Vraag 3b
Vraag 4
Stakeholder
Effect (outcome)
Resultaat (output)
Veranderingstheorie
Indicator
Meetmethode
Fraudeur
Sancties en consequenties (verlies van woning, verlies van inkomen uit fraude, eventuele boete / schadevordering)
Woonfraudeurs worden actief opgespoord
De aanpak van woonfraude houdt in dat woningen waarmee wordt gefraudeerd, weer worden teruggebracht in een rechtmatige situatie. De fraudeur verliest daarmee zijn of haar woning.
Aantal opgelegde sancties
Administratie en dossiers woonfraude
19
Effectenkaart aanpak woonfraude
3. METHODEN VAN AANPAK WOONFRAUDE
3.1 Wat is woonfraude? Woonfraude is voor deze publicatie gedefinieerd als alle vormen van onrechtmatige bewoning, onrechtmatige doorverhuur en onrechtmatig gebruik van de woning:
Onrechtmatige bewoning De eerste vorm van onrechtmatige bewoning is dat een woning buiten de toewijzingsregels van de gemeente op grond van de Huisvestingswet aan een derde wordt verhuurd. Deze derde persoon komt volgens de toewijzingsregels van de gemeente niet in aanmerking voor de woning.
Onrechtmatige doorverhuur De tweede vorm van onrechtmatige bewoning is dat een woning geheel of gedeeltelijk zonder medeweten en toestemming van de verhuurder wordt doorverhuurd. Het kan hier gaan om sociale huurwoningen, maar ook om woningen van particuliere verhuurders.
Onrechtmatig gebruik Een woning kan ook voor andere doeleinden dan reguliere huisvesting worden gebruikt. Een extreme variant van onrechtmatig gebruik is verkamering van een woning, ook wel illegale pensionvorming of beddenverhuur genoemd. Door de overbewoning die dit veroorzaakt kunnen onveilige situaties ontstaan. Andere vormen van onrechtmatig gebruik zijn het onderbrengen van een hennepkwekerij, prostitutie en drugsverkoop. Ook verhuur aan illegalen en permanente bewoning van recreatiewoningen vallen hieronder.
3.2 De aanpak van woonfraude Woonfraude kan op verschillende manieren worden tegengegaan. Onderstaand schema geeft de aanpak woonfraude in vier vormen weer. De minst intensieve, maar ook de minst effectieve vorm is de passieve aanpak: het afwachten van meldingen van verdachte situaties door bewoners of eigen medewerkers. In een actief-passieve aanpak worden meldingen door bewoners (en eigen medewerkers) gestimuleerd door hierover te communiceren. Een actieve aanpak maakt naast het stimuleren van meldingen beperkt gebruik van bestandsvergelijking om verdachte dossiers boven tafel te krijgen. De meest effectieve en intensieve aanpak is de proactieve aanpak van woonfraude. In een proactieve aanpak wordt het stimuleren van meldingen gecombineerd met data-mining, het zodanig inrichten van bedrijfsprocessen in de eigen organisatie dat woonfraude zoveel mogelijk wordt voorkomen en preventieve communicatie.
21
Figuur 3.1: Aanpak woonfraude, passief tot proactief
Oplossen dossiers
In beeld krijgen woonfraude
Samenwerking ketenpartners
Passief = geen tot weinig zicht op en beperkte controle op woonfraude
Door niemand of door diverse mensen, vaak zonder duidelijk proces
Meldingen afwachten
Geen feitelijke samenwerking of alleen samenwerking op papier
Actief passief = beperkt zicht op en gelijk houden woonfraude
Vaak met niet speciaal opgeleide mensen en/of zonder vast proces
Stimuleren meldingen
Samenwerking niet optimaal of eenzijdig ingevuld, geen convenant of prestatieafspraken
Actief = beperkt zicht op en gelijk houden woonfraude
Met al dan niet speciaal opgeleide mensen en/of zonder vast proces
Beperkte bestandsvergelijking; Stimuleren meldingen
Convenant / prestatieafspraak niet actief ingevuld = samenwerking niet optimaal of eenzijdig ingevuld
Proactief = onderbouwd inzicht en structurele reductie woonfraude
Met speciaal opgeleide mensen volgens vast proces
Optimaal klantmanagement: Bestandsvergelijking/ datamining; Actieve administratie; Meldingen stimuleren
Convenant / prestatieafspraak actief ingevuld = actief invulling geven aan de samenwerkingsafsprake n met meerdere partijen
In dit hoofdstuk worden de passieve en de proactieve aanpak (als uitersten) kort uiteengezet en wordt aangegeven hoe van een passieve tot een proactieve aanpak van woonfraude te komen met behulp van een transitiemodel. Hieronder zijn de belangrijkste elementen van een proactieve aanpak van woonfraude weergegeven. Voor een uitgebreide beschrijving van de elementen verwijzen wij naar het in 2007 uitgebrachte Handboek Aanpak Woonfraude voor gemeenten en corporatie (Den Haag, VROM-Inspectie, 2007):
Proactieve aanpak woonfraude •
Bestandsvergelijking en data analyse (Hoofdstuk 5 Handboek Aanpak woonfraude).
