Reflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren Doelstelling Dit instrument is bedoeld voor het management van een opleiding en opleidingsteams. Het reikt reflectievragen aan voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren voor werkplekstudenten of het bijsturen van een bestaand traject met werkplekleren voor werkplekstudenten. Het biedt geen kant-en-klaar recept voor werkplekleren, maar geeft aandachtspunten mee in de vorm van reflectievragen. Op basis van deze reflectievragen kan een opleiding een eigen werkpleklerenrecept ontwikkelen.
Aanpak (zie figuur 1) De blauwe pijl in figuur 1 staat voor de maatschappelijke context die bepalend is voor het inrichten van werkplekleren voor werkplekstudenten namelijk: juridische kaders en decreten: • Met welke juridische kaders en decreten moet er rekening gehouden worden? • Ondersteunen deze juridische kaders werkplekleren voor werkplekstudenten? onderwijsbeleid in Vlaanderen, binnen de Associatie KU Leuven, binnen de (onderwijs)instelling, ... : • Ondersteunt het onderwijsbeleid werkplekleren en een traject met werkplekleren? maatschappelijke context: • Is er een vraag van levenslange leerders naar een opleidingsaanbod met werkplekleren? • Zijn studenten vragende partij voor een traject waarin ze leren en werken kunnen combineren? • Gaat het om een knelpuntberoep? • Is het werkveld vragende partij voor een opleidingsaanbod waar werknemers leren en werken combineren?
• Z ijn voldoende werkplekken bereid om mee verantwoordelijkheid op te nemen in trajecten met werkplekleren voor werkplekstudenten? • Is werkplekleren een winsituatie voor werkplekken (vb. in een maatschappelijke context van ‘war for talent’)? Vanuit de maatschappelijke context gaan we naar het driehoeksmodel met de drie partners: de werkplekstudent, de opleiding en de werkplek (drie cirkels). Elk van deze drie partners staat in relatie tot werkplekleren en heeft een beperkende / sturende invloed op werkplekleren. • Voor elke partner concretiseerden we variabelen die een (beperkende of sturende) invloed hebben op de vormgeving van een traject met werkplekleren voor werkplekstudenten vb. de werkervaring van de werkplekstudent, de professionele omkadering van de opleiding, het engagement van de werkplek. Voor elk van deze variabelen formuleren we een concrete actie of to do. • In een tweede kolom formuleerden we bij elke variabele reflectievragen in het licht van een traject met werkplekleren.
maatschappij
figuur 1
• juridische kaders en decreten • onderwijsbeleid Vlaanderen, Associatie, instelling, .. • maatschappelijke evoluties (aantal zij-instromers, knelpuntberoep, beschikbare werkplekken, …)
werkplekstudent
• vooropleiding • werkervaring • competenties • context / omgeving • diversiteit • …
EVC / EVK
opleiding
werkplek
• professionele ondersteuning • infrastructuur en financiële middelen
learning outcomes competentieprofiel
• Infrastructuur en financiële
middelen • diversiteit • leeromgeving • engagement/ visie
vormgeving werkplekleren
Opleiding Variabelen & to do Visie en beleid opleiding / instelling TO DO Ga na of de visie en het management openstaan voor werkplekleren en/of indien nodig visie aanpassen.
Reflectievragen Op welke manier ondersteunen de visie en doelstellingen van de instelling / opleiding werkplekleren voor werkplekstudenten? Voorbeelden van uitgangspunten visie die werkplekleren ondersteunen: flexibilisering; maatwerk (just-in-time en just-on-place leerproces, …); competentiegericht leren, authentiek leren; zelfsturing en verantwoordelijkheid van studenten; samen leren met gelijkwaardige partners; innovatief leren, ruimte voor experimenteren; verbinden theorie en praktijk; … Hoe faciliteert het management van de opleiding / instelling werkplekleren? Mogelijke aspecten: personeelsbeleid / aanwerving; infrastructuur; funding; partnerships; …
Opleiding Variabelen & to do
Reflectievragen
Vormgeven van een traject met werkplekleren (mesoniveau)
Screenen van een bestaand programma • Welke bewegingsruimte heeft de opleiding om een traject met werkplekleren voor werkplekstudenten in te richten? Dient het aan te sluiten bij een bestaand programma / traject (vb. omwille van flexibele overstapmogelijkheden) met betrekking tot opleidingsonderdelen/modules, opbouw, werkvormen, evaluatie, werkplekleren op eigen / andere werkplek, …? • Uit welke onderdelen bestaat het programma? Hoe zijn deze onderdelen / modules direct gelinkt aan de beroepspraktijk? • Op welke wijze geeft het programma ruimte aan leer-, begeleidings- en evaluatieactiviteiten, opbouw en organisatie in functie van een uitvoering op maat van de werkplekstudent en de werkplek? • Hoe gaat het programma om met de spanning tussen flexiblisering enerzijds (vrijstellingen) en competentiegerichte geïntegreerde benadering en de daarmee samenhangende omvang van opleidingsonderdelen anderzijds? • Is het programma transparant voor de drie partners?
