een “social design” traject voor Antwerpen
eindrapport
Inhoudstafel Inleiding!
4
Kader!
4
Opdrachtomschrijving!
5
Doelen
5
Randvoorwaarden
5
Aanpak!
5
Selectie van straten
6
Communicatie
7
Observatie
8
Probe-kits & interviews
8
Werking probe-kit!
9
Verworven inzichten!
9
Concepten!
11
1. Rara wie ben ik
11
2. Tsjiiiies!
12
3. Zo zijn wij
13
4. Van harte!
14
5. Voor een appel en een ei
15
6. Kijk nu toch eens!
16
Reflectie van burgers en betrokkenen!
17
Definitief ontwerp - MIOS !
18
Ontwerpdetails & vormgeving
19
Gebruiksscenario!
21
Test in de Villegasstraat!
22
Bevindingen!
23
Een greep uit wat er te zien is
23
Reacties
23
Het gebruik van de kits
23
Bijschriften
23
“Wat toont u?”-formulieren en “Communicatieformulieren”
23
Like-stickers
24
MIOS als hulpmiddel bij het stimuleren van sociale contacten?
24
Punten die verder nog ter sprake zijn gekomen
24
Conclusies en aanbevelingen!
25
Verspreidingsvoorwaarden!
25
Dankwoord!
26
Inleiding Design Vlaanderen schreef samen met VVSG een bestek uit getiteld “Organisatie van een social designtraject in samenwerking met een Vlaamse gemeente”. Concrete, Pantopicon en de Stad Antwerpen hebben in dit dossier de handen in elkaar geslagen om samen een traject rond sociale cohesie op straat/buurt-deel niveau uit te werken. Zowel Concrete als Pantopicon hebben een doorgedreven mensgerichte designaanpak met zeer complementaire competenties en expertises in het kader van dit project. De expertise van Concrete bestaat erin om door middel van observaties problemen in gebruik en interacties te detecteren en hiervoor innovatieve oplossingen aan te bieden. Als partner heeft Pantopicon, met hun expertise op het vlak van innovatieve, toekomstgerichte en participatieve trajecten in (o.a.) gemeentelijke context, een complementaire rol door toekomstige problematieken niet enkel te detecteren maar ook pro actief oplossingen uit te werken die vandaag toepasbaar zijn. De Stad Antwerpen heeft als partner zijn stadsbedrijf Samen Leven (waaronder de dienst Opsinjoren) naar voor geschoven om Concrete en Pantopicon bij te staan in dit traject rond sociale cohesie.
Kader Tal van ontwikkelingen en gebeurtenissen in de wereld, op lokaal maar ook globaal vlak, kneden de samenleving en stellen haar voor uitdagingen. Vandaag reeds zien we wereldwijd toenemende migratiestromen, zien we tekenen van doorgedreven individualisering maar ook van nieuwe solidariteit en openheid, en stellen economische ontwikkelingen ons voor een stijgende behoefte aan maatschappelijke zelfredzaamheid. Het zijn slechts enkele van de factoren die de gemeenschap vormgeven en voor uitdagingen stellen. Sociale cohesie vormt in deze een pijler, het streefbeeld naar een gezonde, ‘veerkrachtige’ samenleving. Vanuit de sociologie wordt het ook wel eens omschreven als ‘kleefkracht’, als datgene dat tot samenhang in een maatschappij leidt, tot ‘gemeenschap’. Hoe groter de sociale cohesie, hoe sterker de solidariteit binnen een gemeenschap, hoe steviger de bodem om op te bouwen. Iedere aanleiding die meer dialoog of interactie tussen mensen kan stimuleren, draagt positief bij tot de vorming en versterking van een gezond sociaal weefsel. Ze vormen de basis voor de beeldvorming van mensen van hun lokale gemeenschap en ontstaan vaak op de ‘kleine momenten’ van de dag. De Nederlandse Talja Blokland stelt: “Niet zozeer onze duurzame contacten met mensen in onze vriendenkring, op het werk of op de voetbalclub, maar vluchtige, eenmalige ontmoetingen [in de openbare ruimte] bepalen een groot deel van onze ervaring van het sociaal weefsel van de stad (en onze ongenoegens daarover) .” (Blokland 2007: 10) Ook de Vlaamse Ruth Soenen zegt: “Kleine contacten zijn niet banaal. Ze zijn heel belangrijk voor de sfeer in een stad.” Een stad, of zelfs wijk, is te groot als context om mede-inwoners goed te (leren) kennen. Straten en blokken zijn beter behapbaar. Precies daarom vormen zij een vruchtbaardere voedingsbodem voor meer coherente (mini)gemeenschappen van buren. Deze ontstaan her en der reeds spontaan, maar blijven elders uit. Waarom dit in bepaalde ‘buurten’ veel beter werkt en in andere buurten totaal niet is één van de vraagstukken die wij van naderbij willen bekijken. Hoe ontstaan deze ‘minigemeenschappen’ en meer specifiek wat is de aanleiding hiertoe geweest? Wat bindt een buur(t) en hoe kunnen we dit ‘gebruiken’ om mensen dichter bij elkaar te brengen.
