Henk en Ingrid
Eerste druk, oktober 2012 © 2012 Pieter Krommenhoek Meelezer en corrector: Godelieve Voorham Voorkant: Sunny Gardeur, www.Gardeurfotografie.nl isbn: nur:
978-90-484-2632-4 340
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Henk en Ingrid Pieter Krommenhoek
HENK EN INGRID Zo heb je alles en zo vloeit alles tussen je vingers weg. Een verhaal over twee mensen die niet zomaar Henk en Ingrid heten.
Dankwoord:
Allereerst aan mijn voormalige werkgever die mij, door afscheid van mij te nemen, de tijd heeft gegeven, tussen al mijn sollicitaties door, tot het schrijven van dit boek. Natuurlijk de lezers van mijn blog die mij over die drempel hebben getrokken om mij op deze wijze te durven uiten. En in het bijzonder: Mijn goede vriend Sunny Gardeur voor de inspiratie en de prachtige cover en Hennie Hermans die daarvoor model wilde staan. Wim Voorham, mijn zwager, voor het keer op keer weer lezen van mijn manuscript. Godelieve, mijn vrouw, voor alles wat met de Nederlandse taal te maken heeft. En natuurlijk een niet nader te noemen politicus die mij de titel van dit boek heeft aangereikt. En tot slot een zeker José
7
Hoofdstuk 1 Venkel
Hoe Henk in verwarring achterblijft en Ingrid boos wegfietst. ‘He-Henk,’ hoorde hij vaag in de verte zijn naam roepen. Ingrid stond onderaan de trap al vijf minuten de longen uit haar fragiele lijf te schreeuwen. Ze had haast over tien minuten moest ze bij de werkgroep permacultuur zijn. Ze zouden een bijeenkomst samen met de plaatselijke biologisch-dynamische werkgroep, van de tuin naast hun zorgvuldig aangelegde permacultuurtje, hebben. Onderwerp, zoals altijd, grensoverschrijdend gedrag. Landje pik was onder de ”linkse hobbyisten” zoals Henk de twee kijvende groepen steevast noemde aan de orde van de dag. Het conflict was inderdaad niet van vandaag of gister. Het had alles te maken met het omwoelen van de aarde waar de ene groep heilig in geloofde en wat de andere groep als absoluut schadelijk achtte voor het natuurlijk evenwicht tussen de zorgvuldig naast elkaar geplaatste plantensoorten. ‘He-Henk,’ riep ze nogmaals, nu op vol volume. Dat deed pijn aan haar doorrookte longen. Hoewel ze net drie dagen gestopt was, met het roken van een half pakje shag per dag, was anders dan ze in al haar optimisme gedacht had, het positief effect op haar longvolume nog niet merkbaar. Een heftige hoestbui maakte dat ze het even heel erg benauwd kreeg. Het sputum verliet met hoge snelheid haar mond en landde, in de vorm van minuscuul kleine drillende longblaasjes, op de van vaste vloerbedekking voorziene trap. Ze pakte een zakdoek die ze uit voorzorg de laatste dagen bij zich had gestoken, teneinde het afstervend longweefsel netjes op te vangen en veegde de trap schoon. Er bleef een vieze veeg achter. Straks even met een nat doekje afnemen, dacht ze. Ze zoog een diepe teug zuurstof haar longen binnen om nog eens hard naar boven te roepen. ‘Gaat het Ingrid,’ hoorde ze Henk in de verte, door haar geblaf heen, terugroepen. 8
God, dacht ze, als ik bijna ten Hemelen vaar wordt hij ook eens wakker. Ze hoorde hem langzaam de trap afstommelen van hun jarendertig-tweekapper. ‘Gaat het?’ vroeg hij nogmaals, zijn hoofd door het trapgat naar beneden stekend en terwijl hij de onzinnige vraag nog na hoorde echoën, had hij al spijt dat hij hem gesteld had. Hij wist het antwoord al. Henk bedacht zich dat hij wellicht wat slecht verstaanbaar was omdat hij zijn pijp nog in zijn mond had. Net als Ingrid was hij gestopt met roken, geen shag maar sigaartjes, van die kleine, tien minuten puur rookgenot. Eigenlijk was het geen roken, het was een levenswijze een manier van profileren, bedachtzaam, beschouwend en vooral, een teken van ultieme wijsheid. Functioneel bovendien want in de kringen waar hij verbleef moest men kunnen genieten van een goed glas cognac en een “rokertje”. Hij was overgestapt op de pijp onder hevig protest van Ingrid die niets van pijpen moest hebben. Vies vond ze het. Het lurken aan een pijp had voor hem eigenlijk ook iets meer weg van het verzamelen van door nicotine verzadigd speeksel in de mond dan echt rookgenot. Henk was Interim-manager en een verdomd goeie ook, althans dat vond hij zelf. Zijn dagtarief, zijn auto, zijn huis en zijn buikomvang waren allen bovengemiddeld. Hij had drie jaar geleden een kleine waarschuwing gehad en had zijn levensstijl iets aangepast. Onvoldoende volgens Ingrid, die op dat zelfde moment was overgestapt op ecologisch en bewust eten. Ze hadden geen kinderen. Hij vond ze te duur en zij durfde het in deze tijd met voedsel- en energiecrisis niet aan en daarbij naderde 2012 met rasse schreden. ‘Wat denk je nu zelf, ik sta hier nu al vijf minuten mijn doorrookte longen uit mijn lijf te blèren en jij komt doodgemoedereerd met die stinkstok naar beneden kachelen. Ik moet over vijf minuten bij de tuin zijn en dat zou wel eens een latertje kunnen worden. Dus of jij maar even iets te eten wilt maken.’ ‘Ja, ja,’ zei Henk licht verbouwereerd. 9