Eerste afstudeerders STBK gereed. Nieuwe lichting staat in de startblokken. Op vrijdag 8 juli konden de eerste zeven deelnemers aan het programma Stork Technische Bedrijfskunde (STBK) hun Hbo diploma in ontvangst nemen. Zij maakten deel uit van een groep van 18 MultiProfessionals die in 2001 hun loopbaan bij HiTecs zijn begonnen. STBK is een leer/werktraject waarbij de deelnemers vier dagen per week bij een klant werken. De vijfde dag volgen zij colleges via de Hogeschool van Amsterdam. STBK is indertijd ontworpen op verzoek van klanten die een dreigend tekort kennen op het gebied van middelmanagement en coördinerende functies. Daarbij moet worden gedacht aan werkvoorbereiders, calculators, teamleiders en servicecoördinatoren. Door nieuwe medewerkers op Mbo niveau via HiTecs aan te trekken en hen een ontwikkeltraject te laten volgen waarbij werken en leren wordt gecombineerd, wordt de invulling van deze functies gewaarborgd. De overige vierdejaars zullen naar verwachting in het derde kwartaal van dit jaar hun diploma behalen. Zo’n dertig mensen nemen deel aan de andere jaargangen. Inmiddels staat er een nieuwe groep van circa 20 deelnemers klaar om aan het eerste jaar te beginnen. Daarmee is het STBK programma een concept dat haar waarde voor klanten, MultiProfessionals en HiTecs ruimschoots heeft bewezen. Wij wensen de studenten veel succes met de voorgang van hun opleiding!
PART OF STORK
1
ANDERS LERE N IN DE TECHNIEK
Door: Jos van Erp en Annemieke Nijman
Slimme machines of slimme mensen? Je kunt als bedrijf beter presteren door te investeren in modernere productiemachines en uitgekiende onderhoudsconcepten. Je kunt je daarbij afvragen hoeveel je rendement verbetert en tegen welke kosten. Slimmere machines en installaties leveren ongetwijfeld winst op. Maar zo langzamerhand vat de overtuiging post dat slimmere mensen nog veel meer kunnen opleveren. Investeren in de ontwikkeling van mensen lijkt een voor de hand liggende post op de jaarbegroting. Een nadere beschouwing leert ons wel dat geld uitgeven aan opleiding en ontwikkeling onzekerheid oproept. Vooral wanneer het de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden betreft: wat geef ik uit, aan welke interventie, en wat levert het op? Wij denken u een goede oplossing te kunnen bieden.
Opleiden in de techniek We richten ons in dit artikel op technische bedrijven. Ons gedachtegang geldt echter voor alle bedrijven waarin mensen werken; en in welk bedrijf gebeurt dat niet? Technische bedrijven zijn gewend geld uit te geven aan opleidingen. Vooral aan technische opleidingen die noodzakelijk zijn voor medewerkers om hun functie uit te voeren, zoals VVA (Veiligheid Voor Aannemers), heftruck rijden en NEN normen. Ook kopen ze bedrijfsspecifieke cursussen als electroformeren, poederlassen of textieldruk. En meer en meer organiseren ze ook opleidingen waarmee de medewerker zich verder kan specialiseren of waardoor hij breder inzetbaar wordt: de Mig-lasser die ook leert Tig-lassen, de werktuigbouwkundige die zich verdiept in Hydraulica en de constructeur die zich sterkteberekening eigen maakt. Technische bedrijven kennen de weg in technisch opleidingenland.
Persoonlijke kracht Heel anders wordt het als bedrijven leer- en ontwikkelvragen krijgen die gaan over het persoonlijke functioneren van medewerkers. En die vragen zijn er steeds meer. De tijd is voorbij dat medewerkers zich konden specialiseren in één discipline binnen de vier muren van hun bedrijf. Er wordt meer en meer van ze gevraagd. Medewerkers worden geacht extern gericht te zijn, goed te kunnen communiceren, organiseren en onderhandelen, samen te werken en aan te sturen, grenzen te kennen en te verleggen etc. Allerlei vaardigheden waar een technische opleiding geen soelaas biedt. We zullen andere interventies moeten bedenken om competente medewerkers in onze bedrijven te hebben.
Rendementsverbetering Door te investeren in equipment met een hogere betrouwbaarheid, lagere operationele kosten, snellere doorlooptijden etc, zal zeker zo’n 10% verbetering kunnen worden bereikt. De rendementsverbeteringen door te investeren in ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden van mensen zijn volgens ons een veelvoud daarvan. Denk aan de bewezen productiviteit in de industriële dienstverlening van slecht 35%! Dat betekent dat medewerkers dus 65% van hun tijd besteden aan andere zaken als hands-on-tools. En dat komt doordat medewerkers niet slim genoeg hebben leren werken. Zoals de monteur die op de ladder tot de ontdekking komt dat hij vier bouten nodig heeft om een armatuur op te hangen. En hij heeft er maar twee in zijn zak. Of de onderhoudstechnicus die, om de klant tevreden te
stellen, er nog een spoedklus bij doet maar vergeet de factuur te laten sturen. En dan nog maar te zwijgen over afspraken op managementniveau die men vergeet naar de operatie te communiceren. Kenmerken van “slimmere” machines en installaties • • • • • • •
Lagere operationele kosten Hogere snelheden Minder afkeur Minder stilstand Hogere mate van repeteerbaarheid Eenvoudig te bedienen Etc….
Kenmerken van “slimme” mensen • • • • • • • •
Zij weten waar ze het over hebben (kennis) Zij zijn geïnformeerd (informatie) Zij informeren anderen (communicatie) Zij organiseren hun werk (plannen) Zij kennen de effecten van hun handelen in de waardeketen c.q. de bedrijfsprocessen en handelen daarnaar (financieel bewustzijn) Zij hebben invloed op hun omgeving (impact) Zij “verkopen” zichzelf en hun bedrijf bij opdrachtgevers (commercie) Zij inspireren en begeleiden anderen (leidinggeven)
Conventionele methoden HR-managers zijn meestal graag bereid om mensen te helpen in het kader van hun persoonlijke ontwikkeling. Bij het zoeken naar een goede oplossing grijpen zij daarbij nogal vaak terug naar ‘conventionele’ methoden. Met trefwoorden als “overtuigingskracht”, “impact” of “gesprekstechniek” vinden zij meestal wel een ‘hit’ in een cursuscatalogus. De medewerker wordt op cursus gestuurd. Daar ontmoet hij nieuwe mensen, leert interessante theorieën kennen, oefent daar mee en heeft een prima tijd. De tevredenheidsfactor is vaak groot. De keerzijde is volgens ons dat standaard cursussen nooit op de individuele leervraag zijn gericht. De kandidaat neemt dus vooral veel ruis mee. Daarmee is de vraag gerechtvaardigd of de cursus überhaupt wel bijdraagt aan het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden. Wij denken van niet. En als je dat durft te stellen, moet je ook een alternatief kunnen voorstellen. Wij achten intervisie een (veel) effectievere methode als medewerkers hun persoonlijke vaardigheden willen (of moeten) ontwikkelen. En niet alleen omdat de kosten veel lager zijn.
Wat is intervisie eigenlijk? Intervisie is het best voor te stellen als een stevig gesprek van ongeveer 2 uur, volgens een bepaalde methodiek, op basis van ingebrachte cases. Steeds brengt één deelnemer (intervisant) een 'uit-het-werkende-leven-gegrepen' casus in. De overige intervisanten stellen verdiepende vragen en geven collegiale suggesties die de casusinbrenger helpen om een eigen oplossing te formuleren. Inhoudelijke problemen vormen geen onderwerp van intervisie. De vraag “Is technische oplossing A de juiste of moet ik toch kiezen voor technische aanpak B?” is geen vraag voor intervisie. De vraag hoe je als techneut omgaat met het maken van de juiste keuze kan wel
een casus voor intervisie zijn. Intervisie gaat dus altijd over vraagstukken op het gebied van gedrag, communicatie, interactie, persoonlijke effectiviteit, etc (de voornoemde persoonlijke vaardigheden1). Mogelijke cases zijn: § Ik merk dat ik niet overtuigend overkom in discussies waardoor mijn ideeën nooit gehoord worden, waar zit ‘m dat toch in? § Bij het beginnen van een nieuwe taak of opdracht, slaat de onzekerheid altijd toe bij mij. Ik krijg last van faalangst. Hoe kan ik daar mee omgaan? § In de aansturing van mijn team focus ik altijd op het behalen van de doelstellingen. Ik merk dat ik daarmee weerstand oproep bij mijn medewerkers? Wat kan ik anders doen? De groep bewaakt samen met de begeleider (intervisor) of de onderwerpen geschikt zijn voor intervisie. Intervisie gaat om:
• • • • • •
onderlinge advisering bij vraagstukken over het werk in een leergroep bestaande uit “gelijken” die binnen een vastgestelde structuur en methode doelgericht tot oplossingen wil komen in een autonoom, ervaringsgericht leerproces
Intervisie kan begeleid en onbegeleid. Zeker bij een doelgroep die nauwelijks gewend is te reflecteren op het eigen handelen en denken, is het wenselijk een goede begeleider op de intervisiegroep te zetten.