! 4
Opdrachtomschrijving Precies rond deze kleine contacten, deze vaak “toevallige” ontmoetingen, hebben Concrete en Pantopicon het social design traject vormgegeven. Kernvragen zijn dan ook: Wat bespoedigt vluchtige momenten tussen bewoners? Wat zijn ‘straatstarters’ waardoor we ‘mekaar wat beter leren kennen’ en hoe kunnen we deze met behulp van designingrepen bewerkstelligen of versterken?
Kernvraag
Kortom: “Hoe kunnen we kleine, verrijkende ontmoetingen op straatniveau een kans geven door middel van een designingreep?”
Doelen Beoogde resultaten omvatten visuele voorstellingen van de oplossingen en een aantal concrete, geteste realisaties, die - inclusief het proces - als een rolmodel kunnen voorgesteld worden voor een social design project op straatniveau. Dit rolmodel is tweeledig: Zo kan het eindresultaat eenvoudig overgenomen worden door andere gemeentes zonder grote investeringen, maar het moet ook de meerwaarde onderstrepen van een designgedreven aanpak in relatie tot maatschappelijke uitdagingen. Het is de bedoeling om op basis van dit ‘voorbeeldproject’ ook andere gemeenten te enthousiasmeren tot investeren in deze werkwijze. De urgente problematiek waarop de geformuleerde oplossingen zich richten, het proces waarlangs ze tot stand zijn gekomen en de tastbare oplossing als zodanig moeten dus op een wervende manier te communiceren en te herkennen zijn.
Randvoorwaarden Het eindresultaat moet: • Aanleiding bieden tot het leggen van contact tussen straatgenoten • Laagdrempelig zijn - Iedereen moet kunnen deelnemen • Niet Antwerpen-specifiek zijn • Gemakkelijk te implementeren zijn • Te herhalen zijn • Minimale implementatiekosten hebben
Aanpak Straatstarters is opgezet als een interactief, iteratief proces, waarbij onderzoekers en designers van Concrete en Pantopicon regelmatig straten hebben bezocht en bewoners hebben gesproken om kennis- en inspiratie op te doen, discussies te voeren en reflecties te verzamelen. Na het veldonderzoek (observaties, probes, interviews) hebben Concrete en Pantopicon ideeën en concepten gegenereerd die zijn voorgelegd aan een burgerpanel. De meest kansrijke ideeën zijn samengevoegd en verder uitgewerkt, waarna het prototype daadwerkelijk werd getest.
5
Veldonderzoek Selectie van straten Op basis van een longlist van Opsinjoren van straten waar minimaal van enige buurtactiviteit of -organisatie sprake is, hebben Concrete en Pantopicon een vijftal straten geselecteerd om hier het veldonderzoek te verrichten. Om een zo divers mogelijk aanbod van straten te hebben, is gekozen voor: • Pervijzestraat (lange straat, veel gezinnen) • Jan Frans van de Gaerstraat (korte straat, rustig, gemengde bewonersgroep) • Pollepelstraat (korte straat, gemengd) • Pijckestraat (veel gezinnen, welgesteld) • Lange Leemstraat (lange, drukke straat, met winkels, tramspoor)
De fietsroute van de eerste observatieronde, werd met gps vastgelegd.
! 6
Communicatie Om het project in de vijf straten aan te kondigen en om mensen uit te nodigen met ons mee te denken zijn huisaan-huis flyers verspreid. Indien men interesse had voor het initiatief en open stond voor een gesprek, kon men de kaart met aan de keerzijde “Ik start mee!” achter het raam hangen. Zo werden de mensen op de hoogte gebracht van het onderzoek en werd het duidelijk wie er gemotiveerd was om hun medewerking te verlenen. Door de kaart aan het raam aan te brengen werd tevens de nieuwsgierigheid opgewekt van andere buurtbewoners: een extra stimulans tot deelname.
