Een vergezicht nabij Het zorgwinkelcentrum anno 2025
Zorgbelang Drenthe
53
Een vergezicht nabij Het zorgwinkelcentrum anno 2025
Voorwoord Onder invloed van politieke, demografische en maatschappelijke ontwikkelingen staat de gezondheidszorg voor de grote uitdaging om een stijgende zorgvraag duurzaam te matchen met een hierop aansluitend aanbod. In een rurale provincie als Drenthe is de uitdaging zo mogelijk nog groter. De relatief sterke vergrijzing in combinatie met de ontgroening zetten extra druk op de beschikbaarheid en bereikbaarheid van (toekomstige) zorgvoorzieningen en daarmee de leefbaarheid in dunbevolkte regio’s. Zorgbelang Drenthe heeft als pro-actieve zorgconsumentenorganisatie het initiatief genomen om te onderzoeken op welke wijze dit vraagstuk van een passend antwoord zou kunnen worden voorzien. Samenhangend met haar rolopvatting en taakstelling is bij de oplossingsrichting het consumentenperspectief als uitgangspunt gekozen. In deze publicatie wordt een doorkijkje gegeven naar het jaar 2025 onder de prikkelende titel “Een vergezicht nabij”. Het onderzoek is uitgevoerd door onze specialist curatieve zorg, drs. Ellen Buursma. Dankzij haar jarenlange ervaring weet zij als geen ander “wat patiënten willen” en door de vele gesprekken in ons grote netwerk, zowel binnen als buiten de provincie, is een concept ontwikkeld dat zich het best laat typeren als een zorgwinkelcentrum. Heel veel dank zijn wij verschuldigd aan alle professionals waarmee boeiende gesprekken zijn gevoerd.
De klankbordgroep die veel aandacht heeft besteed aan het
Ik wil graag als consument kunnen winkelen op tijden die mij goed uitkomen. Dat geldt
wordingsproces en die zowel voor mijn dagelijkse levensbehoeften belangrijke feedback heeft als voor mijn financiële zaken. Het is nog meer gegeven. En natuurlijk de aan de orde als ik ‘zorg’ nodig heb. Maar de zorgconsument, die zowel op behoefte aan zorg voor mij en mijn naasten is afstand als in de vorm van een niet beperkt tot kantoortijden! fysiek panel actief heeft meegedacht en daarmee een onmisbare bijdrage heeft geleverd aan het eindresultaat. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van Univé; daarvoor is Zorgbelang Drenthe de verzekeraar bijzonder erkentelijk. Ik wens u veel leesplezier, maar bovenal hoop ik dat dit boekje velen zal inspireren om dit vergezicht in de nabije toekomst daadwerkelijk te gaan realiseren. Juist Drenthe is daarvoor een prachtige proeftuin!
Jan van Loenen Bestuurder-directeur van Zorgbelang Drenthe november 2011
Inhoudsopgave 1. Vertrekpunt 2. Vooronderstellingen 3. De vraag als uitgangspunt 4. Dilemma’s 5. Bio-zorg 6. Ontwikkelingen 7. Het zorgwinkelcentrum in model 8. De nieuwe zorg in Drenthe Literatuuroverzicht
6 12 18 26 28 30 36 46 48
1. Vertrekpunt Echt de zorg integraal organiseren vanuit de wensen en behoeften van patiënten gebeurt anno 2011 feitelijk nog (bijna) nergens. De vraag die nu voorligt en die aanleiding is voor dit boekje is: ‘Hoe kan nagedacht worden over een scenario waardoor de dienstverlening in de zorg (ultimo 2025) optimaal wordt vormgegeven vanuit het perspectief van de zorgvrager? Hoe kan de zorg, ook in minder dichtbevolkte regio’s (zoals Drenthe) afgestemd worden op wat de (individuele) klant werkelijk nodig heeft en waar hij beter en gelukkiger van wordt?’ 1 Zorgbelang Drenthe is de organisatie die de belangen behartigt van alle inwoners van Drenthe met een zorgvraag. Drenthe is bovendien een provincie waar de zorgvraag stijgt door vergrijzing en ontgroening en waar, als gevolg van het plattelandskarakter van de regio, het zorgaanbod niet stijgt, eerder krimpt. Hoe oplossingen te vinden die de zorg in plattelandsregio’s duurzaam optimaliseert vanuit het perspectief van de zorggebruiker? Hoe er aan bijdragen dat basiszorgvoorzieningen nabij en verantwoord gespreid blijven over de provincie? Dat is de uitdaging waar Zorgbelang Drenthe zich voor gesteld ziet. Er voor zorgen dat zorgvragers de goede zorg krijgen op het moment dat zij die nodig hebben. Garanderen dat zorgprofessionals weer voornamelijk het vak gaan uitoefenen waarvoor zij zijn opgeleid. Dat alles vraagt om grensverleggende
1 In deze tekst worden doelbewust alle termen gehanteerd die gebruikt worden voor een afnemer van zorg dus: zorgconsument, zorggebruiker, klant, cliënt en patiënt omdat de positie van de zorgvrager afhankelijk is van de context en afhankelijk van de vraag.
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
antwoorden en misschien wel ingrijpende veranderingen in of aanpassingen aan het systeem van de zorg. Zorgbelang Drenthe pretendeert, na ruim tien jaar ervaring als (tegen)speler in het Het is een droom…… maar ik zie grote Drentse zorgveld, wel enigszins te kansen! Ik heb het liever dichterbij en niet zo weten wat er leeft onder ingewikkeld en complex. zorgconsumenten en heeft die kennis en ervaring in deze notitie Lid consumentenpanel Zorgbelang Drenthe gebundeld. Onder het motto ‘Een vergezicht nabij! Het zorgwinkelcentrum anno 2025’ presenteert zij een ‘ideaal’ toekomstbeeld van de zorg vanuit het perspectief van de zorgvrager, een zorgconcept waarin de patiënt, die de best mogelijke zorg graag zo dicht mogelijk bij huis en zo bereikbaar mogelijk wil hebben, echt centraal staat. Dat er draagvlak is voor deze denkrichting, is in een finaal consumentenpanel bevestigd. Het zorgstelsel, dat sedert de stelselherziening door de overheid via wet- en regelgeving is vormgegeven, heeft van de zorgvrager een belangrijke partij in de zorg gemaakt. Desondanks is de positie van de patiënt in de zorg nog steeds niet zo sterk als hij zou behoren te zijn. De zorgsector is, ook in 2011, nog sterk aanbodgericht en het zorgsysteem zit zo ingewikkeld in elkaar dat een individuele zorgvrager niet gemakkelijk zijn weg kan vinden in het doolhof van de zorg. Het is voor patiënten nog steeds heel moeilijk, zeker als ze meer aandoeningen tegelijk hebben, te weten hoe het systeem werkt en waar ze met hun zorgvragen of vragen die gericht zijn aan verschillende ‘loketten’ terecht kunnen.
Zorgbelang Drenthe
Hoewel het vanuit het perspectief van de zorgvrager gaat om de zorg in brede zin, beperkt dit onderzoek zich tot de curatieve (en eventueel preventieve) zorg in het kader van de zorgverzekeringswet. Iedere burger is op een zeker moment patiënt. Iedere individuele patiënt, ook de meest zelfredzame, heeft behoefte aan duidelijkheid over waar je wat kunt halen in de zorg. Vanuit het perspectief van de zorgconsument moet gebruik maken van zorg als ‘dienst’ net zo gemakkelijk zijn als boodschappen doen voor het dagelijkse levensonderhoud. Dat idee inspireerde Zorgbelang Drenthe tot de hier ontwikkelde visie van het Zorgwinkelcentrum2.
