Een witte jas als cape ONDERZOEK
Over dokters, superhelden en bionica Connie E. Engelberts en Lucas Mevius*
Doel Onderzoeken hoe het zit met dokters en stripboeken, tekenfilms, superhelden en bionische kunstorganen. Opzet Beschrijvend vragenlijstonderzoek. Methode Voor dit onderzoek vulden 341 artsen en medisch studenten in de herfst van 2013 een digitale enquête in. De vragenlijst bevatte vragen over stripboeken en tekenfilms, over hun superhelden, over kunstorganen en over al dan niet bionische superkrachten. Resultaten Als kind las ruim de helft van de deelnemers regelmatig of vaak een stripboek, en keken de meesten regelmatig of vaak tekenfilmpjes. Nu zijn zij hun jeugdige interesses bijna helemaal kwijt. Suske & Wiske was op jongere leeftijd het geliefdst, op dit moment is dat de Donald Duck. Het aantal dokters met een favoriete superheld nam af met de leeftijd van 52 naar 37%. Wel fantaseren de zorgverleners lustig over het bezitten van bionische supereigenschappen. De ideale arts beschikt volgens de deelnemers over echo-ogen en allerlei andere superzintuigen. ‘Kunstorganen ontwikkelen is geen verkwisting van geld’, vindt 91%. Conclusie Als Batman en Superman met elkaar op de vuist gaan, dan wint Catwoman.
Van kunstorganen zoals een steunhart en een cochleair implantaat is het maar een kleine stap naar bovennatuurlijke krachten als röntgenogen, een supersonisch gehoor en tijdreizen. Dat dachten wij althans op de redactie van het NTvG tijdens de allereerste vergadering over ons themanummer ‘De bionische mens’. Knutselen aan organen en ledematen, om ze letterlijk en figuurlijk beter te maken, spreekt tot de verbeelding. Het menselijk lichaam zo verbeteren dat ziekte er geen grip meer op heeft, is dat niet iets waar alle artsen naar streven? En misschien kan dit gesleutel zelfs het menselijk vermogen wel vergroten. Hoe denken dokters, arts-assistenten en geneeskundestudenten hier over? Op welk kunstorgaan hebben zij hun geld gezet? En over welke superkracht hebben artsen zelf wel eens heimelijk gefantaseerd? Welke superhelden stonden daarvoor model? En lazen of lezen ze veel stripboeken die hun fantasieën mogelijk gevoed hebben? Zitten zij zelf op een kunstorgaan te wachten? En beschikken nerds – die vroeger met gym altijd als laatsten werden gekozen – over een vooruitstrevend bionisch gedachtegoed? Deze en andere vragen proberen wij in dit onderzoeksartikel te beantwoorden.
Methode
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Drs. C.E. Engelberts, eindredacteur; L. Mevius, MSc, nieuwsredacteur. Contactpersoon: L. Mevius, MSc (
[email protected]).
In het derde kwartaal van 2013 vulden artsen en geneeskundestudenten een onlinevragenlijst in. Via diverse oproepen in het NTvG en op www.ntvg.nl wezen wij dokters en studenten op de enquête, maar ook via Twitter, Facebook en LinkedIn vroegen wij aandacht voor het
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A7218
1
We stelden de deelnemers 27 vragen over onder andere hun huidige en vroegere lees- en kijkgedrag, over hun favoriete superhelden, over kunstorganen en over al dan niet gewenste bovenmenselijke superkrachten. Er zaten zowel meerkeuzevragen als open vragen in de enquête. De antwoorden analyseerden wij met eenvoudige beschrijvende statistiek.
kenmerk
n (%)
geslacht ♀ ♂ leeftijd; jaren < 20 20-29 30-39 40-49 50-59 > 59 specialisme specialist huisarts student overig
160 (47) 181 (53)
Resultaten
5 ( 2) 164 (48) 69 (20) 39 (11) 46 (14) 17 ( 5)
In totaal vulden 341 artsen en medisch studenten de online enquête helemaal in, 84 deelnemers haakten tijdens het invullen af en 1452 mensen bezochten alleen de welkomstpagina. Van de voltooiers waren er 160 vrouw (47%) en 181 man (53%). De respondenten waren gemiddeld 35 jaar oud (tabel).