Ook is er een mini-website (www.straatstarters.be) geopend om mensen te informeren over de vorderingen van het project en hen de gelegenheid te geven te reageren en/of ideeën aan te dragen.
7
Observatie In oktober 2011 hebben we in de 5 geselecteerde straten op meerdere momenten van de dag en gedurende meerdere dagen van de week gezocht naar voorbeelden/tekenen van “kleine ontmoetingen”. Hiertoe hebben we als “flies-on-the-wall” in de straten postgevat, is er gefotografeerd en gefilmd en zijn mensen op straat en huis aan huis aangesproken met de vragen: • Hoe ervaart u de sociale contacten in deze straat? • Hoe/waar ontmoet u mekaar? • Wat zijn zoal aanleidingen tot gesprekken of conversatie? • Wat is voor u een goede buur(t)?
Probe-kits & interviews Probes zijn werkmaterialen die respondenten in staat stellen zelfstandig bepaalde taken uit te voeren en die onderzoekers en designers helpen om in de huid te kruipen van hun subjecten/doelgroepen. In de 5 straten werden in totaal 15 probe-kits uitgedeeld, met hierin: • Een wegwerpcamera om ontmoetingen/contacten/ gespreksonderwerpen/herinneringen/ergernissen mee vast te leggen. • Een dagboekje om ontmoetingen/contacten in bij te houden. Incl. plattegrond. • Een figuur om op aan te geven wat men verstaat onder een goede buur/slechte buur. • Een medaille om aan diegene te overhandigen die in de ogen van de gever veel betekent voor de ‘straatsamenleving’. • Ansichtkaarten om op te noteren: Mijn mooiste straatherinnering; Wat buren mij altijd mogen vragen; Wat ik liever niet deel; Wat ik altijd al heb willen weten; Wat ik graag zou willen dat buren zouden doen; Wat ik kwijt wil. • Een fotomontage van alle voorgevels in de straat, waarop men aan kan geven wie men kent en hoe goed (van ziens, bij naam, bevriend).
Tijdens een interview hebben de respondenten hun werk kunnen toelichten.
! 8
Werking probe-kit Op basis van de probe kits en interviews werd er een grote hoeveelheid kwalitatieve data verzameld. Bij analyse ervan kwam duidelijk naar voren dat een aantal van de opdrachten meer aanspraken en dus ook meer en betere resultaten opleverden dan andere. • De fotomontage van de verschillende voorgevels in een straat bleek inhoudelijk één van de belangrijkste elementen. Respondenten konden zich hier zeer goed in inleven. Er werden onmiddellijk aanknopingspunten gevonden waar mensen spontaan over begonnen te praten. Ook het maken van notities op de foto’s werkte zeer goed. Als zodanig werd ‘de straat’ - op deze manier weergegeven - een dankbaar vertrekpunt in het merendeel van de interviews. • De wegwerpcamera’s leverden minder bruikbare resultaten op dan aanvankelijk verwacht. Dit is deels te wijten aan de te lage kwaliteit van de foto’s, alsook praktische elementen die verband houden met de opdracht op zich. Zo nam het nummeren van de foto’s door de respondenten, alsook het nadien ontwikkelen door de onderzoekers veel tijd in beslag. Bovendien vroeg de opdracht om een extra inspanning, nl. op zoek te gaan naar situaties/plekken etc. hetgeen naast de andere opdrachten (die wel ‘in de huiskamer’ konden plaatsvinden) waarschijnlijk te veel van hen vroeg. Mogelijk werd de technologie - gekozen omwille van kostprijs en toegankelijkheid - ook als verouderd en overbodig ervaren. Enkele respondenten hebben spontaan eigen (betere) foto’s meegegeven ipv het toestel te gebruiken. De foto van de respondenten samen met hun medaillewinnaar leverde wel enthousiaste beelden op. • De ‘ludiekere’ taken zoals de medaille werden duidelijk positief onthaald. Hoewel niet iedereen deze taken uitvoerde brachten ze wel een positief gevoel met zich mee waardoor de kit toegankelijker overkwam.
