Programma eID eID-platform Contactpersoon Nicole Damen T 06 46 87 92 55
[email protected] Datum 24 juli 2014 Aantal pagina's 5
Eerste voorstel businessmodel eID Stelsel
Onderwerp Status Voorstel
Eerste voorstel businessmodel eID Stelsel Ter informatie en ter bespreking 3 september
Kan het eID-platform zich vinden in de richting van het voorgestelde businessmodel? Op basis hiervan wordt het businessmodel verder uitgewerkt en getoetst op haalbaarheid (juridisch, technisch, commercieel, draagvlak, e.d.). Deze notitie wordt ook op de website van het eID Stelsel gepubliceerd en actief beschikbaar gesteld aan alle organisaties die hun interesse in het businessmodel kenbaar hebben gemaakt. Doel is om de totstandkoming van het businessmodel zo transparant mogelijk te laten zijn en zoveel mogelijk draagvlak ervoor te creëren.
Inleiding In de bijeenkomst van het eID-platform van 20 mei 2014 is gevraagd om vóór de zomer een voorstel voor de uitwerking van het businessmodel te ontvangen. Dit voorstel treft u hierbij aan. In deze notitie is een voorstel opgenomen voor het businessmodel voor de opstartfase van het eID Stelsel. Dit voorstel is tot stand gekomen na diverse besprekingen en consultaties met publieke en private partijen. Als bijlage is de presentatie van 9 juli 2014 over het businessmodel en het verslag daarvan toegevoegd. Het voorstel is gebaseerd op het model dat in de gesprekken op het meeste draagvlak lijkt te kunnen rekenen. Het voorstel is echter nog in een pril stadium. Aan de hand van deze notitie wordt getoetst of we de juiste oplossingsrichting kiezen en we de juiste uitwerkingsvragen hebben. Doelstelling van het businessmodel Het eID Stelsel is gebaseerd op een afsprakenstelsel. In het afsprakenstelsel worden de gezamenlijke afspraken vastgelegd tussen de partijen die deelnemen in of aan het stelsel. Een van de onderdelen van het afsprakenstelsel is het businessmodel.
Pagina 1 van 5
De waarde van (aansluiting op c.q. gebruik maken van) het eID Stelsel neemt toe met het aantal partijen dat er gebruik van maken; en daarmee de terugverdienmogelijkheid voor de investeringen die ermee gemoeid zijn. Uit de consultatie is naar voren gekomen dat de meeste partijen waarde hechten aan een snel en breed gebruik van het eID Stelsel. Als belangrijkste belemmerende factor daarbij wordt de beschikbaarheid van eID-middelen voor eindgebruikers (burgers en bedrijven) aangegeven.
Programma eID eID-platform Datum 24 juli 2014
In het onderdeel businessmodel wordt beschreven of en op welke wijze er specifieke financiële verrekeningen binnen het stelsel (c.q. tussen actoren in het stelsel) plaatsvinden. Er kan gekozen worden om geen gezamenlijke afspraken in het afsprakenstelsel hierover op te nemen (zoals bij eHerkenning het geval is voor b2b gebruik). Alles wordt in dat geval aan de markt overgelaten. In deze notitie wordt een voorstel uitgewerkt waarin er wel sprake is van verrekening binnen het stelsel. Zonder die invulling lijkt een succesvolle start van het eID Stelsel niet mogelijk, vooral in het consumentdomein waar de betaalbereidheid van consumenten laag is. De betaalbereidheid voor gebruikers is laag, doordat: Gebruikers nu meestal niet voor inlogmiddelen hoeven te betalen (perceptie van gratis) Gebruikers in de opstartfase nog maar beperkt bekend zijn met het eID Stelsel Gebruikers in de opstartfase nog maar beperkte voordelen zien van een eID-middel (aantal dienstaanbieders dat zijn diensten ermee ontsluit moet nog groeien) Dit zorgt voor het klassieke kip-ei probleem. Zolang gebruikers niet breed over een eID-middel beschikken, is het voor dienstaanbieders niet interessant om aan te sluiten op het eID Stelsel. Het businessmodel biedt de mogelijkheid hier een doorbraak in de brengen, totdat de betaalbereid van gebruikers vergroot kan worden (of geen factor meer is). Hierdoor kan de adoptie van eID middelen en diensten versneld worden en kan er positieve groeispiraal ontstaan. Het businessmodel moet een bijdrage leveren in de opstartfase zodat: eID-middelen snel breed beschikbaar komen er een stijging komt in het betrouwbaarheidsniveau van beschikbare middelen eID-middelen snel bij verschillende dienstaanbieders gebruikt kunnen worden Daarnaast zijn er een hoeveelheid diensten die nog niet ontsloten worden of kunnen worden omdat gebruikers niet over een middel van voldoende betrouwbaarheid beschikken. Deze middelen zijn duurder en er zijn minder diensten waarvoor die middelen te gebruiken zijn.
Pagina 2 van 5
Voorgesteld businessmodel De betaalbereidheid van de dienstaanbieder is hoger. Die ervaart een toegevoegde waarde van transacties via het eID Stelsel, doordat ze zelf geen voorziening hoeven te onderhouden om in te loggen, een hogere betrouwbaarheid over de identiteit krijgen of door attributen die verstrekt worden (zoals leeftijd verificatie). Voor het realiseren van de doelstelling, zal er daarom een financiële stroom vanuit de dienstaanbieder richting de authenticatieleverancier (leverancier van authenticatiemiddelen) op gang moeten komen, waardoor de authenticatieleverancier gratis of goedkoop middelen kan verstrekken aan de gebruiker. De prijs van een middel moet hierdoor gelijk of lager zijn dan de betaalbereidheid van de gebruiker.