2 Er zijn al zorgaanbieders die stappen gezet hebben die in de richting gaan van het hier ontwikkelde concept van het Zorgwinkelcentrum. (Zie: Trudi Nederland e.a. ’Zorg in het winkelcentrum’, 2011)
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Zorgbelang Drenthe
10
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Zorgbelang Drenthe
11
2. Vooronderstellingen Voordat we het ‘ideale’ model van de primaire zorg in 2025 vorm gaan geven zoals we veronderstellen dat het er uit gaat zien als de patiënt het voor het zeggen heeft, is het van belang een aantal vooronderstellingen te postuleren: 1. Gezondheid en Geluk is, ook in 2025, voor ieder mens het allerbelangrijkste. Iedereen wil op zijn eigen wijze en naar zijn eigen vermogen deel uitmaken van de samenleving. De meeste burgers willen ook, zelfs met fysieke en psychische beperkingen, zelf verantwoordelijk blijven en de regie blijven houden over hun eigen leven. Dit omvat zowel de zorg voor hun fysieke gezondheid als voor hun maatschappelijk welzijn. En eigenlijk kunnen alle mensen dit zelf ook heel goed zelf. 2. Mensen worden steeds ouder en blijven langer vitaal en zelfredzaam. Het is dus belangrijk toe te werken naar een vitale infrastructuur van de basiszorg waarvan wonen en welzijn een integraal deel uitmaken. Bij het In de ontwikkeling naar een steeds meer denken over de toekomst van de zelfmanagende zorgconsument, die zorg zorg vanuit het perspectief van inkoopt waar hij die nodig heeft, zal de de zorgvrager moet dus huisarts zich mee-ontwikkelen tot persoonlijk uitgegaan worden van de adviseur van de patiënt. In de kwaliteit van leven. zorgwinkelcentra kan dan iemand met verstand van zaken, een soort ‘superverpleegkundige’, als voorpost voor de huisarts de eerste screening doen.
Lid consumentenpanel Zorgbelang Drenthe
12
3. Het aantal burgers met een chronische ziekte zal steeds toenemen (50% van alle Nederlanders heeft in 2025 een of meerdere chronische
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
aandoeningen!). Desondanks zullen mensen in de toekomst, dankzij verbeterde behandelingen en technische innovaties, steeds beter in staat zijn met een ziekte of aandoening te leven en goed in de maatschappij kunnen blijven functioneren. 4. Leven met een chronische aandoening en de vragen en onzekerheden die dat met zich meebrengt, vereist maatwerk in de zorg. Het vereist ook afstemming tussen zorgaanbieders en coördinatie van zorg rond individuele patiënten. Bovendien vraagt het om goede informatie en om preventieve acties gericht op fysiek herstel, op psychosociale begeleiding en maatschappelijke ondersteuning. 5. Er van uitgaande dat ‘zorg’ een dienst is die verleend wordt aan individuele burgers zal de klassieke huisarts als poortwachter van de zorg verdwijnen. Huisartsen zullen zich in toenemende mate ontwikkelen tot ambulante basiszorgartsen en fungeren als persoonlijk adviseur van mondige zelfredzame patiënten. 6. Extra kwetsbare burgers, zoals mensen met verstandelijke beperkingen, psychiatrische aandoeningen en zeer hoge ouderdom blijven specifieke aandacht en een ‘zorgvangnet’ vanuit de samenleving nodig hebben. Dat bepaalt het collectieve sociale gezicht, het ‘noaberschap’ van de samenleving. 7. In 2025 is de teletechniek zo ver gevorderd dat het merendeel van de burgers (ook de dan 80-plussers!) toegang heeft tot digitale e-healthvoorzieningen (waarschijnlijk is er zelfs helemaal geen papieren communicatie meer!) zodat zij op afstand kunnen communiceren met alle zorgondersteuners waar zij een relatie mee hebben. Zij kunnen zelfs interactief begeleid en behandeld worden.
Zorgbelang Drenthe
13
8. Zelfstandige en zelfredzame zorgvragers willen, vanuit goed eigenaarschap, zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer van hun medisch dossier. Dat betekent zij zo nodig relevante informatie kunnen toevoegen die van betekenis is voor hun zorg(proces). Dat betekent vooral dat zowel patiënten als zorgverleners een digitale kopie van het dossier bezitten waar beiden toegang toe hebben en dat zij met elkaar (kunnen) communiceren over de inhoud van het dossier. 9. Kennis en informatie over de zorg is in de (nabije) toekomst niet voorbehouden aan zorgprofessionals maar is in toenemende mate gedemocratiseerd en breed beschikbaar via internet. Belangrijk hierbij is dat er onafhankelijke instanties zijn die de inhoud van de informatie beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid. 10. Veel medische ingrepen probleem en wat mij betreft ook van zijn eigen kunnen (zelfs digitaal en op dossier. afstand) uitgevoerd worden in de eerste lijn of in een anderhalvelijn Lid consumentenpanel Zorgbelang Drenthe constructie c.q. het primaire zorgwinkelcentrum. De zorg zal steeds meer de patiënt volgen, zal in steeds mindere mate in instellingen geleverd worden maar plaatsvinden in ‘zorgnetwerken’ van samenwerkende zorgverleners. Elke patiënt is eigenaar van zijn eigen
11. Zelf verantwoordelijk zijn voor eigen gezondheid impliceert ook primair zelf verantwoordelijk zijn voor de financiering hiervan met dien verstande dat men zich kan verzekeren voor datgene wat men niet zelf kan dragen. Het verplichte deel van de zorgverzekeringswet behoedt burgers voor al te grote financiële risico’s. Zorgbelang Drenthe is er van overtuigd dat de 14
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
financiering van de zorg de cliënt moet volgen en dat de beste zorg uiteindelijk de goedkoopste zorg is. 12. Grenzen zijn al aan het wegvallen en de mobiliteit van burgers zal nog meer toenemen. Er ontstaat dus ook in toenemende mate de bereidheid van mensen om verder te reizen Het is mijn bedoeling om aandacht te voor de dienst die ‘zorg’ heet en vestigen op de gebrekkige organisatie van die zelfs over de grens gehaald de Nederlands gezondheidszorg. Daardoor kan worden. Er kan zelfs komen professionele waarden in de relatie gesproken worden over ‘de tussen zorgverlener en patiënt – zoals respect, nieuwe zorg’ die verkregen kan zorgvuldigheid en betrouwbaarheid – al te worden ongeacht waar men zich vaak in de knel. bevindt. Walter Stolz, mantelzorger en
Dit alles vraagt om een transitie, ad hoc zorgregisseur een andere ordening van de zorg. In die nieuwe ordening zal het onderscheid tussen de eerste- en de tweedelijns zorg verder vervagen en op termijn mogelijk helemaal verdwijnen. In die ordening zal de organisatie van de zorg niet meer alleen in handen van de overheid liggen en zullen niet meer de zorgaanbieders en zorgverzekeraars het uitsluitend voor het zeggen hebben. Het betekent een ultieme ontschotting omdat het aanbod van zorg al in een heel vroeg stadium daadwerkelijk een antwoord is op de concrete zorgvraag van de patiënt, zelfs als de vraag nog niet geheel duidelijk is.