Verworven inzichten Een kwalitatieve data analyse op basis van de probekits en interviews leidde tot het inzicht dat : • (Initiatiefnemers van) straatevenementen een belangrijke rol spelen in buurtcontacten. Straten kennen duidelijk identificeerbare voortrekkers. Mensen hebben een aanleiding nodig om elkaar daadwerkelijk te spreken. • Kinderen spelen hier een belangrijke rol in. In sommige straten blijft de Speelstraat voortbestaan, ook nadat kinderen er te groot voor zijn geworden, als vehikel voor ontmoetingen van volwassenen. • Ontmoetingen/contacten gedurende de wintermaanden op een erg laag pitje staan. • Men in elke straat redelijk persoonlijke onderwerpen met elkaar bespreekt, vaak op de stoep. De drempel om echt bij elkaar over de vloer te komen wordt over het algemeen als relatief hoog ervaren. • Generatieverschillen een rol in de beleving van buurtcontacten spelen. Ouderen zijn van mening dat jongeren minder tijd/behoefte aan groeten/gesprekjes hebben en minder bereid zijn organisatie van evenementen op zich te nemen. Jongeren maken gebruik van ervaring van ouderen (verwarming repareren, elektriciteit aanleggen, ladder lenen), jongeren assisteren ouderen (cf. wegwerpcamera). • Cultuurverschillen barrières kunnen zijn in buurtcontacten Zo kwamen we in aanraking met: • Ouderen die het verdwijnen van buurtwinkels vervelend vinden en geen aansluiting vinden bij Turkse/Marokkaanse winkels. • Organisatoren van straatevenementen die zich afvragen hoe Turken/Marokkanen bij buurt en haar activiteiten te betrekken; Het moeilijk duidelijke/vaste afspraken kunnen maken speelt hierin een rol. • Taalbarrières • Ervaringen van mensen dat wanneer men elkaar beter leert kennen, vooroordelen en barrières vaak gauw verdwijnen • Roddels (‘openbare geheimen’) als bindmiddel dienen. Deze zijn een vehikel om ongeschreven regels tot uitdrukking te brengen. • Men veelal niet eens precies het beroep van buren kent. Verjaardagen evenmin.
9
• Zelfs als asociaal beschouwde mensen hulp krijgen als ze daarom vragen. • Om te kunnen klagen of om assistentie te kunnen vragen je eerst contact moet maken. • Teveel van elkaar weten (echtelijke ruzies) beschamend kan werken. • Men Facebook gebruikt om nieuwtjes uit te wisselen, evenementen te plannen en afspraken te maken. Het is echter niet altijd duidelijk of het gebruik van sociale media te beschouwen valt als middel tot contact of net als verstoorder van contact. Op basis van de verzamelde data werkt het in beide richtingen.
! 10
Concepten Op basis van de bevindingen uit het veldonderzoek (observaties, gesprekken op straat of aan de deur, probes en interviews) hebben Concrete en Pantopicon - na selectie uit een brede waaier aan brainstormideeën - de volgende concepten ontwikkeld.
1. Rara wie ben ik Een spel waarbij de deelnemers met behulp van voorbedrukte kaartjes (gezicht, haar, ogen, bovenlijf, onderlijf, schoenen) een personage van zichzelf samenstellen. Deze worden ingeleverd bij de spelleider, waarna elke deelnemer een setje ‘buurtgenoten’ ontvangt, van wie men de identiteit moet raden. Denkt men te weten wie er op het kaartje is afgebeeld, dan kan men op diegene afstappen om te vragen of dit vermoeden juist is. Wie juist raadt, ontvangt een sticker of stempel en heeft een contact gemaakt.
11
2. Tsjiiiies! Als voorwaarde om een bijdrage te kunnen ontvangen voor een straatfeest dient men een groepsfoto bij te sluiten in de aanvraag. Wie iedereen uit de straat op de foto krijgt maakt kans op een ‘Straatfeest DeLuxe’. De foto wordt door de stad onder het straatnaambord gehangen.
! 12
3. Zo zijn wij Met behulp van een uitgebreide serie raamstickers kan elk gezin of elke huisgenoot een profiel van zichzelf schetsen (bijv. “hier houden we van kaarten en voetbal”), wat aanleiding zou kunnen zijn om eens met elkaar te praten of af te spreken (om bijvoorbeeld samen te kaarten of naar het voetbal te kijken).
13
4. Van harte! Elke straat heeft een ‘verjaardagssymbool’ of ‘embleem’ dat opgehangen wordt bij de jarige. Er zijn kaartjes voorzien, zodat het minimale moeite kost om als voorbijganger een berichtje achter te laten. Op bijgevoegde kalender ziet men wie de volgende jarige is, zodat het symbool of embleem daar de volgende keer kan gehangen worden. De jarige geeft het na afloop door.
! 14
5. Voor een appel en een ei Een systeem op basis waarvan men producten (gereedschappen), kennis (huiswerk, ict) en/of diensten (boodschappen, auto wassen, gras maaien) kan uitwisselen. In dit systeem bouwt men ook een reputatie op, zodat men na verloop van tijd weet bij wie men het best aanklopt met welke vraag.