Voordelen van intervisie Wat zijn voordelen van intervisie boven een traditionele training of cursus? § De kosten per medewerker zijn aanzienlijk lager § De niet productieve tijd (verletkosten) van medewerkers is aanzienlijk lager § Elke medewerker krijgt maatwerk: hij kan zijn eigen problematiek inbrengen en krijgt daarvoor dedicated aandacht § De medewerker krijgt ‘aandacht’ die hij op de werkplek vaak niet vindt en waar hij wel van groeit § Doordat intervisie ongeveer elke 6 weken plaatsvindt, heeft de medewerker een vaste plek waar hij in korte tijd weer even flink 'opgeschud' wordt. Intervisie werkt als fysiotherapie: § er is een lange doorlooptijd § deelnemers moeten veel oefenen en zelf doen om beter te worden § ze krijgen voortdurend terugkoppeling waarbij de pijngrens wordt opgezocht (in en buiten de intervisie) § ze gaan 3 stappen vooruit en 2 terug (leren en veranderen is evolueren) § het langere-termijn effect laat even op zich wachten
Wat is onze ervaring met intervisie? Onze ervaring met intervisie is groot. Zelf als lid van een intervisiegroep met beroepsgenoten en als begeleider van diverse intervisiegroepen. Onze ervaring met techneuten in intervisie is 1
De schrijvers vermijden de benaming “soft skills” voor persoonlijke vaardigheden. Deze vaardigheden mogen met recht keihard genoemd worden als met de ontwikkeling ervan substantiële rendementsverbeteringen kunnen worden behaald.
nog beperkt. We zijn een jaar geleden gestart met een groep binnen HiTecs2. Een groep van 5 mannelijke techneuten op MBO / HBO niveau, de meeste jong met weinig werkervaring, afkomstig uit het oosten en noorden van ons land. Ze begonnen wat onwennig aan de intervisie (en noemen het nog steeds een cursus!), maar stelden zich allengs opener en kritischer op. Ze leren kijken naar zichzelf, ervaren dat persoonlijke vaardigheden voor een belangrijk deel hun succes bepalen (waarvoor ze voorheen geen oog hadden) en durven ander gedrag uit te proberen in hun werkpraktijk. Deze vorm van leren lijkt te werken binnen HiTecs: § De kosten zijn relatief laag § De medewerkers en hun leidinggevenden geven positieve reacties § De aandacht die deze medewerkers krijgen bevordert de medewerkertevredenheid § Er wordt merkbaar geleerd Waarom deze vorm nog lastig is binnen HiTecs: § Intervisie wordt lang niet door iedereen begrepen § Medewerkers vrijmaken leidt altijd tot frictie § Sommige managers zijn onvoldoende betrokken bij doelstellingen en ontwikkeling § Het resultaat laat lang op zich wachten § Het blijkt moeilijk min of meer homogene groepen samen te stellen Voor een ervaren begeleider die veel werkt met hoog opgeleide, sterk reflectieve professionals leek het effect bij deze intervisiegroep in eerste instantie klein. Bij nader inzien (en beter kijken en luisteren!) zijn de sprongen die deze technische deelnemers maken juist erg groot: van nauwelijks aandacht voor het eigen gedrag leren ze nu meer en meer dat ze hun eigen overtuigingen en gedrag kunnen beïnvloeden en dat ze daardoor hun werk beter, gemakkelijker en/of leuker kunnen maken.
Onderzoek Om een neutrale benadering van de vergelijking tussen traditionele cursussen en intervisie te kunnen maken heeft HiTecs de Universiteit van Maastricht gevraagd onderzoek hiernaar uit te voeren. Onder leiding van Prof. Dr. M. Segers (Professor of Corporate Learning) is in de periode april-juni 2008 een kwalitatieve vergelijking gemaakt tussen beide leermethoden bij een achttal grote multinationale technische ondernemingen in Nederland en Duitsland. De onderzoekers concludeerden dat intervisie effectief is omdat……”Intervision initiates selfreflection, challenges mental models, creates double-loop learning & self-development and improves interpersonal skills”. Intervisie is efficiënt mits ……”the group set-up is taken into account, the right training design is chosen and if opportunities to perform are provided”.
Dus? Mensen moeten steeds slimmer werken. Het levert winst op door daar gericht in te investeren. En dat investeren moet dan ook in slimme manieren van leren gebeuren. We moeten het lef hebben om te stoppen met het inkopen van standaard cursussen. En intervisie in onze bedrijven opzetten. Nodig deelnemers uit om mee te doen in een intervisiegroep als zij op enig moment in hun loopbaan worden geconfronteerd met beperkingen die meer in henzelf dan in hun technisch kunnen zijn gelegen.
2
HiTecs BV is een werkmaatschappij van het Stork concern. HiTecs richt zich op de ontwikkeling van technisch vakmanschap op Mbo en Hbo niveau. De circa 400 medewerkers worden gedetacheerd in de sectoren luchtvaart, industriële service en machine & systeembouw.
Over de schrijvers: Drs. Jos van Erp was tot ultimo 2008 werkzaam als Competence Developer werkzaam voor HiTecs en is momenteel opleidingskundig adviseur bij FME College Drs. Annemieke Nijman is eigenaar van het opleidingskundige bureau Savant Learning Partners B.V. Zij is coach, geregistreerd NMI mediatior, supervisor en intervisor. Bronnen: “Is intervision an alternative to traditional training?” Maastricht University, May 2008
Publicatie Datum Pagina
: Constructeur : 31/12/2007 : 40
Oplage : 5.020 Frequentie : 10x per jaar
Advertentiewaarde
: € 3300,00
HITECS - BEDRIJF IN DETACHEREN VAN TECHNISCH PERSONEEL alleen voor intern/eigen gebruik
8459 01267 019 00 00
Publicatie Datum Pagina
: Constructeur : 31/12/2007 : 40
alleen voor intern/eigen gebruik
Oplage : 5.020 Frequentie : 10x per jaar
Advertentiewaarde
: € 3300,00
8459 01267 019 01 00
Publicatie Datum Pagina
: Constructeur : 31/12/2007 : 40
alleen voor intern/eigen gebruik
Oplage : 5.020 Frequentie : 10x per jaar
Advertentiewaarde
: € 3300,00
8459 01267 019 02 00
Publicatie Datum Pagina
: Constructeur : 31/12/2007 : 40
alleen voor intern/eigen gebruik
Oplage : 5.020 Frequentie : 10x per jaar
Advertentiewaarde
: € 3300,00
8459 01267 019 03 00
Investering in Stork Technische Bedrijfskunde werpt vruchten af! Op dinsdag 9 november jl. mocht Remi Osendarp, Servicemonteur bij Stork WorkSphere Zuid vanuit de vestiging Elsoo, zijn ingenieursdiploma ontvangen van Jos van Erp, programmamanager bij HiTecs. Daarmee kon hij vier jaar van intensieve studie afronden. En niet zonder gevolgen voor zijn loopbaan. Want inmiddels is werkvoorbereiding deel geworden van zijn reguliere werkzaamheden. En dat is precies waar deze studie voor bedoeld was.
Stevige opleiding In 2000 was voor het management van Stork WorkSphere duidelijk dat het in de toekomst moeilijk zou worden om bepaalde functies in te vullen. Het gaat daarbij onder meer om werkvoorbereiders, service coördinatoren en assistent projectmanagers. De oorzaken liggen aan de éne kant bij de versnelde uitstroom van ervaren mensen door de leeftijdsopbouw. Anderzijds kiezen steeds minder mensen voor een technische opleiding waardoor er steeds minder geschikte vakvolwassen mensen op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. In overleg met HiTecs (het toenmalige Stork Mobiel) is een oplossing uitgewerkt. HiTecs zou jonge mensen werven met een Mbo opleiding achter de rug in de richtingen Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek. Via HiTecs werden ze bij de WorkSphere bedrijven door het hele land geplaatst. Daar kwamen ze terecht in reguliere werkzaamheden. Maar dan wel vier dagen per week. De vijfde dag werd de opleiding Stork Technische Bedrijfskunde gevolgd. Het lesplan daarvoor is uitgewerkt door HiTecs in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam. Het betreft hiermee een unieke vorm van duaal leren op Hbo niveau. In 2001 ging de opleiding van start. Maar Remi Osendarp, die reeds bij Stork WorkSphere werkte, voelde er wel iets voor om in zichzelf te investeren door een stevige opleiding te volgen. En de ingenieurstitel trok hem ook wel aan. Ditzelfde gold ook voor Enrico de Raden, die vanuit Eindhoven werkzaam is. Paul van Kessel, die via HiTecs zijn carrière bij Stork WorkSphere startte, heeft enige tijd geleden gekozen voor een vaste plek bij Stork WorkSphere Zuid.
