EENMANSZAAK OF B.V.? Inleiding Dit memorandum beoogt ondernemers informatie te verschaffen over twee hoofdvormen waarin een onderneming kan worden gedreven: de eenmanszaak en de B.V., en de keuze tussen beiden. Het memorandum kan van pas komen bij de start van een onderneming, maar ook als een ondernemer tijdens het bestaan van de onderneming stil wil staan bij vraag of de ooit gekozen rechtsvorm (nog) de juiste is. Hierna beschrijf ik voor de eenmanszaak en de B.V. de belangrijkste fiscale en juridische aspecten. De eenmanszaak Juridische aspecten Wanneer iemand voor eigen rekening en risico een onderneming drijft, is er sprake van een eenmanszaak. Deze rechtsvorm maakt geen onderscheid tussen privé-vermogen en ondernemingsvermogen. Hieruit volgt dat winsten direct aan de ondernemer ten goede komen, maar ook dat de ondernemer als persoon volledig aansprakelijk is voor schulden van de onderneming. In het ergste geval kan een zakelijke schuldeiser zijn vordering verhalen op het privé-vermogen van de ondernemer, bijvoorbeeld de woning. Dit is de reden dat veel ondernemers zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden en het huis ‘op naam’ van de niet-ondernemende huwelijkspartner staat. Het voorgaande – privé-aansprakelijkheid – geldt eveneens voor ondernemers die samen met één of meer firmanten werkzaam zijn in een vennootschap onder firma (v.o.f.). Ook een maat in een maatschap kan in privé aansprakelijk worden gesteld, doch hierbij gelden (thans nog) enkele afwijkingen, waarop ik in dit kader niet verder zal ingaan. Fiscale aspecten Over de winst die de ondernemer behaalt met de onderneming is inkomstenbelasting verschuldigd. De verschuldigde inkomstenbelasting wordt berekend aan de hand van de bekende tariefschijven (Box 1; oplopend van 33% tot 52% vanaf een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 56.491). Alvorens de verschuldigde belasting over de winst te berekenen kan de ondernemer op de winst een bedrag in aftrek brengen voor zijn oudedagsvoorziening (oudedagsreserve voor ondernemers: ook wel bekend als ‘FOR’) en vanwege het feit dat hij ondernemer is (de ondernemersfaciliteiten zoals zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek, stakingsaftrek)1. Voorts kan gebruik worden gemaakt van de MKB-winstvrijstelling. Deze biedt ondernemers een vrijstelling ter grootte van 12% van de winst. Anders gezegd: het maximale tarief van de ondernemer daalt daarmee van 52% naar 46,5%. Het voorgaande geldt eveneens voor ondernemers die samen met één of meer firmanten of maten een vennootschap onder firma of maatschap drijven. 1
Om te kunnen profiteren van deze ondernemersfaciliteiten moet onder meer worden voldaan aan het zogenaamde urencriterium, welke inhoudt dat aan de onderneming tenminste 1.225 uur moet worden besteed.
De B.V. (Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) Juridische aspecten Een andere rechtsvorm waarin de onderneming kan worden ondergebracht is de Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, kortweg ‘B.V.’. Het vermogen van de B.V. is verdeeld in aandelen die bij oprichting aan de oprichter(s) worden uitgereikt2. Elk aandeel geeft de houder daarvan (aandeelhouder) recht op inspraak (stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders) en een deel van de winst (dividend). Een B.V. is een rechtspersoon. Dit betekent dat de B.V. los van haar aandeelhouders rechten en verplichtingen kan aangaan en daarvoor, behoudens enkele uitzonderingen die gelden voor bestuurders, zelf aansprakelijk is. Schuldeisers kunnen hun vordering in principe dan ook slechts verhalen op de B.V. zelf. Een aandeelhouder loopt daardoor het risico dat zijn aandelen niets meer waard zijn, maar het privé-vermogen blijft buiten schot3. Voor het oprichten van een B.V. is tenminste een bedrag van € 18.000 als kapitaal nodig dat bij oprichting moet worden gestort in geld of in natura (bijvoorbeeld door inbreng van een onderneming). Er bestaan plannen om deze minimumkapitaal-eis te versoepelen. Fiscale aspecten Belasting van de winst van een onderneming in de vorm van een B.V. vindt plaats in drie etappes. 1. Allereerst krijgt ‘de ondernemer’ als directeur een salaris dat belast is met loon/inkomstenbelasting. Aan de hoogte van dit salaris zijn minimumeisen gesteld4. 2. De winst na aftrek van het salaris van de directeur wordt belast met vennootschapsbelasting. Het tarief (2012) bedraagt 20% over de eerste € 200.000 en daarboven 25%. 3. De winst die na de heffing van vennootschapsbelasting resteert, kan (op een zelf te kiezen moment) worden uitgekeerd aan de aandeelhouder. Over deze winstuitkering is 25% inkomstenbelasting verschuldigd (Box 2). De gezamenlijke druk van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting over de winst (na aftrek van de directeursbeloning) bedraagt – afhankelijk van de hoogte van de winst – 40% (bij 20% vennootschapsbelasting) tot maximaal 43,75% (bij 25% vennootschapsbelasting). Andere mogelijkheden die de rechtsvorm B.V. biedt zijn bijvoorbeeld: Het op gunstige wijze opbouwen van pensioen ‘in eigen beheer’. Dit kan (een deel van) de kosten van een verzekeringsmaatschappij buiten de deur houden en biedt liquiditeitsvoordeel. Optimaliseren van de beleggingsstrategie B.V.-privé.