15
6. Kijk nu toch eens! Een doos die men achter het raam kan bevestigen en die dient als expositieruimte. Tentoongestelde objecten en/of bijbehorende vernissage of rondleiding kunnen aanleiding zijn tot conversaties.
! 16
Reflectie van burgers en betrokkenen Op maandagavond 13 februari 2012 hebben Concrete en Pantopicon een interactieve sessie georganiseerd om burgers en betrokkenen te laten reflecteren op de 6 ideeën/concepten. • Het project (opdracht, kader, opdrachtgevers, einddoel, status) werd geïntroduceerd • De resultaten van het veldonderzoek werden gecommuniceerd • In drie groepen hebben de deelnemers • uitleg gekregen over de 6 ideeën/concepten • de mogelijkheid gekregen aan te geven wat hen aansprak in het idee • verbeterpunten geformuleerd • aangegeven welke ideeën/concepten zij leuk of kansrijk vonden • aangegeven aan welke idee/concept men zelf zou deelnemen Op basis van de voorkeuren en gesprekken van de deelnemers was niet een idee/concept eensluidend als beste aan te wijzen. Wel waren enkele kernkarakteristieken af te leiden die duidelijk meer aanspraken dan anderen. Het eindproduct is zodoende een combinatie van ‘Zo zijn wij’ en ‘Kijk nu toch eens!’ geworden.
17
Definitief ontwerp - MIOS Resultaat van het Straatstartersproject is het Museum In Onze Straat (MIOS) MIOS, museum in onze straat, is een toolkit die een platform biedt om sociale cohesie op straatniveau te stimuleren. Sociale cohesie in stedelijke gebieden wordt steeds minder evident door tal van factoren. Eén daarvan is het verdwijnen van basale communicatie tussen buurtbewoners. Het is niet ongewoon dat mensen in éénzelfde straat elkaar nog nooit gesproken hebben, niet weten wat de interesses van hun buren zijn of elkaar niet met de voornaam kunnen aanspreken. Deze doorgedreven individualisering van onze samenleving, in combinatie met een toenemende multiculturaliteit brengt extra uitdagingen met zich mee voor een gezond sociaal weefsel met een verrijkende sociale kleefkracht. MIOS heeft niet de ambitie een totaaloplossing aan te reiken voor dit sociaal fenomeen, maar wil een platform bieden aan buurbewoners om op een mensgedreven manier kleine ontmoetingen te stimuleren en te faciliteren op straatniveau door aanleidingen tot gesprek en onderlinge kennismaking te creëren Zoals de naam doet vermoeden, geeft MIOS straatbewoners alle materiaal in handen om in hun straat een museum te organiseren. Het globale concept begint bij het aanvragen van een MIOS ‘pakket’ bij de stad. Deze aanvraag kan gebeuren door een groep buurtbewoners of een bestaand straatcomité. Op basis van deze aanvraag bepaalt de stad in overleg met de aanvragers een moment waarin het ‘museum in onze straat’ wordt georganiseerd. Zodra alle straatbewoners een MIOS pakket hebben ontvangen worden ze uitgenodigd om achter een raam van hun huis het kader te bevestigen dat ze in het pakket vinden. In dit kader kan een persoonlijke bezitting of creatie getoond worden aan de rest van de straat en voorbijgangers, vergezeld van een museumkaartje met beschrijving van het getoonde. Aan de hand van appreciatiestickers en communicatiekaartjes kunnen de straatbewoners elkaar contacteren zonder een directe confrontatie te moeten aangaan. Hierdoor wordt sociaal contact op een bottom-up manier gestimuleerd en kan elke buurtbewoner beslissen op welke manier hij/zij deelneemt aan MIOS.
! 18
Ontwerpdetails & vormgeving Er werd specifiek gezocht naar een low-cost product dat eenvoudig te implementeren is, onafhankelijk van de stad of regio waar de kit wordt ingezet. Hiervoor werd er in eerste instantie gezocht naar een universeel toepasbare grafiek, waarbij er zo min mogelijk met tekst gecommuniceerd dient te worden. Visuele communicatie primeert daarom boven tekstgebruik. Op productieniveau werd er zoveel mogelijk gewerkt met standaard verkrijgbare formaten en onderdelen. Het bijgeleverde drukwerk op vinyl werd zo ontworpen dat het met één soort inkt op één vel vinyl gedrukt kan worden.
