Special degels
n i e u w s b r i e f 104 Een uitgave van de Stichting Drukwerk in de Marge, postbus 16477, 1001 rn Amsterdam
Van het bestuur Begin januari plofte het bij alle contribuanten met een doffe dreun op de mat: het Koppermaandagprentenboek. Het bestuur wil de initiatoren en uitvoerenden van dit Koppermaandagprentenboekproject van harte bedanken voor hun inspanningen om de oude drukkerstraditie van de koppermaandagprent op deze sublieme wijze gestalte te geven. Met name Gerard Post van der Molen danken wij hartelijk voor de uitmuntende organisatie. Naar aanleiding van het verschijnen van het boek hebben diverse nieuwe contribuanten zich aangemeld. We kunnen zelfs wel spreken van een Koppermaandagprentenboekeffect. Helaas zijn de boeken nu op, zodat we ook een aantal nieuwe contribuanten voorlopig hebben moeten teleurstellen – maar niet voor lang, want er zijn weer veel plannen voor projecten. De inzendtermijn voor de derde inventarisatie van drukkende contribuanten, hun persen en letters is bijna voorbij. Op 31 maart sluiten de boeken. Naast het algemeen belang is ook uw eigen belang ermee gediend om aan de inventarisatie mee te doen: diverse leveranciers gebruiken de lijst uit de inventarisatie om te bepalen wie margedrukker is – en wie dus aan speciale acties mee kan doen. Twee voorbeelden daarvan zijn de jaarlijkse rollenactie van akb Longs, en de verderop in deze Nieuwsbrief beschreven bereidheid van Graphec om zonder minimum ordergrootte en zonder bestelkosten aan margedrukkers te leveren. Op 13 september wordt er in het mooie stadje Woudrichem een boekendag georganiseerd, met buiten een grote boekenmarkt, en binnen, in een sfeervolle omgeving, onder meer de gelegenheid voor een aantal margedrukkers om zich te presenteren. Verkopen mag, maar hoeft niet: als u op een andere manier uw werk en de manier waarop dat gemaakt wordt wilt presenteren mag dat ook. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar, dus als u belangstelling hebt, neem dan zo snel mogelijk contact op via DidMAjmolendijk.com of 071–5226998. En op 22 en 23 november is natuurlijk weer de jaarlijkse Boekkunstbeurs in de Pieterskerk in Leiden. Zet het nu vast in uw agenda. For our members in the uk and the us/Canada: this year the Book Art Fair will not clash with the Oak Knoll Fest – so we very much look forward to seeing you in Leiden.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
2/3
Hoewel ook het afgelopen jaar veel aandacht aan de promotie besteed is (persberichten, advertenties, posters etc.), willen we dit jaar nog vroeger daarmee beginnen. Alle creatieve ideeën, contactpersonen en adressen van bevriende media e.d. daarvoor zijn van harte welkom op bovenstaand e-mail adres of telefoonnummer. Aan de ondertekening van dit stuk kunt u al zien dat er minstens één wijziging in de samenstelling van het bestuur heeft plaatsgevonden. Het zijn er zelfs twee: Dick Jalink, van de Kalamos Pers, is als lid toegetreden tot het bestuur, en ikzelf heb de taken van secretaris Kees Thomassen overgenomen. Mijn pers heet Ogentroost, en u kent mij misschien van de website www.drukwerkindemarge.nl. Hierbij wil ik Kees Thomassen van harte danken voor alles wat hij als secretaris voor de Stichting Drukwerk in de Marge gedaan heeft. Hij heeft beloofd dat hij nu meer gaat drukken – wij wensen hem daar veel plezier bij toe. Jan Molendijk
Oproepen en mededelingen Dank Mevrouw E. Vos-de Graaff wil graag alle drukkers in de marge bedanken voor toezending van hun fraaie nieuwjaars- en koppermaandagwensen. Helaas is zij door ziekte niet in staat geweest zelf een wens rond te sturen.
Veiling werkatelier Emile Puettmann Bij Bubb Kuyper Veilingen in Haarlem zal het eerste deel van het werkatelier van de graficus Emile Puettmann worden geveild. De veiling omvat onder andere loden en houten letters, clichés en initialen. De veiling zal plaats hebben van dinsdag 3 tot en met vrijdag 6 juni 2003. De kijkdagen zijn van donderdag 29 mei tot en met zondag 1 juni. Meer informatie kunt u verkrijgen bij Bubb Kuyper veilingen, telefoon 023–532 39 86, en op de website www.bubbkuyper.com. De veiling wordt gehouden aan de Jansweg 39, 2011 km Haarlem.
Die Haghe Thijs Uitenhout met zijn prachtig geoutilleerde drukkerij Die Haghe zoekt kontakt met mensen die in lood drukwerk willen (laten) maken. Ook eigen werkzaamheden in de drukkerij zijn mogelijk. Voor nadere informatie: Thijs Uitenhout, Van Alphenstraat 101, 2274 nd Voorburg, 070–3851241.
Boekenpost Onder de titel ‘Kopwit en 11 & xxx Pers’ heeft Janneke van der Veer in nummer 63 van Boekenpost (januari/februari 2003) een artikel geschreven over de margeuitgeverijen van Jacques van Gent. In nummer 64 komt een artikel over Antje Veldstra, in nr. 65 over Karel Treebus (De Vergulde Maatlat/Treemapers) en in 66 over Jan Rijsterborgh (d’Eendracht Pers). Mocht je ook geïnteresseerd zijn in een artikel over je pers of werk gerecenseerd willen hebben, dan kun je schrijven of een recensie-exemplaar sturen: Janneke van der Veer, Oerdijk 1-c, 7433 ae Schalkhaar of e-mailen: j.vanderveerAwxs.nl
nblc Van onze contribuant J. Dekker kregen we een lange brief over onrecht dat hem zijns inziens door de nblc is aangedaan. Voor de meeste lezers van de Nieuwsbrief is het onderwerp niet erg relevant. Wie benieuwd is naar de brief kan echter wel terecht in de rubriek Nieuws en aankondigingen in het forum op de website: www.drukwerkindemarge.nl.
Wat haal je aan? Wat haal je aan als je in een Nieuwsbrief van de stichting achteloos voorstelt een aantal koppermaandagprenten te gaan bundelen tot een prentenboek? Allereerst de zorg of er wel drukkers mee willen doen. Dat viel meteen geweldig mee. Dan moet je geschikt papier uitzoeken en op maat laten snijden.Door een misverstand werd het papier te laat geleverd om op de Margemarkt te kunnen uitdelen, maar ook dat bleek met enig geschuif en inzet van kleinkinderen, schoondochters en andere geïntereseerden mogelijk... De stapels fraaie prenten in de drukkerij werden in de loop der tijd steeds hoger. Vervolgens brak de tijd aan waarop we tot de ontdekking kwamen dat er natuurlijk ook een kaft omheen moest en dat een envelop tot de noodzakelijkheden behoorde... Alweer een taak voor Corps 8! Te laat bedacht dat er ook een titelblad en schutblad bij zouden kunnen. Er waren zoveel deelnemers (inmiddels bijgekomen), dat er niet genoeg van die gele Siriobladen resteerden... Op het laatste moment een fraai ontwerp eruit geperst (gezet uit fraaie Kaart Antiek), maar het beschikbare papier uit eigen voorraad waarop we het met de degel uitvoerden (Elements van Strathmore), bleek uiteindelijk te vloeken met het geheel. Dus weg ermee... Nu moest het vergaren, boren en binden nog gedaan worden. Op vrijdag 10 januari bleken ook hiervoor enthousiaste drukkers beschikbaar en, ondanks sneeuw en gladheid, met opgestroopte mouwen voor de deur te staan. Het werd een geweldige dag bij de Ammoniet. Van vroeg in de morgen tot de avond werd er gebuffeld. Natuurlijk werden onder het werk ervaringen uitgewisseld over het gebruikte
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
4/5
papier, de thuis gebruikte inkten, lettercorpsen, illustratiematerialen en drukpersen en werd zinnig en minder zinnig commentaar geventileerd.Tjitze kwam bovendien onverwacht langs en die kon meteen een reparatiemelding in ontvangst nemen van een van de aanwezigen. Toen de klus geklaard was werd besloten met een (beschaafde) kopperdronk. We slaakten een zucht van verlichting toen we op het postkantoor in Leiden de hele zaak achter ons lieten. We hadden zelfs een echte container van de ptt nodig om de zaak door de deur te krijgen. Tenslotte past hier een woord van dank aan het bestuur voor het (financieel) mogelijk maken van dit project, aan de deelnemers voor hun bijzondere bijdragen en last but not least aan alle drukkers die ons deze vrijdag zo goed geholpen hebben. Het was voor ons een geweldige dag, maar naar onze indruk ook voor Kees Thomassen, Dick Elffers, Silvia Zwaaneveldt, Jaap Hoffmann, Jan Keijser, Arnold van Kessel en Jan Rijsterborgh. De stemming zat er zo goed in dat zelfs de suggestie werd gedaan dit prentenboek tot een jaarlijks terugkerend evenement te maken! Nou, daar moeten we nog eens even heel goed over nadenken met elkaar, want Corps 8 heeft meer plannen en juist variatie biedt mogelijkheden voor onverwachte en fraaie verrassingen! Het Koppermaandagprentenboek dreigt nu al de prachtige prent van Dick Wessels (knap en origineel stukje werk Dick; van ons had dat best in het koppermaandagprentenboek gemogen...) in de schaduw te plaatsten en dat is toch zeker niet onze bedoeling. De volgende koppermaandagdrukker voor komend jaar heeft zich inmiddels ook al weer aangemeld en dat is toch volgens de aloude traditie binnen de stichting! Geef uw mening op het Forum (op de website van de stichting), dan kunnen we met z’n allen eens kijken waar de wensen naar uitgaan! Met beste groet, namens Corps 8, Kees Baart en Gerard Post van der Molen
Agenda Druksel druksel is er weer – en dat reeds voor de zesde maal. De eerste keer (we schrijven 1998) werd de beurs georganiseerd op een bescheiden locatie en met deelnemers uitsluitend uit nederlandstalig België. Alhoewel: Dick Wessels was er toen al bij – weliswaar Nederlander maar wonende over de grens. En wij blij natuurlijk. Het tweede jaar, een onmogelijke locatie maar een prachtige omgeving, verruimden we het deelnemersveld en zie Drukwerk in de marge was er, Atalanta, IJzer en ook de betreurde Jo Peters van Herik. druksel had een stap over de grens gezet en Nederland is trouw gebleven.
