Eens loopt de emmer over Of hoe lang moet het duren voordat de website op zwart gaat.
door Jacques Janssen
Ontstaansgeschiedenis
Het is de druppel die de emmer doet overlopen. Soms duurt het lang voordat die laatste druppel bereikt wordt. In andere gevallen komt die druppel vrij snel. Voor velen, die geen goed overzicht hadden van de emmer, vrij onverwacht.
Hoewel er meerdere zaken speelden tussen het bestuur en mij, is de website wel het belangrijkste onderwerp waarop de relatie een zware deuk heeft gekregen. Zomer 2009, ik was pas enige maanden bij het koor, werd er op mij een beroep gedaan een mooie website te maken voor Het Ruime Sop. De toenmalige website, hoewel van eenvoudige structuur en navigatie, was toch niet het ideaal dat het bestuur voor ogen had. Mijn eigen website, de grootste particuliere niet-commerciële website in Nederland werd als voorbeeld gesteld, zoiets.
Homepage van www.verblijfopaarde.nl
De website moest iets moois worden Op een terrasje in Loosdrecht heb ik in de zomer van 2009 uitvoerig met de voorzitter van gedachten gewisseld over de mogelijkheden van een door mij te ontwikkelen website voor Het Ruime Sop. Een mooie website dus maken. Dat betekent de markt verkennen. Hoe doen andere shantykoren dat met hun website? Een analyse van de vele bezoekjes aan de sites van shantykoren maakte me één ding heel duidelijk: zo moet het niet. Onze website moet zich van al die anderen kunnen onderscheiden. In augustus 2009 een notitie van uitgangspunten gemaakt voor het bestuur, met de bedoeling een en ander te bespreken. Naast een verlag van mijn bevindingen bij de andere shantysites heb ik het bestuur gerapporteerd over de nieuwe navigatiestructuur, de te bereiken toegankelijkheid, de inhoud en een apart te creëren verenigingsgedeelte (intranet) waar slechts de leden terecht kunnen. Mij was gebleken dat de website van Het Ruime Sop niet door de Google zoekmachine gevonden kon worden. In de notitie heb ik ook vermeld bij -1-
welke rubrieken de bezoeker informatie, beeldmateriaal of muziek kan tegenkomen. Dat betrof de volgende opsomming: • Geschiedenis • De Bemanning/Leden/Bestuur/Muziekcommissie/Muzikanten • Optreden/Agenda/Reportages • Het repertoire • Muziek/CD’s/Melodieën/Geluidsalbum • Boekingen • Teksten • Zeemansbegrippen • Verslagen • Archief
In deze voortgangsrapportage heb ik o.a. elf beslispunten opgenomen waarover het bestuur een besluit diende te nemen. Ofschoon ik hiermee een handreiking bood om voor het bestuur de besluitvorming rondom de website inzichtelijk te maken, heb ik nooit een schriftelijke reactie ontvangen. Ik moest er aan wennen dat dit bij deze vereniging helemaal anders gaat dan ik van andere verenigingen en organisaties gewend ben. Met mijn notities heb ik getracht een breed draagvlak bij het bestuur te creëren voor de website en wat daar mee samenhangt. Er is nooit een gesprek met het bestuur hierover geweest. Alleen heb ik soms gesprekken gehad met de voorzitter, die mij meerdere malen toevoegde dat ik zoveel scheef, dat het bestuur daar geen of onvoldoende kennis van neemt. Meerdere malen heb ik het bestuur uitdrukkelijk gewezen op het feit dat een website maken één is, maar dat het onderhoud ervan veel tijd zal vergen en dat daar iemand voor gevonden moet worden: één van de belangrijkste beslispunten. Omdat ik zelf alles op schrift heb gezet maak ik me er geen enkele zorg om. Maar het is niet professioneel en zeker niet zakelijk van het bestuur. In december 2009 werd mij de gelegenheid geboden om in de Brede School op een computer met internetaansluiting de leden na afloop van de repetitie inzicht te geven in de structuur van de nieuwe website. In januari 2010 heb ik voor het bestuur gezorgd dat de website online ging en men niet langer via mijn eigen website genoodzaakt was die van Het Ruime Sop te bereiken.