19
Naar materiaalgebruik werd er gekozen voor een specifiek type vinyl dat zonder lijm of kleefresten op een oppervlak aangebracht kan worden. Hierdoor wordt de ondergrond waarop de stickers uit een MIOS pakket worden gekleefd niet aangetast. Het MIOS-pakket bevat: • een zuignap om het werk op te hangen aan het raam • lange stickers om een kader op het raam aan te brengen • ronde stickers om buren te laten weten dat hun tentoonstelling leuk is • een museumkaartje dat ingevuld met een beschrijving naast het tentoongestelde werk wordt gehangen • gele postkaarten om buren aan te sporen om ook mee te doen • witte postkaarten om vragen of reacties over te brengen aan de buren Op de achterkant van de gele wikkel staat beschreven hoe het pakket kan gebruikt worden, aan de hand van eenvoudige tekeningen.
! 20
Gebruiksscenario
1. Iemand vraagt het MIOS pakket aan.
2. De dozen worden verdeeld in de straat.
3. Motivatie van de buurtbewoners door een conversatie te starten over de tentoonstelling.
4. De deelnemers stellen een object voor uit hun dagelijks leven, omkaderd door de MIOS-elementen.
5. Tijdens de tentoonstelling kunnen buurtbewoners elkaars objecten bekronen (cfr. Facebook ‘like’).
6. Aan de hand van postkaarten kan een eerste conversatie over het object gestart worden.
21
Test in de Villegasstraat Om een indruk te krijgen van het uiteindelijke gebruik van het eindproduct en om eventueel nog aanpassingen te doen is MIOS getest in een Antwerpse straat. Om proefpersonen zonder enige voorkennis van het voortraject te kunnen laten reflecteren op het definitieve ontwerp is MIOS bewust niet getest in de straten waar we intensief contact hebben gehad met burgers. De selectie van de ‘proefstraat’ is tot stand gekomen in overleg met Opsinjoren. Op 30 mei 2012 is het MIOS-project mondeling toegelicht aan een 5-tal dames van het straatcomité van de De Villegasstraat in Antwerpen. Op 1 juni is een 50-tal MIOS-kits afgeleverd bij één van de initiatiefneemsters van het MIOS-project in deze straat. • Een 5-tal koplopers heeft eerst een eigen raamvoorstelling gemaakt • Vervolgens heeft men eerst geprobeerd goede bekenden te interesseren om mee te doen aan MIOS • Toen er nog wat meer raamvoorstellingen te zien waren is men op minder bekende buren afgestapt om te vragen of zij wilden meedoen met MIOS • Op de jaarlijkse straatbarbecue (23 juni 2012) waren 18 raamvoorstellingen te bewonderen In de eerste week van juli 2012 is een tweede test van start gegaan in de Sint-Hubertusstraat.
! 22
Bevindingen Een greep uit wat er te zien is • Kindertekeningen. • Vakantievoorstellingen (ansichtkaarten, suikerzakjes, souvenirs, foto’s). • De Beatles in klei, inclusief kostuums, instrumenten en podium. • Gedichten. • 2D en 3D Collages. • Een badpak (ivm. behaald zwemdiploma) en sportprijzen (incl. foto’s) • Persoonlijke verzamelingen (stenen uiltjes, beschilderd/keramieken eieren (vrouw vertelt hele verhalen over haar eerste ei uit Hongarije, 1965)) • Een familie van wie het huis wegens renovatie is ingepakt in steigerdoek, heeft haar voorstelling op dit steigerdoek gekleefd, inclusief een vak om eventuele ‘Likes’ op te ontvangen. • Een zakje met aarde, waar zaadjes in blijken te zitten. Binnenkort verschijnen daar als het goed is plantjes.
Reacties • Reacties zijn zeer enthousiast. Nog voordat iedereen zijn voorstelling heeft hangen, spreekt men al over de volgende keer. • Het is niet moeilijk gebleken de actievere bewoners van de straat bij MIOS te betrekken. • Een deel van de meer onbekende straatbewoners was (na het zien van de eerste voorstellingen) direct mee. Een ander deel heeft aangegeven: • Mee te willen doen, zonder dat daar vooralsnog een presentatie zichtbaar is. • Desgevraagd geven zij aan geen tijd/geen inspiratie te hebben. • Niet mee te willen doen. • Wegens gebrek aan tijd niet mee te kunnen doen.