Voor de zesde editie (26-27 april 2003) zijn we terug te gast in het Museum voor Schone Kunsten in het Citadelpark van Gent. De beurs zal ongeveer een van de laatste manifestaties in het ‘oude’ museum zijn. Deze zomer gaat het museum dicht voor enkele jaren (er zijn ingrijpende renovatiewerken gepland) en ook druksel zal een nieuw huis moeten zoeken. Druksel is daarom een gelegenheid om de collectie van het museum (nogmaals) te ontdekken: Jeroen Bosch, Constant Permeke, een kleine maar indrukwekkende Max Ernst, bevreemdende werken van Frits Van den Berghe. Vanaf het eerste jaar heeft druksel de beurs ook omkaderd met lezingen. Enkele weren zeer indrukwekkend: Paul Bogaert, Jaap Blonk, Matthijs van Boxsel. Ook dit jaar zijn de sprekers kleppers. Op zaterdag is er Dirk van Bastelaere, de dichter (alhoewel ondertussen bekroond met hoge prijzen) heeft de literaire wereld steeds met een sociologische (en dus koele) blik aanschouwd en zo wat herrie geschopt. Hij staat voor de dichterstraditie die de wereld en de mens wil objectiveren, die de poëzie als een wetenschappelijke activiteit ziet. Zijn poëzie is dus niet tranerig maar sterk, zelfbewust en dus bij uitstek poëtisch. Dezelfde dag is er ook Geert Setola. Hij verzorgt o.a. de vormgeving van het tijdschrift Ons Erfdeel en is – samen met Joep Dohlen – de auteur van Letterfontein (1320 gram), een boek dat elkeen in de kast heeft staan. Op zondag is er Anneke Brassinga, begenadigd vertaler van Broch, Diderot, Melville, Nabokov, ... maar ook een indrukwekkend dichter. N.a.v. haar lezing, geeft druksel van haar de bundel ‘Allegro sostenuto’ uit. De vierde spreker is Robert Devriendt. Hij schildert op een realistische manier dieren maar deze afbeeldingen zijn slechts een aanleiding om met kleuren te kunnen werken. Daarom staat hij niet ver af van fundamentele schilderkunst: de act van het schilderen is belangrijker dat het afgebeelde. Van hem verscheen bij uitgeverij Merz het boek ‘Schilderen’, een poëtica. Op de beurs werden vroeger reeds kleine thematentoonstellingen gehouden: alle boeken van Jules de Praetere en Gerrit Komrij (i.s.m. de Carbolineum Pers), vorig jaar het Herikfonds. Dit jaar tonen we een selectie boeken van Jozef Cantré. Hij is bekend als beeldhouwer en houtsnijder maar zijn werk als typograaf en boekverzorger is alhoewel minder bekend waarschijnlijk waardevoller. De invloed van Zadkine is onmiskenbaar maar twee periodes in het werk van Cantré zijn bijzonder indrukwekkend. De eerste is zijn expressionistische waarin hij op een intelligente manier omgaat met volumes en perspectief. De tweede periode is die waarin hij het surrealisme op een eigen manier verwerkte en hier is zijn boek ‘De nieuwe Esopet’ het hoogtepunt. Maar het belangrijkste: dat zijn de boeken van de deelnemers zelf. De arbeid, het zweet, de creativiteit, de vreugde. En daarna het tonen, het boek als aanleiding nemen om te kunnen palaveren. Zes jaar Druksel. Een reden om te vieren? Natuurlijk: wanneer de voorzitter zal
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
6/7
roepen ‘nunc est bibendum’ is er op zaterdag na de beurs een receptie. Het zal weer mooi zijn. (Eigen lof stinkt. Kom dat zelf zien.) druksel 2003, 26–27 april 2003, 10.00–18.00 uur, Museum voor Schone Kunsten Gent, inkom gratis. Inlichtingen: johan.velterAwanadoo.be of Gentbruggestraat 106 B-9040 Gent, www.druksel.be
Open dagen n.e. studio’s N.e. studio’s streeft er naar om vormgevers en kunstenaars gelegenheid te geven om hun producten zo optimaal mogelijk naar buiten te brengen. En realiseert dit door het beschikbaar stellen van bedrijfsruimte. Bij ons werken behalve Jaap Hoffman (grafische vormgeving) en Marjoke Schulten (autonome grafiek en docente aan het Grafisch Lyceum te Rotterdam), Tamyra Meesters (grafisch vormgever), Yke Schotten (illustratrice en autonome grafiek), Marie Cecile Thijs (fotograaf ), Rick Keus (fotograaf ) en Louis Meulstee (fotografie). Behalve fotografie en digitale technieken ook boekdruk, diepdruk en vlakdruk (litho). Op 10 & 11 mei 2003 organiseren we open dagen; zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur, zondag van 11.00 tot 18.00 uur. Het adres is Prins Hendrikstraat 5 (Noordereiland), 3071 lg Rotterdam, telefoon/fax 010–414 95 59. Bereikbaar met buslijn 32 vanaf metrostation Blaak, of tramlijn 22 Wilhelminaplein. Met de auto borden Noordereiland volgen.
H.Th. Wijdeveld. Art deco-ontwerpen op papier De tentoonstelling laat typografisch werk zien van de veelzijdige architect H.Th. Wijdeveld en enkele navolgers, zoals Anton Kurvers (1889–1940) en Fré Cohen (1903–1943). De architect Wijdeveld, opgeleid bij P.J.H. Cuypers, zag het werk van zijn leermeester niet als basis voor de eigen beroepspraktijk. Hij ontwikkelde een volstrekt persoonlijke stijl in zijn gebouwen, meubelen, theaterdecors en in zijn typografische ontwerpen. Zijn typografie is decoratief en gericht op vorm, leesbaarheid was van ondergeschikt belang. De ornamentiek in zijn typografische ontwerpen verraadt dat hij zich liet inspireren door de architectuur van de Amsterdamse School.Zijn spel met loodzetsel, de opbouw van letters uit lijnen en blokken, vormde voor klassiek georiënteerde typografen als J.F. van Royen en S.H. de Roos, een steen des aanstoots. Wijdeveld was hoofdredacteur en typografisch verzorger van
het tijdschrift Wendingen en als zodanig invloedrijk in de wereld van de kunst. Museum Meermanno toont nu diverse voorbeelden van zijn tentoonstellings- en theateraffiches, boekvormgeving, commercieel drukwerk, ontwerpen voor briefpapier, uitnodigingen, omslagen voor Wendingen en het bouwkundige weekblad Architectura. Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie van de hand van gastconservator en Wijdeveld-kenner Hans Oldewarris (Uitgeverij 010, 48 pag., ca. 90 afb. in full colour, Ned./Eng., H 13,50) Van 22 maart t/m 22 juni 2003, dinsdag t/m vrijdag 11.00–17.00; weekend 12.00–17.00 uur, Prinsessegracht 30, 2514 ap Den Haag, www.meermanno.nl
Stichting Lettergieten De open dagen van de Stichting Lettergieten worden dit jaar gehouden op zaterdag 12 april en zaterdag 13 september, van 10.00–16.00 uur. Adres: Jacobus van Waertstraat 53, 1551 cj Westzaan, 075–6285753.
Zeventiende Mainzer Minipressen-Messe 2003 29 mei tot 1 juni, Mainz. Voor meer informatie zie www.minipresse.de.
Financiën Begroting 2003 Inkomsten Contributies Rente Aflossing St. Minotaurus Verkoop publicaties
H 12.500,400,1.360,200,-
H 14.460,-
Uitgaven Nieuwsbrieven Portokosten Boekkunstbeurs 2002 Administratiekosten Bankkosten Beurskosten druksel 2003 Beurskosten Paradiso 2003 Website Jaarbijdrage KvK Koppermaandagprent 2003 Bijdrage kosten postbus Projecten Saldo
H 4.800,3.000,2.500,300,50,100,100,300,-, 45,300,56,50 7.500,4.591,50 H 14.460,-
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
8/9
Financieel overzicht 2002 Inkomsten Saldo Postbank 01.01.02 Ontvangen contributies Verkoop bulletins Verkoop vademecum Verkoop lood en oud ijzer Verkoop lettermateriaal Ontvangen rente Aflossing St. Minotaurus*
H 17.747,17 12.293,43 70,00 161,35 60,00 178,09 159,25 1.539,97
H 32.209,26
Uitgaven Nieuwsbrieven Portokosten Boekkunstbeurs 2001 Drukwerk beurs 2002 Advertentie beurs 2002 Representatie Administratiekosten Bankkosten Software ledendatabase Beurskosten druksel 2002 Website Inventarisatie drukkers Jaarbijdrage KvK Koppermaandag 2002 Koppermaandag 2003 Verhuizing drukpers** Bijdrage kosten postbus Saldo Postbank 31.12.02
H 4.522,28 2.211,48 2.155,51 595,00 766,65 370,00 262,34 45,25 394,45 90,00 298,06 126,44 43,86 260,28 610,55 734,83 56,50 18.665,78 H 32.209,26
* Restant lening Stichting Minotaurus Boekwinkel H 15.249,90 ** Drukpers Mercedes in Het Veem in Amsterdam, beschikbaar voor contribuanten. Frans den Breejen, penningmeester
Bij het omslag Ik had Jaap wel al eens ontmoet op de beurs in Leiden, maar het was toch leuk hem op te zoeken in zijn werkplaats te Rotterdam. Vanaf Rotterdam cs met de metro naar Blaak en dan met de bus naar het eindpunt van het Noordereiland. En tot mijn verbazing sta ik pontificaal tegenover de Erasmusbrug. In het puntje van het eiland, midden in Rotterdam zit ingepalmd tussen de huizen een binnenplaats. De mussen zijn hier talrijk en laten zich horen in het zonnetje. Jaap’s atelier bergt meerdere gebruikers, een grafisch ontwerpster en een beelden-
de kunstenares. Hij fietst meestal van huis (Eucalyptushof ) hier naar toe. Jaap is zelf ook kunstenaar van beroep. Van zijn interessante website haalde ik het volgende: ‘In zijn autonome werk probeert hij door vorm- en kleurvarianten een spanning/stemming op te roepen. Daarbij hanteert hij een min of meer ingetogen vormgeving. Om dit te bereiken gebruikt hij voornamelijk elementaire vormen en kleuren; bij voorkeur op vierkant formaat. In zijn vrije grafiek verwerkt hij soms teksten en dikwijls klassieke typografische middelen, ook zijn opdrachtgebonden werk heeft meestal een klassiek typografisch karakter, hoewel hij het experiment niet schuwt.’ Voor het omslag heeft hij Klaas Koeman gevraagd om zijn Omnia Current (= alles beweegt) embleem te mogen gebruiken. Die naam komt van de indruk die een degelpers maakt als er mee gedrukt wordt. Jaap zelf heeft een prachtige Chandler & Price degelpers met motor en een fag cilinderpers. De werkplek is kraakhelder en zeer geordend. Alex Barbaix
Jaap Hoffmann/vorm & druk In 1975 was ik in Rotterdam (waar ik toen nog niet woonde) aanwezig bij de oprichting van Drukwerk in de Marge. Frans de Jong en ik waren met mijn auto van Amsterdam naar Rotterdam afgereisd. Wat ik mij nog kan herinneren van die bijeenkomst is vooral dat er een aantal mensen waren die zulke mooi gedrukte boekjes lieten zien, die ze zelf geproduceerd hadden, prachtig van typografie en op getint papier gedrukt; dat dat allemaal mogelijk was sprak mij wel aan. Zelf had ik inmiddels behalve een stopcilinderpers ook een degelpers op de kop kunnen tikken en was daarmee ijverig bezig een fatsoenlijk drukwerkje te produceren. Inmiddels ging het verzamelen van lettermateriaal onverdroten door, ook heb ik toentertijd veel nieuw materiaal aangeschaft – dat kon toen nog! – maar ook veel tweedehands. Later kocht ik bij Schenk in Leiden een mooie kniehevelpers. Frans A. Janssen determineerde deze pers als een Belgische adaptatie van een Engelse handpers, fabrikaat Le Jeune te Brussel; het contragewicht bestond daarom uit een gietijzeren leeuw neem ik aan. (Deze pers staat inmiddels in het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen; buitenmuseum wil niet zeggen dat de pers ook buiten staat! De pers is gebruiksklaar en wordt incidenteel nog gebruikt.) In september 1985 verhuisde ik naar Rotterdam, niet mijn eerste verhuizing met alles er op en er aan; de stopcilinderpers had inmiddels bij Jan Keijser een goed (tijdelijk) onderdak gevonden. Veel boekproducties heb ik nooit gemaakt, zeker de laatste jaren niet meer omdat ik ook veel bezig was met autonome grafiek en schilderen. Verder doe ik de laatste jaren veel aan vormgeving in opdracht, en wordt het drukken uitbesteed, maar als het even mogelijk is druk ik het liefst de opdracht zelf.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
10/11
Sinds 1990 werk ik in het gebouw van de Noorder Eiland Studio’s in Rotterdam (zie ook de agenda op pag. 6 in deze nieuwsbrief ).