•
Optimaal faciliteren en stimuleren van meldingen door communicatie en actief meldpunt (Hoofdstuk 9 Handboek Aanpak woonfraude).
•
Training en opleiding medewerkers (Hoofdstuk 6 Handboek Aanpak woonfraude).
•
Effectieve samenwerking externe partijen (o.a. Gemeente en bewoners) (Hoofdstuk 3 en 9 Handboek Aanpak woonfraude).
•
Vastleggen werkprocessen, strategie en beleid (Hoofdstuk 7 Handboek Aanpak woonfraude).
•
Zorgvuldige dossieropbouw (Hoofdstuk 2 Handboek Aanpak Woonfraude).
•
Juridische borging van de aanpak (Hoofdstuk 4 Handboek Aanpak Woonfraude).
22
Effectenkaart aanpak woonfraude
•
Inzicht in kosten en baten (Hoofdstuk 10 Handboek Aanpak Woonfraude).
•
Actieve administratie woonfraude.
De passieve aanpak van woonfraude is gebaseerd op het afwachten en opvolgen van signalen van mogelijke woonfraude:
Passieve aanpak woonfraude •
Meldingen van bewoners en externe partijen (gemeente, politie, collega corporatie) afwachten en opvolgen.
•
Signalen van huismeesters en/of woonconsulenten afwachten en opvolgen.
Onderstaande figuur geeft weer wat de verschillen zijn tussen een passieve en een proactieve aanpak zijn wat betreft het verkrijgen van inzicht in de omvang van woonfraude en inzicht verkrijgen op dossierniveau.
Figuur 3.2: Inzicht in omvang woonfraude en inzicht op dossierniveau Methode
Mate van inzicht omvang
Scherpte inzicht op dossierniveau *
Passief
5 tot 50%
0 tot 25%
Actief passief
10 tot >50%
25%
Actief
100% met foutmarge tot 100%
10 tot 50%
Proactief
100% met foutmarge van 10% tot 20%
40 tot 80%
* Inzicht op dossierniveau geeft aan hoeveel bruikbare informatie in het dossier staat. Bij een passieve aanpak betreft het meestal alleen de informatie uit de melding. Bij een proactieve aanpak gaat het ook om informatie die uit bestandsvergelijkingen en bestandsanalyse naar voren komt. Dit is meer informatie en meer gedetailleerde en gerichte informatie. Een proactieve aanpak woonfraude geeft een scherper beeld van de omvang van woonfraude. En een proactieve aanpak geeft op dossierniveau meer scherpte, wat wil zeggen dat het zeer waarschijnlijk is dat een dossier dat uit de analyse fase naar voren komt als een dossier met een grote kans op woonfraude (code rood dossiers), inderdaad een woonfraude dossier is. Een verdacht dossier wordt in de proactieve aanpak van woonfraude intensief opgepakt. Onderstaande figuur laat zien wat de verschillen zijn tussen het oppakken van een dossier in de passieve en de proactieve aanpak. Hieruit volgt dat de kans op het succesvol afronden van een dossier (de woonfraude wordt beeindigd) bij een proactieve aanpak vele malen hoger is dan bij een passieve aanpak. Immers, het dossier wordt volgens een bewezen succesvol traject opgepakt door medewerkers die opgeleid zijn om woonfraude tegen te gaan.
23
Figuur 3.3: Oplossen dossiers, passief passief tot proactief Methode
Passief passief
Oplossen dossiers
- Door niemand of door diverse mensen - Vaak zonder duidelijk proces
Actief passief
- Al dan niet met speciaal opgeleide mensen - Al dan niet met duidelijk proces
Actief
- Al dan niet met speciaal opgeleide mensen - Met een duidelijk proces
Proactief
- Met speciaal opgeleide mensen in een doorlopend opleidingstraject • Met een duidelijk proces • Met beleid dat periodiek herijkt wordt • Met structureel communicatieplan, gekoppeld aan de werkvoorraad
3.3 Van passief naar proactief Bij veel corporaties bestaat de praktijk op dit moment uit een passieve aanpak. Het omschakelen naar een proactieve aanpak biedt vaak perspectief om de aanpak meer effect te laten sorteren en woonfraude zorgvuldig en rechtvaardig te bestrijden. Een aantal stappen moet worden genomen. Onderstaande figuur geeft schematisch weer welke stappen kunnen worden doorlopen om de aanpak woonfraude proactief te maken.
24
Effectenkaart aanpak woonfraude
Figuur 3.4: Transitiestappen van passief naar proactief 1. Creëer een gevoel van urgentie
Inzicht gevolgen van woonfraude. Nul meting huidige situatie. Inzicht omvang: datamining en/of stimuleren meldingen.
2. Verzamel een team
Met manager, twee woonconsulenten en een expert. Maak een plan van aanpak.
3. Communiceer
Structureel, zowel intern als extern voor meldingen & draagvlak.
