Leer voor je leven
Een uitdagende leeromgeving Sociaal-constructivistisch leren en competentiegericht opleiden
Juni 2010 dr. Niels Brouwer
2
3
Inhoud Voorwoord
5
1 Onderzoek in het pabo-curriculum
7
2 Opdrachten schrijven en begeleiden
8
3 De masteropleiding Leren en Innoveren
9
4 Modelvideo’s voor de pabo
10
5 Leren kijken naar eigen onderwijsvaardigheden
11
6 Didactisch afkijken
12
7 Intervisie met de portable video toolkit
13
8 Bevorderen van zelfgestuurd leren
14
9 Meer informatie
15
10 Wetenschappelijke publicaties
16
11 Vakpublicaties
18
4
5
Voorwoord Sinds maart 2007 ben ik lector van Iselinge Hogeschool. Mijn onderzoeks- opdracht betreft sociaal-constructivistisch leren en competentie-gericht opleiden. De kernvragen luiden: • Welke leeromgeving rust leerlingen, studenten en docenten optimaal toe? • Welke kenmerken moet een leer- omgeving hebben om het primaire proces kansrijk te laten zijn? De opdracht verwijst naar vraagstukken die zich voordoen in het leren van de drie belangrijkste doelgroepen van de lerarenopleiding: leerlingen, (aanstaande, beginnende en ervaren) leerkrachten en lerarenopleiders.
• Hoe gaat actief en creatief leren in zijn werk? • Hoe vinden we een balans tussen docentsturing en sturing door de lerenden? • Hoe kunnen we leerkrachten praktijk- gericht opleiden? • Hoe zorgen we ervoor dat de leerkracht niet alleen als uitvoerder van onderwijs leert functioneren, maar ook als ontwerper, evaluator en ontwikkelaar? Het werkterrein van de kenniskring is afgebakend met behulp van drie thema’s. Per thema zijn één tot drie projectgroepen actief, waarvan de samenstelling elk studiejaar kan wisselen. Het werk van de projectgroepen wordt ondersteund met bronnenstudie en (evaluatie)onderzoek.
Thema’s
Projecten
1. Werkplekleren
3.1.1 Uitvoeren en begeleiden van (actie)onderzoek 3.1.2 Masteropleiding Leren en Innoveren
2. Activerende opleidingsdidactiek
3.2.1 Opdrachten schrijven en begeleiden 3.2.2 Bevorderen van zelfgestuurd leren (promotieonderzoek)
3. V erbeelden van onderwijs- bekwaamheid
3.3.1 Digitale video als opleidingsmedium: A. Modelvideo’s voor de pabo B. Kijkwijzers voor de pabo 3.3.2 Peer coaching met digitale video
4. Bronnenstudie
3.4.1 Constructivisme 3.4.2 Gemengde leeromgevingen 3.4.3 Disseminatie
6
7
1 Onderzoek in het pabo-curriculum De projectgroepen bestaande uit IJsselgroep-personeel en collega’s uit de scholen, werken aan de verbinding van de opleidings- en onderwijspraktijk met de onderwijswetenschap. Uitgaande van vijf kwaliteitseisen aan het opleiden en professionaliseren van leerkrachten -zoals uiteengezet in mijn lectorale rede De horizon van het leraarschap- bouwen deze projectgroepen aan leeromgevingen, opleidingsprincipes en werkwijzen die
aantoonbaar bevorderlijk zijn om leerkrachten toe te rusten voor hun functioneren in het onderwijs van nu en morgen en om hen te helpen in en door hun beroep te (blijven) leren. In deze brochure worden het werkterrein en een aantal belangrijke opbrengsten van het lectoraat beschreven. dr. Niels Brouwer
De lector begeleidt de projectgroepen en promotieonderzoek, verzorgt presentaties bij binnen- en buitenlandse congressen, met name van de Nederlandse Vereniging voor Lerarenopleiders (VELON), de American Educational Research Association (AERA) (zie bijvoorbeeld http://academic.csuohio.edu/yuskob/aera2009.htm) en de European Association for Research on Learning and Instruction (Earli). Hij was ook betrokken bij de aanvraag en is één van de kerndocenten van de masteropleiding Leren en Innoveren in samenwerking met Hogeschool Edith Stein te Hengelo. Verder verzorgt hij op aanvraag presentaties en workshops op het werkterrein van het lectoraat.
