Eerste workshop mobiliteitsplan 18-11-2013, onderdeel Openbaar Vervoer Blijvers: Tijdens de workshop is duidelijk naar voren gekomen dat de aanwezigen tevreden tot zeer tevreden zijn over het huidige openbaar vervoer in, van en naar de gemeente Groesbeek. Het busvervoer wordt vooral gewaardeerd vanwege: 1. De hoge frequentie; de ruggengraat van het OV in onze gemeente kent (overdag) een frequentie van 4x per uur voor lijn 8 Nijmegen – Berg en Dal en 4x per uur voor lijn 5 Nijmegen – Groesbeek met 2x per uur een uitloper naar de kern De Horst en 2x per uur een uitloper naar de kern Breedeweg. Deze diensten worden aangevuld met aanvullende diensten per grote lijnbus en buurtbus. De relatief hoge frequentie leidt ertoe dat bij gebruik van het OV wachttijden beperkt blijven en reistijden van deur tot deur relatief snel zijn en daarmee voor een deel van de bestemmingen concurrerend met de auto; 2. De kwaliteit van de bussen; deze zijn comfortabel en schoon; 3. De dekking van het lijnennet; de gemeente Groesbeek is vooral gericht op Nijmegen. Het openbaar vervoer speelt in op deze richting met de radiale lijnen 3, 5, 8, 15 en 16. De buurtbuslijnen 562 en 564 vullen het netwerk aan met tangentiële verbindingen Beek – Berg en Dal – Groesbeek – Malden en Groesbeek – station Molenhoek. Er lijkt geen behoefte om dit netwerk uit te breiden in de richting van Gennep of Millingen aan de Rijn, de inwoners van Groesbeek hebben nauwelijks een binding met deze plaatsen. In het verleden is uit een praktijkproef bovendien gebleken dat verbindingen naar Mook, Kranenburg en Wyler geen openbaar vervoersvraag opleveren van enige betekenis. De belangrijkste kans: Een reactivering van de voormalige spoorlijn Nijmegen – Groesbeek – Kranenburg – Kleve als een tramlijn wordt door de aanwezigen gezien als een van de belangrijkste kansen voor het openbaar vervoer in onze gemeente. Met een tram kan voor het centrale en zuidelijke deel van de gemeente een wezenlijk snellere verbinding ontstaan van en naar het station van Nijmegen en de Nijmeegse binnenstad. Reistijden van en naar Groesbeek worden daarmee korter, wat de aantrekkingskracht van Groesbeek voor toerisme, winkelend publiek maar ook als vestigingsplaats vergroot. Aandachtspunten bij een eventuele reactivering zijn: 4. Een extra P+R halte; naast een halte in het centrum is een halte met P+R faciliteiten gewenst op een andere locatie. Dit om te voorkomen dat de voor het winkelend publiek benodigde parkeerplaatsen in het centrum massaal gebruikt gaan worden door tramreizigers. Bij voorkeur zou zo’n halte met P+R faciliteiten gezocht moeten worden aan de hoofdwegenstructuur, bijvoorbeeld aan de Hulsbroek; 5. Aanpassing bestaande busdiensten; om bij reactivering de exploitatietekorten te kunnen dekken, zal een besparing op dienstregelingsuren bus noodzakelijk zijn, ook van en naar Groesbeek. Belangrijk is om een goede basisverbinding te houden tussen Nijmegen en Groesbeek langs instellingen als Dekkerswald en Werkenrode met een frequentie van minimaal 2x per uur, doch bij voorkeur behoud van een frequentie van 4x per uur. Om met name de wijken verder van de hoofdas voor het OV en de beide kerkdorpen te kunnen blijven bedienen zien de aanwezigen vooral kansen in de inzet van buurtbussen in ‘cirkelvormige’ lijnen van en naar het station Groesbeek. Met 8-persoonsbussen kan goedkoper worden gereden en zijn meer straten bruikbaar. Zo ontstaat een nog betere dekking in het gebied. Bij voorkeur wel in te zetten met beroepschauffeurs om de bedieningen ook in de avonduren en weekenden mogelijk te houden. De aanwezigen zien wel de financiering van een mogelijke reactivering als een belangrijk obstakel om daadwerkelijk tot een reactivering over te kunnen gaan.