4. Faciliteer, neem belemmeringen weg
Werkproces ontwikkelen. Beleid bij bewezen woonfraude. Training on the job. Protocol ontwikkelen. Informatienetwerk ontwikkelen.
5. Creëer korte termijn successen
Los code rood & code oranje dossiers op. Wikkel meldingen snel af.
6. Houdt druk op de ketel
Voer communicatie op, zodat er een flinke werkvoorraad blijft
7. Bestendig proactieve aanpak
Herijk periodiek werkproces, protocol, beleid & communicatie plan. Voer blijvende opleidingstrajecten in, inclusief intervisie. Zorg voor inzicht in en balans van kosten en baten. Bestendig informatienetwerk en coalities.
3.4 Aanpak woonfraude, een multiperspectief Een proactieve aanpak van woonfraude bestaat uit verschillende elementen. Wij noemen dat het multiperspectief op woonfraude. Centraal staat het opsporen van fraude door datamining en het gericht vervolgonderzoek doen op verdachte dossiers (exploratief onderzoek) om vervolgens de frauderende huurder te confronteren met zijn of haar praktijken en de fraude te beëindigen. Deze onderdelen kunnen echter pas optimaal effectief worden ingezet wanneer aan een aantal belangrijke randvoorwaarden is voldaan.
Onderstaande figuur geeft het multiperspectief weer. Er zijn een aantal stappen die in een zekere tijdsvolgordelijkheid moeten worden genomen om de aanpak van woonfraude te optimaliseren: 1.
Partijen zijn voornemens samen te werken.
2.
Er is reden een analyse uit te voeren om toekomststrategie op te baseren. Communicatietraject wordt ingezet (permanent).
3.
Op basis van de analyse wordt per deelnemende partij beleid aanpak woonfraude geformuleerd en vindt
4.
(Permanent) Gedurende het vervolgtraject worden processen geoptimaliseerd om efficiency
een afweging plaats voor opleiding/training, versterken van meldingen en ondersteuning door derde.
doelstellingen te halen. 5.
(Permanent) Op dossierniveau volgt men het protocol.
25
6.
(Permanent) gedurende het vervolgtraject worden voortgangoverzichten en rendementberekeningen gemaakt.
Figuur 3.5: Multi-perspectief aanpak woonfraude
26
Effectenkaart aanpak woonfraude
4. INVESTERINGEN IN DE AANPAK VAN WOONFRAUDE
Om een effectieve (proactieve) aanpak woonfraude in te richten zullen de betrokken partijen een aantal investeringen moeten doen. Deze zijn in eerste instantie niet financieel van aard, maar vooral organisatorisch. Indirect kan een organisatorische investering zich uiteraard financieel vertalen, bijvoorbeeld als er een extra medewerker aangenomen moet worden. Bij de afweging welke aanpak van woonfraude het meest geschikt is, moet de benodigde investering in verhouding worden gezien met de verwachtte maatschappelijke effecten. In feite wordt dan het maatschappelijk rendement in ogenschouw genomen. Hetzelfde zou kunnen gebeuren bij evaluatie: staan de gerealiseerde maatschappelijke effecten nu in een gezonde verhouding tot de investering die gedaan is door corporatie en gemeente?
Wij stippen kort de belangrijkste investeringen aan voor corporaties en voor de gemeente:
4.1 Corporaties Mensen •
Medewerkers binnen de organisatie (deels) vrijmaken. Als blijkt dat de omvang van woonfraude groot is, sprake is van een grote werkvoorraad aan dossiers of als blijkt dat het probleem van zodanige aard is dat snel actie moet worden ondernomen op dossiers kan het verstandig zijn om eigen medewerkers geheel of gedeeltelijk vrij te maken voor de aanpak van woonfraude. Bij gedeeltelijk vrijmaken van medewerkers is het belangrijk om te kijken naar de inpasbaarheid van de aanpak van woonfraude in het verdere takenpakket van de medewerkers.
•
Nieuwe medewerkers aantrekken. Als eigen medewerkers niet kunnen worden vrijgemaakt, of als blijkt dat specialistische kennis en vaardigheden binnen de eigen organisatie niet aanwezig zijn kunnen nieuwe medewerkers worden geworven.
•
Externe partijen inhuren. Inhuur van derden is een optie als corporaties hiertoe noodzaak zien. Zoals de inzet van juridische ondersteuning, beleidsadvies, data-analyse en deurwaarders of advocaten. Als inhuur derden een structureel karakter krijgt en het woonfraude probleem kennelijk niet vermindert kunnen vraagtekens bij de effectiviteit worden gezet.
27
Middelen •
Opleiding en training van medewerkers. Het opsporen en aanpakken van woonfraude is specialistisch werk waarvoor bepaalde vaardigheden en competenties wenselijk, en in sommige gevallen noodzakelijk, zijn. Daarvoor zijn verschillende (soorten) opleidingen en trainingen voorhanden. Medewerkers met kennis en kunde van het gebruik en het koppelen en analyseren van gegevensbestanden en datamining zijn bevorderlijk voor een effectieve en structurele aanpak van woonfraude. De analysefase is de basis voor de daarop volgende fasen van veldwerk. Voor het veldwerk is het van belang dat medewerkers kennis hebben van onder meer gesprekstechnieken – en vaardigheden, juridische kennis (huurrecht, privacywetgeving), zorgvuldige dossieropbouw en tactisch rechercheren. Daarnaast is het belangrijk dat alle medewerkers binnen de organisatie alert zijn op signalen van woonfraude.