Terugkijkend is hiervan alles gerealiseerd en meer dan dat. Zelfs is er later op verzoek van de voorzitter een column toegevoegd. Onderscheidend met al die andere shanties is dat de geschiedenis is ingebed in een historisch perspectief van het ontstaan van de shanties bij de zeevaart en de plaats van Het Ruime Sop in de geschiedenis van Bussum, toen er nog een haven was. Dit is nog niet verder uitgewerkt. Om de band met het verleden te versterken zijn er met toestemming van SchoolTV Beeldbank een viertal video’s af te spelen over Michiel de Ruyter, de Gouden Eeuw, de VOC-route en de Overwintering op Nova Zembla. Er werd grote druk op me gelegd om de oude website zo gauw mogelijk te vervangen door de nieuwe versie. Maar ik liet me niet opjagen. Immers, aan mijn eigen site heb ik meer dan een jaar offline gewerkt voordat hij de lucht in ging.
Sail2010 De eerste aanvaring was met de voorzitter naar aanleiding van Sail2010. Zijn dochter had videoopnamen van ons optreden in Amsterdam gemaakt en die moesten op de website. Ik kreeg een cd aangeleverd en heb deze bekeken en schrok van de slechte kwaliteit. In ieder geval niet iets om op onze website te zetten. Ik heb hem uitvoerig gemaild waarin ik mijn argumenten genoemd heb. Er was in de hele opname geen 3 (schrijven: drie) seconden waar het beeld even stil stond. Het was een en al gezwabber. Bovendien was het geluid niet om aan te horen en de belichting was ernstig onderbelicht waardoor er heel grote contrasten (voornamelijk in het zwart) waren waar in de donkere partijen geen tekening meer aanwezig was. Het materiaal werd mij ruw aangeleverd en was niet gemonteerd. Een beetje amateurfilmer weet dat je moet editten. Ik heb nog gekeken of ik in mijn video-editor met 18 sporen nog iets fatsoenlijks
De homepage van Het Ruime Sop
In november 2009 schreef ik een voortgangsnotie voor het betuur en kon men de website al bekijken omdat ik deze onder mijn eigen site heb gehangen, zodat extra kosten van de provider voorlopig werden voorkomen. -2-
kon maken. Maar dat was uitgesloten omdat bij de opnamen geen rekening is gehouden met additioneel materiaal. Van cameramontage was ook geen sprake. Mijn argument was dat de website met een dergelijke kwaliteit geen video materiaal van dit niveau kan hebben. Rob kwam een paar uur later spoorslags naar mij toe om mij over te halen de video op de site (liefst de homepage) te plaatsen. We hebben er stevig over gepraat, maar hij bleef maar aandringen. Begrijpelijk, want het was door zijn dochter gemaakt en het stond al op youtube waar duizenden mensen al naar keken. Dat laatste is voor mij helemaal geen kwaliteitsargument. Zeer teleurgesteld ging hij naar huis, maar we konden nog door één deur gaan.
maakte hem duidelijk dat het hier om een gedramatiseerde Tv-serie ging over een zangkoor (wat wil je nog meer) waar allerlei verhaallijnen door elkaar liepen. Een koor zoals dat van ons. Maar ik had niet het idee dat hij wist waar ik het over had en ik vroeg hem nadrukkelijk voor de dag te komen: “Waar ben je nu bang voor Hannes, vertel het maar?“ En hij zei dat ik me moest voorstellen dat de NCRV de telefoon pakt en ons daarover benaderd. Dan zijn de poppen aan het dansen. Dit zijn momenten dat ik aan iemands geestesgesteldheid ga twijfelen en ik bulderde dan ook van het lachen, maar was tegelijkertijd natuurlijk erg boos op hem en liet dat ook blijken. De NCRV heeft wel wat anders te doen dan alle websites van shantykoren en andere koren af te struinen op zoek naar een ongewenst woord over hun serie. Hij begrijpt de grote mensenwereld niet, zo troost ik mij dan. Uiteindelijk hoorde ik van hem dat er een eindredactie moet komen. Retorisch vroeg ik hem wie dan wel de eindredactie van de column van Rob heeft gedaan en wie die van Frans Roemen moet doen die er binnenkort aankomt. Ik acht mij voldoende gekwalificeerd om voor de eindredactie te zorgen als ik bij de universiteit de eindredactie voor 10 voorlichters deed. En ik heb niet de indruk dat er onder de koorleden een professionele journalist is met eindredactionele kwaliteiten. Maar de man heeft dan toch maar zijn wantrouwen jegens mij geventileerd.
