Onder de Olijfboom
Eerste druk, 2014 © 2014 Pierre Padoum van Harmony Corrector: Franky Herrebout Coverillustratie: Liza Leyla isbn: nur:
9789048433650 340
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Onder de Olijfboom Pierre Padoum van Harmony
Inhoudsopgave
Met eeuwige liefde in herinnering van Harmony en RD 7 Erkenning8 Dankwoord10 Inleiding11 Hoofdstuk 1 13 Hoofdstuk 2 20 Hoofdstuk 3 35 Hoofdstuk 4 56 Hoofdstuk 5 72 Hoofdstuk 6 83 Hoofdstuk 7 96 Hoofdstuk 8 110 Hoofdstuk 9 125 Hoofdstuk 10 140 Hoofdstuk 11 145 Hoofdstuk 12 154 Hoofdstuk 13 158 Hoofdstuk 14 171 Hoofdstuk 15 175 Hoofdstuk 16 185 Hoofdstuk 17 198 Hoofdstuk 18 203 Hoofdstuk 19 208 Hoofdstuk 20 210 Hoofdstuk 21 220 Hoofdstuk 22 223 Hoofdstuk 23 228 Hoofdstuk 24 230 Hoofdstuk 25 232
Hoofdstuk 26 Hoofdstuk 27 Hoofdstuk 28 Hoofdstuk 29 Hoofdstuk 30 Nawoord van de schrijver
240 243 253 257 262 266
Met eeuwige liefde in herinnering van Harmony en RD Het grootste gedeelte van dit werk is geïnspireerd door echte gebeurtenissen maar de auteur heeft de namen van de personages en de datums veranderd om de overlevenden te beschermen.
7
Erkenning
“Seven Degrees of Separation” (volgens de film “Six degrees of Separation”)
Dankzij de tussenkomst van het lot dat het ontmoeten en de interactie van de ene persoon tot de andere mogelijk heeft gemaakt over een periode van dertig jaar, is dit verhaal uiteindelijk tot stand kunnen komen. Harmony Ontmoet in 1983 Dr. Ann Wigmore Stichter van het Living Food Institute Ontmoet in 1984 Roberta Hamilton Dr. Emeritus, UCLA (Harmony is vanaf nu een universele ziel geworden) Ontmoet in 2000 Kathryn Eddy Ze gaf mij al de nodige positieve energie om verder te schrijven Ontmoet in 2002 Patrick Sexton Vastgoed makelaar in Beverly Hills Ontmoet in 2005 Dianne de la Vega Prijs winnende auteur van “Heaven Knows, Everything Goes” Ontmoet in 2006 Iris Schirmer New York book editeur 8
Met eeuwige dankbaarheid aan mijn literaire mentor Iris Schirmer
9
Hartelijk dank aan
Kathryn Eddy Die insisteerde om dit verhaal te delen met het publiek, al zoveel jaren geleden Dianne de la Vega Die me zoveel steun heeft gegeven Liza Leyla Dichteresse en shilder en voor haar stuwende motivatie Franky Herrebout Voor de grammaticale correcties
10
Inleiding bij Jigme Rinpoche
Gelegen op de heuvels op de hoogten van Cannes, het domein van De Heuvel der Engelen, is waar ik voor de eerste keer Padoum heb ontmoet, de buitengewone auteur van dit verhaal. Dit verhaal toont ons aan hoe Padoum elk ogenblik met liefde beleeft, zelfs tegenover de obstakels van het leven zoals de ziekte, de dood en ook al de kleine andere problemen die we elke dag ontmoeten. Maar boven alles, toont hij aan hoe wij onze eigen problemen kunnen confronteren en overwinnen met de bronnen die wij in ons hebben: persoonlijke onkreukbaarheid, vrijgevigheid, doorzettingsvermogen en vertrouwen. De moeder van Padoum, een vrouw met een uitzonderlijk vrije geest, zocht gedurende haar ganse leven haar spirituele weg. Gesteund door de grote liefde die ze voor haar hebben, houden Padoum en zijn vader er zich bij haar laatste wens te verwezenlijken. Het wordt onverwachts een zeer lange en moeilijke taak. Maar wegens hun belofte tegenover haar, weigeren ze op te geven, en doen ze verder met moed en doorzettingsvermogen, waardoor ze alle obstakels overwinnen. Op het einde is Padoum in staat om de