Zorgbelang Drenthe
15
16
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Zorgbelang Drenthe
17
3. De vraag als uitgangspunt Er zullen te allen tijde, ook in 2025, mensen zijn die iets mankeren of die op de een of andere manier niet goed (meer) mee kunnen komen. Op zo’n moment is er sprake van een zorgvraag. De meest ingrijpende en meest dringende transitie die het huidige zorgstelsel vereist, is die waarin de zorgverlening weer wordt gericht op de zorgvrager en diens situatie, behoeften en wensen. De Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) veronderstelt – en dat wordt ondersteund door veel onderzoek – dat in de toekomst het aantal minder zelfredzame patiënten zal afnemen ten gunste van zelfredzame patiënten die zelf de regie over hun zorg in handen (willen) nemen. Zelfredzaam betekent overigens niet ‘agressief’. Zorgvragers hebben de plicht zich open en respectvol op te stellen ten opzichte van zorgaanbieders. Als zij dat doen, hebben zij recht op een adequaat en helder antwoord op hun zorgvraag. Er kan van worden uitgegaan dat – ook in 2025 – zorgvragen onderscheiden kunnen worden in vijf typen die hun eigen antwoorden veronderstellen:
1. Algemene informatieve (zorg)vragen Voor informatieve vragen over algemene zorgonderwerpen (bv. wat is de ziekte van Alzheimer? hoe is het stelsel van de gezondheidszorg ingericht? waar kan ik terecht met vragen over de thuiszorg?) kunnen burgers anno 2011 al virtueel terecht op 18
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
talloze algemene en specifieke websites van overheid, zorgaanbieders en patiëntenorganisaties en ook fysiek en telefonisch bij Zorgbelangorganisaties. Wat daarin nog verbeterd moet en kan worden is de kwaliteit van de informatie en Als de patiënt weet welke weg hij moet de organisatie van de bewandelen, wordt zinnig en zuinig gebruik beschikbaarheid. van de zorg bevorderd. Verondersteld mag worden dat ‘goede wijn geen krans behoeft’ Hans Maarten Bolle, directeur VHN en dat zorgvragers in staat geacht moeten worden de informatieve kwaliteit van een website te herkennen. Toch is het van belang dat er criteria komen waarmee deze informatie getoetst wordt op transparantie en objectiviteit. Beroepsorganisaties van zorgprofessionals dienen er voor te zorgen dat de informatie op het internet conform de meest actuele stand van de wetenschap is. Bij belangenbehartigingsorganisaties als Zorgbelang ligt de verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat de informatie in begrijpelijke taal beschikbaar is en dat deze te controleren is op toegankelijkheid 1.
2. Preventieve zorgvragen Het kan zijn dat mensen zich zorgen maken en vragen hebben over dingen die hen ‘kunnen’ overkomen (wat te doen bij een dreigende griepepidemie, mogelijke gevolgen van straling na een ramp met een kerncentrale e.d.) maar het kan ook dat zij vragen hebben over hoe zij moeten leven in een bepaalde fase van hun leven (bv. als zij worden geconfronteerd met een
1 Dit zou vorm kunnen krijgen in een ‘kwaliteitskeurmerk’ dat door organisaties van zorggebruikers periodiek wordt uitgereikt. Zorgbelangorganisaties kunnen zich hier sterk voor maken.
Zorgbelang Drenthe
19
chronische aandoening) waarvoor zij preventieve maatregelen willen nemen. Hiervoor kunnen zij telefonisch of digitaal terecht bij het primaire zorgwinkelcentrum en dan zo nodig worden doorgeleid naar de basiszorgarts. Zij kunnen ook terecht bij algemene consultatiebureaus voor baby’s en peuters, bij centra voor gezond ouder worden, bij specialistische centra waar zij prikken kunnen halen tegen ziektes die in Nederland zijn uitgebannen, bij centra die gespecialiseerd zijn in het omgaan met de gevolgen van het gebruik van alcohol en drugs. Vanuit Zorgbelang Drenthe wordt verondersteld dat vrijwel al deze voorzieningen fysiek en via interactieve digitale media dichtbij de zorgvragers gelokaliseerd moeten zijn omdat het van wezenlijk belang is dat deze vragen op een zorgvuldige, betrouwbare en snelle manier beantwoord worden. Daardoor wordt de burger gerustgesteld en weet hij waar hij aan toe is.
3. Enkelvoudige zorgvragen Burgers kunnen in de loop van hun leven geconfronteerd worden met allerlei min of meer acute en dringende aandoeningen waarvoor een directe snelle ingreep of behandeling nodig is. Het gaat hierbij om enkelvoudige zorgproblemen die een zelfstandige individuele afhandeling vereisen, dichtbij in het zorgwinkelcentrum. Het kan ook gaan om vragen over aandoeningen die diepgaander diagnose, mogelijk meer onderzoek en behandeling vereisen. Hiervoor kan men het beste fysiek of interactief terecht bij een van de basiszorgartsen die in het primaire zorgwinkelcentrum hun praktijk hebben. Een arts is de eerste die bevoegd is tot het stellen van een diagnose (natuurlijk altijd in samenspraak met de patiënt) en hij heeft hiervoor in het centrum allerlei technische apparatuur tot zijn beschikking zoals röntgenapparatuur, een onderzoeks- en 20
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
behandelkamer maar ook een snelle internetverbinding met specialistische professionals op afstand voor consultatie en feedback. Op deze manier kunnen al veel zorgvragen in de basis afgehandeld worden en het is dus van belang dat een dergelijk primair zorgwinkelcentrum op een bereikbare en bereisbare afstand (maximaal vijftien minuten met de auto) van de zorgvrager beschikbaar is.
4. Acute zorgvragen Iedereen kent de sirenes van de ambulance en iedereen weet dat er acute zorgvragen zijn waar direct ingegrepen moet worden. Er zijn en blijven altijd ‘zorgvragen’ die geen uitstel dulden en waarvoor iedere burger gerechtigd is om 112 te bellen. In Nederland is het bij wet zo geregeld dat wanneer 112 gebeld wordt er altijd binnen vijftien minuten een ambulance ter plaatse moet zijn die acute hulp kan verlenen, die er voor zorgt dat de patiënt gestabiliseerd wordt en vervoerd wordt naar een plaats waar adequate behandeling gestart kan worden. De norm van vijftien minuten aanrijdtijd voor acute en spoedzorg impliceert dat er over een provincie als Drenthe een heel netwerk van ambulancezorg is uitgelegd dat centraal via de regionale meldkamer wordt aangestuurd. Uitgaande van de wens om ook een dekkend netwerk te hebben voor de basiszorg is denkbaar, ja zelfs wenselijk, dat de spoedzorg geïntegreerd wordt met de gewenste zorgwinkelcentra. Goede voorlichting is belangrijk om te voorkomen dat mensen oneigenlijk gebruik maken van het 112-nummer voor zorgvragen die daar niet horen.
Zorgbelang Drenthe
21
5. Complexe en chronische zorgvragen Wanneer zorgvragen niet meer incidenteel zijn maar een chronisch karakter krijgen, spreken we over chronische zorgvragen. Dat betekent concreet dat de ziekte of aandoening langer gaat duren, niet meer overgaat en op een gegeven moment eindigt met de dood. Dat kan op iedere leeftijd voorkomen maar gezien de menselijke levensloop hebben ouderen per definitie meer chronische zorgvragen. Patiënten met een chronische zorgvraag hebben dezelfde soort vragen als de vier hierboven genoemde maar dan geclusterd en meer frequent. Chronische zorgvragen kunnen een enkelvoudige chronische aandoening betreffen die om specifieke begeleiding vragen in de vorm van standaardbezoeken, leefstijladviezen en zelfmanagement. Vaak echter zijn chronische zorgvragen complex en meervoudig en Als patiënt met een complexe zorgvraag hebben ze behalve een krijg je te maken met een stoet van artsen en somatische ook een psychische specialisten en zorgprofessionals met zeer en sociale kant. uiteenlopende achtergronden. Verwarring, Deze zorgvragen vereisen onduidelijkheid, communicatiestoornissen en antwoorden die het domein van tegenstrijdige boodschappen liggen dan op de fysieke zorg overstijgen en de loer. Dan is het zeer gewenst, ja van meestal te maken hebben met levensbelang, dat één professional in het het totale welzijn van de patiënt. bijzonder zich verantwoordelijk voelt voor het totaal van de zorg die de patiënt krijgt. En voor de patiënt en zijn naaste(n) is het een grote geruststelling als die ene persoon toegankelijk en responsief is en je het gevoel geeft dat je met alle vragen en zorgen bij hem of haar kunt aankloppen.