140 (41) 39 (11) 95 (28) 67 (20)
Stripboeken, tekenfilms en superhelden
onderzoek. Om mensen te verleiden tot deelname verlootten we onder de respondenten een Samsung Galaxy Camera.
Als kind las ruim de helft van de respondenten regelmatig of vaak een stripboek. Tegenwoordig is dit nog geen 6%, en leest 85% nooit of zelden strips (vroeger 21%). Vroeger waren vooral Suske & Wiske en Kuifje populair onder de dokters, gevolgd door Donald Duck en Asterix & Obelix (figuur 1). Op dit moment is Donald Duck het populairst, gevolgd door Suske & Wiske. Als kind hadden
300
250
200 aantal
ONDERZOEK
TABEL Kenmerken van de 341 enquête-invullers
150
100
50
0 Spider-Man
Batman
Suske & Wiske
Kuifje
Franka
Noortje
Astrix & Obelix
Lucky Luke Donald Duck Guust Flater Jan, Jans en de kinderen
overig stripboek
FIGUUR 1 Aantal artsen dat een bepaald stripboek vroeger ( ) of nu ( ) als favoriet had.
2
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A7218
16
ONDERZOEK
14 12
percentage
10 8 6 4 2 0
Superman De man van Spider-Man Wolverine 6 miljoen
Catwoman Mega Mindy
Astrix
Batman
overig superheld
FIGUUR 2 Percentage van de artsen dat een bepaalde superheld vroeger ( ) of nu ( ) als favoriet had.
de deelnemers bij elkaar 743 favoriete stripboeken. Dit aantal nam drastisch af tot 267 nu. Vroeger keek 69% van de respondenten regelmatig of vaak naar tekenfilms. Als volwassene kijkt nog maar 4% vaak, en kijkt 80% soms of nooit naar tekenfilms (vroeger 31%). Als kind had iets meer dan de helft van de artsen een favoriete superheld. Superman (14%), Spider-Man (7%) en Batman (7%) waren het populairst (figuur 2). Het verstrijken van de leeftijd ging samen met fantasie-afname: op het moment van het invullen van de vragenlijst had 63% van de geënquêteerden geen favoriete superheld. Een enkeling kwam nog met Barack Obama of ‘mijn zoon’ op de proppen. Kunstorganen
Vrijwel niemand vond het geldverspilling om onderzoeksgeld te besteden aan bionica: 91% is het oneens of helemaal oneens met de stelling dat kunstorganen ontwikkelen verkwisting is van geld. De deelnemers zien onderzoekers zich het liefst bezighouden met het verder ontwikkelen van kunstnieren (49%), -harten (21%) en -levers (11%). Zelf willen de meesten ook best een kunstorgaan ontvangen als dat van hen onverhoopt uit mocht vallen: 42% wil dat zeker en 44% misschien.
Beter dokteren
60% van de respondenten zou ten bate van hun vak absoluut geen gezond orgaan van zichzelf laten vervangen door een beter bionisch exemplaar. Toch zou nog maar liefst 6% zijn of haar professionele kwaliteiten wel op die manier proberen te verbeteren. De overige 34% weet het nog niet of twijfelt nog. Redenen die artsen noemen om niet aan zichzelf te sleutelen zijn onder meer ‘niet snijden in een gezond lichaam’, ‘risico’s en complicaties’, ‘geen gezonde organen verspillen’, ‘je weet wat je hebt, niet wat je krijgt’, ‘ik ben niet mijn werk’ en ‘first, do no harm’. Toch klinken er ook enkele positieve geluiden over de technologie van kunstorganen. ‘De techniek is spannend!’ en ‘als het daadwerkelijk de prestaties verbetert zou je kunnen achterblijven in de maatschappij als beroepsbeoefenaar’. Onverwacht is de opmerking van een psychiater die schrijft: ‘Juist iets minder bionisch perfect en iets meer trage menselijkheid zijn van voordeel in de psychiatrie.’ Toch zijn er maar enkelen die ‘geen’ of ‘niets’ antwoordden op de vraag welk kunstorgaan of -lichaamsdeel ze zou kunnen helpen in hun vak. Bijna 60% van de respondenten zou wel een wat sneller brein willen hebben om beter te functioneren in de spreekkamer. Een dokter heeft ‘een dikkere huid’ op zijn verlanglijstje staan. Eigenschappen van superhelden die goed van pas zouden komen bij het behandelen van patiënten zijn volgens de
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A7218
3
ONDERZOEK
FIGUUR 3 De superdokter.