De projectgroep Uitvoeren en begeleiden van onderzoek ontwikkelt een doorgaande onderzoekslijn binnen het curriculum van Iselinge Hogeschool. Samen met enkele docenten wordt gewerkt aan de implementatie en integratie van de onderzoekslijn binnen het curriculum. Iselinge Hogeschool spreekt zich uit voor een onderzoekende leerkracht. Onderzoek kan, naast systematische reflectie, worden gezien als motor van de professionele ontwikkeling. Wie kan onderzoeken, kan zich blijvend ontwikkelen en zijn handelen in de beroepspraktijk steeds verder verbeteren. In de onderzoekslijn staat voorop dat de studenten leren onderzoeksinstrumenten te gebruiken en aan te passen op een manier die nuttig is voor de dagelijkse praktijk in een basisschool.
De onderzoekslijn is als volgt opgebouwd: • Jaar 1: literatuuronderzoek en interview, effectmeting naar aanleiding van interventies. • Jaar 2: ontwikkelen van een observatieinstrument, ontwikkelen van een vragenlijst. • Jaar 3: onderzoeksactiviteiten in verband met een schoolontwikkelthema, vakspecialisaties en minoren. • Jaar 4: actieonderzoek en afstudeerwerkstuk. In de opleidings- en taakbekwame fase in jaar 1 en 2 bekwamen studenten zich vooral in het gebruik van specifieke methoden. In de laatste fasen van de opleiding laten zij zien dat zij zulke methoden in een doeltreffende combinatie kunnen gebruiken. In de werkplek- en startbekwame fase passen de studenten de geleerde onderzoeksvaardigheden toe op hun eigen werkplek, waarbij ze steeds meer de kans krijgen om zelfgestuurd een onderzoek voor te bereiden en uit te voeren. Wanneer zij dat kunnen, hebben ze zich ontwikkeld tot een onderzoekende leerkracht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Emmy Vrieling, e-mail
[email protected] of Gerdo Velthorst, e-mail
[email protected].
8
9
2 Opdrachten schrijven en begeleiden
3 De masteropleiding Leren en Innoveren
Wanneer is een competentiegerichte opdracht helder, uitdagend, volledig en uitvoerbaar? Het is lastig om deze vragen goed te beantwoorden en daarbij zowel te voldoen aan wensen van docenten en studenten als aan de eisen die de opleiding stelt.
In september 2009 is de nieuwe master- opleiding Leren en Innoveren gestart op initiatief van Hogeschool Edith Stein in Hengelo in samenwerking met het lectoraat van Iselinge Hogeschool. Deze opleiding is bedoeld voor leerkrachten in het primair onderwijs (po), het voort- gezet onderwijs (vo) en de beroeps- en volwasseneneducatie (bve). Wie minimaal vier jaar onderwijservaring heeft, affiniteit met onderwijsvernieuwing en een intelligente teamspeler is komt in aanmerking voor deze opleiding.
De projectgroep Opdrachten schrijven en begeleiden heeft onderzocht hoe docenten competentiegerichte opdrachten het best kunnen schrijven en begeleiden. Dit onder- zoek is uitgevoerd via literatuurstudie en interviews. Ook zijn onder docenten en studenten evaluaties van verschillende modulen uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een algemeen bruikbaar format, waarin alle relevante aspecten van een goede opdrachtomschrijving logisch zijn gerangschikt en toegelicht.
Opdrachten die geschreven worden met behulp van dit format zorgen ervoor dat studenten na het lezen van de opdracht startklaar zijn. Zij zijn dan op de hoogte van alle relevante aspecten van de opdracht, kunnen hun studiebelasting goed inplannen, weten welke werkgroepen voor hen cruciaal zijn en zijn op de hoogte van de mogelijke keuzes bij het uitvoeren van de opdracht. Op dit moment starten we met de implementatie van het format in het curriculum. Daartoe zijn enkele voor- beelden ontwikkeld en worden enkele modules als pilot uitgewerkt. Ook vindt er professionalisering van de docenten plaats. In vervolg hierop komt het accent te liggen op het begeleiden van studenten bij competentiegerichte opdrachten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Thea Endedijk, e-mail
[email protected].