Eindredactie Begin februari heb ik met twee bestuursleden (die namens het bestuur met mij spraken) een zeer onaangenaam gesprek gehad, waarbij ik een boel shit over me kreeg. Er deugde niets van de site. Ik heb geen waardering ontmoet, alleen maar kritiek en wantrouwen. Er moet een eindredactie voor de column komen zo riep bestuurslid Hannes Janssen. Ach je roept maar wat, ook al weet hij niet waar hij het over heeft. Kennelijk heeft Rob zijn ergernis over de sailvideo ook in het bestuur geventileerd, want zo hoorde ik terug: “Als het bestuur wat op de website wil hebben dan gebeurd dat”, zei de secretaris Plender. Vervolgens hoorde ik dat het bestuur zo lang kan blijven zitten als het wil toen en passant de statuten aan de orde kwamen. Ik heb geen statuten nodig om deze uitlating te kwalificeren als een van een regent uit de vorige eeuw die slechts één oogmerk had: het pluche niet te verlaten.
Daags na dit verbijsterende gesprek heb ik de voorzitter een mail gestuurd waarin ik mijn versie van het gesprek gaf en heb hem meegedeeld dat het bestuur voor de site iemand anders moet zoeken. Begin februari dus.
De column Hannes Janssen stelde tot mijn verbazing de column aan de orde. Hij vond dat maar niks op onze site. Ik wierp tegen dat dat notabene een idee van het bestuur was, wat ik overigens met instemming omarmd heb. Columns zijn het zout in de pap. Ook daarin onderscheiden we ons van de andere shantywebsites. De eerste column was van voorzitter Rob Hendrikse die beloofde geregeld een bijdrage te schrijven. Maar daar is het bij gebleven. Ik nodigde Hannes Janssen uit te vertellen waar hij eigenlijk bang voor is. Mijn column over het ‘Levenslied’ hoorde niet op de website, vond hij. Ik vroeg waarom niet? Omdat een column iets met ons koor te maken moet hebben, zo zei hij. “Als er één column is die bij ons koor past is het wel die over het Levenslied”, zo reageerde ik. Ik
Public Relations Het is me nooit duidelijk geworden wie er in de PR-commissie zat. Van Wim Haverkort en Jan Schaaf heb ik begrepen dat zij daarin een aandeel hebben en verantwoordelijk zijn voor de Vriendenbrief aan donateurs en begunstigers. Bij Sail2010 hoopte ik op een vruchtbare bemoeienis met de PR voor onze deelname aan het grote waterfestijn. Vanwege mijn betrokkenheid met het koor wilde ik graag veel en positieve publiciteit en stelde voor dat met een aantal persberichten te realiseren. Één persbericht twee tot drie weken voor de opening van Sail2010 en het andere in de week voorafgaand -3-
te krijgen dat professionaliteit en kennis van zaken niet op prijs wordt gesteld. Tot een goed imago mag ook beschouwd worden de wijze waarop je op professionele wijze met anderen communiceert. Een organisatie die professionaliteit wil uitstralen heeft daarvoor talloze middelen ter beschikking. En zeker als je een website hebt waaraan vele e-mailaccounts gelieerd kunnen worden, is zo’n instrument. Ik heb derhalve het bestuur aangeboden speciaal aan de website verbonden e-mailaccounts te maken. In januari 2011 heb ik het bestuur in een aangeklede e-mail laten weten dat een en ander gerealiseerd is en dat ze dit op hun computer in het e-mailbrowser kunnen invoeren met vermelding van een password. Daarbij heb ik gewezen op het gebruik van een e-mailsjabloon dat ze in hun communicatie met anderen kunnen gebruiken. Nu wordt een kaal e-mailtje door bestuursleden gebruikt met een persoonlijk e-mailadres. Aanvankelijk was men hiermee wel ingenomen, maar er is niemand die zich hiervan bedient. Alle werk voor niets. Om moedeloos van te worden. Introductiefolder voor nieuwe leden Vanaf het begin van mijn bemoeienis met de website heb ik steeds bij nieuwe leden (want ik was er vroeg bij i.v.m. het smoelenboek) allerlei vragen ontmoet over de meest voor de hand liggende onderwerpen, zoals o.a. waar krijg ik van die betaalpenningen, jullie schijnen een website te hebben hoe kan ik die bereiken, waar vindt ik de agenda en tal van andere zaken. Op een gegeven moment ben ik een introductiebrochure gaan maken waarin ik al die vragen waar nieuwkomers over beschikken beantwoord. Ik kan daarbij bogen op mijn ervaring bij de universiteit waar jaarlijks 3.000 nieuwe studenten gelijktijdig een introductie krijgen en een boel informatie krijgen. Tijdens dat gesprek begin februari met twee bestuursleden heeft men mij zo kwaad gekregen dat ik de brochure ter plekke verscheurd heb. De secretaris had ook al een A4-tje geschreven, maar het bestuur vond dat te gering zodat Hannes Janssen een voorstel schreef van twee A4tjes. Dat was de norm waarlangs mijn brochure van zes pagina’s waaronder een voor- en een achterkant beoordeeld werd. Niet de inhoud, maar de omvang. Mijn voorstel was gewoon te groot. Van alles werd erbij gehaald, zoals de opmerking dat je nieuwe leden niet zo moet belasten. In ieder geval was mijn voorstel gebaseerd op gesprekken met nieuwe leden. Maar aan tafel werd het een personenstrijd.