•
Communicatie en communicatiekanalen. Communicatie over de aanpak van woonfraude is belangrijk om de aanpak effectief te maken. Communicatie bij de aanpak van woonfraude is gericht op het genereren van meldingen door bewoners en andere partijen en het wekken van vertrouwen en het creëren van draagvalk voor de aanpak (zowel binnen de eigen organisatie als bij bewoners en samenwerkingspartners). Daarnaast is communicatie over het gebruik van bestandvergelijking en data analyse juridisch verplicht.
Commitment •
Investeren in goede relaties en samenwerking met externe partijen. Samenwerking met andere partijen en bewoners is een belangrijk onderdeel van een proactieve aanpak van woonfraude. Met alle partners overleggen en duidelijke afspraken maken over de aanpak, vertrouwen opbouwen bij de medewerkers en de bewoners en goede relaties en contacten opbouwen stimuleert de samenwerking.
4.2 Gemeente Voor gemeenten geld wat betreft investeringen in de gezamenlijke aanpak van woonfraude in grote lijnen hetzelfde als voor corporaties. Wij zullen daarom alleen de voor de gemeente specifieke investeringen uitgebreider toelichten. De overige investeringen benoemen we puntsgewijs.
Mensen Door de samenwerking en het actief opsporen van woonfraude neemt de druk op het gemeentelijk handhavingsapparaat toe. De gemeente krijgt meer meldingen van de corporaties en van de bewoners. Om deze druk op te vangen kan de gemeente: •
Medewerkers binnen de organisatie (deels) vrijmaken.
•
Nieuwe medewerkers aantrekken.
•
Externe medewerkers inhuren.
28
Effectenkaart aanpak woonfraude
Middelen •
Opleiding en training van medewerkers.
•
Communicatie en communicatiekanalen.
Commitment •
Toegang tot de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) gegevens voor betrokken corporaties. Om woonfraude proactief te kunnen aanpakken moeten corporaties toegang hebben tot de gegevens uit de GBA die betrekking hebben op hun huurbestand. De Wet GBA biedt daar de mogelijkheid toe als de afspraken over het gebruik van de GBA zijn vastgelegd in een convenant. In sommige gemeenten hebben de corporaties die met de aanpak van woonfraude actief zijn een electronische toegang tot hun huurdersgegevens in de GBA. Dit vergemakkelijkt de aanpak en onderstreept de gezamenlijkheid in de aanpak.
•
Prestatieafspraken met corporaties. Gemeenten en corporaties kunnen hun gezamenlijke inspanning op het gebied van woonfraudebestrijding vastleggen in de prestatieafspraken die zij afsluiten op basis van de woonvisie van de gemeente.
29
30
Effectenkaart aanpak woonfraude
5. EFFECTEN VAN DE AANPAK VAN WOONFRAUDE
Woonfraude heeft verschillende gevolgen voor corporaties, en ook voor bewoners, de gemeente en – breder – de samenleving. Dit hoofdstuk beschrijft deze gevolgen. Een aanpak van woonfraude gaat deze (negatieve) gevolgen tegen en heeft daarmee positieve maatschappelijke effecten. Corporaties putten uit deze gevolgen van woonfraude hun eigen motivatie om het aan te pakken.
5.1 Voor de woningmarkt Woonfraude frustreert aanbod en doorstroming op de woningmarkt Cruciaal voor een effectieve verdeling van woningen is dat er voldoende aanbod van woningen is en dat er een zekere mate van doorstroming is op de lokale woningmarkt. Er moeten niet alleen woningen zijn, er moet ook verhuisd worden. Woonfraude beïnvloedt zowel de beschikbaarheid van woningen, als de doorstroom. Wanneer een (sociale) huurwoning illegaal wordt onderverhuurd komt de woning niet vrij, zal op dat adres minder snel een mutatie optreden en is er geen formele doorstroming. Een aanpak van woonfraude kan de onderverhuring opspeuren en aanpakken. De woning komt dan beschikbaar voor eerlijke woningzoekenden.
Woonfraude frustreert woonruimteverdeelsystemen en eerlijk woningzoekenden Er bestaan in Nederland verschillende gemeentelijke en regionale woonruimteverdeelsystemen. Deze systemen wijzen vrijkomende woningen toe aan woningzoekenden op basis van verschillende criteria. De meest voorkomende criteria zijn woonduur, inschrijfduur, huishoudensamenstelling en mate van urgentie. Woonfraudeurs ontduiken de principes waarop een woonruimtedeelsysteem is gebaseerd en ondergraven daarmee het hele systeem. Door woonfraudeurs aan te pakken verbetert de werking van het woonruimteverdeelsysteem. De aanpak van woonfraude vergroot ook de legitimiteit van het woonruimteverdeelsysteem. Er wordt een signaal afgegeven dat de inschrijf- of woonduur boven ‘zelfbenoemde’ urgentie gaan.