Curriculum vitæ vanaf 1975 Geboren te Bussum, 1938. 1975 Aanschaf van een aantal drukpersen en lettermateriaal; sticht typografisch atelier in Spierdijk (nh). 1980 Verhuist naar Enkhuizen, actief als graficus autonoom en in opdracht. 1985 Verhuist naar Rotterdam. Aankopen Artoteken: Rotterdam, Delft en Maastricht. Expositie’s: n.e gallery, Rotterdam, Galerie Stijl, Arnhem (regelmatig), de Twee Wezen, Enkhuizen (met J.C. Blaak), galerie van de Illusie, Rotterdam, retrospectief, met inleiding door Hein van Haaren. Ontwerpt karpet in opdracht, en divers drukwerk. Volgt training voor electronische vormgeving XPress op Macintosh. 2001 Training Photoshop en Illustrator, diverse vormgeving opdrachten voor grafische communicatie. 2002 Medewerker (parttime) boekdrukwerkplaats Willem de Kooning academie, Rotterdam. Tel. 010–461 34 26, e-mail: cursiefAluna.nl, webadres: jaap-hoffmann.kunstinzicht.nl Jaap Hoffmann
Nieuwe uitgaven Kopwit, Leiden Louis Couperus. Vitruvius’ Tien boeken over de bouwkunst. Van een nawoord voorz. door H.T.M. van Vliet. Leiden: Kopwit, [2002]. 20 p. 20,5 cm. 125 genumm. ex. Offset. Geb. in papieren band. H 25,Verschenen ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van Uitgeverij Kopwit. Kopwit, Salomonssteeg 6, 2311 sc Leiden
Triona Pers, Houwerzijl Drukkers sturen nogal eens een Koppergroet in januari. Voor de achtergrond van dit gebruik kunt u kijken op http://members.tripod.lycos.nl/poezie/kopper.html (met excuus voor de reclame). Koppermaandag, de maandag na Driekoningen, viel dit jaar op 13 januari. Jilles Waagmeester, die op loopafstand in Zuurdijk woont, is beeldend kunstenaar en dichter. Ik vroeg hem om een gedicht dat geschikt was om ter gelegenheid van Koppermaandag uit te geven. Hij stelde voor om een deel van een lang gedicht, Carrer del Mig 17, te gebruiken. Het verschijnt met de Nederlandse titel Weg van het Midden 17. Het omslag is met typografiek versierd. De oplage telt 111 exemplaren, een boekje (16 pagina’s) kost H 4,- exclusief verzendkosten. Abonnees op onze poëzie-uitgaven ontvangen het boekje om niet. Eind 2002 verscheen van eigen hand De derde vijfentwintig, een bescheiden bibliografie van Triona’s uitgaven van 1999 tot en met 2002. Het binnenwerk is geprint, het omslag sober in hoogdruk uitgevoerd. De oplage telt slechts 15 exemplaren, de prijs is H 5,- exclusief verzendkosten. Alle goeds en veel leesplezier in 2003 toegewenst. Triona Pers, Havenstraat 2, Houwerzijl, e-mail dronnerAfreeler.nl
Verrassing Altijd goed om verrast te worden in de boekwinkel. Neem nou dat kleine stevige rode boekje dat er uit ziet als de verhaspelde vlag van Zwitserland. Als ik het opensla blijkt het een Japanse binding te zijn met een perforatie op de snee. Je moet de pagina’s ‘openen’ om de bedrukte binnenzijde te kunnen zien. Aan deze uitgave is met liefde gewerkt. Alles klopt aan dit boek, de ingehouden typografie, de simpele papieren band, de keuze van het papier en de originele bindwijze. Uitgever Lars Müller is bezeten van één lettertype: de Helvetica. Hij verzamelde alle verschijningsvormen ervan, op affiches, in boeken, logo’s, bewegwijzering, je kunt het zo gek niet opnoemen. Dat verzamelen alleen al moet hem jaren gekost hebben. Vervolgens heeft hij er een boek van gemaakt en zelf uitgegeven. Ik vond dit boek, Hommage to a typeface, bij boekwinkel Minotaurus. Een winkel als Minotaurus – maar denk ook aan bijvoorbeeld boekhandel Nijhof & Lee in Amsterdam, Godert Walter in Groningen of de Eerste Bergensche Boekhandel in Bergen – is voor mij een oase in de woestijn van het Nederlandse boekenland. Ik erger me groen en geel aan de kwaliteit van de doorsnee boekhandel en de boeken die daar ter ver-
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
12/13
koop worden aangeboden. Lelijk gemaakte boeken: belabberd zetwerk, goedkoop papier, slecht gebonden. De boekhandel lijkt – noodgedwongen – over te stappen op het verkopen van de hypes en de grootste gemene deler. Bijzondere boeken in kleine oplage of gespecialiseerde langlopende titels worden niet meer aangekocht. En omdat ze niet meer in de algemene boekwinkel komen, is er geen uitgever meer te vinden die ze op de markt wil brengen. Ben ik – dit constaterend – een cultuurpessimist? Integendeel! Voor de liefhebber is er een groeiende stroom van eigenzinnig gemaakte boeken te koop. Er lijkt een tegenbeweging op te komen van mensen die het niet laten kunnen om hun passie het licht te doen zien. Dat zijn óf de mensen die hun spaarcenten eraan geven om een boek te laten maken naar hun eigen smaak en inzicht, óf het zijn de mensen die zelf over de productiemiddelen beschikken. ‘Vrijheid van drukpers is voor degenen die er een hebben’, zei Rob Stolk lang geleden al. Om mijn betoog te onderbouwen wil ik u twee onlangs verschenen prachtboeken niet onthouden. Het ene boek is een monografie over de Duitse letterontwerper en calligraaf Ernst Schneidler. F.H. Ernst Schneidler: Schriftentwerfer, Lehrer, Kalligraph is een dijk van een boek. Neem alleen al het formaat en de ambitieuze opzet: half boekdruk, half offset. De top van de Duitse typografie leverde een bijdrage aan deze publicatie, dat werd uitgegeven door SchumacherGebler. Het boek heeft een blauwe linnen rug met zwart hardkartonnen platten met een blinddruk plus een stofomslag, Het boekdrukgedeelte is fenomenaal zwart gedrukt, het offset gedeelte subliem gerasterd en dan heb ik nog niet eens de artikelen gelezen. Het andere boek is van letterontwerper en typograaf Bram de Does. Bedacht, ontworpen, gedrukt en uitgegeven door de maestro zelf: Kaba ornament deel I – vorm. Het Kaba ornament is een door De Does ontworpen grafische figuur, dat in alle mogelijke combinaties te gebruiken is om tot telkens nieuwe patronen te komen. Het resultaat is net zo betoverend als het kijken door een caleidoscoop. Het is in
alle opzichten een beeldschone uitgave: zetwerk, drukwerk, vorm en bindwerk. Daarnaast is het ook nog fantastisch om te lezen hoe De Does worstelt met de vorm, de inhoud en zichzelf. Zo kan het dus ook. Het boek is dood, leve het boek! Jan de Jong Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Boekblad van februari 2003.
Hornbook De deelnemers aan het Hornbookproject hebben allen hun bijdrage voltooid. De lengte van de leporello is vier meter (!) en biedt een feest van kleur, sprankelende ideeën, ongehoord vakmanschap en zorgvuldige uitwerking: je blijft er gewoon naar kijken! Henk Francino is inmiddels ver gevorderd met het plakken van de leporello’s, terwijl Ed Elzenga druk bezig is met de cassettes. Hajo Vleming zaagt, plakt, schaaft en bewerkt de eikenhouten platten. Deze worden na voltooiing bedrukt door zeefdrukker De Waal in Puttershoek naar een ontwerp van Dick Berendes. Ondertussen is een andere groep bezig met zetten en drukken van het uitgebreide voor- en nawerk. Om een indruk te krijgen heeft Henk Francino op www.boekbehoud.nl drie bijdragen van deelnemers in beeld gebracht. Je kunt die voorbeelden op die site vinden bij de rubriek ‘Laatste Nieuws’. De voorbereidingen voor de presentatie op 23 mei as. zijn al in volle gang. Iedereen is die vrijdagmidddag vanaf 13.30 uur welkom in de Zeeuwse Bibliotheek aan de Kousteensedijk te Middelburg (nog geen vijf minuten lopen van het ns-station). Het belooft een bijzondere en spraakmakende gebeurtenis te worden. Die middag zal het Hornbook officieel onthuld en vervolgens aangeboden worden aan Mevrouw G.E. Huisman, de directeur van de Zeeuwse Bibliotheek. Verder zullen Jacques van Gent en Piet Verkruijsse een ‘luchtige’ lezing houden resp. over het verschijnsel margedrukken en over (het noodzakelijke behoud van) margedrukwerk. Daarnaast wordt, net als bij de start van het project, een speciale dagtentoonstelling gehouden, maar nu over de productie van het Hornbook en over hoe met de projectopbrengst de conservering van het margedrukwerk in de Zeeuwse Bibliotheek aangepakt zal worden. Intussen verschijnt ‘onregelmatig periodiek’ de ‘Opregte Hornbookse Courant voor en door drukkers en overige betrokkenen aan het Hornbook-project’. Hoofdredacteur Kees Baart houdt daarin alle allen, inclusief voorintekenaren, op de hoogte van alles rond de totstandkoming van deze restauratiedruk. Ook betrokkenen spuien daarin hun Hornbook-lief & leed.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
14/15
Er zijn 90 verkoopexemplaren van het Hornbook beschikbaar. Van de opbrengst zullen zuurvrije dozen besteld worden en zgn. ‘phaseboxen’. Ook zal een begin gemaakt worden met de elektronische ontsluiting van de collectie margedrukwerk. Mogelijk resterende gelden worden ingezet voor eveneens dringend noodzakelijke conserveringsmaatregelen t.b.v. de uitgebreide collectie kinderboekjes (10.000 exemplaren) en kinderprenten (1.100 stuks) vanaf de 18e eeuw. Helaas ontbeert de bibliotheek ook hiervoor financiële middelen, omdat de collectie ‘Oud Bezit’ hogere prioriteit heeft. Zelfs de daarvoor bestemde, eveneens ontoereikende, budgetten staan voortdurend onder druk! De voorintekening verloopt gelukkig zeer voorspoedig. Inmiddels zijn al meer dan 70 voorintekeningen gerealiseerd! Een exemplaar van het Hornbook met cassette kost H 110. Bij Ronald Rijkse kun je meer informatie krijgen over het project en eventuele voorintekening: r.rijkseAzeeuwsebibliotheek.nl GPvdM
Vorderingen werkgroep drukkerij miat Samen met Guido Deseyn, onze enthousiaste toeverlaat binnen het museum, is er een tafel georganiseerd om op te werken. Het dubbel-D-keyboard staat eerst nog met z’n snuffert tegen een muur. Erg onhandig, want zo kan je nergens bij. Maar het eerste begin is er. Dan komt de eerste klus. Het bij elkaar zoeken van alles wat met Monotype van doen heeft. Er is al veel, zeker niet alles. Geen paniek, dat heb ik ondertussen wel afgeleerd. Er zal heus niets weg zijn, van wat er de laatste tijd vanuit Antwerpen en elders is binnengedragen. Op den duur zal het wel boven water komen. Na een paar uur ben ik het zat, een deel van de spullen worden in een doos geladen om thuis eens nader te bestuderen en schoon te maken. Tja, een paar dagen later, weg is de tafel. Jammer. Maar de wand is opgeschoven en verder van het keyboard nu. Die kan weer draaien op z’n tripoot. Een andere tafel is snel georganiseerd. Nu nog voorkomen, dat die nieuwe werkplek niet subiet verdwijnt. Dus wordt begonnen met de verhuizing van alle Monotype-onderdelen vanuit de kelder. Elke volgend bezoek aan het miat is er ’n expeditie naar de kelder. Uiteindelijk is die verhuizing compleet. Tussen veel klein goed staan drie bruggen. Die kan ik wel herkennen, het meeste levert nog geen aha-belevenis op. Net als de lijnengietvormen is alles vuil, zeer vuil en roestig. Assen zitten vastgelijmd, kennelijk is er ooit lijnolie gebruikt om de onderdelen te smeren. Dat gaat goed zolang