Één van de persberichten, dd. 16 juli 2010
aan de opening, zodat de herkenbaarheid bij een groot publiek vergroot werd. Voor de verschillende lokale media heb ik ruim een maand van te voren twee concept versies gemaakt, waarvan ik ook een kopie naar Haverkort en Schaaf heb gestuurd. Hierover heb ik een gesprek met een aantal bestuursleden gehad, dat tot weinig resultaten heeft geleid. Zo wilde de secretaris dat één exemplaar genoeg is en de voorzitter wilde de leadtekst fors veranderen. Een door mij gemaakte planning van het verzenden van een en ander werd genegeerd en ook het pluggen schoot er bij in.. Met name het wijzigen van de leadtekst en de bodytekst ontmoette bij mij op grote weerstand en ik voelde mij in de verdediging gedrongen omdat ik weer vanuit mijn professionaliteit moest uitleggen dat journalisten door iets anders geprikkeld worden dan door datgene wat de voorzitter voorstelde. Ik voelde meer voor aansluiting bij het grote evenement omdat zulks de journalist de gelegenheid biedt de link met ons koor te leggen. En omdat ik duizenden persberichten heb geschreven, dacht ik het beter te weten. Helaas. Ik begin langzaam het idee
-4-
Ook deze kwestie heb ik toen daags na dat gesprek bij de voorzitter gemeld.
Het uitdijend conflict De eerstvolgende repetitie laat Rob me weten dat hij me namens het bestuur een brief moet sturen. Ik heb hem succes gewenst en ben gaan wachten. Ondertussen heb ik dagelijks aan de site gewerkt, soms tot diep in de nacht (Ik weet niet of er één vrijwilliger is die zoveel uren voor de vereniging maakt). Bijna elke dinsdagavond vroeg ik Rob hoe het zat met die brief. Hij haalde zijn schouders op, typisch voor een bestuurder die alles op zijn beloop laat. Ik heb er op de ledenvergadering niets over gezegd, omdat ik hoopte dat de problemen zouden worden opgelost. Begin april heb ik Rob voorgesteld om als volwassen kerels aan tafel het geschil te bespreken. Ik heb hem zelfs de suggestie gedaan om dat gesprek zelf niet voor te zitten, maar om dat een ander te laten doen, zodat hij zich niet geremd hoefde te voelen en volop aan dat gesprek kan deelnemen.
Netwerken en externe relaties Het bestuur was er veel aan gelegen om de website grote groepen mensen te laten aantrekken. Hoe meer bezoekers hoe liever is de gedachte. Niemand heeft zich ooit afgevraagd dat daaraan een prijskaartje hangt. De eigenaar van de website moet immers het dataverkeer betalen. Er zijn al heel wat websites uit de lucht gehaald omdat eigenaren daar geen rekening mee hadden gehouden en voor hoge kosten kwamen te staan. Nu zal dat bij ons niet het geval zijn. Daar komen geen honderdduizenden mensen op af. Maar het feit dat men geen weet heeft van deze principes bij het internetverkeer geeft wel te denken. Intensivering van je netwerken is een eerste stap om meer mensen naar de website te krijgen. Direct nadat we in Wijk bij Duurstede de publieksprijs hadden gewonnen en ik een speciale fotoreportage heb gemaakt, heb ik een email hierover rondgestuurd, In eerste instantie naar de koorleden en bestuur. Maar daarnaast naar mijn eigen privé e-mailbestand dat fluctueert tussen de 250 en 800 adressen. Dit bestand is geleidelijk aan opgebouwd en bevat personen uit mijn familie, vrienden- en relatiekring waarvan ik weet dat ze in onze muziek en zang geïnteresseerd zijn. In twee dagen tijd zijn er ongeveer zo’n 2.500 hits geweest, mede dankzij mijn privébestand. Talloze malen heb ik het bestuur dringend gevraagd om de e-mailadressen van onze donateurs, begunstigers en andere relaties beschikbaar te stellen, zodat in dit soort gevallen een veelvoud van het huidige aantal mensen bereikt kan worden. En als ik dit verhaal tegen de voorzitter afsteek, kijkt hij me wat glazig aan en maak ik hem duidelijk dat hij het was die zoveel mensen naar de site wil krijgen. Het winnen van de publieksprijs heb ik toen voor het eerst kenbaar gemaakt in een webbulletin dat per e-mail is rondgestuurd. Niet alleen, de autobranche, Gamma, zorgverzekeraars of de ING-bank kunnen hiervan gebruik maken om hun klanten te benaderen. Maar ook wij hoeven wat dat betreft niet onder te doen voor een professionele organisatie. Maar dan moet je niet alleen je leden benaderen, maar ook dat externe bestand beschikbaar stellen. Eind januari heb ik hierover met de secretaris voor de tweede maal overleg over gehad. Hij begreep goed de meerwaarde. Maar toen begin februari tijdens dat gesprek ik het helemaal gezien had, is er van het voornemen niets meer terecht gekomen.