5.2 Voor buurt en wijk Woonfraude heeft een negatief effect op de sociale samenhang in buurt en wijk Mensen die onrechtmatig in een woning zitten zullen dat niet aan de grote klok hangen. Woonfraudeurs zijn daarom niet actief in de buurt en zijn geneigd zich overal aan te onttrekken. Dit heeft een negatief effect op de mate waarin de mensen elkaar (zeggen te) kennen in de buurt. Sociale cohesie is belangrijk voor een gezonde wijk. Naarmate de sociale cohesie of sociale samenhang in een buurt groter is voelen mensen zich meer op hun gemak in de buurt en zullen zij eerder geneigd zijn zich in te zetten voor de buurt en de leefbaarheid in de buurt. Daarnaast vergroot sociale cohesie de sociale controle in de buurt, wat weer een gunstig effect kan hebben op het voorkomen en tegengaan van overlast en criminaliteit. Woonfraude ondermijnt de sociale cohesie.
31
Woonfraude ontwricht de woonmoraal in buurt en wijk Ergens wonen brengt voor iedere bewoner rechten en plichten met zich mee . Woonfraude mag niet; dat is onderdeel van de woonmoraal. Wanneer er in een buurt of wijk mensen zijn die zich niet aan de regels ouden door woonfraude te plegen, kan dat een negatief effect hebben op de woonmoraal van andere bewoners. Mensen zien anderen de regels overtreden en hebben in de gaten dat daar geen consequenties aan vast zitten. Dat kan uitnodigen tot imitatie in enge en in brede zin.
Aanpak woonfraude vermindert de kans op overlast en criminaliteit in buurt en wijk Woonfraude hangt vaak samen met andere vormen van onrechtmatig gebruik van de woning, fraude en criminaliteit. Dit kan uiteenlopen van hennepteelt en prostitutie, tot wapenopslag en mensenhandel. Ook kunnen onrechtmatige bewoning en onrechtmatig gebruik leiden tot overlast. Bijvoorbeeld extra huisvuil dat door overbewoning ontstaat en wat vaak ‘verkeerd wordt aangeboden’. Geluidsoverlast door overbewoning, stankoverlast door hennepkweek en hinder en gevoelens van onveiligheid vanwege de aanloop van klanten voor prostitutie en drugshandel zijn andere vormen van overlast die samen opgaan met woonfraude.
Woonfraude kan mensen in gevaarlijke situaties brengen Onrechtmatig gebruik van een woning kan tot levensgevaarlijke situaties leiden voor zowel de onrechtmatige bewoners/gebruikers als de omwonenden. Bij vormen van overbewoning zoals pensionvorming en beddenverhuur worden vaak de bouwvoorschriften en brand- en veiligheidsvoorschriften met betrekking tot gas en elektriciteit overtreden. De kans op brandgevaar is daarmee aanzienlijk groter dan bij een woning die aan de voorschriften voldoet. Zo worden zowel de onderhuurders als de omwonenden in gevaar gebracht.
Bij onrechtmatig gebruik in de vorm van hennepteelt wordt vaak illegaal stroom afgetapt. Hiervoor moeten aanpassingen aan de elektriciteitsvoorziening worden gedaan die tot brandgevaarlijke situaties kunnen leiden. Ook kan door schimmelvorming de volksgezondheid in gevaar komen.
5.3 Algemeen nut Bestrijding van woonfraude draagt bij aan verdere fraudebestrijding Woonfraude komt vaak voor in combinatie met andere vormen van fraude, zoals uitkerings- en bijstandsfraude en fraude met huurtoeslag. Door woonfraude actief aan te pakken en nieuwe fraude te voorkomen verminderen de mogelijkheden om woon- of adresgerelateerde fraude te plegen.
Vertrouwen burgers en imago verhuurder en gemeente Door woonfraude actief te bestrijden geven verhuurders en gemeenten een duidelijk signaal af. Het mag niet, en het overtreden van de regels die voor iedereen gelden wordt niet getolereerd. Door signalen van bewoners serieus te nemen en ze bij de aanpak te betrekken wordt de aanpak van woonfraude effectiever en het draagt bij aan een goede relatie met de wijk en de bewoners. Verhuurder en gemeente worden gezien als partijen die optreden tegen de dingen die niet goed gaan in de wijk.
32
Effectenkaart aanpak woonfraude
Tegengaan ongewenst rendement van fraudeurs Het plegen van woonfraude kan lucratief zijn. In een gespannen woningmarkt met goedkope huurwoningen kan doorverhuur en onderverhuur de onderverhuurder per maand aanzienlijke bedragen opleveren, ten koste van de onderhuurders. Ook bijvoorbeeld hennepteelt in een huurwoning kan zeer veel geld opleveren, zeker wanneer ’professioneel crimineel’ opgezet.