Overige kansen: 6. Ringlijn Nijmegen; de radiale structuur van de buslijnen voert de reiziger vanuit de gemeente Groesbeek snel naar het station en de binnenstad van Nijmegen. De Nijmeegse ziekenhuizen zijn veelal niet rechtstreeks bereikbaar of niet gedurende de gehele dag. Veelal moet daarom worden overgestapt bij het station Nijmegen. Een servicelijn of bijvoorbeeld een Ringlijn Nijmegen kan de bereikbaarheid van en naar de ziekenhuizen behoorlijk versnellen. Dit is wenselijk gelet op de hoge parkeertarieven en het zelfstandig kunnen reizen van en naar de ziekenhuizen zonder gebruik te maken van de (voor de overheid) dure Stadsregiotaxi. Een Nijmeegse Ringlijn zou bijvoorbeeld vanaf de stations Dukenburg en/of Goffert via de Weg door Jonkersbos (CWZ) naar het Radboud terrein kunnen voeren en vanaf daar via de Heilig Landstichting en Berg en Dal naar de St. Maartenskliniek. 7. Technologische ontwikkelingen; op de langere termijn zouden technologische ontwikkelingen kunnen leiden tot goedkoper openbaar vervoer en daarmee tot wellicht meer mogelijkheden in lijnen (dekking in het netwerk) en frequenties. Bijvoorbeeld in geval van automatisch rijden zonder een chauffeur. De belangrijkste zorgen: 8. Afname BDU; als gemeente is de invloed op het openbaar vervoer beperkt, indien het Rijk besluit de Brede Doel Uitkering te verlagen, zal dat tot versobering van het aanbod openbaar vervoer leiden in de zin van lagere frequenties (ook in daluren) of zelfs schrappen van buslijnen. Dit gaat ten koste van de sociale functie en/of de aantrekkingskracht van het openbaar vervoer, wat leidt tot minder reizigers, minder inkomsten, meer bezuinigingen, oftewel een mogelijk vicieuze cirkel; 9. Bediening Groesbeek centrum tijdens evenementen; in het centrum van Groesbeek vinden meermalen per jaar evenementen plaats waarbij ook de Dorpsstraat wordt afgesloten voor het verkeer. De busmaatschappij Hermes wil niet via de route Burg. Ottenhoffstraat – Kerkstraat – Houtlaan haar bussen omleiden, aangezien zij de route ongeschikt acht voor bussen met een lage vloer. De bussen worden daarom omgeleid via de Cranenburgsestraat – Hulsbroek – Nieuwe Drulseweg. Een groot deel van het centrum en de wijken direct ten zuiden van het centrum worden tijdens evenementen dan ook niet bediend door bussen; 10. Buurtbussen rijden niet op de avonden en in de weekenden; de buurtbussen vervullen een belangrijke rol in het netwerk. De vrijwillige chauffeurs zijn echter niet beschikbaar op de avonden en in de weekenden. Hierdoor zijn er op die momenten geen verbindingen tussen Groesbeek en Malden, station MookMolenhoek en Berg en Dal – Beek. Reizen is dan enkel mogelijk via station Nijmegen en leidt tot wezenlijk langere reistijden. Bijvoorbeeld voor treinreizigers via station Mook-Molenhoek is dit ook verwarrend als bij aankomst terug op het station er geen bussen rijden naar Groesbeek. Onderzoek waardige aandachtspunten: 11. Busvervoer begint bij veilige en logische looproutes; de logische looproutes naar bushalten dienen sociaalen verkeersveilig te zijn om het openbaar vervoer echt aantrekkelijk te maken. De belangrijkste looproutes zouden beoordeeld moeten worden op deze punten en waar nodig verbetert. Concrete voorbeelden zijn (nog) niet genoemd; 12. Dekking bushalten in het gebied; in het kader van het mobiliteitsplan achten de aanwezigen een beoordeling op acceptabele loopafstanden gewenst voor wat betreft de dekking van de bushalten. Een en ander gerelateerd aan de frequentie van de buslijnen (een halte met een hogere frequentie is mogelijk aantrekkelijker waardoor langere afstanden acceptabel zijn).
Eerste workshop mobiliteitsplan 18-11-2013, onderdeel Fiets Blijvers: Groesbeek heeft de potentie om een belangrijke fietsgemeente te zijn. De omgeving is aantrekkelijk om te fietsen en belangrijke voorzieningen en bestemmingen zijn op fietsafstand en goed met elkaar te verbinden. Het heuvelachtige landschap is voor sommige een barrière om te fietsen, maar met de komst van de E-bike lijkt dit minder relevant element te worden voor het fietscomfort. 1. 2. 3.