een machine wordt gebruikt, maar lijnolie verandert tot een dikke lijmbrij als een machine lang stil staat. Alles moet gedemonteerd, ontvet, en met een staalborstel ontdaan van alle aanslag. Wel een effektieve enige manier om een machine goed te leren kennen. Op de vierde verdieping staat een fag-proefpers type Control 405. Die maakt al deel uit van de permanente expositie. Hij ziet er niet uit. Stalen inktrollen vol roest, onder het inktwerk een centimeter dikke laag vastgekoekte inkt. Het bed eveneens overdekt met roest. Die pers heeft heel lang stil gestaan. Om eens wat anders te doen, wordt aan die pers begonnen. Twee dagen kost het om de ergste roest te verwijderen, de inkt van de metalen rollen te halen en ze daarna glad te polijsten. De zaalwachters verbazen zich eerst over al die drukte. Later slaat dat om en komen ze af en toe een praatje maken. De pers is nu weer beschikbaar om te drukken, en een plezier om naar te kijken. De vloer rondom de pers mag wel een beurtje hebben. Die heeft wat stof en roest opgedaan. De aanleg van de fag kan ik eerst niet vinden. Slechts een stelschroef zit op het aanlegbord. Uiteindelijk komt de aanleg in delen boven water. Het origineel was was gemaakt van Backeliet. En dus kapot, maar gelukkig kan dat nu gerepareerd worden door een kennis van me. Op onze maandelijkse bijeenkomst is deze keer de direktie van het miat aanwezig. Belangrijke beslissingen moeten worden voorbereid, daaronder: hoe passen we de gerestaureerde machines in de permanente collectie? Waar zetten we de houten persen? Hoe richten we de lettergieterij in op de vierde etage? De volgende maandagen kunnen we ons helemaal industrieel archeoloog voelen. Op en onder de opeengepakte machines op zoektocht naar drukkersmateriaal. De buit is ongekend: delen van een antieke houten drukpers, ijzeren handpersen, drie pantografen, en een Monotype supercaster. Hoe hebben we die tot dusver over het hoofd kunnen zien? Of zou die toch nog onlangs zijn binnen gedragen. Niets is onmogelijk hier. Er zit geen brug op, en roest all over. Met enige zorg in de stem wordt mij gevraagd, of die machine weer zou kunnen werken. Zonder enige moeite kan ik het wiel met de hand ronddraaien. Daar zit nog heel wat leven in. Vijf Monotype-machines hebben we nu, 2 keyboards, 2 supra’s en een zetselgietmachine. Voor de kenners onder u: nummer 28021, een 17*16 machine met unit-adding en unit-shift. De komende jaren kan ik me daarop met gemak uitleven. De houten pers staat ergens achteraf. Met veel moeite kunnen we de delen bergen en die worden dezelfde middag nog naar het hoofdgebouw gebracht. Vier houten drukpersen in totaal, daarmee staat het miat als typografisch museum direkt op de wereldkaart. Alleen het Plantijn-museum in Antwerpen heeft een grotere collectie houten persen in huis. Er ontbreekt echter veel aan deze persen. Twee ervan zijn redelijk compleet, met steen en wagen en delen van de originele timpaan. De vier spindels tesamen geven een aardig compleet historisch overzicht.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
16/17
Op dit moment begint de werkgroep een beetje op stoom te raken. De fag is bijna klaar. De Heidelberger windmill is ontdaan van de meeste vuiligheid, door een gepensioneerd drukker. Onderdelen die we tekort komen, worden van een identieke machine in de opslag gehaald. Assen moeten soms rechtgebogen. En dan moet deze degel nog van de pallet, waar hij nog op staat, getild en naar zijn definitieve plaats. Een grote kist, volgestort met houten letter, moet uitgezocht. Prachtige randen en ornamenten liggen voortaan te wachten op gretige drukkers. 2006, dan denkt het miat een tentoonstelling over drukken in te richten, maar als het aan ons ligt, is dat al heel wat eerder aan de orde. Op de komende Druksel in Gent zal bijvoorbeeld het miat vertegenwoordigd zijn. John Cornelisse
Van de Werkgroep Techniek & Informatie Levering van grafische (verbruiks)middelen door wifac/graphec wifac bv in Mijdrecht is een grafische machinehandel die al sedert 1910 machines en materialen levert aan de grafische industrie. De fag proefpersen en Baier foliepersen zijn bijvoorbeeld destijds door hen geïmporteerd en aan Nederlandse drukkerijen geleverd. wifac staat voor Winkler Fallert & Co, zoals de toenmalige N.V. destijds heette. Het bedrijf is met zijn tijd meegegaan en richt zich uiteraard op de moderne markt, maar een aantal verbruiksmaterialen dat voor de boekdruk geschikt is, wordt nog steeds door hen geleverd. Je kunt dan denken aan rubber doek voor proefpersen, spanvellen en onderlegkarton, machineoliën en vetten, onderhoudsmiddelen, inkten, inktmessen, loepen, meetapparatuur etc. Recent is graphec tot de wifac-Groep toegetreden. Men richt zich met de levering van grafische materialen en middelen op de kleine en middelgrote drukkerij. Bijzonder is dat zij bij de drukkerijen met een bestelbus langs komen en direct ‘uit de bus’ leveren. Het bedrijf is bereid gevonden om ook aan margedrukkers thuis te leveren!
Hoe werkt het? Men heeft het land verdeeld in zeven rayons (zie het kaartje). Per rayon is er een vertegenwoordiger actief: 1 Wolter Jager, tel. 06-51 196 325 2 Dennis Kraayer, tel. 06-51 138 537
3 4 5 6 7
Ad de Heus, tel. 06-54 601 346 Rogier van Mourik, tel. 06-15 057 682 Ad de Heus, tel. 06-54 601 346 Paul van Overveld, tel. 06-15 065 400 Ralph Janssen, tel. 06-51 136 967
Verdeling naar gebied en postcodes 1 Noord Nederland Wolter Jager 2 Noord-Holland
Dennis Kraayer
3 Achterhoek
Ad de Heus
4 Zuid-Holland
Rogier van Mourik
5 Midden Nederland
Ad de Heus
6 Zeeland
Paul van Overveld
7 Limburg
Ralph Janssen
7700 t/m 7999 8300 t/m 9999 1000 t/m 1199 1440 t/m 2099 6900 t/m 7699 8000 t/m 8299 1420 t/m 1439 2100 t/m 2899 3000 t/m 3199 1200 t/m 1419 3400 t/m 4199 6500 t/m 6899 2900 t/m 2999 3200 t/m 3399 4200 t/m 5199 5200 t/m 6599
Daarnaast is er een binnendienst waar je ook altijd terechtkunt: Han Reijenga, tel. 0297-289 653 en Sylvia Oudijk, tel. 0297-289 652. Je kunt ‘jouw’ rayonvertegenwoordiger bellen (of de binnendienst) wanneer je bepaalde materialen wilt bestellen. Dan wordt een afspraak gemaakt over levering. graphec biedt margedrukkers aan: – alle producten aan huis zonder extra kosten te leveren; – geen minimaal orderbedrag te hanteren en ook geen orderkosten in rekening te brengen; – zowel op rekening (betaling binnen 30 dagen) als contant uit de bestelbus te leveren; – gratis advisering door de vertegenwoordigers, die allen een achtergrond als drukker hebben.
E-mail-lijst Voor het opzetten van een goede dienstverlening door hen is van belang te weten wie er margedrukker is. De ingang vormt het Vademecum. De gele lijst wordt daar-
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
18/19
om zo spoedig mogelijk op basis van de derde inventarisatie geactualiseerd. Mocht je het inventarisatieformulier nog niet ingevuld hebben, doe dat dan zo snel mogelijk: de sluitingsdatum is nu definitief op 31 maart gezet. Je kunt de formulieren naar mij toe sturen (G. Doustraat 4, 2311 xp Leiden). Men wil margedrukkers graag informeren over producten (veiligheidsbladen e.d.) en in voorkomend geval op margedrukkers gerichte, extra voordelige aanbiedingen doen. Het bedrijf legt daartoe een aparte e-mailverzendlijst aan. Mocht je op die verzendlijst willen komen, dan kun je een e-mailtje sturen naar: infoAgraphec.nl, t.a.v. Han Reijenga/Sylvia Oudijk en melden dat je graag op die lijst geplaatst wilt worden. Mocht je niet over e-mail beschikken, dan is analoge post ook mogelijk. Stuur in dat geval een kaartje naar Han Reijenga/Sylvia Oudijk, Nijverheidsweg 7-9, 3641 rp Mijdrecht. Natuurlijk is uitschrijven op dezelfde wijze (elektronisch of per post) mogelijk. Via de website van de stichting zal tevens een hyperlink opgenomen worden (via de pagina van de Werkgroep Techniek & Informatie). Het leveringsprogramma is via die link raadpleegbaar.
Leggers voor proefpersen De laatste tijd wordt de werkgroep steeds vaker benaderd met de vraag naar rubberdoek voor de drukrol van proefpersen. Rubberdoek was vroeger gekalibreerd materiaal (dit in tegenstelling tot de rode ‘ziekenhuiszeiltjes’, die niet gekalibreerd en daardoor onzuiver van oppervlakte zijn), dat aantrekkelijk is voor het drukken van linoleumsneden, houtblokken en andere grote illustratieve vormen. Het ouderwetse rubberdoek dat in de hoogdruk gebruikt werd, ligt niet meer ‘op de plank’, wel allerlei kwaliteiten ‘onderdoek’ uit de offset. Daarvan vele (gekalibreerde) soorten en kwaliteiten leverbaar en in overleg met Chris is een kwaliteit onderdoek aangewezen die voor ons geschikt is.S Om ervan verzekerd te zijn dat je het juiste doek krijgt bij bestelling, hebben we afgesproken dat je vraagt naar ‘hoogdrukdoek voor de proefpers’. Het hoogdrukdoek wordt precies op maat en bewerkt het (tegen rafelen e.d.), zodat het langer meegaat. Voor de bestelling is het daarom noodzakelijk een nauwkeurige tekening te leveren van de vorm van het doek, met daarbij de exacte maten. Belangrijk daarbij is de looprichting. Deze moet dwars staan op de as van de cilinder, omdat je anders blijft spannen (met alle gevolgen voor de dikte van het doek en het gevaar voor uitrekken ervan). In de looprichting is hoogdrukdoek niet rekbaar en blijft dus bij spannen op gelijke dikte. Geef de looprichting (dus dwars op de cilinderas) aan met een pijl op de tekening. De vereiste leggerdikte staat gewoonlijk aangegeven op een machineplaatje. Meest-
al is dit 1 of 1,2 mm. Chris adviseert om 1 mm dik rubberdoek te nemen, ook als er 1,2 mm op jouw pers aangegeven staat: die resterende 0,2 mm kun je dan overbruggen met onderlegkarton (of papier) van die dikte. Ook dat kan geleverd. Hieronder een voorbeeld van de tekening voor ‘hoogdrukdoek’ voor de fag-proefpers, type ‘Standard ap 550’. vouwlijn op 2 cm
grijperzijde spanvel
37 cm
looprichting
11,5 cm
14 cm
spanzijde
11,5 cm 52 cm 70 cm
fag Standard ap-550, hoogdrukdoek 1,00 mm dik Voor tekst is het raadzamer om ‘casing’ (speciaal gekalibreerd leggerpapier) te gebruiken. Men heeft de vroegere producent daarvan in Duitsland hiertoe weer benaderd én bereid gevonden deze op maat te leveren. Dit papier wordt slechts in één dikte geleverd en uitsluitend in pakken van 100 stuks. Ze zijn vrij duur (voor de fag Standard ap-550 kosten ze H 0,60, ex btw per stuk), maar bij zorgvuldig gebruik kun je daar lang mee vooruit. Het voordeel is dat ze exact op maat gesneden zijn en dat de vouw voor het inklemmen er al in zit, zodat je niet steeds hoeft te prutsen bij de pers (haakse vouw maken e.d.). Ook hiervoor geldt dat je een tekening moet leveren. Voor proefpersen is die tekening natuurlijk precies hetzelfde als de eventuele tekening voor het rubber doek. Er kan ook gekalibreerd onderlegkarton geleverd worden om onder het spanvel te plaatsen (legger op dikte maken). Het leveringsprogramma informeert over leverbare formaten en dikten ervan (productgroep ‘Marks’). Het is belangrijk om bij toepassing van spanvel en onderlegkarton een micrometer te gebruiken of de speciale leggerdiktemeter voor jouw pers die Tjitze voor je kan maken (kosten H 9,50 per stuk; bestellingen kun je bij mij indienen).
Leggers voor degels Voor casing leggers van degels kun je ook terecht. De afmetingen van de spanvellen verschillen per type degel. Hieronder het voorbeeld voor een Victoria, type va 2.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
20/19
vouwlijn op 2 cm
bovenzijde degel (zijde klembeugel)
46 cm
looprichting
onderzijde degel (zijde spanstang)
50 cm
Victoria degel va-2 Hoewel bij degels van minder belang, is het raadzaam ook hierbij de looprichting gelijk te laten lopen met de spanrichting (dus op de degel van onder naar boven). Neem het spanvel langer dan nodig is (bijvoorbeeld 15 cm) om het goed te kunnen spannen en daarna vast te zetten met de klembeugel (bovenzijde spanvel)! Na het vastzetten van de klem kun je het overtollige deel makkelijk wegknippen. Raadpleeg voor samenstelling van de legger in relatie tot de drukvorm de vroegere vakboeken (zie het Vademecum, Bijlage 7, ‘Lijst Vakboeken 20ste eeuw’). Wanneer je hoogdrukdoek of casing spanvellen bestelt, bewaart graphec de informatie van jouw tekening bij jouw naam, zodat je bij nabestellingen verzekerd bent van juiste levering en je geen nieuwe tekening hoeft te maken. Nogmaals: casing spanvellen worden dus alleen in pakken van 100 vellen geleverd! Je zou samen met een of meer collega’s met een zelfde pers zo’n verpakking kunnen kopen en vervolgens pak en kosten met elkaar kunnen delen (zie voor de persen bij collega’s het Vademecum, Bijlage 2, ‘Margedrukkers en hun persen’ of raadpleeg de website van de stichting).