Beter zicht op klant en betere dienstverlening Woonfraude vervuilt huurdersbestanden en administraties. Inschrijving en feitelijke bewoning van een adres komen niet overeen, gemeente en verhuurder weten daardoor niet precies wie er op een adres wonen. Een correcte basisadministratie is belangrijk voor een goede bedrijfsvoering en dienstverlening.
Figuur 5.1: Effecten aanpak woonfraude Woningmarkt
Buurt en wijk
Algemeen
Tegengaan van negatieve effecten op doorstroming, aanbod en het woonruimteverdeelsysteem
Bevorderen sociale samenhang en buurtbinding
Tegengaan verdere fraude
Voorkomen dat individuele woningzoekenden het woonruimteverdeelsysteem omzeilen
Verhogen vertrouwen burgers Bevorderen woonmoraal in de wijk Tegengaan criminaliteit en overlast Voorkomen en tegengaan van gevaarlijke woonsituaties
Positief imago verhuurder en gemeente Tegengaan ongewenst rendement Beter zicht op klant en bewoner Betere dienstverlening
5.4 Financiële en bedrijfseconomische effecten woonfraude De financiële schadelast van woonfraude betreft de jaarlijkse kosten die veroorzaakt worden door woonfraude. Naar mate de financiële schadelast groter is, volgt hieruit ook een sterkere financiële motivatie om woonfraude aan te pakken. De kosten van de financiële schadelast worden namelijk gedragen door alle huurders.
De financiële schadelast bestaat uit de volgende elementen:
Gemiste huurharmonisatie Als de woning niet frauduleus maar op de correcte wijze muteert, heeft de corporatie de mogelijkheid de huur te harmoniseren. De woningcorporatie leidt dus schade door het ontbreken van de mogelijkheid van huurharmonisatie. De schade bedraagt het verschil tussen de streefhuur en de huidige werkelijke huur voor de duur van de fraude. Opgemerkt moet worden dat juist een relatief groot verschil tussen de huidige huur en de streefhuur woonfraude stimuleert. Het financieel te behalen voordeel voor de fraudeur is dan namelijk relatief groot.
33
Rentekosten bij uitgestelde verkoop Als een woning genomineerd staat voor verkoop en door de woonfraude wordt de verkoop in feite uitgesteld, dan moet de corporatie door de uitgestelde verkoop extra rentekosten betalen.
Onterecht verleende korting bij verkoop van een woning Een woningcorporatie kan ook woningen aan de zittende huurder met een korting verkopen. Als de korting wordt verleend terwijl de huurder die de korting ontvangt niet in de woning woont, is de korting onterecht verstrekt.
Onterecht toegewezen verhuiskostenvergoeding Als de formele huurder een verhuiskostenvergoeding heeft gekregen, terwijl deze niet in de woning woonde, is de verhuiskostenvergoeding onterecht toegewezen. De € 5.135,88 netto verhuiskostenvergoeding geeft ook vaak een extra stimulans aan woonfraude. Vertraging van renovatie en sloop/nieuwbouwprojecten Woonfraude vertraagt het formeel vrijkomen van woningen. Als dat in woningen gebeurt die onderwerp zijn van renovatie of sloop/nieuwbouwprojecten worden deze projecten vertraagd. Het verstrekken van verhuisonkostenvergoedingen (overigens een wettelijke plicht) is een extra motief om woonfraude te plegen. Daarom wordt juist met woningen die gerenoveerd of gesloopt gaan worden relatief veel woonfraude gepleegd.
Extra mutatie- en onderhoudskosten Mutatiekosten nemen toe naar mate er meer sprake is van achterstallig onderhoud. Als er sprake is van onderhuur worden er minder onderhoudsverzoeken gedaan, zelfs als het onderhoud noodzakelijk is. Onderhoudskosten nemen dan niet lineair toe, maar meer dan evenredig
Eventuele inkomsten uit schadevordering tegen de frauderende huurder Hiermee kan een deel van de geleden schadelast worden teruggevorderd. Bovendien zijn er mogelijkheden voor het opleggen van boetes, het vorderen van de wettelijke rente en het afromen van de door de huurder onterecht genoten inkomsten.
Fraude op fraude Mensen die woonfraude plegen maken zich meer dan gemiddeld ook schuldig aan andere vormen van fraude of wetsovertreding. Het plegen van woonfraude biedt namelijk een goede basis voor andere vormen van fraude, zoals uitkeringsfraude, belastingfraude en fraude met huurtoeslag. Dat komt omdat woonfraude kan leiden tot onduidelijkheid over iemands werkelijke woonadres. De vraag of iemand samenwoont of zelfstandig woont is vaak van grote invloed op de hoogte van een eventuele uitkering of toeslag of voor fiscale faciliteiten. Bovendien leidt woonfraude veelal tot niet goed te achterhalen extra inkomsten voor de formele huurder.
Bij een niet gepubliceerd onderzoek voor een grote gemeente in Nederland is bepaald dat bij 20 tot 30% van de dossiers met vastgestelde woonfraude er tevens sprake is van uitkeringsfraude. In dat zelfde onderzoek is becijferd dat de gemiddelde omvang van de uitkeringsfraude € 15.000,- per jaar per fraudegeval bedraagt.