4
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A7218
Voor de lol
Onder de deelnemende dokters zijn de superkrachten ‘vliegen’ (40%) en ‘tijdreizen’ (31%) voor 1 dag het populairst. ‘Onzichtbaar zijn’ volgt met 10% op de derde plaats; de overige superkrachten beslaan een breed en weinig voorkomend palet. Zo wil bijvoorbeeld een maag-darmleverarts ‘mensen besmetten met positiviteit’. Dokters zijn vooral heel braaf: een kleine minderheid maakt melding van gluur- en bespiedplannen en rept min of meer over het uithalen van stiekeme geintjes met hun superkracht. Een enkeling laat zich verleiden tot gokken en beleggen met voorkennis. Maar de meerderheid zou heel gewoontjes de wereld van vroeger, nu en in de toekomst gaan verkennen. Een kwart van de deelnemers zou de ‘superpower’ enkel en alleen gebruiken om er zelf beter van te worden, terwijl 10% de kracht puur altruïstisch in zou zetten. Het merendeel van de respondenten (65%) zou zich voornamelijk inzetten voor de mensheid, maar zou het aandurven toch af en toe ook iets ondeugends uit te spoken. Overigens blijkt iedereen wel te fantaseren over wat hij zou doen als hij 1 dag de beschikking had over een bovennatuurlijke capaciteit. Ik zou ‘een paar foute keuzes uit het verleden herstellen’ of ‘terugreizen naar de oudheid en een dag als medicus werken in de periode waarin de westerse geneeskunde haar oorsprong vond’, zo schrijven 2 respondenten die tijdreizen wel wat lijkt. Mensen die onzichtbaar willen zijn, willen ‘overleg tussen regering en zorgverzekeraars bijwonen’ of ‘overal rondkijken om te zien wat er gebeurt als ik er niet ben’. Andere voordelen die de – brave – invullers noemen zijn ‘reanimatiepakketten afleveren op de plaats van accident’, ‘ik zou na mijn werk naar een refereeravond kunnen en toch met de kids kunnen eten en ze in bed stoppen’ en ‘ik zou voor 1 dag beter willen ruiken en willen beleven wat mijn hond allemaal zo dagelijks bezighoudt’. De dokter als superheld
Ruim de helft van de artsen werd vroeger – naar eigen zeggen – nooit als laatste gekozen met gym. 10% was altijd als laatste aan de beurt en de resterende 38% kwam af en toe in het kneuzengroepje terecht. De altijd als laatste gekozen nerds verschilden overigens niet van de sportievelingen qua bionische wensen. Volgens de respondenten heeft de ideale arts behoefte aan een grote verscheidenheid aan supereigenschappen. Hij of zij kan gedachten lezen, heeft echo- en röntgenogen, heeft een goed geheugen met toegang tot medische databases, een snelwerkend brein, kan de toekomst voorspellen om te zien of ingezet beleid werkt, heeft bionische
handen voor robotchirurgie, kan ziektes ruiken, kent geen vermoeidheid en is bovendien nog empathisch ook. Illustrator Erik Kriek tekende voor ons een superdokter op basis van de respondenteninput (figuur 3). Kriek is ook striptekenaar en hij verwierf internationaal bekendheid met de reeks ‘Gutsman’, een tekstloze strip over een ietwat onnozele superheld. Er sijpelt echter ook wat kritiek door in de antwoorden: ‘ik wil die bionische dokter helemaal niet’, zegt een arts. Een ander beweert dat de superdokter eruit ziet ‘als mijzelf’ of ‘net als een normaal mens’.