Omdat er op Koninginnedag weer van alles gebeurde waarover mijn laatste restje vertrouwen verloren ging, heb ik de koorleden en het bestuur een noodmail gestuurd en de site op zwart gezet. Mijn laatste e-mail aan het koor en het bestuur stuurde ik op de dag van de arbeid, 1 mei 2011. Beste makkers, De website van ons shantykoor heb ik uit de lucht gehaald, op zwart gezet. Dat doe je niet zomaar. En ook niet na een nachtje slapen. Als je veel getreiterd wordt grijpt een mens op een gegeven moment naar het ultieme middel. In dit geval is de website uit de lucht halen het enige middel om bestuur en bestuursleden tot inkeer te brengen. Allerlei andere middelen zijn beproefd maar niet succesvol gebleken. Ik ben jullie een verklaring schuldig. Hier komt hij. Ik had me gisteren op een prachtige Koninginnedag verheugd nadat een dag eerder mijn vrouw een lintje had gekregen. Het weekend kon met zo’n zonovergoten zaterdag in het vooruitzicht niet meer stuk. Ik ben kwaad, getergd en flink boos. Dat zal uit het navolgende blijken. Bezie het vanuit deze positie. Als bestuursleden mij schofferen zoals ze dat gisteren gedaan hebben, zijn ze bij mij aan het verkeerde adres. Ik ben bij dit shantykoor gekomen om te zingen, om plezier te hebben en niet om me stelselmatig door bestuursleden te laten afzeiken bij een vrijwilligerswerkweek van gemiddeld 28 uur. Nog voordat we gisteren onder het toeziend oog van Comenius de eerste klanken konden voortbrengen voegde penningmeester Willem Steen-
-5-
Om aan de rechterkant van de kiosk wat foto’s te kunnen maken was ik tijdens het laatste blok naar rechts opgeschoven en stond voor het eerst naar onze voorzitter. Wim Plender zetten Bora, Bora in en we waren nog geen twee coupletten verder of mijnheer de voorzitter draait zich mijn kant op en roept me toe dat ik niet mooi zing. Om zeker te weten dat hij geen geintje maakt of me wil jutten (wat hij normaal niet doet) vroeg ik hem wat hij bedoelt. “Jij zingt niet mooi”, was zijn zelfverzekerde reactie en bevestigde daarmee dat hij op oorlogspad was. Van diverse koorleden begreep ik dat de voorzitter niet de bevoegdheid heeft om een kwalitatieve beoordeling te geven over de zangprestatie van een koorlid. Ook later thuis, kon ik in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement daarvan niets aantreffen. Hendrikse is wel voorzitter, maar hij dient de vereniging te besturen en te erkennen dat zijn bevoegdheden niet grenzeloos zijn. Soms heb ik de idee dat de voorzitter en het bestuur het koor als hun eigendom, hun speeltje beschouwen en de verenigingsdemocratie op een armzalig laag peil staat. Na vijf jaar is men nog niet in staat met een fatsoenlijk rooster van aftreden tevoorschijn te komen. Maar het ergste waar ik aan denk is wat die ochtend was voorgevallen toen een plukje mensen met de voorzitter op de stoep bij ene makelaar stonden te delibereren over hoe men de waardering voor koorleden tot uitdrukking kan brengen voor hun medewerking aan de cd-opnamen, terwijl op de kiosk het Tsjechische gezelschap ver over zijn tijd was en rustig doorging. Ik vroeg aan een paar maatjes of er geen regisseur was die voor het programma de verantwoordelijkheid draagt en de opvoerenden tot de orde roept als zij zich niet aan de richtlijnen onderwerpen. Maar er was kennelijk geen regisseur alsof dit de eerste keer is dat wij gastheer zijn van een aantal andere koren. De voorzitter had het erg druk met het doordrukken van zijn mening tegen die van de commissie van Straaten in die in het leven is geroepen om de cd te promoten en te verkopen. Tijdens de eerste bijeenkomst van deze commissie besloot men na ampel beraad dat elk koorlid gratis een cd zou krijgen en dat het aan elk individueel koorlid zelf is om te bepalen hoeveel exemplaren hij wil kopen. Alleen de voorzitter distantieerde zich hiervan en was van mening dat elk koorlid een pakje van vijf cd’s krijg en daarvan vier moet betalen, derhalve € 40. Alle andere leden van de commissie waren het daar niet mee eens en kozen niet voor een dergelijke koppelverkooppraktijk. In een verslagje van voorzitter Michiel van Straaten is dit vastgelegd. Nu stond daar verenigingsvoorzitter Hendrikse zijn zin door te drijven en verkrachtte daarmee een besluit van de speciale commissie. Wat verenigingsdemocratie! Laat ze maar lullen, we doen toch wat wel willen lijkt de heersende cultuur bij ons gewaardeerd koorbestuur. Het doet me pijn in mijn hart dat schouwspel te moeten aanvaarden waarbij volstrekt v oorbij gegaan wordt aan de inbreng van andere koorleden.