laatste wensen van zijn moeder te verwezenlijken – en de kwaliteiten van zijn hart die gevoed werden door deze route, hebben hem geleid tot een authentieke spirituele weg. Het verhaal van Padoum duidt aan dat indien wij ons volledig instellen met een doorzettingsvermogen die de kracht van onvoorwaardelijke liefde aantrekt, we dan alle problemen die we eventueel op onze weg ontmoeten, overwinnen. Wij ontwikkelen dan liefdadigheid en een open geest, en dezelfde tijd kunnen onze tederste wensen verwezenlijkt worden. Welke ook je religie of manier van denken mogen zijn, ik nodig je uit om ontroerd en geïnspireerd te worden door het verhaal van 11
Padoum, door zijn onuitputtelijk zoeken naar vrijheid en liefde, en het triomferen van wat hij noemt “de universele geest.”
12
Hoofdstuk 1 ∞
Ik kon maar niet ophouden naar mijn moeder te kijken, die altijd even mooi was gebleven ondanks haar leeftijd. Ik kon het niet geloven dat zij bijna vijftig zou worden. “Kijk toch niet zo naar mij jongen. Het doet me zo raar. Vooral als je naar mijn borsten loert. Ze zijn zo lelijk. Ze lijken op verplatte vijgen. En zeggen, dat ik de mooiste borsten van de wereld had, strak en rond. Maar bij de geboorte van Fiora, produceerde ik zo veel melk dat de zustertjes van de kliniek besloten hadden ze te omringen met bandages zodat “de melk niet naar mijn hoofd zou stijgen”, zoals ze uitlegden en beweerden dat ik anders gek zou worden. “Zij zijn degenen die zot waren ja! Hoe konden ze jou zoiets doen geloven,” reageerde ik met hevige stem. “Ze waren gewoon jaloers!” Mijn moeder en ik lagen onder een jonge olijfboom. De zon was nog warm en zacht op dat magische ogenblik van de dag en haar stralen streelden met gezelligheid ons lichaam. Mijn vader was enkele stammen aan het afkappen ergens in het bos. Ik was helemaal alleen met moeder. “Zeg me dat jij mijn benen mooi vindt!” zei moeder onverwachts. “Dat weet je toch wel!” “Ja, ze hebben velen mannen opgehitst!” “En dat is nu nog altijd zo!” “Jij hebt ook schone benen, mijn jongen: lang en goed gespierd en bedekt met zacht en blond haar. Ze zijn zo sexy en mannelijk!” Mijn moeder streelde mijn rechterbeen tot haar hand geniepig en op een gevaarlijke manier mijn teeltballen bereikte. Plots stopte ze en trok haar vinger terug. Ik keek haar diep in haar azuurblauwe ogen. Mijn tepels werden hard. 13
“Voel je dat?” vroeg ze. Ik wist niet wat ik moest doen. Plotseling begon ik een erectie te krijgen, die ik niet meer kon bedwingen. Waren wij minnaars? Was ze nog steeds mijn moeder? Was ik nog steeds haar zoon. Ik was amper zeventien. “Laat me aan je tepels zuigen?” vroeg ze me tot mijn grote verbazing. “Moeder, ik denk dat je wel overdrijft!” Maar ze liet mijn zin niet eindigen. Ze begon aan mijn rechtertepel te zuigen. Mijn penis was nog stijver dan ooit. Dat leek mij steeds vreemder. Het was niet ethisch verantwoord. Ik nam een beetje afstand van haar om dit spelletje stop te zetten. Maar alsof er niets aan de hand was, vroeg ze mij gewoon: “Is het leven niet prachtig onder deze olijfboom? Ik zou zo graag willen dat deze ogenblikken voor eeuwig mochten duren!” “Maar dan,” antwoordde ik haar, “zouden wij deze ongelooflijk mooie zonsondergangen niet meer kunnen zien, omdat indien de tijd stil stond, de zon nooit meer achter de bergen zou verdwijnen.” “Je hebt gelijk, de tijd heeft het recht niet om stil te staan.”