TO DO Bekijk in welke mate (indien aanwezig) het bestaande programma aangepast is aan werkplekleren en/of ontwerp een geschikt programma in overleg met het werkveld en de werkplekstudent.
Ontwerpen van een nieuw programma • Welke leerresultaten / competenties kunnen via werkplekleren verworven worden? • Welke opleidingsaanbod (kennisinhouden, vaardigheden en/of attitudes) dient de opleiding daarvoor te voorzien? Hoe kan dit aanbod gekoppeld worden aan werkplekleerervaringen? • Hoe realiseert het programma de koppeling tussen het contactonderwijs en de werkplekervaringen? Voorbeelden van activiteiten om opleiding en werkplek te verbinden: samen met werkplek begeleiden/ coaching op de werkplek; reflectiesessies/ intervisie/ supervisie in de opleiding; voorbereidend of aanvullend opleidingsaanbod; theoretische kaders koppelen aan praktijkvoorbeelden en vice versa; overlegmomenten tussen opleiding en werkplek; … • Welke ruimte laten de beoogde leerresultaten / competenties in functie van de invulling ervan naar de concrete werkplek en de werkplekstudent? • Staat het ontwikkelen en evalueren van leerresultaten / competenties centraal in het programma en niet de ‘route’ op zich? • Welke aangepaste leer- en begeleidingsmethoden zet de opleiding in? • Welke aangepaste evaluatievormen en -methoden zet de opleiding in?
Opleiding Variabelen & to do
Reflectievragen
Uitwerken van het werkplekleren (microniveau)
• Welke richtlijnen bestaan er in functie van werkplekleren op de eigen werkplek / een andere werkplek / het aantal werkplekken? (vb. rekening houdend met praktische haalbaarheid voor de student, transfermogelijkheid, betrouwbaarheid van de evaluatie)? • Welke leerresutaten / competenties / leerdoelen worden via de concrete werkplek en door de werkplekstudent in kwestie ontwikkeld? • Via welke concrete leer- en begeleidingsactiviteiten kunnen de beoogde leerresultaten / competenties / leerdoelen op de werkplek worden ontwikkeld en begeleid? Heeft elke partner hierin een stem? Voorbeelden van leer- en begeleidingsactiviteiten: observatie van authentieke activiteiten op de werkplek; samen authentieke activiteiten uitvoeren; experimenteren op de werkplek; beroepsproducten ontwikkelen; uitvoeren van opdrachten en projecten via de werkplek; reflectie- en leergesprekken; coaching; intervisie/supervisie; persoonlijke ontwikkelingsplan (POP) en portfolio ontwikkelen; theoretische kaders linken aan de praktijk; digitale begeleiding; de praktijk van de werkplek als onderzoeksobject. • Hoe wordt een traject met werkplekleren opgebouwd? Via welke leerlijnen? • Hoe wordt het werkplekleren concreet georganiseerd (wat, wie, waar, wanneer)? • Hoe wordt werkplekleren geëvalueerd? Voorbeelden van evaluatie-activiteiten: praktijkevaluatie op de werkplek; beroepsproducten; opdrachten en projecten; portfolio met bewijslast; verslagen; driehoeksgesprekken; criteriumgericht interview; peer- en selfassessment. • Hoe kunnen opleiding, werkveld en werkplekstudent streven naar een partnerschap m.b.t. vorige elementen (begeleiding, opbouw, organisatie, evaluatie, …)?
TO DO Werk een concreet programma met werkplekleren uit voor de werkplekstudent en zit samen met de drie partners om keuzes te maken en een plan op te stellen: aantal werkplekken, de concrete leerresultaten / competenties / leerdoelen, de opbouw, de organisatie, de begeleiding, de beoordeling / evaluatie .