Uitspraak van een kankerpatiënt.
22
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Uiteraard zijn er, ook in 2025, nog altijd minder zelfredzame zorgvragers die wel willen participeren in de samenleving maar die dermate kwetsbaar zijn dat zij niet of nauwelijks in staat zijn de regie over hun eigen zorgproces te nemen. Voor hen geldt echter dat ook hún zorgvragen in het hele zorgproces dezelfde zijn als die welke hierboven zijn geschetst. En ook voor hen geldt dat zij bepaalde wensen en verwachtingen hebben ten aanzien van hun leven en hoe zij het (nog) willen hebben. Het verschil met de zorgvrager die wel de regie in eigen hand neemt is dat minder zelfredzame zorgvragers meer (coachende) ondersteuning nodig hebben. Dit is voor ieder mens vanuit zijn eigen situatie weer anders. Tegelijkertijd vraagt dit om maatwerk, om een type zorgondersteuner die samen met de zorgvrager de regie kan voeren over het zorgproces en die de coachende ondersteuning van de zorgverlener kan mobiliseren om de zorg zoveel en zo lang mogelijk passend bij de eigen situatie te organiseren.
Zorgbelang Drenthe
23
24
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Zorgbelang Drenthe
25
4. Dilemma’s Vooronderstellingen over hoe de toekomst er uit zou kunnen zien, roepen meteen een aantal vragen en dilemma’s op. Het is goed om hier even bij stil te staan. • Als mensen in toenemende mate de regie over hun eigen leven (willen) hebben, wat is dan de rol en de poortwachterpositie van de (huis)arts? Als mensen meer, sneller en beter keuzes willen maken voor hun eigen zorgverlener, is er dan nog sprake van individuele huisartsenzorg? • Grotere zorgwinkelcentra zijn een wenkend perspectief, een stip op de horizon. Maar hoe garandeer je bereikbaarheid van de zorg, ook voor mensen die minder mobiel en minder zelfredzaam zijn? • Hoe wordt er in 2025 omgegaan met het relatief hoge percentage huisbezoeken dat in 2011 al, en zeker in 2025 nog nodig zal zijn, zeker als er van wordt uitgegaan dat mensen, hoe vitaal ook, steeds ouder worden? Kortom, hoe ambulant is de zorg vanuit het zorgwinkelcentrum? • De vraag is, als mensen steeds vitaler oud worden en zelf de regie willen blijven houden over hun leven, wanneer het dan zo ver is dat zij zo hulpbehoevend/oud zijn dat anderen de regie van hen over moeten nemen. Vaak vragen mensen echt te weinig of te laat om zorg. • Als je uitsluitend uitgaat van de vragen van individuele patiënten, hoe ontwikkel je dan een systeem dat burgers 26
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
betrokken houdt bij de zorg voor anderen? Kortom, hoe borg je samenhang in de zorg en ‘noaberschap’ in een sterk individualiserende samenleving? • De vraag is ook of mensen niet liever, zodra ze iets gaan mankeren, de verantwoordelijkheid en de regie hiervoor aan anderen overdragen. Betekent dat dan dat ze teveel vragen van anderen als het gaat om het organiseren van de zorg? • Vereist de ontwikkeling van een nieuw, duurzaam en ontschot systeem van basiszorg niet ook een vernieuwing in de financiering vooral van de chronische zorg? • Is het voor veel mensen niet te veel gevraagd om hun eigen medische zorgdossier bij te houden? Creëer je met onzorgvuldig ingevulde dossiers niet weer nieuwe problemen? • Wat is, als je uitgaat van specialistische ziekenhuiszorg rondom hoogcomplexe aandoeningen, en een verantwoorde spreiding van basisvoorzieningen, nog de positie van perifere ziekenhuizen? • Zullen de voorgestelde (en gewenste) veranderingen in de inrichting van de zorg anno 2025 een oplossing betekenen voor het tekort aan huisartsen in plattelandsgebieden als Drenthe waar in 2011 de spreiding van basiszorg al extreem veel lager is dan in de rest van Nederland. De uitdagingen van de (nabije) toekomst zijn om in de organisatie van de zorgwinkelcentra duurzame en passende antwoorden te vinden voor deze dilemma’s.
Zorgbelang Drenthe
27
5. BIO-Zorg Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar wat patiënten verwachten als het gaat om goede zorg en welke kwaliteitscriteria vanuit het patiëntenperspectief gelden voor zorg in de eerste lijn en in de keten van zorg waar een patiënt in terecht kan komen als bij hem een (chronische) ziekte is geconstateerd. Uiteraard gaan zorgvragers er primair van uit dat zorgverleners deskundig zijn en dat ze adequaat zijn toegerust voor hun vak. Daarnaast vinden patiënten bij het beoordelen van de zorg de volgende tien kwaliteitscriteria belangrijk: 1. Effectieve zorg: de zorgvrager krijgt de meest effectieve behandeling en begeleiding aangeboden. 2. Toegankelijke zorg: de zorgaanbieder of zorglocatie is voor de zorgvrager goed bereikbaar, goed toegankelijk en tijdig beschikbaar. 3. Continuïteit van zorg: er is goede samenwerking, coördinatie en afstemming tussen alle zorgverleners in de keten. 4. Eigen regie: de zorgvrager heeft zelf de regie in het hele zorgproces en behoudt zoveel en zo lang mogelijk zijn/haar zelfstandigheid. 5. Goede communicatie en informatie: de zorgvrager ervaart begrijpelijke en niet tegenstrijdige informatie en voorlichting op maat. 6. Emotionele ondersteuning: de zorgvrager voelt zich gehoord en begrepen en er is respect voor zijn/haar privacy. 28
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
7. Patiëntgerichte omgeving: de (behandel)omgeving is geschikt voor de mensen die er (moeten) verblijven. 8. Veilige zorg: door veilige (behandel)omgeving, apparatuur en procedures wordt de kans op ongelukken en fouten geminimaliseerd. 9. Organisatie van de zorg: de voorzieningen, de werkwijze, de logistiek en de onderzoeks- en behandelresultaten zijn transparant. 10. Kosten van de zorg: de kosten van de behandelingen en de vergoedingen zijn transparant. Nog korter samengevat, het gaat om drie dingen die vanuit het perspectief van de patiënt optimaal moeten zijn en die hij kan beoordelen: • Bejegening die te allen tijde respectvol en op basis van gelijkwaardigheid moet zijn. • Informatie die in alle opzichten goed en Voor de integrale benadering van een ernstig begrijpelijk moet zijn. zieke patiënt is een gezamenlijk dossier • Organisatie van de zorg noodzakelijk teneinde het ziekteproces te die gedurende het hele defragmenteren en er is een professionele proces efficiënt en ‘regisseur’ nodig om het proces van zorgvuldig moet zijn. multidisciplinaire diagnose inhoudelijk en organisatorisch bij te sturen en de patiënt en
Vanuit Zorgbelang Drenthe wordt dit BIO-Zorg genoemd.
zijn naaste(n) over de gang van zaken op de hoogte te houden.