Programma eID eID-platform Datum 24 juli 2014
Die financieringsstroom moet de authenticatieleverancier in staat stellen de voorinvestering voor de uitgifte van middelen te realiseren en kunnen ondersteunen met een positieve business case. Daarvoor wordt in het voorgestelde model een prijs betaald door de dienstaanbieder, via de makelaar, aan de authenticatieleverancier. Het voorgestelde businessmodel ziet er als volgt uit: dienstaanbieders sluiten een contract met een makelaar. In dat contract maken ze, naast de makelaarsdiensten, ook afspraken over het afnemen van eID-transacties (authenticaties, machtigingen, attributen, handtekeningen e.d.) ze kunnen hierin opnemen of ze per transactie betalen, een bundel afnemen, een fixed price, staffels, per klant per jaar of iets dergelijks. De mogelijkheden en prijzen worden bepaald door marktwerking de makelaars kopen de transacties in bij onder andere de authenticatieleveranciers. De prijzen zijn ook afhankelijk van marktwerking de makelaars zijn, inherent aan de werking van het stelsel, verplicht om met alle authenticatieleveranciers een contract te sluiten. Hierdoor wordt geborgd dat met alle eID-middelen bij alle dienstaanbieders kan worden ingelogd. Hierdoor is de onderhandelingspositie van de makelaars zwakker. Als gevolg hiervan is het voorstel om een maximumprijs vast te stellen voor transacties1 Bekeken moet worden hoe die prijs bepaald moet gaan worden. Op basis van indicaties uit de Scandinavische landen, lijkt (bij grotere volumes) een bedrag van €0,05 tot €0,10 cent per transactie een redelijke indicatie
1
Vergelijkbaar bij het voorstel van de Europese Unie voor transacties met creditcard maatschappijen. Pagina 3 van 5
Schematisch ziet dat er als volgt uit.
Programma eID eID-platform Datum 24 juli 2014
Met dit model, wordt getracht enerzijds het gestelde doel te realiseren en tegelijkertijd zoveel mogelijk ruimte te laten aan de markt om tot een innovatief businessmodel te komen. Getoetst moet worden of dit model voldoende is, om het doel te realiseren. Cruciaal is de ‘aansluitbereidheid’ van dienstaanbieders in de komende 18-24 maanden, want alleen dan zal er voldoende vertrouwen zijn bij authenticatieleveranciers om de benodigde investeringen te doen. Alternatief kan zijn om, buiten het stelsel, met een fonds of garantstelling te werken om authenticatieleveranciers in staat stellen de voorinvesteringsrisico’s te dragen. Omdat dit complexer is en tot een ongelijke verdeling van risico leidt tussen dienstaanbieders, is dit model nu verder niet uitgewerkt. Uitwerking Er zijn nog veel zaken die uitgewerkt moeten worden. Hieronder worden er alvast een aantal aangegeven: Gedurende welke periode is het noodzakelijk om verrekening binnen het stelsel te lasten plaats vinden? Dus hoe lang is die opstartfase? En op welke manier kan het worden afgebouwd? Op welke manier moet de maximum prijs worden bepaald? Wie kan die vaststellen? Is dit model voor zowel eindgebruikers, dienstaanbieders en deelnemers in het stelsel werkbaar? Wat zijn transacties c.q. de basis voor de verrekening? Wie betaald wat bij single sign on? Pagina 4 van 5
-
Hoe wordt de benodigde informatie voor het businessmodel vastgesteld en wie houdt dit bij? Kan dit gecontroleerd worden? Moet en kan er een onderscheid gemaakt worden tussen B2B, B2G, C2B, C2G? Welke juridische aandachtspunten zijn er ten aanzien van dit voorstel? Hoe werkt het businessmodel bij internationale transacties (zoals onder de eIDAS verordening)? Wat betekent het voor partijen die reeds zijn aangesloten of gebruikers die reeds een middel hebben gekocht?
Programma eID eID-platform Datum 24 juli 2014
Vervolgtraject Op 3 september zal dit voorstel worden besproken in het eID-platform. Parallel daaraan wordt in de periode augustus tot september het voorstel verder uitwerkt en besproken met publieke en private dienstaanbieders. Ook zullen de eerste verkennende gesprekken omtrent de juridische en technische consequenties worden gevoerd. Op basis van de bespreking in het eID-platform en de feedback die van andere partijen wordt ontvangen, zal er een uitgewerkt voorstel worden opgesteld. Dit zal in een vervolgbijeenkomst van de werkgroep businessmodel begin oktober worden besproken alvorens deze wordt voorgelegd aan het eID-platform. Uiteindelijk zal het voorstel voor het businessmodel onderdeel worden van het afsprakenstelsel eID en de daaraan verbonden besluitvormingsprocedure doorlopen. Dat betekent dat na het eID-platform (27 oktober 2014), de publieke stuurgroep eID (6 november 2014) en de ministers van BZK en EZ (december 2014) hierover een besluit moeten nemen.
Alle rechten voorbehouden © 2014 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan deze publicatie.
Pagina 5 van 5