Eerste bijeenkomst van de Klankbordgroep ESF 2007-2013 op 13 maart 2008 Aanwezig: D. Juffermans (Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen), J. Dekker (Stuurgroep Werknemer in Opleiding), T. de Regt (Gemeente Rotterdam), S. Bunt (FORUM), D. Brands (Expertisecentrum LEEFtijd), E. Roetering (Landelijke Cliëntenraad), B. van Raaij en H. Cliteur (De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland ), L. Kroon, R. Sepers en F. Martens (AGSZW) Afwezig: W. Ruygrok (E-Quality)
De Klankbordgroep ESF 2007-2013 Na een voorstelronde waarin blijkt dat alle aanwezigen zijdelings of direct met ESF te maken hebben (gehad), start de bijeenkomst met een toelichting op het doel van de klankbordgroep. De Klankbordgroep heeft een ideeëngenererende rol. Tijdens de twee overleggen per jaar met een vertegenwoordiger van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigers van gebruikersgroepen en instanties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen, zal de uitvoering en evaluatie van het Operationeel Programma ESF 2007-2013 in het kader van gendermainstreaming, gelijke kansen en non-discriminatie worden besproken. Achtergrond ESF In 2000 werd tijdens de Europese Raad in Lissabon afgesproken dat er in 2010 een concurrerende en sociaal hechte Europese kennissamenleving moet bestaan. De lidstaten stelden samen doelstellingen vast, die door elke lidstaat op eigen wijze mogen worden gerealiseerd. De doelen zijn onder andere minder voortijdige schoolverlaters en meer beter opgeleiden. Er werd ook bepaald dat in 2010 12,5 procent van de 25-64 jarigen deel moet nemen aan onderwijs -en trainingsactiviteiten. De Nederlandse doelstelling is zelfs 20 procent. In het kader van deze Lissabondoelstellingen is aan de hand van de volgende aspecten vastgesteld waar de inzet van ESF-middelen het meest effectief kan zijn: - de landenspecifieke aanbevelingen aan Nederland; - de constateringen uit de SWOT-analyse. In de SWOT-analyse zijn de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen van de Nederlandse arbeidsmarkt, waar relevant voor bepaling van de ESF-inzet, op een rij gezet; - de beleidsuitdagingen genoemd in het Operationeel Programma ESF 2007-2013 op het gebied van vergrijzing, kenniseconomie en globalisering. Het Operationeel Programma ESF2 bevat het beleidskader voor de nieuwe programmaperiode van het Europees Sociaal Fonds. Dit programma loopt van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013; - de ervaringen van de periode 2000-2006
Actie A: Additionele toerusting en bemiddeling van groepen met een achterstand op of tot de arbeidsmarkt. Toelichting Doelstelling van deze Actie is de toeleiding van werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Binnen deze Actie zijn drie doelgroepen benoemd: de niet-uitkeringsgerechtigden, 55+-ers in de Wet Werk en Bijstand (WWB) en arbeidsbelemmerden in de WWB. Onder ouderen, vrouwen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten bevindt zich een potentieel aan niet benut arbeidsaanbod dat vaak niet direct bemiddelbaar of moeilijk plaatsbaar is. Zij slagen er minder goed in om op eigen kracht werk te vinden. Vaak is er sprake van een grote afstand tot de arbeidsmarkt – bijvoorbeeld bij vrouwen die enige tijd van de arbeidsmarkt zijn verdwenen en willen terugkeren (veelal niet-uitkeringsgerechtigd) – of zijn er andere specifieke belemmeringen. Met behulp van ESF-middelen die voor een betere toerusting van deze groepen voor de arbeidsmarkt kunnen zorgen en door samenwerking in de keten van instituties voor werk en inkomen, kan er aan worden bijgedragen dat deze (soms gedeeltelijk) werkzoekenden, duurzaam werk vinden en waar het aan de orde is, volledig uitkeringsonafhankelijk worden. Discussie Mevrouw Bunt meent dat gemeentes nog niet veel met niet-uitkeringsgerechtigden doen. Meneer Sepers zegt dat er in totaal 41 projecten zijn beschikt die samen slechts 30% van het mogelijk te beschikken bedrag omvatten. De heer de Regt geeft aan dat het voor gemeentes lastig is ESF projecten te starten aangezien ze re-integratieprojecten hebben waar alle doelgroepen in vertegenwoordigd zijn. Daarom pleit hij ervoor de doelgroepen voor deze Actie op te rekken. Daarnaast speelt op dit moment de vraag of een psycholoog ook een arts is die