Voorwoord. Op 17 mei 2010 is de stichting ‘Tweede thuis in Altena’ opgericht. Deze stichting is voortgekomen uit het ‘ouderinitiatief Land van Heusden en Altena’. Het bestuur bestaat uit ouders van kinderen met een handicap en deskundigen die direct of indirect betrokken zijn met de (gehandicapten) zorgsector. Met het oprichten van de stichting, heeft het ouderinitiatief ook een juridische status gekregen. Afspraken over verantwoordingen en regels zijn notarieel vastgelegd in statuten. Naast het vastleggen van deze regels en afspraken, zal er ook een huishoudelijk reglement opgesteld worden voor allerlei overige praktische zaken. De stichting is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Het ouderinitiatief is ontstaan vanuit de constatering door een aantal ouders van kinderen met een handicap, dat in de reguliere zorg voor hun kinderen een voortdurende wisseling van verzorgers/begeleiders plaatsvindt, wat voor een bepaalde categorie cliënten een zeer negatieve invloed heeft. Veel mensen met een meervoudige beperking hebben een sterke behoefte aan veiligheid, heldere structuren en zo weinig mogelijk veranderingen. Een stabiele gezinsituatie is voor hen ideaal, maar niet elk gezin is in staat het onderdak en de nodige zorg te blijven verlenen, al is het alleen maar omdat de ouders op den duur een leeftijd bereiken waarbij actieve zorg voor iemand met een beperking niet meer mogelijk is. Daarom is gezocht naar een woonvorm die de gezinsituatie zo dicht mogelijk benadert. Dat te realiseren is het doel van de stichting ‘Tweede thuis in Altena’. In dit visiestuk geven we de contouren aan van wat ons daarbij voor ogen staat.
1/7
Een tweede thuis. Als ouders willen we een thuis met de beste zorg voor onze kinderen. Een plaats van wonen en zorgverlening waar de bewoners behoefte aan hebben. Voor de bewoners dient de woonvorm dus ook echt een thuis te zijn. Een plaats die bescherming, vertrouwen, liefde en gezelligheid biedt, waar altijd begeleiding aanwezig is als er bewoners aanwezig zijn. We willen een woonvorm creëren waar het fijn is om te wonen en als ouders op bezoek te komen. Een tweede thuis!
Kleinschalige zorgwoning. Een huis in een rustige dorpse omgeving met veel natuur en buitenspeelmogelijkheden. Een plaats met voldoende mogelijkheden voor het ondernemen van activiteiten en voor ontspanning, met de mogelijkheid om in de tuin wat huisdieren te houden (kippen, konijnen). Voor ieder een eigen zitkamer, een eigen ingerichte slaapkamer met bad of doucheruimte. Een huis met hobbyruimte, therapieruimte, een snoezelkamer, een gezellige woonkamer en misschien zelfs een zwembad voor noodzakelijke beweging/therapie en ontspanning.
Kernvisie. Als ouders willen we de beste zorg voor onze kinderen. De zorg die niet haalbaar is binnen grote zorginstellingen. Ieder kind heeft zijn eigen complexe problematiek en daarop passende zorgbehoefte. We willen een continuïteit van zorg waarborgen met twee inwonende ‘ouderparen’1, die afwisselend aanwezig zijn in de woonvorm, waar nodig ondersteund door enkele parttime begeleiders en vrijwilligers. Een verzorging en aandacht die uit liefde, maar ook met kennis van zaken, gegeven wordt, waarbij de ouders (of wettelijke vertegenwoordigers) van de bewoners betrokken blijven bij het dagelijks leven van hun kind en daarbij de eindverantwoordelijkheid behouden.
1
Vanaf hier aangeduid met ‘ouderpaar’
2/7
De bewoners. We streven naar een groep van acht bewoners. Het ideaal is een gemengde groep wat betreft de mate en aard van beperkingen. Het aannemen van nieuwe bewoners gebeurt in overleg met de stichting (namens de ouders), het ouderpaar en zorgorganisatie Syndion.
Wie werken er. Om op lange termijn de zorg te garanderen worden het ‘ouderpaar’ en eventueel verdere zorgverleners binnen een zorgorganisatie in loondienst genomen. Onze voorkeur wat betreft een zorgorganisatie gaat uit naar Syndion, waar we inmiddels goede contacten mee hebben. Een belangrijk aspect is dat we streven naar langdurige dienstverbanden van het ‘ouderpaar’ maar ook van hen die parttime zorg verlenen. Want voor de mensen die de zorg nodig hebben is het steeds wisselen van zorgverleners heel onprettig. Voor mensen met een (meervoudige) beperking kan dat veel onrust geven, zorgt het voor wederzijds onbegrip en kan het leiden tot stress of een gevoel van onveiligheid.
De ouderparen. Van het ‘ouderpaar’ wordt veel gevraagd. We zoeken mensen met idealisme en enthousiasme, die voor de bewoners het huis tot een thuis willen maken. Een ‘ouderpaar’ dat ... − open staat voor de inbreng van de ouders/wettelijke vertegenwoordigers van de bewoners − parttimers en vrijwilligers hartelijk ontvangt en waar nodig tot steun is − zich in principe voor langere tijd wil verbinden − zich vooral bezig houdt met ‘het gezin’ draaiende te houden en het bekende baken is voor de bewoners. − in onderling overleg zelf een deel van de zorg verleent en de overige zorg die nodig is coördineert. − gebruik maakt van gekwalificeerde parttimers en vrijwilligers (ook voor de parttimers geldt dat zij voor een langere periode een bekend gezicht zouden moeten zijn voor de bewoners). Niet onbelangrijk zal de inbreng van vrijwilligers zijn. Er zijn verschillende activiteiten met of zonder de bewoners, in- of buitenshuis, waar vrijwilligers voor nodig zijn.
