Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Een vlinder uit de modder? Teken een metamorfose Lesduur: 50 minuten Lesvorm: creatief Werkwijze: individueel Wat heb je nodig? • internet: de website Vlinders kieken: http://www.vlinderskieken.nl/vlinders/serie_ metamorfose.html • papier • waterverf • potlood • werkblad met vragen Jij weet natuurlijk dat een rups na een tijdje een vlinder wordt. Maar een paar honderd jaar geleden wisten mensen dat niet. Ze dachten dat een rups een compleet ander dier was dan een vlinder. En ze dachten dat vlinders gemaakt waren van stof en modder. Een slim meisje uit Duitsland veranderde dat idee. Opdrachten • Lees het verhaal van Maria Sybilla Merian en beantwoord de vragen. • Bekijk de tekeningen van Maria. Wat vind je mooi? Wat vind je minder goed gelukt? • Bekijk de foto’s van de metamorfose op de website Vlinders kieken. • Teken een rups, de pop en de vlinder die bij elkaar horen netjes na. Kleur je tekening in met waterverf.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 1 van 6
Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
De vlinders van Maria Sybilla Merian Nog ver voor de ontdekkingsreizen van Darwin, reisde een 52-jarige vrouw alleen met haar dochter naar Suriname om de metamorfose van insecten prachtig in beeld te brengen. De Duitse Maria Sibylla Merian liet zo zien wat nog bijna niemand gezien had. Dit is een ‘interview’ met de stille, maar zeer talentvolle avonturierster en kunstenares. Een woordenlijst met uitleg van de schuingedrukte woorden staat onderaan het verhaal. Maria Sibylla Merian (1647–1717) zag in de rariteitenkabinetten van rijke Amsterdammers zulke prachtige insecten uit Indië, dat ze besloot zelf de tropen in te trekken. De 52-jarige natuurliefhebster en kunstenares reisde samen met haar jongste dochter af naar Suriname. Twee jaar later keerde ze terug naar Amsterdam en werkte haar aantekeningen uit tot het boek ‘De verandering der Surinaamse Insecten’. Dit werd als een internationaal meesterwerk gezien. Waar komt uw interesse voor het schilderen van insecten en andere natuur vandaan? Mijn vader, de bekende graveur en uitgever Matthäus Merian de Oude, stierf toen ik nog maar drie jaar oud was. Mijn moeder is toen opnieuw getrouwd met Jacob Marrell, leerling van de kunstenaar Georg Flegel. Marell schilderde veel bloemstukken en stillevens. Al toen ik nog heel klein was, nam hij me mee naar zijn atelier bij ons in Frankfurt. Daar leerde hij me alles over de schilderkunst, van het klaarmaken van pigmenten tot het graveren van koperplaten en het drukken. Dat deed hij stiekem, want mijn moeder vond dat ik me tot een keurige en huishoudelijk ingestelde jongedame moest ontwikkelen en schilderen was niets voor vrouwen. In zijn atelier verzamelde hij veel bloemen, planten, exotische vruchten en allerlei zorgvuldig geprepareerd klein gedierte, waaronder insecten. Dat vond mijn moeder afschuwelijk, ‘griezelige wezentjes’ noemde ze het! Koos u er daarom misschien voor om juist de insecten zo goed te gaan bestuderen? Dat zou goed kunnen, maar ik vond ze ook gewoon heel erg interessant. Al vanaf jonge leeftijd was ik geïnteresseerd in al die verschillende insecten. Ik experimenteerde met zijderupsen. Maar toen ik zag dat daar nog veel mooiere vlinders uit voortkwamen, besloot ik alle rupsen te gaan verzamelen die ik maar kon vinden, zodat ik hun veranderingen waar kon nemen en kon schilderen. De rupsen prepareerde ik met brandewijn en lavendelolie. Vlinders doodde ik snel met een gloeiende naald. Ik bereidde de verfstoffen uit planten zodat ik alles in precies de juiste kleur af kon beelden. Ik werkte heel hard en volgens mijn stiefvader had ik ook echt talent. Maar ik wilde meer dan het schilderen, ik wilde ook alles van de insecten en planten die ik tekende weten. Daarom nam ik lessen Latijn, zodat ik de werken van grote natuuronderzoekers kon lezen.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 2 van 6
Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Dat leidde in 1679 tot uw boek ‘Der raupen wunderbare Verwandlung und sonderbare Blumennahrung’. Hoe werd daarop gereageerd? Nou, verrassend goed, kan ik u vertellen. Ik vond het wel spannend, want er waren niet veel vrouwen die zich in de mannenwereld van de wetenschap begaven en ik had ook nog eens geen opleiding. Maar zelfs vanuit de kringen van de knapste Europese natuuronderzoekers kreeg ik brieven met de hoogste lof. Dat kwam, denk ik, omdat de metamorfose van insecten nog niet eerder in beeld was gebracht, en door de precisie waarmee ik mijn tekeningen maakte. Toen ik meer bekendheid kreeg, kreeg ik ook steeds vaker insectenlarven toegestuurd. Daarnaast ging ik zelf ook door met verzamelen. De ontwikkeling van de larven volgde ik op de voet, ik hield ze in kleine doosjes op de bladeren van de planten waar ik ze op had gevonden en ik gaf ze te eten. En natuurlijk maakte ik van iedere fase tekeningen en aantekeningen. Ondanks uw succes, nam u in 1685 een opmerkelijk besluit. Kunt u daar wat meer over vertellen? Tja, na de scheiding van mijn man wist ik het even niet meer. Mijn moeder wilde graag naar Nederland, omdat mijn stiefvader daar altijd handel had gedreven en ik besloot met haar en mijn twee dochters mee te gaan. In de buurt van Leeuwarden, in het slot Waltha-State, sloten we ons aan bij een strenge religieuze gemeenschap. We moesten ons volledig onderwerpen aan het gezag van de geestelijk leiders en moesten van ons oorspronkelijke werk afzien. Ik mocht dus ook niet meer schilderen. Daar hoorde ik voor het eerst verhalen over Suriname, want een familielid van de eigenaren van het slot was gouverneur van Suriname. Toch verhuisde u eerst nog naar Amsterdam. Hoe was die tijd? Toen de gemeenschap door ruzies uit elkaar viel, verhuisde ik in 1691 met mijn twee dochters naar Amsterdam. Mijn moeder was inmiddels overleden. In Amsterdam kenden veel mensen mijn vroegere werk en zo kwam ik in contact met rijke, vooraanstaande Amsterdammers, van wie velen in hun fraaie grachtenpanden over rariteitenkabinetten beschikten. Daarin lagen allerlei exotische planten, kruiden, gesteenten, vlinders en opgezette dieren uitgestald, afkomstig uit West- en Oost-Indië. Vooral de insecten waren echt prachtig! Ook raakte ik bevriend met Caspar Commelin, de directeur van de Amsterdamse Hortus Botanicus. Hij heeft me veel over planten en bloemen geleerd. Hoe is het u gelukt om naar Suriname te gaan? Dat was toch een opmerkelijke reis voor een vrouw alleen... Ik zag in Amsterdam zoveel wonderbaarlijke insecten uit de tropen, dat ik er zelf heen wilde om ze levend te kunnen zien. In februari 1699 plaatste ik een advertentie in de Amsterdamsche Courant, waarin ik al mijn werk te koop aanbod. In juni had ik genoeg geld bij elkaar om de oversteek te maken. Samen met mijn jongste dochter reisde ik toen naar de Nederlandse kolonie. Gelukkig zat het weer mee en waren we er al na een maand.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 3 van 6
Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Hoe was die overgang van het nette Amsterdam naar het wilde Suriname? Dat was wel even wennen! We woonden bijna twee jaar in een religieuze gemeenschap. De Nederlanders gingen daar af en toe verschrikkelijk met de ‘indianen’ en ‘wilden’ om. Ik betrok ze bij mijn werk. In het oerwoud zochten ze voor me naar kleine diertjes en die namen ze voor me mee, inclusief de planten waar ze op groeiden. Ons huis stond vol met kweekbakken, terraria en aquaria. Het was verschrikkelijk warm, maar ik bleef voortdurend bezig. Ik bestudeerde de bloemen en planten en schilderde alles zo gedetailleerd mogelijk. Het was goed vol te houden, behalve als de kakkerlakken zich door spleten en sloten in