op grond van de regeling bevoegd is vast te stellen of iemand arbeidsbelemmerde is. Een mogelijke verklaring voor de onderuitputting is volgens de heer Sepers in de eerste plaats dat oude projecten, ESF3, nog liepen in 2007. Actie B: Re-integratie van gedetineerden, TBS-gestelden en jongeren in jeugdinrichtingen. Toelichting Doelstelling van deze Actie is om gedetineerden van 15 jaar of ouder of civielrechtelijk in Jeugdrichtingen verblijvende jongeren voor te bereiden op een functie op de reguliere arbeidsmarkt na afloop van hun detentie, dan wel een startkwalificatie te doen verwerven. Gedetineerden zitten zelden in de gevangenis in de stad waar ze als woonachtig zijn ingeschreven. Daardoor heeft deze groep niet altijd toegang tot gemeentelijke maatregelen voor langdurig werkzoekenden. Dit rechtvaardigt de inzet van additionele subsidiegelden uit het ESF. Met deze middelen wordt via de methodiek van individuele trajectbegeleiding (ITB), de detentietijd benut om scholing op maat te volgen en, voor wie dat is toegestaan, werkervaring bij werkgevers buiten de poort op te doen. Tevens wordt via ITB vroegtijdig aansluiting gezocht bij de WWB-gemeente waar de (ex-)gedetineerde zich na detentie zal vestigen, om het mogelijk te maken bij invrijheidsstelling zonodig het arbeidsmarkt gerelateerde programma af te maken. Discussie De subsidie in het kader van Actie B kan alleen worden aangevraagd door het ministerie van Justitie en het ministerie van Jeugd en Gezin. Volgens mevrouw Bunt is de gemeente verantwoordelijk voor degene die uit de gevangenis komt. Meneer Sepers geeft aan dat deze Actie gericht is op de periode voorafgaand aan de beëindiging van de detentie.
Actie C: Praktijkonderwijs en Voortgezet speciaal onderwijs Toelichting Doelstelling van deze Actie is het voorbereiden van leerlingen, die op scholen in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zitten, op een functie op de reguliere arbeidsmarkt. De ESF middelen zullen voor het praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs worden ingezet voor toegesneden branchegerichte cursussen ofwel gespecialiseerde beroepsgerichte opleidingen, die aan de leerlingen ter voorbereiding op de arbeidsplaats worden aangeboden; opzet van een arbeidskundig onderzoek; opzet van een praktijkervaringplaats; netwerkvorming t.b.v. stage en arbeidsplaatsen. In het Voortgezet Speciaal Onderwijs wordt tevens beoogd een moeilijke categorie van gehandicapte en gedragsgestoorde kinderen te helpen bij een eventuele overstap naar de arbeidsmarkt door het ontwikkelen en aanbieden van een voor hen adequate arbeidsvoorbereiding en –training en bemiddeling naar de arbeidsmarkt (o.a. door de inzet van praktijkgerichte stages). Het speciaal onderwijs in Nederland is geclusterd: cluster 1: kinderen die blind of slechtziend zijn cluster 2: dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, mogelijkerwijs in combinatie met een andere handicap cluster 3: leerlingen met verstandelijke (ZML) en/of lichamelijke beperkingen (LG/MG) en leerlingen die langdurig ziek zijn (LZ) cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke handicap en kinderen in scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Discussie Meneer Sepers zegt dat voor het eerste programmajaar vooral de cluster 3 en 4 scholen projectvoorstellen hebben ingediend, ondanks dat ESF voor alle 4 de clusters bedoeld is. Meneer Dekker zegt dat er vanuit de Stuurgroep Werknemer in Opleiding onder deze scholen gestimuleerd wordt ESF aan te vragen. Scholen reageren echter regelmatig met huiver. In de periode 2005-2007 moesten de scholen bij het Ministerie van OCW aanvragen. Destijds vroegen 76 scholen subsidie aan en in de nieuwe periode 184 scholen. Dit is mede te danken aan de goede voorlichtingsbijeenkomsten. In de oude periode hadden scholen een resultaatverplichting. Dit is veranderd mede vanwege het feit dat leerlingen die al weinig kansen hebben daardoor niet voor ESF in aanmerking kwamen. De huidige Actie C is expliciet gericht op arbeidstoeleiding. Een knelpunt is volgens de heer Dekker de beperkte looptijd, namelijk 1 jaar. Als reactie op de vraag of non-discriminatie in deze Actie een rol speelt meent de heer Dekker dat er binnen de scholen een bewustwordingsproces op gang is gekomen.