Van deelnemers wordt verwacht dat zij: • beschikken over een onderzoekende houding; • in staat zijn tot actieve en professionele samenwerking met collega’s; • kennis van buiten de school naar binnen brengen; • een waardevolle gesprekspartner zijn voor de schoolleiding. De opleiding kent drie programmalijnen: • Leren en leeromgevingen • Ontwerpen en onderzoeken • Innoveren en veranderen
Met behulp van de kennis en vaardigheden die de deelnemende leerkrachten binnen deze lijnen ontwikkelen, voeren zij twee onderzoeken uit die zij in overleg met hun school uitkiezen. Deze onderzoeken kunnen binnen het eigen onderwijs worden uitgevoerd. De opleiding streeft ernaar om innovatie meer vanuit de praktijk vorm te geven. Daarvoor het denken op een hoger abstractieniveau dan alleen de eigen situatie wel cruciaal. In de opleiding leren deelnemers praktijkgericht ontwerponderzoek op te zetten, uit te voeren en te rapporteren. Dit betekent dat de leerkracht zich erin bekwaamt interventies te ontwerpen, deze te evalueren en bij te stellen en ten slotte overdraagbaar te maken naar andere scholen en leerkrachten. Het ontwerponderzoek kan vakgericht maar ook vakoverstijgend zijn. Wanneer leraren -werkend vanuit hun eigen ambitie en die van de school- deelnemen aan deze masteropleiding, levert het onderwijs waarbinnen zij werkzaam zijn innovatieve producten en zichzelf een belangrijke onderwijskundige graad op. Hierdoor ontstaat een win-winsituatie voor meerdere partijen: de deelnemers, hun school en het onderwijsveld als geheel.
10
4 Modelvideo’s voor de pabo Door middel van video-opnames in de klas kunnen leerkrachten bij elkaar in de keuken kijken. Door voorbeelden van effectief leraarsgedrag te bekijken en te analyseren kunnen zij hun werk onder de loep nemen en verbeteren. Om dit te stimuleren werkt een projectgroep van het lectoraat van Iselinge Hogeschool samen met de Piersonschool in Hengelo (Gelderland) aan de productie van videoclips van authentieke lessituaties. Deze clips worden zo gemaakt dat goed te zien is hoe een leerkracht zijn onderwijs aanpakt en waarom zo. Ook de kinderen van de Piersonschool werken mee aan het filmen. Doordat zij zelf de camera ter hand nemen, ontstaan uiterst levensechte beelden van het onderwijs. Het resultaat is een verzameling modelvideo’s, die in allerlei opleidingssituaties te gebruiken zijn. Deze modelvideo’s hebben een aantal belangrijke kenmerken. Er is steeds één aspect van een lessituatie te zien, waarbij duidelijk wordt welke instructie, uitleg en
ondersteuning de leerkracht aan de leerlingen biedt. Een greep uit de onderwerpen: de inloop, looprondes, de instructieketting, de kleine kring en het leerlingportfolio. Bij elke modelvideo zijn een observatieformulier/kijkwijzer en reflectieformulier ontwikkeld. Een volgende stap is dat ook studenten van Iselinge Hogeschool die stage lopen, modelvideo’s gaan vervaardigen. Daarvoor heeft Iselinge Hogeschool een aantal portable video toolkits ter beschikking. Om de modelvideo’s toegankelijk te maken is vanuit het lectoraat een webpagina ontwikkeld waar de modelvideo’s te bekijken zijn: http://video.piersonschoolhengelo.nl. Wie van deze webpagina gebruik wil maken kan een gebruikersnaam en wacht- woord aanvragen bij dr. Niels Brouwer, e-mail
[email protected]. Na verloop van tijd krijgt u een online vragenlijst voorgelegd waarin u uw ervaringen met en mening over het gebruik van de webpagina kunt meedelen.