Originele hoogdrukinkt: ‘Excelsior Zwart’ Tot mijn verrassing bleek me dat graphec nog ‘Excelsior Zwart’, een intens zwarte, ouderwetse hoogdrukinkt, kan leveren. Ik heb onmiddellijk een blik besteld (slechts H 11,80, ex btw; artikelnr: 66.98blac4753) en toegepast. Het was even wennen: het vroor in die productieperiode en de lucht was erg droog. Door (uiterst spaarzaam) gekookte lijnolie toe te passen als het drukbeeld minder werd, bleef ik fraaie afdrukken houden op de fag.
Drogen is een verhaal apart. Excelsior is speciaal bestemd voor ongestreken papieren en ik drukte op het nogal gladde BioTop. Ondanks tussenschieten, bleek bij zware vormen (linoleumsneden) lichte overzetting bij het binden. Geadviseerd werd om in voorkomend geval (droge lucht, glad papier) enige droging toe te voegen óf een mespunt Quickson Universeel Black (vs 9000) door te mengen. Overigens kon ik de gebleken overzetting vrij eenvoudig met een gommetje verwijderen. Excelsior is alleen als zwarte inkt leverbaar. Voor kleur wordt Rubberbase aangeraden, waarbij op gestreken (en gladde) papieren een weinig droogstof (‘droging B’) doorgemengd moet worden. Men levert alle Van Son inkten (dus ook Quicksoninkten, zowel in kg-bussen als in patronen voor de inktspuit; d.w.z. de kleurinkten), maar ook alle mogelijke inkttoevoegingen. De vertegenwoordiger kan je hierover informeren.
vca, oliën & vetten Je kunt vca (Bio-Solstar, 66.80solsbio35, 5 liter voor 31,90 ex btw) krijgen, maar ook andere schoonmaakmiddelen, zoals de hoogkokende hbs-middelen en Klasse 3-middelen (zie Nieuwsbrief 99: ‘Vuistregels voor het kiezen van ‘veilige’ schoonmaakmiddelen’). Daarnaast levert men industriële ontvetters (waaronder ook ‘eco-middelen’), veilige zepen en middelen voor de huidverzorging zoals ‘Dermotect’, een huidbeschermende, waterbestendige handcrème die werkt als ‘onzichtbare handschoen’ (beschermt tegen vuil, zuren en alkaliën). Verder kun je oliën en vetten krijgen, zoals machineolie (in literverpakking) voor het dagelijks onderhoud van de pers (smeren), preserveervet, tandwielvet, zuurvrije vaseline, etc. voor meer gericht onderhoud. Ook hierover kan de vertegenwoordiger je informeren.
Tot slot graphec biedt ons een praktische ingang voor het verkrijgen van onderhoudsen verbruiksmiddelen, grafische materialen (loepen, meetlatten en andere drukkerszaken) en adviseert over de toepassing ervan. Laat de liefde niet van één kant komen: – laat de bestelbus zo min mogelijk rijden voor maar één verpakking (bijvoorbeeld één blik inkt). Het kan wel als het nodig is, maar beperk dat zo veel mogelijk; – wacht daarom zo veel mogelijk met een bestelling tot je ook andere zaken nodig hebt en/of combineer bestellingen met collega’s; – combineren is ook profijtelijk bij bestelling van hoeveelheden van duurdere materialen, waarbij je materiaal en kosten kunt delen met elkaar.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
22/23
Na verloop van tijd wordt bekeken hoe het allemaal reilt en zeilt. Enerzijds om inzicht te krijgen in waar onze ‘markt’ doorsnee behoefte aan heeft, zodat zij waar nodig, hun dienstverlening nog verder op onze markt kunnen afstemmen. Anderzijds om in voorkomend geval speciale acties en aanbiedingen te ontwikkelen. Op de website van de stichting zal een hyperlink naar graphec opgenomen worden. Mocht je nu al willen kijken, dan kun je terecht op: www.graphec.nl. Veel succes en gemak gewenst! Gerard Post van der Molen & Jan Molendijk
Staalband voor aanleglinten beschikbaar Al een paar jaar ben ik voor Chris op zoek naar ‘veerkrachtig natuurstaal’ van 10 mm breed en 0,4 à 0,5 mm dik. Vele pogingen via de industrie en leveranciers liepen op teleurstellingen uit. Dit ‘natuurstaal’ werd vroeger gebruikt voor het maken van aanleglinten voor (trap)degels en kan ook toegepast worden voor losse aanleggen (eigen ontwerp Chris) die je op de legger kunt bevestigen. Er zijn wel vele soorten staalband verkrijgbaar, maar die laten zich nauwelijks bewerken: het band moet eenvoudig gevijld, gezaagd, geboord en gevouwen kunnen worden. Eindelijk heeft Leitec Instruments te Leiden vervangend materiaal gevonden dat het oude band benaderd, zij het dat het iets breder is (12,7 mm). Er zijn onmidellijk drie haspels besteld (de leverancier had er moeite mee en moest het zelfs uit het buitenland halen). Leitec zal een aantal stukken van 50 cm lengte van 12,7 mm naar 10 mm terugfrezen, zodat Chris nu weer aanleglinten van die breedte kan maken. Een aantal margedrukkers wacht al lang op zo’n lint, maar er wordt nu dus aan gewerkt. Mocht je behoefte hebben aan een aanleglint, dan kun je dat via mij bestellen. GPvdM
Dringende oproep derde inventarisatie De drie inventarisaties vormen de bron voor een database met de adres- en materiële gegevens van margedrukkers. De database wordt gebruikt voor publicaties als het ‘Vademecum’ en uitgaven als ‘Lood & Oud IJzer’. Verder als uitvoer van adresetiketten etc. Arnold van Kessel heeft de administratieve bescheiden (ingezonden formulieren) en het databasebeheer (invoer, uitvoer, aanpassing) van het begin af aan uiterst zorgvuldig beheerd. Helaas is Arnold ziek geworden en kan hij dit werk de komende tijd niet uitvoeren. In goed overleg met hem heb ik voorlopig de administratie en database overgenomen. Zijn er contribuanten die willen helpen en/of Arnold’s werk op zich willen nemen? Hulp is dringend gewenst in het licht van de lopende
(derde) inventarisatie! Het gaat om zaken als het bedenken en uitvoeren van eventuele aanpassingen van de database én het praktische beheer van de database: invoer, uitvoer én beheer van de gegevens. En verder wat je naar eigen inzicht belangrijk vindt om te doen. Velen hebben de formulieren al teruggestuurd, maar sommigen hebben nog niet gereageerd. Dat kan nog: 31 maart as. wordt de inventarisatie definitief afgesloten. Margedrukkers die hun formulieren nog niet ingediend hebben, wordt dringend verzocht dit alsnog te doen en deze nu niet naar Arnold maar naar mij te sturen: G. Doustraat 4, 2311 xp Leiden. GPvdM
Hoe ik aan een trapdegel kwam... Mijn vriend Hajo werkte jarenlang op een school voor beroepsonderwijs. De school kende ook een afdeling typografie. Daarvoor stonden in een paar lokalen letterbokken met kasten, cilinderpersen, afwerkmachines en op de gang: een oude trapdegel. De offsetperiode brak ook voor deze school aan. De letterbokken en de drukpersen moesten plaats maken voor enige offsetpersen. Een donkere kamer werd ingericht en de nieuwe periode in het drukkersvak kon beginnen. De oude trapdegel bleef moederziel alleen achter als een soort monument ter herinnering aan een voorbije periode. ‘Heb jij interesse in een trapdegel?’ had Hajo al eens gevraagd. ‘Natuurlijk’ was mijn antwoord. ‘Heb geduld, eens komt het zover dat hij gaat verhuizen.’ Wat bleek? Een leraar bewaarde aan zijn beroepsperiode als boekdrukker herinneringen aan een trapdegel. Hij keek er kennelijk iedere dag met enige weemoed naar als hij naar zijn lokaal ging. Van weghalen kon dus gewoon geen sprake zijn. Maar ook deze leraar ging in de vut. Het personeel van de school nam op de gebruikelijke manier afscheid van hem. Hajo zag nu zijn kans schoon. Meteen naar de directeur van de school. ‘Nu deze collega weg is, kan die oude trapdegel toch ook weg? Er komt vandaag of morgen nog eens een leerling met zijn handen tussen. Ik heb de oud ijzerprijs opgevraagd: een kwartje per kilo. Zo’n pers weegt hooguit 200 kilo, dus ik heb hem gevraagd de degel op te halen’. De directeur ging akkoord. De rest laat zich raden: De volgende zaterdag reed ik met een noodgang, alsof iemand nog van gedachten kon veranderen, naar Zutphen. Laadde met de hulp van Hajo de deels gedemonteerde pers in een aanhangwagentje en reed vol trots naar huis. Dat was nog eens een meevaller: een trapdegel voor de oud ijzerprijs: vijftig gulden! Kees Baart
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
24/25
‘Dikke knieën, grote neusgaten’ Wederwaardigheden rond vervoer en revisie van een trapdegel Er was eens een minister van economische zaken met een voorliefde voor het privatiseren van nutsvoorzieningen. Een van de publieke taken waar zij zich mee bemoeide betrof de energiesector. Ze verscheen op tv en trachtte de kijkers ervan te overtuigen dat privatisering van de stroomvoorziening ‘de consument alleen maar voordelen zou opleveren’. Ze beleed meer geloof dan beleid en onderbouwde haar zonnige perspectieven niet. Ik kreeg direct visioenen van stroomstoringen zoals die in Amerika geregeld voorkomen (op dat moment bijvoorbeeld in Californië). Ik realiseerde me dat het zonder energie niet mogelijk zou zijn te drukken met de Victoria degel en de fag proefpers, maar had gelukkig een trapdegel staan. Alleen... die moest nog gereviseerd worden. Verontrust besloot ik daar onmiddellijk voorrang aan te geven. Deze bijdrage gaat in op wat je zoal mee kunt maken bij vervoer en revisie van zo’n oude pers en wat dat allemaal kost.