Streven om zo veel mogelijk autoverkeer af te wikkelen op de rondweg; Een goed functionerende rondweg leidt tot minder autoverkeer in het centrum, en heeft een positief effect op het fietsklimaat; Voorrang voor fietsers op rotondes; Een rotonde waar fietsers voorrang hebben, leidt tot een comfortabele en veilige kruising/oversteek; Vrijliggende fietspaden en fietsdoorsteken; verplaatsen met de fiets binnen Groesbeek biedt voordelen door de aanwezigheid van fietsdoorsteken. Dit geldt met name voor de oost-west relaties. De fietsdoorsteken en vrijliggende fietspaden zijn erg comfortabel en veilig.
De belangrijkste kans: 4. Fietspad langs spoor; Een fietspad langs het spoor van de voormalige lijn Kleve-Nijmegen biedt kansen voor het realiseren van een aantrekkelijke route. Zowel qua omgeving als qua rijcomfort. De route kent nauwelijks hoogteverschillen. Uitbreiding van de route in oostelijke richting verbetert tevens de fietsvoorzieningen voor het grensoverschrijdend verkeer van en naar Kranenburg sterk. 5. Eenheid in maatregelen; Het gevoel bestaat dat gelijksoortige probleemlocaties veelal op verschillende wijze worden opgelost. Door meer eenheid aan te brengen in de keuze van verkeersmaatregelen ontstaat er een begrijpelijk wegbeeld. Een begrijpelijk wegbeeld leidt weer tot logisch verkeersgedrag en een veiligere weg; De soort maatregel kan bijvoorbeeld afhankelijk gemaakt worden van de functie van de weg en de omvang van het gebruik. 6. Scheiden fiets- en autoroutes; Door de belangrijke fietsrelaties in kaart te brengen kan een logisch netwerk van fietsroutes opgebouwd worden. Bij het toekennen van straten aan een fietsroute moet geprobeerd worden om straten te selecteren waar het aandeel autoverkeer laag is. Pas indien dergelijke straten op een gewenste fietsrelatie niet aanwezig zijn, dient gekeken te worden naar het toepassen van extra fietsvoorzieningen zoals fietsstroken of -paden. 7. Schoolroutes markeren; Meer dan nu het geval is, moet het voor weggebruikers duidelijk worden dat men op een belangrijke schoolroute rijdt dan wel deze gaat kruisen. Ook de aanwezigheid van de school zelf moet duidelijk blijken uit de omgeving; 8. Toeristische mogelijkheden van de fiets; Groesbeek is een toeristisch centrum en de toeristen die komen houden ervan om de fiets te gebruiken. Omdat toeristen veelal niet bekend zijn met de lokale situatie is een veilig wegontwerp en goede wegbewijzering nog belangrijker. Het is daarom noodzakelijk dat Groesbeek streeft naar een veilig fietsnetwerk waarbij alle belangrijke toeristische bestemmingen worden aangedaan. De inwoners van Groesbeek profiteren hier direct van mee. Overige kansen: 1. Technologische ontwikkelingen; De E-bike biedt kansen om het fietsgebruik in Groesbeek verder te vergroten. Zowel toeristen als de eigen inwoners zullen door de E-bike gemiddeld meer kilometers gaan fietsen over grotere afstanden. Ook bestemmingen die tussen de 7,5 km tot 20 km van Groesbeek gelegen zijn, worden prima met de E-bike bereikbaar. Er zal dus een behoefte ontstaan naar lange en snelle fietsverbindingen richting de omliggende steden en dorpen. Dit betekent dar er