Het gebruik van de kits • Na toelichting en met de handleiding erbij vindt men het vrij eenvoudig om met de kit aan de slag te gaan • Veel ruimtelijke/3D voorstellingen, waarbij men een doosje of kistje achter het raam hangt of op de vensterbank plaatst. Sommigen gebruiken een deel van de MIOSdoos als drager voor de voorstelling. • Af en toe in verstek geknipte hoekjes te zien • Verschillende voorstellingen zijn het werk van meerdere gezinsleden samen. Verschillende huishoudens hebben ook meerdere voorstellingen gemaakt.
Bijschriften • Een aantal mensen heeft de museumkaartjes niet gebruikt. Een expliciete reden is hiervoor momenteel niet gegeven.
“Wat toont u?”-formulieren en “Communicatieformulieren” • Beide zijn (tot op heden) ongebruikt gebleven. • “Wat toont u?”-formulieren worden als een beetje opdringerig ervaren. • Aan “Communicatieformulieren” is vooralsnog geen behoefte geweest. Men spreekt elkaar redelijk makkelijk aan over de voorstellingen. Dit gebeurt soms als men iemand voor zijn/haar raam, ziet staan kijken. Op die manier kan men de communicatieformulieren als fall-back optie beschouwen, hetgeen niet meteen hoeft te impliceren dat ze overbodig zijn (cf. beperkte test).
23
Like-stickers • Elke deelnemer heeft meerdere ‘likes’ mogen ontvangen. • Deelnemers maken er een gewoonte/sport van te kijken of er nog nieuwe voorstellingen zijn bijgekomen en (vaak samen met kinderen) ‘likes’ te gaan plakken. Hierbij lijkt men er voor te willen zorgen dat eenieder een reactie krijgt.
MIOS als hulpmiddel bij het stimuleren van sociale contacten? • Men kijkt regelmatig of er nog nieuwe voorstellingen zijn bijgekomen en men spreekt elkaar hierover aan. Ook met mensen die men anders niet zo vaak spreekt, slaat men al gauw een babbeltje. Elkaar voor of achter het raam zien staan of elkaar zien stickeren zijn goede aanleidingen tot gesprek • Er zijn al meerdere mensen uit andere straten gesignaleerd die een ronde langs de ramen maken. Het is makkelijk met hen een gesprek aan te knopen.. • Eén van de leden van een gezin dat instrumenten had tentoongesteld kreeg zo complimenten van een onbekende van een aantal straten verderop. Zij vroeg of al die instrumenten daadwerkelijk in dat huis bespeeld werden, wat het geval was. De voorbijgangster bleek professioneel fluitiste te zijn, maar niet meer aan spelen toe te komen. De vrouw des huizes speelt in een orkest, waar behoefte is aan fluitisten. Resultaat is dat de fluitiste binnenkort komt spelen in het orkest bij de dame die in MIOS participeerde. • Van Pioenstraat nr. 10 is bekend dat de voorstelling regelmatig wisselt. Hier stopt men regelmatig om even te kijken. Een goede aanleiding voor een gesprekje. • De initiatiefnemers van de straat hebben zich de moeite getroost mensen die zij gewoonlijk niet of nauwelijks spreken aan te spreken. Vaak niet met direct positief resultaat, maar één van de dames geeft aan 45min bij een vrij onbekende buur binnen gezeten te hebben om over zijn leven/werk te praten. Hij heeft dan misschien nog geen museum ingericht, maar ook in dit geval heeft MIOS bijgedragen aan een stimulans tot communicatie. • Op donderdag 21 juni (marktdag) hebben vele buurtbewoners een bekeuring gekregen. Een professioneel kunstenaar op de Pioenstraat heeft zijn boete verwerkt tot een collage, en die in een MIOSkader gehangen. Dit werkt als bindend symbool voor de buurtbewoners. • Voor de kinderen uit de straat wordt MIOS ervaren als een wedstrijdje om zo veel mogelijk ‘Likes’ te verzamelen. • Ook mensen die geen zin/tijd hebben om een museum in te richten hebben gesprekjes met hun straatgenoten over de voorstellingen: “Ik ben blij dat ze mij niet gevraagd hebben mee te doen, maar ik vind het leuk om te zien!” • Toen iemand een sticker op de ruit plakte bij een oudere dame kwam deze verschrikt naar buiten: “Wat doet u nu?”, riep zij. De oudere dame had het principe van het ‘Liken’ niet begrepen, maar had nu wel een gesprek met iemand uit de straat die zij nog niet kende ...