Aanschaf & transport Hij stond in een veel te klein schuurtje, verstopt achter kinderfietsen en allerlei oude afgedankte zaken. De kinderen werden groter en het groeiende gezin had meer ruimte nodig volgens de eigenaar. Het was een oud-typograaf en met spijt verkocht hij zijn trapdegel, die nog uit de drukkerij stamde waar hij gewerkt had. Hij was ooit van plan geweest om in zijn vrije tijd te gaan margedrukken, maar dagelijkse zorgen, het groeiende gezin en andere verplichtingen stonden dat in de weg. Nu moest die pers hoognodig plaats maken voor de ook groter wordende fietsen van de kinderen. Ik liet de pers ophalen door een transporteur die al heel wat machines voor me vervoerd had. Hoopvol had ik uitgekeken naar dat transport, maar de sterren stonden die dag voor mij niet gunstig. Het was stralend weer, dat wel, maar bij aankomst was de transporteur in geen velden of wegen te bekennen. De eigenaar en ik sleurden met veel moeite de pers uit het schuurtje en plaatsten die op het tegelpad in de achtertuin.Volgens de eigenaar was het van daaruit met een pompwagen een fluitje van een cent. Hij toonde me een pad achter de tuinen naar de weg toe en nam afscheid: zijn werk riep hem. Daarna viel er een diepe stilte over het Brabantse land. Ik had intussen gebeld naar de transporteur en die had me verzekerd dat de vrachtwagen onderweg was. Gelukkig had ik een boek bij me. Eindelijk was het zover. De chauffeur was alleen, dus dat beloofde zwaar werken te worden met z’n tweeën. Dat werd het ook, want het pad was wel droog, maar bleek niet echt stevig te zijn. Met veel gesjouw en geduw én gebruikmakend van enkele ijzeren rijplaten, kregen we de pers langzaam richting straat. Plotseling schoof de
pompwagen met de pers van een plaat en zakte verraderlijk schuin weg in het mulle zand. Geschreeuw van schrik en diep gesteun begeleidden de inspanning om de zaak overeind te houden en weer in beweging te krijgen. Ineens kwam boven een heg een bezweet en verbaasd hoofd met een geknoopte zakdoek erop tevoorschijn. In plat Brabants schreeuwde de kop naar ‘Mien’ binnen dat er ‘sakkers nog an toe een degel in het pad’ stond. Degel, schommel & bok Met open mond bleef het hoofd ons verbaasd aanstaren. ‘Hé joh, doe ook es wat’, riep de chauffeur de man toe. De mond klapte dicht en schielijk verdween het hoofd. Uiteindelijk lukte het ons om de pers op de laadklep te krijgen. Ik haalde opgelucht adem, keek niet goed uit, viel op een dwaze manier en stootte mijn scheenbeen tegen de rand van de laadklep. Tot mijn verbazing zag ik een gigantische zwelling, een soort groot ei, opkomen. Echt pijn deed het niet, maar het zag er niet uit. We vertrokken, het weer betrok, maar bleef gelukkig redelijk tot we in Leiden aankwamen. De plaatsing zou een kleinigheid zijn: naast het huis is een tegelpad en daarover zouden we de degel wel even de drukkerij in zweven. Degel op de laadklep, laadklep naar beneden en hoe het kwam weet ik niet, maar ineens kreeg ik de inktbak, die kennelijk los lag, op m’n hoofd. Ik bloedde hevig. De dokter om de hoek kon het niet hechten en spoot met een of ander middel de wond dicht. Na die eerste hulp reden we de trapdegel de drukkerij in. Daar bleef hij rustig staan, totdat onze minister op tv kwam.
Demontage De pers was volgens het typisch 19e-eeuwse machineplaatje destijds geleverd door de Lettergieterij Amsterdam. Hij was merkloos en zelfs de uitgebreide materialencatalogus van Tetterode uit 1909: Machines en Gereedschappen, gaf geen uitsluitsel over merk en type. Ook in andere catalogi en ‘boeken met persen’ kwam ik die degel niet tegen. In ieder geval was wel duidelijk dat het hier een ‘verbeterde Bostonpers voor voetbeweging’ betrof (C. de Groen, Druktechniek, Hoorn, Edecea, 1947). De pers zag er redelijk goed uit, maar bij werking zat er een vreemde schok in bij elke slag van het vliegwiel. Toch liep hij betrekkelijk licht en zelfs de veiligheid was nog aanwezig, compleet met een fraai ijzeren netwerkje dat de handen van de drukker beschermde. Zo’n veiligheid is geen luxe: niet voor niets had een bepaald type Amerikaanse degelpers uit 1851 de bijnaam van de ‘Alligator’ gekregen, zo
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
26/27
vaak hapte dat beest de hand van de hem bedienende drukkers af. Van één pers beweerde een drukker in 1911 dat dit ene exemplaar zelfs van minstens vijftig drukkers de handen geplet had! Mijn trapdegel miste een rem (ook een noodzakelijke veiligheidsvoorziening) en die schokbeweging moest eruit. Chris keek er naar en oordeelde dat de ‘curveschijf’ niet goed was. De curveschijf zit aan de linkerkant op een as, die aan de rechterkant afgesloten is met een tandwiel. Door een aandrijfstang met kruk op dat tandwiel wordt de trappende, verticale beweging omgezet in een draaiende beweging. Met die as draait dan de curveschijf mee. In de curveschijf zit een groef waarin de nok van een stang loopt die de beweging van inktbakrol en likrol regelt, terwijl tegelijkertijd het eerder genoemde tandwiel de rollenwagen met opdraagrollen aandrijft. Die groef in de curveschijf was kennelijk onregelmatig uitgesleten en veroorzaakte de schokkende beweging. Om dat te kunnen repareren zou de pers gedemonteerd moeten worden. Dat was ik allang van plan: ik wilde die pers gewoon perfect in orde hebben en alleen volledige demontage bood mogelijkheden om hem helemaal na te kijken en goed schoon te maken. We maakten een afspraak en kort daarna was het zover. Opmerkelijk was de hoeveelheid onderdelen die vrij kwam. Er bleven maar stangen, assen en hendels tevoorschijn komen, terwijl die pers zo simpel oogde. Eigenlijk was het een gewoon een soort tafeldegel op een onderstel. In de 19e eeuw zijn de grotere trapdegels uit één stuk, zoals de Diamant, Monopool en Meteoor, uit de tafeldegels ontwikkeld (de ‘Gouden Jacobs’, zoals een oude Schoon & heel typograaf mij een keer vertelde). Het samenstel van bok en degel én de afwezigheid van trekstangen (voor het ontwikkelen van grotere drukkracht) duidden er op dat het hier om een betrekkelijk vroeg type trapdegel ging. De pers zelf bestond uit grotere stukken dan ik dacht. Het perslichaam bleek na demontage een fors gietstuk te zijn, terwijl de degel zelf op een bijzonder zware schommel gemonteerd was die wel op een pinguïn leek. Die schommel was me in gemonteerde toestand nog niet eens opgevallen. Ik was geneigd om alle onderdelen met bijbehorende bouten in volgorde te houden, maar kon Chris niet bijhou-
den: die gooide alles in bakken. ‘Ach joh, ze passen allemaal maar op één manier en het wijst zich allemaal vanzelf en als er wat over blijft, dan past het vast wel ergens in’.
Schuren & verven De grote stukken reed ik op een dolly naar buiten om ze daar te gaan schuren en schoonmaken. Het was februari, maar redelijk mooi weer. Bij de ijzerhandel had ik alvast roterende en handstaalborstels gehaald. Die roterende borstels kun je in een elektrische boor plaatsen en daarmee dus machinaal schuren. Ik begon met het perslichaam en bekeek dat goed. Er zat meer vuil en roest op dan ik gezien had en besloot maar het hele blok kaal te schuren. Het kostte me een volle dag voordat het ijzer helemaal blank was. De daarop volgende onderdelen behandelde ik toen maar op dezelfde manier. Dagenlang stond ik in het schuurstof en lawaai van de boor, die het overigens bij een van de laatste stangen begaf. Nou ja, die boor had al meer dan dertig jaar dienst gedaan en het was tijd voor een nieuwe. Alleen al het schuren kostte me uiteindelijk bijna twee weken, waarbij alle kleine stangen en onderdelen veel bewerkelijker bleken te zijn dan ik ingeschat had. Veel plezier had ik van de ‘workmate’, waarin alle stangen en niet te grote onderdelen zich goed lieten klemmen. Behalve roterende staalborstels gebruikte ik voor blanke delen Scotch Brite met vca en voor geverfde delen handstaalborstels en plamuurmessen om mee te krabben. Alle onderdelen maakte ik vóór het schuren vetvrij met wasbenzine, zodat de staalborstels zelf geen klonten vet en smeer zouden worden of door de warmte vet en smeer als aanslag zouden inbranden in het ijzer. Tijdens het schuren droeg ik een veiligheidsbril, een stofmasker en afgedankte kleding. Die kleding kon ik na afloop overigens rechtop in de hoek zetten. Na het blank schuren is een directe verfbehandeling belangrijk, want kaal gietijzer roest vlot. Alle onderdelen zette ik ’s avonds na het schuren meteen in de primer, een dikke metaalverf die heel snel droogt. Een dag later bracht ik dan een laag metaalgrondverf aan en nog later weer de eerste laklaag (machinezwart, halfmat). Met een tweede laag machinezwart voltooide ik het verven. Kortom: vier verflagen achDrogen ter elkaar. Dat vreet tijd en bovendien valt het drogen niet mee, omdat je die pas geverfde grillige onderdelen niet zomaar neer kunt leggen. Veel stangen en hendels kon ik vrij ophangen door een schroevendraaier door een bout-
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
28/29
gat te steken en de schacht van de schroevendraaier tussen twee letterkasten in een bok te steken. Dagenlang hingen er steeds allerlei onderdelen aan schroevendraaiers te drogen in de drukkerij.
Revisie Intussen voerden Tjitze en Chris noodzakelijke reparaties uit. We zochten in de Tetterode-catalogus naar voorbeelden en Tjitze inspireerde zich voor de rem op de degeltypes Felicia en Rapid. Een meesterstukje haalde Tjitze uit met de curveschijf. Het lager daarin bleek een vlakke kant te hebben, waardoor de ronding van de loopgroef in de schijf uitgevreten De gereviseerde curveschijf. Het oude en (grotere) nieuwe was. Tjitze maakte van meslager liggen naast elkaar in de bijgevijlde groef sing een nieuw en iets groter lager en vijlde met de hand de curvegroef uit, exact op (de wat grotere) maat en precies in de juiste kromming. Door die ingreep zou de repeterende schok bij het lopen van de pers verdwijnen. Chris draaide op de Instrumentmakersschool in Leiden een ‘zonnetje’ op de inktplaat: vanuit het midden glinsteren concentrische cirkels, de slijpsporen, je nu tegemoet. Dat deed hij ook met alle bouten: de vonken spatten er gewoon van af als er licht op valt. Verder ruimde hij talloze gaten, vijlde van alles pas en tapte waar nodig nieuwe schroefdraad. Ook vlakte hij de degel en het fundament. Dick Witteveld kan goed overweg met houtbewerking en hij bood aan om de in-/uitlegtafel te restaureren. De originele eiken plank was nog wel meegeleverd, maar als wrak. Dick knapte de tafel prachtig op en vervaardigde zelfs het ontbrekende draaitafeltje, daarbij materiaal gebruikend van een oud salontafeltje. De rollen liet ik tijdens de rollenactie meelopen bij akb Longs en bij Leitec Instruments mocht ik zelf het wiel van de inktbak en de hendel van de druksteller in de draaibank van roest en aanslag ontdoen en helemaal glimmend draaien. Eindelijk kon de montage beginnen. Het bleek behoorlijk tijdrovend te zijn om alles pas te maken. Na de montage bleef er gelukkig niets over, zodat we niet op zoek hoefden om iets ‘in te passen’. Oliegaten werden met rood gemarkeerd en
beschadigingen in de lak die bij de montage ontstaan waren, verfde ik bij. Daarna moest de degel gesteld worden. Een legger was snel gemaakt en een vorm die het hele raam vulde, plaatste ik in de pers. Chris stelde de degel en de rollen. Ten slotte bleek het drukken van die grote vorm moeiteloos te gaan. De pers loopt licht en makkelijk en maakt daarbij aangename mechanische klikgeluiden. Chris stond erbij te glunderen en met een grote grijns voorspelde hij me op z’n Amsterdams ‘dikke knieën en grote neusgaten’. Het was de oude kreet uit drukkerijen waarmee trapdegelaars minachtend getypeerd werden.