meer afstemming moet komen met de buurgemeenten en provincie over de ligging en vormgeving van de routes. De belangrijkste zorgen: 13. Smalle fietspaden; Fietsverbindingen richting Nijmegen worden zeer intensief gebruikt, maar zijn relatief smal. De komst van de E-bike maakt de wens voor bredere fietspaden alleen maar groter. De toegepaste richtlijnen voor het vormgeven van fietspaden moeten rekening houden met de E-bike; 14. Beheersen van de E-bike; Elektrische fietsen zorgen ervoor dat de snelheid op de fiets flink toeneemt. Het heuvelachtige landschap zorgt mogelijk voor extra hoge snelheden. Niet iedereen kan echter goed overweg met elektrische fiets. De kans op gevaarlijke situaties neemt sterk toe. Educatie kan de fietsvaardigheid sterk verbeteren; 15. Snelheid en verkeersdruk nabij oversteeklocaties; Met name de route Nieuweweg-CranenburgsestraatNieuwe Drulseweg kent een groot aantal drukke oversteeklocaties. Op deze route zit veel autoverkeer en de snelheden zijn relatief hoog. Voor fietsers (met name scholieren) vormt deze route een belangrijke obstakel. Oversteeklocaties zijn veelal niet duidelijk herkenbaar waardoor autoverkeer weinig rekening houdt met overstekende fietsers. De huidige voorzieningen zorgen niet voor het verlagen van de snelheid nabij deze locaties. Zorgelijk is verder dat automobilisten nauwelijks stoppen op locaties waar een voetgangersoversteek (zebra) is aangebracht; 16. Voorzieningen voor recreatief fietsverkeer: Groesbeek kent veel recreatief fietsverkeer. Veel recreatieve routes worden echter als smal ervaren. Verder zijn er geen duidelijke stallingsmogelijkheden voor de fiets in het centrum van Groesbeek en ontbreken er oplaadpunten voor E-bikes. Ook de verwijzingen naar de aanwezige recreatieve routes kan beter. De routes die door Groesbeek lopen zijn veelal druk met autoverkeer. Het gaat dan vooral om de routes in noord-zuid richting. 17. Onaantrekkelijke doorgaande fietsroutes; de voorzieningen op de routes Nijmegen-Groesbeek, Groesbeek-Breedeweg-Milsbeek, Groesbeek-Molenhoek voldoen niet aan het gewenste comfort. 18. Oversteekbaarheid nabij scholen en sportvoorzieningen; Drukke wegen nabij scholen en sportvoorzieningen zorgen voor onveilige verkeerssituaties. Dit geldt bijvoorbeeld voor de locatie nabij de sportvelden van Treffers/Achilles en tennisvereniging Groesbeek. 19. Onveilige schoolroutes; een aantal schoolroutes lopen langs potentiële conflictpunten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de schoolroutes richting Nijmegen en de basisschool Adelbrecht. Afgevraagd wordt of de vormgeving van de fietsvoorzieningen tussen Groesbeek en Nijmegen berekend is op de huidige stromen fietsers. Een analyse van de woonadressen van scholieren kan de belangrijkste conflictpunten inzichtelijk maken. 20. Aansluiting op fietsroutes buurgemeenten; Niets is vervelender dan op een fietspad rijden die bij het passeren van de gemeentegrens ineens ophoudt te bestaan. De verwachting is dat fietsers steeds grotere afstanden gaan afleggen, dit maakt het des te belangrijker om in breder perspectief na te denken over de (vormgeving van) fietsroutes en de relaties tussen de gemeenten. De gemeente moet zich inzetten om fietsvoorzieningen ook na de gemeentegrens op een logische manier voort te zetten. Onderzoek waardige aandachtspunten: 21. E-bike: welke randvoorwaarden heeft de elektrische fiets voor de fietsinfrastructuur. Moet er aparte infrastructuur komen voor elektrische fietsen? 22. Weinig zicht op fietsknelpunten: De kwaliteit van de landelijke ongevallenregistratie is de laatste jaren achteruit gegaan. Daardoor is het moeilijker geworden om op basis van deze cijfers de belangrijkste knelpunten te selecteren. Een eigen meldpunt waar weggebruikers incidenten of gevaarlijke locaties kunnen doorgeven, is een manier om nog wel zicht te blijven houden op de belangrijkste knelpunten.