Vooruit kijken Remi: “Ja, het vraagt wel wat van je, zo’n studie. Elke vrijdagochtend vroeg met de trein naar Hilversum, waar de colleges werden gegeven. En dan ben je er nog niet. Want ik moest regelmatig door de week en in het weekend de studieboeken te voorschijn halen om bij te blijven. Of werkstukken schrijven in het kader van een opdracht. En dat naast een gewone baan hoor”. Paul Pécasse, zijn leidinggevende, geeft aan dat WorkSphere niet voor niets voor een dergelijke investering kiest: “Wij geven mensen die écht willen de mogelijkheid zich verder te ontplooien. En als je me van tevoren vraagt waar het precies naar toe gaat, dan zal ik je het antwoord schuldig moeten blijven. Want vier jaar is een lange horizon. Zó ver vooruit kijken gaat niet in onze business. Maar Remi heeft het volgehouden en zich zichtbaar ontwikkeld. En daar zijn we met zijn allen trots op! En natuurlijk, een dergelijke opleiding schept verwachtingen. Remi verdiept zich momenteel in de werkvoorbereiding. Een man uit de praktijk, die dat doet, dat is het beste wat je hebben kunt!”
Goed voor Stork! Stork Technische Bedrijfskunde is in 2001 gestart met 22 studenten. Nu, vier jaar later, is het grootste deel van de eerste lichting afgestudeerd. Momenteel volgen circa 50 studenten de opleiding uit één van de latere lichtingen. Zowel mensen die via HiTecs hun loopbaan aanvangen of vervolgen alsook mensen die al bij één van de werkmaatschappijen van Stork werken. En dat dit traject haar vruchten afwerpt blijkt wel uit het feit dat alle afgestudeerden een flinke sprong in hun loopbaan konden maken. Goed voor hen! Goed voor Stork! Foto 1: Remi Osendarp ontvangt zijn ingenieursdiploma uit handen van Jos van Erp Foto 2: Nog wel even tekenen om het officieel te laten zijn
Óß×ÒÌÛÒßÒÝÛ ÌÎß×Ò×ÒÙ
Óß×ÒÌÛÒßÒÝÛ ÌÎß×Ò×ÒÙ
Óß×ÒÌÛÒßÒÝÛ ÌÎß×Ò×ÒÙ
Ü» ¹»ª±´¹»² ª¿² ¼» ±²¬©·µµ»´·²¹»² ±° ¼» ¬»½¸²·-½¸» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ·² ¼» ®»¹·± ᬬ»®¼¿³ 網³±²¼ ª±±® ¼» ØÎÓ ¼·-½·°´·²» ײ´»·¼·²¹ Ü» ¬»½¸²·-½¸» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ·- -¬»®µ ·² ¾»©»¹·²¹ò É¿¿® ¼» ª»®¹®·¶¦·²¹ ª¿² ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ª»®-²»´¼ ´»·¼¬ ¬±¬ »»² ©¿®» »¨±¼«- ª¿² »®ª¿®»² ³»¼»©»®µ»®-ô ·- ¼» ½±³¾·²¿¬·» ³»¬ »»² µ©¿´·¬¿¬·»º »² µ©¿²¬·¬¿¬·»º ¾»°»®µ¬» ¬±»¬®»¼·²¹ ¬±¬ ¼·¬ ¼»»´ ª¿² ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ »»² ¦±®¹ ª±±® ¦±©»´ ¸»¬ ¾»¼®·¶º-´»ª»² ¿´- ¸»¬ ±²¼»®©·¶-ò Ü¿¿® µ±³¬ »»² ¬±»²»³»²¼» ¾»¸±»º¬» ¿¿² ¸±¹»®» ±°´»·¼·²¹-²·ª»¿«- »² ¾®»¼» ·²¦»¬¾¿¿®¸»·¼ ¾·¶ò Ê»®¼»® -¬®»»º¬ ¸»¬ ¾»¼®·¶º-´»ª»² ·² °»®·±¼»- ª¿² ´¿¿¹½±²¶«²½¬««® ²¿¿® º´»¨·¾·´·-»®·²¹ ª¿² ¼» ¿®¾»·¼-µ±-¬»²ò Ü·¬ ·³°´·½»»®¬ ©»´ ¼¿¬ ¬»½¸²·-½¸ ª¿µ³¿²-½¸¿° ·² ª±´¼±»²¼» ³¿¬» ¾»-½¸·µ¾¿¿® ³±»¬ ¦·¶²ò ѳ ª¿²«·¬ ¸»¬ ®»¹«´·»®» ¼¿¹±²¼»®©·¶- ¿´-³»¼» ¸»¬ °±-¬·²·¬·5´» ±²¼»®©·¶- »»² ¿²¬©±±®¼ ¬» µ«²²»² º±®³«´»®»² ±° ¼»¦» ¾»©»¹·²¹»²ô ¸»»º¬ ÎÑÝ Æ¿¼µ·²» «·¬ ᬬ»®¼¿³ ¾»¹·² îððé »»² Ü»²µ¬¿²µ Ì»½¸²·»µ ±°¹»-¬¿®¬ò Ó»¬ ª»®¬»¹»²©±±®¼·¹»®- ª¿² ±²¼»®©·¶-ô ¾»¼®·¶º-´»ª»²ô ¾®¿²½¸»±®¹¿²·-¿¬·»- »² ®»¹·±²¿´» ±®¹¿²·-¿¬·»- ©±®¼¬ ±²¼»®¦±»µ ¹»¼¿¿² ²¿¿® ®»¹·±²¿´» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬±²¬©·µµ»´·²¹»² ·² ¼» µ±³»²¼» ¶¿®»²ï »² ©±®¼¬ ²¿¹»¼¿½¸¬ ±ª»® ¼» ¾»¬»µ»²·¼¿¿®ª¿² ª±±® ¸»¬ ¾»®±»°-±²¼»®©·¶-ò Û7² ª¿² ¼» ª®¿¹»² ¼·» ¼¿¿®¾·¶ ¿¿² ¼» ±®¼» ·- ¹»µ±³»²ô ·- ¼·» ²¿¿® ¼» ª»®¿²¼»®¼» ®±´ ª¿² ¼» ØÎÓ ¼·-½·°´·²» ·² ¸»¬ ´·½¸¬ ª¿² ¼» ¬±»¹»²±³»² ½±³°´»¨·¬»·¬ ª¿² ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ò ײ ¼»¦» ²±¬·¬·» ©±®¼¬ ¼» ¿½¸¬»®´·¹¹»²¼» »² ¹»©»²-¬ ¹»¿½¸¬» ¬±»µ±³-¬·¹» ®±´ ª¿² Ø«³¿² λ-±«®½» Ó¿²¿¹»³»²¬ ·² ¦·¶² ¿´¹»³»»²¸»·¼ ¹»-½¸»¬-¬ô ¿´-³»¼» ¬±»¹»-°·¬-¬ ±° ¼» ®»¹·± ᬬ»®¼¿³ 網³±²¼ò