koffers en kasten naar binnen drongen. En een wespenzwerm is ooit in mijn schilderkoffer neergestreken. Ook kreeg ik weleens ontstekingen van giftige rupsen en uiteindelijk liep ik malaria op, dat zult u wel gehoord hebben. Ja, dat was ook de reden dat u terugging naar Amsterdam, toch? Gelukkig maar, anders was uw meesterwerk er wellicht nooit gekomen! Nou nou, meesterwerk? Ziet u dat zo? Ik moest inderdaad door de malaria gedwongen terugkeren naar Amsterdam en daar begon ik meteen met het uitwerken van de duizenden aantekeningen en schetsen die ik in Suriname gemaakt had. Caspar Commelin hielp me met de wetenschappelijke namen van de planten. Het graveren in koper liet ik door meestersnijders doen en samen met mijn dochters kleurde ik alle tekeningen in. In 1705 was mijn boek klaar. Er verscheen een Nederlandse en een Latijnse versie, de totale oplage was zestig. Er kwamen mensen vanuit heel Europa voor naar Amsterdam afgereisd! Men wist nog amper iets van de tropen, er werden weinig reizen gemaakt en de entomologie was nog een onontgonnen gebied. Commercieel was het boek niet zo’n succes, ik had er meer geld in gestopt dan dat ik er voor kreeg. Ik heb de afgelopen jaren dus in armoede bij mijn jongste dochter in huis gewoond, maar vandaag kocht de Russische tsaar Peter de Grote bijna al mijn werken voor drieduizend gulden! Dat is nog niets in vergelijking met wat de hedendaagse Amerikaanse verzamelaar Graham Arader voor uw boeken vraagt. Hij schat de waarde van uw eerste boek op 250.000 Amerikaanse dollar en dat van uw boek over de metamorfose van de Surinaamse insecten op 450.000 dollar! Is dat werkelijk? Wat ontzagwekkend veel geld is dat zeg, daar kan ik me werkelijk niets bij voorstellen.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 4 van 6
Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Woordenlijst Darwin
Een beroemde natuuronderzoeker. Hij bedacht de evolutietheorie.
rariteitenkabinet Een kast waarin een verzameling voorwerpen werd bewaard. De voorwerpen kwamen vaak uit verre delen van de wereld. graveur Iemand die tekeningen of namen graveert. Dat is met een scherp voorwerp op metalen of glazen voorwerpen tekenen. pigmenten
Kleurstof die in verf zit.
geprepareerd (prepareren)
opzetten van dode dieren
brandewijn
sterkedrank
zich onderwerpen
Erkennen dat een ander de overmacht heeft.
Hortus Botanicus
tuin met planten, bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek
terraria (terrarium)
Een bak waar je dieren in kunt houden.
oplage
het totaal aantal gedrukte boeken
entomologie
insectenkunde
Bronnen • Kim Todd, Chrysalis, Maria Sibylla Merian and the Secrets of Metamorphosis, Harcourt Books, 2007 • Leonard de Vries, De exotische kunst van Maria Sibylla Merian, Elsevier Bibelot reeks, 1984 • Robert Huxley, The Great Naturalists, bladzijde 188-124, Thames and Hudson, 2007 • Het weblog van Graham Arader: grahamaradar.blogspot.com. Dit artikel is met toestemming van de auteur aangepast voor kinderen. Het origineel verscheen 9 augustus 2012 op Kennislink als onderdeel van de serie ‘Briljante Biologen op de Borrel’ waarbij tien beroemde biologen ‘fictief geïnterviewd’ worden. Het werd geschreven door Anne van Kessel. Bekijk het artikel op haar website: http://annevankessel.nl/annevankessel/maris-sibylla-merian-de-kunstenares/
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 5 van 6
Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Werkblad Vragen 1 Maria maakte dieren dood om ze te tekenen. Als ze dat niet had gedaan, was misschien niet bekend geworden hoe een rups een vlinder wordt. Wat vind jij? Mag je dieren doodmaken om ze na te tekenen?
2 Welke karaktereigenschappen had Maria volgens jou? Geef drie kernwoorden.
3 Wat zou jij in een rariteitenkabinet van deze tijd laten zien? Schrijf vier dingen op.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 6 van 6