Knelpunten in kaart De deelnemers aan de workshop hebben de locaties van belangrijke knelpunten op een kaart ingetekend. Het resultaat daarvan is in de onderstaande kaart opgenomen. Deze kaart moet gezien worden als eerste aanzet om te komen tot een knelpuntenkaart en is dus niet allesomvattend. Figuur 1: Overzichtskaart knelpunten Fiets
Legenda hoeveelheid autoverkeer onoverzichtelijk kruispunt oversteekbaarheid ontbreken fietsvoorziening onveilige fietsroute verwachte groei van het autoverkeer
Eerste workshop mobiliteitsplan 18-11-2013, onderdeel Auto Onderwerpen waar het mobiliteitsplan in ieder geval aan de orde moeten komen, zijn: Veiligheid; Leefbaarheid; Duurzaamheid; Handhaving; Oversteekbaarheid; Keuze voor type snelheidsremmers; inrichting weg conform gevaar gebruik ervan (beschermen zwakke verkeersdeelnemers); Selectieve toegang tot het centrum; Scheiden van verkeer hoe vormgeven. Blijvers: De auto is belangrijk voor de bereikbaarheid van Groesbeek. Veel mensen zijn dagelijks afhankelijk van de auto, en we zijn over het algemeen tevreden over de bereikbaarheid van Groesbeek. Waardering is er onder meer voor: 1. Gratis parkeren en voldoende aanbod; Voor een aantrekkelijke woon- en/of werkomgeving is bereikbaarheid en de beschikbaarheid van voldoende parkeerplaatsen belangrijk. Rondom het centrum van Groesbeek zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar, en hiervoor hoeft niet betaald te worden. Het aanbieden van gratis parkeren draagt bij aan een gastvrij Groesbeek; 2. Werken vanuit bestaande infrastructuur; Eerst goed benutten wat er is en daarna pas bouwen. De huidige infrastructuur biedt nog mogelijkheden om de bereikbaarheid en verkeersveiligheid verder te verbeteren. Het is niet duurzaam om direct naar nieuwe infrastructuur te kijken voor bestaande problemen. 3. Openbaar vervoer: Het openbaar vervoer wordt zeer gewaardeerd en moet ook zeker behouden blijven. Dit ook om onnodig autogebruik te ontmoedigen; 4. Voorrang voor voetgangers en fietsers; Op veel locaties binnen de gemeente Groesbeek krijgen voetgangers en fietsers voorrang op het autoverkeer. Hiervoor is begrip. Autoverkeer moet uiteraard mogelijk blijven, maar hoeft zeker niet de eerste prioriteit te krijgen bij het inrichten van de wegen. De belangrijkste kans: 9. Auto-delen en auto-daten; Er is een trend waarneembaar dat mensen steeds minder belang hechten aan het bezit van een auto. Door als gemeente het auto-delen te stimuleren en voorzieningen aan te bieden, kan bereikt worden dat mensen bewustere keuzes maken bij het kiezen van hun vervoermiddel. Mensen die meedoen aan auto-delen blijken vaker te fietsen en gebruik te maken van het openbaar vervoer; 10. Spreiden verkeer; Door het verkeer te spreiden zal er minder verkeer door de Dorpsstraat gaan rijden. Minder autoverkeer leidt uiteindelijk tot een leefbaarder en levendiger centrum; 11. Inzetten op aantrekkelijke verkeersluwe wegen; Het spreiden van verkeer moet er niet toe leiden dat alle wegen drukker worden. Uit de weginrichting moet duidelijk blijken of een straat wel of niet bedoeld is voor het verwerken van veel autoverkeer. Door vooraf goed na te denken over de routes waar het autoverkeer moet rijden, kan gericht de infrastructuur goed aangepast worden aan de gewenste functie en het gebruik. Dit betekent dat sommige wegen qua inrichting opgewaardeerd moeten worden, maar dat het ook kan voorkomen dat een bepaalde straat juist minder aantrekkelijk wordt gemaakt voor autoverkeer; 12. Zorg voor overzichtelijke rotondes; Rotondes zorgen voor een veilige uitwisseling van verkeer. Sommige rotondes zijn echter zo ingericht dat men geen zicht heeft op het verkeer dat van de andere kant aan komt. Door op rotondes geen hoge objecten te plaatsen wordt de verkeersveiligheid vergroot.