2
Deze kunnen later aan derden worden overgedragen. Ook kan de B.V. na de oprichting nieuwe aandelen uitgeven. 3 Het komt regelmatig voor dat geldverstrekkers de DGA vraagt vanuit privé zekerheid te verstrekken of borg te staan. Dit ondergraaft de aansprakelijkheidsbeperking van de B.V. 4 Het salaris van de directeur-grootaandeelhouder moet in beginsel tenminste € 42.000 bedragen, maar moet – indien dit hoger is – worden gesteld op het salaris van de meest verdienende werknemer of op tenminste 70% van het salaris dat in dienst van een werkgever zou worden genoten. Voor een eenmansonderneming in B.V.-vorm kan een uitzondering van toepassing zijn, welke tot een hoger minimaal salaris leidt (‘afroommethode’).
Mogelijkheid tot gebruikmaking van de ‘deelnemingsvrijstelling’, op basis waarvan de winst bij verkoop van een dochter-B.V. (mits juist gestructureerd) vrij van vennootschapsbelasting kan blijven. Het veiligstellen van winsten in een holding-B.V. (ook wel ‘Beheer-B.V.’ genoemd). Ook dit geldt slechts bij een juiste structurering. Diverse mogelijkheden tot het vormgeven van samenwerkingsverbanden.
Vergelijking eenmanszaak-B.V. De verschillen tussen de B.V. en de eenmanszaak betreffen in hoofdzaak aansprakelijkheid en belastingdruk. Bij een keuze voor de B.V. bestaan betere mogelijkheden voor afscherming van het privé-vermogen dan bij de eenmanszaak. Dit kan in gevallen waarin de aansprakelijkheidsrisico’s niet goed zijn af te dekken door middel van algemene voorwaarden en/of een aansprakelijkheidsverzekering reden zijn om te kiezen voor de B.V. Bij vergelijking van de belastingdruk bij een keuze voor eenmanszaak of B.V. blijkt dat pas bij hoge winsten de B.V. fiscaal voordeliger is. Pas dan wordt het gemis van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling ingehaald door de lagere belastingdruk en het feit dat over de winsten van de B.V. na heffing van vennootschapsbelasting niet direct de aanvullende 25% inkomstenbelasting is verschuldigd (maar pas over het jaar waarin gekozen is voor een dividenduitkering). Bijvoorbeeld: Een 40-jarige ondernemer is in staat een winst te behalen van € 75.000 per jaar. Bij de berekeningen wordt geen rekening gehouden met de eigen woning en overig arbeidsinkomen. Bij de berekening van de winst van de eenmanszaak is gebruik gemaakt van de oudedagsreserve voor ondernemers. Bij de berekening voor de B.V. is rekening gehouden met opbouw van pensioen in eigen beheer.