kamp mij op gebiedende toon toe dat ik die zonnebril moest afzetten. “Pardon meneer, wat moet ik?” Jij moet die zonnebril afzetten. “Sinds wanneer ben jij mijn oogarts?” Jij moet die bril afzetten, herhaalde hij als in een mantra. “Ik moet niks en zeker niet van jou”, riep ik met stemverheffing en zag dat verschillende maatjes onze kant opkeken niet begrijpend van wat zich op de achterste rij aan het ontwikkelen was. Steenkamp hield vol en met een grijns op zijn gezicht herhaalde hij zijn standpunt dat hij ook al had ingenomen op 10 april toen wij op de boot in Huizen bijeen waren voor de groepsfoto. Ook toen moest ik van hem mijn zonnebril afzetten. Later aan de koffietafel bij de Haven van Huizen ben ik op Ben Derriks toegelopen die ook een zonnebril op had. Ook hij had van Steenkamp het dringende verzoek gekregen zijn zonnebril af te zetten. Na de fotosessie kwam hij met gezwinde tred naar me toe om mij duidelijk te maken dat hij echt niet blij was dat ik mijn bril had opgehouden. Toen ging ik echt aan zijn geestestoestand twijfelen en vroeg mij af in welke staat een koorlid moet zijn om tegen elk maatje dat een zonnebril bij het zingen op heeft een kruistocht te beginnen. “Weet je wat jij moet doen,” mij tot de penningmeester richtend, “jij moet jouw probleem maar in het bestuur brengen.” Ik hoopte dat hij hiermee zou inzien dat het een eenmansactie van hem was. Maar nee hoor, hij liet me weten dat hij deze kwestie in het bestuur zou brengen. Mijn bloed kookte zowat en bijna schreeuwend riep ik ”Moet je vooral doen jochie, dan heb je aan mij echt een kwaaie. Wie denk je wel dat je bent?” Niet goed om je zo te laten gaan. Na het eerste blok zag ik dat Steenkamp op Theo van Wandelen afstevende, die had immers een donkere bril op, mogelijk een zonnebril. Nadat Theo hem met gebruikmaking van onze Nederlandse taal afstrafte ben ik naar hem toegegaan en deed hem mijn relaas. “Jochie,” zei hij, “wij zijn allebei hartpatiënt en wij moeten ons door die lummel niet zo laten opnaaien en jij zeker niet.” Om Steenkamp voor te zijn heb ik tussen een aantal nummers door voorzitter Rob Hendriks op de kiosk geïnformeerd over het voorval. “Jacques. Je moet van een mug geen olifant maken”, was zijn wegwuivende reactie. Een houding die hij meestal inneemt als hij iets niet kan beheersen en ik dacht onwillekeurig aan de uren dat wij op het Marinecomplex in Amsterdam stonden te wachten om naar het Java-eiland te worden gebracht. Als ik de verantwoordelijkheid had gehad, had ik mijn koor niet die hele tijd in die zinderende hitte zonder drank en voedsel laten wachten en was ik in actie gekomen, al moest ik de admiraal daarvoor een onderscheiding van zijn borstkas af lullen. Nee, als het vuurtje te warm wordt, trekt onze voorzitter zich bescheiden terug en is stelling nemen het ergste wat van hem verwacht kan worden. -6-
eerste column waarin ik schreef dat ik bij het koor ben gekomen om te zingen en plezier te hebben. Dat moest ik doen schreef hij heel aardig. De dirigent Bart Houtman vond dat je zo niet met mensen kan omgaan en zou het met de voorzitter bespreken. Ook Frans Roemen vond dat er een gesprek moet komen. Jan van Bemmelen adviseerde mij me er niets van aan te trekken. Kortom bij de leden heb ik meer invoelingsvermogen ontdekt en trof in een aantal reacties boosheid aan jegens het bestuur vanwege de weinig plezierige ervaringen. Heel verdrietig was de éénregelige reactie van Fred Ahrens: “mij is door jan doedel verboden om vooraan te staan”, als reactie op mijn ervaringen met die pias van Steenkamp. Fred mocht van Steenkamp niet op de eerste rij staan, maar het ergste was de manier waarop hij hem dat toebeet.