Opleiding Variabelen & to do
Reflectievragen
Personeelsbeleid / professionele omkadering
• Welk profiel heeft de opleiding van het werkplekleerteam voor ogen? (zie profiel van het werkplekleerteam) • Hoe zullen de partners investeren in professionalisering van het werkplekleerteam? • Houdt de opleiding rekening met de talenten / competenties van docenten in functie van werkplekstudenten? • Hoe realiseert de opleiding maximale kruisbestuiving tussen verschillende trajecten?
TO DO Screen partners op aanwezige talenten en competenties en zet professionaliseringsaanbod op.
Infrastructuur en financiële middelen TO DO Bekijk wat de financiële implicaties zijn en welke noodzakelijke investeringen nodig zijn.
Kwaliteitszorg TO DO Bepaal de nodige taken rond kwaliteitszorg.
Onderzoek TO DO Creëer door werkplekleren nieuwe kansen voor praktijkgericht onderzoek.
• Over welke middelen dient de opleiding te beschikken wat betreft flexibele logistieke en administratieve ondersteuning? • Over welke middelen beschikt de opleiding om te investeren in de aanwerving en professionalisering van een werkplekleerteam? • Over welke middelen beschikt de opleiding om te investeren in aangepaste begeleiding, evaluatie, leermaterialen, technologieën, …? • Welke middelen kan de opleiding aanwenden om te investeren in aangepaste leer- en onderwijsvormen, leermaterialen, begeleiding en evaluatie?
• Hoe kan een kwaliteitszorgsysteem en -cultuur met betrokkenheid van werkplek, opleiding en werkplekstudent worden opgezet in functie van continue kwaliteitsverbetering en -bijsturing? • Hoe zal het werkplekleren worden geëvalueerd?
• Welke kansen creëert werkplekleren in het licht van praktijkgericht onderzoek?
Werkplekstudent Variabelen & to do
Reflectievragen
Profiel werkplekstudent: vooropleiding, werkervaring, competenties, context / situatie…
• Welke vooropleiding heeft de werkplekstudent al dan niet genoten? • Welke werkervaring of andere eerder/elders verworven competenties heeft de werkplekstudent? • Over welke competenties, en op welk niveau, beschikt de werkplekstudent? Voorbeelden: mate van zelfstandigheid, zelfsturing, verantwoordelijkheid; relationele en sociale vaardigheden; leervaardigheden; reflectiecompetenties; digitale competenties; planningsvaardigheden; … • Wat is de motivatie van de werkplekstudent? Wil hij zijn competenties verder ontwikkelen, een hogere kwalificatie, meer werkzekerheid en/of meer financiële middelen? Hoe kan deze initiële motivatie en eventuele veranderingen in motivatie ondersteund worden doorheen de opleiding? • Wat is de concrete privésituatie van de werkplekstudent (werk & collega’s, gezin, vrije tijd, steun van omgeving, … )? Hoe zal de werkplekstudent de combinatie studie-werk- vrije tijd- gezinsleven managen? Welke beslissingen zal hij nemen over waar en wanneer studeren? Hoeveel persoonlijke tijd en moeite zal hij investeren? Wat als hij niet slaagt voor de opleiding? • Hoe kan de opleiding het profiel van de werkplekstudent screenen en analyseren en samen met de studenten mogelijke risico’s bepalen? Voorbeelden: intakegespreken voeren om de verwachtingen te expliciteren quickscan EVC / zij-instromers; EVC- EVKbeleid; … • Wat is de leerstijl van de werkplekstudent? Welke benaderingen, leeromgevingen, vormen, … vindt hij het meest effectief?
TO DO Ken je doelgroep van werkplekstudenten. Bepaal samen het profiel van de werkplekstudent en bekijk hoe je dit profiel kan screenen. Anticipeer op mogelijke veranderingen in de studentenpopulatie.
Werkplek Variabelen & to do
Reflectievragen
Werkplekomgeving
• Op welke manier kan de werkplek een krachtige leeromgeving aanbieden? (zie quickscan van de werkplek) • Hoe draagt de opleiding bij tot een krachtige leeromgeving op de werkplek?
Engagement
• Welk engagement zal de werkplek aangaan? (zie profiel van het werkplekleerteam, samenwerkingsovereenkomsten, …)