Actie D: Verbetering arbeidsmarktpositie werkenden Toelichting Doelstelling van deze Actie is scholing van laaggekwalificeerde werknemers naar hogere niveaus tot maximaal MBO-4 niveau. Op het niveau van secundaire beroepsopleiding is in bepaalde sectoren sprake van tekorten op de arbeidsmarkt. Om doorstroom te vergroten en het opleidingsniveau te laten matchen met de toegenomen vereisten zullen ESF middelen ook worden ingezet ten behoeve van laaggekwalificeerde werknemers. Een aantal zaken is hierbij van belang: het project dient te zijn gericht op werkenden; het opleidingsniveau van de deelnemer en van de scholing mag niet hoger liggen dan MBO-4 niveau; de opleidingen
dienen een civiel effect te hebben; als het percentage werkzame vrouwen in de branche waarbinnen het project wordt uitgevoerd lager is dan 50%, dient het percentage vrouwelijke deelnemers aan het project tenminste 5 procentpunt hoger te liggen dan het percentage in de branche (voor de overige voorwaarden zie Subsidieregeling ESF 2007-2013). Discussie De heer Juffermans wijst erop dat er vanuit de fondsen die hij vertegenwoordigt pijnpunten zijn geconstateerd bij de uitvoering van de gendereis. Vrouwen die niet in dienst zijn kan je volgens hem niet scholen. Daarnaast wordt het werken met de BIK codes als lastig ervaren. Hij stelt de vraag of je bij het huidige beperkte ESF budget dit soort eisen zou moeten stellen. In het verlengde hiervan noemt hij de grote administratieve last waar O&O-fondsen last van ondervinden. Onder een aantal O&O-fondsen wordt de mening gedeeld dat het de vraag is of het goede instrument en methode gebruik wordt. De heer De Regt vraagt waarom de participatie van vrouwen niet als zodanig bij Actie A is toegepast. Meneer Sepers geeft aan dat indirect meer vrouwen deelnemen aan Actie A aangezien vrouwen een groter aandeel hebben in de groep niet-uitkeringsgerechtigden. Mevrouw Bunt geeft aan dat FORUM met EVC aan de slag gaat aangezien niet westerse allochtonen hun in het buitenland gevolgde opleiding via de EVC procedure erkend kunnen krijgen. Mevrouw Brands van Expertisecentrum LEEFtijd vindt het van groot belang dat oudere werknemers niet zomaar afvloeien. Het EVC-traject zou hier ook een rol kunnen. Bedrijven zijn volgens haar met het aspect ‘leeftijd’ aan de slag. Meneer Sepers vertelt dat leeftijd bij ESF een rol speelt door de score in verband met de ranking indien een aanvrager deelnemers opvoert jonger dan 24 jaar of ouder dan 44 jaar. Meneer Juffermans zegt dat aanbieders van EVC-trajecten er eigenlijk nog niet helemaal klaar voor zijn. Hij geeft als tip EVC-trajecten te bevorderen in de CAO’s. Meneer Sepers zegt dat gezien dit gegeven AGSZW ervoor heeft gekozen aanvragers de mogelijkheid te bieden ook nog niet-erkende EVC-trajecten ter beoordeling aan het AGSZW voor te leggen. Mevrouw Brands vraagt of Actie D specifiek gericht is op jongeren. Meneer Sepers zegt dat deze Actie gericht is op alle laaggekwalificeerde werknemers. Zijinstromers maken volgens hem gebruik maken van BBL trajecten. In de nieuwe ESF periode is er wegens afname van het budget onder andere voor gekozen het niveau van de deelnemer bij aanvang op maximaal MBO-4 te zetten.
Actie E: Sociale Innovatie Toelichting Doelstelling van deze Actie is de arbeidsproductiviteit te verhogen door middel van het innoveren van werkwijzen, werkprocessen en arbeidsverhoudingen en het maximaal benutten van competenties gericht op het verbeteren van de bedrijfspresentaties en ontplooiing van talent. Discussie Over Actie wordt slechts opgemerkt dat deze nog van start moet gaan. Volgens de heer Juffermans (STAG) is er in de zorg veel vraag naar deze Actie en hij stelt daarom voor het budget van deze Actie in volgende jaren te verhogen. Rondvraag
De heer Juffermans vraagt of er begin april een werkconferentie is. Dit wordt bevestigd. De heer De Regt vraagt wat er met de uitkomsten van deze bijeenkomst gedaan wordt. Mevrouw Kroon geeft aan dat team ESF werkgroepen voor elke Actie heeft. Deze werkgroepen zullen de vandaag genoemde punten meenemen in hun evaluatie. Mevrouw Bunt geeft aan dat de doelgroepen van FORUM waarschijnlijk oververtegenwoordigd zijn bij ESF maar dat FORUM niet direct te maken heeft met ESF aanvragers. Mevrouw Brands en Roetering sluiten op dit punt aan bij mevrouw Bunt. Mevrouw Roetering geeft daarnaast aan dat deze klankbordgroep een wisselwerking op gang zou kunnen zetten. De andere leden delen dit. Mevrouw Kroon eindigt met de mededeling dat in het jaar 2008 de Klankbordgroep nog éénmaal bijeen zal komen en dat te zijner tijd de agenda zal worden rondgestuurd en bedankt alle leden voor hun komst.