Walter Stolz, mantelzorger en ad hoc zorgregisseur
Zorgbelang Drenthe
29
6. Ontwikkelingen Uitgaan van de vraag van zorggebruikers en van de kwaliteitscriteria voor goede zorg vanuit het perspectief van de zorgvrager betekent dat serieus nagedacht moet worden welke ontwikkelingen in de zorg dermate vernieuwend, duurzaam en realistisch zijn dat op basis daarvan concreet vorm gegeven kan worden aan de zorg in 2025. De volgende ontwikkelingen zijn waarneembaar: • Democratisering van de informatieverstrekking wil zeggen dat informatie over de zorg breed beschikbaar is via internet. Het dilemma hierin is dat er zoveel informatie op internet verschijnt (waarvan veel ‘gekleurd’ en onbetrouwbaar) dat er bijzonder veel aandacht moet zijn voor de kwaliteit van de informatie. Dit vereist samenwerking op inhoud tussen deskundige zorgprofessionals en deskundige zorggebruikers. Deskundige zorgprofessionals zijn verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van de informatie. Deskundige zorggebruikers kunnen ingezet worden voor de ‘toegankelijkheid in taal’ van de informatie. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor belangenbehartigers van patiënten, verenigd in een consumentenbond voor de zorg. • Versterking van de eigen regie van de zorgvrager wil zeggen dat de vraag van de patiënt leidend is, dat de zorgverlener en de patiënt een ‘samenwerkingsovereenkomst’ aangaan in het proces van het omgaan met de ziekte en dat de zorgverlener hierin in toenemende mate de rol van coach heeft. Basisprincipe hierbij is dat de patiënt eigenaar is van zijn aandoening. Hij is dus ook eigenaar van de oplossing c.q. van het hanteren van/leren om30
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
gaan met zijn gezondheid en zijn ziekte. Dit impliceert dat een zorgvrager die bewust met zijn eigen gezondheid omgaat, zich laat adviseren m.b.t. een gezonde leefstijl als hij vragen daarover heeft. • Brede inzet van e-healthprocessen wil zeggen dat de patiënt eigenaar is van zijn eigen zorgdossier waarmee hij preventief en curatief verantwoordelijk kan zijn voor zijn eigen zorgproces. Het betekent ook dat hij 24 uur per dag via moderne communicatie- media informatie kan inwinnen, om hulp of advies kan vragen of een afspraak kan maken voor een persoonlijk contact. • Herordening van de primaire zorgorganisatie wil zeggen dat preventie, diagnostiek, behandeling en nazorg, ook voor kwetsbare patiënten en ouderen, zo dicht mogelijk bij de zorggebruikers georganiseerd worden in zorgwinkelcentra (of organisatorische varianten daarvan). Deze centra zijn 24 uur per dag bereikbaar zijn (fysiek, digitaal en telefonisch) op de momenten dat de zorgvrager het nodig heeft. Dit kan gekoppeld worden aan ‘acute zorg’ en ‘omgevingszorg’ (veilig thuis Als de patiënt goed geïnformeerd wordt over wonen). Belangrijk hierbij is dat zijn eigen aandoening en de mechanismes er een goede zorgcoördinatie is van zijn ziekte kunnen veel complicaties van rondom de patiënt en dat er sprake medicaties vermeden worden. De patiënt is van een goede afstemming tussen weet dan wat de voor- en nadelen zijn van verschillende zorgaanbieders. verschillende keuzes die voorgelegd worden waardoor hij, samen met de arts(en)
• Versterking van multidisciplinaire teamvorming en samenwerkingsconstructies wil zeggen dat er in de basiszorg brede
Zorgbelang Drenthe
mederegisseur wordt van zijn eigen behandeling omdat hij zijn ziekte ‘begrijpt’.
Stichting Begeleide Zelfhulp
31
horizontale afstemming en samenwerking is met alle relevante specialismen. De vraag van de patiënt is daarbij leidend zelfs als deze vraag nog diffuus en ongearticuleerd is. Dit vraagt om een eerste screening door een soort ‘superverpleegkundige’ in het zorgwinkelcentrum om de vraag te verhelderen en adequaat door te geleiden. Het betekent ook dat al in een vroeg stadium, als er nog geen directe hulpvraag geformuleerd is, in voorlichting en training aandacht is voor mogelijke gezondheidsproblemen. • Directe en uitgebreide diagnostiek- en behandelmogelijkheden wil zeggen dat in de zorgwinkelcentra sterk verbeterde high-tech apparatuur aanwezig is die low-tech te bedienen is. Zo nodig kan de basisarts voor advisering en mogelijk ingrijpen digitaal contact opnemen met specialisten in specialistische centra. Daarnaast bestaan er allerlei vormen van telecare in de thuissituatie die op afstand kunnen worden aangestuurd en bewaakt. Snelle en veilige zorg staat hierbij voorop. • Verbreding en specialisatie van de basiszorg wil zeggen dat relatief eenvoudige specialistische handelingen door medisch specialisten uitgevoerd kunnen worden in de zorgwinkelcentra of daar dicht in de buurt in specialistische behandelcentra. Voor complexe specialistische behandelingen zullen patiënten superspecialistische behandelcentra moeten bezoeken waarvan er, wanneer de basiszorg breed en adequaat is georganiseerd en toegerust, maar enkele in Nederland nodig zullen zijn. Het gaat om horizontale en verticale afstemming op inhoud rondom de zorgvraag en de zorgvrager (en niet om concurrentie op aanbod) zodat er instemming is van de NMA. Concurrentie in economische zin is de doodsteek voor goede zorg. Concurrentie op kwaliteit is uitstekend en hierbij kunnen samenwerkingsverbanden (gevoed door patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars) die aangeven 32
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
welke zorg goed is, een rol spelen. Het model dat Zorgbelang
Het ideale ‘zorgwinkelcentrum’ (fysiek en virtueel) voldoet aan de behoeften en wensen
Drenthe voor zich ziet en waarin van zorggebruikers in de zin dat er ruimte deze ontwikkelingen in de en aandacht is voor alle typen zorgvragen, toekomst vorm krijgen, is het ook de latente vragen die te maken hebben model van het primaire met gelijkwaardigheid en respect, en dat er ‘zorgwinkelcentrum’. specifiek aandacht is voor jeugdigen, ouderen Zorgwinkelcentra zijn en chronisch zieken. basisvoorzieningen die optimaal gespreid zijn over de provincie en waar alle zorggebruikers met al hun zorgvragen terecht kunnen.
Zorgbelang Drenthe
33
34
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Zorgbelang Drenthe
35
7. Het zorgwinkelcentrum in model Het ‘ideale’ zorgwinkelcentrum ziet er in zijn meest uitgebreide vorm als volgt uit: • De voorziening is laagdrempelig. Burgers kunnen er digitaal vragen stellen die 24 uur per dag, zeven dagen per week, beantwoord worden. Zij kunnen overdag en ’s avonds binnenlopen met uiteenlopende zorgvragen, medische, paramedische vragen of vragen die te maken hebben met het welzijn van mensen. Er is in principe altijd iemand met verstand van zaken (een ‘superverpleegkundige’) beschikbaar om de vragen te beantwoorden. Dit kan ook vragen rond voorzieningen, financiën, verzekeringsproblemen, machtigingen e.d. betreffen. Het preventieve gevolg van deze laagdrempeligheid is dat mensen eerder een vraag zullen stellen en het probleem dus eerder is opgelost c.q. doorgeleid. • Er is sprake van een goed georganiseerde medische praktijk waarin de basiszorgartsen zich optimaal kunnen bezig houden met patiëntenzorg en waarin ook mogelijkheden zijn te komen tot medisch inhoudelijke specialisatie. Dit betekent dat artsen zich weer vooral bezig gaan houden met datgene waarvoor ze zijn opgeleid, hun medische professie. Zij werken daardoor effectiever en kunnen mogelijk ook meer patiënten zien. De curatieve behandeling die mogelijk volgt op de diagnose zal de behandelend basiszorgarts zoveel mogelijk in nauwe samenwerking en afstemming doen met de andere in het zorgcentrum werkende professionals zoals praktijkondersteuners en gespecialiseerd verpleegkundigen.