34
Effectenkaart aanpak woonfraude
6. HET INVULLEN VAN DE EFFECTENKAART
De effectenkaarten in deze publicatie zijn door de auteurs ingevuld, er is geen overleg geweest met medewerkers van corporaties en andere stakeholders. De effectenkaarten zijn ingevuld op basis van de kennis en ervaring die de auteurs hebben opgedaan in hun dagelijkse werkpraktijk op het gebied van de aanpak van woonfraude. Hoewel bij de auteurs veel kennis en ervaring beschikbaar was over de aanpak van woonfraude, bleek het invullen van de effectenkaart een sterk ‘zuiverend’ effect te hebben. Het helpt de effecten te benaderen door de ogen van verschillende partijen en deze kort en bondig te formuleren. Ook het onderscheid wat oorzaak is en wat gevolg, wordt scherper. Het onder woorden brengen van alle veronderstellingen lijkt nog met meest op een puzzelwerk, dat soms ook even aan de kant gelegd moet worden.
In het Praktijkboek Maatschappelijk Rendement (SEV, 2007) staat beschreven hoe een effectenkaart kan worden ingevuld aan de hand van een aantal vragen. Aan de hand van deze vragen beschrijven wij kort het invullen van de effectenkaarten in deze publicatie.
Vraag 1: Wie ondervindt effecten? “De eerste stap in het opstellen van de effectenkaart is het inventariseren van de stakeholders: welke organisaties of groepen mensen ondervinden effecten van de investering? Dit kunnen zowel positieve als negatieve effecten zijn. Rangschik de stakeholders grofweg op volgorde van belang. Veel maatschappelijke investeringen van een corporatie hebben ook gevolgen voor de corporatie zelf. Als het enkel gaat om de maatschappelijke effecten van een investering, dan kan de corporatie zelf beter buiten beschouwing blijven. Maar als het gaat om het totaalbeeld van een investering, dan zijn de effecten voor de eigen corporatie zelf ook zeer waardevol.”
Wij hebben ervoor gekozen om voor de effectenkaarten aanpak woonfraude de effecten voor de corporatie zelf nadrukkelijk op te nemen. De woonfraude kaarten zijn beredeneerd vanuit de situatie dat corporatie de aanpak uitvoert. De andere stakeholders die we naast de corporatie hebben benoemd zijn: •
Gemeente
•
Bewoners (huurders van corporatie en omwonenden)
•
Woningzoekenden (alleen in de pro actieve aanpak)
•
Woonfraudeurs
De woningzoekenden zijn niet als stakeholder in de passieve aanpak opgenomen. Het ondervonden effect van de aanpak is voor deze stakeholder zodanig klein dat dit verwaarloosbaar is.
Vraag 2: Welke effecten zijn dat? “Als tweede stap zet u per stakeholder de verschillende maatschappelijke effecten op een rij. Lastig bij deze vraag is dat maatschappelijke effecten soms meerdere oorzaken hebben. Niet alleen de investering van de corporatie is van invloed. Zeker voor de effecten op de lange termijn geldt dat deze niet altijd direct toe te schrijven zijn aan de specifieke activiteiten die volgen uit de gedane investering. Ook andere
35
factoren, zoals gemeentelijk beleid, algemene economische ontwikkelingen, of andere activiteiten in hetzelfde gebied, kunnen een rol spelen.”
Bij de beantwoording van deze vraag zijn soms twee zaken lastig. Om te beginnen is het onderscheid tussen output (zie ook vraag 3a) en effect in eerste instantie niet altijd helder. Door steeds te kijken of iets nu het tastbare resultaat is van de aanpak en dus de ‘oorzaak’, of het effect is voor een van de partijen en dus een ‘gevolg’, ontstaat gaande weg scherpte. Daarnaast treden er indirecte effecten op. Zo is een actieve communicatie onderdeel van de pro-actieve aanpak (output). Het effect daarvan is onder meer dat bewoners woonfraude actiever melden. Dit effect versterkt vervolgens weer de andere effecten. Zo kan er binnen de sfeer van effecten ook weer sprake zijn van een oorzaak-gevolgrelatie. Het vergt enig puzzelwerk om deze relaties te ontrafelen.
Vraag 3: Hoe bereikt u deze effecten? “In de volgende stap staan de inhoudelijke vragen over de investering centraal. Hoe wilt u de bij vraag 2 vermelde gewenste effecten bewerkstelligen? Waarom mogen we bepaalde effecten verwachten, als gevolg van onze activiteiten? Een investering maakt het mogelijk om activiteiten te ontplooien. Deze activiteiten zorgen voor een tastbaar ‘productieresultaat’, de zogeheten output. Het geheel van veronderstellingen is te zien als de veranderingstheorie die ten grondslag ligt aan de investering. Door veronderstellingen zichtbaar te maken, door de veranderingstheorie bloot te leggen, kunt u de investering inhoudelijk toetsen.”