Inspanning, tijd, geld... Met de aanschaf van een pers ben je er nog lang niet. Het kost heel wat inspanning, tijd en geld om van zo’n oude pers een goed en veilig werkende drukpers te maken. Meestal mankeert de pers van alles en ontbreken er zaken. Een vaste prijs is er niet: in veel gevallen kun je een pers gratis afhalen, in andere gevallen moet je dokken. Dat geldt ook bij trapdegels, maar wat is een reële prijs? Sommige verkopers hebben daar nogal wonderlijke ideeën over. Het idee bestaat dat trapdegels schaars zijn. Tot op zekere hoogte is dat ook zo: het duurde vele jaren voor ik tegen deze machine opliep. Aan de andere kant komen er tegenwoordig uit allerlei hoeken en gaten weer degels tevoorschijn en zijn er soms geeneens belangstellenden te vinden. Toen ik nog zocht, kwam ik wel eens een oude en gebrekkige pers tegen waarvoor een paar duizend gulden gevraagd werd. Dat leek mij niet reëel en ik liet ze staan. Deze pers oogde goed en de eigenaar wilde er 1500 gulden (H 675) voor hebben. Voor een goede trapdegel leek me dat aanvaardbaar. Pas bij de demontage bleken gebreken en achteraf lijkt me dat de prijs aan de hoge kant geweest is. Het transport kostte me destijds, eigen reiskosten meegerekend, een 300 gulden (H 135), zodat de pers me tót de revisie al ruim H 800 gekost had. Aan verf, onderhouds- en schoonmaakmiddelen was ik ongeveer H 250 kwijt, aan de vervaardiging van onderdelen, draai- en freeswerk, bijkomende zaken en reparaties H 375 en voor het opnieuw bekleden van de rollen H 300, zodat de revisie mij op H 925 uitkwam. Uiteindelijk heeft deze pers me dus ruim H 1725 gekost. Dat is een behoorlijk bedrag, maar daarmee heb ik wel nu een perfecte pers ter beschikking gekregen, die eigenlijk ‘zo goed als nieuw is’. De kosten voor de revisie reken ik voor een deel door in de kostprijs van volgende uitgaven, in de hoop op den duur enigszins uit de kosten te komen. Naast geld, heeft de revisie me natuurlijk ook heel wat tijd gekost. De trapdegel was pas in het najaar klaar: het leven ging tijdens de revisie nu eenmaal gewoon door en ook andere zaken vroegen aandacht. Zo hebben Chris, Tjitze en ik in die tijd een keer als technisch netwerk een ‘studiereis’ gemaakt naar Museum Plantin Moretus in Antwerpen. We genoten van de uitgestalde eeuwen druktechniek en typografische zaken en verwerkten de indrukken daarna in een klein en gezellig restaurant.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
Aan schuren en verven was ik (bij elkaar opgeteld) een volle maand kwijt, waarbij ik ook vele avonden door moest werken. Natuurlijk hoefde dat schuren allemaal niet zo grondig, het gaat er in eerste instantie om dat een pers schoon en veilig is én goed werkt. Dat kan natuurlijk net zo goed zónder kaal schuren en vier keer verven. Daarmee had ik zelfs H 250 en veel tijd kunnen uitsparen, maar het plezier van het werken met een volledig herstelde, schone en glimmende pers, is mij die inspanning meer dan waard. Chris was met de demontage één dag en met de montage twee volle dagen bezig. Het stellen daarna vergde ook een dag. Daarnaast hebben Tjitze en Chris bovendien enkele dagen besteed aan het repareren en maken van onderdelen.
30/31
Chris in actie
Tot slot De revisie van zo’n pers is wel in een paar maanden haalbaar, maar het blijft een hele zware klus. Natuurlijk zijn de vereiste tijd en kosten afhankelijk van de mate waarin je de pers demonteert, schuurt en verft. Mocht je dat er voor over hebben, dan kan de Werkgroep Techniek & Informatie je met alle plezier en waar nodig, adviseren! We zijn nu ruim een jaar verder en de stroomstoringen zijn inmiddels niet van de lucht. Maar mijn pers is klaar en blijft ook in dergelijke omstandigheden operationeel. De minister is geen minister meer, maar wat doet ze dan? Volgens de media was ze na haar aftreden in afwachting van ‘iets leuks’ en zie, dat kwam nog langs ook. Naar ik begrepen heb, bemoeit ze zich nu met de herinrichting van de publieke omroep. Ik ga op zoek naar een koffergrammofoon! Naschrift Na inlevering van dit verhaal bij de redactie, werd bekend dat er voor de ex-minister ‘alweer iets leuks langsgekomen is’: ze is interim burgemeester geworden. Zou ze daar ook al verstand van hebben? Ter geruststelling: volgens het ‘Vademecum’ zijn er geen margedrukkers in die woonplaats. Gerard Post van der Molen
Als de schellen vallen... ’t Leven is lijden, maar drukken is een lust. Dat hoorde ik eind zestiger jaren van Emile Puettmann, toen ik hem toevallig leerde kennen. Persoonlijk dan; zijn werk kende ik al langer. Er volgden vele, vele lustige uren in zijn inspirerende kelder-atelier en bij talrijke andere gelegenheden. Emile liet me meteen zetten en drukken op de kleine trapdegel die ik het leukst vond. Daar, in de Rotterdamse diepte, ging een wereld voor me open. Wat later verwierf ik een (veel te) klein proefpersje en wat kasten met (afgereden) letter. Maar ik kon thuis drukken, en maakte kleine boekjes, grapjes, berichten, e.d. In 1981 schonk het lot me een aandoenlijke, kleine TipTop trapdegel, een beetje groenig van viezigheid: een soort harde plant. Oergeluk, zomaar in de huiskamer. Ik heb er veel mee gedrukt, en vooral mee gewerkt voor enkele projecten. (Prima tip van Emile: ‘Altijd aan meedoen, Jan. Een heel goede uitdaging’). En je kon je meteen vergapen aan het stimulerende werk van al die andere marge-goden. Een uitdaging, ja. Want er waren altijd wel weer die problemen, waar ik me eigenlijk niet goed in verdiepen kon: zo druk, en zo. De lust tot/van het drukken verging dan wel niet, maar de resultaten bleven soms te wisselvallig: kennelijk niet de juiste inkt of het juiste papier gekozen – of de juiste combinatie daarvan; en altijd tegen die deadlines aan, dus geen tijd om alternatieven uit te proberen. En dan soms ook nog het gezanik van de zo overgevoelige buren (tot ze 15 jaar geleden besloten om nooit meer iets tegen ons te zeggen. Dat zijn de echte volhouders, maar dit in de marge). Je begint tenslotte sommige tekortkomingen te accepteren: de pers en ik kunnen het nu eenmaal niet beter; al hebben we wel veel lol. Vorige week belde Chris Schults: ‘Wanneer zal ik eens bij je komen?’ O, jee, kan de aap niet gewoon in de mouw blijven? Via Gerard en Kees (u kent ze) had ik Chris al eens ontmoet, en gemompeld over het resultaat van mijn geploeter. Zo van: ik ben dan wel blij dat het weer gedrukt staat, maar ik moet het echt hebben van het idee; de uitwerking is vaak niet helemaal naar m’n zin. Eigenlijk dus gewoon een smoes naar de eerder genoemde goden. Chris kwam gisteren met grote verhalen en grotere inzichten. Tja, die rollen. Die zijn rot. En je kan beter een rol minder gebruiken: scheelt je nog een hoop geld ook. En die klossen zijn te hoog. En het toestellen kan veel gemakkelijker. En voor zetnaalden heb ik een mooi alternatief. En drukrubber. En dit een beetje kantelen. En die schroeven moet je gewoon verplaatsen. En geen gecoat (maar o, zo mooi) papier meer gebruiken zonder de juiste inkt. En... En ik kom terug om straks de nieuwe rollen voor je te stellen. Het druk-verleden bestaat. Leuk en waardevol geweest. De toekomst wordt gewoon, zoals het hoort: schoondrukwerk. Nou ja, nu de drukker nog... Jan Rijsterborgh (d’eendracht pers)
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
32/33
Trapdegels en degelautomaten bij Tetterode Van 1905 tot 1934 gaf Lettergieterij ‘Amsterdam’ voorheen N. Tetterode het tijdschrift Typografische Mededelingen uit. Deze reclameuitgave werd in eigen huis geproduceerd, en was vooral bestemd voor de promotie van door Tetterode gevoerde producten: met name natuurlijk letter, maar ook machines en gereedschappen, zetterijmeubilair etc. De uitvoering was luxe, met heel veel zetvoorbeelden, verschillende papiersoorten en minstens één steunkleur. Voor de praktijk van de meeste klanten van Tetterode was Typografische mededelingen dan ook waarschijnlijk een belangrijke bron van informatie en inspiratie. Typografische mededelingen is ook een interessante bron van gegevens over het aanbod aan degelpersen dat door Tetterode in die jaren gevoerd werd. Ik heb de verschenen jaargangen doorgenomen en geïnventariseerd wat er precies aangeboden werd in de advertenties. Die gegevens (aangevuld met informatie uit Tetterode’s Prijscourant van machines en gereedschappen voor de grafische vakken uit 1912) vormen de basis voor het hierna volgende overzicht. Overigens werd Typografische mededelingen vanaf 1939 voortgezet als Grafische mededelingen. Het tijdschrift verscheen tot in de jaren zestig. Het overgrote deel van de aangeboden degels is van het Boston-type. Ook Gally- en Gordon-persen werden verkocht, maar vermoedelijk in minder grote aantallen. Het gaat om circa 14 verschillende persen. In alfabetische volgorde: Brillant, Cito, Diamant, Falcon, Gordon, Illustra, Heidelberger, Kroon, Master Speed, Matador, Meteoor, Perfect, Rapid, Simson, Speciaal. De meeste persen zijn afkomstig uit Duitsland, uit de Hogenforst fabriek. In Typografische Mededelingen wordt echter maar spaarzaam informatie gegeven over de herkomst van de persen. Op de afbeeldingen is de naam van de fabrikant steevast vervangen door de initialen ‘la’. Ik kon dan ook niet altijd achterhalen wie de fabrikant van een pers was. Als DidM-contribuanten in het bezit van een hier genoemde degel me er meer informatie over kunnen verschaffen, graag! Aardig zijn ook de prijzen van degels toentertijd. Een paar voorbeelden uit de Prijscourant van 1912: het kleinste type Matador (de lichtste trapdegel die Tetterode toen voerde) kostte 215 gulden, het grootste 500 gulden; de Gordon kostte 475 tot 800 gulden; de gally-degel Brillant 965 tot 1390 gulden. Het onderstaande overzicht van de door Tetterode geleverde degels is chronologisch. Achter de naam van de pers staat tussen haakjes de naam van de fabrikant (voor zover te achterhalen), en de periode waarin met de pers geadverteerd werd.
(Een aantal persen werd natuurlijk ook al voor 1905 aangeboden.) Daarna volgen gegevens over het type pers, de beschikbare drukformaten (binnenraams), het inktwerk en soms nog wat nadere bijzonderheden. Diamant (Hogenforst, 1905–1912) Bostenpers met trekarmen Type 1 – 23,5 · 33 cm Type 2 – 26 · 37 cm Type 3 – 30 · 42 cm Type 4 – 36 · 49 cm Inktwerk met schijf. Type 1 had twee letterrollen, type 2, 3 en 4 hadden er drie. In 1908 verandert de uitvoering. De Diamant B (later F) heeft een degel uit één stuk, met centrale drukverstelling. Ook is het onderstel veel zwaarder. De inktplaat krijgt een ander model, alle types hebben nu drie letterrollen. De drukformaten blijven onveranderd. Brillant (Hogenforst, 1905–1912) Gallypers Type 2 – 30 · 43 cm Type 3 – 37,5 · 49,5 cm Type 4 – 40 · 59 cm Cilinderinktwerk met twee distributiecilinders, vier letterrollen en een rollenafsteller. De grootste maat kon ook in een extra zware uitvoering geleverd worden, met twee vliegwielen en een verwarmd fundament (voor reliefdruk). Falcon (Waite & Saville, 1905–1919) Half-automatische Gordonpers, met naar keuze een tafel- of cilinderinktwerk. Het tafelinktwerk had drie letterrollen, het cilinderinktwerk had er vier. Type I – 23,5 · 34,5 cm Type II – 26,5 · 40 cm Type III – 30,5 · 46 cm Type IV – 35,5 · 51 cm Type V – 30,5 · 46 cm (cilinderinktwerk) Type VI – 35,5 · 51 (cilinderinktwerk) De inleg gebeurde met de hand en was half-automatisch, de uitleg automatisch. Het maximum aantal druks was 2500 per uur. Naast de gewone Falcon kon ook de Express Falcon geleverd worden, drukformaat
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
34/35
19,5 · 27,5 cm, met een eenvoudig inlegapparaat speciaal voor enveloppen en een maximumsnelheid van 4500 druks per uur. In 1915 wordt de constructie veranderd. Alle formaten krijgen een automatisch inlegapparaat. Rapid (Hogenforst, 1905–1912) Bostonpers, drukformaat 18,5 · 27 cm Tafelinktwerk met drie letterrollen, geen aparte likrol. De degel kan niet van druk worden gesteld. Vanaf 1912 kan de Rapid geleverd worden met een automatisch uitlegapparaat. Matador (?, 1906–1916) Bostonpers Type 1 – 30 · 42 cm Type 2 – 25 · 36 cm Type 3 – 22 · 32 cm Type 4 – 16 · 24 cm (vanaf 1909) Tafelinktwerk met drie letterrollen. De degel kan niet van druk worden gesteld. In 1912 worden voor de Matador model B als drukformaten resp. 33 · 46,5 cm, 25,5 · 36,5 cm, 22,5 · 32,5 cm, 17,5 · 25,5 cm gegeven. In 1916 wordt als formaat voor type 1 echter 30 · 46 cm genoemd; misschien een vergissing? Kroon-Diamant (Hogenforst, 1908–?) Bostonpers met trekarmen Type 1 – 24 · 34 cm Type 2 – 26 · 37 cm Type 3 – 30 · 42 cm Cilinderinktwerk met drie letterrollen en rollenafsteller. De pers wordt gepresenteerd als een nieuwe uitvoering van de gewone Diamant, maar is een heel andere pers. De Diamant en Diamant F blijven dan ook leverbaar. Gordon (Chandler & Price, 1908–1927) Gordonpers Type 1 – 20 · 30 cm Type 2 – 25,5 · 38 cm Type 3 – 30 · 45 cm Tafelinktwerk met schijf in twee delen en drie letterrollen.