Õ±»-¬»®»²¼ »² ±°»®¿¬·±²»»´ ̱¬ ª»® ·² ¼» ¶¿®»² è𠪿² ¼» ª±®·¹» »»«© µ»²¼»² ¿´´» ¾»¼®·¶ª»² »»² ¿º¼»´·²¹ л®-±²»»´-¦¿µ»²ò Ø»¬ ¹·²¹ ¼¿² ±³ »»² ¬§°·-½¸» -¬¿º¿º¼»´·²¹ ³»¬ »»² -¬»®µ «·¬ª±»®»²¼ µ¿®¿µ¬»®ò É»®µ»²¼ ·² ±°¼®¿½¸¬ ª¿² ¸»¬ ´·¶²³¿²¿¹»³»²¬ »²»®¦·¶¼- »² ¬»² ¼·»²-¬» ª¿² ¼» ³»¼»©»®µ»®- ¿²¼»®¦·¶¼-ò Ø»¬ ©»®µª»´¼ -¬®»µ¬» ¦·½¸ «·¬ ª¿² ¸»¬ ´¿¬»² °´¿¿¬-»² ª¿² °»®-±²»»´-¿¼ª»®¬»²¬·»-ô ¼» °®7-»´»½¬·» »² Š ¿´- ¼» ´·¶²³¿²¿¹»® ¸·»®³»» ¿µµ±±®¼ ©¿- Š ¸»¬ ·² ¼·»²-¬ ²»³»² ª¿² ²·»«©» ³»²-»²ô ¬±¬ »² ³»¬ ¸»¬ ±®¹¿²·-»®»² ª¿² ¶«¾·´»¿ô ¸»¬ ¶¿¿®´·¶µº»»-¬¶» ª±±® ¼» ¹»°»²-·±²»»®¼»²ª»®»²·¹·²¹ »² ¸»¬ ¬¸«·- ´¿¬»² ¾»¦±®¹»² ª¿² »»² ©»´¹»³»»²¼ ¾´±»³-¬«µ¶» ¾·¶ ´¿²¹¼«®·¹ ¦·»µ»²ò Ì»ª»²- ¬®±ºº»² ©» »® ª¿¿µ ¼» -¿´¿®·-¿¼³·²·-¬®¿¬·» ¿¿²ò Ü» ¿º¼»´·²¹ л®-±²»»´-¦¿µ»² ¸¿¼ ¼¿¿®³»» »»² µ±»-¬»®»²¼ »² ±°»®¿¬·±²»»´ µ¿®¿µ¬»® »² -¬±²¼ ª»® ¿º ª¿² ¼» ´·¶²ª»®¿²¬©±±®¼»´·¶µ¸»¼»²ò
ï
Æ·» Û½±®§- øîððé÷ò Ü» ¬±»µ±³-¬ ª¿² ¼» ¬»½¸²·-½¸» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ·² ¼» ®»¹·± ᬬ»®¼¿³ 網³±²¼ò Û½±®§-ñÆ¿¼µ·²»ô ᬬ»®¼¿³ô ¿«¹«-¬«- îððéò
ï
̱»¹»²±³»² ³¿½®±ó»½±²±³·-½¸» ½±³°´»¨·¬»·¬ Ê¿²¿º ¸»¬ ¾»¹·² ª¿² ¼» ¶¿®»² çð ¦·¶² ¼» ³¿½®±ó»½±²±³·-½¸» ±²¬©·µµ»´·²¹»² ±° ¿´´»®´»· ¬»®®»·²»² ·² »»² -¬®±±³ª»®-²»´´·²¹ ¹»®¿¿µ¬ò Ʊ ·- ¼» ³¿¿µ·²¼«-¬®·» ª±±® »»² ¼»»´ ª»®¼©»²»² ²¿¿® ´¿¹» ´±²»² ´¿²¼»²ò Ü¿¿® -¬¿¿¬ ¬»¹»²±ª»® ¼¿¬ ¼» ª±®³»² ª¿² ³¿¿µ·²¼«-¬®·» ¼·» ¦·¶² ¹»¾´»ª»² ¾·¶¦±²¼»® ¸±±¹©¿¿®¼·¹ ¦·¶²ò Æ·¶ ´»ª»®»² »»² ¸±¹» ¬±»¹»ª±»¹¼» ©¿¿®¼»ô ¸»¾¾»² »»² ¸±¹» ³¿¬» ª¿² µ»²²·-·²¬»²-·ª·¬»·¬ »² ¸»¾¾»² ¼¿² ±±µ ¾»¸±»º¬» ¿¿² ¹±»¼ ±°¹»´»·¼» ³»²-»²ò Ü» ±²¼»®¸±«¼-¹»®»´¿¬»»®¼» ¿½¬·ª·¬»·¬»² ¦·¶² ¬±»¹»²±³»²ò ѱµ ¸·»® ¹»´¼¬ ¼¿¬ ³»¬ ²¿³» ¸»¬ ¾»´¿²¹ ª¿² ¼» ®»¹·»º«²½¬·» ø©»®µª±±®¾»®»·¼·²¹ô °®±¶»½¬³¿²¿¹»³»²¬÷ ¾»°¿´»²¼ ·ª±±® ¸»¬ ±²¼»®-½¸»·¼»²¼ ª»®³±¹»²ò Ü» ·²ª´±»¼ ª¿² »½±²±³·-½¸» ®»½»--·»- øïççïóïççìô îððïóîððë÷ ±° ¼» ½±²¬·²«1¬»·¬ ª¿² ¾»¼®·¶ª»² ·- ¹®±±¬ò Û² ±±µ ¼» ¿®¾»·¼-³±¾·´·¬»·¬ ·¬±»¹»²±³»²ò Þ»¼®·¶ª»² ¿¿®¦»´»² ¼¿¿®±³ ±³ -¬®¿¬»¹·-½¸» ¾»-´·--·²¹»² ¬» ²»³»² ©¿¿®ª¿² ¼» ±°¾®»²¹-¬ »²µ»´» ¶¿®»² ±° ¦·½¸ ´¿¿¬ ©¿½¸¬»²ò Ü» ¹®·´´·¹¸»·¼ ª¿² ±°¼®¿½¸¬»²-¬®±³»² ¾·¶ ¾»¼®·¶ª»² ·- ¬±»¹»²±³»²ô »² ¼¿¿®³»» ±±µ ¼» ¾»¸±»º¬» ±³ ¼» º¿½¬±® ¿®¾»·¼ ·² ª7®¹¿¿²¼» ³¿¬» ¬» º´»¨·¾·´·-»®»²ò
Ü¿´»²¼» ·²-¬®±±³ ·² ¬»½¸²·»µ±²¼»®©·¶Ø»¬ ø¬»½¸²·-½¸÷ ¾»®±»°-±²¼»®©·¶- »² ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ¦·¶² ¼» ´¿¿¬-¬» ¼»½»²²·¿ ª¿² »´µ¿¿® ¿º¹»¹®±»·¼ò Ü·¬ «·¬ ¦·½¸ ·² »»² ¬»®«¹´±°»²¼» ·²¬»®»--» ª±±® ¸»¬ ª±´¹»² ª¿² ¬»½¸²·-½¸» ±°´»·¼·²¹»²ô ©¿¿®¼±±® ¼» ·²-¬®±±³ ±° ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ -¬»®µ ·- ª»®³·²¼»®¼ ·² ®»´¿¬·» ¬±¬ ¼» ª®¿¿¹±²¬©·µµ»´·²¹ò Ê»®-½¸·´´»²¼» ®¿°°±®¬»²ô ©¿¿®±²¼»® ¼» °«¾´·½¿¬·»- ª¿² ¸»¬ ÎÑß øλ-»¿®½¸½»²¬®«³ ª±±® Ѳ¼»®©·¶- »² ß®¾»·¼-³¿®µ¬÷ »² ª¿² ¼» ©»®µ¹»ª»®-±®¹¿²·-¿¬·» ÚÓÛñÝÉÓô ±²¼»®-½¸®·¶ª»² ¼·¬òî Û7² »² ¿²¼»® ´»·¼¬ »®¬±» ¼¿¬ ¼» Ô·--¿¾±² ¿³¾·¬·»- ¼¿²·¹ ±²¼»® ¼®«µ ¦·¶² µ±³»² ¬» -¬¿¿²ò Ü»¦» ±²¬©·µµ»´·²¹»² ¸»¾¾»² »® ·²¼»®¬·¶¼ ±²¼»® ³»»® ¬±¬ ¼» ·²-¬»´´·²¹ ª¿² ¸»¬ д¿¬º±®³ Þ7¬¿ Ì»½¸²·»µ ¹»´»·¼ò Ѫ»®·¹»²- -°»»´¬ ¼» ±²¹«²-¬·¹» ¼»³±¹®¿º·-½¸» ±°¾±«© ª¿² ¼» -¿³»²´»ª·²¹ ³»¼» »»² ®±´ò Ò·»¬ ¿´´»»² ·- »® »»² »ºº»½¬ ³»¬ ¾»¬®»µµ·²¹ ¬±¬ ²·»«©» ·²-¬®±±³ ·² ¸»¬ ¬»½¸²·-½¸ ¾»®±»°-±²¼»®©·¶-ô ³¿¿® ±±µ ·² ¸»¬ «·¬¾´·¶ª»² ª¿² ª»®¶±²¹·²¹ ª¿² ±²¼»®©·¶-¹»ª»²¼» ¬»¿³-ò