11
5 Leren kijken naar eigen onderwijsvaardigheden Sinds de digitalisering van het medium video komt er steeds meer videomateriaal van onderwijs beschikbaar via internet, maar ook offline. Voor leerkrachten is het kijken hiernaar interessant, maar is het voor henzelf ook leerzaam? Dit is niet vanzelfsprekend. Een projectgroep zoekt naar geschikte middelen om de aandacht van leerkrachten te richten op essentiële aspecten van lesgeven. Dat wil zeggen die onderdelen van het handelen van leerkrachten die het leren van leerlingen stimuleren. Daartoe ontwikkelt de projectgroep zogenaamde kijkwijzers. Dit zijn observatie- formulieren waarin aspecten van effectief leerkrachtgedrag worden benoemd die blijkens onderzoek geschikt zijn om het leren van leerlingen te bevorderen. Inmiddels zijn kijkwijzers ontwikkeld over directe instructie, woordenschatuitbreiding
en aanvankelijk lezen. Ook onderzoekt de projectgroep hoe studenten met behulp van verschillende soorten kijkwijzers naar videofragmenten van een rekenles. De tot nu toe ontwikkelde kijkwijzers worden al gebruikt door de eerstejaarsstudenten van de Academische Pabo van Iselinge Hogeschool. Tijdens hun eerste stage filmen zij elkaar met de portable video toolkit. Direct na het geven van een les bestuderen en bediscussiëren zij samen met de mentor de opnamen. Belangrijke passages hieruit monteren zij ten behoeve van intervisiebijeenkomsten in de hogeschool. Op termijn komen al het videomateriaal en de bijbehorende kijkwijzers digitaal beschikbaar inclusief verwijzingen naar achtergrondliteratuur.
12
6 Didactisch afkijken Didactisch afkijken is een vorm van wederzijdse peer coaching waardoor docenten via zelfgestuurde collegiale samenwerking vaardig(er) worden in het verzorgen van onderwijs en het verbeteren daarvan. Docenten in teams die didactisch afkijken, observeren elkaar in de les, filmen elkaars lessen met een digitale camera en werken samen aan lesvoorbereiding. Zo bekwamen zij zich in verschillende manieren om hun leerlingen te activeren, hun meer differentiatiemogelijkheden te bieden - onder andere met behulp van ICT - en hen aan te moedigen meer eigen verantwoordelijkheid te nemen bij het leren. Deze drie bekwaamheidsgebieden vormen de hoofddoelen van didactisch afkijken. Deelnemende docenten werken een schooljaar lang aan deze doelen in zelf gekozen tweetallen en komen minimaal vier keer per jaar als groep bijeen onder leiding van een deskundige ondersteuner om trainingen te volgen en hun ervaringen en ideeën uit te wisselen. Didactisch afkijken is door de lector van Iselinge Hogeschool, Niels Brouwer, ontwikkeld, beproefd en geëvalueerd. Blijkens gegevens verzameld over een periode van vier jaar doen deelnemende docenten niet alleen nieuwe ideeën en inzichten op, maar slagen zij er ook in die toe te passen in hun dagelijkse lespraktijk.
13
7 Intervisie met de portable video toolkit Samen met onderwijsadviseurs van IJsselgroep ontwikkelt de lector didactisch afkijken tot een professionaliseringsaanbod waardoor scholen wederzijdse peer coaching uiteindelijk in eigen beheer kunnen uitvoeren. Scholen die kiezen voor didactisch afkijken beslissen zelf aan welke specifieke onderwerpen ze willen werken, bijvoorbeeld het effectief aanleren van de basisvakken taal en rekenen of het benutten van samenwerkend leren. Vaak zal deze keuze aansluiten bij bestaande speerpunten van de school. Bronnen voor verdere studie en verdieping worden vanuit IJsselgroep op maat aangereikt. Elk docententeam dat werkt met didactisch afkijken, stelt binnen het kader van de drie hoofddoelen zijn eigen leer- en werkdoelen, afhankelijk van de lokale beginsituatie en de persoonlijke leerbehoeften van de deelnemers. Door deze specifieke invulling ontstaat een optimale aansluiting bij de dagelijkse lespraktijk en worden de uitvoerbaarheid en effectiviteit van de professionalisering aanzienlijk vergroot. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Fokelien Robijns, e-mail
[email protected].
Video is vanouds een bekend medium voor het opleiden en professionaliseren van leerkrachten. Denk aan het oefenen van specifieke onderwijsvaardigheden in practicumsituaties - het zogenaamde microteaching - en aan video interactie begeleiding (VIB). Door de digitalisering van video is het gebruiksgemak ervan groter dan ooit en zijn er allerlei nieuwe gebruiksmogelijkheden ontstaan. Zo is het nu mogelijk om welke onderdelen van een video-opname dan ook te bekijken en analyseren in elke denkbare volgorde. Verder kan videomateriaal elektronisch worden gedeeld - al dan niet in aanwezigheid van de betrokken personen - en verspreid - al dan niet in besloten leeromgevingen.