In 1916 wordt de constructie veranderd. Het onderstel wordt zwaarder, en de pers wordt iets lager. Type drie krijgt een extra letterrol. Als extra konden ruiters (extra verwrijfrolletjes) op de inktrollen geplaatst worden. In 1919 komt er een inlegapparaat voor de types 2 en 3. In 1923 wordt de Super-Gordon geïntroduceerd, een extra zware uitvoering met een drukformaat van 30 · 45 cm. In 1926 wordt een model met een drukformaat van 37 · 56 cm aangeboden. Perfect (Heidsieck/Hogenforst?, 1912–1916) Bostonpers met trekarmen Type 1 – 17 · 25,5 cm Type 2 – 22,5 · 32,5 cm Type 3 – 25,5 · 36,5 cm Type 4 – 33 · 46,5 cm Tafelinktwerk met drie letterrollen, rollenafsteller als extra. Er kon gekozen worden tussen een degel met stelschroeven en een massieve, centraal verstelbare degel. Simson (Hogenforst?, 1912) Gallydegel, drukformaat 32 · 44 cm Cilinderinktwerk met drie letterollen en rollenafsteller. Speciaal (?, 1913–1917) Gallypers, drukformaat 32 · 42 cm Cilinderinktwerk met drie letterollen en rollenafsteller. Illustra (Heidsieck?, 1925–1927) Gallypers Type 1 – 25,5 · 36,5 cm Type 2 – 31 · 42 cm Type 3 – 36,5 · 48 cm Type 4 – 41 · 55 cm Cilinderinktwerk; type 1 en 2 hadden één distributiecilinder met drie letterollen, type 3 en 4 hadden twee distributiecilinders en vier letterrollen. Een rollenafsteller was standaard. Cito (?, 1925) Bostonpers, drukformaat 16,5 · 23,5 cm Cilinderinktwerk met twee letterrollen.
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
36/37
Meteoor (Heidsieck?, 1926) Bostonpers met trekarmen, drukformaat 25,5 · 36,5 cm) Cilinderinktwerk met drie letterrollen. Master Speed (Brandtjeb & Kluge, 1927–1928) Degelautomaat volgens het gordonprincipe, drukformaat 30 · 42 cm Combinatie van cilinder- en tafelinktwerk, automatische in- en uitleg. De Master Speed werd slechts twee jaar aangeboden. In 1928 begon Tetterode met de verkoop van de Heidelberger. Heidelberger (Heidelberg, 1928–) Degelautomaat volgens het bostonprincipe (met kniehevel), drukformaat 25 · 34 cm. Cilinderinktwerk met twee letterrollen, automatische in- en uitleg. In 1932 werd de grote Heidelberger geïntroduceerd, met een drukformaat van 34 · 46 cm en drie letterrollen. Vanaf 1934 worden twee modellen gevoerd: de Super Heidelberger met een drukformaat van 26 · 36 cm, maximumsnelheid 4500 druks per uur, en de grote Heidelberger van 34 · 46 cm met een maximumsnelheid van 3000 druks per uur. De Heidelberger werd praktisch onveranderd tot het voorjaar van 1985 geleverd. Sander Pinkse
Onverantwoordelijk! Bij de vernieuwingsscholen, zoals Montessori, Dalton en Jenaplan, nemen de Freinetscholen de laatste plaats in. In heel Nederland zijn er maar een tiental. Ze hebben als ondertitel scholen met de drukpers gekregen, omdat de drukpers belangrijk was bij het leren lezen en de verdere taalontwikkeling. Kinderen worden aangemoedigd hun dagelijkse ervaringen op papier te zetten, hun mening over een onderwerp te geven. De klas bepaalt welke tekst een zekere meerwaarde heeft. Die tekst werd gedrukt, maar wordt nu uiteraard geprint. Ik heb jarenlang leiding gegeven aan de school met de drukpers in Hoofddorp. In alle klassen stonden eenvoudige cilinderpersjes. Iedere klas beschikte ook over een of meer kasten met letters en eenvoudige zethaakjes. In mijn klas stond ook een heuse trapdegel. Daarover gaat dit stuk. Een keer per jaar bezocht de rijksinspecteur de school. Een uiterst conservatieve man, die onderwijsvernieuwing sowieso uiterst onverantwoord bezig zijn met
A B C D Egels F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
38/39
kinderen vond. De naam Freinet sprak hij dan ook bij voorkeur uit als of hij iets heel vies op zijn bord kreeg voorgeschoteld. Juist op een dag dat twee leerlingen van een jaar of tien met de degelpers aan het drukken waren, kwam hij binnen. Dit had hij nog niet eerder gezien Bij zijn laatste bezoek had hij zijn afschuw al uitgesproken over emailleren met een grote open vlam en het snijden in karton met scherpe stanleymessen, nu brieste hij al voor dat ik zijn jas had aangenomen. Onverantwoordelijk, noemde hij vanuit de gang de bezigheden van de twee drukkers. Ik besloot zijn verder tirade niet af te wachten en nam hem mee naar de plek des onheils. De kinderen hadden van mij duidelijke instructies gekregen wat ze wel en voor al niet moesten doen met de degel. Ik vroeg de twee kinderen mijn instructies maar eens aan deze meneer voor te leggen. Welnu, sprak plechtig de oudste die voor aan de pers stond: Ik mag dit pedaal bij mijn voeten niet gebruiken.Als ik een vel papier heb ingelegd moet ik mijn handen op mijn rug doen. De tweede aan de zijkant van de pers vervolgde haastig: Ik mag pas aan dit wiel draaien als hij zijn handen op zijn rug heeft, want als hij met zijn handen tussen de degel komt liggen ze er af. Waarop de eerste de slotzin ferm kon uitspreken; Als ik dan kijk, waar mijn handen liggen, kom ik er met mijn kop tussen en dan ligt ook mijn kop eraf! Hierop had de inspecteur kennelijk niet gerekend. Hij besloot daarop de aanval maar op andere zaken te richten. De degelpers heeft nog jaren zijn trouwe diensten bewezen. Kees Baart
Vraag en aanbod Gevraagd Ik zoek een hevelpers om linoleumsnedes af te drukken. Liefst groot. Wie heeft er een of weet er een te koop? Titi Zaadnoordijk, Voetpad 69, 8483 jr Scherpenzeel (Friesland), tel. 0561–481223, e-mail halloAtiti.nl
Dingler gevraagd Te koop gevraagd: dubbele kniehevelhandpers ‘Dingler’, gebouwd in Zweibrucken. Of ruilen voor enkele kniehevelhandpers ‘Krause’ of kleine stopcylinderpers ‘Ingle’, ca. 1850, eventueel met bijbetaling door ons. Drukkerijmusuem Leiden, C.L. Schenk, 06–51342929
Nobel & Bodoni aangeboden Door herinrichting van mijn letterbestand, heb ik een uitgebreid assortiment Nobel (romein, smalle, vette, halfvette) en Bodoni (romein, cursief, vet) op Franse hoogte!, overcompleet. Het betreft 65 letterkasten met (vrijwel) nieuw lettermateriaal (handletter) en daarnaast nog vele pakjes Nobel (splinternieuw). Ruil tegen andere materialen en/of overname in overleg. Inlichtingen: Gerard Post van der Molen, G. Doustraat 4, 2311 xp Leiden, tel. 072–5130081.
Diverse letter aangeboden Imprimatuur corps 36 + kast, Bodoni rom. corps 16 los, Erasmus mediaeval rom. corps 9 los, Nobel rom. corps 8 en 9 los (n.b. los = niet in kast, of ruilen met kast). Gevraagd ter ruiling: Futura, Helvetica en Clarendon. Drukwerk Cursief/Jaap Hoffmann, Eucalyptushof 13, 3053 ps Rotterdam, tel. 010–461 34 26, e-mail cursiefAluna.nl
Kerstnummers Te koop aangeboden: 15 Kerstnummers Grafisch Nederland. Het betreft de jaren 1978, 1979, 1981, 1983 t/m 1986 en 1988 t/m 1995. Alle nummers in perfecte staat (als nieuw). Inlichtingen: Sietse Sietsma, Raaigras 5, 2851 zt Haastrecht, tel. 0182–502 475.
Nieuwe letter verkrijgbaar Is uw tekst te lang ? Of uw kast te leeg ? De Enkidu-pers biedt aan uw kasten te vullen met fonkelnieuwe Monotype-gegoten letter. De kast ingedeeld en gevuld naar uw persoonlijke wens en behoefte. Beschikbare fonts op dit moment o.a.: Baskerville, Garamond, Bembo, Times New Roman, Cochin, Romulus, Lutetia en Old English. Dat alles is mogelijk op: – Franse hoogte 6 tot 12 punten – Hollandse hoogte 6 tot 14 punten Vanwege de eindige voorraad monotype lood, waarover ik beschik, gaarne inlevering van ongeveer gelijk gewicht schoon oud letterlood. Dat wil zeggen: ontdaan van koperen spaties, aluminium wit en zinken cliche’s. Voor 10 euro de kilo wordt de letter bij u thuis afgeleverd. Voor inlichtingen: John Cornelisse, Enkidu-Press, letterpress & typefounding, Vaartstraat 23, 4553 an Philippine (Zeeuws Vlaanderen), tel. 0115–491184, e-mail enkiduAzeelandnet.nl
nieuwsbrief Drukwerk in de Marge nummer 104, maart 2003
40
Gratis af te halen 8 hele kasten Gill Sans normal corpsgrootte: vanaf 6 tot 24 pnt; 6 halve kasten Kabel (Cable) normal corpsgrootte: divers + zethaak, kooimateriaal, wit en divers lijnmateriaal. Tel. 023–5295149
Trapdegel De heer C. Rijke heeft een trapdegel in de aanbieding, tegen ieder aannemelijk bod. Voor informatie Tissenstraat 3, 6039 ez Stramproy, tel. 0495–561462.
Zeefdrukinstallatie De heer Th. van Rijn heeft een complete zeefdrukinstallatie te koop voor H 200, d.w.z. inkt, lichtbak, rakels, zijde, films, spanraam, tafel (50-70), grote en kleine ramen, stofzuiger. Voor inlichtingen 070–3686178, theowilAwandoo.nl.
Nóg een trapdegel Bij het ter perse gaan bleek nog een Matador trapdegel (in onderdelen) aangeboden te worden. Nadere informatie via Gerard Post van der Molen, tel. 072–5130081.
Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting Drukwerk in de Marge. Voorzitter: Jan Keijser, Leidse Slootweg 4, 2481 kh Woubrugge, gjkeijserAcs.com Secretaris: Jan Molendijk, Bronforel 2, 2318 md Leiden, DidMAjmolendijk.com Penningmeester: Frans den Breejen, Korte Vleerstraat 8, 2513 vm Den Haag, email fransAden breejen.nl Nieuwe leden/adreswijzigingen graag doorgeven aan de penningmeester. Nieuwsbrieven verschijnen 4 maal per jaar, halverwege de maanden maart, juni, september en december. Kopij voor de nieuwsbrief dient uiterlijk de eerste van de betreffende maand binnen te zijn. Bijdragen liefst per email naar nieuwsbriefAboekproductie.nl, of per post naar Nieuwsbrief Stichting Drukwerk in de Marge, Herengracht 51, 1015 bc Amsterdam (op flop of op papier getypt, zo niet in elk geval duidelijk geschreven). Redactie: Alex Barbaix, Lothar Miklei, Sander Pinkse issn 1382-1962