∞
Veertien jaar later, rond ongeveer vijf uur in de morgen, op de tiende november 1990 in Roquefort Notre Dame, zat mijn vader te staren naar mijn moeder en zat onophoudelijk het “Onze-Lieve-Vrouw gebed” te herhalen met een monotone stem en praktisch onhoorbaar. Haar ogen waren gesloten. Haar lichaam was breekbaar zoals dat van een vlindertje. Haar lippen waren zo dun geworden. Ze was zo vermagerd. “Ik denk dat het einde aankomt,” meldde ik aan vader, zonder meer. Het was inderdaad ongeveer drie uur in de morgen, toen zij riep: “Ik heb uiteindelijk het antwoord op mijn vraag gevonden.” Na deze woorden werd haar ademen steeds moeilijker. “Ze ademt steeds slechter. Het reutelen van degenen die zullen sterven. Heb je opgemerkt hoe bleek haar huid geworden is?” merkte vader op met tranen in zijn ogen. 14
Ik legde mijn hand met zachtheid op haar voorhoofd. “En haar lichaam is zo koud geworden…” voegde ik eraan toe. Mijn moeder reageerde niet meer toen ze mijn hand voelde. Haar ademhaling werd steeds dieper en enger. Buiten was alles abnormaal kalm geworden. Een schijn van klaarte drong binnen door de openingen van de raamdeuren van het grote salon en illumineerde zachtjes haar gezicht. “Volg me, mijn zoon!” beval mij mijn vader. Geleid door een ongelooflijke kracht, richtten wij ons tot op het einde van het plateau, onder een berk, ongeveer op dertig meter van het huis, dat zicht had op de Alpen en de Middellandse Zee. Mijn vader toonde mij twee grote putten in de grond. “Ik zag haar deze put graven en deze er naast met haar eigen handen zonder enkel gereedschap. Dat was zes maanden geleden. Zij wilt hier begraven worden.” “Je meent toch niet dat ze het die hele tijd al wist?” “Juist. Deze put is haar graf en die is van de hond,” toonde mijn vader. “Ze voelde altijd alles heel lang op voorhand. Ze deed nooit iets uit puur toeval!” stelde ik vast. Ik was al drie maanden terug van Californië en mijn vader had het beter gevonden niets tot nu toe over haar graf te zeggen, zodat ik mijn hoop niet zou verliezen. Maar vandaag ging het helemaal anders: de tekens naar een imminente overgang waren flagrant. De ochtendzon verdween achter de grote grijze wolken en een koud briesje maakte onze rug klam toen wij opnieuw het huis naderden. Mijn hart begon steeds vlugger te kloppen. Met angst voelde ik dat de dood de ganse ruimte in het huis begon over te nemen. Ik moest zo vlug mogelijk met iemand praten. Ik richtte me naar de telefoon en belde mijn vriend Gamueel op, die in Los Angeles had moeten blijven. “Gamueel, Gamueel!” bleef ik roepen uit wanhoop tot ik hem aan de lijn had. “Hier ben ik, mijn pappu!” Hoorde ik hem uiteindelijk zeggen. “Gamueel, het fatale ogenblik is imminent!” Juilde ik en hing zodadelijk op, om mijn hevig wenen te verbergen. 15