Een van de grootste voordelen van digitale video is dat een leerkracht zichzelf kan terugzien direct na te zijn opgenomen. Zulke instant visuele feedback is erg nuttig voor het ontwikkelen van onderwijs- bekwaamheid. Voor het geven en ontvangen van zulke feedback is een portable video toolkit samengesteld. Dit is een rugzak of koffer die een minilaptop, een minicamcorder, draagbare luidsprekers en twee hoofdtelefoons van hoge kwaliteit bevat. Deze toolkit is bruikbaar in allerlei opleidingssituaties, zowel voor aanstaande als ervaren leer- krachten. Bijvoorbeeld in de Academische Pabo van Iselinge Hogeschool wordt hij ingezet bij het nabespreken van stage- lessen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gert Muller, e-mail
[email protected] of Eric Besselink, e-mail
[email protected].
14
15
8 Bevorderen van zelfgestuurd leren
9 Meer informatie
Zelfgestuurd leren wordt vaak gezien als de sleutel tot succesvol leren binnen en buiten school. Docenten binnen het hoger onderwijs, waaronder de pabo, worden geacht hun studenten binnen het curriculum steeds meer mogelijkheden te bieden voor zelfgestuurd leren. Van docenten wordt verwacht meer te handelen als begeleiders van het leerproces in plaats van alleen kennis over te dragen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met dr. Niels Brouwer, e-mail
[email protected]. Voor een aantal onderwerpen kunt u ook contact opnemen met leden van de projectgroep.
Lerarenopleiders die deze uitdaging aangaan vinden het echter vaak moeilijk deze vernieuwing in hun lesgeven te implementeren. Over de uitwerking van een dergelijke innovatie op pabostudenten bestaan nog geen onderzoeksgegevens. Binnen het lectoraatsthema activerende opleidingsdidactiek werkt Emmy Vrieling aan een promotieonderzoek naar de ontwikkeling van zelfgestuurd leren door pabostudenten.
In dit onderzoek is een meetinstrument ontwikkeld waarmee lerarenopleiders in kaart kunnen brengen welke mogelijkheden zij aan hun studenten bieden voor zelfgestuurd leren. Ook kan het instrument lerarenopleiders helpen de mogelijkheden voor zelfgestuurd leren binnen het curriculum stap voor stap te vergroten. Het instrument wordt ingezet bij een interventietraject waarbij vijftien lerarenopleiders van zeven pabo’s in Nederland (waaronder Iselinge Hogeschool) worden begeleid bij het vergroten van mogelijk- heden voor zelfgestuurd leren binnen hun lessen. Gedurende dit begeleidingstraject wordt de uitwerking hiervan op de motivatie van studenten en hun gebruik van metacognitieve leerstrategieën gemeten. Op theoretische gronden mag worden verwacht dat deze beide factoren samenhangen met de studieresultaten die studenten uiteindelijk behalen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Emmy Vrieling, e-mail
[email protected].