13. Wegprofiel inrichten naar zwakkere verkeersdeelnemers; De inrichting van een weg dient afgestemd te zijn op de gebruikers ervan. In één oogopslag moet het voor iedereen duidelijk zijn met wie de weg gedeeld wordt en of je veel (onverwachte) oversteekbewegingen kunt verwachten; 14. Goede fietspaden; Fietspaden zijn prettig voor fietsers maar ook voor automobilisten. Daar waar de hoeveelheden fietsers en auto’s boven een bepaalde grens gaan, zou altijd een fietspad moeten worden aangelegd dan wel een alternatieve route gezocht moeten worden voor de fietsen of auto’s. Een fietsstrook aanleggen omdat er weinig ruimte is, is daarmee niet altijd een logische keuze. e 15. Verbeteren verbinding naar Wyler; Met de komst van de 2 stadsbrug in Nijmegen en de toekomstige doortrekking van de A15 ontstaan mogelijkheden om de bereikbaarheid van Groesbeek in Noordoostelijke richting te verbeteren. Hiervoor dient bekeken te worden in welke mate de verbinding naar Wyler aangepast moet worden om de verbinding naar de A325 en A15 kansrijk te maken; 16. Inzetten op een beperkte toename van het autogebruik; De gemeente kan initiatieven ontplooien om het gebruik van de auto te beperken. Deels door voorlichting over de alternatieven, en deels door het voorzieningen niveau voor de alternatieven verder te verbeteren. De gemeente moet de inwoners laten zien dat het ook zonder auto kan (leuker en sneller). De belangrijkste zorgen: 1. Hoeveelheid verkeer in het centrum; De Dorpsstraat wordt nog steeds als te druk ervaren. Fietsers voelen zich opgejaagd en oversteken is soms ook lastig met name voor kinderen en ouderen; 2. Meer verkeer op rondweg; Kan de route Cranenburgsestraat-Nieuwe Drulseweg wel meer verkeer verwerken? Nu al wordt de oversteekbaarheid voor fietsers en voetgangers als matig ervaren. Omdat de route aan weerszijde bebouwing kent, lijkt de route minder geschikt voor het verwerken van veel vrachtverkeer. 3. Spreiden verkeer; Het is de bedoeling om meer verkeer naar de route Houtlaan-Stekkenberg-Dries te geleiden. Zonder infrastructurele aanpassingen zal dit echter tot veiligheidsproblemen leiden. De route wordt bijvoorbeeld ook intensief gebruikt door fietsers. Zonder goed na te denken over de wijze waarop het verkeer wordt gespreid bestaat de kans dat overal onrust en verkeersbewegingen ontstaan; 4. Ruimtelijke ontwikkelingen niet afstemmen op wensbeeld verkeer; De gemeente streeft naar een rustiger centrumgebied, maar realiseert gelijktijdig nieuwe voorzieningen in het centrum welke extra verkeer aantrekt. Daarnaast wordt geconstateerd dat sommige voorzieningen die veel fiets- en autoverkeer aantrekken gerealiseerd worden langs drukke wegen (bv. school en sportvelden langs Cranenburgsestraat). Hierdoor ontstaan meer knelpunten t.a.v. oversteekbaarheid. Bij het maken van ruimtelijke plannen zal meer dan nu het geval is, gekeken moeten worden of de verkeersstromen die ontstaan door de nieuwe ontwikkeling op de juiste wegen terecht komen. Voorzieningen zouden verplaatst moeten worden als zij een negatief effect hebben op het realiseren van de gewenste afwikkeling van het verkeer op het netwerk; 5. Onoverzichtelijke kruispunten; Binnen de gemeente zijn nog een aantal kruispunten aanwezig die niet overzichtelijk zijn, zoals het kruispunt Nieuweweg-Zevenheuvelenweg. Het aanpakken van deze onoverzichtelijke kruispunten verbeterd de verkeersveiligheid; 6. Luchtkwaliteit; Een toename en spreiding van het autoverkeer in drukke gebieden (centrum) veroorzaakt mogelijk problemen met luchtkwaliteit; 7. Handhaving; Er wordt weinig toegezien dat weggebruikers het juiste verkeersgedrag laten zien. Daardoor wordt er in veel straten te hard gereden en worden verkeersregels niet goed nageleefd. Alleen een duidelijke inrichting van de weg gecombineerd met voldoende handhaving levert een verkeersveilige omgeving op; 8. Bereikbaarheid parkeerplaatsen in het centrum; Parkeerroutes zijn niet duidelijk aangegeven. Dit leidt tot onnodig zoekverkeer en een grote verkeersdruk door het centrum. Het verduidelijken van de
9.
parkeerroutes (zowel in de normale als evenementensituatie) en het aantal beschikbare parkeerplaatsen draagt bij aan het verbeteren van de leefbaarheid in het verblijfsgebied; Ontbreken veilige fietsvoorzieningen; Er zijn drukke straten waarbij geen fietsvoorzieningen zijn of waar de voorzieningen onvoldoende veilig zijn. Het gaat hier bijvoorbeeld om een deel van de Dorpsstraat en de route naar Molenhoek. Door de grote hoeveelheid autoverkeer voelen fietsers zich hier sterk opgejaagd. Ook voor automobilisten is de situatie onprettig omdat het verkeersgedrag van fietsers soms onvoorspelbaar is