ײ¬»®º¿½» Ü» ¹»-½¸»¬-¬» ª»®¿²¼»®·²¹»² ±° ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ »² ·² ¸»¬ ±²¼»®©·¶- ª±´¹»² »´µ¿¿® -¬»»¼-²»´´»® ±° »² ©±®¼»² -¬»»¼- ³±»·´·¶µ»® ª±±®-°»´¾¿¿®ò б¹·²¹»² ¸·»®¬±» -°®»µ»² »´µ¿¿® ¦»´ºª¿¿µ ¬»¹»²ò Ü» ½±³°´»¨·¬»·¬ ª¿² ¼»¦» ¬¸»³¿Ž- ²»»³¬ »ª»²»»²- -¬»»¼- ³»»® ¬±»ò Ì»¹»² ¼» ¿½¸¬»®¹®±²¼ ¸·»®ª¿² ·- ¸»¬ ²·»¬ ª»®©±²¼»®´·¶µ ¼¿¬ ¾»¼®·¶ª»² ¼» ´¿¿¬-¬» ¼»½»²²·¿ ¬®¿½¸¬»² »»² ²·»«©» °´¿¿¬- ¬» ¹»ª»² ¿¿² ¼» ØÎÓ ¼·-½·°´·²»ò ØÎÓ ª±®³¬ ·³³»®- ±° ¿´´»®´»· ³¿²·»®»² ¼» ·²¬»®º¿½» ¬«--»² ¸»¬ ¾»¼®·¶º »² ¼» ¿´-³¿¿® ª»®¿²¼»®»²¼» ˳©»´¬ò ̱½¸ ³±»¬ ©±®¼»² ª¿-¬¹»-¬»´¼ ¼¿¬ ¼» ³»»-¬» ØÎÓ ¿º¼»´·²¹»² »® ³¿¿® ³¿¬·¹ ·² -´¿¹»² »»² -¬®¿¬»¹·-½¸» °±-·¬·» ¾·²²»² ¸»¬ ¾»¼®·¶º ¬» ¾»®»·µ»²ò Ü¿¬ ¦±« ·²¸±«¼»² ¼¿¬ ØÎÓ ¸±±º¼¦¿µ»´·¶µ ±°¬®»»¼¬ ¿´- ¿¼ª·-»«® »² ·²·¬·¿¬±® ª¿² ·²¬»®ª»²¬·»- ±³ ¼» ¸»º¬·¹» ª»®¿²¼»®·²¹»² ·² ¼» ±³¹»ª·²¹ ±° ¬» µ«²²»² ª¿²¹»²ò ײ »»®-¬» ·²-¬¿²¬·» ·- ¼¿¬ »»² ®»¿½¬·»ª» ±°-¬»´´·²¹ò É»´´·½¸¬ ·- ¸»¬ ²±¹ ©»²-»´·¶µ»® ±³ ØÎÓ ·² »»² ¿½¬·»ª» ®±´ ¬» ¾®»²¹»² ¬»²»·²¼» ª»®¿²¼»®·²¹»² ·² ¼» ±³¹»ª·²¹ ¬» ¾»1²ª´±»¼»²ò î
Ì»®©·¶´ ¼» -»½¬±® ¬»½¸²·»µ ²« ¶«·-¬ »»² ·²¬»®»--¿²¬» °»®-±±²´·¶µ» ±²¬©·µµ»´·²¹ »² ´±±°¾¿¿² ¹¿®¿²¼»»®¬ò Æ·» ¸·»®ª±±® ±²¼»® ³»»® ¸»¬ ®»½»²¬ ¹»°«¾´·½»»®¼» ®¿°°±®¬ É»®µ»² ·² ¼» ³»¬¿´»µ¬®±ô ¼§²¿³·»µ ±° ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ª¿² ¾»´»·¼-ó »² ¿¼ª·»-¾«®»¿« Ü·¶µ ïîò
î
Ü·¬ ª»®»·-¬ ¼·®»½¬» µ±°°»´·²¹»² ³»¬ ±²¼»®²»³·²¹--¬®¿¬»¹·»5² »² -¿³»²©»®µ·²¹-ª±®³»² ¬«--»² ¾»¼®·¶ª»²ô ±°´»·¼·²¹-·²-¬»´´·²¹»²ô ¾®¿²½¸»±®¹¿²·-¿¬·»- »² ø´¿¹»®»÷ ±ª»®¸»¼»²ò
Ó·--·±² ·³°±--·¾´» Ü¿¿®³»» ¦±« ØÎÓ ¸¿¿® ±«¼» ±°»®¿¬·±²»´» ¬¿µ»² ³±»¬»² ´±-´¿¬»²ò Ü» ³»»-¬» ±²¼»®²»³·²¹»² ¦·¶² ¸·»® »½¸¬»® ²·»¬ ·² ³»»¹»¹®±»·¼ò Ü¿¬ ·- ±±µ ©»´ ª»®µ´¿¿®¾¿¿®ô ©¿²¬ ¼» ±°»®¿¬·±²»´» ¬¿µ»² ³±»¬»² ©»´ ©±®¼»² «·¬¹»ª±»®¼ò Û® ¦·¶² ¾»¼®·¶ª»² ¼·» ¼» •ÐŒ ¬¿µ»² -«½½»-ª±´ ²¿¿® ¼» ´·¶² ¸»¾¾»² µ«²²»² ¾®»²¹»²ò Ø»¬ ·- »½¸¬»® ¼» ª®¿¿¹ ±º ØÎÓ ¼¿¿®³»» »»² ²·»«©» ª±´©¿--»² ¬¿¿µ ²¿¿® ¦·½¸ ¸»»º¬ µ«²²»² ¬±»¸¿´»²ô ±º ¼¿¬ ¼» ¿º¼»´·²¹ ·² ³·²¼»® -«½½»-ª±´´» ¬·¶¼»² ·- ·²¹»µ®±³°»²ò ر»©»´ ¼» ²¿¿³ •Ð»®-±²»»´-¦¿µ»²Œ ª·¿ •Ð»®-±²»»´ ú Ñ®¹¿²·-¿¬·»Œ ·- ª»®¿²¼»®¼ ·² •Ø«³¿² λ-±«®½» Ü»ª»´±°³»²¬Œ ·- »® ª»»´ ¾·¶ ¸»¬ ±«¼» ¹»¾´»ª»²ò ØÎÓ µ®·¶¹¬ ·² ¸¿¿® ¬®¿¼·¬·±²»´» ®±´ ²±¹ -¬»»¼- •»²¼ ±º °·°»Œ ±°¼®¿½¸¬»² «·¬ ¼» ´·¶²ò Æ·¶ ¦·¶² »½¸¬»® ·² ¸»¬ ´·½¸¬ ª¿² ¼» ª»®¿²¼»®·²¹»² ª¿² ¼» ´¿¿¬-¬» ¼»½»²²·¿ ±° ª±±®¸¿²¼ »»² •³·--·±² ·³°±--·¾´»Žò ׳³»®-ô ¸±» ©»®º ¶» ²·»«©» -½¸¿°»² ³»¬ ª·¶º °±¬»² ·² »»² ´»»¹¹»ª·-¬» »² ±°¹»¼®±±¹¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬á ر» ¾·²¼ ¶» ¹±»¼ °®»-¬»®»²¼» ¶±¾¸±°°»®- ¿¿² ¶» ¾»¼®·¶º ·² »»² ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ¼·» ©±®¼¬ ¹»µ»²³»®µ¬ ¼±±® »»² ¸±¹» ¿®¾»·¼-³±¾·´·¬»·¬ »² ©¿¿® ¸»¬ ¹®¿- »´¼»®- -¬»»¼- ©»»® ¹®±»²»® ´·¶µ¬á ر» ª»®ª¿²¹ ¶» µ»²²·-¼®¿¹»®- ¼·» ®»»¼- ³»¬ °»²-·±»² ¦·¶² ³»¬ ¹»´·¶µ©¿¿®¼·¹» ±°ª±´¹»®-á Ñ®¹¿²·-¿¬±®»² ª¿² ½±²º»®»²¬·»- °®±º·¬»®»² ª¿² ¼» ¿½¬«¿´·¬»·¬ ª¿² ¼»¦» ª®¿¿¹-¬»´´·²¹»² ¾·¶ ¸»¬ ·² ¼» ³¿®µ¬ ¾®»²¹»² ª¿² ¬¸»³¿¼¿¹»² ±³¬®»²¬ ¼»¦» ·¬»³-ô ³¿¿® ¼¿¿¼©»®µ»´·¶µ» ±°´±--·²¹»² ´»ª»®¬ ¼·¬ ²·»¬ ¼·®»½¬ ±°ò
λ¹·±²¿´» ª»®-½¸»·¼»²¸»·¼ Ü»¦» ²±¹ ®»´¿¬·»º ²·»«©» ³¿½®±ó»½±²±³·-½¸» »² ²·»¬ ¬» ª»®¹»¬»² ¼» -±½·¿¿´ ³¿¿¬-½¸¿°°»´·¶µ» ½±³°´»¨·¬»·¬ ±°»²¾¿¿®¬ ¦·½¸ ¬»ª»²- ³»¬ ¹®±¬» ®»¹·±²¿´» ª»®-½¸»·¼»²¸»·¼ò Ü» »½±²±³·-½¸» »² -±½·¿´» -¬®«½¬««® ·² ¼» ²±±®¼»´·¶µ» °®±ª·²½·»- ·- ¿²¼»®- ¼¿² ¼·» ·² ¼» 網³±²¼ ±º Ó·¼¼»²óÞ®¿¾¿²¬ò Ü¿¬ ·³°´·½»»®¬ ¿«¬±³¿¬·-½¸ ¼¿¬ ±°´±--·²¹-®·½¸¬·²¹»² »»² ¹®±¬»®» µ¿²- ª¿² -´¿¹»² ¸»¾¾»² ©¿²²»»® ¦·¶ ®»¹·±²¿¿´ ©±®¼»² «·¬¹»©»®µ¬ ¼¿² ©¿²²»»® ©±®¼¬ «·¬¹»¹¿¿² ª¿² »»² ´¿²¼»´·¶µ» -¬¿²¼¿¿®¼ò Ü»¦» ¹»¼¿½¸¬» ´»·¼¬ ±±µ ¬±¬ ¼» -¬»´´·²¹ ¼¿¬ -¿³»²¹»-¬»´¼» ±²¼»®²»³·²¹»² ³»¬ ´¿²¼»´·¶µ» -°®»·¼·²¹ ²·»¬ ³»»® «·¬-´«·¬»²¼ µ«²²»² ª±´-¬¿¿² ³»¬ »»² ½»²¬®¿¿´ ¿¿²¹»-¬««®¼ ØÎÓ ¾»´»·¼ ¬»² ¿¿²¦·»² ª¿² ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ª®¿¿¹-¬«µµ»²ò Æ·¶ ¦«´´»² ±° ¦·¶² ³·²-¬ ¼» ®»¹·±²¿´» µ®¿½¸¬»²ª»´¼»² ³±»¬»² ´»®»² µ»²²»² ¬»²»·²¼» ¼» ª»®¬¿¿´-´¿¹ ª¿² ®»´»ª¿²¬» ±²¬©·µµ»´·²¹»² ²¿¿® ½±²½®»¬» «·¬ª±»®·²¹ ¬» µ«²²»² ³¿µ»²ò ײ ¼»¦» ¾»²¿¼»®·²¹ ³±»¬ ³»² ¦·½¸ ±°²·»«© ¿ºª®¿¹»² ©¿¿®±³ ØÎÓ ¼» ¿¿²¹»©»¦»² ¼·-½·°´·²» ·- ±³ ¸·»® «·¬ª±»®·²¹ ¿¿² ¬» ¹»ª»²ò Ó¿¿® ¸»¬ ¿²¬©±±®¼ ¼¿¿®±° ´·¹¬ ª±±® ¼» ¸¿²¼å ±³¼¿¬ô «·¬¹»¼®«µ¬ ·² ©¿¿®¼»ô ¸»¬ ¿¿²¼»»´ ª¿² ¼» °®±¼«½¬·»º¿½¬±® •¿®¾»·¼Œ ²¿¿-¬ ¼» ¿²¼»®» °®±¼«½¬·»º¿½¬±®»² -¬»»¼- ¹®±¬»® ©±®¼¬ô ³±»¬ -¬®¿¬»¹·-½¸ ØÎÓ ¬±¬ ¼» µ»®²¿½¬·ª·¬»·¬ ª¿² ¼» ±²¼»®²»³·²¹ ¹¿¿² ¾»¸±®»²ò ׳³»®-ô ¸»¬ ¿¿²¼»»´ ª¿² ±²¼»®¸±«¼ ·² ¼» ¬»½¸²·»µ ·¹®±¬»® ¼¿² ¼¿¬ ª¿² ³¿²«º¿½¬«®·²¹ò ß®¾»·¼-µ±-¬»² ª±®³»² ¼¿¿®³»» ¼» ¸±±¹-¬» °±-¬ ±° ¼» ¾»¹®±¬·²¹ò Ú´»¨·¾·´·-»®»² ª¿² ¿®¾»·¼ ´·¶µ¬ -¬»»¼- ³»»® »»² ´±¹·-½¸ ·²-¬®«³»²¬ ¬» ©±®¼»² ±³ ·² ³·²¼»® µ®¿½¸¬·¹» »½±²±³·-½¸» °»®·±¼»- ¬» µ«²²»² ±ª»®´»ª»²ò Ó¿¿® ¼¿¬ µ¿² ¿´´»»² ©¿²²»»® ¿¿² ¼» ª±±®©¿¿®¼» ª±´¼¿¿² ©±®¼¬ ¼¿¬ ¼» ¾»-½¸·µ¾¿¿®¸»·¼ ª¿² ª¿µ³¿²-½¸¿° ±° ª±´¼±»²¼» ²·ª»¿« ¹»¹¿®¿²¼»»®¼ ·-ò Û² ¼» ¬»²¼»²- ·- ¼¿¬ Ò»¼»®´¿²¼ ¼¿¿® ²« ¶«·-¬ -¬»»¼- ³»»® ª¿²¿º ´·¶µ¬ ¬» ¹´·¶¼»²ò Ø»¬ ª±®³¹»ª»² ª¿² ª±±®¬¼«®»²¼» «°¹®¿¼·²¹ ¾·²²»² ¼» ¬»½¸²·»µ ·- ²±±¼¦¿µ»´·¶µò Õ±®¬±³ô ØÎÓ ±²¬©·µµ»´¬ ¦·½¸ ª»®¼»® ¬±¬ »»² ¸¿®¼»®» ¼·-½·°´·²» Š ·² ¼» ¦·² ª¿² ³»»¬¾¿®» ¼±»´-¬»´´·²¹»² Š »² ´¿¿¬ ¸»¬ µ±»-¬»®»²¼» »² ±°»®¿¬·±²»´» µ¿®¿µ¬»® ª¿² ©»´»»® ª»®¼»® ´±-ò
í
ØÎÓ ®»¹·±²¿¿´ ª»®»²·¹¼ ܱ±® ¼» ¬±»²»³»²¼» ½±³°´»¨·¬»·¬ ·² º«²½¬·»-ô ½±³°»¬»²¬·»¾»¸±»º¬»- »² µ»²²·-·²¬»²-·ª·¬»·¬ ·² ½±³¾·²¿¬·» ³»¬ µ±®¬»®» ¹»1²¬»¹®»»®¼» ´»ª»²-½§½´· ¦¿´ ØÎÓ ¶«·-¬ ³±»¬»² -¬®»ª»² ²¿¿® -¬¿²¼¿¿®¼·-»®·²¹ ±° ®»¹·±²¿´» -½¸¿¿´ò Ü·¬ °®±½»- µ¿² ²·»¬ ¿²¼»®- ¼¿² ´»·¼»² ¬±¬ »»² ·²¬»²-·»ª» ®»¹·±²¿´» -¿³»²©»®µ·²¹ ¬«--»² ¾»¼®·¶ª»²ô ±°´»·¼·²¹-·²-¬»´´·²¹»²ô ·²¬»®³»¼·¿·®» ©»®µ¹»ª»®- »² ±ª»®¸»·¼-·²-¬¿²¬·»-ò Ø»¬ ¾»¼®·¶º-´»ª»² ³±»¬ ¦·½¸ ¼¿¿®¾·¶ ¦±¼¿²·¹ ±®¹¿²·-»®»² ¼¿¬ ¸¿¿® ¹»¾«²¼»´¼» ¾»¸±»º¬»² ±° ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ½»²¬®¿¿´ µ±³»² ¬» -¬¿¿²ò Ø»¬ ±²¬©·µµ»´»² ª¿² µ®¿½¸¬·¹» ¬»®«¹µ±°°»´·²¹-³»½¸¿²·-³»² ®·½¸¬·²¹ ¸»¬ ¾»®±»°-±²¼»®©·¶-ô ¦±©»´ ²¿¿® ¸»¬ ®»¹«´·»®» ¼¿¹±²¼»®©·¶- ¿´- ®·½¸¬·²¹ ¼«¿´» ¬®¿¶»½¬»² »² °±-¬ó·²·¬·¬·»»´ ±²¼»®©·¶-ô ·- »»² ª»®»·-¬» ±³ ¼» -½¸»»º¹®±»· ·² ±°´»·¼·²¹-µ»«¦» ·² ®»´¿¬·» ¬±¬ ¿®¾»·¼-³¿®µ¬°»®-°»½¬·»º ¬» µ»®»²ò Ì»² ¿¿²¦·»² ª¿² ¬»½¸²·-½¸ ±²¼»®©·¶- ¦¿´ ¼» ®»¹·±²¿¿´ ª»®»²·¹¼» ØÎÓ ¼·-½·°´·²» ·² -¿³»²-°®¿¿µ ³»¬ ¸»¬ ±²¼»®©·¶- ³±»¬»² -¬®»ª»² ²¿¿® »»² -¬»ª·¹» ¬»½¸²·-½¸» ¾¿-·- ±° ¼» ª»®-½¸·´´»²¼» ²·ª»¿«- ³»¬ »»² -¬»®µ» ½±«´»«® ´±½¿´»ò Ü» -½¸»·¼·²¹ ¬«--»² ¸»¬ ¾»¸¿´»² ª¿² »»² ¼·°´±³¿ »² ¼» ¬±»¬®»¼·²¹ ¬±¬ ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ¦¿´ ¼¿¿®³»» ª»®ª¿¹»²ò Ѳ¼»®²»³·²¹»² ¸»¾¾»² »® ¾»¸±»º¬» ¿¿² »»² ³»»® ¾»°¿´»²¼» ®±´ ¬» -°»´»² ·² ¼» ±²¬©·µµ»´·²¹ »² µ»«¦»- ª¿² ½«®®·½«´¿ ·² ¸»¬ ¾»®±»°-±²¼»®©·¶-ò Æ·¶ ª¿®»² ·³³»®- ©»´ ¾·¶ ¸»¬ ¾»-½¸·µ¾¿¿® µ±³»² ª¿² ²·»«©» ·²-¬®±±³ ³»¬ ¼» ¶«·-¬» ¾»®±»°-µ©¿´·º·½¿¬·»-ò Ñ° ¸¿¿® ¾»«®¬ ¸»»º¬ ¸»¬ ±²¼»®©·¶- ¾¿¿¬ ¾·¶ µ»²²·- ª¿² »² ¹±»¼» ®»´¿¬·»- ³»¬ ¸¿¿® ¿º²»³»®-ò Ѳ¼»®²»³·²¹»² »² ±²¼»®©·¶- ±²¬³±»¬»² »´µ¿¿® ±° ¼·» ³¿²·»® ½±²½®»»¬ò ØÎÓ µ¿² ¼» •´·²µ·²¹ °·²Ž ª±®³»²ò
ØÎÓ ·² ᬬ»®¼¿³ 網³±²¼ Ü» ®»¹·± ᬬ»®¼¿³ 網³±²¼ ø·²½´«-·»º Ü®»½¸¬-¬»¼»²÷ ·- ¼» ³»»-¬ ½±³°¿½¬» ½±²½»²¬®¿¬·» ª¿² ³»²-»²ô ¹»¾±«©»² »² ¿½¬·ª·¬»·¬»² ·² Ò»¼»®´¿²¼ò Ü¿¿®³»» ·- ¼·¬ ¹»¾·»¼ ª¿¿µ ¬±±²¿¿²¹»ª»²¼ ª±±® ³¿½®±ó»½±²±³·-½¸» ±²¬©·µµ»´·²¹»² ¼·» ´¿¬»® ·² ¼» ®»-¬ ª¿² ¸»¬ ´¿²¼ ¦«´´»² ±°¬®»¼»²ò Û® ¦·¶² ³±³»²¬»»´ ³»»® ¼¿² èðòððð ³»²-»² ©»®µ¦¿¿³ ·² ¼» ¬»½¸²·»µ ø·²½´«-·»º ´±¹·-¬·»µ »² »²¹·²»»®·²¹÷ò Ѻ-½¸±±² »® ³»»® ¾»µ»²¼ ·- ±ª»® ¸»¬ ²·»¬ ©»®µ»²¼ ¼»»´ ª¿² ¼» °±°«´¿¬·» ·² ᬬ»®¼¿³ 網³±²¼ô µ¿² »®ª¿² ©±®¼»² «·¬¹»¹¿¿² ¼¿¬ ¼»¦» èðòððð ·² ¹®±¬» ´·¶²»² ª±´¼±»² ¿¿² ¼» ¿´¹»³»²» µ»²³»®µ»² ª¿² ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬å ±²¹«²-¬·¹» ¼»³±¹®¿º·»ô ¼»»´- ³±²±¼·-½·°´·²¿·®ô ´¿²¹¼«®·¹» ¼·»²-¬ª»®¾¿²¼»² ¾·¶ 77² ©»®µ¹»ª»® »² ´¿¹» ª»®¿²¼»®¾»®»·¼¸»·¼ ©¿¿®³»» ¼» ¿½¬·»ª» °±°«´¿¬·» ·² ¼» ¬»½¸²·»µ ª»®¼»® ¿º¹®±»·¬ ª¿² ¼» ª»®¿²¼»®»²¼» ¾»¸±»º¬» ª¿² ¸»¬ ¾»¼®·¶º-´»ª»²ò