36
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
• Veel vragen die anno 2011 bij huisartsen terecht komen, zijn niet direct medisch maar hebben te maken met psychosociale of andere problematiek. Door brede samenwerking in het zorgwinkelcentrum met de daar aanwezige professionals kan bij de primaire intake de vraag zo snel mogelijk doorgeleid worden naar meer adequate zorg. Dit vereist goede afstemming in taalgebruik en dezelfde protocollen m.b.t. verwijs- en intakecriteria. Hiervoor is het belangrijk het digitaal berichtenverkeer tussen zorgaanbieders goed te organiseren (bv. via een in te richten digitaal portaal doorverwijzendrenthe.nl). • In een goed georganiseerd zorgwinkelcentrum worden niet-medische zaken zoals administratie, facturering en de financiële afhandeling en de registratie van patiënten centraal uitgevoerd terwijl er nog steeds sprake is van kleinschaligheid. Gewaakt moet daarbij worden voor teveel administratieve perikelen op de werkvloer. Ook niet-patiëntgebonden activiteiten zoals de ontwikkeling van centrumgebonden ICT kunnen worden gekapitaliseerd en op centrumniveau gehonoreerd. Het centrum beschikt over een goed toegankelijke, heldere website waar alle informatie te vinden is die voor patiënten van belang is 1. • De ziekenhuiszorg wordt dichter bij de mensen gebracht. Medisch specialisten voeren een of meerdere keren per week specialistische verrichtingen uit. Hiervoor heeft het centrum de beschikking over behandelkamers en specialistische behandelapparatuur waardoor patiënten minder vaak voor controles of kleine ingrepen naar een ziekenhuis hoeven te gaan. Zeker voor zorgwinkelcentra in uitgestrekte landelijke gebieden
1 Op internet zijn, als men even googelt, ook in Drenthe al mooie voorbeelden te vinden van dergelijke uitgebreide websites waar patiënten alle informatie kunnen vinden die zij nodig hebben.
Zorgbelang Drenthe
37
kan dit een oplossing zijn. In stedelijke gebieden kan gekozen worden voor een wat kleinere vorm zoals bijvoorbeeld een wijkgerichte aanpak in combinatie met een of meer regionale basisziekenhuizen. Deze substitutie van de tweede naar de eerste lijn heeft consequenties voor de financiering van ingrepen. Nog sterker: de financiële scheiding tussen de eerste en tweede lijn bestaat niet meer. Het geld volgt de cliënt ongeacht waar die zorg verzilverd wordt. Dit stelt de patiënt maximaal in staat zelf de regie te voeren in zijn eigen zorgproces. • De acute zorg/spoedzorg wordt centraal aangestuurd vanuit de medische meldkamer maar rukt uit vanuit het centrum. Uitgaande van een adherentiegebied van ongeveer 20.000 inwoners rondom een zorgwinkelcentrum kunnen de meeste centra een eigen ambulanceteam op locatie hebben. Daarmee wordt de spoedzorg een integraal onderdeel van het dienstenpakket en is de informatie uit de spoedzorg eenvoudig beschikbaar voor de andere zorgverleners. Ook kan bijvoorbeeld van de zorgambulance gebruik gemaakt worden bij planbaar vervoer zoals doktersvisites of van en naar een specialistisch ziekenhuis. • Het kan zijn dat de diagnose en de behandeling in het primaire zorgwinkelcentrum een korte opname vereisen. Dat vraagt om een opnamevoorziening met een beperkt aantal bedden en de beschikbaarheid van voldoende verpleegkundigen in combinatie met de wijkverpleegkundigen. Er van uitgaand dat patiënten voor een ingreep steeds korter in een specialistisch ziekenhuis liggen en na een ingreep steeds eerder naar huis gaan, kan het een uitkomst zijn in het kader van (specialistische) nazorg een tijd dichter bij huis opgenomen te kunnen worden.
38
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
• Diverse specialistische zorgverleners hebben hun praktijk (voor individuele en groepsbegeleiding) in het centrum zoals diëtisten, diabetesverpleegkundigen, fysiotherapeuten, logopedisten, psychologen, bewegingstherapeuten en podologen 2. In het kader van gezond ouder worden en preventie van ziektes zullen zij ook cursussen en trainingen verzorgen. Verder is er een multifunctionele ruimte voor sport- en bewegingsactiviteiten. • Er is in het zorgwinkelcentrum speciaal aandacht voor jeugdigen. Dat impliceert dat er een verloskundige praktijk is, een consultatiebureau voor baby’s en kleuters en aandacht voor de jeugdgezondheidszorg. Verder is er een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) waarin orthopedagogen en jeugdhulpverleners werkzaam zijn. • Verder is er een consultatiebureau voor ouderen en/of een Centrum voor Gezond Ouder Worden van waaruit mensen gewezen worden op alle mogelijke gezondheidsbevorderende activiteiten. Als het oudere mensen niet meer lukt om geheel op eigen kracht hun leven vorm te geven, hebben ze daar hulp en ondersteuning bij nodig. Indicaties voor vervolgzorg in de thuissituatie worden gedaan door een daartoe bevoegd wijkverpleegkundige al of niet in afstemming met de behandelend arts en het maatschappelijk werk. Er is dus ook een informatiepunt voor thuiszorg en een ondersteuningspunt voor mantelzorgers.
2 Dit is een niet uitputtende opsomming. Denkbaar is dat zich in de toekomst nog allerlei specialismen gaan ontwikkelen die hun plekje gaan opeisen in het zorgwinkelcentrum omdat er vanuit zorggebruikers vraag naar is.
Zorgbelang Drenthe
39
• Er is specifieke aandacht voor chronische patiënten. Chronische patiënten (en hieronder vallen ook kwetsbare ouderen met een chronische aandoening) hebben vragen over wat hun ziekte betekent en wat zij moeten doen om het ziekteproces draaglijk te houden. Chronische patiënten moeten periodiek onderzoek ondergaan en zij hebben regelmatig in de behandelsfeer contact met hun basiszorgarts of een gespecialiseerd verpleegkundige. Chronische patiënten hebben ook af en toe een acuut probleem waarvoor meteen hulp moet komen. Het kan ook zijn dat chronische patiënten periodiek een bepaalde therapie moeten volgen waarvoor ze naar een specialistisch ziekenhuis moeten dat wat verder afgelegen is. En chronische patiënten met een complexe zorgvraag die somatische, psychische en sociale kanten heeft, hebben uiteindelijk soms meer en vaak ook langduriger zorg en ondersteuning nodig in de thuissituatie. • Het concept van het primaire zorgwinkelcentrum veronderstelt ook dat iedere zorgvrager in het bezit is van een, liefst door hemzelf beheerd persoonlijk digitaal zorgdossier dat hij ten behoeve van de behandeling aan zijn behandelaar ter inzage geeft c.q. dat op het zorgwinkelcentrum digitaal is te openen. Hierin vermeldt de patiënt alle relevante informatie die te maken heeft met zijn gezondheid en ziekte (zoals bloeddruk, gewicht en welke medicijnen hij slikt), noteert de basiszorgarts wat de vraag van de patiënt was, wat hij heeft geconstateerd, wat hij heeft geadviseerd of welke interventies hij heeft gedaan en welke medicatie hij heeft voorgeschreven. Door een link naar de apotheek is de medicatieveiligheid gewaarborgd en kunnen de medicijnen zo nodig ook weer tijdig worden aangevuld 3. Via dit interactieve dossier is er altijd direct digitaal contact mogelijk tussen de patiënt/zorgvrager en de arts. 40
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Uit onderzoek blijkt dat het psychische proces waarin een patiënt verkeert als hij wordt geconfronteerd met een chronische ziekte bij alle chronische aandoeningen min of meer vergelijkbaar is. Het begint met een periode van zeer grote onzekerheid omdat de patiënt niet weet waarin hij terecht is gekomen. Hij wil wel enige algemene informatie over de ziekte hebben maar feitelijk wil hij vooral weten wat hem te wachten staat, welke behandelmogelijkheden er zijn, hoe lang het gaat duren en of hij weer beter wordt. Als het duidelijk is dat de ziekte niet overgaat, kan de patiënt een periode van grote depressie (rouw) doormaken waarin absoluut geen sprake is van autonomie en waarin hij dus hulp nodig heeft bij het regisseren van zijn ziekte. Echter, naarmate de ziekte langer duurt en zich meer ‘stabiliseert’ zal de patiënt in toenemende mate weer zelf de regie over zijn eigen zorgproces in handen (willen) nemen. In al deze fasen is een aan de fase aangepaste ondersteuning van een deskundige en coachende zorgverlener onmisbaar, iemand op wie de zorgvrager een beroep kan doen als hij vindt dat hij dat nodig heeft, 24 uur per dag! Dit vereist een samenwerking tussen de zorgvrager (patiënt) en de zorgverlener. Als de patiënt zelf de regie heeft over zijn eigen zorgproces, hoeft dit niet per se op ieder moment dezelfde ondersteuner te zijn. Het gaat om zorgdienstverlening en het is vooral belangrijk dat deze aansluit bij de persoonlijke situatie waarin de zorgvrager verkeert of wenst te verkeren en bij wat belangrijk is in zíjn leven. Vrijwel dit hele proces kan digitaal gemonitord worden. Als de chronische zorgvraag van de patiënt dermate complex is dat hij niet (meer) in staat is daar zelf de regie over te voeren is het belangrijk dat de zorg goed gecoördineerd wordt.