Punten die verder nog ter sprake zijn gekomen • Zuignappen die een zwaardere last kunnen dragen of evt. meerdere zuignappen per kit. • Men is blij dat het product een keer geen Engelse naam heeft. De gekozen naam, MIOS, kan echter perfect internationaal gebruikt worden (Museum In Our Street). • Het is voor meerdere mensen onduidelijk hoe lang ze hun voorstelling moeten laten hangen. • Twee respondenten hebben aangegeven dat de kit wat hen betreft kleiner mag (handleiding + tape + zuignap + likestickers).
! 24
Conclusies en aanbevelingen Het beoogde resultaat van het Straatstarters-traject was zowel een concrete, geteste realisatie voort te brengen van een designinterventie die sociale contacten bevordert, alsmede om het Straatstarters-proces als voorbeeld te doen dienen om ook andere gemeenten te enthousiasmeren tot investeren in deze werkwijze. Beide doelen zijn gerealiseerd: MIOS blijkt een product te zijn dat voldoet aan de randvoorwaarden en sinds de voorstelling van het project op de VVSG Trefdag 2012 hebben Concrete en Pantopicon het project reeds aan verschillende gemeentes en/of stakeholders hiervan nader toegelicht. Om het project/product verder te optimaliseren of zo optimaal mogelijk te doen functioneren adviseren wij rekening te houden met het volgende: • Om aan mensgedreven onderzoek in een straat of buurt te doen is het gebruik van kaarten met vooraanzichten van gevels, zoals die gebruikt zijn in de probe-kits uitermate geschikt. Deze bleken een tool op basis waarvan alle deelnemers ons veel inzicht konden verschaffen in onderlinge relaties en verhoudingen. • Straatverantwoordelijken spelen een belangrijke rol in het verspreiden van de kits en de uitleg hierbij. Tevens blijkt het goed te werken als zij zelf starten, om een voorbeeld/referentie in de straat te hebben. Ook een ‘getrapte’ introductie, waarbij eerst mensen die al wat actiever zijn in de buurt beginnen, waarna men, verwijzend naar de voorbeelden, anderen probeert te interesseren tot deelname. Een dergelijke werkwijze heeft tijd nodig, waarvoor men binnen iedere roll-out van MIOS ruimte moet voorzien • Het verkleinen van de omvang van de doos tot een formaat dat in een standaard brievenbus past, zou de verspreiding vergemakkelijken en materiaal besparen. Echter, precies omdat de doos niet past is er nu wel noodgedwongen extra aanleiding tot face-to-face contact. • Wees niet te zuinig met het aantal like-stickers in de kit. Het is goed om te zien hoe eenieder zich de moeite getroost alle deelnemende straatgenoten een ‘pluim’ te geven. • Het zou lonen om een instructie-video te ontwikkelen. Als deze wordt geplaatst op een site waar ook voorbeelden van andere MIOS-straten te vinden zijn, dan kan dit een mooi informatie- en referentiedocument zijn. • Men spreekt in de De Villegasstraat nu al over een volgende keer dat men MIOS wil gebruiken. Bijvoorbeeld met Kerst. Te denken valt aan een doorontwikkeling tot een product dat gericht is op hergebruik. • Communicatiekaarten zijn in de eerste, beperkte test-straat tot nu toe niet gebruikt. Op zich zijn ze ook slechts extra hulpmiddelen om contact te stimuleren en te faciliteren. Wellicht dat ruimte creëren op de Like-stickers om een naam/bericht achter te laten hetzelfde doel kan dienen. • Aangezien niet iedereen de bijschriften-kaart gebruikt, valt het te overwegen om deze meer gestructureerd/vanzelfsprekend te maken.
Verspreidingsvoorwaarden MIOS zal online beschikbaar gesteld worden onder Creative Commons licentie CC BY-NC (Naamsvermelding-NietCommercieel) Elke gebruiker mag: • Het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven • Remixen - afgeleide werken maken Onder de volgende voorwaarden: • Naamsvermelding — De gebruiker dient bij het werk de door de maker of de licentiegever aangegeven naam te vermelden (maar niet zodanig dat de indruk gewekt wordt dat zij daarmee instemmen met je werk of je gebruik van het werk). • Niet-commercieel — De gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken. Verder vragen we gebruikers om beelden in te sturen van hun uiteindelijke kits en resultaten.
25
Dankwoord Het straatstarters project kwam tot stand met medewerking van Design Vlaanderen, Stad Antwerpen, Opsinjoren en VVSG. Concrete en Pantopicon willen ook alle inwoners uit de betrokken straten die deelnamen aan een brainstorm of evaluatiesessie expliciet bedanken voor hun medewerking.
! 26