Ü» ¿½¬«¿´·¬»·¬ ª¿² ¼»¦» ¬¸»³¿¬·»µ ·² ¸»¬ µ¿¼»® ª¿² ¼» ª®¿¿¹-¬»´´·²¹ ª¿² Æ¿¼µ·²» ¦±« »»² ²¿¼»® ±²¼»®¦±»µ ²¿¿® ¼» µ»²³»®µ»² ª¿² ¼» ¿½¬·»ª» °±°«´¿¬·» ¦»µ»® ®»½¸¬ª¿¿®¼·¹»²ò ײ ¼» ®»¹·± ¦·¶² ·² ¬±¬¿¿´ í ®±½Ž- »² »»² ª¿µ±°´»·¼·²¹ ¾·²²»² ¼» ¬»½¸²·»µ ¿½¬·»º ©¿¿® ¸»¬ ±°´»·¼»² ·² ¸»¬ ®»¹«´·»®» ¾»®±»°-±²¼»®©·¶- ±° ³¾± ²·ª»¿« ¾»¬®»º¬ò Ü» ¾»´¿²¹-¬»´´·²¹ ª±±® ¬»½¸²·-½¸» ±°´»·¼·²¹»² ·- ¿´ ¶¿®»² ¬¿²»²¼ »² »»² ¹®±±¬ ¿¿²¬¿´ ´»»®´·²¹»²ô ª±±®¿´ ±° ¼» ´¿¹»®» ²·ª»¿«-ô ª»®´¿¿¬ ª®±»¹¬·¶¼·¹ ¸»¬ ±²¼»®©·¶-ò ß¿² ¼» ¿²¼»®» µ¿²¬ -°¿²²»² ª»®-½¸·´´»²¼» ¾»´¿²¹»²¹®±»°»² ¦·½¸ ¿´ ¶¿®»² ·² ±³ ±²¼»®©·¶-ô ¦±©»´ ®»¹«´·»® ¼¿¹±²¼»®©·¶- ¿´- ¼«¿¿´ ¿´°±-¬ó·²·¬·»»´ ±²¼»®©·¶-ô »² ¾»¼®·¶º-´»ª»² ª·¿ ½±²½®»¬» °®±¹®¿³³¿Ž- ¼·½¸¬»® ¾·¶ »´µ¿¿® ¬» µ®·¶¹»²ò ÕÓÎ øÕ»²²·-½»²¬®«³ Ó¿·²°±®¬ ᬬ»®¼¿³÷ô Ü»´¬¿´·²¯- »² ¼» ®»¹·±²¿´» ¿º¼»´·²¹ ª¿² ¼» ª»®»²·¹·²¹ ÚÓÛóÝÉÓ ¦·¶² ¼¿¿® ª±±®¾»»´¼»² ª¿²ò ر»©»´ ª»®-½¸·´´»²¼» °®±¹®¿³³¿Ž- ¦±²¼»® ³»»® -«½½»-ª±´ ¹»²±»³¼ µ«²²»² ©±®¼»²ô ¾´·¶º¬ ¼» ¼§²¿³·»µ ª¿² ¼» ¬»½¸²·-½¸» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ Š ¦±©»´ ¿¿² ¼» ª®¿¿¹ó ¿´- ¿¿² ¼» ¿¿²¾±¼-¦·¶¼» Š »»² ¬¸»³¿¬·»µ ¼·» ²·»¬ ±²¼»® ½±²¬®±´» ·- »² ¼·» ª»®¼»®» ·²-°¿²²·²¹»² ª»®»·-¬ò
ì
Ü» ØÎÓ ¿º¼»´·²¹»² ª¿² ¬»½¸²·-½¸» ±²¼»®²»³·²¹»² ·² ¼» 網³±²¼ ¦·¶² ³»¬ ¼»¦» °®±¾´»³¿¬·»µ ³»»¹»¹®±»·¼ò Ø»¬ ª¿´¬ ±° ¼¿¬ ¸»¬ ¿½¬»®»² ª¿² ª»»´ ØÎÓó»®- ²±¹ -¬»»¼¹»-¬««®¼ ©±®¼¬ ¼±±® ¼» ¸»µ¬·»µ ª¿² ¼» ¼¿¹ò ر»©»´ »²µ»´»² °¿®¬·½·°»®»² ·² ®»¹·±²¿´» °®±¶»½¬»² ©¿¿®ª¿² ±° ´¿²¹»®» ¬»®³·¶² »»² -¬®«½¬«®»´» °±-·¬·»ª» ·²ª´±»¼ ³¿¹ ©±®¼»² ª»®©¿½¸¬ô µ¿² ¿´¹»³»»² ©±®¼»² ¹»½±²½´«¼»»®¼ ¼¿¬ ¼» ³»»-¬» ØÎ ¿º¼»´·²¹»² ÐÆ ¿½¬·ª·¬»·¬»² ·² ¸»¬ µ©¿¼®¿¿¬ «·¬ª±»®»²ò Ü» ¾»¸±»º¬» ¿¿² Š»² ²±±¼¦¿¿µ ª¿²ÿ Š ³»»® -¬®¿¬»¹·-½¸ ØÎÓ ·»® ¹»©±±²ò ß´- ©» ¾±ª»²-¬¿¿²¼» ±ª»®©»¹·²¹»² ·² ±¹»²-½¸±«© ²»³»² µ«²²»² ©» ²·»¬ ¿²¼»®- ¿´ª±±®-¬»´´»² ØÎÓ ª»®¼»® ±° ¬» -°´·¬-»² ·² »»² ª¿-¬» ¾»¦»¬¬·²¹ ª±±® ¼» ±°»®¿¬·±²»´» °»®-±²»»´-¦±®¹¬¿µ»² ø·²¬»®² ¹»±®·5²¬»»®¼÷ »² »»² µ´»·²»®» ¹®±»° ØÎÓ -¬®¿¬»¹»²ô ¼»¦» ´¿¿¬-¬»² »¨¬»®² ¹»±®·5²¬»»®¼ô ³¿¿® ©»´ ±°»®»®»²¼ ª¿²«·¬ ¼» ±²¼»®²»³·²¹»² ¦»´º »² ²·»¬ ¿´»¨¬»®² ¿¼ª·-»«® ª±±® »»² ±²¼»®²»³·²¹ò Ø»¬ ®»-¬¿«®¿²¬ ª¿² ¼» ¿®¾»·¼-³¿®µ¬ ©»®µ¬ ·³³»®¸»¬ ¾»-¬ ¿´- ¼» µ±µ ¦·¶² ³¿¿´¬·¶¼»² ¦»´º ±²¬©·µµ»´¬ô ¾»®»·¼¬ »² ±°¼·»²¬ÿ
Ø·Ì»½- ÞòÊò Ü®-ò ÖòßòÔòÓò ª¿² Û®° Í»°¬»³¾»® îððé øÑ° °»®-±±²´·¶µ» ¬·¬»´ ±° ª»®¦±»µ ª¿² ¼» Ü»²µ¬¿²µ Ì»½¸²·»µ÷
ë
EERSTE CONCEPTTEKST 19 APRIL 2005 STORK AT WORK NUMMER 1/2005 ORDERNUMMER: 26010509
-1-
Eigen werkmaatschappij ontwikkelt opleiding voor hooggeschoold technisch personeel Duaal leertraject zorgt voor hechte band met technici Andries Takke (23) volgt momenteel de door HiTecs, een werkmaatschappij van Stork, ontwikkelde hbo-opleiding Technische Bedrijfskunde. Het gaat om een duaal leertraject waarin hij, naast het volgen van colleges, bijna fulltime meedraait bij Stork WorkSphere, een onderdeel van Stork Technical Services. Door medewerkers als Andries Takke een studie te laten volgen en in verschillende functies in te zetten, heeft Stork een eerste antwoord op de groeiende vraag naar goed opgeleid en breed inzetbaar technisch personeel. Takke volgt zijn colleges aan de Hogeschool van Amsterdam waar hij zich bekwaamt in onder andere financieel management, logistiek, projectmatig werken en elektrotechniek. Daarnaast werkt hij vier dagen per week in loondienst van HiTecs. “Begonnen als iemand die bij wijze van spreken alleen maar bouten en moeren mocht aandraaien, heb ik altijd al de drang gehad om meer uit mezelf te halen”, geeft hij aan. “Ik wilde meer doen met de technische kennis die ik als afgestudeerd MBO-student had. Het volgen van een commerciële, bedrijfskundige opleiding leek me in dat