Onderzoek in het pabo-curriculum Emmy Vrieling, e-mail
[email protected] Gerdo Velthorst, e-mail
[email protected] Opdrachten schrijven en begeleiden Thea Endedijk, e-mail
[email protected] Didactisch afkijken Fokelien Robijns, e-mail
[email protected] Intervisie met de portable video toolkit Gert Muller, e-mail
[email protected] Eric Besselink, e-mail
[email protected] Bevorderen van zelfgestuurd leren Emmy Vrieling, e-mail
[email protected]
16
17
10 Wetenschappelijke publicaties Brouwer, C.N. (1989). Geïntegreerde lerarenopleiding, principes en effekten. Een longitudinaal onderzoek naar organisatie, didaktiek en leereffekten van de Utrechtse universitaire lerarenopleiding (Stageonderzoek PDI-RUU 1982-1986). Brouwer: Amsterdam (dissertatie). Brouwer, C.N. & Korthagen, F.A.J. (2005). Can Teacher Education Make a Difference? American Educational Research Journal, 42(1), 153-224 (onderscheiden met de “Exemplary Research Award” 2006 van de divisie Lerarenopleiding van de American Educational Research Association). Brouwer, C.N., Muller, G.J. & Rietdijk, H. (2007). Educational Designing with Microworlds. Journal of Technology and Teacher Education, 4, 439-462. Brouwer, C.N. (2007). Evaluating Alternative Teacher Education in the Netherlands. A Standards-based Synthesis. European Journal of Teacher Education, 30, 21-40. Brouwer, C.N., Ackley, B.C., Fallon, M.A. (2007). Intake Assessments for Alternative Teacher Education. Moving from Legitimation towards Predictive Validity. Assessment and Evaluation in Higher Education 32 (6), 657-665. Crasborn, F., Hennissen, P., Brouwer, C.N., Korthagen, F. & Bergen, T.C.M. (2008). Promoting versatility in mentor teachers’ use of supervisory skills. Teaching and Teacher Education, 24(3), 499-514 (onderscheiden met de “Distinguished Research Award” 2008 van de Amerikaanse Association of Teacher Educators). Hennissen, P., Crasborn, F., Brouwer, C.N., Korthagen, F. & Bergen, T.C.M. (2008). Mapping mentor teachers’ roles in mentoring dialogues. Educational Research Review, 3(2), 169-186. Tigchelaar, A.E., Brouwer, C.N. & Korthagen, F.A.J. (2008). Crossing Horizons. Continuity and Change in the Learning of Second-career Teachers. Teaching and Teacher Education, 24(6), 1330-1350. Ax, J., Ponte, P. & Brouwer, C.N. (2008). Action research in initial teacher education: an explorative study. Educational Action Research, 16(1), 55-72. Brouwer, C.N. (2009). Teacher peer coaching with digital video. Evaluation of a four-year professional development program. Nijmegen: ILS Graduate School of Education (paper presented at the AERA annual meeting in San Diego).
Crasborn, F., Hennissen, P., Brouwer, C.N., Korthagen, F. & Bergen, T.C.M. (2010). Capturing mentor teachers’ reflective moments during mentoring dialogues. Teachers and Teaching. Theory and Practice, 16(1), 7-29. Hennissen, P, Crasborn, F., Brouwer, C.N., Korthagen, F. & Bergen, T.C.M. (2010). Uncovering mentor teachers’ interactive cognitions during mentoring dialogues Teaching and Teacher Education, 26(1), in druk. Brouwer, C.N. (2010). Determining Long-term Effects of Teacher Education. In: Baker, E., McGaw, B., Peterson, P. (red.). International Encyclopedia of Education, 3rd Edition. Amsterdam: Elsevier, in druk. Tigchelaar, A.E., Brouwer, C.N., Vermunt, J.D. (2010). Tailor-made: Towards a pedagogy for educating second-career teachers. Educational Research Review, in druk.
18
11 Vakpublicaties Ginjaar-Maas, N., Brouwer, N., Leenderse, M. e.a. (1997). Kwaliteit op 254 percelen. Eindrapport van de visitatiecommissie tweedegraads lerarenopleidingen. Den Haag: HBO-Raad. (reeks Sectorale kwaliteitszorg HBO, delen 33a en 33b). Brouwer C.N. e.a. (2002). Voor de klas. Voorbereidingen op de praktijk. Bussum: Coutinho (met webpagina: www.coutinho.nl/ondersteun/3012. Brouwer, C.N. (2004). Leraren opleiden in Nederland. Stand van zaken na “Educatief Partnerschap”. VELON-Tijdschrift voor lerarenopleiders 25 (4), p. 5-18. Brouwer, C.N. (2007). Verbeelden van onderwijsbekwaamheid, een literatuurstudie naar het gebruik van digitale video ten behoeve van opleiding en professionele ontwikkeling van leraren. Heerlen: Open Universiteit, Ruud De Moor Centrum (Ruud de Moor Centrum Reeks, nr. 10; ISBN 978-90-358-0081-6; ongewijzigde herdruk 2010; te downloaden van: www.ou.nl/eCache/DEF/17/912.html.
19
Leer voor je leven
Iselinge Hogeschool Bachlaan 11 7002 MZ Doetinchem Telefoon 0314 37 41 41 Fax 0314 33 39 90
[email protected] www.iselinge.nl