Volgens mij weet het bestuur niet half (op het smoelenboek kan men daarachter komen) hoeveel potentie, kennis en enthousiasme met de nieuwe leden is binnengekomen. Maar er wordt amper gebruik van gemaakt. Wantrouwen en angst dat men op hun stoelen uit is voert helaas de boventoon. De zonnebril. Oh ja, die zonnebril. Ik heb helemaal geen zonnebril. Uit een recentelijk oogattest van de oogarts moet ik een derde bril erbij hebben. Ik zat al geregeld op koor met twee brillen te kloten. Eén om te lezen en één voor televisie kijken en de auto. Daarnaast had ik nog één voor het computerscherm. Ik was dat gedoe (ook met die kokers) helemaal zat en heb mij een multifocale bril laten aanmeten met coating, anders moet ik ook nog een aparte zonnebril dragen. Dus ik kreeg een hele dure bril, die ik voor alles kon gebruiken en die zelfs bijkleurde bij zonlicht. Ik vindt het gênant dat ik dit alles ter verdediging van mij moet zeggen, terwijl dit land uitstekende privacyregels heeft waarin je dit soort privé-informatie niet hoeft prijs te geven. Maar zo’n bureaucraat als Steenkamp kan een mens daartoe brengen. Hopelijk is dit een leermoment voor hem en houdt hij op met die zinloze kruistochten van hem. Er is nog zoveel ander werk te doen in de vereniging.
Er waren ook boze reacties als die van Rob Sluyk en Jan van den Berg die mij op de dag dat we gingen cruisen stonden op te wachten bij de bij de bus. Jan van den Berg schreeuwde mij toe dat hij geen flikker te maken wil hebben met het feit dat mijn vrouw een lintje heeft gekregen. Hij wil die onzin niet weten en Rob Sluyk vond dat ik de site niet op zwart kon zetten en dat ik dat ongedaan moet maken. Het ging er hard en schreeuwend aan toe, waarbij ik mijn emoties niet goed onder controle had en de heren met stemverheffing lik op stuk gaf en hun mijn rechten onder de aandacht bracht en dat Jan van Berg goed op zijn woorden moest letten, anders krijgt hij echt ruzie met mij en liep hem dat al toevoegend achterna toen hij de bus instapte. Een aantal koorleden waaronder Ton de Groot en Gerrit de Beer hebben zich ingespannen om
Dit was gisteren natuurlijk de druppel die de emmer deed overlopen. Ik kan me voorstellen dat er koorleden zijn die willen weten wat er nog meer in die emmer zat. Zij kunnen mij dat laten weten zodat ik hen wat meer kan informeren. Andere leden kunnen hier genoeg aan hebben. Diegene die nog wat meer wil weten moeten wel aangeven of hij de korte of de langere versie van die emmer wil hebben. Overigens, maar dit terzijde, mensen die mij kennen weten dat ik geen enkele ambitie heb om ooit een stoel in dit bestuur te bekleden. Ik heb het bestuur dat al eerder doen weten. Wat dat betreft valt van mij niets te duchten en heb ik geen enkele ambitie. Ik ben voor het bestuur geen bedreiging, terwijl men zich er wel naar gedraagt. Ik wil dus dat aan deze gang van zaken een einde komt en hoop niet dat daarvoor een beroep moet worden gedaan op art.14 lid 4 der Statuten en dat het bestuur eens zijn verantwoordelijkheid neemt. Met vriendelijke groeten en jammer dat ik dit jullie moet laten weten, maar uit die emmer blijkt hoeveel vruchteloze pogingen ik inmiddels ondernomen heb. Sans rancune, Jacques Janssen
Na deze mail kreeg ik warme reacties van diverse leden. Zo liet Wim Haverkort mij weten om met het bestuur als volwassen kerels aan tafel het probleem uit te praten. Dat had ik al een maand eerder voorgesteld. Maar er gebeurde niets. Wim herinnerde mij nog aan mijn -7-
fysiek geweld tussen de ‘strijdende partijen’ te voorkomen. Het is schande en ik schaam mij voor mijn aandeel daarin.