opzicht de ideale keuze om me verder te ontplooien. Het voordeel van een duaal leertraject is immers dat ik direct in de praktijk kan beoordelen hoe ik mijn theoretische kennis kan inzetten.” Blik op de toekomst “Een duaal leertraject is intensiever dan een stage en zeker minder vrijblijvend”, vervolgt Takke. “Je draait volledig mee in het bedrijfsleven, maar zowel de docenten als je werkgever verwachten voortdurend dat je optimaal presteert. Daar staat wel de zekerheid van een arbeidscontract tegenover.” Om de vorderingen in de praktijk en in het leslokaal te bewaken, ziet een consultant van HiTecs toe op de voortgang van de studie en is een mentor het aanspreekpunt op de werkvloer. Takke: “Met de teruglopende belangstelling voor technisch onderwijs enerzijds, en toenemende competentiebehoeften binnen organisaties aan de andere kant, is deze werkwijze voor Stork een slimme manier om in de toekomst enigszins zeker te zijn van goed gekwalificeerd technisch personeel. En door medewerkers op deze manier intern verder te vormen en te kneden, wordt de betrokkenheid bij wat ze doen ook groter en leidt het ertoe dat technische medewerkers een hechtere band met de onderneming krijgen.”
EERSTE CONCEPTTEKST 19 APRIL 2005 STORK AT WORK NUMMER 1/2005 ORDERNUMMER: 26010509
-2-
Zelf een weg banen Begonnen in september 2002 als monteur bij Stork WorkSphere is Takke inmiddels opgeklommen via de functies van service werkvoorbereider tot servicecoördinator. “In iedere nieuwe functie zijn andere bedrijfskundige aspecten van toepassing”, legt hij uit. “En net als in het bedrijfsleven worden wij in een duaal leertraject niet aan het handje meegenomen. Als je wilt doorgroeien moet jezelf het initiatief daartoe nemen en op tijd aangeven wanneer jij je in een andere functie verder wilt ontplooien. Kortom, wil je meer, maak dat kenbaar en zorg dan dat je vooraan staat!” Door de combinatie van studie en werk stelt Takke zich ook minder rechtlijnig dan in het verleden op. “Het coachen en begeleiden van medewerkers is een onderdeel dat tijdens de colleges ter sprake komt. Pas in de praktijk realiseerde ik me hoe belangrijk in dat opzicht een weloverwogen en professioneel P&O-beleid is. Een instelling als: ‘niet zeuren, maar werken en doorgaan’ blijkt ontoereikend in de huidige tijd. Zo kunnen persoonlijke omstandigheden een rol spelen in het wel of niet functioneren van medewerkers. Daar moet je dan ook iets mee doen. Andersom leer ik via de colleges om de noodzaak van en de beweegredenen achter organisatieveranderingen te begrijpen. Voorheen zou ik een reorganisatie gelaten of passief ondergaan. Nu benader ik dat anders, omdat ik meer inzicht heb in de mogelijke motieven van het management.” Zinvolle functies Een duaal leertraject zorgt voor flexibele, waardevolle allround medewerkers. “Ik ben goed op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de organisatie en procedures binnen Stork”, stelt Takke. “In een duaal traject leer je het klappen van de zweep binnen een grote onderneming.” Persoonlijk hoopt hij op voldoende doorgroeimogelijkheden in de (nabije) toekomst, want dat is voor hem een cruciale voorwaarde om bij Stork te blijven. Dat verwacht hij eerlijk gezegd ook van een aantrekkelijke werkgever. “Om technisch personeel te werven, te behouden, maar zeker ook om zich verder te ontplooien, moet een bedrijf uitdagende functies op verschillende niveaus hebben. Mijn pad wordt daar uiteraard ook door bepaald, maar ik realiseer me dat ik er zelf de hand in heb als ik me voortdurend blijf ontwikkelen.”