Eenmanszaak Winst Af: zelfstandigenaftrek Af: FOR Af: MKB-winstvrijstelling (12%)
75.000 - 7.280 - 9.000 - 7.046
Belastbare winst (Box 1)
51.674
Verschuldigde inkomstenbelasting 2012
16.444
Latente inkomstenbelasting (i.v.m. FOR)
1.418
Totale belastingdruk ‘eenmanszaak’
17.862
B.V. Winst Af: directeursbeloning Af: pensioenpremie directeur (stel:) Winst (na aftrek loon en pensioen) Verschuldigde vennootschapsbelasting 2012 Verschuldigde inkomstenbelasting 2012 Latente inkomstenbelasting (over een met 10 jaar uitgesteld dividend en over pensioen) Totale belastingdruk ‘B.V.’
75.000 - 50.000 - 4.126 20.874 4.175 15.742
3.470 23.387
In dit voorbeeld biedt de eenmanszaak de ondernemer een lagere belastingdruk (verschil: € 5.524 netto, inclusief toekomstige fiscale claims ‘latenties’). Zonder bijkomende argumenten, zoals aansprakelijkheidsbeperking of de verwachting dat de onderneming verkoopbaar is en ooit voor veel geld zal worden verkocht – is de rechtsvorm eenmanszaak fiscaal de voordeligste keuze. Dit kan in een ander jaar, bij andere omstandigheden uiteraard anders zijn. De vraag vanaf welke winst de B.V. fiscaal voordeliger wordt hangt mede af van aftrekposten in privé (hypotheekrente, arbeidsongeschiktheidsverzekering, etc.) en kan dus voor iedere ondernemer weer anders zijn. Bij een keuze dient tevens rekening te worden gehouden met de hogere jaarlijkse kosten die een B.V. heeft zoals de kosten van de salarisadministratie voor de directeureigenaar, aangifte vennootschapsbelasting, opmaken publicatiestukken KvK, hogere bijdrage KvK. Daarmee is in bovenstaand rekenvoorbeeld nog geen rekening gehouden. Conclusie Uit overwegingen van aansprakelijkheidsbeperking kan de B.V. voordelen bieden boven de eenmanszaak. Voor wat betreft de belastingdruk verdient de eenmanszaak tot een zeker winstniveau de voorkeur. Indien zeer hoge winsten worden behaald (omslagpunt wanneer rekening wordt gehouden met latente belasting over dividend/pensioen veelal niet beneden een winst van € 150.000) wordt een B.V. ‘fiscaal’ voordelig. Hierbij spelen ook zaken als pensioen een rol (oudedagsreserve voor de ondernemer en pensioen in eigen beheer voor de DGA) en de vraag of de onderneming in de toekomst verkoopbaar is. Onderzoek (EIM.net) wijst uit dat het imago van de B.V. ook een rol speelt bij de rechtsvormkeuze.
Wanneer de keuze is gevallen op de B.V. volgt de vraag naar de juiste ‘structuur’: één B.V., een holding met een werkmaatschappij, etc. Het gaat het kader van dit memo te buiten om hier verder op in te gaan. Indien u thans onderneemt vanuit een B.V. kan het zijn dat de B.V. niet meer de meest geschikte rechtsvorm is. Dat kan bijvoorbeeld liggen in een gewijzigd risicoprofiel van de onderneming of in het feit dat de B.V. (binnen de fiscale wetgeving anno 2012) fiscaal niet meer past. Er zijn verschillende mogelijkheden om zonder al teveel ‘kleerscheuren’ een B.V.-onderneming (weer) als eenmanszaak of vennootschap onder firma / maatschap te gaan drijven (eventueel zelfs naast uw B.V.). Dan komen uiteraard de hiervoor behandelde ondernemersfaciliteiten weer in beeld. Uiteraard is bovenstaand overzicht niet uitputtend. Bedoeld is u een eerste indruk te hebben gegeven van de afweging ‘eenmanszaak of B.V.‘.
mr. E.J.P. van Kan, maart 2012.
Rosier Bijl van Kan Administratie- & Belastingadviesbureau B.V. Buitenwatersloot 253 2613 TG DELFT T: 015-2136746 E:
[email protected]
De in dit memoranum opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. Hoewel bij de totstandkoming van dit memorandum de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de daarin opgenomen informatie op de datum van kennisname juist en volledig is of dat in de toekomst zal blijven. Op grond van deze informatie dient geen actie ondernomen te worden zonder adequate professionele advisering na een grondig onderzoek van de specifiek van toepassing zijnde situatie.