3 Er circuleren op internet al een aantal uitstekende voorbeelden van hoe een dergelijk dossier er uit kan zien en kan functioneren. Ook zijn er al applicaties beschikbaar voor smartphones waarmee de patiënt zelf de optimale regie kan krijgen over zijn eigen zorgdossier.
Zorgbelang Drenthe
41
• Tenslotte is er in het zorgwinkelcentrum een winkel voor zelfzorggeneesmiddelen, een apotheek voor geneesmiddelen op recept en een winkel voor medische aanpassingen en hulpmiddelen. • Idealiter is er in het zorgwinkelcentrum ook plaats voor een tandartsenpraktijk en een praktijk voor mondhygiëne.
42
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Deze clustering van zorgvoorzieningen in de basiszorg met een deel van de medisch specialistische zorg en met alle voorzieningen, gericht op het welzijn van burgers in brede zin en toch zo dichtbij mogelijk, garanderen een optimale bereikbaarheid en toegankelijkheid. De zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en zelfmanagement staan voorop en Het voorgestelde model garandeert dat ook in de keuzevrijheid van de patiënt dunbevolkte gebieden multidisciplinaire zorg blijft gegarandeerd want er zijn op bereikbare afstand voor iedere burger beschikbaar is. Het garandeert ook een meerdere zorgverleners optimale afstemming tussen werkzaam in het basisvoorzieningen in de zorg en zorgwinkelcentrum waar hij bij specialistische zorg. terecht kan. Er is bovendien sprake van optimale samenhang waarbij of de basiszorgarts of de wijkverpleegkundige de spil kan zijn van de zorgcoördinatie als de zorgvrager er niet meer zelf toe in staat is.
Belangrijk is dat in een dergelijk centrum ook de medezeggenschap van cliënten in de volle breedte zoveel mogelijk naar het niveau van het individu wordt verlegd. Aan de andere kant is het ook van belang dat zorggebruikers optimaal invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de in het centrum geleverde zorg. Hier kan een rol weggelegd zijn voor een belangenorganisatie die als een consumentenbond voor de zorg de kwaliteit van de zorg kan toetsen.
Zorgbelang Drenthe
43
44
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Zorgbelang Drenthe
45
8. De nieuwe zorg in Drenthe Als een dergelijk ‘ideaal’ in de vorm van een zorgwinkelcentrum wordt uitgevoerd in een uitgestrekt en landelijk gebied als de provincie Drenthe zou dat betekenen dat er, op basis van het (huidige en toekomstige) inwoneraantal ongeveer vijfentwintig zorgwinkelcentra zouden moeten komen. De zorgwinkelcentra moeten strategisch worden verdeeld over de provincie en in meer of mindere mate geïntegreerd worden met de bestaande basisziekenhuiszorg en specialistische medische centra. Bij een optimale verdeling moet rekening De zorg hoort eigenlijk overal gewoon goed te worden gehouden met de zijn zodat je zoveel mogelijk in je eigen regio provinciegrenzen (die zeker hulp kan krijgen. als natuurlijke grenzen zullen verdwijnen) en met de grens Zorggebruiker met Duitsland. Dit betekent dat zorggebruikers nooit verder dan vijftien minuten rijtijd verwijderd zullen zijn van het dichtstbijzijnde zorgwinkelcentrum. Zorg is zelfs een dienst die je over de grens kunt halen. Daarmee kunnen de meeste directe zorgvragen zowel van de zelfredzame cliënt als van de minder zelfredzame patiënten snel, dichtbij en adequaat worden beantwoord.
1 In 2025 zal in Drenthe koploper zijn als het gaat om het percentage ouderen in de provincie. De ‘grijze golf’, d.w.z. het percentage vijftigplussers zal dan 45% van de hele bevolking zijn.
46
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
Noordenveld
Tynaarlo
Assen
Aa en Hunze
Borger - Odoorn Midden - Drenthe Westerveld
Emmen Hoogeveen
Coevorden
Meppel De Wolden
Inwoneraantal in Drenthe per 2011: 491.342
Prognose 2025: 495.731 1
Per gemeente in 2011
Groei tot 2025
Noordenveld
31.000
-6% tot 0%
Tynaarlo
32.500
> -12%
Assen
67.000
> 6%
Aa en Hunze
26.000
-6% tot 0%
Borger-Odoorn
33.500
-12% tot -6%
Midden-Drenthe
33.500
-6% tot 0%
Westerveld
19.500
-12% tot -6%
Meppel
32.500
> 6%
De Wolden
23.600
-12% tot -6%
Hoogeveen
55.000
0% tot 6%
36.000
-6% tot 0%
Coevorden Emmen
Zorgbelang Drenthe
109.000
> 6%
47
Literatuuroverzicht • Actiz, NPCF en STOOM: Op weg van denken naar doen. Veranderingen en innovaties in de praktijk van
verpleging en verzorging en zorg thuis. 2011.
• Bakas, Adjiedj: De toekomst van gezondheid, megatrends over gezond leven en waardig sterven. 2011 • Berendsen, Annette: Samenwerking tussen huisarts en specialist. Wat vinden de patiënten en de dokters?
Academisch Proefschrift, 2008.
• Berenschot, Luciënne & Leo van der Geest: Van patiënt tot partner. 2005. • Boer & Croon: Naar waardecreatie in de zorg. Een vertaling van “Redefining Health Care” naar de Nederlandse
situatie. 2008.
• Borghuis, Marion e.a.: Veilige communicatie via het LSP, Ervaringen van een koploper. Stichting ZEGEN, 2010. • Bosch, Suzanne van den: Transition Experiments. Exploring societal changes towards sustainability.
Academisch proefschrift 2010.
• Centraal Bureau voor de Statistiek: Provincie op Maat 2007 – Drenthe. • Coincide BV: Zorginnovatiereis 2010 - Barcelona, Sanidad Moderna. • Coincide BV: Zorginnovatiereis 2011 - Londen, Close to home • Engelen, Lucien: Health 2.0, The update. 2011. • Franchimont, Miranda e.a.: Zichtbaar maken van kwaliteit in de huisartsenzorg. Landelijke evaluatie van
vier regionale pilots ‘Benchmark Huisartsenzorg’. 2007
• Haartsen, Tialda: Demografische dynamiek in Drenthe: trends en prognose. Rijksuniversiteit Groningen, 2010. • Halder, Leon van: ‘Gezondheidszorg kan meer dynamiek gebruikten’. Toespraak uit naam van minister
Schippers d.d. 12-01-2011.
• Idenburg, Philip J., Michel van Schaik: Diagnose 2025. Over de toekomst van de Nederlandse
gezondheidszorg. 2010.