en zie wel wat er van komt. Uiteraard behoud ik mij het recht voor tijdens de ledenvergadering, waar de statutenwijziging aan de orde komt, het concept te toetsen op de huidige inzichten over het gedemocratiseerde verenigingsrecht.
Tenslotte de cd Ik was er zeer mee in mijn nopjes. Op Koninginnedag werd hij al heel voorzichtig uitgedeeld. Ik zorgde dat ik de eerste was en nam er gelijk tien af. Ik had me voorgenomen er op de website veel originele aandacht aan te besteden. Ik stond in de startblokken. Onder leiding van Michiel van Straaten heeft een tijdelijke commissie gebrainstormd over allerlei acties en promotionele activiteiten. Jammer dat we niet in een Tvuitzending zitten. Jammer dat de verenigingsvoorzitter, tegen de mening van de commissie in zijn zin doorduwde en aan de leden een pakket van 5 wordt aangeboden waarvan zij er 4 moeten betalen. De commissie was tegen deze koppelverkoop en wilde dat elk koorlid als waardering voor zijn verdiensten een gratis exemplaar kreeg en dat het elk koorlid vrij staat om meerdere exemplaren te kopen. Het is betreurenswaardig hoe de verenigingsvoorzitter meent de betrokkenheid en inzet van meedenkende leden te moeten honoreren. Dit soort kruideniersmentaliteit zou niet tot ons wapenarsenaal moeten behoren. Zeker zo erg is dat een dag na thuiskomst van zijn vakantie, Michiel van Straaten helemaal om is en tijdens de cruise met een bestellijst langskomt waarop leden kunnen intekenen voor een pak van 5 cd’s. Ik heb Michiel gevraagd hoe het komt dat hij zo snel 180 graden gedraaid is en zich tot de His Masters Voice heeft ontpopt. Zijn antwoord was voor mij aanleiding om al mijn activiteiten voor de promotie van de cd met onmiddellijke ingang te staken. Dus ik maak geen affiche, geen publiciteit op de website, geen display, kortom ik ben het helemaal zat. Ook heb ik mij uit de statutencommissie teruggetrokken, die tot op heden door bestuurslid Steenkamp getraineerd wordt. Vele malen zegt hij toe zich aan de afspraak te houden om tijdig commentaar aan te leveren. Dat is nog steeds niet gebeurd, want hij heeft het heel erg druk. Ik zal slechts mijn voorstellen bij Michiel inleveren
Conclusie De website is een zaak (en eigendom) van de vereniging. Maar ik heb het onvervreemdbare recht er mee te stoppen, zeker na alles wat er gebeurd is. Daar komt nog bij dat mijn cardioloog/psycholoog mij geruime tijd geleden al dringend adviseerde om met de site te stoppen. Ik heb hieraan geen gevolg gegeven, maar nu ik de laatste weken mij ontzettend gestrest en ziek voel ga ik zijn advies opvolgen. Bij de laatste controle bleek mijn hart een fors aantal overslagen te hebben en een bloeddruk die veel te hoog voor mij is, terwijl ik daarvoor al medicatie gebruik. Zover is het gekomen. Ook andere leden adviseerden mij aan mijn hart te denken (ik heb een pacemaker die na de zomer vervangen moet worden) en om me niet meer op te winden. Erg jammer dat het bestuur niet doordrongen is van de negatieve imagoschade die een site op zwart heeft. Op zijn minst is rehabilitatie van mij op zijn plaats, want in de bus naar de cruise maakte Rob nog vileine opmerkingen aan mijn adres zonder dat ik daar op kon reageren. En mogelijk kan ik weer eens mijn eigen website gaan bijhouden, want daar is het in de laatste twee jaar niet van gekomen. Ook ik vind het erg spijtig dat de site op zwart staat. Maar diegene die deze geschiedenis kent, weet dat ik alles gedaan heb om dit te voorkomen. Het wordt tijd voor rehabilitatie.
11 mei 2011
-8-