Beschouwing Onze superenquête leende zich niet voor het aantonen van een verband tussen bijvoorbeeld stripboeken lezen en verlangen naar een bionisch orgaan. Wij konden ook niet hardmaken dat dokters die vroeger altijd als laatste met gym gekozen werden nu meer geld over hebben voor het ontwikkelen van kunstorganen. Artsen lezen nu minder stripboeken en kijken minder tekenfilms dan dat zij vroeger deden. Dit vinden ze waarschijnlijk jammer, want een derde van de deelnemers wil wel kunnen tijdreizen. Willen zij terug naar hun kindertijd, de tijd dat ze onbezorgd konden wegdromen bij hun favoriete striphelden? Op de vraag welk kunstorgaan ontwikkeld moet worden ging de helft van de dokters voor een kunstnier en een vijfde voor het hart. Het merendeel is dus zeer realistisch ingesteld, want laten dat nou net de organen zijn die al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling zijn. Het merendeel van de geënquêteerden is ook buitengewoon professioneel. Snijden in een gezond lichaam is voor hen geen optie, zelfs niet als ze er beter van worden. ‘Primum non nocere’, zo meldt immers Hippocrates, die overigens door niemand als favoriete superheld wordt genoemd. Zijn eed heeft wel zeer diepe sporen achtergelaten in de artsenziel. De doktoren zouden extra bovenmenselijke superkrachten namelijk vooral inzetten om anderen te helpen. Het zou natuurlijk ook kunnen dat studenten voor de geneeskundeopleiding kiezen, omdat zij deze altruïstische neigingen al in hun systeem hebben zitten. Ongeveer 60% van de artsen die de vragenlijst invulden zouden voor hun dagelijkse praktijk graag een sneller brein hebben om patiënten beter van dienst te kunnen zijn. Ook zijn bionisch gepimpte zintuigen redelijk populair onder de deelnemende eedafleggers, voor het sneller en accurater stellen van diagnoses. Het lijkt erop dat dokters vakgerelateerde superkrachten en bionische organen haast automatisch spiegelen aan de door hen afgelegde eed of belofte. Zij realiseren zich kennelijk dat macht – in de vorm van bovenmenselijke
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A7218
5
ONDERZOEK
medici ‘gedachten lezen’ (47%) en ‘de toekomst voorspellen’ (54%).
ONDERZOEK
eigenschappen – gepaard gaat met een grote verantwoordelijkheid. Ben Parker, de oom van Peter Parker c.q. Spider-Man, sprak zijn neefje regelmatig woorden van gelijke strekking toe: ‘With great power comes great responsibility.’ Geheel volgens onze verwachting lezen en kijken dokters minder stripboeken en tekenfilms dan dat zij vroeger deden. Ook melden zij op latere leeftijd veel minder favoriete superhelden. De Donald Duck blijft als enige onverminderd populair onder de artsen, en is daarmee een geduchte concurrent van het NTvG. Dat blijkt ook uit een tweet van huisarts @JochenCals, die zich in een bepaald weekend publiekelijk afvraagt welk blaadje hij het eerst moet gaan lezen: de Donald Duck of het NTvG (http://goo.gl/DiYFaL). 3 keer raden… Ons onderzoek heeft onder andere een tweetal beperkingen die feitelijk in alle vragenlijstonderzoek zijn ingebakken: ten eerste weten wij totaal niet zeker of de respon-
6
denten de vragen juist geïnterpreteerd hebben, en ten tweede hebben wij de deelnemers niet onderworpen aan een leugendetectortest. Liegen tijdens het invullen zou een fiks deel van de sociaal wenselijkheid van de antwoorden kunnen verklaren. Kortom, meer onderzoek is nodig. Beide auteurs zetten evenveel superkrachten in bij de totstandkoming van dit bionische artikel. Belangenconflict: C.E. Engelberts is wetenschappelijk eindredacteur en L. Mevius nieuwsredacteur bij het NTvG. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 22 november 2013 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A7218
> Kijk ook op www.ntvg.nl/onderzoek ●
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A7218