• IVA/STOEL: Kwaliteit zichtbaar maken. Pilot Benchmark Huisartsenzorg. 2008. • Kwaliteit in Zicht (KIZ): Basisset Kwaliteitscriteria. Het patiëntenperspectief op de zorg voor chronische
zieken. 2010.
• Lamping, Antonie J., Jörg Raab, Patrick Kenis: Patients in the lead, the public in the need. An evaluative
study of the system of intermediate organizations in Dutch health care. 2010.
• Lange, Jacomine de, Anneloes van Staa: Transities in ziekte en zorg, op zoek naar een nieuw evenwicht. 2010. • Lekkerkerk, Ir. T. ‘Wat is de invloed van uw zorgverzekeraar?’ Meldactie zorginkoop 2011. • LOC Zeggenschap in zorg: Nederland en de zorg 2010-2050. Inleiding bij theoretisch kader lange termijnvisie. • LOC: Waardevolle zorg. Over de toekomst van de gezondheidszorg 2010-2050. • Medisch Contact 27 mei 2011, Matthijs Smit: ‘Netwerkmodel redt regioziekenhuis’. Wouter van der Kam keert
zich tegen het ‘concentratiesyndroom’.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport : ‘Naar een weerbare samenleving’. Beleidsplan aanpak
gezondheidsverschillen op basis van sociaaleconomische achtergronden. 22 december 2008.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: brief d.d. 13 juni 2008, betreft: Programmatische
aanpak van chronische ziekten.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: brief d.d. 26 januari 2011, betreft: Zorg die werkt: de
beleidsdoelen van de minister van VWS.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: brief d.d. 3 maart 2011, betreft: Antwoorden eerste
termijn Wet BIG en Geneesmiddelenwet.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Gezond zijn, gezond blijven, een visie op gezondheid
en preventie. September 2007.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Gezondheid dichtbij. Landelijke nota
48
gezondheidsbeleid. Mei 2011.
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025.
• Motivaction e.a.: Wat werkt bij wie? Een doelgroepbenadering bij innovaties in zorg en preventie. 2009. • Nederland, Trudi en Eliane Smits van Waesberghe: Zorg in het winkelcentrum. Het werkt! Januari 2011. • NIVEL: Onderzoeksprogramma 2011-2014. • NIVEL: Overzichtstudies - De eerste lijn, 2011. • NPCF: Vraag in Beeld, thema ‘Gezond’, over preventie. Januari 2011. • NPCF: Vraag in Beeld, thema ‘Nieuw’, over vernieuwing in de zorg. Najaar 2010. • NPCF: Eerstelijnszorg voorop! Op weg naar een geïntegreerde eerstelijnszorg vanuit patiëntenperspectief.
2006.
• Provincie Drenthe, H.G. Parker Brady en R. Louwsma: Zorg en vermaatschappelijking. Themarapport Nieuw
Drents Peil. Augustus 2011.
• Raad voor de Volksgezondheid & Zorg/Nictiz: De patiënt als gezagvoerder, de dokter als copiloot. De weg
naar een gedigitaliseerde zorgrelatie. 2010.
• Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Gezondheid 2.0, U bent aan zet. 2010. • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Komt een patiënt bij zijn coach….. Een nieuwe blik op patiënten
beleid. Achtergrondstudie 2010.
• Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Perspectief op gezondheid 20/20. Advies 2010. • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Door slimmer
werken meer kwaliteit met minder mensen. Advies 2010.
• Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Sturen op gezondheidsdoelen, 2011. • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Van zz naar gg. Acht debatten, een sprekend verhaal. 2010. • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Veranderen met draagvlak. Een veranderingsstrategie op basis van
een draagvlakverkenning voor “Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe ordening”.
Achtergrondstudie, 2010.
• Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Vertrouwen in de arts. Advies, 2007. • Raad voor de Volksgezondheid & Zorg: Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe
ordening. Discussienota, 2010.
• Regieraad Kwaliteit van Zorg: ‘Met het oog op morgen’. Twee jaar Regieraad Kwaliteit van Zorg. 2011. • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)/ NIVEL: Op één lijn. Toekomstverkenning eerste
lijnszorg 2020. Bilthoven 2005.
• Rodenstein, Jacques K.: Wenkend perspectief Drentse zorg: Patiëntenzorg vraagt meer van u! Assen, 2004. • Roon, Jeroen van, Gerhard Wullink, Remco Jansen: Van Instituten naar netwerken. Een verkenning van de
“next generation” curatieve zorg. Boer & Croon, 2010.
• Smit, Cees: De patiënt aan het roer: ‘Een nieuwe rol voor patiëntenorganisaties’. 2011. • SP-fractie Provinciale Staten Drenthe: Loopt de zorg vast of worden we blij verrast? Over de gezondheidszorg
in Drenthe. 2010.
• Stolz, Walter: Gevangen in de zorgketen. Verslag van een dwaaltocht door de gezondheidszorg. 2011. • TEDx Maastricht: The future of health. 2011. • Vilans: De zorgmedewerker in de langdurende zorg in 2020. Januari 2011. • Vossen, Ilse, Birgit Jansen, Jozé Braspenning: Ontwikkeling zorginkoopindicatoren ten behoeve van het
project “Inkoop Eerstelijnszorg vanuit Patiëntenperspectief”. Nijmegen, 2011.
• VVD-Tweede Kamerfractie: Dichtbij betere zorg. Nieuwe visie op gezondheidszorg. 2008. • Weggeman, Matthieu en Jaap Peters: Het Rijnlandboekje, principes en inzichten van het Rijnland-model.
2009.
• Weggeman, Matthieu: ‘Laat patiënt direct afrekenen bij een bezoek aan dokter’. 2011. • Westendorp, Prof. dr. Rudi G.J.: Passend of onaangepast? Over de menselijke levensloop in een snel
veranderende omgeving. Leiden, 2010.
• Zorgbelang Gelderland: De huisarts binnen de geïntegreerde eerste lijn. Aandachtspunten vanuit patiënt
perspectief: een toetsingsinstrument. 2007.
Zorgbelang Drenthe
49
Colofon Deze publicatie is ontwikkeld als ‘een droom voor de toekomst’ vanuit het perspectief van de zorgconsument, een eerste stip op de horizon richting zorg die echt rekening houdt met de wensen en de behoeften van de zorggebruiker. In 2012 komt hierop zeker een vervolg. Contact kan opgenomen worden met de initiatiefnemer van het onderzoek: Zorgbelang Drenthe
[email protected] tel. 0592 - 243 844. Onderzoek Ellen M.Y. Buursma Bij het schrijven van de tekst is, naast literatuuronderzoek, gebruik gemaakt van de input uit gesprekken met zorgconsumenten en professionals in de zorg. Naast dank aan alle niet met name genoemde gesprekspartners ‘in de wandelgangen’ en in de talloze consumentenpanels die vanuit Zorgbelang Drenthe zijn georganiseerd, speciale dank aan: Vincent Bergstra, Riet Bongers, Ben Emans, Rita Emmens, Lucien Engelen, Henk Folkerts, Jaap Hatenboer, Harriet Hollander, Gineke de Hoop, Juul ten Hove, Wouter van der Kam, Arita Knipscheer, Piet de Lange, Jan van Loenen, Jan Lubberink, Bertha Mol-Mulder, Bertus Mol, Wim Molema, Roeli Prikken, Sven Romkes, Michel van Schaik, Guus Schrijvers, Maarten Stuker, Pieter Tabak, Eric Versteeg, Marcel de Vijlder, Marisca Wesselius, Roelie Wiersma Vormgeving en fotografie grafisch ontwerp: Irene Bruggemann drukwerk: Multa Bedrijven Drukkerij Foto voorkant: Durk Gardenier Foto achterkant: Mark Mombarg Fotografie binnenwerk: Shutterstock
52
‘Een vergezicht nabij’. Het zorgwinkelcentrum anno 2025. © november 2011