Deze vraag bestaat eigenlijk uit twee (sub)vragen: •
Vraag 3a: Welke tastbare resultaat (van de aanpak van woonfraude)? Dit is de vraag naar ‘output’
•
Vraag 3b: Op basis van welke redenering leidt deze output tot de genoemde effecten?
De veranderingstheorieën in de effectenkaarten zijn vaak gebaseerd op de effecten die het bestaan van woonfraude in buurt of wijk met zich meebrengt. Woonfraude heeft negatieve gevolgen voor de leefbaarheid in buurt en wijk, zoals eerder in deze publicatie beschreven. Bijvoorbeeld: het tegengaan van woonfraude vermindert deze negatieve effecten en levert zodoende een positieve bijdrage aan de leefbaarheid in de buurt. Voor een deel zijn dit door onderzoek onderbouwde relaties, voor een ander deel zijn het vermoedens die algemeen gedeeld worden.
Vraag 4: Kunt u deze effecten meten? “In de vierde stap kijkt u of de effecten meetbaar zijn. Het uitdrukken van maatschappelijke effecten in getallen maakt het mogelijk om veranderingen te meten en snel zichtbaar te maken. Hierdoor houdt u de vinger aan de pols. De resultaten van een investering (output) zijn vaak goed te meten. Het zijn als het ware de productiecijfers. Maar dit is nog geen garantie voor het daadwerkelijk optreden van de beoogde effecten. Na enige tijd kan bijvoorbeeld blijken dat de veronderstellingen in de veranderingstheorie (ingevuld bij vraag 3) onjuist zijn. Daarom meten we bij voorkeur de maatschappelijke effecten zelf. Dit is lastiger, maar niet onmogelijk. Om de effecten te meten heb je indicatoren nodig: getallen die een redelijk betrouwbare schatting geven van de verwachte effecten. De indicatoren weerspiegelen de mate waarin een effect optreedt. Het vinden van goede betrouwbare indicatoren die tevens makkelijk meetbaar zijn is een uitdaging.”
In deze publicatie zijn twee verschillende aanpakken voor woonfraude uitgewerkt in effectenkaarten.
36
Effectenkaart aanpak woonfraude
Beide aanpakken beogen resultaten te boeken op deels dezelfde ‘prestatievelden’, bijvoorbeeld leefbaarheid in buurt en wijk. Daar horen dezelfde prestatie indicatoren bij, in het voorbeeld van de leefbaarheid zijn dat de leefbaarheidsindex en (aanvullend) bewonersonderzoek. De resultaten van de passieve aanpak zijn echter minder groot dan van de pro actieve aanpak. Dat maakt het ook moeilijker om deze verschillen zichtbaar te maken in cijfers. Hier speelt ook dat er andere invloeden zijn dan de aanpak van woonfraude, die de score op een indicator beïnvloeden, Zo wordt de leefbaarheidsindex natuurlijk ook voor een groot deel bepaald door bijv. gemeentelijk beleid of andere projecten van de corporatie. Daarom moet altijd gekeken worden naar mix van indicatoren. Als deze gezamenlijk wijzen op een bepaalde ontwikkeling, kan toch met enige betrouwbaarheid gezegd worden dat de aanpak van woonfraude inderdaad haar effect lijkt te sorteren en dat de onderliggende veranderingstheorie lijkt te kloppen.
37
38
Effectenkaart aanpak woonfraude
LITERATUUR EN BRONNEN
Deuten, J. Praktijkboek Maatschappelijk Rendement. SEV, Rotterdam, 2007.
Kotter, J. en H. Rathgeber: Onze ijsberg smelt. Amsterdam, Uitgeverij Business contact, 2007.
Krebber, C., C. K. Stuart en J, van der Wal: Aanpak onrechtmatige bewoning. Een handreiking voor gemeente, corporaties en particuliere verhuurders. SEV, Rotterdam, 2005.
Metzelaar, W-F., A. Pellikaan, C. K. Stuart en J. van der Wal: Handboek aanpak woonfraude voor corporaties en gemeenten. Ministerie van VROM, Den Haag, 2007.
Metzelaar, W-F., A. Pellikaan, C. K. Stuart en J. van der Wal: Rendement aanpak woonfraude. SEV, Rotterdam, 2007.
Metzelaar, W-F., A. Pellikaan en J. van der Wal: Beleid bij bewezen woonfraude. SEV, Rotterdam, 2006.
Metzelaar, W-F., A. Pellikaan en J. van der Wal: Experiment aanpak woonfraude. SEV, Rotterdam, 2006.
39
COLOFON Uitgave
SEV
Auteurs
W-F. Metzelaar, A. Pellikaan en C. Stuart
Vormgeving omslag
Ontwerpwerk, Den Haag
Druk omslag
Drukkerij Goos, Ouderkerk aan den IJssel
Opmaak
Freya Zwartewaalsloot, Vlaardingen
Hoewel grote zorgvuldigheid is betracht bij het samenstellen van dit rapport, aanvaarden SEV en de betrokkenen geen enkele aansprakelijkheid uit welke hoofde dan ook voor het gebruik van de in deze publicatie vermelde gegevens.
Rotterdam, april 2008
40