3/7
De werkgever. Een zorgorganisatie (zoals Syndion) kan ondersteunen in de rol van werkgever voor het ouderpaar en andere medewerkers, is adviseur en bemiddelaar voor bewoners en/of de ouders. Daarnaast kan een zorgorganisatie ook ondersteuning bieden bij het zoeken naar nieuwe medewerkers of bewoners. Bij wisseling van een ouderpaar blijft vooropstaan dat de bewoners hun vertrouwde omgeving behouden, dat betekent dat het ‘ouderpaar’ dus verhuist.
Financiën. De huur en vaste woonkosten, kleding en dergelijke worden uit het salaris of de uitkering betaald. De kosten voor de verzorging worden in principe betaald vanuit het Persoonsgebonden Budget (PGB). In overleg met een financieel adviseur van de zorgorganisatie kunnen we dit verder uitwerken. Uiteraard is het ook nodig om geld in te zamelen door sponsoring. Daarnaast ook het oprichten van een fonds voor jaarlijkse bijdragen om het huis in te richten en activiteiten te ontplooien met de bewoners. Dergelijke activiteiten kunnen door de stichting ontplooid worden.
4/7
Regels van het huis. Als ouders willen we bepaalde concrete afspraken maken en deze vastleggen in een ‘huishoudelijk reglement’. Ook dat is nodig om aan de bewoners en medewerkers een goed thuis te kunnen bieden. Hiermee weet je wat je van elkaar mag verwachten en wat de grenzen zijn. We denken onder andere aan het volgende: − We hebben respect voor elkaars verschillende levens en- geloofsovertuigingen en de beleving ervan. − Samen wonen betekent ook samen dingen doen. Het gezamenlijk genieten van de maaltijden en mogelijk medewerking daar omheen verlenen. De maaltijd zou een plaats van gezelligheid en ontmoeting moeten zijn. − Iedere bewoner heeft zijn eigen kamer waar hij of zij zich in alle rust kan terugtrekken. − Tabakswaar roken doen we niet binnen. − Bezoek voor de bewoners gebeurt in overleg met het ‘ouderpaar’. − Zie verder onder ‘Stichting’.
Het huis. Het huis zal aan bepaalde eisen moeten voldoen. Zowel aan wettelijke voorschriften, voorschriften voor toegankelijkheid, als ook aan wensen die een bijdrage leveren aan de woning om de bewoners het thuis te bieden dat we als ouders voor ogen hebben. Een thuis voor nu en voor de toekomst. De woning willen we zo inrichten dat de kinderen op een veilige, ontspannen manier en in een rustige vertouwde omgeving zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. De indeling en de afwerkingen zijn daarbij een belangrijke factor. Het gebouw dient duurzaam te zijn. De keuze van de materialen ten aanzien van onderhoud speelt daarbij een belangrijke rol. Hierbij in acht nemend dat er een moderne maar sfeervolle woning gerealiseerd wordt.
5/7
De indeling. Om alle ruimten in de woonvorm toegankelijk te houden voor rolstoelgebonden bewoners zijn deze alle gepland op de begane grond. Appartementen voor de ‘ouderparen’ kunnen wel meerdere verdiepingen bevatten. De hieronder vermelde oppervlakten zijn een weergave waaraan deze minimaal moeten voldoen. De oppervlakten van verkeersruimten zijn hierbij niet opgenomen, wel eventuele eisen aan de breedte. Gezamenlijke ruimten: totaal > 220 m2 − Entree/hal 9 m2 − Meterkast 0,50 m2 − Toilet 2,25 m2 − Keuken 25 m2 − Eetruimte 30 m2 − Woonkamer 50 m2 − Speelruimte 16 m2 − Snoezelkamer 14 m2 − Hulpmiddelen opslag 20 m2 − Kantoorruimte 8 m2 − Verkeersruimte, breedte > 2 m1 − Tuin − Terras − Speeltoestellen − Parkeerruimten Optie voor ruimten: totaal > 120 m2 − Therapieruimte 40 m2 − Therapie badruimte 80 m2 (inclusief entreesluis en kleedruimte met toilet) Hierbij zo gelegen dat de therapie badruimte ook zonder doorgang van de leefruimten te bereiken is, ten behoeve van eventuele exploitatie aan derden. Ruimten voor rolstoel gebonden bewoners: totaal > 2x36 = 72 m2 − Rolstoeltoilet − Sanitaire ruimte met rolstoeltoilet, douchebrancard en ligbad − Slaapkamers grenzend aan de sanitaire ruimte
6/7
4 m2 16 m2 16 m2
Woonunit voor mobiele bewoners: totaal > 6x25,5 = 153 m2 − Slaapkamer 9 m2 − Douche/badkamer 4,5 m2 − Zitkamer 12 m2 Externe slaapwacht − Slaapkamer
10 m2
Appartement(en) voor ‘ouderpaar’: totaal > 136 m2 (exclusief verkeersruimten) − Entreehal 5,5 m2 − Meterkast 0,6 m2 − Toilet 1,25 m2 − Woonkamer 35 m2 − Keuken 12 m2 − Bijkeuken 6 m2 − Slaapkamer(s) 14 m2 (3x = 42 m2) − Berging/schuur 10 m2 − Parkeerruimte − Tuin/terras
colofon Secretariaat stichting Tweede Thuis in Altena: p/a Peppeldreef 36, 4254 BL, Sleeuwijk
Kamer van Koophandel: dossiernummer 17285804
Geschreven door: Leo en Rina van den Heuvel 0183-402048 Reinier van der Giessen 0183-302520
Vormgeving
7/7
© 2010